MIDDELBURGSUHE COURANT. N 68. 1902. Vrijdag 21 Maart, 148" Jaargang, Deze courant verschijnt dagelijks, mot uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., fi Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THERMOMETER EN VERWACHTING. 20 Maart 8 u. vm. 47 gr., 12 n. 50 gr., av. 4 u. 50 gr. F. Verwacht: krachtige W. wind, zwaar bewolkte lucht, buiig weder, weinig verandering in temperatuur. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andore familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50 elke regel meer 20 cent. Reclamons 40 cent per regol. Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot. de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Nyverheid en Geldwezen, ia uitsluitend gerechtigd het Algemeen Adverteniie-Barenn A. DE LA MAR Azu., N.5E. Voorburgwal 266, Amsterdam. Middelburg 20 Maart. EEN MIDDEL? Geachte redactie. »Hier hebben wjj dus een middel om een einde te maken aan een misbruik (het erwten- lezen door kinderen) waarop aan 't eind van het vorig jaar en in 't begin van dit jaar door den heer Wibaut en ons is gewezen." Zoo zegt u in uw onderschrift van het artikel «Hard- nekkige dwalingen" in uw blad van Woensdag 19 Maart. Ik ben er niet zoo zeker van als V. D. dat inderdaad erwtenlezen, zooals wjj het in onze stad kennen, onder de verbodsbepalingen der Arbeidswet valt. Wel is my bekend dat sommige inspec teurs van den arbeid die opvatting zjjn toege daan, zóó de inspecteur in het IX district; in Friesland heeft zelfs reeds een veroordeeling op grond van uitlegging in dezen geest plaats gehad. (Bladz. 1075 en 1076 II van de verslagen van de inspecteurs van den arbeid over 1899 en 1900). De aanhef van artikel 1 der Arbeidswet echterOnder arbeid verstaat deze wet alle werkzaamheden in of voor eenig bedryf" enz. laat plaats voor een andere uitlegging, door wie erwtenlezen in huis niet als «bedrjjf" zouden aanmerken. Doch stellen we dat V. D. gelyk heeft; dat erwtenlezen in huis onder de Arbeidswet valt en het dus geheel verboden is voor alle kin deren beneden twaalf jaar; bovendien voor kinderen tusschen 12 en 16, ook voor vrou wen, 's avonds na 7 uur en 's ochtends vóór 5 uur. De ouders, die dit verbod overtreden en hunne kinderen dezen arbeid doen ver richten", zyn dan strafbaar met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste vjjf en zeventig gulden (Art. 17 der »Arbeidswet"). Doch ik meen dat er dan toch aan het smid- del" ietB ontbreekt en dat maakt dat ik er enkel onder zekere voorwaarde bly mee kan wezen. In minstens negen van de tien gezinnen, waar kinderen erwten lezen, is bittere armoede; (het tiende geval stel ik, voor wie lust heeft me uit te leggen dat soms de vader die extra- inkomsten «verdrinkt" of de moeder ze »ver- snoept" of verdoet"). Die armoede wordt niet opgeheven, zoo we een der ouders voor lan goren of korteren tjjd in hechtenis brengen; (geldboete komt hier wel nauwelijks aan de beurt). Zoo we nu dit «middel" aanbevelen, zouden we er dan niet by zeggen dat, voorafgaand aan de toepassing, als voorwaarde de begroo ting van het algemeen »armbestuur" in onze gemeente moet verdubbeld worden, opdat met een extra dertigduizend gulden'sjaars voorzien worde in den nood der gezinnen die de inkomsten van het erwtenlezen niet ontberen kunnen (Naar wat ik wel vernam, is voor onze gemeente het bedrag van dertigduizend gulden als jaarlyks uitgegeven loon voor erwtenlezen, geen te hooge raming). Erwtenlezen voor kinderen is héél erg. Maar hongerleden voor kinderen is ook héél erg, zelts al geven we dan den ouders de afwisse ling van nu en dan, in hechtenis, beter te worden gevoed. Zoo we deze dingen overwegen, geachte redactie, blykt het dan niet dat, als het ons ooit werkeljjk ernst mocht worden om voor de kinderen te zorgen, ze te onderwjjzen of ze te beschermen tegen onredeljjken arbeid, we zullen hebben te beginnen heelemaal onderaan, met te zorgen dat het kind eiken dag voldoende kan eten, voldoende kan wor den gekleed t Blykt niet, dat elk »middel", aan welks toe passing de vervulling dezer aller noodzakelijkste voorwaarde niet is voorafgegaan, een schunnig middel is, omdat het de aandacht afleidt van de bron van kinderexploitatie en ander kwaad de armoede? U zult zeggenmoeten we dan wachten tot er geen armoede meer is vóór we verbods- wetten op kinderarbeid kunnen toepassen Ik antwoord daarop neen, doch onze kinder bescherming mag nooit zyn een extra straf op de armoede, zonder meer. Met dank voor de plaatsing F. M. WIBAUT. Middelburg, 19 Maart 1902. In hetgeen de heer Wibaut schryft, ligt veel waars maar het geeft ons toch ook aanleiding tot eene enkele opmerking. Het volle bedrag van dertig duizend gulden dat voor erwten-lezen wordt uitgegeven, is niet de vrucht van kinderen-arbeid alleen. Die som wordt verdiend ook door mannen, vrouwen en kinderen boven 12 jaar. By toepassing der arbeidswet, behoeft dus lang niet in genoemd bedrag ten volle voorzien te worden. En de schade, die geleden wordt, kan meer dan waar- schynljjk geheel of gedeeltelijk wel worden ingehaald door eenige meerdere inspanning ran volwassenen binnen den daarvoor geoor- loofden tjjd. Het is nu eenmaal moeilyk om in onze onvolmaakte maatschappij eene goede, gezonde oplossing van menig vraagstuk te verkrygen. De heer Wibaut zelf is begonnen met de aandacht te vestigen op de schromelyke wjjze, waarop kinderen by het erwten lezen worden geëxploiteerd. Dat schreit ten hemel. Nu wordt daartegen een middel aan de hand gedaan, dat ons practisch voorkomt. Over het recht tot toepassing daarvan verschillen de gevoelens maar wy zouden zeggen er is vóór dat recht evenveel, zoo niet meer aan te voeren dan daartegen. Laat men dit middel dus aanwendenen wy zullen de gevolgen leeren kennen, waarin dan moet worden voorzienmaar de kinder- exploitie met al hare gevolgen zal dan althans ophouden. De wet op de armenzorg eischt dringend verbetering; wie weet of ook die gevolgen niet kunnen meewerken om zulk eene herzie ning te verhaasten. Maar middelerwijl mag men toch niet toe laten dat kinderen worden geëxploiteerd en zooals nu veelal gaat belet worden een ambacht te leeren, zoodat zy later in de maat schappij nog bovendien verstoken zyn van de middelen om te trachten hun brood te ver- Het is en bljjft eene moeilyke kwestiedat valt niet te ontkennen. Men draait in een cirkel rond. Maar door den heer Wibaut is evenmin nu als vroeger een «middel" aan de hand gedaan dat nu eens niet «schunnig" is maar w e r k e- lyk doeltreffend om verbetering aan te agen. Want met verwijzingen naar of zinspelingen op eene andere maatschappelijke organisatie komen wy voor het tegenwoordige geen stap verder en de arme geëxploiteerde kindertjes evenmin. Hierop wenschten wy ten slotte vooral het licht te laten vallen. Kameroverzicht. Zitting van Woensdag. De Kamer is heden tot nadere byeenroeping men zegt tot 22 ot28 April uiteengegaan. Dit is spoediger dan verwacht werd. Gisteren nog stonden de kansen op Donderdag, vandaag bleek het echter, dat deze voorspelling foutief was. Er was anders nog voldoende werk aan den winkel, maar de ware praatlust, wat in deze gelyk staat met werklust, was verdwenen. Nog even echter flikkerde zy op bjj de behan deling van de interpellatie-Marchant over de weigering van den minister van justitie om een verpleegde in de Rijkswerkinrichting te Hoorn te vergunnen zyn stervende dochter in het hospitaal te Alkmaar te bezoeken. Dit was het eerste nummer op het programma van iden. De heer Marchant gaf over het geval een uitvoerige toelichting, waaruit zonneklaar bleek dat hier in «naam der wet" iets had plaats gegrepen, dat misschien wettelijk mag ofschoon de interpellant ook dat, en o. i. op zeer goede gronden, betwistte, maar er zeker niet "toe zal by dragen om den eerbied voor de wet te verhoogen. Immers, wat was er geschied Volgens de lezing van den heer Marchant, door den minister juist genoemd deed zich het feit voor, dat een verpleegde in de rijkswerkinrichting te Hoorn zyn dochter, die aan de tering stervende lag in het zieken huis te Alkmaar, nog eenmaal vóór haar heen gaan wenschte te bezoeken. Van beide zyden èu van den vader, èn van de dochter was dit verlangen kenbaar gemaakt. Maar het verzoek werd afgeslagen omdat de wet continuïteit der te ondergane straf voorschrijft, waartegen een reis van Hoorn naar Alkmaar, zelfs onder be hoorlijk geleide van rijksveldwachters, zich zou verzetten. Verder bleek, en dit is voor een beoordeeling van het geval in quaestie van groot gewicht, dat een ontmoeting tusschen vader en dochter zeker van goeden invloed op den «verpleegde" zou zyn geweest. Vader was dronkaard, en dochter had hem daarop nog eens willen wyzen. Dit was zóó men- schelyk, als maat iets rnenschelyk kan zyn. Maar de wet, die van «verpleegden" spreekt, die hun «straf" ononderbroken moeten onder gaan wat een vreemden indruk maakt de samenkoppeling van deze woorden liet dit absoluut niet toe. Wel echter werd er vergunning verleend, ook alweer aan «verpleegden" te Veen huizen, om voor een notaris of een ambtenaar van den burgerljjken stand te versohjjnen. Dit is voor zeker een eigenaardige toestand, waarover het niet juridisch denkend en voelend publiek, en voor hen ia dan toch «de wet" in de eerste plaats gemaakt, bedenkelyk het hoofd zal schudden. Want als veroorloofd is om een notaris te bezoeken, mag niet geweigerd wor den om een stervende nog eens de hand te drukken, vooral indien de familieband zoo nauw is als hier, waar het vader en dochter gold. Zelfs toegegeven dat er in dezen geen algemeene regel is te treffen, wat met het oog op de 2000 «verpleegden" en 8000—10.000 ge vangenen in ons land nafuurlykniet zou gaan, zoo is het toch zeer wel mogelyk om te voor zien in buitengewone gevallen, ieder geval beoordeeld op zichzelf. Dit was dan ook de bedoeling van den heer Marchant, die ten slotte aan den minister een tweetal vragen stelde, waarbjj hij m de tweede plaats vroeg: of de minister een wijziging van de wet in dien geest in overweging wenschte te nemen. 's Ministers antwoord in deze was erg ont wijkend. Het was »ja" en «noen". Het heele juridische tuighuis werd daarby omvergehaald, en de principes, waarop ons strafwetboek be rustte, verzetten er zich tegen om aan het ver zoek van den afgevaardigde uit Deventer te voldoende hoofdschuld lag bjj den vaderf want dan moest hjj maar niet drinken (een zonderlinge theorie)voor willekeur en stelsel loosheid (Brrrrdeden alle juristen bjj het vernemen van dat woord stelselloosheid) zou den dan de deuren wagenwjjd geopend worden. Verder allerlei geleerde beschouwingen over de wjjze van executie van een straf en het karakter van de straf, mitsgaders over den aard der vryheidsberooving etc., etc., waarbij dan summa summarum de conclusie was, dat de minister de zaak in ori-s'Age overweging zou nemen maar beslissen zou gelyk hjj meende behooren te doen. Ergodat zal wel terecht komen in den loop der jaren. Dit was dus niet erg hemoedigend. De toon was koud en juri disch Zóó, dat de heer Lohinan, die er zich later nog mede moest bemoeien, wel tevreden kon zyn. Dat was nu nogeena zich vierkant op het standpunt van de wet plaatsen. Niets meer en niets minder. Men kan begrijpen dat deze ministerieele woorden bij de sociaal-democratische leden sloegen. Met die juristery zouden dieheeren wel eens afrekening houden En dat deden zy dan ook. Eerst de heer Schaper, erg opgewonden met toespelingen op de «christelijkheid" van dezen minister en het ministerie, soms in laag Nederlaudsch «hjj liet zich niet in de maling nemen", telkens door den voorzit ter tot de orde geroepen, eindigende met een motie van wantrouwen in dezen minister. Daarmede kon de heer Theo Heems kerk naiiuurlyk heelemaal niet medegaan. Maar iets anders was, of uit een «christeiyk oog punt" geen wetswijziging gewenscht ware Dat was volgens den afgevaardigde van Amsterdam nog zoo kwaad niet. De wet behoorde ook wel met de barmhartigheid rekening te honden De gemoederen begonnen te werken, en de heer Marchant, wien de zaak ter harte ging en die begreep dat de motie van den heer Schaper daaraan niet bevordeljjk kan zyn, stelde nu ook een motie voor, maar zakelijker, zonder party-bysmaak, aldus luidende «De Kamer, van oordeel dat door wetswijziging de moge lijkheid moet bestaan dat in buitengewone ge vallen, als het thans voorgevallene, het ge vraagde verlof worde verleend, gaat over tot de orde van den dag." De socialistische heeren wilden daarvan- echter niets weten. Zy bleven by de motie voorzitter wy zjjn in het voorjaar zonder hoofdelijke stemming werd aangenomen. Nummer twee op het program was een wetsontwerp tot wyziging van wetsbepalingen omtrent de vaderlyke macht en voogdy, dat ook aangenomen werd; vervolgens eenig klein goed, waarbjj wy het genoegen hadden nog eens even den minister van oorlog, thans weder in zijn humeur, te mogen hooren, en op het laatst als slot een wetsontwerp tot verhooging van hoofdstuk V (kosten voor de Universiteit te Leiden voor de opleiding van Indische ambtenaren). Uit de verklaring van den minister van binnenlandsche zaken bleek, dat hierin alles bjj het oude bljjft, er geen candidaat-ambtenaren komen, en er niet wordt geprejudiceerd op eene latere beslissing. Nog eenige kleinere wetsontwerpen, die aangenomen werden, waaronder een tot goed keuring der bekende overeenkomst betrekkelyk vestinggronden met de gemeente Vlissingen; nog eventjes gekeken naar beneden in de zaal, naar dr Kuyper, naar de ministers Harte, Bergansius en Loeff, naar alle heeren die zich zoo moe gepraat hadden in de laatste dagen, naar de heeren socialistische afgevaardigden, die nog zenuwachtig waren; de boel bjj elkander a het was al weer gedaan tot of 28 April. ELLENDE OP JAVA. Het is heden de gedenkdag van het derde eeuwfeest der stichting van de Oost-Indische Compagnie. Verschillende bladen wjjden daaraan be schouwingen die van den lieer Kielstra in het Sociaal Weekblad brachten wy onder de oogen van onze lezers. In alle is de grondtoon dat die Compagnie ten onderging door hare grove fouten. De heer mr C. Th. v. Deventer schryft in Het Volksblad van heden «Dat de Compagnie gedurende de twee eeuwen van haar' bestaan een stelsel volgde van meedoogenlooze exploitatie is wellicht te verklaren en tot op zekere hoogte te vergoe lijken met een beroep op de begrippen, die in de 17e en 18e eeuw heerschten. Erger is het dat in de 19e eeuw, nadat reeds mildere begrippen hadden gezegevierd en, vooral onder den invloed der Engelschen, die van 1811—1816 het bestuur over ons Indië voerden, daar te laude in toepassing waren gebracht, een terug keer heeft plaats gehad tot de beginselen der O. I. Compagnie, waardoor het is kunnen ge beuren, dat, te» bate van het moederland, aan de Indische gemeenschap de middelen onttrokken zyn, welke de welvaart dier ge meenschap voor de toekomst hadden moeten verzekeren. Onverdeeld eervol zyn derhalve de berinne ringen, die de naam der O. I. Compagnie op wekt, zeer zeker niet. Eer dan tot vreugd- betoon, zou ér aanleiding zjjn tot zelfverwyt en boetedoening. Doch juist daarom is het goed, dat de 300e geboortedag der Compagnie niet onopgemerkt voorbygaat. Laat op dien dag Nederland zich dan ter dege rekenschap geven van wat het aan Indië en in het bij zonder aan de inheemsche bevolking dier ge westen heelt goed te maken." De Yereeniging Oost en West heeft deze ge legenheid te baat genomen om eens te wyzen op de ellende die thans heerseht onder de in- landsche bevolking op Midden Java, tengevolge van bandjirs en overstroomingen, en van de cholera. Enkele staaltjes hiervanIn de residentie Semarang zyn 421 bouws beplante sawahs overstroomdvan éene dessa zelfs 15 bouws In Djapara is het landbouwproduct van vele hectaren door het water vernietigd Het getal noodly denden is met duizenden ver groot Geheele dessa's, sawahs en tuinen zyn in moerassen herschapen Diepe ar moede overalBjj de inland&che bevolking op Midden Java heerschen honger, gebrek en De heer Yan der Zwaag, bjjtend, scherp, met allerhande stekelige gezegden, motiveerde dit nög eens. Hy was flink op dreef, en volgde zyn oude taktiek om den een tegen den ander uit te spelen. Het ging van dik hout zaagt men planken. Daarna de heer Melchers en toen begon de heer Lobman er zich eens mede te bemoeien. Eerst bracht hy een verbetering in de motie Marchant; die «buitengewone ge vallen" moesten er uit, vervolgens eenige juridische bespiegelingen over humaniteit en de wet; en ten slotte een beschouwing over gevangenissen en werkinrichtingen, waarbjj volgens hem een verschillend systeem be hoorde toegepast te worden, hetgeen nu niet het geval is. Dit besliste over de motie-Marchant, die na eenig debat, waarbjj het lot een geharre war kwam tusschen den heer Schaper en den Oost en West wenschte dat men heden overal in den lande collecten zou houden ten be hoeve van die noodlijdenden. Daartoe is het niet gekomen. Maar het kan later. In Den Haag collecteert men morgen. SANATORIA UIT ECONOMISCH OOGPUNT. In zyn jongste Medische Kroniek in 't Han delsblad wjjdt dr. Pijnappel nog eens de aan dacht aan het groote nut der behandeling van tuberculose in Sanatoria. Hjj heeft daarover nieuwe gegevens en cyfers aangetroffen in de afdeeling Verzekering van het Duitsche Ge- sundheidsamtgegevens die doen uitkomen dat het geld voor de Sanatoria ook uit een economisch oogpunt goed besteed is. De Duitsche werklieden-verzekering beziet do zaak uit een zuiver commercieel oogpunt; zjj moet zien uit te komen met haar geld. Zóóveel kost een zieke als niets wordt gedaan dan de gewone behandeling. Kan hy daarvoor nu ook worden behandeld in een Sanatoria dat is de vraag. En wordt de vraag bevesti gend beantwoord, dan is de methode verheven boven het standpunt van de philantropie, 't geen voor een zaak, waarvoor men veel geld vraagt, altjjd een onzeker Btandpunt is. Uit de cyfers, die in het verslag voorkomen, kan dr. Pynappel nog geen afdoende gevolg trekkingen maken, maar wel is uit de tot dusver aangewende pogingen en uit de voort zetting daarvan gebleken dat er vooruitgang is. De Verzekerings-maatschappyen konden hun verzekerden naar Sanatoria, zelf naar bad plaatsen zenden, en op deze wjjze de kosten der pensioneering uitsparen, terwyl de reis kosten derwaarts werden beschouwd als een uitgaaf ten behoeve der genezing. Da maatschappijen werden voorts verplicht om ook de betrekkingen van den zieke te onder steunen, om te voorkomen dat deze, om maar weer gauw aan het werk te kunnen gaan, zich den tjjd niet zou gunnen zijn lichaam, ook na het herstel, nog wat te sparen, zoodat hij weer zou instorten, waardoor al het geld verloren zou zyn. Zoo werd in 1900 ruim 506000 Mark aan de gezinnen uitgekeerd. De ziekenfondsen werkten tot een en ander natuurljjk sterk mede. Met gezamenlyke krachten werden herstel lingsoorden opgericht. Zy moesten het werk van de sanatoria voortzetten en bevestigen. En te gelykertyd werd het woningvraagstuk zelf ter hand genomen. In 1894 was door het bouwen van goede, goedkoope, woningen byna 6 millioen Mark tegen lage rente verstrekt. Op het eind van 1900 was dat bedrag tot meer dan 78 mil lioen gestegen Zoo werd de Btrjjd met. groote bracht geor ganiseerd over de geheele linie. Vanwege de verzekeringsmaatschappijen werden in 1900 ruim 11000 personen onder geneeskundige behande ling gesteld9000 in sanatoria, 1431 in bad plaatsen en 653 in ziekenhuizen. Het aantal der sanatoria, waarin plaatsing gevonden werd, bedroeg 63. Weldra zullen er, in geheel Duitsch. land, 78 volkssanatoria's zyn. Nu reeds zRn 6r 5000 bedden beschikbaar, dat is, 4 zieken per jaar gerekend, plaats voor 20000 lyders. En nu de result aten De kosten voor iedere behandeling bedroegen ruim 300 Mark. Voor de mannen nemen ze echter vrjj sterk toe van 1897 tot 1900, van 296 tot 345.13 M. voor de vrouwen ia de verhouding juist om gekeerd, en was er een daling van 350.44 tot .12 M. De duur van de kuur was by de laatsten, vooral vroeger, wat langer. By de mannen bedraagt ze niet meer dan gemiddeld 72 of 73 dagen. De kosten per dag bedragen dus ruim 4 Markin 19004.78. Aan den anderen kant moest aan iederen lyder aan tuberculose, als men niets byzonders deed, gedurende 2J jaar een invaliditeitspensioen worden uitbetaald van 132 Mark 's jaars, der halve 330 Mark in het geheel, of meer dan de gemiddelde kosten m het Sanatorium. Als de zieken altjjd genazen en wel voor goed, dan zou er reeds dadelyk winst zyn, maar dat is niet zoo. De validiteit bestaat maar 4 jaar bjj 44 pet. van degenen die als genezen zyn ontslagen. De overigen worden echter door de verzekering als nieuwe patiën ten beschouwd en weer wordt door de behan deling van het sanatorium pensioenkosten uitgespaard. Op deze wjjze voortgaande, zal vrjj wel het normale levenseinde worden bereikt of over- lyden na een kort ziekbed, waardoor pensioen wordt voorbomen. Geheel verklaard acht dr P. de zaak nog niet, daar van al de ter verpleging opgeno- menen na 4 jaren nog maar 20 pet. valide is en niet alle kosten daardoor gedekt kunnen worden. Maar dat de Verzekering na het reeds verkregen resultaat den arbeid voortzet, is een bewjjs dat zy tevreden is. Mogelyk kan de prjjs per dag nog weer lager worden. Na den eisch op het Berlynscbe congres in 1898, dat alle bosten, iaet inbegrip van rente betaling en amortiseering van het bouwkapi- taal, door een dagelykschen pensionprys van 3 Mark moeten worden gedekt, schjjnt deze som van byna 5 Mark, exorbitant hoog. In ieder geval maakt het bedrag voor het sana torium Hellendoorn, van 2 daags geen slecht figuur. «De hoofdzaak is, aldus eindigt dr P., dat men in Duitschland in de beweging niet alleen een humanitaire, maar ook een economische beteekenis ziet. Er worden arbeidskrachten gespaard. Als dat hier te lande goed wordt ingezien, zal ook bjj ons de stijjd in kracht en omvang winnen 1" BENUmorGM I3was« In de St. Cl no 67 is opgenomen een kon. besluit van den 6en Maart 1902, houdende vaststelling der eisehen van practische en theoretische bekwaamheid, bedoeld in artikel 141 der Militiewet 1901.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1902 | | pagina 1