MIDDELBURGSCHE COURANT. Donderdag A 29 Mei. N°. 124. 143° Jaargang, 1902. Deze courant verschijnt1"1*! a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. ^Balk ]jÊ SB$B& Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2. Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel moer 20 cent. Reclamens 40 cent p8r regel Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Groote letters naar de plaats, die zij innemen. THERMOMETER EST VERWACHTING. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betredende 28 Mei 8 n. vin. 62 gr., 12 u. 73 gr., av. 4 u. 69 gr. F. Verwacht: matige W. wind, Handel, Njjverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het ASgewaeem Advertentie.Bureau toenemende bewolking, weinig verandering in temperatuur. A. DE LA MAR Azia.s N.Z. Veorbnargwai 266, Amsterdam. Middelburg 28 Mei. Kameroverzicht. Zitting van Dinsdag. Het wetsvoorstel van het clericale drieman schap Lohman-Heemskerk-Kolkman om art. 111 der militiewet niet toe te passen op de lich tingen 1895 en 1896, en het amendement van de heeren Drucker c. s. op art. 1 van dit wetsontwerp, strekkende om ook de lichting van 1897 van de herhalingsoefeningen vrij te stellen, met welke beide onderwerpen de Kamer zich heden den geheelen dag bezig hield, en waaraan allerlei conjecturen, in verband met de positie van den minister van oorlog, waren vastgeknoopt, welnu, deze zaak is doodgewoon afgeloopen. Het debat, dat trouwens na het verhandelde in de zitting van 27 April, toen de motie-Ter Laan en Van Alphen ampel be sproken werden, tameljjk uitgeput was, verliep zoo kalm, dat er van iets buitengewoons in het geheel geen sprake was. De minister-president, dr Kruyper, die heden morgen present was, en in diepe overpeinzin gen verzonken aan den ministertafel zat, had dan ook gerust thuis kunnen bljjven. Tegen stribbelende vrienden zullen er bljjkens de stemmingen wel niet te bewerken zjjn geweest, en alles liep dan ook voor den minister van oorlog glad van stapel. Het wetsontwerp werd ten slotte, met algemeene stemmen op 2 na, nl. die van de heeren De Waal Malefijt en Van Karnebeek, aangenomen en het amende- ment-Drucker c. s. met 56 tegen 33 stemmen verworpen. Hiermede werd wel is waar de positie van den minister van oorlog en die van de heeren wetsvoorstellers gered, maar de zaak zelf, die heden bg uitstek de vraag gold of de lichting van 1897 ook niet, even goed als de lichtingen van '95 en '96, vrijgesteld konde worden is er zeker, geljjk de heer Drucker terecht op merkte, niet definitief mede opgelost. Want de biljjkheidsgronden, die pleitten voor een vrijstelling der jongens van '95 en '96 en waarop zich èn de heer Lohman èn de heer Heemskerk beriep, gelden evenzeer voor de lichting '97. De heer Drucker erkende dat de argumen tatie, ontleend aan de z. g. verlengingswetten, waardoor de beraamde oproepingsmaatregel der regeering voor de lichting '95 een groote onbillijkheid zou worden, minder sterk is voor de lichting '97. Maar overigens is de zaak precies dezelfde. Voor de plaatsvervan gers is zjj dezelfde, terwjjl ook de lichting van '97 niet genoten heeft van den verkorten oefeningstjjd, die eerst op de lichting van 1898 is toegepast. Deze laatste beweeggrond weegt dan ook het zwaarst, en, zooals de heer Drucker zeide, dit argument scheen ook den heer Lohman niet ontgaan te zjjn, die in een der stadia van «studie over de zaak" de lichting van '97 in geljjken adem noemde met de lichtingen van 1895 en 1896. Maar deze zeer'duideljjke en bondige uiteenzetting redde het amendement niet, ook al werd het nader verdedigd door de heeren Rink en Ter Laan. De minister had onderhands te verstaan gegeven, dat hjj van de aanneming niets wilde weten, en dus was het een uitgemaakte zaak dat het amendement verworpen zou worden. Het heele ontwerp Lohman c. s. is toch al een bittere pil, die hem te slikken werd gegeven. En dat deze anti-militaristische medicijn hem zwaar in de maag ligt, bleek wel uit de weinige woorden, die hg aan het slot van het debat in het midden bracht. Met een bestu deerde reserve liet hjj zich over de quaestie uit. Hg was alleen gekomen om bescheiden inlichtingen" te gevenen de vraag daar naar was zeer beperkt geweest. Alleen de grappige heer Van Kempen had hem gevraagd of de lichtingen van 1895 en 1896 vrijgesteld konden worden van de inspectie, omdat velen hun plunje misschien al verkocht hadden. Een nog al zonderlinge vraag, omdat de afgevaar digde van Leiden wel had kunnen weten, dat het voorstel Lohman c. s. aangenomen zou worden, en er dus alle kans bestond dat die lichtingen in het geheel niet opgeroepen zouden worden, en dus van een inspectie niets zou komen. Maar hoe eigenaardig derhalve die vraag ook was, de minister maakte er gaarne gebruik van om, onder algemeen gelach der Kamer, den geachten afgevaardigde te verzekeren, dat dat toch heusch niet aanging, omdat hg dan in strjjd met de wet zou handelen. Met plech- tigen ernst werd deze «technische inlichting" op de eenige vraag van den eenigen heer Van Kempen verstrekt, en daarmede was 's minister's antwoord ten einde. Men kon er den slimmen parlementair uit proeven, die iets en niets zeggen moest; welk kunststukje de heer Bergansius heden keurig volbracht. Van daag was de minister regeerings-com- missaris, die >technische inlichtingen" geeft. De ministerieele inlichtingen, waarom het te doen was, bleven echter uit. Of hg zjjn mede werking aan de tot standkoming van het wets voorstel zou verleenen, daar moest hg nog eens over denken. Daar moest nog zooveel gebeu ren, voor én aleer de vrucht van dit parle mentaire initiatief voldragen en wel aan zjjn verdere verzorging zou worden toevertrouwd eerst moest het nog in de Eerste kamer wor den behandeld, dan moest nog de Raad van State worden gehoord, en dan eerst kwam het in dei ministerraad. Tegen dien tgd zou hg het den heeren dan wel eens komen zeggen. Intusschen is het voor de lichtingen van 1895 en '96 een bemoedigend teeken, dat de genie, die anders het kamp van Zeist voor de verlofgangers in orde maakt, al vast naar Utrecht is teruggeroepen. En van de '97ers zal er weer drie jaar, als de Kamer voor de verkiezingen van 1905 staat, ook wel een mouw aan ~te passen zjjn. De minister van oorlog is heusch zoo kwaad niet, en in het kabinet, waarvan hij deel uit maakt, zjjn fijne politieke neuzen. Maar al zal dit dan ook nog wel los loopen, zakeljjk beschouwd, is de beslissing, door de Kamer heden genomen, een halve maatregel, en hebben de heeren der rechter zijde er wederom voor de zooveelste maal den socialisten een uitstekend propaganda middel mede gegeven. LICHTING 189 7. Voor het amendement-Drucker c. s., om ook de lichting 1897 van herhalingsoefeningen vrjj te stellen, stemden Dinsdag in de Tweede kamer de volgende heeren Bos, Ketelaar, Fokker, Nolting, Pgnacker Hordjjk, De .Boer, Staalman, De Klerk, Fock5 Van Raalte, Hugenholtz, Ferf, Ter Laan, Melchers, Rink, Helsdingen, Roessingh, Scha per, Van der Zwaag, Smidt, Hubrecht, Drucker, Van Vliet, Willinge, Den Tex, Smeenge, Lief- tinck, Zjjlma, Arnoldts, Hennequin, Borgesius Marchant en Verhey. Van de katholieken stemde dus alleen de heer Arnoldts. Dit in verband met hetgeen wjj in ons vorig nommer schreven. MOEILIJKHEDEN. De redactie van De Maasbode noemt hetgeen de HaagBche kroniekBchrjjver der Nieuwe Gro- ningsche Courant schreef over de moeilijkheid, die er spoedig te wachten zou zjjn tusschen de fracties der rechterzgde, met het oog op eene waardige viering, in 1903, van het 50jarig bestaan der bisschoppelijke hiërarchie in Nederland, tot verwezenlijking waarvan de medewerking van de regeering en de Staten- Generaal noodig zouden zjjn, eene «verrassende mededeeling". Zjj neemt er een loopje mee en schrjjft Onze Rooinsche lezers zullen zich met de lichtsprankelingen van zjjn geest even kosteljjk geamuseerd hebben, als onze voorouders te midden van al hun angst en bekommernis ge daan hebben met de spotprenten en de blauw boekjes en de «ernstige vertoogen" van cou rantiers en correspondenten in 1853. Eén ding hopen wjj slechts voor dezen Haagschen chroniqueur. Dat nl. de «leiders der beweging", in casu zeker wel de Bisschoppen, aan dezen jjverigen kroniekschrijver tot loon voor zjjn vlugge mededeelzaamheid een groote perskaart mogen toezenden, onderteekend door heel het Epis copaat, een kaart, die hem in 1903 zoo ruim en onbekrompen mogelijk toegang verleene tot alle Kath. kerken en vergaderzalen in Nederland, waar het glorieuze feit herdacht zal worden. Het zal hem alsdan bljjken, dat wg, Katho lieken, heel best feest kunnen vieren, zoo ge moedelijk en waardig mogeljjk tevens, zonder dat wg daarbg de hulp der Regeering behoeven» en zonder dat onze niet-Katholieke land- genooten daarbg eenig letsel of onaangename bejegening ondervinden of tot eenige harts tochtelijkheid geprikkeld zullen worden. Niet wjj zjjn tot zulke vinnigheden in staat, maar wel mannen als deze kroniekschrijver. RIET- EN BIETSUIKER. Prof d'Aulnis de Bourouill heeft in Die Nation een opstel geschreven, waarin hg uit eenzet dat de vrees, in Duitschland opgekomen na de Suikerconferentie te Brussel, dat nl. de verlaging van het invoerrecht van 20 mark tot 4.80 mark per 100 K.G. voor de beetwor telsuiker een zware concurrentie voor de riet suiker tengevolge zou hebben, ten eenenmale ongegrond is. Om dit duideljjk te maken, wjjst professor d'Aulnis op Nederland. De hier te lande voortgebrachte suiker is belast met f 27 per 100 K.G. en het invoer recht is even hoog. De prjjs van de suiker in Nederland is (afgescheiden van onkosten en verdiensten voor de tusschenhand) uitsluitend samengesteld uit den prjjs op de wereldmarkt, vermeerderd met de belasting. Van een voor sprong voor den Nederlandschen producent kan men alleen in zooverre spreken, dat deze uit de staatskas een premie ontvangt Deze premie beliep in de campagne 1900—1901 1.56 (nl. 1.38 voor den fabrikant en/0.18 voor den raffinadeur.) Werkelgk beschermend, werkt deze premie echter niet, daar de prjjs hier te lande met dat geheele bedrag verhoogd wordt. De invoer van suiker in Nederland is aan zienlijk, doch deze doet geen schade aan de productie in het land zelf, integendeel, die productie neemt steeds toe. Wel daarentegen leidt die invoer tot grooteren uitvoer. Ik heb alle moeite gedaan zegt prof. d'Aulnis om in Den Haag rietsuiker te koopen, maar dat is mjj niet mogen gelukken. Mjjn mede-gedelegeerde der Suikerconferentie, de heer Eschauzier, heeft mg uit Java kort geleden een pakje suiker gestuurd om mg eens rietsuiker te laten zien. De invoer pan suiker voor de raffinaderijen neemt telken jare af. Tegen 149 ton in 1891, beliep deze invoer slechts 2 ton in 1900. De invoer van ruwe suiker beloopt hier nog iets meer, omdat, behalve voor de raffinaderijen, ook voor de bakkers direct deze stof wordt aangevoerd, ter vervaardiging van een bepaald soort van koek. We kunnen nog vragen of hier veel geraf fineerde rietsuiker wordt ingevoerd. In 1900 werd 6.498.961 KG. geraffineerde suiker inge voerd was daaronder misschien vee) rietsui ker? De schrjjver acht dit uiterst onwaar schijnlijk. Waar zou deze suiker geraffineerd zjjn De suikerprjjs is in Engeland hooger dan hier, Nederland voert dan ook uit naar Engeland, doch het omgekeerde is slechts on der zeer bjjzondere omstandigheden het geval. Uit de statistieken bljjkt dit zonneklaar. Bel gië, Hamburg en Pruisen voerden in Neder land te zamen meer dan 5.000.000 KG. in, ter wjjl uit Engeland sléchts 10 kilogrammen werden aangevoerd in gemeld jaar. Waarom zou een schip met koloniale suiker naar het vasteland varen en Engeland voorbjj, waar de prjjs hooger is? Zoolang het vaste land van Europa zelf suiker uitvoert, omdat de prjjs elders hooger is, zullen de landen van de rietsuiker wel nalaten hun product hier af te zetten. Een beschermend recht om de riet suiker te weren, heeft Duitschland dus niet noodig. (N. R. Crt.) TRACTBMENTSBBTALING. Naar eenige bladen melden, bestaat bjj de re geering het voornemen om een meer uniforme regeling in het leven te roepen nopens de tractementsbetaling aan burgerljjke ambtenaren. Het ligt in de bedoeling in het algemeen de tractementen van alle burgerlijke ambte naren voortaan te betalen van den dag waarop hun benoeming ingaat tot en met den dag van overigden. Aan de erfgenamen van de ambtenaren wordt een tegemoetkoming voor ééns toege- z0gd, gelijkstaande met 1/8 van den grondslag, naar welken door den ambtenaar voor pensioen is voorgedragen. Art. 2 der burgerljjke pensioenwet wordt als leiddraad genomen, wie als burgerljjke ambte naren zullen worden aangemerkt. KORTE MEDBDEBLINGBN VERGADERINGEN. Op de Dinsdag te Utrecht gehouden tweede jaarljjksche algemeene vergadering van den Bond voor Staatspensionneering bleek uit het jaarverslag dat het ledental aan het einde van 1901 bedroeg: in 20 afdeelingen 1512, ver spreide leden 148, totaal 1700 leden, en thans gestegen is tot 3020 leden, verdeeld over 43 afdeelingen en 213 verspreide leden, totaal 3233. Hierbjj zjjn echter nog niet gerekend 310 zoogenaamde afdeelingsleden, zoodat het totaal-generaal aantal leden feitelgk 3543 is. Aangenomen werd een voorstel van het hoofdbestuur, luidende«De bondsvergadering benoeme eene commissie wier taak zal zjjn het verzamelen van gegevens over staatspensioen waaruit kan worden saamgesteld een adres aan de regeering". Tot leden van het hoofdbestuur werden be noemd mevrouw Niemeyer—Henny te Arnhem en de heer P. A. Vis te Beemster. De statuten werden vastgesteld. Daaruit bljjkt o.in. dat het doel van den Bond is het tot stand komen eener wet waarbjj aan alle Nederlanders zoowel vrouwen als mannen op een nader bjj de bedoelde wet aan te geven leeftjjd recht wordt toegekend op een geljjk staatspensioen zonder premiebetaling, de kos ten te vinden uit de opbrengst van bestaande of nog te heffen belastingen. Het volgend jaar zal men te Apeldoorn vergaderen. BMUEKDrGM MZ. Bjj kon. besluit is de Commissaris der Koningin in Friesland gemachtigd tot het bij eenroepen eener buitengewone Staten-vergade- ring in de eerste helft van Juni ter verkiezing van een lid der Eerste kamer, ter voorziening in de vacature, ontstaan door het overljjden van jhr mr J. H. F. K. van Swinderen. De ministers van koloniën, van buitenland- sche zaken en van marine verleenen deze week ook geen audiëntie. ÜIT STAD EN PROVINCIE. De heer J. J. K. te Goes ontving dezer dagen het treurige bericht dat zjjn 19-jarige zoon Zondag voor acht dagen te Cardif, toen hg des avonds aan boord van zgn schip wilde gaan, van de loopplank in het water viel en verdronk. De jonge man voer sinds twee jaar ter koopvaardjj en had nu, met een nieuw schip, een reis naar Noorwegen gemaakt, van waar hg terugkeerde toen hem het ongeluk trof. Door ingelanden van het waterschap Waarde werd Maandag de rekening goedge keurd in ontvang op 8443.82" en in uitgaaf op 7105.05, alzoo met een goed slot van f 1338.77". De begrooting werd vastgesteld op 12964.87®, en het djjkgeschot voor het nieuwe dienstjaar verhoogd met 0.50 per H.A., zoo dat het thans gebracht is van 4 op 4.50. Met ingang van 1 Juni e.k. is tot post bode te Ossenisse benoemd P. Hermans thans hulpbesteller te Stoppeldjjk. Zondag hield te Sluis de Maatschappij tot bevordering van Ooft- en 7 uinbouw in het kanton Oostburg eene algemeene vergadering, die werd bijgewoond door 32 gewone en 5 bestuurs leden. Door den voorzitter, den heer H. G. Ham- macher, werd medegedeeld dat de rgksbgdrage ad 150 ten behoeve van den snoeicursus bereids was ontvangen. Als lid van het bestuur werd met 28 stem men herbenoemd de heer J. A. Neeteson te IJzendjjke, die, onder dankzegging voor het in hem gestelde vertrouwen, die herbenoeming aann am. Bjj de uitreiking van de diploma's betuigde de heer Hammacher, namens het bestuur, zjjne ingenomenheid met het feit dat reeds een derde snoeicursus ten einde gebracht was met het succeB, dat aan 6 van de 7 leerlingen het diploma kon uitgereikt worden. Dat pleit in de eerste plaats voor den cur sus en den leeraar, wien een harteljjk woord van dank werd gebracht voor zjjne toewjjding en degeljjk onderwgs, en in de tweede plaats voor de leerlingen. Bg het eindexamen heeft de voorzitter hen reeds toegesproken en gewezen op de gunstige resultaten, ook van de beide vorige cursussen, die ze hadden voor de geslaagden, zoowel tot aanwending in eigen bedrjjf als tot verbetering van hunne maatschappelijke positie. Reeds thans is een der jongstgeslaagden Abr. Castelegn van Groede, geplaatst te Goes., De voorzitter wenschte de aanwezige gedi plomeerden geluk met het verkregen succes en sprak, mede uit naam der vergadering, de hoop uit, dat dit diploma hun in hun volgend leven van nut en voordeel mocht zgn. Door F. van de Plassche van Oostburg werd, ook namens zjjne medeleerlingen, dank gebracht aan het bestuur der Maatschappij, die hen in de gelegenheid gesteld had den cursus te vol gen, alsmede aan hun leeraar, den heer I. J. Steenhart, voor het genoten onderwgs, dat op zulk een bevattelijke manier was gegeven. Nimmer deden zjj te vergeefs een beroep op diens mededeelzaamheid, zelfs dan ook niet, als bg herhaling nadere verklaring werd ge vraagd. Verder werd, onder applaus der vergadering, goedgevonden in 1903 de driejaarljjksch# ten toonstelling te houden en wel, bljjkens daarvan bestaand rooster, te Aardenburg. Wegens de uitbreiding, die deze tentoon stellingen langzamerhand krjjgen, zal getracht worden de zeer geschikte koorkerk te vragen. Mochten pogingen in die richting niet slagen, dan zal op de vergadering hiervan tjjdig ver slag worden gedaan. Eindeljjk werd aan het bestuur machtiging verleend de voorbereidende werkzaamheden te doen verbinden aan den vierden snoeicursus, dien men voornemens is weder in te stellen. Ten slotte stelde de heer G. A. Vorsterman van Oyen voor om zich weder aan te sluiten bg Pitapathalogische vereeniging, van welke men zich vroeger om financieele redenen had afgescheiden. De kosten zgn nu geen bezwaar meer; bovendien geeft genoemde vereeniging thans een maandblad uit, dat gratis aan de leden wordt verstrekt en voor den leeraar van den snoeicursus van nut kan zgn bg het ontdekken van plantaardige ziekten of ziekteverschijnselen. Ook kan men omtrent deze inlichtingen vragen bjj prof. Ritzema Bos, onder wiens redactie het bedoelde tjjdschrift staat. Met algemeene stemmen werd hiertoe besloten. Wjj ontleenen dit verslag aan de Breskensche courant. Het spjjt ons dat niet een onzer corresponden ten of van hen die vroeger zoo beleefd waren ons van de vergaderingen dier Maatschappij een verslag te leveren, ditmaal zich opgewekt ge voelde om van die bijeenkomst een of ander ons te melden. Zouden wg ons voor het vervolg mogen aanbevelen? KERKNIEUWS. Heden werd op de algemeene begraafplaats alhier bjjgezet het Ijjk van den heer D. Janse, in leven gereformeerd predikant te Middelburg, Het ljjk werd gedragen door de leden van den kerkeraad en gevolgd door familiebetrek kingen, vrienden, vertegenwoordigers van ver schillende gemeenten waar de overledene het predikambt vervulde, en door een aantal loden zjjner gemeente. Bovendien waren op den doodenakker vele belangstellenden aanwezig. Toen de kist in de groeve was nedergelaten, nam de heer L. Boone, gereformeerd predikant te Terneuzen, het woord om een laatsten groet te brengen aan den verscheiden vriend, herder en leeraar. Hg stelde in het licht dat de overledene ge durende bjjna 19 jaren de getrouwe herder en voorganger was geweest van de 22 gemeenten, die aan zjjne zorg waren toevertrouwd. Hg wees erop dat de heer Janse eerst lid, later voorganger, diaken, ouderling en oefenaar was, om eindelijk als leeraar op te treden. Hg schotste den overledene als een zacht moedig, milddadig, medelijdend, trouw en op recht man, die een biddend, stichtelijk leven leidde en begaafd was met kennis en wjjsheid De spreker bracht hulde aan de werkzaam heid van den ontslapene, die veel moest reizen en trekken om allen die hem raad en hulp vroegen ter zjjde te staan. Hjj sprak eindelijk woorden van troost tot den eenigen zoon en tot de ouderlingen en diakenen, zoo uit Middelburg als Zeeland en Holland bg de groeve aanwezig. De heer Kesten, voorganger te Meliskerke, voegde aan het gesprokene nog eenige woorden toe om de aanwezigen op te wekken in handel en wandel het voorbeeld van den overledene te volgen. De zoon van den overledene dankte voor de woorden, aan zgn onvergetelgken vader gewgd, wiens leven was een bidden en worstelen om het goede te verkrjjgen. Hierna was de plechtigheid afgeloopen. Herdacht de heer J. B. F. Brouwers te Hoofdplaat Maandag zgn 25-jarig priester schap, des Dinsdags had de eigenlgke feest viering plaats. Voor de woning van den pastoor was een zeer groote eereboog geplaatst en ook bg de kerk was een versiering van groen en bloemen aangebracht. Uit alle woningen wapperde de driekleur. Het muziekgezelschap bracht des avonds den jubilaris een muzikale hulde. Aan iederen arme, roomsch of niet roomsch, deed de heer Brouwers als feestgave eenige brooden uitreiken. Het kiescollege der Ned. Herv. gemeente te Rotterdam heeft Dinsdagavond het volgende drietal samengesteld, ter voorziening in de vacature-Krajjenbeltdr. E. J. W. Posthumus Mejjjes Iz. te Middelburg, dr. W. Lamers G.Hz. te G o e s en A. de Haan te Zwolle. ONDERWIJS. Op het tweetal voor leeraar in de werktuigkunde en den machinebouw aan de ambachtsschool te Harlingen komt voor de heer E. A. Bouman, eerste onderwijzer in het smeden en vakteekenen aan de ambachtsschool te Middelburg. De heer Tj. Kielstra, vroeger predikant en docent in de Hebreeuwsche taal aan het gymnasium te Middelburg, thans arrondisse- ments-schoolopziener te Leiden, wordt voor gedragen voor leeraar in het Hebreeuwsch aan het gymnasium te Leiden. VISSUHEBIJEN IN ZEELAND. Omtrent de verschillende visscherjjen ont leenen wg aan het jaarverslag omtrent den toeBtand der visscherjjen op de Schelde en de Zeeuwsche stroomen over 1901 het volgende. Weervisscherjjen. Er werden even veel in het district Oosterschelde weeren ge plaatst als het vorig jaar, namélgk 20. De haringvangst was over het algemeen slecht. Maart kenmerkte zich door koud en

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1902 | | pagina 1