Hiiwscbe Citaat FEUILLETON. BIJGELOOF. BIJVOEGSEL vak de van Donderdag 8 Mei 1902, no. 108. Middelburg 7 Mei. Kameroverzicht. Zitting van Dinsdag. De Kamer heeft heden nuttig werk verricht, nl. gestemd over de doodstraf-artikels en de daarbij behoorende amendementen, waarover zjj de vorige week zoo breedvoerig beraad slaagde. Als de Kamer hiertoe overgaat, is het «griffierken", de jeugdige mr Schepel, het «mid- denpunt der beweging-." Met een stem, die blinkt als een klok, roept h|j dan éen voor éen de namen van de leden van de rol af, en als hg dat dan, zooalB heden, tienmaal moet doen, dan beginnen wjj iets te voelen voor zoo'n schoon, krachtig en sterk orgaan. Want zjjn stem slaat nooit dubbel, schor wordt hjj niet, en evenmin maakt hg vergissingen by het oproepen. Dit laatste zou anders niet te verwonderen zjjn. Geheele «klompjes" leden zjjn rondom zjjn zitplaats vereenigd; de meesten kjjkeu wel naar de rol, gaan de stemming na, maar de conversatie wordt door hen toch druk aangehouden, zoodat het «grif fierken" niet alleen middenpunt der beweging is, maar ook midden in het gegons zit, dat hem wel eens bjj dit werk, dat groote nauw gezetheid vereischt, moet hinderen. Maar nu het resultaat der stemmingen. Eerst ging het amendement-Hugenholtz, om de doodstraf uit het wetboek weg te laten, met 61 tegen 20 stemmen den put in. Daarna werd het amendement der commissie van voorbereiding om bjj de bjj komende straf fen de militaire detentie te voegen, aange nomen met 42 tegen 40 stemmen. Dat ging dus juist op het kantje af. Een klein échec voor de regeering en den regeeringscommis- saris, die dit voorstel vrjj krachtig bestreden hadden. Maar daartegenover staat dat het geheele artikel 6 met 65 tegen 17 stemmen werd aangenomen. Toen kwam het amendement-Heemskerk, n. 1. om het »belang van den staat" voor de toe passing der doodstraf in tjjd van oorlog uit art. 29 weg le laten, in stemming. En met 50 tegen 32 stemmen stelde de Kamer mr Heemskerk in het ongeljjk. Vóór stemden de gauche der anti-revoluti- onnairen en eenige katholieken. Een geljjk lot trof het amendement-Hugen holtz om het doodvonnis slechts dan te doen uitspreken, indien het belang van den staat dit gebiedend eischt. Met 44 tegen 38 stem men werd het verworpen. Het amendement-Van Raalte om, in plaats van het belang van den staat, de veiligheid van den Btaat te lezen, werd echter met 45 tegen 37 stemmen aangenomen, en het ge heele artikel 9 vervolgens met 53 tegen 29 stemmen. Volgens de nieuwe redactie luidt dit nu als volgt: «Bjj schuldig verklaring aan een misdrgf waarop bjj dit wetboek de doodstraf is gesteld, wordt die straf niet uitgesproken dan wanneer de rechter oordeelt dat de veiligheid van den Staat haar toepassing eischt". En het derde belangrjjke artikel, nl. art. 29, werd zonder hoofdeijjke stemming aange nomen. De uitslag van de stemmingen over de artt. 6, 9 en 29 met de bjjbehoorende amendementen is dusdat de doodstraf gehandhaafd big ft in ons militair strafwetboekdat in haar toepas sing de rechter ecbter gebonden is aan veilig heid van den Staaten ten derde, dat in geen der artikelen de doodstraf imperatief wordt voorgeschreven, maar steeds gezegd wordt dat de reohter haar kan (art. 29) uitspreken. Ver- geleben met de vigeerende bepalingen dus over het algemeen een besliste vooruitgang. Na deze beslissingen werd de beraadslaging voortgezet over de artikelen 10 tot 15, die zoo niet van ondergeschikt belang dan toch ook 5 Uit bet Duitscb, van MARTHA RENATA FISCHER. Door alle dorpen had zich d6 mare verspreid dat de wever verdwenen was. De politie be moeide zich met de zaak. Alle gemeentebe sturen togen aan het werk. De vrouw, de dochter, de zoon waren iederen dag op de been om overal te vragen. De vrouw bezocht alle hoeven en vroeg de lieden uit, als een politieman. Zjj zat bg Gade, ondervroeg de vrouw, den man, den knecht, den bestedeling. Zjj sloeg met haar vuist tegen het weefge touw en zei: «spreekt gjj dan toch!" De keuterboer joeg haar de deur uit. Zjj nam hen alle ter dege op, sloeg weer tegen het weefgetouw en riep Jjj weet hetSpreek dan tochl" OndertuBschen was het weer zachter gewor den het begon te dooien, de sneeuw smolt. Een boer, die te voet naar de stad ging, zag op de heide een zwerm kraaien, luid krassend, neerstreken. Toevallig kwam de schout aan gereden en die zei tot den boer: «Daar zul len we eens heengaan." niet van overwegend belang zjjn te achten' Hierbjj kwam de heer Hugenholtz wederom verscheidene malen aan het woord. Als spreker van het kamersyndicaat der ontevredenen had hjj op art. 13 betreffende de bjj komende straffen voorgesteld, om bjj de ten uitvoer legging van het doodvonnis de openljjke degradatie te laten vervallen. Hjj noemde dit een onnoodige «wraakoefening", een qualificatie waar zeker wel veel voor te zeggen is. De minister von oorlog en de regeerings- commissaris waren het daar echter in het geheel met mede eens. Volgens hen was dit, uit een moreel standpunt bezien,bjjna even weer zinwekkend schouwspel als de doodstraf,«brood- noodig om het militair recht te handhaven". Wie dit wel eens bjjgewoond heeft, zal het met dit weerzinwekkende van de degradatie wel met ons eens zjjn. Men moet dan ook een militair van geboorte zjjn, of liever gezegd zioh langzamerhand in die eigenaardige be grippen ingeleefd hebben, zoodat men, wat in het burgerljjke leven verbazingwekkend is, doodnatuurlijk gaat vinden, om met een der gelijke stelling mede te kunnen gaan. Ver wonderd waren wjj dan ook niet, dat de minister tegen de afschaffing van de degra datie was, en evemin dat de Kamer met 52 tegen 12 stemmen met hem medeging. Na de verdediging van de regeeringstafel kon dit niet anders. Maar jammer is het wel. Met de doodstraf waren wjj zoo aardig op weg dat de degradatie, die moreele doodstraf, best finaal had kunnen worden afgeschaft. Bjj art 15 nog een amendement om de de gradatie alleen de onwaardigheidom in den tot dusverre bekleeden rang te bljjven, en niet de ongeschiktheid te doen uitspreken. Dit werd met 43 tegen 29 stemmen ver worpen, nadat er heel veel over die onwaar digheid of ongeschiktheid was gepraat door een half dozijn sprekersen toen ging de Kamer met bekwamen spoed de afdeelingen in om het militie-wetsontwerpje Lohman-Kolk- man-Heemskerk eens onder de loup te nemen. De leden bleven zich dus den geheelen dag op militair terrein bewegen. En dan verwon dert men zich nog, dat bgna elk lid, zoolang- zamerhand van den geheelen militairen dienst op de hoogte geraaktInderdaad de militaire cursus, die het kabinet-Kuyper de Kamer doet volgen, zorgt er wel voor dat geen lid, zooalB vroeger moet gebeurd zjjn, een officier of sergeant «voor iets meer" dan een schutter kan houden. Dat is nu een zuivere onmoge lijkheid geworden. Morgen, voor de afwisseling, nominatie van de Hoogen Raad een katholiek is «aan de beurt," en dan weer met frisschen moed de militaire beraadslagingen hervat. HET VERBOND DHR RECHTERZIJDE. In het bekende katholieke orgaan ISUnivers wekt de heer Veuillot de Fransche katholie ken op tot samenwerking bg de herstemmin gen voor de Fransche Kamer. Hg wjjst hun op het voorbeeld, door de rechterzjjde in Ne derland gegeven, bljjkens een lezing, door den heer Schaepman onlangs te Rome gehouden. Wat de katholieken in ons land in dit opzicht hebben gedaan en verkregen, schetst de heer Veuillot aldus: «Als het ware met geweld, hebben onze Nederlandsche broeders de anti-revolutionnaire protestanten er langzamerhand toe gebracht, om een bondgenootschap aan te gaaD. Wei gering van wederkeerige goede diensten en van samenwerking, hooghartige en onheusche bejegening, onbilljjkheden, niets van dit alles vermocht die kloeke mannen in hun ferme en helderziende politiek te ontmoedigen. «En met verloop van tjjd hebben zjj hun doel bereikt. Tiians is het bondgenootschap voltooid, geproclameerd en geregeld op bil- -Ijjke grondslagen. Onder de acht leden van het Nederlandsche Kabinet telt men drie flinke en practiseerende Katholieken." Met Centrum is er, begrjjpeljjkerwjjs, «een beetje trotsch op," dat aldus de Nederland sche katholieken aan de Fransche tot voor beeld worden gesteld. Wjj zjjn echter zeer benieuwd naar den indruk welken deze juich kreet zal maken op de anti-revolutionnairen en Chriateljjk-hiatorischen, die volgens deze voorstelling «als 't ware met geweld" tot het bondgenootschap met de katholieken zjjn gedreven Tusschen de regels kan men er lezen, wie, volgens de meening van denFran- schen schrjjver, den toon aangeven bjj de rechterzgde in Nederland. Zjj joegen den hond vooruit en zoo vonden zjj den ouden wever in het bosch, met het hoofd op zjjn ransel, alsof hjj was gaan liggen slapen. De justitie kwam. Het werd aan de vrouw en dochter over gelaten of zjj wilden komen om het ljjk te herkennén. De zoon lag ziek te bed; maar men merkte weldra dat het zachte weer en andere invloeden het ljjk onkenbaar hadden gemaakt. De dochter trad naar voren, wrong de handen en viel met een hartverscheurenden kreet neer. De vrouw stond met een vaalbleek gelaat en strakke oogen. Haar Btem scheen uit een andere wereld te komen. In het kleine huisje, met het mooie tuintje, hoorde men luid jammeren en klagen. Lotte lag met gesloten oogen op den grond, zjj wilde niets meer zien na den afgrjjseljjken aanblik in het dennebosch. In de gerechtszaal van het kasteel zat de rechter met zjjn schrjjver, aan zjjne andere zjjde zat de jonge landheer, als hoofd der politie. De rechter, een zwakke, ziekelijke man, was nog niet bekomen van die akelige lijkschouwing en moest telkens een peper muntje nemen. De keuterboer, zjjn vrouw, de kneoht en den bestedeling werden in het verhoor geno men. Behalve het gewone sprookje, verklaar den zjj altemaal dat de wever beschonken was geweest. De landheer mompelde hoofdschud dend: «Die nuchtere man?" Aldus schrjjft het Alg. Rbld. Wjj halen een en ander aan om de redactie van dit blad even nog erop te wjjzen dat in dit schrijven van katholieke zjjde het bewjjs' ligt voor hetgeen wjj in ons vorig nommer opmerkten, en dat zjj onverstandig doet en onwaar is, wanneer zjj de neerlaag der libe ralen in 1901 alleen toeschrijft aan hunne rerdeeldlieid. En mannen als dr De Visser kunnen eruit leeren hoe Louis Veuillot over hen denkt, en welk een eer zjj inoogsten met hun samengaan met dr Schaepman en de zjjnen. Liever zouden wjj zeggen eene eervolle neerlaag als zelfstandige party dan eene over winning met bondgenooten, die ten slotte nog geen woord van lof voor u over hebben. ËIGMAARDIO. Men herinnert zich hoe het anti-revolution naire blaadje De Hollanderdat in Den Haag verscbgnt en waarvan redacteur is het eenige anti-revolutionnaire lid, naar we meenen, van den Haagschen Gemeenteraad, vóór eenige weken met voldoening opsommende het aantal baantjes, hetwelk onder het Christeljjk Kabinet aan partjjgenooten reeds ten deel viel, over den Minister Loeff echter toornde, omdat door hem niet genoeg notarisplaatsen met anti- revolutionnairen bezet werden. Ondanks de afstraffing, welke het daarvoor zich zelfs van De Nederlander op den hals haalde, bljjft het zjjn stelregelvirtus post nummoe, d. w. z. eerst de dubbeltjes en daarna de beginselen, trouw Een vermakelijke toepassing daarvan is 't volgende. De redacteur gemeenteraadslid schjjnt er op te hebben aangedrongen, dat m Den Haag bjj het openbaar herhalingsonderwgs ook bjjzondere onderwjjzers benoemd zouden wor den, en is nu verwonderd over de verwonde ring van de Stichtsche Courant (politiek redac teur het Kamerlid De Waal Malefjjt) welke, zich de oogen uitwrjjvend, vraagt': «Bjjzondere onderwjjzers lesgevend op de openbare school, is dat voor ons een gewenschte toestand?" Tweeërlei schrjjft De Hollander heeft men wel te onderscheiden, wat de Stichtsche Courant bljjkbaar verzuimtde gemeenteraad heeft slechts te vragen naar geschiktheid, niet naar richting, dit zal zeker niemand betwisten en de bjjzondera onderwijzer heeft zelf uit te maken of hjj eene benoeming aan eene open bare herhalingsschool kan aannemen. Ook dit is volkomen juist; maar zoo hg daarbg rede neert als de redacteur van De Hollander en deze daarmede de denkbeelden zgner partjj vertolkt, dan ja dan zou, om met den ouden Heemskerk te spreken van den school- atrjjd der anti-revolutionnairen «het mooie ge heel af zjjn"! Hjj toch schrijft «Wg voor ons zouden meenen, dat een bijzon der onderwijzer ook om zgn inkomsten te versterken wel een benoeming voor het gemeente- herhalinga-onder wjjs zou kunnen aan nemen. Althans wanneer men hem niet dwingt onderwjjs te geven in die richting, die met zgn beginselen niet overeenstemt. Zeer veel last zal hg daarvan niet hebben, daar het openbaar onderwgs zeer »vrg" is, tot het los bandige toe wat betreft de richting". Anti-revolutionnairen, die als de redacteur van De Hollander meenen dat een Christelgk onderwgzer, om zgn inkomsten te versterken, wel een benoeming bg het openbaar onderwgs kan aannemen, zullen zeker niet veel last hebben van hunne beginselen en zich zeiven t' avond of morgen wel eens moeten afvragen waartoe eigenljjk de geheele schoolstrjjd ge diend heeft Die redacteur schgnt echter ver geten te hébben, dat de openbare school niet dwingt in een bepaalde richting onderwgs te geven, maar integendeel alleen dwingt het niet te doen in eene riohting, welke anders denkenden aanstoot geven moet. Voor wie onderwgs juist in zulk eene richting levens beginsel is, voor hen is er natuurlgk in de openbare herhalings school evenmin plaats als in de openbare lagere school, want in gene als in deze is «de vrgheid tot het losban dige (1)" wel degeljjk aan banden gelegd door een stipte handhaving van art. 33 der Onder wijswet. (Arnh. Crt.) Maar de verklaringen klonken verbazend eensluidend. De boer, bg wien de wever 's avonds vóór zgn verdwgnen nog geweest was, getuigde dat hg niets van beschonkenheid bespeurd had. Alleen kon hg niet met zekerheid het uur opgeven. Misschien had de wever nog tjjd gehad om een borrel te nemen. Over den persoon, met wien hg nog zou gesproken hebben, kon men niets met zekerheid vernemen. De slotsom bleef dus dat de wever, Lodewjjk Ende, waarschjjnlgk in half beschonken toe stand, op de heide was gaanjliggen slapen en bevroren was. Er was geen enkel gegeven dat aan een misdaad deed denken. De weduwe ging naar de schuldenaren van haar man om het geborgde geld te innen. De een gaf het haar, de ander beweerde dat de tjjden nu zoo slecht wareneen paar heetten het liegen, dat zjj iets schuldig waren. Nu wischte zjj de deur af, behalve het jaartal, waaronder de datum van het verdwgnen van den wever gezet werd, en daaronder weer de datum, waarop zgn ljjk gevonden was. Een half jaar later sohreef zjj er den datum van het over igden van haar zoon bjj. Zjj stond weer met haar dochter in het portaaltje te wasschen; en nu zjj de verdiensten van vader en zoon misten, sponnen en breiden zjj ook nog en 's avonds, als de naalden vlug been en weder gingen, liet zjj hare gedachten ook her-en- derwaarts dwalen. Zjj hadden nu ook klan- Stukken voor den gemeenteraad van Middelburg. Naar aanleiding van een sckrjjven van de Hygiënische subcommissie uit de commissie van toezicht op de scholen voor lager onder wgs, omtrent eene andere indeeling van de kinderen van on- en minvermogenden op de scholen in te voeren, waarin in overweging gegeven wordt de scholen H, I, B en A, voor onvermogenden en de scholen C en K voor minvermogenden te bestemmen, zeggen burg. en weth.: Daargelaten de vraag of, en in hoeverre het op den weg ligt van eene sab-commissie, om buiten de commissie, waarvan zjj deel uitmaakt, een voorstel te doen, hebben wjj de eer u voor te stellen op hetgeen daarbg in overweging wordt gegeven, niet in te gaan; zulks niet alleen uit een financieel oogpunt, maar voomameljjk omdat wjj veeleer in over weging zouden wenschen genomen te zien of het niet wenscheljjk ware voortaan de scholen A, C, H, I, K en (zoodra deze scholen weder bezet zgn) ook school B alle te bestemmen voor kinderen zoowel voor on- als voor min vermogenden, hetgeen bereids in het derde lid van ons voorstel van 10 Januari werd aangeroerd. In afwachting van het dienaangaande door ons van de schoolautoriteiten in te winnen advies en een naar aanleiding hiervan door ons even tueel in te dienen voorstel, hebben wjj de eer u mede te deelen dat wg, zoolang ons, geljjk tot nu toe, de bevoegdheid wordt gelaten de kinderen van onvermogenden in de scholen B, H, I en K te plaatsen, zullen handelen zooals u te dier zake in ons voorstel van 8 dezer no. 14 is medegedeeld in onze bedoeling te liggen. Naar aanleiding van het om bericht en raad in handen van burg. en weth. geBtelde voor stel van den heer Van Dunné, tot wjjziging van het raadsbesluit betreffende minimum-loon en maximum-arbeidstjjd adviseeren burg. en weth. het voorstel niet aan te nemen. Door de door den heer Van Dunné voor gestelde aanvulling van art. 1 zou naar het oordeel van burg. en weth. nadeel worden berokkend aan de vaste werklieden. Immers de aannemer zou waarschjjnljjk wel tegen de bedoeling van den geachten voorsteller van zjjne verplichtingen tegenover zjjne vaste werklieden, die den leeftjjd van 23 jaar hebben bereikt, ontslagen worden, terwjjl ten gevolge van de voorgestelde wjjziging van art. 11 alle vaste werklieden m dienst van onderaannemers, van welken leeftjjd en waar ook werkzaam, ten aanzien van de bepalingen omtrent mini mum-loon en maximum-arbeidstjjd zouden worden buitengesloten. Alleen zouden door laatstbedoelde wjjziging die losse werklieden gebaat kunnen worden, welke ten behoeve van een werk arbeid moeten verrichten op plaatsen, buiten dat werk gelegen, aangezien de «op het werk gebezigde werklieden 1 ook onder de thans vigeerende bepalingen zgn opgenomen. Wjj vreezen evenwel dat de handhaving van eene daartoe strekkende bepaling in de prac- tjjk niet wel mogeljjk zou bljjken en dikwgls aanleiding zou geven tot allerlei niet wel te voorziene moeiljjhheden aangezien te dien op zichte zoowel van de zjjde der directie als van den aannemer nit den aard der zaak bgna elke gelegenheid tot contróle geheel ontbre ken zou. Overtredingen zouden ten slotte slechts kunnen worden geconstateerd door de werklieden zeiven, die zich in hun eigen be lang, in den regel althans, wel zullen wach ten daarmede aan te komen zoolang zjj nog bjj hunnen tjjdeljjken patroon in dienst zgn, en in de meeste gevallen eerst dan hunne grieven kenbaar zouden maken wanneer van gemeente wege noch direct, noch indirect iets meer in hun belang zal kunnen worden gedaan. Daar om zou het o. i. dan ook onbilljjk zgn den hoofdaannemer aansprakeljjk te stellen voor de richtige naleving van een aldus gestelde be paling, aangezien, voor het geval dat men ook al eens een enkele maal in de gelegenheid zjjn zoude eene korting op de aannemingssom toe te passen, daardoor de betrokken werklie den niet gebaat zouden zgn, en zulks slechts aanleiding zoude geven tot allerlei onainge- naamheden tusschen aannemer en onderaan- ten in de dorpen. Als de boerinnen werk brachten of haalden, bleven zjj al tjjd een poosje zitten. Zes jaren lang had de oude vrouw geluisterd en opgelet. Geen woord was haar ontgaan of te onbeduidend geweest, om te wikken en te wegen en te onthouden. En zoo had zjj na éen getuige gevonden, die kon verklaren dat hjj 's avonds door de reet van het op een kier staande vensterluik gezien had hoe de keuter boer en zjjn knecht den wever met touwen geslagen hadden. Verder had zjj een ge tuige gevonden, die deze verklaring kon be vestigen, daar de andere hem dienzelf den avond had verteld wat hjj gezien had. En zjj had een getuige gevonden, die verklaren kon dat hg dienzelfden avond heel laat in de woonkamer bg Gade licht had gezien, en toen hg aanklopte en vroeg of er een zieke was, werd het dadeljjk uitgedraaid. Toen hg over het erf naar de huisdeur liep, had hg een grooten handwagen zien staan, die niet be sneeuwd was, terwjjl alle andere wagens en gereedschappen met een witte laag bedekt waren. Het had sedert een poos opgehouden met sneeuwen. Wederom was er 'een terechtzitting op het kasteel. De rechter, ditmaal een jonge, ge zonde man, zat boven aan de tafel. De be stedeling was intussohen overleden, de kneoht nemers zonder daardoor het beoogde doel ook maar eenigszins nader te komen. Eindeljjk bieden burg. en weth. den raad een plan aan met begrooting (ton bedrage van 5600) betreffende verbetering van het school gebouw op de Nieuwe Haven met het voorstel om, behoudens goedkeuring van den districts schoolopziener, die verbeteringen te doen aan brengen, onafhankelijk van de beslissing of het gebouw al dan niet tjjdeljjk voor vestiging van school J zal worden gebruikt. ONDERWIJS. Akte-examens te Middelburg. Vrjje en orde-oefeningen. Heden werden geëxamineerd 4 mannelgke kandidaten, van wie er 2 werden afgewezen. Geslaagd zjjn de heeren J. Maarleveld, Aardenburg, en A. W. van Nieuwland, Zierikzee. Dinsdag werden zooals nog in een groot deel der oplaag van ons vorig nommer is gemeld --geëxamineerd voor akte onderwgzer 8man nelgke candidaten, van wie er 4 werden afge wezen. Geslaagd zgn de heeren: J. Maarleveld, Aardenburg, J. Maas, Terneuzen, A. W. van Nieuwland, Zierikzee, en Th. L. Rademakers, OssenisBe. De alphabetische voordracht voor onder wijzeres aan de O. L. school te Coljjnsplaat bestaat uit de dames F. Baetens, Ierseke, J. M. Geuse, Poortvliet, en E. C. van West, Tholen. De gemeenteraad van Philippine heeft in eene Maandagavond gehouden zitting tot onderwgzer aan de openbare school be noemd den heer A. de Foeljaeger, thans onder wgzer aan de openbare school te Nieuw-Namen (Clinge). Een stem werd uitgebracht op mej. M. Scheffelaar Klots te Sluiskil (Ter Neuzen), terwjjl een briefje blanco was. De benoeming heeft plaats gehad buiten de voordracht om en is dus onwettig. Voor het toelatingsexamen van adelborst bjj de marine zgn 91 jongelingen aangegeven Het getal opengestelde plaatsen is 25. LETTEREN EN KUNST. BE OORT.ÖC* IN ZU1B-AFRI- KA door Dr W. VAN EVER- DINGEN, bij J. Waltman Jz., Delft. Het schrjjven van een geschiedenis eener wereldgebeurtenis die nog aan den gang is, moet een stout stuk genoemd worden, zoo niet erger, als de schrjjver het den lezer als een stu dieboek wil voorleggen. Maar dat is hiermee niet het geval. De schrjjver erkent dat zgn boek «den stempel der historie niet kan dragen," en heeft het werk alleen_ ondernomen «om te getuigen van vurige belangstelling, van warme waardeering, van innige sympathie voor onze arme, zwaar beproefde stamgenooten," «om te getuigen ook van onverzwakt geloof in de zegepraal hnnner zaak". Dit getuigenis wordt afgelegd in den vorm van een verhaal van de gebeurtenissen zooals die aan den schrjjver zgn gebleken uit de berichten, beschrjjvingen en verslagen, welke in Nederlandsche en Zuid-Afrikaansche bladen zgn verschenen. De schrjjver heeft het geduld gehad die te schiften en ze tot een doorloo pend verhaal te maken. De lezer zal er dus vele oude bekenden in aantreffen. Heel wjjseJjjk heeft de schrjjver zich voor alsnog bepaald tot het eerste tjjdvak van den oorlog, van 11 October 1899—Maart 1900, het tjjdvak van de belegerde steden en van het begin van de ineenstorting. We noemen dat wjjseljjk, omdat over die gebeurtenissen tenminste ook nog berichten van Boer enz jj de voorhanden zgn, die over alles wat later gebeurd is, bgna geheel ontbre ken. En we vreezen dat het door den schrjjver toegezegde vervolg een ontzagljjken arbeid zal kosten, ook als de oorlog gedaan is. Het thans gepubliceerde verraadt reeds zeer veel moeite en werk. Maar de schrjjver heeft nu ook de voldoening in éen geschrift het voornaamste gemeld te hebben dat er over genoemd tjjdvak tot nu toe, meest door oog getuigen, gepubliceerd is, al zal dan ook latere kritiek nog moeten uitmaken wat er van be trouwbaar is, zoowel wat de Engelsche be was vjjf jaar geleden uit de buurt vertrokken. Het echtpaar Gade had jjverig en Bpaarzaam op de hoeve gewerkt. De man kwam voor in zgn Zondagsche jas, met hoogen kraag en vertelde weer zgn sprookje. De rechter praatte met hem, heel natuurlgk liepen daar allerlei vragen onder. Eensklaps zei de rechter op geheel anderen, ambteljjken toon: «Uwe verklaringen wjjken echter zeer veel af van die van nw gewezen knecht." Hg stak de hand uit en liet zich een akte geven. «August Stegman woont tegenwoordig te Sandersdorf in Hessen, is getrouwd en reeds in hechtenis." De keuterboer streek zgn haar naar voren. Achter zgn laag voorhoofd begonnen zjjne ge dachten dooreen te dwarrelen. Hg raakte aan het stotteren en herhaalde zgn sprookje met de woorden zgner eerste verklaring. De gendarm was binnengekomen en den boer werd gezegd dat bjj xn hechtenis genomen werd. Het vertrek had slechts éen uitgang en dus moest de man langs zgn vrouw geleid worden, die in de voorzaal wachtte. Daarom zei de griffier tot zgn vrouw, dat zjj binnen moest komen. Zjj had ook hare beste kleêren aangetrok ken, een wjjden, zwart lakenschen rok, heel ruim om de heupen, een breed schoot, van zware zjjde met lila Btreepen en bloemen, een openstaand fluweelen jakje, waaronder men een prachtig lichtzjjden halsdoek zag op de

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1902 | | pagina 5