HiielMiscbe Courant Een suikerpraatje. BIJVOEGSEL Maandag April 1902, no. 81. De koer Heerman van Vos, voorzitter van de Vereenigiug der suikerfabrikanten, hield voor eeuigen tg i in De Prins van Oranje te Goes eene voordracht of liever eene causerie over de tegenwoordige Buikercrisis, van welke bijeen komst een nauwkeurig verslag in dit blad is verschenen. Op eene enkele mededeeling, die, in het begin gedaan, op het einde door den spreker beslist werd tegengesproken, is niet hot volle licht gevallenzjj was nagenoeg allen hoorders ontgaan en kwam eerst bjj eene latere bespreking tot volle klaarheid. 't Is niet van belang ontbloot, daarop thans nog eens de aandacht te vestigen. In het begin zjjnor toespraak vertelde de heer Heerman van Tos, dat de veree- nigde fabrikauten onder elkander door loting hadden uitgemaakt, welke fabrieken dit jaar zouden stil liggen. Er waren er een zeker aantal aangewezen, die niet zouden werken. Aangezien de dagbladen de namen dier fabrie ken reeds hadden medegedeeld, werd door niemand bjjzonder gewicht aan deze mededee ling gehecht. Toen tegen het einde van de bijeenkomst een der tegenwoordigen de opmerking maakte, dat bg maar moeilgk kon aannemen, dat die fabrieken zouden atil liggen, werd door den spreker daarop geantwoord, dat het niet werken een dringende eiach was van de tegen woordige omstandighedendie fabrieken toch hadden het vorig jaar al met zooveel verlies gewerkt, dat zjj het onmogelgk in dit jaar zouden kunnen bolwerken. Jammer bljjft het, dat toen niet dadeljjk een der aanwezigen de opmerking gemaakt heeft, dat het wel toevallig mag genoemd worden, dat juist de meest wrakke fabrieken, die, zooals de heer Vorsterman O y e n het noemde, volgens de verklaring van den heer Heerman van Vos op het punt stonden van te moeten liquideeren, bjj de loting, voor haar zeer gelukkig, waren uitge vallen. Gelukkig heeft de Economist ona over dat punt eenige nadere inlichtingen verschaft. De werkende fabrieken zullen zooveel suiker fa- brioeeren, dat zjj aanspraak kunnen maken op de uitkeering van de geheele premie, die voor dit jaar 2.000.000 bedraagt. Gemiddeld krjjgt iedere fabriek tusschen de zestig en zeventig duizend gulden voor zjjn aandeel, als zjj alle werken. Nu werken er slechts 24 en die keeren van haar overwinst, haar grooter aandeel in de fabricage van suiker een behoor leken intrest uit aan de aandeelhouders inde stilliggende fabrieken. We behoeven dus niet te vreezen, dat de aandeelhouders in zoo'n fabriek reeds dit jaar te kort zullen komen. Laat ons voor de aardigheid eens eene op pervlakkige berekening maken en daarbjj aan nemen, dat een fabriek, die behoorljjk is inge richt en bg volle werking vgftig of meer millioenen EG bieten in suiker omzet, waarde heeft van zes honderd duizend gulden. Die fabriek staat van 't jaar stil. Eapitaal voor grondstoffen heeft zg dus niet noodig. De maohineriën behoeven slechts in orde te worden gehouden. Stellen wg daar voor 4 man tegen 500,— per jaar f 2000,— Den directeur en het verdere vaste personeel kan men moeilgk op straat zettengeef hun aan salaris 10000,- De arbeiders, anders eenige maan den in zoo'n fabriek werkzaam, stel 40, aan 250,— ieder, gedurende den tgd, dat zg werkzaam waren, voor vergoeding 10000,- Een kapitaal in de fabriek van f 600000,— wegens het stil liggen berekend tegen een matigen intrest van 6 86000, Totaal 58000, Blgvende in ieder geval nog ver onder de premie, die de staat dit jaar zoude uitkeeren, als alle fabrieken werkten, tot het bedrag, dat vereischt wordt om de volle premie te ont vangen. Wg geven deze berekening nu niet op als volmaakt nauwkeurigom eene volledige reke ning te kunnen maken, souden wg mo> kunnen beschikken over velledige opgaven, die ons wel niet zullen worden verstrekt. Hoe globaal zg echter ook zg, de opgave is vol doende om te doen zien, dat de fabrikanten het dit jaar nog wel zullen stellen zonder de invoerrechten te verhoogen met f 8,— per 100 KG geraffineerde en per 100 KG ruwe suikers, welke verhoogde belasting zg volgens hunne ciroulaire onmisbaar achten om de mededinging van het'buitenland het hoofd te kunnen bieden. De oorzaken van de tegenwoordige ci want da te lage suikerprgzen zgn het duidelgk bewgs dat er een crisis is, zgn lo de te groote voortbrengst 2o het verbond, kartell of trust, der Oos- tenrgksche, Hongaarsche en Duitsche suiker- fabrikanten 3o het verschil, dat tusschen de uitvoer, ptemiën bestaat. Men heeft nu eene conferentie te Brussel gehad, waar men bg gemeenschappelgke overeenkomst eenige bepalingen heeft aange nomen, om een crisis, als de thans bestaande, voor het vervolg te voorkomen. Worden de daar gemaakte bepalingen door regeeringen der betrokken landen goedge keurd en als wet aangenomen, dan komt de suikerproductie weder in een meer natuurlgken toestand en de noodlottige gevolgen van het premiestelsel zullen daardoor worden voor komen, maarèn in Frankrgk, ènin Duischland, èn in Oostenrgk-Hongarge doen zich vele Btem- men hooren tegen het aannemen dier bepalingen en de tgd zal het moeten leeren, of de invloed der tegenstanders niet groot genoeg zal zgn, het nemen van maatregelen te beletten' die voor het publiek voordeeliger, maar voor de suikerlords in die landen ongetwgfeld veel nadeeliger zgn. Maar ter zake. De te groote voortbrengst, wg hebben dit reeds vroeger aangetoond, is voor een deel het gevolg van het bouwen van suikerfabrieken in landen, waar vóór weinige jaren geen suiker werd voortgebrachtbjjv. Italië, Spanje, Zwe den, Roemenië enz.voor een ander deel ook van de verovering van Cuba en de Philippgnen door Amerika. Door het Amerikaansche kapi taal en de Amerikaansche energie moeBt de suikervoorbrengst van deze landen noodzakelgk vermeerderd worden en zal zeker nog jaar op jaar toenemen Een groot deel van die suiker wordt naar Amerika gevoerd, waar die invoer op bjjzon- dere wgze wordt aangemoedigd. Yoegt men deze oorzaak bg de voortdurende toeneming van fabrieken in de Vereenigde Staten van Amerika zelve, dan kan men binnen korten tgd verwachten, dat de uitvoer van suiker naar Amerika uit de landen van Europa ge heel zal ophouden niet alleen, maar dat eer lang van daar ook suiker zal gebracht worden op de Europeesche markt. In den omzendbrief van de Nederlandsche fabrikantep kan men lezen, dat »de regeering van België aan onze regeering ten voorbeeld moge strekken, aangezien zg zich gehaast heeft, terwgl de conferentie bin nen Brussel beraadslaagde over de afschaffing der premies, hare industrie,'t grenst inderdaad aan ironie, te ver big den met 2 francs extra premie, welke België voor den óndergang harer suiker-industrie zal behoeden, gesteund als zg reeds is door eene premie van ongeveer 5 francs, dus te zamen 7 francs per 100 KG." Wg betwgfelen, of de meeste lezers van en omzendbrief zich wel een helder denk beeld gevormd hebben tan hetgeen door de Belgische regeering is gedaan. Wg achten het daarom niet van belang ontbloot, hierbg even stil te staan. De grond van het belastingstelsel op suiker België is de hoeveelheid sap, die uit de suikerbieten geperst wordt, in verband met de densiteit (dichtheid) van dat sap. De wet bepaalt de hoeveelheid suiker, die een hectoliter sap bg een zekeren graad van den densimeter, verondersteld wordt voort te brengen. Die hoeveelheid draagt in België in naam van prise en charge. Deze bedroeg sedert 1887 1500 gram per hectoliter sap. Het bleek, dat die prise en charge de ont vangsten van den Btaat in groot gevaar bracht en daarom werd zg in 1900 vermeerderd met l/3 en dus gebracht op 2000 gram per hecto liter sap. Was eene zekere vermeerdering in 1900 gewettigd, die vermeerdering schgnt te groot geweest te zgn, want in plaats van millioen francs, waarop gerekend was, beliep het inkomen van den staat 12 millioen. Daarom heeft de minister een wetsontwerp ingediend om de prise en charge terug te bren gen tot 1925 gram. De 12.000.000 francs, die de staat van de suiker-industrie ontvangen heeft, maken een belasting uit van ruim 2'/a franc per 1000 KG suikerbieten. Wanneer dus de prise en charge teruggebraoht wordt van 2000 op 1925 gram, betalen de fa brikanten, in plaats van 45 francs per 100 KG suiker, die zg vroeger betaalden, sleehts 43.31 francs en hebben dus eene tegemoetkoming van 1.69 frc. Die prise en charge is slechts eene veronder stelling van den staat. Deze neemt aan, dat uit een hectoliter sap van bepaalde dichtheid gram suiker kan gemaakt worden. De fabrikant betaalt daarvoor 2 X 45 centimes aan belasting. Haalt hg daaruit 2500 gram suiker, dan be taalt hg slechts de belasting voor 2000 gram en voor de 500 gram meer betaalt hg niets. Ofschoon hg nu voor die 500 gram geer aocgns betaalt, wordt die suiker door den ver bruiker even duur betaald als de suiker, die ver&ccgusd is. De winst, die de fabrikant daardoor behaalt, draagt den naam van premie. Die premie bestond vroeger in Nederland ookmen sprak toen van overponden, waar mede men de hoeveelheid suiker bedoelde, die meer gemaakt werd uit eene hoeveelheid sap dan de wetgever aannam dat daaruit ceerd kon worden en die duB onbelast bleef. Die premie is in Nederland vervangen door een vaste som, terwgl de belasting betaald wordt voor de geheele hoeveelheid suiker, die wordt voortgebracht. In België beliep de premie, die de verbruikers aan de suiker-industrie betaalden, in het jaar 1900 de som van 16.133.000 francs. Die franken werden door de fabrikanten voor in deel gebruikt om de prijzen van de suiker, voor den uitvoer bestemd, en die geene belas ting betaalt, nog met een zeker bedrag te verminderen, om de concurrentie op de buiten- landsohe markt mogelgk te maken. M. a. w. België betaalde in 1900 8 millioen, Nederland ruim 2 millioen guldens om den Engelschen goedkoope suiker te leveren. (Wordt vervolgd.) Middelburg 5 April. Polderbestuur van Walcheren. Vergadering van heden, Zaterdag, morgen te 10 uren. Voorzitter de heer H. P. den Bouwmeester. Tegenwoordig 22 commissarissen. Afwezig de heer dr A. van der Swalme, met kennisgeving. De notulen van het verhandelde in de vorige vergaderingen worden gelezen en goedgekeurd. Aan de orde is het verslag van het dage- ljjksch bestuur omtrent den toestand des polders in 1901. Daaraan ontleenen wg het volgende Verschillende stormen, enkele gepaard gaande met vrjj hooge vloeden, beschadigden de dui nen en de verdedigingswerken, welke echter zonder buitengewone middelen konden hersteld worden. Na de aflossingen, ten bedrage van ƒ38.000, bedroegen de schulden van den polder op 2 Jan. 1902 12.698 a 2 458.900 4 376.000 a 3 /8 f 30.000 k 8*/« en 78.000 a 4 rente. Wat de duinen betreft wordt gemeld dat op het Zuiderstrand der Weslwatering de voor- en achteruitgang van het duin afwisselend was, terwgl op het Zuiderstrand der Noordwatering de duinvóet in bjjna alle raaien achteruitging. Up het Noorderstrand tusschen de raaien 67 waren de veranderingen van weinig beteekenis, tusschen de raaien 96 en 106 was de achteruitgang echter algemeen. Aan Oostwatering ging de duinvoet gemiddeld 0.42 M. achteruit. De ui komsten der metingen aan de stranden waren niet ongunstig. In hel afgeloopen jaar werd geen overlast van het polderwater ondervonden. Het verslag zal worden gedrukt en aan de leden gezonden. Alsnu komt ter tafel de BEGROOTING VOOR 1903, Zg wordt voorgesteld als volgt Inkomsten. Efdst. I, ontvangsten wegens vroegere diensten, nihil. Hfdst. II, opbrengst van eigendommen en bezittingen 2494.485. Hfdst. III, belastingen ei 250.376.08 (gewoon djjkgeschot, ad 18.50 per H.A. Bchotbaar land 208.150.80 en ƒ5.30 por HA. vrgland 7849.01, buitengewoon dgk geschot ad 2 per H.A. f 33.799.04 en af- wateringsgelden 577,18.) Het buitengewoon dgkgeschot wordt voor gesteld in verband met de behoefte aan de noodige fondsen tot dekking van de kosten der meerdere verdedigingswerken tengevolge der stormschaden. Hfdst. IV, inkomsten vau verschillenden aard en toevallige baten, 3664.37. Hfdst. V, inkomsten van straat- en zand- i, 13.400. Hfdst. VI, buitengewone ontvangsten 101.000. Het totaal der inkomsten is 370.934.88'. Uitgaven. Hfdst. I, uitgaven van vorige dienstjaren, 240. Dit vloeit voort uit meerdere kosten der werken tengevolge van in 1901 plaats gehad hebbende stormschaden. Hfdst. II, kosten der gewone werken, 132.600 (Noordwatering 74.800, Oostwate ring 29.000, Zuidwatering 9900 en West watering 18.900). Hfdst III, kosten der buitengewone werken, nihil. Hfdst. IV, kosten der straat- en zandwegen, 13.400. Hfdst. V, rentebetaling en aflossing van gevestigde schulden, 172.344.96. Hfdst. VI, bezoldigingen en schadeloosstel lingen 19.343.33. Hfdst. VII, kosten der inspectiën op de zeewerken, 700. Hfdst. VIII, kosten van onderhoud van 's polders eigendommen, 3500. Hfdst. IX, grond- en andere lasten, f 1066.676. Hfdst. X, kosten van brand, licht en bureau behoeften, 500. Hfd. XI,. druk, bind en schrjjfloonen 550. Hfdst. XII, kosten van bjjhouding van den kadastralen polderlegger, 700. Deze post is verhoogd met ƒ400. De collec tie kadastrale kaarten is onbruikbaar en ver nieuwing is noodzakelgk. Ten einde de kosten niet te bezwaarlik te maken wordt voorge steld de vernieuwing over vjjf jaar te doen loopen. Hfdst. XIII, kosten der verkiezing van commissarissen, 300. Hfdst. XIV, alle andere uitgaven in het be lang van den polder noodig, f 3400. Hfdst. XV, onvoorziene uitgaven, 22.289, Het totaal der uitgaven is f S70.934.886. De commissie, belast met het voorloopig on derzoek der begrooting, adviseert, bg monde van den heer Gerlach van St Joosland, tot goedkeuring ervan. Van de gelegenheid om algemeene beschou wingen te houden, wordt geen gebruik gemaakt. In de eerste plaats worden behandeld de ramingen voor werken aan de vier waterin gen van den polder. Op die voor de Noordwatering iB een post uitgetrokken van 400 voor onderhoul van den Schelpweg van Westkapelle naar Domburg- De heer Louwerse vraagt of het niet ge- wenscht zou zgn dezen post te brengen op de straat- en zandwegen. De voorzitter acht dit niet gewenscht. D weg is een schelpweg, in onderhoud bjj de Noordwatering. De weg is afgelegen en een tol kan er niet geheven worden. Wanneer het onderhoud werd gebracht op den post straat zandwegen is het te verwachten dat al poedig om een klinkerweg gevraagd zou wor den. Dat zou ten nadeele zgn van de andere wegen. Det heer Louwerse is het met dit laatste niet eens, maar maakt geen voorstel van zjjn denkbeeld. Daarna wordt overgegaan tot artikelsgewjjze behandeling der begrooting en begonnen met de Uitgaven. Bjj hfdst. 1 art. 1, nadeélig slot der rekening van het dienstjaar f MOzegt de heer Van Tejjlingen dat, naar zgn meening, in de memo rie van toelichting een schrijffout geslopen iB. De voorzitter antwoordt ontkennend en toont de juistheid van het geschrevene aan. Bjj hfdst. II art. 4, gewone werken aan de Zuidwatering, f 9900 meent de heer Melis dat post van 4056 voor zuilen bazalt wel kan vervallen.. Hjj acht dit werk vooralsnog niet noodig en zou, met het oog op het voorgestelde bui tengewoon dgkgeschot, den post geschrapt willen zien. De voorzitter meent dat, waar de raming reeds is goedgekeurd, de vergadering zou moeten besluiten de discussie over die raming te heropenen. De heer Huvers zegt daartoe wel een voor stel te willen doen. De voorzitter protesteert tegen zoo lanig voorstel, doch zal het in stemming brengen. De heer Sprenger verklaart zich ook tegen het voorstel van den heer Huvers. De heer Melis erkent dat hjj bjj de behan deling der raming het woord had moeten vra gen, doch meent zich toch wel gerechtigd nu nog inlichtingen te mogen verzoeken. De voorzitter brengt alenu het voorstel- Huvers in stemming. Het wordt verworpen met 13 tegen 9 stemmen. Voor stemmen de heeren De Visser, Cop- poolse, K. Allaart, W. Cevaal, H. W. Allaart, Huvers, Melis, Cysouw en Corré. Bg hoofdstuk VIII art. 81, onderhoud van het polderhuis enz. f 3400, vraagt de heer De Visser inlichting. De voorzitter deelt mede dat de verhooging van dien post met 2650 een gevolg is van de voorgenomen verbouwing der Noodzjjde van het polderhuis. Daarop wordt de post goedgekeurd. Nadat de uitgaven zgn vastgesteld, zooals die zgn voorgedragen, wordt overgegaan tot de behandeling der Inkomsten. Bg htd. III art. 5, belastingen en heffingen buitengewoon dijkgeschot ad f 2 per hectare, zegt de heer Huvers dat dit voorstel een onaange- namen indruk op hem heeft gemaakt. Z. i. moeten de uitgaven worden vastgesteld naar de inkomsten en hjj had gaarne eenige bezuinigingen zien aangebracht op de uitgaven. Er is 33,799.04 uitgetrokken voor buiten gewoon djjkgeschot. Er moet 83.000 worden afgelost, en nu zoii spreker wenschen een lee ning te sluiten van 30.000 en het overige benoodigde te heffen als buitengewoon geschot. Hg zou voorshands geen meerderen last willen leggen op ingelanden, waar die reeds 13.50 per hectare bedraagt. De voorzitter zegt dat de uitgaven in polder ala deze niet zgn te regelen naar de inkomsten. Dan zou men er niet komen waren de rampen niet te overzien. Bezuiniging op de uitgaven konden de raden niet vinden en bljjkbaar ook de vergadering niet, die alle posten goedkeurde. Het leenen van 80.000 zou verderfeljjk zjjD, Waarvoor zal men leenen'f Voor het ge woon onderhoud? Er ïb het vorig jaar storm, schade geweest voor ruim 21.000dit jaar is er reeds 7000 stormschade en daarom moet meer dgkgeschot worden geheven. Leenen voor gewone werken zou den polder zeer bezwaren. Of Ged. Staten hun goedkeuring zouden ver- leenen aan zulk een leening waar geen bui tengewone werken worden voorgesteld, betwjj feit spreker ook. De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje deelt geheel de meening van den voorzitter. Hg acht een leening gevaarljjk. Ging men op dien weg door, dan zou men voortdurend lee nen tot men uitgeleend was. Bjj de uitgaven is bjj hfdst. IX art. 84 reeds een besluit genomen waardoor het bui tengewoon dgkgeschot is goedgekeurd. De heer Huvers wjjst er op dat op de be grooting een paar nieuwe werken voorkomen, waarvoor wel degeljjk geleend kan worden. Als het niet opgaat telken jare te leenen, dan gaat het ook niet op telken jare het dgk geschot te verhoogen, totdat de ingelanden het niet meer kunnen betalen. Wat het aangevoerde aangaande art. 34 van hfdst. IX betreft, dit weegt bjj spreker niet. De voorzitter wjjst er op dat de werken, door den heer Huvers bedoeld, dienen tot her stelling van versleten werkendie vallen niet onder nieuwe of buitengewone werken. Her stel van versleten werken is gewoon onderhoud. De heer Huvers stelt nu voor 30.000 door leening te vinden. De heer Louwerse meent dat van morgen de paarden achter den wagen gespannen wor den. Spreker heeft in de commissie gezeten en heeft zgn bezwaren tegen de voorgestelde werken aan den president kenbaar gemaakt. Hg is toen tot de wetenschap gekomen dat de werken misschien wel verschoven maar niet voor goed uitgesteld kunnen worden. Het voorBtel-Huvers wordt alsnu in stem ming gebracht en verworpen met 15 tegen 7 stemmen. Voor stemmen de heeren De Visser, Oop- poolse, K. Allaart, W. Cevaal, H. W. Allaart, Huvers en Melis. Huvers het buitengewoon dgkgeschot in stem ming gebracht. 15 leden verklaren zich ervoor en de 7 even- genoemde heeren tegen. De inkomsten geven verder tot geen dis cussie aanleiding. Hfdst. XV der uitgaven, onvoorzien, 22.289.92, wordt daarop vastgesteld. De begrooting, in haar geheel in stemming gebracht, wordt aangenomen met alge meene stemmen behalve die der heeren Cop- poolse en Huvers. Aan het dag. bestuur worden vervolgens do gewone machtigingen verleend. De vervaldagen van het dgkgeschot worden bepaald als volgt1 Mei, 1 Juli, 1 October en 22 December. Door het dag. bestuur wordt voorgesteld van Rejjnierse aan te koopen 1866 c.a. water t 184 c.a. land onder St. Laurens, voor 178.40. Een en ander is noodig voor het verleggen van den Proojjensehen watergang. Dit voorstel wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De bergplaats voor brandstoffen van de bur geravondschool is gelegen onder het polderhuis, ■ermoedeljjk een gevolg van een misbruik, in den loop der tgden ingeslopen, daar volgens de ligging deze kelder klaarbljjkeljjk vroeger bg het polderhuis behoord heeft. Op verzoek van het dag. bestuur heeft de gemeenteraad van Middelburg zich bereid ver klaard dien kolder aan het polderbestuur af staan voor 35. Het dag. bestuur adviseert dit aanbod aan nemeD, waarmede de vergadering zich vereenigt. Van de wed. Vogel is een verzoek ingeko- en tot geldeljjke ondersteuning. Zg is de weduwe van een gewezen djjkwachter van den polder te Veere en verkeert in behoeftige om standigheden. De voorzitter vraagt of er bezwaar ia tegen dadeljjke behandeling. Dat bljjkt niet het geval te zgn. De voorzitter deelt mede dat aan Vogel een pensioen is toegekend maar dat hg overleden is vóór hg in het genot daarvan komen kon. De president stelt voor aan de weduwe, die in behoeftige omstandigheden verkeert, een gratificatie van 100 toe te kennen. De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje heeft geen bezwaar om die som toe te staan, maar vraagt of er een antecedent is. De voorzitter antwoordt ontkennend. De heer jhr. mr. L. Schorer vraagt hoeveel pensioen de man had. De voorzitter antwoordt 250. De heer jhr. Schorer vraagt of aan de vrouw niet kan gegeven worden hetgeen voor den an op de begrooting was uitgetrokken. De voorzitter antwoordt dat er geen post is op de begrooting omdat Vogel vóór 1 Jan. is overleden. De heer jhr Schorer stelt nu voor 250 te geven in eens af. De heer Melis zou wel de vrouw willen pensionneeren, maar vreest een antecedent te scheppen. Waar het een uitgaaf voor eens geldt, gaat spreker gaarne mede met het voor- el van den heer jhr mr Schorer. De heer Sprenger zal tegen dat voorstel stemmen. Het ligt z. i. niet op den weg van den polder weduwen van gepensionneerden te ondersteunen. Had men vroeger een pensioen- en wedu- wenfonds aangenomen, dan was een voorstel als dit niet noodig. De heer Van Teylingen merkt op dat het voorstel van het dag. bestuur om oen pensi oenfonds op te richten niet is verworpen maar terug genomen. Het voorstel-Schorer wordt daarop in stem ming gebracht en aangenomen met 15 tegen 7 stemmen. Tegen stemden de heeren De Visser, öop- poolse, K. Allaart, Cevaal, Sprenger, Van Westen en Kodde. Bjj de rondvraag wjjst de heer Corró op de enscbeljjkheid om bjj den afrit en midden op den zeedjjk te Westkapelle wat meer licht te brengen of palen te plaatsen. De voorzitter deelt mede dat het dag. be stuur reeds maatregelen genomen heeft om aan het bezwaar tegemoet te komen. De voorzitter noodigt de leden uit na de vergadering kennis te nemen van de genomen proeven betrekkeljjk het zoutgehalte in de waterleiding. De heer K. Allaart zegt den voorzitter dank voor de genomen proeven, maar stelt in het licht dat het zoutwater door den watergang langs Souburg en de Abeele stroomt naar Mid delburg en zoo in den polder komt in plaats van naar den spuiboezem te atroomen. De voorzitter antwoordt dat dit een gevolg hiervan is dat bjj het maken der rjjks werken de dorpel iets te hoog is gelegd. Verbetering zou kunnen komen indien het mogelgk ware den dorpel iets te verlagen. Dat zou echter nogal een uitgaaf vorderen. Intussche» zal het dag. bestuur overwegen wat er aan het bezwaar te doen is. Daarna is de vergadering gesloten. Gemeenteraad van Goes Zitting van Vrjjdag 4 April, des avonds te 8 uren. Voorzitter de burgemeester. Tegenwoordig 12 leden. Een vaoature. Van de openbare gezondheidscommissie is bericht ontvangen dat zjj ontslag neemt. De voorzitter stelt voor dit voor kennisgeving aan te nemen en de commissie dank te be tuigen voor alles wat fcjj in het belang det gemeente heeft gedaan. De heer Risch, tevens voorzitter dier com- Daarop wordt op voorstel van den heer missie, wenBcht de nota van burg. en weth.,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1902 | | pagina 5