HiielMiscbe Courant
Een suikerpraatje.
BIJVOEGSEL
Maandag April 1902, no. 81.
De koer Heerman van Vos, voorzitter
van de Vereenigiug der suikerfabrikanten, hield
voor eeuigen tg i in De Prins van Oranje te Goes
eene voordracht of liever eene causerie over
de tegenwoordige Buikercrisis, van welke bijeen
komst een nauwkeurig verslag in dit blad is
verschenen. Op eene enkele mededeeling, die,
in het begin gedaan, op het einde door den
spreker beslist werd tegengesproken, is niet
hot volle licht gevallenzjj was nagenoeg
allen hoorders ontgaan en kwam eerst bjj eene
latere bespreking tot volle klaarheid.
't Is niet van belang ontbloot, daarop thans
nog eens de aandacht te vestigen.
In het begin zjjnor toespraak vertelde de
heer Heerman van Tos, dat de veree-
nigde fabrikauten onder elkander door loting
hadden uitgemaakt, welke fabrieken dit jaar
zouden stil liggen. Er waren er een zeker
aantal aangewezen, die niet zouden werken.
Aangezien de dagbladen de namen dier fabrie
ken reeds hadden medegedeeld, werd door
niemand bjjzonder gewicht aan deze mededee
ling gehecht.
Toen tegen het einde van de bijeenkomst
een der tegenwoordigen de opmerking maakte,
dat bg maar moeilgk kon aannemen, dat die
fabrieken zouden atil liggen, werd door den
spreker daarop geantwoord, dat het niet werken
een dringende eiach was van de tegen
woordige omstandighedendie fabrieken toch
hadden het vorig jaar al met zooveel verlies
gewerkt, dat zjj het onmogelgk in dit jaar
zouden kunnen bolwerken.
Jammer bljjft het, dat toen niet dadeljjk
een der aanwezigen de opmerking gemaakt
heeft, dat het wel toevallig mag genoemd
worden, dat juist de meest wrakke fabrieken,
die, zooals de heer Vorsterman
O y e n het noemde, volgens de verklaring van
den heer Heerman van Vos op het punt
stonden van te moeten liquideeren, bjj de
loting, voor haar zeer gelukkig, waren uitge
vallen.
Gelukkig heeft de Economist ona over dat
punt eenige nadere inlichtingen verschaft. De
werkende fabrieken zullen zooveel suiker fa-
brioeeren, dat zjj aanspraak kunnen maken op
de uitkeering van de geheele premie, die voor
dit jaar 2.000.000 bedraagt. Gemiddeld
krjjgt iedere fabriek tusschen de zestig en
zeventig duizend gulden voor zjjn aandeel, als
zjj alle werken. Nu werken er slechts 24 en
die keeren van haar overwinst, haar grooter
aandeel in de fabricage van suiker een behoor
leken intrest uit aan de aandeelhouders inde
stilliggende fabrieken.
We behoeven dus niet te vreezen, dat de
aandeelhouders in zoo'n fabriek reeds dit jaar
te kort zullen komen.
Laat ons voor de aardigheid eens eene op
pervlakkige berekening maken en daarbjj aan
nemen, dat een fabriek, die behoorljjk is inge
richt en bg volle werking vgftig of meer
millioenen EG bieten in suiker omzet,
waarde heeft van zes honderd duizend gulden.
Die fabriek staat van 't jaar stil. Eapitaal
voor grondstoffen heeft zg dus niet noodig.
De maohineriën behoeven slechts in orde te
worden gehouden. Stellen wg daar voor 4 man
tegen 500,— per jaar f 2000,—
Den directeur en het verdere vaste
personeel kan men moeilgk op
straat zettengeef hun aan salaris 10000,-
De arbeiders, anders eenige maan
den in zoo'n fabriek werkzaam, stel
40, aan 250,— ieder, gedurende
den tgd, dat zg werkzaam waren,
voor vergoeding 10000,-
Een kapitaal in de fabriek van
f 600000,— wegens het stil liggen
berekend tegen een matigen intrest
van 6 86000,
Totaal 58000,
Blgvende in ieder geval nog ver onder de
premie, die de staat dit jaar zoude uitkeeren,
als alle fabrieken werkten, tot het bedrag, dat
vereischt wordt om de volle premie te ont
vangen.
Wg geven deze berekening nu niet op als
volmaakt nauwkeurigom eene volledige reke
ning te kunnen maken, souden wg mo>
kunnen beschikken over velledige opgaven,
die ons wel niet zullen worden verstrekt.
Hoe globaal zg echter ook zg, de opgave is vol
doende om te doen zien, dat de fabrikanten
het dit jaar nog wel zullen stellen zonder de
invoerrechten te verhoogen met f 8,— per
100 KG geraffineerde en per 100 KG
ruwe suikers, welke verhoogde belasting zg
volgens hunne ciroulaire onmisbaar achten
om de mededinging van het'buitenland het
hoofd te kunnen bieden.
De oorzaken van de tegenwoordige ci
want da te lage suikerprgzen zgn het duidelgk
bewgs dat er een crisis is, zgn
lo de te groote voortbrengst
2o het verbond, kartell of trust, der Oos-
tenrgksche, Hongaarsche en Duitsche suiker-
fabrikanten
3o het verschil, dat tusschen de uitvoer,
ptemiën bestaat.
Men heeft nu eene conferentie te Brussel
gehad, waar men bg gemeenschappelgke
overeenkomst eenige bepalingen heeft aange
nomen, om een crisis, als de thans bestaande,
voor het vervolg te voorkomen.
Worden de daar gemaakte bepalingen door
regeeringen der betrokken landen goedge
keurd en als wet aangenomen, dan komt de
suikerproductie weder in een meer natuurlgken
toestand en de noodlottige gevolgen van het
premiestelsel zullen daardoor worden voor
komen, maarèn in Frankrgk, ènin Duischland,
èn in Oostenrgk-Hongarge doen zich vele Btem-
men hooren tegen het aannemen dier bepalingen
en de tgd zal het moeten leeren, of de invloed
der tegenstanders niet groot genoeg zal zgn,
het nemen van maatregelen te beletten'
die voor het publiek voordeeliger, maar voor
de suikerlords in die landen ongetwgfeld veel
nadeeliger zgn.
Maar ter zake.
De te groote voortbrengst, wg hebben dit
reeds vroeger aangetoond, is voor een deel het
gevolg van het bouwen van suikerfabrieken in
landen, waar vóór weinige jaren geen suiker
werd voortgebrachtbjjv. Italië, Spanje, Zwe
den, Roemenië enz.voor een ander deel ook
van de verovering van Cuba en de Philippgnen
door Amerika. Door het Amerikaansche kapi
taal en de Amerikaansche energie moeBt de
suikervoorbrengst van deze landen noodzakelgk
vermeerderd worden en zal zeker nog jaar op
jaar toenemen
Een groot deel van die suiker wordt naar
Amerika gevoerd, waar die invoer op bjjzon-
dere wgze wordt aangemoedigd. Yoegt men
deze oorzaak bg de voortdurende toeneming
van fabrieken in de Vereenigde Staten van
Amerika zelve, dan kan men binnen korten
tgd verwachten, dat de uitvoer van suiker
naar Amerika uit de landen van Europa ge
heel zal ophouden niet alleen, maar dat eer
lang van daar ook suiker zal gebracht worden
op de Europeesche markt.
In den omzendbrief van de Nederlandsche
fabrikantep kan men lezen, dat
»de regeering van België aan onze regeering
ten voorbeeld moge strekken, aangezien zg
zich gehaast heeft, terwgl de conferentie bin
nen Brussel beraadslaagde over de afschaffing
der premies, hare industrie,'t grenst inderdaad
aan ironie, te ver big den met 2 francs extra
premie, welke België voor den óndergang
harer suiker-industrie zal behoeden, gesteund
als zg reeds is door eene premie van ongeveer
5 francs, dus te zamen 7 francs per 100 KG."
Wg betwgfelen, of de meeste lezers van
en omzendbrief zich wel een helder denk
beeld gevormd hebben tan hetgeen door de
Belgische regeering is gedaan. Wg achten
het daarom niet van belang ontbloot, hierbg
even stil te staan.
De grond van het belastingstelsel op suiker
België is de hoeveelheid sap, die uit de
suikerbieten geperst wordt, in verband met de
densiteit (dichtheid) van dat sap.
De wet bepaalt de hoeveelheid suiker, die
een hectoliter sap bg een zekeren graad van
den densimeter, verondersteld wordt voort te
brengen. Die hoeveelheid draagt in België
in naam van prise en charge.
Deze bedroeg sedert 1887 1500 gram per
hectoliter sap.
Het bleek, dat die prise en charge de ont
vangsten van den Btaat in groot gevaar bracht
en daarom werd zg in 1900 vermeerderd met
l/3 en dus gebracht op 2000 gram per hecto
liter sap. Was eene zekere vermeerdering in
1900 gewettigd, die vermeerdering schgnt te
groot geweest te zgn, want in plaats van
millioen francs, waarop gerekend was, beliep
het inkomen van den staat 12 millioen.
Daarom heeft de minister een wetsontwerp
ingediend om de prise en charge terug te bren
gen tot 1925 gram.
De 12.000.000 francs, die de staat van de
suiker-industrie ontvangen heeft, maken een
belasting uit van ruim 2'/a franc per 1000 KG
suikerbieten.
Wanneer dus de prise en charge teruggebraoht
wordt van 2000 op 1925 gram, betalen de fa
brikanten, in plaats van 45 francs per 100 KG
suiker, die zg vroeger betaalden, sleehts 43.31
francs en hebben dus eene tegemoetkoming
van 1.69 frc.
Die prise en charge is slechts eene veronder
stelling van den staat. Deze neemt aan, dat
uit een hectoliter sap van bepaalde dichtheid
gram suiker kan gemaakt worden. De
fabrikant betaalt daarvoor 2 X 45 centimes
aan belasting.
Haalt hg daaruit 2500 gram suiker, dan be
taalt hg slechts de belasting voor 2000 gram
en voor de 500 gram meer betaalt hg niets.
Ofschoon hg nu voor die 500 gram geer
aocgns betaalt, wordt die suiker door den ver
bruiker even duur betaald als de suiker, die
ver&ccgusd is.
De winst, die de fabrikant daardoor behaalt,
draagt den naam van premie.
Die premie bestond vroeger in Nederland
ookmen sprak toen van overponden, waar
mede men de hoeveelheid suiker bedoelde, die
meer gemaakt werd uit eene hoeveelheid sap
dan de wetgever aannam dat daaruit
ceerd kon worden en die duB onbelast bleef.
Die premie is in Nederland vervangen door
een vaste som, terwgl de belasting betaald
wordt voor de geheele hoeveelheid suiker, die
wordt voortgebracht.
In België beliep de premie, die de verbruikers
aan de suiker-industrie betaalden, in het jaar
1900 de som van 16.133.000 francs.
Die franken werden door de fabrikanten voor
in deel gebruikt om de prijzen van de suiker,
voor den uitvoer bestemd, en die geene belas
ting betaalt, nog met een zeker bedrag te
verminderen, om de concurrentie op de buiten-
landsohe markt mogelgk te maken.
M. a. w. België betaalde in 1900 8 millioen,
Nederland ruim 2 millioen guldens om den
Engelschen goedkoope suiker te leveren.
(Wordt vervolgd.)
Middelburg 5 April.
Polderbestuur van Walcheren.
Vergadering van heden, Zaterdag, morgen
te 10 uren.
Voorzitter de heer H. P. den Bouwmeester.
Tegenwoordig 22 commissarissen.
Afwezig de heer dr A. van der Swalme,
met kennisgeving.
De notulen van het verhandelde in de vorige
vergaderingen worden gelezen en goedgekeurd.
Aan de orde is het verslag van het dage-
ljjksch bestuur omtrent den
toestand des polders in 1901.
Daaraan ontleenen wg het volgende
Verschillende stormen, enkele gepaard gaande
met vrjj hooge vloeden, beschadigden de dui
nen en de verdedigingswerken, welke echter
zonder buitengewone middelen konden hersteld
worden.
Na de aflossingen, ten bedrage van ƒ38.000,
bedroegen de schulden van den polder op 2
Jan. 1902 12.698 a 2 458.900 4
376.000 a 3 /8 f 30.000 k 8*/« en
78.000 a 4 rente.
Wat de duinen betreft wordt gemeld dat op
het Zuiderstrand der Weslwatering de voor-
en achteruitgang van het duin afwisselend was,
terwgl op het Zuiderstrand der Noordwatering
de duinvóet in bjjna alle raaien achteruitging.
Up het Noorderstrand tusschen de raaien 67
waren de veranderingen van weinig
beteekenis, tusschen de raaien 96 en 106 was
de achteruitgang echter algemeen. Aan
Oostwatering ging de duinvoet gemiddeld 0.42
M. achteruit.
De ui komsten der metingen aan de stranden
waren niet ongunstig.
In hel afgeloopen jaar werd geen overlast
van het polderwater ondervonden.
Het verslag zal worden gedrukt en aan de
leden gezonden.
Alsnu komt ter tafel de
BEGROOTING VOOR 1903,
Zg wordt voorgesteld als volgt
Inkomsten.
Efdst. I, ontvangsten wegens vroegere
diensten, nihil.
Hfdst. II, opbrengst van eigendommen en
bezittingen 2494.485.
Hfdst. III, belastingen ei
250.376.08 (gewoon djjkgeschot, ad 18.50
per H.A. Bchotbaar land 208.150.80 en ƒ5.30
por HA. vrgland 7849.01, buitengewoon dgk
geschot ad 2 per H.A. f 33.799.04 en af-
wateringsgelden 577,18.)
Het buitengewoon dgkgeschot wordt voor
gesteld in verband met de behoefte aan de
noodige fondsen tot dekking van de kosten
der meerdere verdedigingswerken tengevolge
der stormschaden.
Hfdst. IV, inkomsten vau verschillenden
aard en toevallige baten, 3664.37.
Hfdst. V, inkomsten van straat- en zand-
i, 13.400.
Hfdst. VI, buitengewone ontvangsten
101.000.
Het totaal der inkomsten is 370.934.88'.
Uitgaven.
Hfdst. I, uitgaven van vorige dienstjaren,
240.
Dit vloeit voort uit meerdere kosten der
werken tengevolge van in 1901 plaats gehad
hebbende stormschaden.
Hfdst. II, kosten der gewone werken,
132.600 (Noordwatering 74.800, Oostwate
ring 29.000, Zuidwatering 9900 en West
watering 18.900).
Hfdst III, kosten der buitengewone werken,
nihil.
Hfdst. IV, kosten der straat- en zandwegen,
13.400.
Hfdst. V, rentebetaling en aflossing van
gevestigde schulden, 172.344.96.
Hfdst. VI, bezoldigingen en schadeloosstel
lingen 19.343.33.
Hfdst. VII, kosten der inspectiën op de
zeewerken, 700.
Hfdst. VIII, kosten van onderhoud van
's polders eigendommen, 3500.
Hfdst. IX, grond- en andere lasten, f 1066.676.
Hfdst. X, kosten van brand, licht en bureau
behoeften, 500.
Hfd. XI,. druk, bind en schrjjfloonen 550.
Hfdst. XII, kosten van bjjhouding van den
kadastralen polderlegger, 700.
Deze post is verhoogd met ƒ400. De collec
tie kadastrale kaarten is onbruikbaar en ver
nieuwing is noodzakelgk. Ten einde de kosten
niet te bezwaarlik te maken wordt voorge
steld de vernieuwing over vjjf jaar te doen
loopen.
Hfdst. XIII, kosten der verkiezing van
commissarissen, 300.
Hfdst. XIV, alle andere uitgaven in het be
lang van den polder noodig, f 3400.
Hfdst. XV, onvoorziene uitgaven, 22.289,
Het totaal der uitgaven is f S70.934.886.
De commissie, belast met het voorloopig on
derzoek der begrooting, adviseert, bg monde
van den heer Gerlach van St Joosland, tot
goedkeuring ervan.
Van de gelegenheid om algemeene beschou
wingen te houden, wordt geen gebruik gemaakt.
In de eerste plaats worden behandeld de
ramingen voor werken aan de vier waterin
gen van den polder.
Op die voor de Noordwatering iB een post
uitgetrokken van 400 voor onderhoul van
den Schelpweg van Westkapelle naar Domburg-
De heer Louwerse vraagt of het niet ge-
wenscht zou zgn dezen post te brengen op
de straat- en zandwegen.
De voorzitter acht dit niet gewenscht. D
weg is een schelpweg, in onderhoud bjj de
Noordwatering. De weg is afgelegen en een
tol kan er niet geheven worden. Wanneer het
onderhoud werd gebracht op den post straat
zandwegen is het te verwachten dat al
poedig om een klinkerweg gevraagd zou wor
den. Dat zou ten nadeele zgn van de andere
wegen.
Det heer Louwerse is het met dit laatste
niet eens, maar maakt geen voorstel van zjjn
denkbeeld.
Daarna wordt overgegaan tot artikelsgewjjze
behandeling der begrooting en begonnen met de
Uitgaven.
Bjj hfdst. 1 art. 1, nadeélig slot der rekening
van het dienstjaar f MOzegt de heer Van
Tejjlingen dat, naar zgn meening, in de memo
rie van toelichting een schrijffout geslopen iB.
De voorzitter antwoordt ontkennend en
toont de juistheid van het geschrevene aan.
Bjj hfdst. II art. 4, gewone werken aan de
Zuidwatering, f 9900 meent de heer Melis dat
post van 4056 voor zuilen bazalt wel
kan vervallen..
Hjj acht dit werk vooralsnog niet noodig
en zou, met het oog op het voorgestelde bui
tengewoon dgkgeschot, den post geschrapt
willen zien.
De voorzitter meent dat, waar de raming
reeds is goedgekeurd, de vergadering zou
moeten besluiten de discussie over die raming
te heropenen.
De heer Huvers zegt daartoe wel een voor
stel te willen doen.
De voorzitter protesteert tegen zoo lanig
voorstel, doch zal het in stemming brengen.
De heer Sprenger verklaart zich ook tegen
het voorstel van den heer Huvers.
De heer Melis erkent dat hjj bjj de behan
deling der raming het woord had moeten vra
gen, doch meent zich toch wel gerechtigd nu
nog inlichtingen te mogen verzoeken.
De voorzitter brengt alenu het voorstel-
Huvers in stemming.
Het wordt verworpen met 13 tegen 9
stemmen.
Voor stemmen de heeren De Visser, Cop-
poolse, K. Allaart, W. Cevaal, H. W. Allaart,
Huvers, Melis, Cysouw en Corré.
Bg hoofdstuk VIII art. 81, onderhoud van
het polderhuis enz. f 3400, vraagt de heer De
Visser inlichting.
De voorzitter deelt mede dat de verhooging
van dien post met 2650 een gevolg is van
de voorgenomen verbouwing der Noodzjjde
van het polderhuis.
Daarop wordt de post goedgekeurd.
Nadat de uitgaven zgn vastgesteld, zooals
die zgn voorgedragen, wordt overgegaan tot de
behandeling der
Inkomsten.
Bg htd. III art. 5, belastingen en heffingen
buitengewoon dijkgeschot ad f 2 per hectare, zegt
de heer Huvers dat dit voorstel een onaange-
namen indruk op hem heeft gemaakt.
Z. i. moeten de uitgaven worden vastgesteld
naar de inkomsten en hjj had gaarne eenige
bezuinigingen zien aangebracht op de uitgaven.
Er is 33,799.04 uitgetrokken voor buiten
gewoon djjkgeschot. Er moet 83.000 worden
afgelost, en nu zoii spreker wenschen een lee
ning te sluiten van 30.000 en het overige
benoodigde te heffen als buitengewoon geschot.
Hg zou voorshands geen meerderen last
willen leggen op ingelanden, waar die reeds
13.50 per hectare bedraagt.
De voorzitter zegt dat de uitgaven in
polder ala deze niet zgn te regelen naar de
inkomsten. Dan zou men er niet komen
waren de rampen niet te overzien.
Bezuiniging op de uitgaven konden de raden
niet vinden en bljjkbaar ook de vergadering
niet, die alle posten goedkeurde.
Het leenen van 80.000 zou verderfeljjk zjjD,
Waarvoor zal men leenen'f Voor het ge
woon onderhoud? Er ïb het vorig jaar storm,
schade geweest voor ruim 21.000dit jaar
is er reeds 7000 stormschade en daarom moet
meer dgkgeschot worden geheven.
Leenen voor gewone werken zou den polder
zeer bezwaren.
Of Ged. Staten hun goedkeuring zouden ver-
leenen aan zulk een leening waar geen bui
tengewone werken worden voorgesteld, betwjj
feit spreker ook.
De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje
deelt geheel de meening van den voorzitter.
Hg acht een leening gevaarljjk. Ging men op
dien weg door, dan zou men voortdurend lee
nen tot men uitgeleend was.
Bjj de uitgaven is bjj hfdst. IX art. 84
reeds een besluit genomen waardoor het bui
tengewoon dgkgeschot is goedgekeurd.
De heer Huvers wjjst er op dat op de be
grooting een paar nieuwe werken voorkomen,
waarvoor wel degeljjk geleend kan worden.
Als het niet opgaat telken jare te leenen,
dan gaat het ook niet op telken jare het dgk
geschot te verhoogen, totdat de ingelanden het
niet meer kunnen betalen.
Wat het aangevoerde aangaande art. 34 van
hfdst. IX betreft, dit weegt bjj spreker niet.
De voorzitter wjjst er op dat de werken,
door den heer Huvers bedoeld, dienen tot her
stelling van versleten werkendie vallen niet
onder nieuwe of buitengewone werken. Her
stel van versleten werken is gewoon onderhoud.
De heer Huvers stelt nu voor 30.000 door
leening te vinden.
De heer Louwerse meent dat van morgen
de paarden achter den wagen gespannen wor
den. Spreker heeft in de commissie gezeten
en heeft zgn bezwaren tegen de voorgestelde
werken aan den president kenbaar gemaakt.
Hg is toen tot de wetenschap gekomen dat
de werken misschien wel verschoven maar
niet voor goed uitgesteld kunnen worden.
Het voorBtel-Huvers wordt alsnu in stem
ming gebracht en verworpen met 15 tegen
7 stemmen.
Voor stemmen de heeren De Visser, Oop-
poolse, K. Allaart, W. Cevaal, H. W. Allaart,
Huvers en Melis.
Huvers het buitengewoon dgkgeschot in stem
ming gebracht.
15 leden verklaren zich ervoor en de 7 even-
genoemde heeren tegen.
De inkomsten geven verder tot geen dis
cussie aanleiding.
Hfdst. XV der uitgaven, onvoorzien, 22.289.92,
wordt daarop vastgesteld.
De begrooting, in haar geheel in stemming
gebracht, wordt aangenomen met alge
meene stemmen behalve die der heeren Cop-
poolse en Huvers.
Aan het dag. bestuur worden vervolgens do
gewone machtigingen verleend.
De vervaldagen van het dgkgeschot worden
bepaald als volgt1 Mei, 1 Juli, 1 October
en 22 December.
Door het dag. bestuur wordt voorgesteld van
Rejjnierse aan te koopen 1866 c.a. water
t 184 c.a. land onder St. Laurens, voor 178.40.
Een en ander is noodig voor het verleggen
van den Proojjensehen watergang.
Dit voorstel wordt zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming aangenomen.
De bergplaats voor brandstoffen van de bur
geravondschool is gelegen onder het polderhuis,
■ermoedeljjk een gevolg van een misbruik, in
den loop der tgden ingeslopen, daar volgens
de ligging deze kelder klaarbljjkeljjk vroeger
bg het polderhuis behoord heeft.
Op verzoek van het dag. bestuur heeft de
gemeenteraad van Middelburg zich bereid ver
klaard dien kolder aan het polderbestuur af
staan voor 35.
Het dag. bestuur adviseert dit aanbod aan
nemeD, waarmede de vergadering zich
vereenigt.
Van de wed. Vogel is een verzoek ingeko-
en tot geldeljjke ondersteuning. Zg is de
weduwe van een gewezen djjkwachter van den
polder te Veere en verkeert in behoeftige om
standigheden.
De voorzitter vraagt of er bezwaar ia tegen
dadeljjke behandeling.
Dat bljjkt niet het geval te zgn.
De voorzitter deelt mede dat aan Vogel een
pensioen is toegekend maar dat hg overleden
is vóór hg in het genot daarvan komen kon.
De president stelt voor aan de weduwe, die
in behoeftige omstandigheden verkeert, een
gratificatie van 100 toe te kennen.
De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje
heeft geen bezwaar om die som toe te staan,
maar vraagt of er een antecedent is.
De voorzitter antwoordt ontkennend.
De heer jhr. mr. L. Schorer vraagt hoeveel
pensioen de man had.
De voorzitter antwoordt 250.
De heer jhr. Schorer vraagt of aan de vrouw
niet kan gegeven worden hetgeen voor den
an op de begrooting was uitgetrokken.
De voorzitter antwoordt dat er geen post
is op de begrooting omdat Vogel vóór 1 Jan.
is overleden.
De heer jhr Schorer stelt nu voor 250 te
geven in eens af.
De heer Melis zou wel de vrouw willen
pensionneeren, maar vreest een antecedent te
scheppen. Waar het een uitgaaf voor eens
geldt, gaat spreker gaarne mede met het voor-
el van den heer jhr mr Schorer.
De heer Sprenger zal tegen dat voorstel
stemmen. Het ligt z. i. niet op den weg van
den polder weduwen van gepensionneerden te
ondersteunen.
Had men vroeger een pensioen- en wedu-
wenfonds aangenomen, dan was een voorstel
als dit niet noodig.
De heer Van Teylingen merkt op dat het
voorstel van het dag. bestuur om oen pensi
oenfonds op te richten niet is verworpen
maar terug genomen.
Het voorstel-Schorer wordt daarop in stem
ming gebracht en aangenomen met 15
tegen 7 stemmen.
Tegen stemden de heeren De Visser, öop-
poolse, K. Allaart, Cevaal, Sprenger, Van
Westen en Kodde.
Bjj de rondvraag wjjst de heer Corró op de
enscbeljjkheid om bjj den afrit en midden op
den zeedjjk te Westkapelle wat meer licht te
brengen of palen te plaatsen.
De voorzitter deelt mede dat het dag. be
stuur reeds maatregelen genomen heeft om
aan het bezwaar tegemoet te komen.
De voorzitter noodigt de leden uit na de
vergadering kennis te nemen van de genomen
proeven betrekkeljjk het zoutgehalte in de
waterleiding.
De heer K. Allaart zegt den voorzitter dank
voor de genomen proeven, maar stelt in het
licht dat het zoutwater door den watergang
langs Souburg en de Abeele stroomt naar Mid
delburg en zoo in den polder komt in plaats
van naar den spuiboezem te atroomen.
De voorzitter antwoordt dat dit een gevolg
hiervan is dat bjj het maken der rjjks werken
de dorpel iets te hoog is gelegd. Verbetering
zou kunnen komen indien het mogelgk ware
den dorpel iets te verlagen. Dat zou echter
nogal een uitgaaf vorderen. Intussche» zal
het dag. bestuur overwegen wat er aan het
bezwaar te doen is.
Daarna is de vergadering gesloten.
Gemeenteraad van Goes
Zitting van Vrjjdag 4 April, des avonds te
8 uren.
Voorzitter de burgemeester.
Tegenwoordig 12 leden. Een vaoature.
Van de openbare gezondheidscommissie is
bericht ontvangen dat zjj ontslag neemt. De
voorzitter stelt voor dit voor kennisgeving
aan te nemen en de commissie dank te be
tuigen voor alles wat fcjj in het belang det
gemeente heeft gedaan.
De heer Risch, tevens voorzitter dier com-
Daarop wordt op voorstel van den heer missie, wenBcht de nota van burg. en weth.,