BIJVOEGSEL MIDDELBIRGSCHE COURANT. Maandag 19 Mei. FEUILLETON. Een suikerpraatje. N°. 116. 14U' Jaargang. 1902. VAN DE De eerste suiker werd bereid uit het suiker riet sacckarumeene plant uit de familie der grassen. Honderden jaren vóór Christus vond men in China reeds uitgestrekte plantages, van suiker riet. Uit China werd de plant overgebracht naar Indië, van daar naar Perzië en Arabië. Nadat de Arabieren zich meester gemaakt hadden van Spanje en Sicilië, brachten zjj ook daar het suikerriet en legden uitgestrekte suikerrietvelden aan. Het suikerriet was oorspronkelijk een gewas, dat tot voeding diendehet werd gekauwd en uitgezogen, wat men nog heden ziet doen in Australië en op de Philippijnsohe eilanden, en droeg in Indië den naam van sarkoera daaruit ontstonden het Perzische sjakar, het Arabische soekhar, het Engelsche sugar, het Duitsehe Zucker, het Fransche sucre en ook ons suiker. Reeds Plinius de oude, die bg de uit barsting van den Vesuvius in 79 n. C. omkwam, spreekt van suiker, die hg in zjjne geschriften aanwjj -t als een uitstekend geneesmiddelin 996 werd suiker uit Egypte naar Venetië ge voerd en in 1176 schonk Willem II, koning van Sicilië, een molen tot het malen van sui kerriet aan de monniken van het klooster Monreale. In ons land werd de suiker eerst bekend door de Kruistochten en ook algemeen gebruikt als geneesmiddelna de ontdekking van Amerika door Columbus werd het suikerriet van de Canarische eilanden overgebracht naar San Domingo, daarna naar Mexico, vervolgens naar Brazilië en ten slotte naar de Engelsche, Fransche en Nederlandsche koloniën, waar het welig tierde en weldra groote hoeveelheden suiker leverde voor de Eüropeesche markten. Nadat Nederland in hei bezit gekomen was van een belangrjjk gedeelte van Java, werd ook daar het aankweeken van suikerriet be vorderd en nam dat eiland weldra eene tweede plaats in in de rietsuiker voortbrengende landen, terwgl de cultuur, door de Arabieren in Spanje en Sicilië gebracht, met het verdwjjnen dier ngvere bevolking in Europa nagenoeg geheel ophield. Alle suiker, die vóór 1800 in Europa gebruikt werd, kwam uit de overzeesche zittingen. De suiker was in die dagen een weelde artikel en betrebkelgk weinig in gebruik. Nog heden ten dage wordt het gebruik van suiker vaak beschouwd als eene verkwisting, ofschoon de wetenschap reeds lang heeft uit gemaakt, dat zjj een zeer belangrgk voedings middel is, en in het mensebeljjk en dierljjk leven een groote rol speelt bg het voortbren gen van kracht, dus tot verrichten van arbeid, en tot het vormen van vet. Behalve uit suikerriet werd ook suiker be reid uit suikergierst, uit maïs, uit het sap van den suiker-ahorn, van vele palmboomen en uit de juglans cinerea, ook wel catharliea genoemd, eene soort van noten, die men in de bosschen van Noord-Amerika vindt. In 1747 ontdekte de Berljjnsche scheikundige, Marggraff dat er in de bietwortels aanzienlijke hoeveelheid suiker voorkomt. Hg deelde zgne ontdekking mede in eene zitting van de Akademie van Wetenschappen, welker voorzitter hg was, maar kwam hoegenaamd niet op het denkbeeld eenig practisch nut van die ontdekking te trekkeu. Zjj was voor hem de uitkomst van een on derzoek naar den zoeten smaak, dien h|j bg sommige planten had waargenomende schei kunde had hem daarop een antwoord gege ven Marggraff verlangde niets meer. Na hem kwam zjjn leerling Franz Carl A c h a r d, m 1754 te Berljjn geboren, en te Buchholz, in den ouderdom van 67 jaar, over leden. Hg kwam al spoedig op het denkbeeld om de ontdekking van zgn meester in het groot toe te passen en terwgl hg zocht naar mid delen om op de voordeeligste wjjze de suiker uit de bieten te bereiden, trachtte hg tevens door onafgebroken cultuurproeven het suiker gehalte der bieten te vermeerderen. Twintig jaren van 1779—1799 hield hjj zich daarmede bezig. Toen hg meende, dat zjjne bieten rjjk genoeg aan suiker waron om de suikerbereiding in het groot te beginnen, zocht hg naar kapitaal voor de stichting en inrichting eener fabriek- Maar dat kapitaal was niet bg elkander te met goede hoop geopend had, te sluiten. Napoleon stond nu op het toppunt van zgne macht. Geheel Europa was zgn slaaf of zgn slaafsche bondgenoot alleen Groot- Brittanje durfde den Franschen adelaar trot- Oil ESN PAAR SLOBKOUSEN TE KRIJGEN. Uit het Franseh, VAN PIERRE GIFFARD. Dit zou kunnen doorgaan voor een jacht verhaal. Maar in tegenstelling met de meeste jachtverhalen is het mjjne van het begin tot het einde volkomen waar. Uit oratorische voorzorg zal ik, ten behoeve der kniesooren, zeggen, dat ik er niet meer waarde aan hecht dan het verdient; dat ik uit deze anecdote geen gevolgtrekkingen maak ten opzichte van handel of staathuishoudkunde, en dat ik het aan den lezer over laat om er zooveel zede- lessen uit te putten als hg zelf wil. Om een paar slobkousen te krjjgenJa, een paar slobkousen. Gjj hebt ze wel zien voorbg gaan, de scherpschutters, de gymnasten met witte slobkousen, net als de infanteristen van het Fransche leger. Die slobkousen, die ik heldhaftig wil noemen, hebben met onze driekleur de geheele wereld doorreisd. Zjj hebben een kleur die gauw vuil wordt, dat is waar, maar zjj zjjn zóo gemakkelijk, dat ik onlangs op het denkbeeld kwam om er een Pruisen had geruimen tgd oorlog gevoerd tegen Frankrgk; de toestand van Europa was van dien aard, dat men iederen dag gevaar liep, dat Pruisen in een nieuwen oorlog zoude gewikkeld worden; niemand had geld om eene te beginnen, die veel geld vorderde en eigenljjk nog niet veel meer was dan eene proefneming, waarvan de winsten nog zeer twijfelachtig waren. Niet kunnende slagen in het bijeenbrengen van een kapitaal, besloot Ach ar d zgne plannen bloot te leggen aan den toenmaligen koning Frederik Willem III, die dade- ljjk veel belangstelling in die zaak toonde, eene commissie benoemde om de proeven en plannen van A c h a r d aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen, ën toen het verslag dier onderzoekingen gunstig luidde, voor de nieuwe onderneming aan A c h a r d het land goed Cunern in Silezië. ten geschenke gaf, met de noodige geldmiddelen om daar de eerste biet wortel-suiker fabriek te stichten. In den beginne leverde de fabriek weinig op. Men had voor 6 KG suiker ongeveer 100 KG bieten noodig, terwgl nog bovendien de kooplieden in Hamburg geene pogingen spaar den, om de onderneming van A char d in discrediet te brengen, uit vreeze dat het voort brengen van suiker in het binnenland, hun handel in rietsuiker, die voomameljjk uit Nederland en Amerika werd ingevoerd, zoude benadeelen. Toen die pogingen niet slaagden, wendden zjj het over een anderen boeg. Zjj boden A c h a r d 50000 later 200000 thaler (een tha ler 1,80), indien hg wilde verklaren, dat hg zich vergist had en dat uit bieten geen suiker te maken was, maar de wetenschap behaalde de zegepraal op de geldgierigheid. A c h a r d weigerde het aanbod, maar moest toch den strjjd tegen de Hamburger kooplui opgeven. Pruisen kwam in oorlog met Napoleon; de slag van Jena was den Pruisen noodlottig. De koning en de algemeen beminde koningin Louise moesten vluchten naar het uiterste Oosten van hun rgkNapoleon hield een zegevierenden intocht in Berljjn en A c h a r d was verplicht de fabriek, die hg Om Engeland te dwingen, vaardigde Napo leon te Berljjn het stelsel uit van het Vaste land, waarbjj alle handel met Engeland aan de landen, hem onderworpen, verboden werd. De invoer van suiker werd daardoor nagenoeg geheel belet en de suikerprjjs steeg van 40 tot 360 per 100 KG. Nu kwam de uitvinding van A c h a r d in eere. Overal in Frankrgk en Duitschland werden, voorgelicht door zgne proefnemingen, fabrieken opgericht om suiker te bereiden uit bietwortelsde cultuur van bietwortels om het suikergehalte te verhoogen, werd door erkende specialiteiten ter hand genomen en zoo werd door den gewelde» aar van 1800 eene industrie geschapen, die in den loop van de tweede helft der 19e eeuw een buitengewone vlucht nam. A c h a r d zelf mocht de vruchten van zgne onvermoeide pogingen niet plukken. Hg stierf in 1821 op het landgoed Buchholz, in de omstreken van Berljjn, levensmoede, na onaf gebroken strjjd en steeds terugkeerende teleurstelling. De tegenwoordige suikerbiet stamt af van de gewone biet. Door onafgebroken verede ling bekwam men eerst vier hoofdsoorten, nl. de Silezische, de Quedlinburger, de Imperial en de Fransche suikerbiet. Door op den ingeslagen weg voort te gaan, heeft men thans tal van variëteiten uit deze soorten verkregen, waarvan de Kleine Wanzlében zoowel voor fabrikant als landbouwer de meest aanbevelenswaardige zgn. Maar ook de Wanzleben zgn weder eene soort geworden, waarvan bekende zaadkwee kers verschillende variëteiten in den handel hebben gebracht, die elkander in suikerrjjkheid trachten te overtreffen. Wjj eindigen deze korte geschiedkundige aanteekeningen met eene opgave van de hoe veelheden bietsuiker, gewonnen in de cam- paar te koopen, voordat ik een langen tocht langs eenzame stranden, met een geweer in de hand, ondernam. Geheel met dit denkbeeld vervuld, verlaat ik het bureau van le Petit Journal, drie uur vóór het vertrek van mjjn trein, (onthoud deze bjjzonderheid goed), en ik begeef mjj naar een kleerenwinkel in de buurt. Mjjnheer, wilt gjj mg een paar linnen slobkousen geven, ge weet wel, zooals de scherpschutters en gymnasten dragen Mjjnheer, dat artikel houden wjj er niet op na. Maar gjj zult het zeker krggen bg Grogchaud, dat groote kleerenmagazjjn, hier vlak bg." Met een paar stappen ben ik bg Grogchaud. den grooten concurrent van den kleinen win kelier. Een heirleger van deftige bedienden ontvangt mg met een allerbeleefdBten glimlach- sMjjnheer", zeg ik tot den deftigsten der deftigen, »ik wenschte een paar slob kousen te hebben, zooals de scherpschutters dragen en de gymnasten, gij weet wel, van linnen »Mjjnheer, dat artikel houden wjj er niet op na." >Watis het mogeljjk dat men ietB den grooten Grogohaud wil koopen en dat hjj het niet heeft >Ja, mynheer, dat is ook wel heel zeld zaam. Maar, zie eens, hier in de buurt, in i liet Kleine Scheepje, waar men niets maakt dan 1852/53 en 1900/1 Duitschland 84 mil. KG 1970 mil. KG Frankrgk 50 1146 Rusland25 928 Oostenrgk-Hongarge 30 1064 op de bevaarbaarheid der Zeeuwsche stroomen en op de veiligheid der oevers." De resultaten van dit onderzoek, ingesteld op verzoek van Gedeputeerde staten van Zee land, met de heeren dr. P. P. O. Hoek,- weten schappelijk adviseur in visscherjjzaken, en J- C. de Ruyter de Wildt, schout bg nacht, inspecteur van het loodswezen, vat de heer Bekaar aldus samen »De invloed van de mosselteelt en veron- dieping van vaarwaters en op stroomverleg- ging, en de invloed van de mosselvangst, ils zjj in normale omstandigheden plaats heeft, op de veiligheid der oevers zgn door gaans van zeer ondergeschikten aard, en kun nen met gerustheid verwaarloosd worden ten opzichte van de veranderingen, waaraan de Zeeuwsche stroomen tengevolge van andere, veel krachtiger oorzaken zgn blootgesteld. Alléén daar, waar'zeer weinig of geen stroom is, zou de mosselteelt verondieping teweeg kunnen brengen, maar daar zou zjj als indu strie vermoedelgk ook mislukken. Alleen bg eenigszins sterk afnemende oevers, vooral waar de bodem aan vastheid te wen- schen overlaat, en in de nabgheid van verde digingswerken kan de mosselvangst beteeke- nend nadeel voor de veiligheid der oevers nog in het midden latende of 't zelfs denkbaar ware, daarin gemakkelijk weder een plaats te verkrjjgen. Dat hjj als opvolger van mr Van Geuns >aangewezen" zou zgn, maar »niet in aanmerking wenscht te komen", is dan ook eenvoudig van 't begin tot het einde door een dier vele onbetrouwbare »men's" uit den duim BENE ONTBOEZEMING. Wat de Zandkreek in het bg zonder betreft, kan daar worden bggevoegd, dat de gedane onderzoekingen de ongegrondheid hebben aan getoond van het vermoeden, dat de uitwer king der mossalteelt zóó krachtig zou zgn, dat »de snelle verachtering van het vaarwater in Zuidvliet en Zandkreek ware te stuiten door een eind te maken aan de mossel teelt in dat vaarwater". SOCIALISTISCHE PRAATJES. Nederland 3 180 Wat zoude Marggraff wel zeggen bg het zien van het resultaat zgner wetenschappelgke proefnemingen Middelburg 17 Mei. RAPPORT OVER BE ZEEUWSCHE MOSSELTEELT. Door den hoofdingenieur van den waterstaat in het 11e district, den heer A. A. Bekaar, te Middelburg, is aan den minister van wa terstaat een nota uitgebracht over »den in vloed [van de mosselteelt en de mosselvangst Het wegens hoogen leeftgd aan mr Van Geuns als officier van justitie bg de rechtbank te Utrecht verleend ontslag is voor Het Volk en zjjn correspondent te Utrecht een aanleiding om weer eens een paar van die personaliteiten te plaatsen, waarin sociaal-democraten meesters zjjn. Of ze al of niet waar zgn, doet minder ter zake, als ze den tegenstander maar in een hateljjk daglicht stellen. De correspondent te Utrecht, die wel juist niet tot de vertrouwde adviseurs van dèn minister van justitie behooren zal, verzekert dat »waarschjjnljjk" in de plaats van mr Van Geu^s benoemd zal worden graaf Schimmel- pennink, »bekend uit de Hogerhuis-zaak." Om deze laatste herinnering is 't alleen te doen »Het Kamerlid Smidt" zoo gaat de corres pondent voort, »die, naar men beweert, dè aangewezen plaatsvervanger was, moet niet in aanmerking wenschen te komen." De redactie van Het Volk, die hem uiteraard niet vergeven kan dat hjj den zetel voor Veendam op de sociaal-democratische partg veroverd heeft, is aanstonds gereed met de verklaring »bang voor z'n Kamerzetel". De mededeeling van den Utrechtschen cor respondent raakt intusschen kant nog wal, schrijft de Arnli. Cri., en toont alleen hoe wei nig hg op de hoogte is. Mr Smidt heeft als officier van justitie te Dordrecht indertgd zgi ontslag genomen uit de magistratuur, om op te treden als directeur eener Maatsohappg van levensverzekering, welk ambt hg er in verste verte niet aan denkt nu weder tegen een plaats in de magistratuur te verwisselen, »Het is een vreeseljjke gedachte, te weten dat wjj op zulk een dun vliesje boven een onbetrouwbaren vuurhaard wonen." Zoo schrjjft ons een welwillend lezer, die, propos van de aardbevingen en vulkaan erupties van den jengsten tgd, er aan herin nert dat in '82 of '83 ook in de Haarlemmer meer een aardsehudding werd waargenomen. Meer dan een halve eeuw geleden, omstreeks '40' moet hier eveneens een aardbeving zgn gevoeld, die de pullen van de étagères en sGhoorsteenen wierp. Dat is niet zoo alge meen bekend en wjj zgn erkentelgk voor de historische herinnering. Dit schrjjven van den vriendeljjken lezer heeft ons een tikje melancholisch gestemd. Wjj beleven wèl een naren tgd. Plaatsgebrek in de couranten, geen ruimte voor fantasie, voor wetenschap, voor philoso phic. Enkel een opsomming van lugubere llen. De Antillen sluiten den gezicht einder af met een gordjjn van rook en vlam men. Ljjken hier, doeden ginds, allerwegen. Het is alsof in deze naargeestige lente de aarde voor een of andere misdaad boet. Vad BMUEMiarUM MZ. De commissaris der Koningin in Gelderland is gemachtigd tot het bijeenroepen der Staten dier provincie ,op Woensdag 28 Mei, ter be noeming van een lid der Eerste Kamer, noodig doordat de heer mr. P. C. 't Hooft do benoe ming tot raadsheer in het gerechtshof te Arn hem heeft aangenomen. Woensdag a. verleent de minister van justitie geen audiëntie. Oost-Iiidië. Bljjkens eene mededeeling in het Bat. Nbl- gaat de heer Van Kol, na Java bezoeht te hebben, naar Lombok, om daarna een bezoek te brengen aan verschillende eilanden in de Molukken, Ambon, Banda en Batjan. Dan gaat hjj naar Menado en de Minahassa, komt te Bantjermassin, om van Soerabaga weer te Batavia aan te komen. 't Blad noemt het een kolossalen arbeid dien de heer Yan Kol ten uitvoer brengt. Wellicht bezoekt hg ook nog Nieuw-Guinea. ONDERWIJS. Volgens eene mededeeling van het be stuur in de IV. Zondagsb. is door de besturen der chr. burgerschool in de Bogardstraat en van de chr. school in de Singelstraat alhier besloten in laatstgenoemde school te stichten éen burgerschool voor jongens en meisjes. Met 1 Sept. houden dus de beide meerge noemde scholen op te bestaan en wordt een nieuwe inrichting geopend. Op enkele uitzon deringen hebben de ouders der leerlingen in de Singelstraat reeds medegedeeld dat zg hunne kinderen zullen zenden op de te openen school. Als hoofd en administrateur zal optreden sportartikelen, daar zult ga zeker vinden wat gg zoekt." Buigingen en dankbetuigingen aan den vriendelgken heer, die mjj deze inlichtingen gaf, en onmiddelljjk richt ik mgne schreden naar het Kleine Soheépje, dat gelukkig ook niet ver af was. »Mjjnheer", zeg ik tegen den winkelier »ik wensch een paar slobkousen," zoo en zoo (Ik spaar u thans mjjn eerste toespraak, die zult ge nu wel kennen, en het ïb nog lang niet gedaan). »Mjjnheer, die hebben wjj niet." »Watverkoopt gg geen linnen slob kousen Waar koopen de schutters en de gymnasten dan hun slobkousen?" »Ongetwjjfeld bg Papillot, die ze maakt, evenals zoovele militaire kleedingstukken, die hjj ons levert. Maar op het oogenhlik hebben wjj er geen." »Maar wat drommelNu heb ik al drie winkels afgeloopen voor éen paar slobkousen, dat is tóch te erg. Waar zou ik heen moeten om zeker te zgn van ze te krggen?" »Naar het beroemde huis van: Dinges, gjj weet wel, daar ginds op den hoek van de kade. Daar vindt ge ze zeker." »Wilt gjj mjj heelemaal d&arheew zenden. Zoo ver? Voor een paar slobkousen.I Maar dat is onzinnigIk heb al een halif uur er mee verloren. Dan zou ik een rjjtuig moeten .nemen, als ik niet te laat aait den 'trein wil komen. Dat maakt de slobkousen wel wat duur. »Maar als gjj op dat model gesteld zjjt De koopman had mjj in mjjn zwak getaBt. Ja, ik was op dat model gesteld. Inderdaad. Het begon mg te ergeren, dat gezoek naar die slobkousen het moest uit zgn. Ik riep een fiacre aan een goed paard en een koetsier, die zeker van kind at op den bok gezeten had. Gelukkig Na een kwartier zjjn we op de kade. Ik begeef mjj naar het groote gebouw. Ik onder vraag een bediende, die mg bg een anderen bediende brengt, die mg naar de derde ver dieping laat klimmen; daar vertelt men mg dat zg geen slobkousen hebben, en ze ook nooit zullen krggen. Ik heb terstond gezien dat men in dit huis niet met Papillot op heeft. »Wat moet ik nu doen vroeg ik op zenuwachtigen toon aan den bediende op de derde verdieping. »Wel, mjjnheer, gjj hebt slechts éen ding te doen." »En dat is?" »Naar den fabrikant te gaan." »Naar Papillot." >Ja, naar Papillot." >Naar den grooten Papillot, die duizenden werklieden heeft, en een fabriek in de voor stad, een vlag voor de poort, die zoo goed is als een stuk van den staat, om éen paar slobkousen te koopen. Gjj steekt den draak met mg." «Volstrekt niet, mjjnheer Dat zou ik mg niet veroorloven Geloof mg, in uw plaats zou ik niet anders doen. Papillot zal u heel gaarne een paar slobkousen verkoop en." »'tls waar, waarom ook niet? Gjj hebt geljjk ik ga naar Papillot." Groote droefheid is stom en bovendien zat ik heel alleen in mjjn fiacre, dat verklaart waarom ik mg langs de Seine liet rjjden, tot aan het einde van de voorstad, zonder een woord geuit te hebben, zelfs niet om m|j zeiven te berispen over het uitstapje. Ik moet bekennen dat zich een zekere aar zeling van mg meester maakte toen ik uit stapte voor die groote inrjjpoort van de fabriek Papillot, waarboven de vlag wapperde en de spreuk: »Vrjjheid, Gelgkheid, Broederschap" prgkte. Achter die poort klonk het gegons van een reusaehtigen bgenkorf. Moest ik daar binnengaan om een paar slobkousen te koopen EnfinHet geval lag er toe. Heel bedeesd drukte ik op het knopje van de electrische schel en daarop volgde een groot geraas. In plaats van een klein deurtje in de groote te zien opengaan, ontwaarde ik dat de beide vleugels der porte cochère op hunne soharnieren draaiden, alsof de heer Gamot moest toegelaten worden, en ik stond tegenover een indrukwekkend grooten man, een gewezen militair, bezaaid met ridder kruisen en medailles, zooals men die gewoon lijk ziet als bewakers van groote huizen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1902 | | pagina 5