MIDDELBURGSGHE COURANT. 23 April. N°. 93. 143° Jaargang, 1902. Woensdag In kalme dagen. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THERMOMETER KW VERWACHTING. 22 April 8 u. vin. 5B gr., 12 u. 66 gr., av. 4 u. 60 gr. F. Yerwaeht: krachtige Z. wind, toenemende bewolking, regenachtig, geringe afname van temperatuur. Advertontiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclamons 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende .el, Nijverheid en Geld HE LA MAR Azn., 1 Handel, Np verheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Aslïertentie-Bnrean 1.2, Voorfesygwal 366, Amsterdam. Wel niet rechtstreeks, maar zijdelings heeft de hoofdredactie van het Alg. Handels blad ons doen blijken dat zij omtrent de kiesrecht-kwestie, die wij onder verwijzing naar het gebeurde in België behandelden» zich op een ander standpunt plaatst dan haar medewerker, die liet buitenlanüsch overzicht schrijft. Haar standpunt is niet nieuw. Zij schrijft nl., naar aanleiding van de bekende beschouwing in de Pr op. Gron. Crt. welke volgens haar afkomstig is van „een der Leidsche hoogleeraren die in Groningen geen vreemdeling was", o. a. het volgende »Toch verdient het betoog meer dan een ongeloovig of ongeduldig schouderophalen. De vraag rjjst nameljjk: is de voorspelling wel juist, dat het kiesrechtvraagstuk bp de ver kiezingen in 1905 het shibboleth zjjn zal Is dit niet het geval, dan ware, althans voordat doel, de aandrang naar verstandhouding over bodig, hoe wenscheljjk deze dan ook op zich zelf zpn zou. Laat ons eens even de jongste geschiedenis raadplegen. Wat was de reden, waarom in 1901 de uit tocht der vrpzinnig-democraten uit de Liberale Unie plaats vond? De afgescheidenen wilden grondwetsherziening, ter wille van algemeen kiesrecht, urgent verklaard hebben. Do blpvers waren van oordeel, dat het land in de eerste! plaats behoefte had aan een krachtige voort zetting der hervormingen, waarmede het mi nisterie Pierson—Borgesius een aanvang had gemaakt. Is deze overtuiging thans reeds veranderd? Wp hebben er niets van kunnen bemerken. Wanneer het tegenwoordig mini sterie ons land de noodzakelijke hervormingen brengt als daar zpn op het gebied van armwezen, rustwet, ouderdoms- en invalidi teitsverzekering, herziening der wetboeken, administratief recht, middelbaar onderwps, enz., de liberalen zullen daartoe gaarne medewerken, zjj 't ook met de verzuchting dat zp die gaven liever van mannen hunner eigen richting hadden aangenomen. Maar dan zal tevens zpn gebleken dat voor het ver krijgen van hervormingen algemeen stemrecht geen vereisohte is. Gesteld echter: het huidig Kabinet brengt van dat alles weinig of ongeveer niets tot standgesteld de vier jaren gaan nagenoeg zonder gezonde vruchten voor de natie te dragen, voorbp wat zal dan in 1905 drin- gerder eisoh zpn algemeen stemrecht öf het tot stand brengen der nog altpd uit gebleven hervormingen, met liefst wat sneller pas De eenige reden, welke alsdan de niet- urgentie-liberalen kon nopen zich bp voorkeur aan het kiesrechtvraagstuk va9t te klampen, zou als wp wel zagen hierin bestaan, dat zp geen kans zagen de hervormingen tot stand te brengen zoolang het kiesrecht onver anderd bleef. Maar tevens - om in d dachtengang van den hooggeleerden schrpver te blpven wisten dat een goed uitgewerkte regeling van algemeen stemrecht de sleutel is van een Kamer van welke die hervormingen wèl zpn te verwachten. Kan iemand deze verze kering inderdaad geven Wie waarborgt, dat zulk een algemeen stemrecht niet een nog sterker clerieaal gekleurde meerderheid zal brengen Want om dat stemrecht zelf zal het den schrpver toch wel niet te doen zpn. Ajs hp wenscht dat over 3 jaren uitzicht besta op een niet-kerkelpke meerderheid m de Tweede kamer, wil hp zeker dit niet enkel en niet in de eerste plaats opdat zp niet-kerkelpk zij, maar opdat zjj een hervormingsgezinde derheid uitmake. Is dat zoo, dan vragen wp bestaat er niet veel meer reden om naar eenheid van denkbeelden te streven omtrent de noodige en nog altpd onverwezenlpkte hervormingen, dan naar een fraai uitgewerkt algemeen-stem- reoht-plan, waaruit ten slotte wordt het toegepast wellicht weder een anti-hervor mingsgezinde Kamer zal voortkomen En hierop wilden wp dan ook neerkomen Wat ons land allereerst noodig heeft is geleide lijke hervormingook ?an het kiesrecht herziening der gebrekkig gebleken wet-Van Houten, zoo noodig, na grondwetsherziening maar niet van het kiesrecht in de eerste plaats. Wil men de meest noodige hervormingen Ver- kragen, dan trachte men zich daarover met elkander te verstaan, ook met de elementen uit de kerkelijke fracties die oprecht hervor mingsgezind zpn. De tjjd daarvoor zal wellicht spoedig ko men. Men late het tegenwoordig Kabinet toonen, wat het wil en wat het kan. dig genoeg zal bljjken waartoe het bjj machte is, of in zpn midden de behoudende dan wel de vooruitstrevende elementen de sterkste Bp de behandeling zpner ontwerpen in de Kamer zal aan den dag komen hoe de ver schillende fracties, welke ook onder de kerke lijke meerderheid bestaan, zich tegenover die voorstellen gedragen, of zp zullen trachten te remmen dan wel voort te stuwen. Dan zal het duidelijk worden, of de band van Chris telijkheid", welke de meerderheid nog bijeen houdt zoolang zp nagenoeg niets heeft uit te richten, hecht genoeg is om den vooruitstre- venden met lood te schoeien of de behouden den vleugels te doen aanschieten. Dat zal een zeer belangwekkend schouwspel zpn, vooral wanneer de linkerzjjde dan haar plicht weet te doen en zooveel mogelpk een parig de aangeboden regelingen in vrijzinnigen geest tracht te verbeteren. In dit opzicht achten wp, voor elke wettelijke regeling van beteekenis die aan de orde komt, tusschen de verschillende fracties der linkerzjjde vooraf gaand overleg dringend noodig, om dan éen lpn te trekken en daardoor sterk te zpn, en wellicht met behulp van een deel der meer derheid den eigen stempel op de wetten te plaatsen. Zulk een overleg en gezamenljjk optreden der linkerzijde is onmisbaar, wil zp de verschillende fracties uit de terkeljjke meerderheid dwingen kleur te bekennen en te toonen wat men aan haar stembusbeloften heeft. Eu dat overleg behoort tevens te leiden tot het nemen van initiatief, waar de regee ring te lang met hervormingsvoorstellen mocht talmen of weigeren die voor te dragen. Ziedaar wat ons in den eersten tjjd het dringendst voorkomt, zoowel in 's lands be lang dat hervormingen eischt, als in 't belang der thans verbroken eenheid der linkerzjjde. Gezamenlijk oppositie voeren, niet als tirail leurs, maar als een keurbende, die veoraf goed overleg pleegt, en zich tevens, zoo noodig, tot den aanval aaneensluit, is wel het beste middel om de voormalige broeders weder tot elkander te voeren, en hun weder te leeren dat eendracht macht maakt. Dat zal hen in staat stellen nog heel wat grooter dingen in 's lands belang tot stand te brengen, dan het fraaist uitgewerkt voorstel van algemeen stem recht. Waarmede volstrekt niet gezegd is, dat niet ook een verbetering van het kies recht een plaats behoort in te nemen op het hervormingsplan der geheele linkerzjjde." ie Wij hebben, om toch vooral onze lezers goed op de hoogte te stellen van de meening der redactie van het Amsterdamsche Han delsbladuitvoerig het door haar geschre vene opgenomen. Maar wij deden dit ook uit het oogpunt van billijkheid, om vooral niet fe kort te doen aan het zoo gulden woord omtrent het hoor en wederhoor. Wederkeerig echter zouden wij sommigen grooten bladen de toepassing daarvan wel willen aanbevelen. Er is geen kwestie waarbij, niet het minst zelfs door liberale bladen, zoo eenzijdig te werk gegaan wordt als bij die van het kiesrecht, of waar het de socialisten geldt. Niet van vandaag of gisteren is hunne houding aldus. Reeds jaren valt waar te nemen, hoe uit besnoeide verslagen, half juiste "voorstellingen, geheele of gedeeltelijke onthouding van hetgeen van andere zijde segd, de zucht blijkt om de lezers slechts eenzijdig voor te lichten. Nog dezer dagen kwam dit aan het licht bij de gebeurtenissen in België. Een corres pondent van een groot blad niet het Handelsblad wist niet genoeg de ge beurtenissen, de woorden die socialistische leiders gesproken hadden, of daden, die zij zouden hebben gepleegd, te stellen in een voor hen ongunstig licht. Bij een ver king met de particuliere telegrammen van dien kant en die van Reuter ook toch waarlijk niet geheel onpartijdig bleek dit dadelijk. Het is een kleinzielige, eene oneerlijke politiek die tot zulke middelen hare toe vlucht neemt om eigen invloed te behouden. En zij is gevaarlijk tevens omdat zij ertoe leidt uit vrees voor de socialisten en vrees is nu eenmaal een slechte leidsman de kracht, den invloed der clericalen te versterken en hen in hunne tyrannie te stijven. Die politiek is ook onpractisch, want het licht breekt toch eenmaal door. V Om nu op het door het Hbld. geschre vene terug te komen. Onze lezers, die eenigszins op de hoogte zijn van hetgeen vroeger reeds van conser- vatief-liberale zijde is geschreven, zullen oogenhlikkelijk zien, dat aan die zijde nog dezelfde ideeën heerschen en er nog niets geleerd is. Men ziet altijd door nog maar niet in, wat dagelijks blijkt, dat in 1905 wel dege lijk de groote strijd, en zelfs nog meer dan in 1901, zal gaan over bet kiesrecht vraagstuk. De voorstelling, door het Hbld. gegeven van den feitelijken toestand, is niet juist. Yan het begin af hebben de Vrijzinnig- Democraten bij bet sturen naar grondwets herziening altijd voor oogen gehouden het middelerwijl tot stand bren gen van sociale her vormingen- Natuurlijk voor zoover ze bereikbaar zijn maar juist de vrees dat dit niet veel zal wezen met de huidige meerderheid in ons land, doet te meer den drang gevoelen naar het v r ij maken van den weg om uitbreiding van het kiesrecht te kunnen verkrijgen. Volkomen eens zpn wij het met de meergenoemde redactie dat ons land aller eerst noodig heeft geleidelijke hervorming, maar het is toch ook wel eene belangrijke kwestie in welke richting die hervorming plaats heeften wat men onder geleidelijk verstaat. De trekschuit ging indertijd ook geleide lijk maar wij, zelfs de conservatieven en de gematigde liberalen, verkiezen toch tegen woordig den spoor. Volkomen eens zpn wij het ook met bet Hbld dat wij dit kabinet aali het wérk moeten zienals het wat goeds voor stelt het steunen moeten zooveel wij kun nen en gezamenlijk, met op sociaal terrein gelijk gezinden al verschilt men ook op staatkundig gebied samenwerken tot heil is lands. Maar de groote vraag zal zijn of wij van het tegenwoordige kabinet veel goeds kun nen verwachten of de, nu nog bijna slechts drie jaren van het politiek vierjarig tijd vak wel vruchtbaar zullen zpn met zulke leidslieden. En als wij dan na die jaren weer staan voor hetzelfde feit als in 1901, dan is onze nationale tijd weer vermorst en zal met te meer kracht worden aangedrongen of ge agiteerd voor grondwetsherziening. Waarom dan niet nu in deze kalme dagen ernstig overwogen, rustig gestreefd naar het doel, dat niet is, wij herhalen het voor de zooveelste maal, algemeen kiesrecht te verkrijgen dat is een kwestie van later zorg en vordert later nog tijd maar de deur daarvoor te openen door wij ziging van art. 80, 127 en 143 der grond wet, opdat de gewone wetgever zich op dat gebied vrij kan bewegen. Een der argumenten, waarmede de „ur- bestreden werd bij de verkiezingen van 1901 was dat de kiezers er niet op voorbereid waren. Welnu, wij hebben thans een kostelijk drietal jaren nog voor ons om 1905 de kiezers volkomen op de hoogte te brengen. Over de opportuniteitskwestie, of even tueel algemeen kiesrecht „niet een nog sterker clerieaal gekleurde meerderheid zal brengen", hebben wij al zoo dikwijls ons gevoelen gezegd dat het voor onze lezerB vervelend mag heeten dit nogmaals te doen. Maar wij vragen welkan bet erger dan ans? En wat komt bet er eigenlijk op aan, of de huidige meerderheid met eenige stemmen wordt versterkt. Voor de vrijzinnigen kan eenige meer dere winst hij de clericalen geen gewicht in de schaal leggen en is, bij eene wijzi ging van bet kiesrecht, de risico niet groot, daar allicht winst te behalen valt. Maar dergelijke overwegingen mogen wij hebben het al zoo dikwijls gezegd als men van de rechtvaardigheid ervan over tuigd is, zelfs het bevorderen van het al gemeen kiesrecht niet tegenhouden. Zoover zijn wij evenwel nog niet. Waar nu de redactie van bet Hdbl. echter zelve onder bet voor ons land „allereerst noodige" noemt gelijdelijke hervorming ook van bet kiesrecht, en zelfs ten slotte nog eens uitdrukkelijk erop wijst dat „ook eene verbetering van het kiesrecht een plaats behoort in te nemen op het hervormings plan der geheele linkerzijde;" daar vra gen wijhoe is het mogelpk die te ver krijgen zonder juist den weg daartoe te banen door zulk een grondwetsherziening? Wij zitten immers thans bij de behande ling der lrieswet-Yan Houten is dat toch duidelijk gebleken met ons Kiesrecht door die grondwetsartikelen zoo vast als een muur. Dit is een niet te loochenen feit. Een open deur vragen dus allen, die zich nog herinneren hoe voor eene gezonde ssing van het kiesrechtvraagstuk de hinderpalen in de grondwet groot zijn. En wij meenen dat het nu in deze dagen, waar Belgie ons zulke droevige feiten liet zien, en wij in ons land op politiek gebied zoo'n rustigen en zoo'n kalm en tijd bele ven, gewenscht is dat alle vrijzinnigen, van welke schakeering en kleur ook, samen werken om voor te bereiden wat toch eenmaal komen moeteneen grondwets herziening. De hervormingen op sociaal gebied kun nen terwijl ter band genomen worden als het clerieale kabinet daarvoor maar goede voorstellen biedt en ons, zij 't dan ook maar „halve eieren" geeft, en niet slechts „ledige doppen". In ons hoofdopstel: »Wie zich aan een ander spiegelt" in ons nommer van Vrijdag 1.1. wezen wjj er op hoe, op enkele uitzonderingen na, de Belgen toonden op kalme, bezadigde, ordelijke wijze te kunnen betoogen. Wjj beriepen ons daarbjj o.a. op de groote betooging van 10 Augustus 1890. Wg hadden toen ook wel mogen noemen en doen dit nu bjj deze de grootsche be tooging, den 15 Augustus 1886 te Brussel ge houden, waaraan duizenden aan duizenden uit alle deelen van het land deelnamen en waar voor zelfs velen zich een voetreis hadden ge troost van uren. Wg zeiven woonden die bg en wijdden daaraan een uitvoerige beschouwing in ons nommer van 17 Augustus van dat jaar. Alles liep toen in volkomen orde at. BE LICHTING 1893. Het Hbld. meldt: dat op 19 dezer de minister van oorlog niet het voornemen had de lich ting '95 buiten oproeping te laten, met andere woorden, intrekking dan wel wgziging van het kon. besluit voor te stellendat de uit voeringsbepalingen, in ontwerp gereed, nog enkele afdeelingen van het departement behandeling vereischen en daarna dus de kiachtiging van ZExc. vorderen-, dat vermoe delijk in de laatste dagen dezer week afkondiging kan worden tegemoet geziendat hoogstwaarschijnlijk de eerste '95ers t. w. 4e comp. van het 2e reg. vesting-artillerie reeds den 15 Mei a.s. zullen moeten op komen. Middelburg 22 April. boord van koopvaardijschepen, zal, aanvangende 13 Mei, zitting houden te Rotterdam. Het volgend examen zal in Juni plaat9 hebben te Amsterdam. De St.-Ct. no 93 en eene annonce in dit nommer van ons blad bevatten verdere bij zonderheden. EEN SCHIP NAAR ANTWERPEN. Bjj een interview met minister Kuyper door een redacteur van een Hollandsch blad, naar aanleiding van wat door den minister buitenlandsche journalisten, tjjdens zjjn jongste reis, zou zjjn gezegd, heeft de minister van binnenlandsche zaken verschillende hem in den mond gelegde uitdrukkingen toegelicht, verduidelijkt of weersproken. Onder meer deelde hg, met betrekking tot hetgeen door hem zou gezegd zjjn omtrent het zenden van een oorlogsschip naar Antwerpen ter gelegenheid van de zeevaartkundige ten toonstelling aldaar waarover de Yan dag tot dagschrjjver in het Hdbl. hem zoo hard is ge-vallen mede, dat hij had gezegd»Als het aanzoek officieel komt, zullen wg, bereid als we zjjn om uwe tentoonstelling te helpen slagen, er ook wel een oorlogsschip heenzenden." Dat kon de minister zeggen wjjl hg vóór jn vertrek van den minister van marine schriftelijk bericht had ontvangen dat hg cq. gaarne voor vlagvertoon zou zorgen, terwjjl hg zich verder noghad vergewist dat dit denkbeeld te hoogster plaatse, waar alleen de beslissing ligt, op algeheele instemming kon BENUEfflHrGM ÜNZ. De St. Crt. van heden bevat een kon. besluit van 1 April, houdende vaststelling der eischen van militaire bekwaamheid en lichamelijke geoefendheid, bedoeld in art. 104 der militie- wet 1901. A. s. Vrjjdag verleent de minister van marine geene audiëntie. De Rijkscommissie voor de examens ter ver- krgging van een diploma als stuurman aan MILITAIR STRAFRECHT EN WET OP BE KRIJGSTUCHT. Ten gevolge van het mondeling overleg, gepleegd tusschen de commissie van voorbe reiding voor de wetsontwerpen tot vaststelling van een nieuw wetboek van militair strafrecht een wet op de krjjgstucht en de daarbij betrokken ministers, heeft de Regeering in ds wets voordrachten onderscheidene wijzigingen aangebracht, waaraan onder meer het volgende wordt ontleend Wat het wetboek van militair strafrecht betreft, strekt een der wgzigingen (in art. 12) om duidelijk te doen uitkomen dat inhouding van de soldij voor een opgelegde geldboete zonder de toestemming van den veroordeelden militair niet geoorloofd is. wgziging van art. 14 heeit ten doel te voorkomen, dat een jeugdig persoon, ten wiens aanzien het ontslag uit den militairen dienst is uitgesproken zonder ontzetting van de be voegdheid om bg de gewapende macht te dienen, later ook niet ter vervulling van zgn militieplicht in dienst zou kunnen treden. Het artikel heeft nu alleen betrekking op vrijwillige indiensttreding, zonder van invloed te zijn op de aanwijzing tot dienstplicht. Indien zegt de Regeering ten deze voorziening noodig mocht zgn, zal deze ter gelegener tjjd moeten gezocht worden door de bepalingen van de Militiewet, betrekkelijk uitsluiting van den dienst bg de militie, met de militaire straf wetten in overeenstemming te brengen. Eene bepaling is opgenomen volgens welke de voorwaardelijk uit de strafklasse ontslagene eerst dan voor bevordering of aanstelling in eene hoogere klasse in aanmerking kan bomen als zgn straftijd zonder herroeping is verstreken. Een aanvulling van art. 27 is n.oodig geacht opdat niemand strafbaar zgn in strjjd met de verdragen en verklaringen vastgesteld door de Internationale Vredesconferentie. Opzettelijk deelnemen aan een culpoos mis- drjjf komt der regeering niet wel mogeljjk voor. Ook voor medeplichtigheid wordt opzet telijk hulp verleenen bjj het plegen gevorderd volgens art. 48 lo Wetb. v. Strafrecht. Een wgziging wordt nu voorgesteld waaruit kan bljjken dat alleen van dolo gepleegde misdrij ven sprake is. De regeering geeft toe dat art. 63, zooals het nu luidt, te streng is door, onafhankelijk van des daders wil of inzicht, het feit dat de Staat door zjjne handeling in gevaar van oorlogsver wikkeling wordt gebracht, voldoende te achten. Het ariikel is nu zoo gewgzigd dat het elke handeling omvat »waarvan de dader weet, althans redeljjker wjjze ban ver moeden, dat de Staat daardoor in gevaar van oorlogsverwikkeling wordt gebracht." De regeering betoogt dat eenig nadenken dienaan gaande toch wel van eiken militair gevorderd mag worden, en in verband met zgn rang en ontwikkeling zal worden beoordeeld of hjj geacht moet worden bg eenig nadenken de strekking van zgn handeling te hebben hun nen vermoeden. Het strafmaximum voor het opzetteljjk een militair op diens verzoek voor de verdere ver vulling zjjner dienstverrichtingen ongeschikt maken en de strafverzwaring wanneer het feit den dood ten gevolge heeft zgn teruggebracht tot 4 en 8 jaren. Door in den loop der behandeling van het wetsontwerp de strafposities in de artt. 101 en 102 gaandeweg te verzachten, is een mis stand geboren met betrekking tot het gemeene strafrecht, waar nu op mishandeling meer malen zwaardere straffen zgn gesteld dan in dit wetsontwerp op feitelijke insubordinatie. Tot wegneming van dien misstand is een nieuw art. 105a ingevoegd. Wat betreft de wet op de krjjgstucht is o. a. een wgziging aangebracht ten einde het moge lgk te maken eenige feiten, ook wanneer zjj aan land zjjn gepleegd, krjjgstuchteljjkafte doen Het woord »strafoplegger" in verschillende artikelen is vervangen door commandeerende officier, omdat er onderscheidene tot straffen bevoegde meerdere» zgn en hei, niet wel doen lijk ia aan deze allen de bevoegdheid te geven van de vaststelling der dagen en uren voor het ondergaan der straffen. Deze regeling wenscht de regeering in een hand te doen zgn. UIT STAD EN PROVINCIE. Door een en tachtig ouders en voogden van leerlingen van klassen 1 en 2 van school D en klassen 1-5 van school E is aan den gemeenteraad van M i d d e 1 b u rg het ver zoek gericht de plaatsing van school J in het gebouw aan de Nieuwe Haven niet goed te I keuren.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1902 | | pagina 1