MIDDELBIRGSCHE COURANT. N°. ill. 1902. Dinsdag 13 Mei, Middelburg (2 Mei. 14.3s Jaargang, Deze courant verschijnt dage l ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THERMOMETER EN VERWACHTING. 12 Mei S u. vrn. 47 gr., 12 n. 45 gr., av. 4 n. 46 gr. F. - Verwacht: zwakke wind, bewolkte lucht, weinig verandering in temperatuur. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclamens 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreflende Handel, Njj verheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE I.A MAK Ara.» N.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam. Het koortsige Vlissingen. De vorige week is in de Tweede kamer een voor Vlissingen belangrijk onderwerp behandeld, naar aanleiding van het aan hangige wetboek van strafrecht en op do krijgstucht. Dit betrof de plaatsing in een straf klasse van mindere militairen, wier onderwerping aan eene gestrengere krijgs tucht de militaire rechter op grond van het begane feit noodzakelijk acht. Gansch natuurlijk dat daarbij het depot van discipline te Vlissingen ter sprake kwam. Er is in de laatste jaren over die inrich ting heel wat geschreven, vooral door mr A. C. Wesenhagen van wiens belangrijke opstellen in den Militaire(n) Spectator wij ook onze lezers op de hoogte brachten. In de Tweede kamer nu is op de gebre ken van die inrichting gewezen, is door den heer Verhey e. a. over de strekking daarvan en haar doel het een en ander in het midden gebracht en zijn den minister van oorlog inlichtingen gevraagd over diens toekomstige plannen met dit depot. Maar vooral belangrijk voor ons doel was wat de heer Tydeman, de afgevaar digde voor Tiel, zeide en wat de minister den sprekers antwoordde. De eerste heeft veel slechts gehoord van het depot. „Hoewel ik, zoo zeide hij, dit niet door het aanvoeren van feiten zal staven hetgeen men misschien licht vaardig of oppervlakkig zal noemen zoo heb ik de overtuiging dat de toestand daar veel te wenschen overlaat". Nu, dat zijn velen met hem volkomen eens. Maar toch heeft hij laten varen zijn vroeger wel eens opgevat voornemen, om op te komen tegen het voortbestaan van het depot van discipline, omdat hij bij nader inzien van meening is geworden, dat de bijkomende straf van plaatsing in een straf- klasse bezwaarlijk kan gemist worden en inderdaad ook haar nut kan hebben, als speciaal militaire straf, en niet alleen bij een leger dat voornamelijk bestaat uit vrijwil ligers of beroepssoldaten, maar ook bij een leger dat, zooals in de toekomst vooral het geval zal zijn, voornamelijk uit militie- soldaten bestaat. Aldus het standpunt dat iu het alge meen door mr Tydeman tegenover een depot van discipline wordt ingenomen. Maar tegen Vlissingen bracht hij een bij zonder bezwaar in, waartegen wij reeds met een enkel woord protesteerden doch waarop wij hierna nog even terugkomen. Vooraf halen wij aan wat de minister van oorlog o. a. zeide, en dat onzen lezers, vooral in onze zusterstad, wel belang zal inboezemen. Hij sprak dan, zich uitsluitend bepalend tot hetgeen door de heeren Tydeman en Schaper was opgemerkt ten aanzien van het depot van discipline, dat thans de straf- klasse voor het leger vertegenwoordigt, het volgende „Beide heeren hebben tegen die inrich ting bedenkingen in het midden gebracht van verschillenden aard, en de heer Tyde man heeft daaraan eenige wenschen toe- Zooals de heer Schaper heeft gezegd, is over de klasse van discipline door den heer Wesenhagen in den Militaire(ri) Spectator een poos geleden een scherp oordeel uitgespro ken. Ik zal daarover niet in beschouwingen treden en de inrichting daartegen niet in bescherming nemen, al twijfel ik geen oogenblik aan den goeden wil van hen die aan het hoofd staan en daar werkzaam zijn. Verandering is zeker in vele opzich ten gewenscht. Zoo wees de heer Schaper er o. a. te recht op dat lediggang bij langdurige opsluiting in de cel zeer nadee- lig kan werken. Bij een toekomstige wijzi ging moet dan ook die lediggang zooveel mogelijk worden opgeheven, niet alleen door excercitiën, maar ook door nuttige werkzaamheden, waardoor de straf minder zwaar zal wezen, en allicht meer kans op verbetering zal bestaan. Mijnheer de voorzitterDe heer Tyde man merkte op, dat het nog wel tien of meer jaren kan duren eer de thans in handeling zijnde Strafwet zal worden inge voerd. Ik hoop dat dit eventueel spoediger zal kunnen geschieden, doch ben tevens van oordeel dat, bij aanneming van het ontwerp, reeds thans het oogenblik is gekomen om te dezen aanzien de hand aan het werk te slaan. Ilc zal dan ook niet nalaten, na te gaan op welke wijze al dadelijk verbete ringen kunnen worden aangebracht in de richting van de later te vestigen strafklasse. De desiderata van den heer Tydeman nagaande, ontmoet ik de opmerking dat het niet gemakkelijk is officieren en kader voor het depot van discipline te krijgen. De heer Tydeman wees er op, dat de com mandant met zorg moet worden gekozen, en bij gebleken geschiktheid ook lang moet blijven, maar dat het dan ook billijk is dat hij behoorlijk wordt beloond, ook door opklimming in rang. Desvereischt zou de geachte afgevaardigde de taak willen op dragen aan een daarvoor bijzonder geschikt gepensionneerd officier, weder teruggebracht natuurlijk in de militaire positie van officier, om zoodoende den commandant zoolang mo gelijk aan de inrichting te verbinden. Mijnheer de voorzitterHet is zeker moeilijk geschikt personeel te vinden, dat met volkomen instemming hij het depot wordt geplaatst; het is dus te overwegen hoe hieraan kan worden te gemoet gekomen. Ik heb den tijd gekend dat er een kolonel aan het hoofd stond. Het was te Medem- blik en later te 's Hertogenbosch, waarheen het depot in 1858 is verplaatst. Yan daar is het naar Naarden gegaan, later van Naarden naar Ylissingen. Langzamerhand is het in sterkte verminderd en afgetakeld, en nu staat het onder een kapitein met f 400 toelage, omdat men gaandeweg heeft bezuinigd en men er ook niet meer geld voor wil besteden dan hoogst noodzakelijk is. Trouwens in deze Kamer zelf is, bij de behandeling der begrooting voor het loopende jaar, het depot van discipline zelfs een doode tak genoemd, die zoo spoedig moge lijk moest worden afgesneden. Geen won der dus, dat men zich goed moet bedenken alvorens te komen met een voorstel tot het doen van meerdere uitgaven voor deze inrichting. Word ik echter van de nood zakelijkheid overtuigd, dan zal ik het doen en hoop ik dan steun te vinden voor het geen ter verbetering wordt vereischt" En thans komen wij tot de bijzondere op merking van den heer Tydeman, die de vraag te berde brachtof Vlissingen wel het geschiktste garnizoen is voor een dergelijke instelling. „Ik heb merkte hij op dit hooren betwijfelen op grond van de heerschende koortsen, waaraan niet- inboorlingen daar onderhevig zijn. Het behoeft geen betoog, dat dergelijke koortsen op delijdende en leidende perso nen beiden van zeer ongunstigen invloed zijn kunnen en dat een dergelijke ziekte toestand een zeer verkeerde wisselwerking kan hebben in eene inrichting die een aus- gleichende en verzachtenden invloed moet uitoefenen." Op dezen aanval bleef de minister het antwoord niet schuldig. En dit luidde als volgt „De geachte afgevaardigde uit Tiel heeft gezegd, dat de garnizoensplaats van het depot van discipline, Ylissingen, te wenschen overliet uit een oogpunt van gezondheid, wegens koortsen. Of een eventueel op te richten strafklasse in Ylissingen zal moeten blijven, laat ik in het midden, maar uit het oogpunt van gezondheid acht ik ver plaatsing niet noodig. Ik heb mijn jeugd in Zeeland doorgebracht en daar schrikkelijk geleden aan koorts, maar ik herinner mij dat in dit opzicht juist Vlissingen, waar ik niet heb gewoond, goed stond aange schreven, en zoover ik weet is dit nog het geval. Intusschen zal ik overwegen of de verplaatsing te zijner tijd missehien om andere redenen gewenscht is, doch, zooals ik reeds zeide, is het depot van discipline in 1858 uit Medemblik naar Den Bosch en van daar over Naarden te Ylissingen terecht gekomen, waar het nu reeds verscheidene jaren is gevestigd en in vele opzichten goed is geplaatst." Het is dus heel wat jaren geleden dat de heer Bergaiisius in Zeeland doorbracht; en het is daarom jammer dat mr Lucasse, de afgevaardigde voor het distriet Middelburg, in de Kamer nu niet eens een keertje voor zijn district op de bres sprong hij was toch Woensdag 7 Mei ter zitting aanwe zig en het door den minister gesprokene aanvulde met mededeelingen omtrent de laatste jaren, die zoo duidelijk weerspreken de nog altijd voortdurende legende van de gevreesde „Zeeuwsche koorts". Wij zullen zoo vrij zijn dit nu te doen. In de eerste plaats herinneren wij aan de zeer juiste bewering dat blijkens de statistiek de gezondheidstoestand in Walche ren uitstekend is; Middelburg b, v. staat, wat de sterftecijfers aangaat, als een der gezondste plaatsen uit het geheeleland genoteerd. Wij hebben ons tevens de moeite getroost eens na te gaan het laatste vijfjarig overzicht van de sterfte naar den leeftijd en de oorzaken van den dood in elke gemeente van Neder land gedurende 1895—1899, uitgegeven door het Departement van Binnenlandsche zaken. En wat leert dit? Dat wat betreft het heerschen van aan houdende koorts Zuid Holland en Drenthe het slechtst staan aangeschreven, en dat dan eerst Zeeland volgt. In die vijf jaren stierven ev in het ge- heele land gemiddeld aan die koortsen 1018 personen, dat is, bij eene sterfte van 468.317, 1 op de 460. In Zuid-Holland bedroegen die cijfers 51.355 376 dat is 1 op de 137in Drenthe 13.667 35dat is 1 op de 390 en in Zeeland: 19.225 44dat is 1 op üe 409. Verder viel het óns, bij het nagaan van dit overzicht, op dat terwijl in Tiel, de hoofdplaats van het district dat mr Tyde man afvaardigt, in die vijf jaren 2 op de 1001, of 1 op de 500, aan die koortsen stierven in Vlissingen er slechts éen op de 1593 aan die ziekte bezweek. Tiel, in Gelderland, is dus zou men zeggen koortsiger dan Vlissingen. Nu weten wij wel dat zulk een statistiek niet altijd een zuiver beeld van den toe stand geeftdat men hoogst voorzichtig zijn moet met conclusies daaruit te trekkendat bijzondere, tijdelijke omstan digheden op zulke sterftecijfers van grooten invloed kunnen wezen, en ook vaak zijn, maar bij gebrek aan andere gegevens kan men daarop wel eene meening gronden. En als een lid der Tweede Kamer, alleen afgaand op het hooren zeggen, aan bewe ringen, herhaaldelijk weerlegd, uiting geeft in de openbare zitting van 's lands verte genwoordiging zonder dat hij blijkbaar in formeerde ter plaatse waar dit behoort mr Tydeman verklaarde niet in de gele genheid geweest te zijn zich persoonlijk met het depot van discipline in kennis te stellen, wat toch zoo moeilijk niet is en zeker noo dig mag heeten, vóór men daarover en over Ylissingen spreekt dan hebben wij, dunkt ons, toch ook het recht ons op eene offi- cieele statistiek te beroepen. Maar niet alleen op dien grond doch rekening houdend met de ervaring der laatste jaren en de getuigenis van een zeer bevoegd deskundige, kunnen wij ten stelligste verzekeren dat, al doen zich in alle Westelijke provinciën van Nederland in den zomer af en toe sporadische geval len van malaria voor, dit toch in Zeeland uitgezonderd een kleine locale epidemie in Middelburg in 1900 en 1901 zeer zeld zaam is. Van het heerschen van koort sen in onze provincie, ergo ook in Vlissingen, is dus gceu sprake. Wij zullen zoo vrij zijn dit protest ook onder de oogen van den Tielschen ai vaardigde te brengen. Hij behoeft dan niet af te gaan op mondelinge getuigenissen hij heeft er nu eene zwart op wit. En wellicht vindt hij aanleiding om ook Men zie de Gids door Walcheren, uitgegeven door de Vereenigingen tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer in Walcheren ts Middelburg en te Ylissingen. deze te doen weerklinken in de raadzaal der hoogmogenden. Men telle de zaak toch niet licht. Zeeland heeft genoeg te lijden van voor- oordeelen. Men kent onze schoone provin cie, juist daardoor, nog zoo weinig. Wij herinneren ons nog hoe eene dame ons eens vroeg of in Middelburg de huizen aan elkaar gebouwd stonden. Ons eenig antwoord wasKom u zelfs eens kijken. Dit zal men echter nog minder spoedig doen wanneer men in de Tweede Kamer de koorts-legende hoort weerklinken. Wat daar gezegd wordt, nemen velen zoo grif aan als waarheid, ook omdat het zoo over eenkomt met hun vooroordeel. Daartegen optornen is een wanhopend werk voor Vereenigingen tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer. En nu is ons bezwaar dat een woord, in de Tweede Kamer gesproken, het gansche land bereikt, wat met ons protest onmogelijk het geval kan zijn. Als de Tielsche afgevaardigde nu eens wilde meewerken om den invloed van zijn los daarheen geworpen getuigenis te niet te doen hij zou Zeeland en Vlissingen in het bijzonder een grooten dienst be wijzen. Eigenlijk zou hij om der rechtvaardigheids- wille daartoe verplicht zijnmaar wij doen liever een beroep op zijne welwillendheid dan op het recht dat Vlissingen kan doen Als hij dan zelf met eigen oogen eens wil komen zien naar het depot van disci pline, en tegelijkertijd het schoone Wal cheren en de overige fraaie deelen van Zeeland bezoekt, dan verzekeren wij hem een goede ontvangst, en zullen wij ons wachten hem door een enkel verwijt de koorts op het lijf te jagen. Er is echter nog eene ernstiger zijde aan de kwestie. In verband met de plannen voor de toe komst met het depot van discipline; met het oog op de kwestie of een eventueel op te richten strafklasse in Vlissingen zal moeten blijven; met het vooruitzicht op andere inrichtingen, waarover wij vroeger een en ander schreven aan de hand der van mr A. van der Eist te Leiden in de Vragen des Tij As van De cember 1901, achtten wij het ons tot plicht nog eens, en met ernst, op te komen tegen de door mr Tydeman geuite bewering. De minister van oorlog deed dit reeds maar kan over de laatste jaren niet oor- deelen; wij achten het ons tot plicht, ook sprekend uit eigen ervaring, die gunstige getuigenis zijnerzijds aan te vullen met feiten uit de jongste tijden. En wij doen dat vooral omdat er in de toekomst zooveel afhangt voor Vlissingen om tegenover het gansche land bekend te staan als een gezonde plaats, wat het ook is; uitstekend geschikt, door ligging en toestand, voor verschillende inrichtingen, o. a. ook voor verbeteringsklassen ten behoeve van de landmacht en de marine. Men. tie de Midd. Crt vau 12 en 13 Dec. van het vorig jaar. TOESTAND DER KONINGIN. Zondag seinde men ons Het L o o 's morgens te half twaalf. »H. M. de Koningin bracht den nacht rustig door. De geheele toestand geeft reden tot tevre denheid. Van af heden zal eens per dag een bulletin verschijnen. Dr Roessingh. L. Pot, arts." Heden morgen ontvingen wjj het volgende bericht Het L o o 's morgens te ne uur. »H. M. de Koningin bad een zeer ruatigen nacht. Alle verBchjjnBelen duiden op een in getreden herstelling. Dr Roessingh, L. Pot, arts." Nu de toestand van de Koningin gunstig blijft, achten wjj de uitgave van afzonderlijke bulletins onnoodig. BEN UMUJ» JSN £NZ. Bjj kon. besluit: is aan den luit. t/z 2e kl. jhr O. T. L. Holmberg de Beckfelt, op verzoek, eervol ont slag uit den zeedienst verleend. Door den minister van justitie is bepaald dat het examen, bedoeld bjj art. 11 der wet op het notarisambt, voor het jaar 1902 zal aanvangen op 1 Juli e. k. en zal gehouden worden te 's Gravenhage. A. Donderdag verleent de minister van oorlog geene audiëntie. Voor het thans loopende examen voor de betrekking van klerk der postergen en tele graphic zjjn 100 plaatsen beschikbaar gesteld, waarvan 5 voor vrouweljjke candidaten. De minister van koloniën brengt in de St. Ct ter kennis van belanghebbenden, dat voor negen studenten in de geneeskunde aan eene der Nederlandsche Universiteiten de gelegen heid bestaat om tusseken 1 Aug. 1902 en ultimo Juli 1903 in opleiding te worden ge nomen voor de betrekking van off. van gezondh. kl. bjj het leger in N.-I., onder genot van een subsidie van 4000. Gegadigden zullen zich, onder overlegging van de gevorderde bescheiden, vóór 1 Aug. e. k. bjj gezegeld request behooren te wenden tot het dep. van koloniën, alwaar op aanvrage kosteloos exemplaren zjjn te verkrjjgen van het reglement betreffende de opleiding. UIT STAD EN PROVINCIE. In de Zaterdag j. 1. gehouden buitenge wone algemeene vergadering van aandeelhou ders der Zeeuwsche Hypotheekbank te Mid delburgss met algemeene stemmen benoemd tot directeur, in de plaats van den heer C. J. Huvers, aan wien eervol ontslag werd ver leend, de heer H. Worst Jrcaudidaat-notaris te 'sHertogenbosch. Uit Vlissingen. Woensdagmiddag te twee uren houdt de gemeenteraad aldaar een op enbare vergadering. Daarin zullen mededeelingen gedaan worden en stukken worden overgelegd, terwjjl voorts zal worden overgegaan tot de benoeming van: a een lid der commissie van toezicht op het middelbaar onderwjjsb een lid der commissie van toezicht op den Vlissingen-Koudekerkschen straatweg (vac. Verkuyl Quakkelaar); c van een lid van dezelfde commissie voor den Vlis singen- Middelbu.rgsch.en rjjweg (vac. Verkuyl Quakkelaar)d van leden in het stembureau voor de a, s. verkiezing van een lid der kamer van koophandel en e van leden en plaatsver vangende leden in de stembureaus gedurende 1 Juni 1902-31 Mei 1903. Verder is aan de orde: uitloting van obliga tion en verkoop van gemeentegrond. Daarna komen in behandeling voorstellen van burg. en weth. tot verhooging der jaar wedde van mej. C. G. Bentinck, onderwijzeres aan school Etot verhooging van het te heffen bedrag als hoofdeljjken omslag met 2000 tot intrekking van heji raadsbesluit van 20 Dec. 1901 no 8 en tot het aangaan eener tjjdel. geldleening van 7000tot wjjziging der gemeentebegrooting voor 1902tot beschikking over den poBt voor onverziene uitgaven dienst 1902 en tot het in gebruik afstaan van ge meentegrond aan de firma De Leef. Eindeljjk zal worden overgegaan tot de vast stelling van het kohier van den hoofdeljjken omslag dienst 1902. Aldaar zjjn de volgende cadetten der Kon. Militaire Academie gedetacheerdVan Poel voorde, Cowan Plankeel en De Vries, allen van de infanterie. De verkiezing van een lid van de Kamer van koophandel en fabrieken aldaar, ter voor ziening in de vacature, ontstaan door het be danken van den heer J. Wilkens, is bepaald op 16 Juni. Te Borssele geraakte Zaterdag een boerenknecht, by het op hol slaan van een Bpan paarden, onder den wagen, tengevolge waarvan hem een been werd stuk gereden en kneuzing aan den schouder toegebracht. De heer J. Molhoek te Goes won bjj den te BoBkoop gehouden achtsten jaarlgk- schen kolfwedstrjjd van den Zuid-Hollandschen Kolfbond den tweeden personeelen prjjs. Zondag middag trad in de Ned. Herv. kerk te Coljjnsplaat op de heer De Blocq van Scheltinga, gewezen predikant bjj de Moravische broedergemeente in West- Indië, thans te Haarlem. Hjj schetste het ljjden der melaatschen in West-Indië en de pogingen welke door Roomsch-Katholi eke en Protestantsche geeste-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1902 | | pagina 1