MIDDELBURGSCHE COURANT.
Donderdag A 29 Mei.
N°. 124. 143° Jaargang, 1902.
Deze courant verschijnt1"1*! a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. ^Balk ]jÊ SB$B& Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2. Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel moer 20 cent. Reclamens 40 cent p8r regel
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
THERMOMETER EST VERWACHTING. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betredende
28 Mei 8 n. vin. 62 gr., 12 u. 73 gr., av. 4 u. 69 gr. F. Verwacht: matige W. wind, Handel, Njjverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het ASgewaeem Advertentie.Bureau
toenemende bewolking, weinig verandering in temperatuur. A. DE LA MAR Azia.s N.Z. Veorbnargwai 266, Amsterdam.
Middelburg 28 Mei.
Kameroverzicht.
Zitting van Dinsdag.
Het wetsvoorstel van het clericale drieman
schap Lohman-Heemskerk-Kolkman om art. 111
der militiewet niet toe te passen op de lich
tingen 1895 en 1896, en het amendement van
de heeren Drucker c. s. op art. 1 van dit
wetsontwerp, strekkende om ook de lichting
van 1897 van de herhalingsoefeningen vrij te
stellen, met welke beide onderwerpen de Kamer
zich heden den geheelen dag bezig hield, en
waaraan allerlei conjecturen, in verband met
de positie van den minister van oorlog, waren
vastgeknoopt, welnu, deze zaak is doodgewoon
afgeloopen. Het debat, dat trouwens na het
verhandelde in de zitting van 27 April, toen
de motie-Ter Laan en Van Alphen ampel be
sproken werden, tameljjk uitgeput was, verliep
zoo kalm, dat er van iets buitengewoons in
het geheel geen sprake was.
De minister-president, dr Kruyper, die heden
morgen present was, en in diepe overpeinzin
gen verzonken aan den ministertafel zat, had
dan ook gerust thuis kunnen bljjven. Tegen
stribbelende vrienden zullen er bljjkens de
stemmingen wel niet te bewerken zjjn geweest,
en alles liep dan ook voor den minister van
oorlog glad van stapel. Het wetsontwerp werd
ten slotte, met algemeene stemmen op 2 na,
nl. die van de heeren De Waal Malefijt en
Van Karnebeek, aangenomen en het amende-
ment-Drucker c. s. met 56 tegen 33 stemmen
verworpen.
Hiermede werd wel is waar de positie van
den minister van oorlog en die van de heeren
wetsvoorstellers gered, maar de zaak zelf, die
heden bg uitstek de vraag gold of de lichting
van 1897 ook niet, even goed als de lichtingen
van '95 en '96, vrijgesteld konde worden
is er zeker, geljjk de heer Drucker terecht op
merkte, niet definitief mede opgelost. Want
de biljjkheidsgronden, die pleitten voor een
vrijstelling der jongens van '95 en '96 en
waarop zich èn de heer Lohman èn de heer
Heemskerk beriep, gelden evenzeer voor de
lichting '97.
De heer Drucker erkende dat de argumen
tatie, ontleend aan de z. g. verlengingswetten,
waardoor de beraamde oproepingsmaatregel
der regeering voor de lichting '95 een groote
onbillijkheid zou worden, minder sterk is
voor de lichting '97. Maar overigens is de
zaak precies dezelfde. Voor de plaatsvervan
gers is zjj dezelfde, terwjjl ook de lichting
van '97 niet genoten heeft van den verkorten
oefeningstjjd, die eerst op de lichting van
1898 is toegepast.
Deze laatste beweeggrond weegt dan ook
het zwaarst, en, zooals de heer Drucker zeide,
dit argument scheen ook den heer Lohman
niet ontgaan te zjjn, die in een der stadia van
«studie over de zaak" de lichting van '97 in
geljjken adem noemde met de lichtingen van
1895 en 1896. Maar deze zeer'duideljjke en
bondige uiteenzetting redde het amendement
niet, ook al werd het nader verdedigd door
de heeren Rink en Ter Laan.
De minister had onderhands te verstaan
gegeven, dat hjj van de aanneming niets wilde
weten, en dus was het een uitgemaakte zaak
dat het amendement verworpen zou worden.
Het heele ontwerp Lohman c. s. is toch al een
bittere pil, die hem te slikken werd gegeven.
En dat deze anti-militaristische medicijn hem
zwaar in de maag ligt, bleek wel uit de
weinige woorden, die hg aan het slot van het
debat in het midden bracht. Met een bestu
deerde reserve liet hjj zich over de quaestie
uit. Hg was alleen gekomen om bescheiden
inlichtingen" te gevenen de vraag daar naar
was zeer beperkt geweest. Alleen de grappige
heer Van Kempen had hem gevraagd of de
lichtingen van 1895 en 1896 vrijgesteld konden
worden van de inspectie, omdat velen hun
plunje misschien al verkocht hadden. Een
nog al zonderlinge vraag, omdat de afgevaar
digde van Leiden wel had kunnen weten, dat
het voorstel Lohman c. s. aangenomen zou
worden, en er dus alle kans bestond dat die
lichtingen in het geheel niet opgeroepen zouden
worden, en dus van een inspectie niets zou
komen.
Maar hoe eigenaardig derhalve die vraag
ook was, de minister maakte er gaarne gebruik
van om, onder algemeen gelach der Kamer,
den geachten afgevaardigde te verzekeren, dat
dat toch heusch niet aanging, omdat hg dan
in strjjd met de wet zou handelen. Met plech-
tigen ernst werd deze «technische inlichting"
op de eenige vraag van den eenigen heer
Van Kempen verstrekt, en daarmede was
's minister's antwoord ten einde. Men kon er
den slimmen parlementair uit proeven, die iets
en niets zeggen moest; welk kunststukje de
heer Bergansius heden keurig volbracht.
Van daag was de minister regeerings-com-
missaris, die >technische inlichtingen" geeft.
De ministerieele inlichtingen, waarom het te
doen was, bleven echter uit. Of hg zjjn mede
werking aan de tot standkoming van het wets
voorstel zou verleenen, daar moest hg nog eens
over denken. Daar moest nog zooveel gebeu
ren, voor én aleer de vrucht van dit parle
mentaire initiatief voldragen en wel aan zjjn
verdere verzorging zou worden toevertrouwd
eerst moest het nog in de Eerste kamer wor
den behandeld, dan moest nog de Raad van
State worden gehoord, en dan eerst kwam het
in dei ministerraad. Tegen dien tgd zou hg
het den heeren dan wel eens komen zeggen.
Intusschen is het voor de lichtingen van
1895 en '96 een bemoedigend teeken, dat de
genie, die anders het kamp van Zeist voor de
verlofgangers in orde maakt, al vast naar
Utrecht is teruggeroepen. En van de '97ers
zal er weer drie jaar, als de Kamer voor de
verkiezingen van 1905 staat, ook wel een mouw
aan ~te passen zjjn. De minister van oorlog
is heusch zoo kwaad niet, en in het kabinet,
waarvan hij deel uit maakt, zjjn fijne politieke
neuzen. Maar al zal dit dan ook nog wel los
loopen, zakeljjk beschouwd, is de beslissing,
door de Kamer heden genomen, een halve
maatregel, en hebben de heeren der rechter
zijde er wederom voor de zooveelste maal den
socialisten een uitstekend propaganda middel
mede gegeven.
LICHTING 189 7.
Voor het amendement-Drucker c. s., om ook
de lichting 1897 van herhalingsoefeningen
vrjj te stellen, stemden Dinsdag in de Tweede
kamer de volgende heeren
Bos, Ketelaar, Fokker, Nolting, Pgnacker
Hordjjk, De .Boer, Staalman, De Klerk, Fock5
Van Raalte, Hugenholtz, Ferf, Ter Laan,
Melchers, Rink, Helsdingen, Roessingh, Scha
per, Van der Zwaag, Smidt, Hubrecht, Drucker,
Van Vliet, Willinge, Den Tex, Smeenge, Lief-
tinck, Zjjlma, Arnoldts, Hennequin, Borgesius
Marchant en Verhey.
Van de katholieken stemde dus alleen de
heer Arnoldts.
Dit in verband met hetgeen wjj in ons vorig
nommer schreven.
MOEILIJKHEDEN.
De redactie van De Maasbode noemt hetgeen
de HaagBche kroniekBchrjjver der Nieuwe Gro-
ningsche Courant schreef over de moeilijkheid,
die er spoedig te wachten zou zjjn tusschen
de fracties der rechterzgde, met het oog op eene
waardige viering, in 1903, van het 50jarig
bestaan der bisschoppelijke hiërarchie in
Nederland, tot verwezenlijking waarvan de
medewerking van de regeering en de Staten-
Generaal noodig zouden zjjn, eene «verrassende
mededeeling". Zjj neemt er een loopje mee
en schrjjft
Onze Rooinsche lezers zullen zich met de
lichtsprankelingen van zjjn geest even kosteljjk
geamuseerd hebben, als onze voorouders te
midden van al hun angst en bekommernis ge
daan hebben met de spotprenten en de blauw
boekjes en de «ernstige vertoogen" van cou
rantiers en correspondenten in 1853.
Eén ding hopen wjj slechts voor dezen
Haagschen chroniqueur.
Dat nl. de «leiders der beweging", in casu
zeker wel de Bisschoppen, aan dezen jjverigen
kroniekschrijver tot loon voor zjjn vlugge
mededeelzaamheid een groote perskaart mogen
toezenden, onderteekend door heel het Epis
copaat, een kaart, die hem in 1903 zoo ruim
en onbekrompen mogelijk toegang verleene
tot alle Kath. kerken en vergaderzalen in
Nederland, waar het glorieuze feit herdacht
zal worden.
Het zal hem alsdan bljjken, dat wg, Katho
lieken, heel best feest kunnen vieren, zoo ge
moedelijk en waardig mogeljjk tevens, zonder
dat wg daarbg de hulp der Regeering behoeven»
en zonder dat onze niet-Katholieke land-
genooten daarbg eenig letsel of onaangename
bejegening ondervinden of tot eenige harts
tochtelijkheid geprikkeld zullen worden.
Niet wjj zjjn tot zulke vinnigheden in staat,
maar wel mannen als deze kroniekschrijver.
RIET- EN BIETSUIKER.
Prof d'Aulnis de Bourouill heeft in Die
Nation een opstel geschreven, waarin hg uit
eenzet dat de vrees, in Duitschland opgekomen
na de Suikerconferentie te Brussel, dat nl.
de verlaging van het invoerrecht van 20 mark
tot 4.80 mark per 100 K.G. voor de beetwor
telsuiker een zware concurrentie voor de riet
suiker tengevolge zou hebben, ten eenenmale
ongegrond is. Om dit duideljjk te maken, wjjst
professor d'Aulnis op Nederland.
De hier te lande voortgebrachte suiker is
belast met f 27 per 100 K.G. en het invoer
recht is even hoog. De prjjs van de suiker in
Nederland is (afgescheiden van onkosten en
verdiensten voor de tusschenhand) uitsluitend
samengesteld uit den prjjs op de wereldmarkt,
vermeerderd met de belasting. Van een voor
sprong voor den Nederlandschen producent
kan men alleen in zooverre spreken, dat deze
uit de staatskas een premie ontvangt Deze
premie beliep in de campagne 1900—1901
1.56 (nl. 1.38 voor den fabrikant en/0.18
voor den raffinadeur.) Werkelgk beschermend,
werkt deze premie echter niet, daar de prjjs
hier te lande met dat geheele bedrag verhoogd
wordt.
De invoer van suiker in Nederland is aan
zienlijk, doch deze doet geen schade aan de
productie in het land zelf, integendeel, die
productie neemt steeds toe. Wel daarentegen
leidt die invoer tot grooteren uitvoer.
Ik heb alle moeite gedaan zegt prof.
d'Aulnis om in Den Haag rietsuiker te
koopen, maar dat is mjj niet mogen gelukken.
Mjjn mede-gedelegeerde der Suikerconferentie,
de heer Eschauzier, heeft mg uit Java kort
geleden een pakje suiker gestuurd om mg eens
rietsuiker te laten zien.
De invoer pan suiker voor de raffinaderijen
neemt telken jare af. Tegen 149 ton in 1891,
beliep deze invoer slechts 2 ton in 1900. De
invoer van ruwe suiker beloopt hier nog iets
meer, omdat, behalve voor de raffinaderijen,
ook voor de bakkers direct deze stof wordt
aangevoerd, ter vervaardiging van een bepaald
soort van koek.
We kunnen nog vragen of hier veel geraf
fineerde rietsuiker wordt ingevoerd. In 1900
werd 6.498.961 KG. geraffineerde suiker inge
voerd was daaronder misschien vee) rietsui
ker? De schrjjver acht dit uiterst onwaar
schijnlijk. Waar zou deze suiker geraffineerd
zjjn De suikerprjjs is in Engeland hooger
dan hier, Nederland voert dan ook uit naar
Engeland, doch het omgekeerde is slechts on
der zeer bjjzondere omstandigheden het geval.
Uit de statistieken bljjkt dit zonneklaar. Bel
gië, Hamburg en Pruisen voerden in Neder
land te zamen meer dan 5.000.000 KG. in, ter
wjjl uit Engeland sléchts 10 kilogrammen
werden aangevoerd in gemeld jaar.
Waarom zou een schip met koloniale suiker
naar het vasteland varen en Engeland voorbjj,
waar de prjjs hooger is? Zoolang het vaste
land van Europa zelf suiker uitvoert, omdat
de prjjs elders hooger is, zullen de landen van
de rietsuiker wel nalaten hun product hier af
te zetten. Een beschermend recht om de riet
suiker te weren, heeft Duitschland dus niet
noodig. (N. R. Crt.)
TRACTBMENTSBBTALING.
Naar eenige bladen melden, bestaat bjj de re
geering het voornemen om een meer uniforme
regeling in het leven te roepen nopens de
tractementsbetaling aan burgerljjke ambtenaren.
Het ligt in de bedoeling in het algemeen
de tractementen van alle burgerlijke ambte
naren voortaan te betalen van den dag waarop
hun benoeming ingaat tot en met den dag
van overigden.
Aan de erfgenamen van de ambtenaren
wordt een tegemoetkoming voor ééns toege-
z0gd, gelijkstaande met 1/8 van den grondslag,
naar welken door den ambtenaar voor pensioen
is voorgedragen.
Art. 2 der burgerljjke pensioenwet wordt als
leiddraad genomen, wie als burgerljjke ambte
naren zullen worden aangemerkt.
KORTE MEDBDEBLINGBN
VERGADERINGEN.
Op de Dinsdag te Utrecht gehouden tweede
jaarljjksche algemeene vergadering van den
Bond voor Staatspensionneering bleek uit het
jaarverslag dat het ledental aan het einde van
1901 bedroeg: in 20 afdeelingen 1512, ver
spreide leden 148, totaal 1700 leden, en thans
gestegen is tot 3020 leden, verdeeld over 43
afdeelingen en 213 verspreide leden, totaal
3233. Hierbjj zjjn echter nog niet gerekend
310 zoogenaamde afdeelingsleden, zoodat het
totaal-generaal aantal leden feitelgk 3543 is.
Aangenomen werd een voorstel van het
hoofdbestuur, luidende«De bondsvergadering
benoeme eene commissie wier taak zal zjjn het
verzamelen van gegevens over staatspensioen
waaruit kan worden saamgesteld een adres aan
de regeering".
Tot leden van het hoofdbestuur werden be
noemd mevrouw Niemeyer—Henny te Arnhem
en de heer P. A. Vis te Beemster.
De statuten werden vastgesteld. Daaruit
bljjkt o.in. dat het doel van den Bond is het
tot stand komen eener wet waarbjj aan alle
Nederlanders zoowel vrouwen als mannen op
een nader bjj de bedoelde wet aan te geven
leeftjjd recht wordt toegekend op een geljjk
staatspensioen zonder premiebetaling, de kos
ten te vinden uit de opbrengst van bestaande
of nog te heffen belastingen.
Het volgend jaar zal men te Apeldoorn
vergaderen.
BMUEKDrGM MZ.
Bjj kon. besluit is de Commissaris der
Koningin in Friesland gemachtigd tot het bij
eenroepen eener buitengewone Staten-vergade-
ring in de eerste helft van Juni ter verkiezing
van een lid der Eerste kamer, ter voorziening
in de vacature, ontstaan door het overljjden
van jhr mr J. H. F. K. van Swinderen.
De ministers van koloniën, van buitenland-
sche zaken en van marine verleenen deze week
ook geen audiëntie.
ÜIT STAD EN PROVINCIE.
De heer J. J. K. te Goes ontving dezer
dagen het treurige bericht dat zjjn 19-jarige
zoon Zondag voor acht dagen te Cardif, toen
hg des avonds aan boord van zgn schip wilde
gaan, van de loopplank in het water viel en
verdronk. De jonge man voer sinds twee jaar
ter koopvaardjj en had nu, met een nieuw
schip, een reis naar Noorwegen gemaakt, van
waar hg terugkeerde toen hem het ongeluk
trof.
Door ingelanden van het waterschap
Waarde werd Maandag de rekening goedge
keurd in ontvang op 8443.82" en in uitgaaf
op 7105.05, alzoo met een goed slot van
f 1338.77". De begrooting werd vastgesteld op
12964.87®, en het djjkgeschot voor het nieuwe
dienstjaar verhoogd met 0.50 per H.A., zoo
dat het thans gebracht is van 4 op 4.50.
Met ingang van 1 Juni e.k. is tot post
bode te Ossenisse benoemd P. Hermans
thans hulpbesteller te Stoppeldjjk.
Zondag hield te Sluis de Maatschappij
tot bevordering van Ooft- en 7 uinbouw in het
kanton Oostburg eene algemeene vergadering, die
werd bijgewoond door 32 gewone en 5 bestuurs
leden.
Door den voorzitter, den heer H. G. Ham-
macher, werd medegedeeld dat de rgksbgdrage
ad 150 ten behoeve van den snoeicursus
bereids was ontvangen.
Als lid van het bestuur werd met 28 stem
men herbenoemd de heer J. A. Neeteson te
IJzendjjke, die, onder dankzegging voor het in
hem gestelde vertrouwen, die herbenoeming
aann am.
Bjj de uitreiking van de diploma's betuigde
de heer Hammacher, namens het bestuur, zjjne
ingenomenheid met het feit dat reeds een
derde snoeicursus ten einde gebracht was met
het succeB, dat aan 6 van de 7 leerlingen het
diploma kon uitgereikt worden.
Dat pleit in de eerste plaats voor den cur
sus en den leeraar, wien een harteljjk woord
van dank werd gebracht voor zjjne toewjjding
en degeljjk onderwgs, en in de tweede plaats
voor de leerlingen.
Bg het eindexamen heeft de voorzitter hen
reeds toegesproken en gewezen op de gunstige
resultaten, ook van de beide vorige cursussen,
die ze hadden voor de geslaagden, zoowel tot
aanwending in eigen bedrjjf als tot verbetering
van hunne maatschappelijke positie.
Reeds thans is een der jongstgeslaagden
Abr. Castelegn van Groede, geplaatst te Goes.,
De voorzitter wenschte de aanwezige gedi
plomeerden geluk met het verkregen succes
en sprak, mede uit naam der vergadering, de
hoop uit, dat dit diploma hun in hun volgend
leven van nut en voordeel mocht zgn.
Door F. van de Plassche van Oostburg werd,
ook namens zjjne medeleerlingen, dank gebracht
aan het bestuur der Maatschappij, die hen in
de gelegenheid gesteld had den cursus te vol
gen, alsmede aan hun leeraar, den heer I. J.
Steenhart, voor het genoten onderwgs, dat op
zulk een bevattelijke manier was gegeven.
Nimmer deden zjj te vergeefs een beroep op
diens mededeelzaamheid, zelfs dan ook niet,
als bg herhaling nadere verklaring werd ge
vraagd.
Verder werd, onder applaus der vergadering,
goedgevonden in 1903 de driejaarljjksch# ten
toonstelling te houden en wel, bljjkens daarvan
bestaand rooster, te Aardenburg.
Wegens de uitbreiding, die deze tentoon
stellingen langzamerhand krjjgen, zal getracht
worden de zeer geschikte koorkerk te vragen.
Mochten pogingen in die richting niet slagen,
dan zal op de vergadering hiervan tjjdig ver
slag worden gedaan.
Eindeljjk werd aan het bestuur machtiging
verleend de voorbereidende werkzaamheden te
doen verbinden aan den vierden snoeicursus,
dien men voornemens is weder in te stellen.
Ten slotte stelde de heer G. A. Vorsterman
van Oyen voor om zich weder aan te sluiten
bg Pitapathalogische vereeniging, van welke
men zich vroeger om financieele redenen had
afgescheiden.
De kosten zgn nu geen bezwaar meer;
bovendien geeft genoemde vereeniging thans
een maandblad uit, dat gratis aan de leden
wordt verstrekt en voor den leeraar van den
snoeicursus van nut kan zgn bg het ontdekken
van plantaardige ziekten of ziekteverschijnselen.
Ook kan men omtrent deze inlichtingen
vragen bjj prof. Ritzema Bos, onder wiens
redactie het bedoelde tjjdschrift staat.
Met algemeene stemmen werd hiertoe besloten.
Wjj ontleenen dit verslag aan de Breskensche
courant.
Het spjjt ons dat niet een onzer corresponden
ten of van hen die vroeger zoo beleefd waren ons
van de vergaderingen dier Maatschappij een
verslag te leveren, ditmaal zich opgewekt ge
voelde om van die bijeenkomst een of ander
ons te melden.
Zouden wg ons voor het vervolg mogen
aanbevelen?
KERKNIEUWS.
Heden werd op de algemeene begraafplaats
alhier bjjgezet het Ijjk van den heer D.
Janse, in leven gereformeerd predikant te
Middelburg,
Het ljjk werd gedragen door de leden van
den kerkeraad en gevolgd door familiebetrek
kingen, vrienden, vertegenwoordigers van ver
schillende gemeenten waar de overledene het
predikambt vervulde, en door een aantal loden
zjjner gemeente.
Bovendien waren op den doodenakker vele
belangstellenden aanwezig.
Toen de kist in de groeve was nedergelaten,
nam de heer L. Boone, gereformeerd predikant
te Terneuzen, het woord om een laatsten groet
te brengen aan den verscheiden vriend,
herder en leeraar.
Hg stelde in het licht dat de overledene ge
durende bjjna 19 jaren de getrouwe herder en
voorganger was geweest van de 22 gemeenten,
die aan zjjne zorg waren toevertrouwd.
Hg wees erop dat de heer Janse eerst lid,
later voorganger, diaken, ouderling en oefenaar
was, om eindelijk als leeraar op te treden.
Hg schotste den overledene als een zacht
moedig, milddadig, medelijdend, trouw en op
recht man, die een biddend, stichtelijk leven
leidde en begaafd was met kennis en wjjsheid
De spreker bracht hulde aan de werkzaam
heid van den ontslapene, die veel moest reizen
en trekken om allen die hem raad en hulp
vroegen ter zjjde te staan.
Hjj sprak eindelijk woorden van troost tot
den eenigen zoon en tot de ouderlingen en
diakenen, zoo uit Middelburg als Zeeland en
Holland bg de groeve aanwezig.
De heer Kesten, voorganger te Meliskerke,
voegde aan het gesprokene nog eenige woorden
toe om de aanwezigen op te wekken in handel
en wandel het voorbeeld van den overledene
te volgen.
De zoon van den overledene dankte voor de
woorden, aan zgn onvergetelgken vader gewgd,
wiens leven was een bidden en worstelen om
het goede te verkrjjgen.
Hierna was de plechtigheid afgeloopen.
Herdacht de heer J. B. F. Brouwers te
Hoofdplaat Maandag zgn 25-jarig priester
schap, des Dinsdags had de eigenlgke feest
viering plaats.
Voor de woning van den pastoor was een
zeer groote eereboog geplaatst en ook bg de
kerk was een versiering van groen en bloemen
aangebracht. Uit alle woningen wapperde de
driekleur.
Het muziekgezelschap bracht des avonds
den jubilaris een muzikale hulde.
Aan iederen arme, roomsch of niet roomsch,
deed de heer Brouwers als feestgave eenige
brooden uitreiken.
Het kiescollege der Ned. Herv. gemeente
te Rotterdam heeft Dinsdagavond het volgende
drietal samengesteld, ter voorziening in de
vacature-Krajjenbeltdr. E. J. W. Posthumus
Mejjjes Iz. te Middelburg, dr. W. Lamers
G.Hz. te G o e s en A. de Haan te Zwolle.
ONDERWIJS.
Op het tweetal voor leeraar in de
werktuigkunde en den machinebouw aan de
ambachtsschool te Harlingen komt voor de
heer E. A. Bouman, eerste onderwijzer in het
smeden en vakteekenen aan de ambachtsschool
te Middelburg.
De heer Tj. Kielstra, vroeger predikant
en docent in de Hebreeuwsche taal aan het
gymnasium te Middelburg, thans arrondisse-
ments-schoolopziener te Leiden, wordt voor
gedragen voor leeraar in het Hebreeuwsch aan
het gymnasium te Leiden.
VISSUHEBIJEN IN ZEELAND.
Omtrent de verschillende visscherjjen ont
leenen wg aan het jaarverslag omtrent den
toeBtand der visscherjjen op de Schelde en de
Zeeuwsche stroomen over 1901 het volgende.
Weervisscherjjen. Er werden even
veel in het district Oosterschelde weeren ge
plaatst als het vorig jaar, namélgk 20.
De haringvangst was over het algemeen
slecht. Maart kenmerkte zich door koud en