MIDDELBURtiSCHE COURANT.
IS0. 74.
143° Jaargang,
1902.
Vrijdag
28 Maart.
Recht of mensGhelükheid?
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THERMOMETER EN VERWACHTING.
27 Maart 8 n. vm. 41 gr., 12 n. 49 gr., av. 4 u. 50 gr. F. Verwacht: matige Z. W. wind,
zwaar bewolkte lucht, regenachtig weer, geringe toename in temperatuur.
Advertentie»20 cent per regel. Geboorte-, dood- en allo andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent. Reêlamens 40 cent per rogel.
Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeeu A<lvertentle-Bai'e»n
A. DE I,A MAR Azu., Kf.35. Voorburgwal 366, Amsterdam.
Maandag, Tweeden Paascbdag, ver
schijnt. de Middelburc/sche Courant niet.
"Wij hebben de Handelingen er nog eens
op nagelezen.
Het is dan ook een bijzonder geval: dat
van eon verpleegde in de Rijkswerkinrich
ting te Hoorn, wien geweigerd werd zijn
stervende dochter in een ziekenhuis te Alk
maar te bezoeken.
Er is daarover al zooveel geschreven dat
wij ons ontslagen kunnen rekenen het ge
beurde breedvoerig uiteen te zetten.
Wij veroorloven ons liever enkele aan-
teekeningen op hetgeen, blijkens het offi-
cieele verslag, Woensdag vorige week in
de Tweede kamer is gezegd.
De heer Marchant, de interpellant, heeft
op bezadigde wijze den minister om inlich
tingen gevraagd en zijn standpunt in deze
blootgelegd.
Hij heeft eerst een afwachtende houding
aangenomen maar is later, daartoe door
den heer Schaper geprikkeld, iets krasser
uit den hoek gekomen, o. a. door de ver
klaring dat ook hem de koude toon van
den minister onaangenaam had getroffen.
De afgevaardigde van Deventer wilde
van de kwestie geen partijzaak maken
haar niet drijven in een verkeerde rich
ting, omdat hij dan wist dat men niets zou
verkrijgen. Met kalmte en bedaardheid
wilde hij den minister zien te brengen
daar waar men wezen wilde.
Van daar zijn omzichtig optreden.
Na allerlei besprekingen stelde hij ten
slotte, met intrekking van eene andere,
vooraf gedane, deze motie voor
„De Kamer,
van oordeel, dat de mogelijkheid moet
bestaan dat in zeer buitengewone gevallen,
gedetineerden, onder de vereisohte waar
borgen, het gesticht, waarin zij zijn opge
nomen, tijdelijk mogen verlaten,
gaat over tot de orde van den dag."
Deze motie werd zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen, nadat vooraf met 60
tegen 5 stemmen verworpen was eene van
den heer Schaper, luidende
„De Kamer,
van oordeel, dat de houding van den
minister in dezen zoo min uit een oogpunt
van Christelijkals wel uit dat van een
humaan regeeringsbeleid is te verdedigen,
gaat over tot de orde van den dag."
Eigenlijk gezegd, zijn beide moties van
geheel andere strekking en niet met elkaar
te vergelijken.
Waren wij geroepen geweest over haar
uitspraak te doen, wij zouden aan beide
onze stem hebben gegeven.
De eene die van den heer Schaper
slaat op het feit dat zooveel aanstoot gaf,
en spreekt afkeuring uit over de houding
van den minister in het bewuste geval
met de andere, die van den heer Marchant,
heeft men het oog op de toekomst.
Ze zouden beiden desnoods tot een
voegd kunnen zijn, al was scheiding thans
practisoher.
Maar dat niot meerderen dan de vijf
socialistische kamerleden Hugenholtz, Scha
per, Van der Zwaag, Helsdingen en Melchers.
hun stem gaven aan de motie van den af
gevaardigde voor Appingedam, verwondert
ons.
De daad van minister Loeff is niet te
verdedigen geweest uit het oogpunt van
menschelijkhoid.
Wij begrijpen de moeilijkheid van een
jong minister, die in dergelijke spoed-
eisehende gevallen, om het zoo eens uit te
drukken, voor de patrijs wordt gezet.
Hij moet bij eene beslissing dan afgaan
op zijne ambtenarenen vooral als minister
van justitie rekening houden met ante-
Deze liberale minister had zelfs tot twee
maal toe een zoon toegestaan zijne zieke
of stervende moeder te bezoeken.
Ziedaar dus een sprekend antecedent, dat
voor den minister echter geen waarde
scheen te hebben, want hij hield zich liefst
aan de letter der wet, met hare ijskoude
voorschriften, en had geen oog en geen oor
voor de humane zijde der kwestie.
Aan den anderen kant was ook de heer
Schaper verbazend onbillijk toen deze zoo
f op liberale ministers, van wie men
een daad als van mr Loeff zou kunnen
verwachten. Dat te zeggen met het voor
beeld van minister Van der Kaay voor
oogen, pleit niet voor het rechtvaardigheids
begrip, voor het onpartijdig oordeel van
een intelligent en practisch man als Schaper
zich herhaaldelijk toonde.
Hij liet zich zeker geheel en al leiden
door eene hem gedane mededeeling omtrent
het destijds voorgevalleneeene mededee
ling die echter bleek geheel onjuist te zijn.
Onverstandig was het daarom zijnerzijds
om, op zulke losse gegevens, eene insinuatie
te uiten alsof destijds minister Van der
Kaay verlof gaf om een akte te doen pas
en voor het grootboek; en daaraan de
hatelijkheid toe te voegen „dit is van vrij
wat hooger belang voor da heeren dan een
menschenleven of de bekeering van een
Maar nu verhaast het ons ten zeerste
dat mr Loeff zich met die antecedenten
gebonden achtte door de laatste vier jaren,
maar dat hij het goede voorbeeld van
minister Van der Kaay, waarop hij aan het.
eind van het debat zelf nog eens uitdruk
kelijk wees, als 'tware had ge-écarteerd.
Maar om op den tegenwoordigen minister
van justitie terug te komen al ware er
zulk een antecedent van vóór de vier laatst
verloopen jaren niet geweest, dan nog had
hij, dunkt ons, een zelfde standpunt kunnen
innemen als zijn liberale voorganger Van
der Kaay.
Zijn christelijke beginselen vooral hadden
hem daartoe moeten nopen.
En geen stem zou opgegaan zijn om hem
daarvan een verwijt te maken.
Zelfs een wetsman als jhr mr A. F. de
Savornin Lobman zou, dunkt ons, zeker
niet angstvallig de wetboeken hebben open
maar, ze gesloten houdend, bij
zichzelven hebben gezegdboven de wet
gaat de menschelijkheid.
Wij verdiepen ons liefst niet in allerlei
redeneeringen over de gevolgen van een
straf ook voor derdenover vergelijkingen
van dit geval met reisjes die gevangenen
voor hunne gezondheid zouden maken. Bit
tere ironie Maar ons dunkt dat een stel
sel, hetwelk zulke onrechtvaardigheden en
onmenschelijkheden met zich brengt, als er
nu eene gepleegd is, herzien moet worden.
En het verheugt ons dat de Kamer in
deze richting eene vingerwijzing gaf.
Voor één daad zooals er nu een had
kunnen geschieden, geven wij allerlei spits
vondige, juridische beschouwingen cadeau.
Het geldt hier, zooals de heer Schaper
terecht zei, geen quaestie van juristerij maar
van humaniteit en Christelijkheid.
En nu zién wij niet recht in, waarom
de minister, die het recht boven mensche
lijkheid stelde,trots het goede voor
beeld, door een liberaal minis
ter gegeven; waarom een lid van een
kabinet, dat met veel ophef is opgetreden
om ons volk te brengen op den zijns in
ziens goeden wegdat, volgens eigen zeg
gen, „behoorde voort te bouwen op de
christelijke grondslagen van ons volksleven",
een phrase, en niet anders, waarvan het zin
ledige reeds herhaaldelijk is aangetoond
nu zien wij niet in, herhalen wij, waarom
zulk een minister, na zulk een daad, en
vooral na zijne ijskoude, koele verdediging
daarvan, zoo zoetsappig behandeld, als
't ware met glacé-handschoenen aangevat
moest worden.
De eenige reden ter verschooning van
den heer Van der Loeff zon te vinden zijn
in het besef van zijn onervarenheid
minister, in zijn eenzijdige ontwikkeling als
nrist, die hem louter deed vragen wat zegt
de wet
Een eenvoudig man, geen jurist, de heer
Van der Zwaag, die vaak den spijker op
den kop slaat en dit doet op kalme manier,
zeide het zoo uitstekend
»Yan dezen Minister hebben wg gehoord,
dat het niet mogelgk was de gevraagde facili
teit te verleenen, omdat wjj dan gebroken
zouden-hebben'met het stelsel'van on3 straf
recht, en wjj hebben verder van hem gehoord
dat dit stelsel o. a. hierin bestaat, dat niet
alleen een straf wordt opgelegd, maar dat die
ook wordt ondergaan op een bepaalde manier.
Met deze twee punten is echter ons straf
rechtelijk stelsel dunkt mjj nog niet geheel en
al gekenschetst.
Het heeft toch zeker ook wel een do9l, en
hoe hard ons strafstelsel ook moge zjjn, omdat
het nog te veel rekening houdt inet het Ro-
meiuBche recht, geloof :k, dat het doel van
ons strafstelsel toch óók nog is de verbete
ring van den misdadiger. De vrjjheidsberoo-
vhng, op welke wijze die dan ook moet worden
Jrgaan, mag volgens ons strafsysteem nim
mer uitsluitend ten doel hebben om den dader
onaangenaam te zjju, te pijnigen, maar alleen
om hem door deze onaangename behandeling
te brengen tot bekeering.
Ditzelfde heeft trouwens de heer Heemskerk:
betoogd hg heeft gezegd, dat het doel van de
straf niet is om noodelooze hardheden te!
plegen en dat een gevolg als het hier be-'
sprokene is geweest iets bijkomstigs. Maar,
Mijnheer de Voorzitter, dit moest dan juist
een reden zjjn om, waar de Minister volkomen
vrgheid had het te doen, de nadeelige gevolgen
van dat bijkomstige weg te nemen, waardoor
men de bedoeling van ons strafstelsel te beter
zou hebben verwezenlijkt. De heer Marchant
heeft er reeds op gewezen, wanneer die vader,
waarvan hier sprake is, was gebracht in de
nabjjheid van zjjn stervend kind, dan zou dit
een gunstigen invloed moeten hebben op zijn
oedde mogelijkheid is zelfs uitgesloten
dat hg ooit dat oogenblik zou hebben ver
geten, hoe oud hg ook moge worden, wat
hem een steun zou zjjn geweest wanneer hem
later in een zwak oogenblik weer de drank
duivel mocht trachten te verleiden. Immers
dan zou een waarschuwende engel in de ge
daante van zgn stervend kind om hem zweven,
Mg dunkt dit had vooraFvoor dezen Christe-
lgken Minister dus een reden moeten zgn om,
waar de wet dit niet verbood, zóó te handelen,
als niet alleen tot troost van een stervend
onschuldig meisje, maar ook ter betere ver
wezenlijking van het bijkomend doel van ons
strafstelsel: verbetering van den misdadiger,
wenschelgk zou zgn. De motie van den heer
Schaper heeft alleen ten doel afkeuring uit te>
spreken dat dit kortweg nagelaten is, en niet
hier te trachten eenig politiek voordeel
te behalenzjj richt zich derhalve uitsluitend
op de bevordering van het algemeen belang."
En later sprak dezelfde afgevaardigde
nog het volgende
Ten slotte wensch ik nog iets te zeggen
over de »bekeeringsgeschiedenis," want in
verhand daarmede heeft de heer De Savornin
Lohman hg moge zich dan meer parlemen
tair uitdrukken dan Schaper ons min of
meer minachtend en beleedigend toegesproken
het doen voorkomen alsof wg socialisten
aan die bekeering al zeer weinig zouden
hechten. Dit nu is volstrekt niet het geval.
Wanneer iemand, die verkeerd handelt of
verkeerde denkbeelden koestert, daarvan terug
komt, dan zgn wg daarover evenzeer verheugd
als de Christenen wg zullen alleen verschillen
inzake de wjjze waarop de bekeering moet
plaats hebben. Hoe wg echter over bekeering
in het algemeen denken, hier gold het een
zeer ernstig geval, waarin wg, zoowel om den
vader als om het onschuldig kind, het zeer
op prjjs zouden gesteld hebben, indien dezen
vader de gelegenheid ware geschonken om zjjn
stervend kind te zien, waardoor hg mogelgk
tot inkeer zou zijn gekomen. Dat het hier
een zeer ernstig geval gold, "dat zeer wel af
wijking van den gewonen regel motiveerde,
zal ik zeer zeker niet meer met zooveel woor
den behoeven te herhalen; over dat ernstige
zullen we het wel eens zgn. Omdat wg de
houding, ter zake door den Minister van Justitie
aangenomen, ten sterkste moeten afkeuren uit
een oogpunt van menscheljjkheid, zal ik dus
van harte stemmen voor de motie-Schaper, die
ik verre stel boven die van den heer Marchant."
BEKUËKIKUM £KZ,
Bjj Kon. besluit
is aan M. de Ras, op zgn verzoek, aérvol
ontslag verleend als luiténant-kolonel, militie-
commissaris in het lste militie-district van
Limbnrg en in zjjn plaats benoemd de gepens.
luit.-kol. der inf. L. H. A. Bonemejjer;
is, zooals in ons vorig nommer reeds in 't kort is
gemeld, eene commissie van advies voor 's Rjjfes
geschiedkundige publication ingesteld en zgn
tot leden dier commissie benoemdjhr. mr.
Th. H. F. van Riemsdgk, algemeen Rijks
archivaris te 's-Gravenhage, tevens tot voor
zitter; mr. W. H. de Beaufort, oud-Minister
van Buitenlandsche Zaken, te Leusden'; dr. P.
J. Blok, hoogleeraar te Leiden, dr. G. Brom
te Utrecht; dr„ G. W. Kernkamp, hoogleeraar!
te Amsterdam; dr. P. L. Muller, hoogleeraar
te Leidenmr. S.. Muller Fzn,, Rijksarchivaris
te Utrecht; mr. C. Pjjnacker Hordjjk, lid van
de Eerste Kamer dr. F. L. Rutge-s, hoog
leeraar aan de Vrjje Universiteit te Amsterdam,
dr. H. T. Colenbrander, adjunct-Rjjksarcbi-
varis te 's-Gravenhage, tevens tot secretaris
is, aan mr. F. A. Hengst, te Uden, op zgn
verzoek, eervol ontslag verleend als schoolop
ziener in het arrondissement Veghel;
is benoemd tot adjunct-commies bjj het Dep.
van Binnenl. Zaken mr. A. J. L. van Beeck
Oalkoen, te 's-Gravenhage;
is aan den onderdirecteur der telegraphie
G. Weiter, op zjjn verzoek, als zoodanig eer
vol ontslag verleend.
Middelburg 27 Maart.
Wij sluiten ons beslist aan bij deze
woorden van den heer Van der Zwaag.
De houding van den minister van justitie
in deze moge in enkele opzichten ver
schoonbaar zijn, te verdedigen is zij niet.
En het zal eene donkere bladzijde blijven
in de geschiedenis van dit kabinet, dat bij
voorkeur zich christelijk gelieft te noemen,
dat de man van het recht aan de mensche
lijkheid, aan de christelijke idee te kort
deed, door den wensch van een stervende
dochter om haar vader nog eenmaal voor
het laatst te mogen zien en te spreken
onvervuld te laten-
UIT STAD EN PROVINCIE.
Bljjkens het verslag van den direeteur
der Zeeuwsche Spoorbootmaatschappij over 1901
werd in dat jaar de dienst, behoudens enkele
storingen door mist veroorzaakt, geregeld vol
bracht. Er werden 677 reizen gemaakt.
De ontvangsten bedroegen van personen
22.379.35, van goederen (met 1000 voor
postvervoer) 6024.68, van ve8 1060.71,
samen 29.464.74, ofƒ475.10 meer dan in 1900.
Het aantal vervoerde personen (479 militairen
inbegrepen) bedraagt 27.3197s of 40.35 per
sonen per v. v. reis.
De bruto ontvangst per v. v. reis was 33.057s
van personen, 8.90 van goederen en 1.56 7S
m vee.
Van Middelburg naar Zierikzee v.v. werden
vervoerd 91757s personen en van Zierikzee
naar Catsche veer v.v. 5894.
Het geheele personenvervoer bedroeg 2947=
persoon minder dan in 1900.
Aan goederenvrachten werd 668.44 en aan
veevrachten 84.61 meer ontvangen dan in
1900.
Het vervoer op het traject Zierikzee—Catsche
Veer was minder, dat tusschen Middelburg en
Zierikzee grooter ook het verkeer te Cortgene
nam toe.
Den 4en Juli, toen te Middelburg de land
bouwtentoonstelling werd gehouden, werden
extra reizen gemaakt. Van Zierikzee en tus-
sehenveeren werden vervoerd 280 personen ad
387.55 en van Zjjpe en Stavenisse 188 ad
237.65
Den len October, bjj de voorstellingen van
Barnum en Bailey te Vlisaingen, voeren de
booten door naar VlisBingen. De reis voor de
middagvoorstelling bracht 260.05, die voor
de avondvoorstelling 57.20 op.
Gedurende de zomermaanden werden des
Zondags goedkoope retourbiljetten afgegeven,
geldig voor de terugreis op denzelfden dag,
Er werden vervoerd in de richting Middelburg
—Zierikzee 277 en in de richting Zierikzee—
Middelburg 291 passagiers.
Het voornemen bestaat om ook gedurende
de aanstaande drie zomermaanden deze retour
biljetten weder uit te geven.
Doordien bjj laag water de-spoorbooten in
de binnenhaven te Zierikzee niet kunnen
zwaaien, veroorzaakt zulks dikwijls grooten
last en onregelmatigheid in de afvaarten. Ver
langend bljjft de directeur uitzien dat het ge
meentebestuur van Zierikzee tot de noodzake
lijke uitbaggering moge overgaan.
De winst- en verliesrekening sluit in ont
vang en uitgaaf op f 53.464.74, met een saldo
van 11.651.14.
Indien die rekening wordt goedgekeurd stelt
de directeur voor van de winst te storten in
het reservefonds f 6000 en als dividend over
106 heele aandeelen 24 en over 60 halve 14
uit te keeren.
De vorige week Woensdag hield de af-
deeling van den Nederlandschen Militairen Bond
hare jaarvergadering in het Christeljjk Tehuis
voor Militairen alhier.
Behalve het bestuur waren eenige Leden en
begunstigers aanwezig.
Uit het verslag van den secretaris bleek dat
het Tehuis voorziet in een groote behoefte.
Het bezoek in het Tehuis is evenredig aan de
getalsterkte van het garnizoen in de verschil
lende maanden. Er werden 99 bezoeken door
onderofficieren en 3242 bezoeken door soldaten
gebracht.
De bezoekers maakten veel gebruik van de
gelegenheid om brieven te schrjjven, waarvoor
gratis papier wordt verstrekt.
Op uituoodiging van het bestuur hïëld dé
kapitein P. C. Gaill een lezing in het Tehuis
over het onderwerp: »'s Landsweerbaarhaicl".
Bjj gelegenheid van den verjaardag van H. M.
da Koningin werd een feestavond georganiseerd.
Het bezoek overtrof de verwachting. Gedu
rende de karmisweek waren er drie avonden
voor gezellig samenzjjn. Hierop hadden meer
deren kunnen komen.
De cathechisatie voor de militairen, vanwege
de Herv. kerk, wordt op de bovenzaal gehou
den. Aan den avond vftn den dag der bevesti
ging tot lidmaten waren al de leerlingen
samen tot des 's avonds 12 uur en werd menig
goed woord gesproken.
Op den lotingsdag werd aan de jongelieden
,n elders gratis koffie en brood verstrekt.
Verscheidenen maakten daarvan dankbaar
gebruik.
Door een overeenkomst met het gemeente
bestuur werden de zittingen van den militie
raad in het Tehuis gehouden. De penningmees
ter zou zeer verbljjd zjjn met ruime bijdragen
van berkeraden der verschillende kerken, van
vrienden en van allen, die het wel meenen
met den soldaat.
Het bestuur bestaat thans uit de heeren
N. M. de Ligt, voorzitter, E, J. W. Post-
humes Mejjes, vice-voorzitter, Meeuse, secre
taris en penningmeester Q 39, D. WiBboom
Verstegen, mr A. A. de Veer, L. C. Breebaart
en W. A. de Rjjcke.
Door het vertrek naar elders heeft de vader,
de heer Vonk, zgn ontslag gevraagd en zoekt
het bestuur een gesehikten plaatsvervanger
Uit Goes schrjjft men ons
Het bericht door overgenomen uit de G.
Crt. omtrent de vergadering ten stadhuize in
zake een tram Borssele G.o es Wol-
faartsdjjk is zeer onvolledig en geeft
daardoor eene onjuiste voorstelling van den
loop der zaak.
De waarheid ia dat eenige gemeenten (en
polders die als contribuanten genoemd wor
den, niet uitgenoodigd waren een vertegen
woordiger te zenden en dus hun meening niet
konden doen wegen.
Het béstuur van Goes was wel vertegen
woordigd, maar deelde mede niet te zullen
medewerken tot het verdoelen van een sub
sidie, waar nog hoegenaamd niet vaststond dat
er subsidie zou gegeven worden.
Die vertegenwoordiger zeide, namens het
dageljjkseh bestuur, dat dit den raad ten stel
ligste zou ontraden eenig subsidie te verleenen
voor dat de concessionaris tegemoet gekomen
was aan eenige zeer belangrgke bezwaren die
reedB een jaar geleden ter kennis van den
concessionaris zgn gebracht door mededeeling
daarvan in de missive aan Ged. Staten, welke
missive ter visie heeft gelegen voor dien con
cessionaris, maar waarvan hjj het niet noodig
heeft geacht zelf de minste notitie te nemen,
of daarover met het gemeente-bestuur van
Goes in onderhandeling te tred6n.
Rekent men nu dat volgens de genoemde
verdeelingsregeling Goes alleen ongeveer een
vierde van da geheele som zou moeten beta
len en de afwezenden ook een deel, dan bljjkt
dat ongeveer de helft der belanghebbenden
zich de vrgheid veroorloofd heeft over de
andere helft te beschikken, tenminste als de
mededeeling niet geheel onjuist is.
Woensdag passeerden te Hansweert
drie Duitsche stoomschepen, groot 350 last.
Een dier schepen, de H. A. Nolze, van Bre
men, mocht zgn reis naar Antwerpen niet
voortzetten, omdat de kapitein de schade, bjj
het binnenkomen te Wemeldinge aan de
kanaalwerben gemaakt, niet betalen wilde.
Bjj Kon. besluit is benoemd tot burge
meester van S a b van G e n t J. Verschaffel.
Dit bericht word nog opgenomen in een deel
der oplaag van ons vorig nommer.
Te Sas van Gent werd Dinsdagavond
een ongeluk voorkomen, dat ernstige gevolgen
had kunnen hebben. Het was reeds duister
toen een rgtuig, waarin een tweetal personen
zaten, de Polderstraat doorreed. Daar de voer
lui met zagen dat door de nieuwe brug een
boot moest passeeren en deze dus open stond,
reed het paard gewoon door. Het rgtuig rolde
er nog al flink over en zoo stiet het paard
geweldig op den jjzeren ketting die voor den
ingang der brug ia gespannen, wauneer ze
openstaat. Men begrjjpt de gevolgen. In
razende vaart snelde het paard met rgtuig
achteruit totdat het een aantal metera verder
tegen een huis stuitte. Weldra sprongen een
paar personen naar het paard, en, door dit