MIDDELBURGSUHE COURANT.
N 68.
1902.
Vrijdag
21 Maart,
148" Jaargang,
Deze courant verschijnt dagelijks, mot uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., fi
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THERMOMETER EN VERWACHTING.
20 Maart 8 u. vm. 47 gr., 12 n. 50 gr., av. 4 u. 50 gr. F. Verwacht: krachtige W. wind,
zwaar bewolkte lucht, buiig weder, weinig verandering in temperatuur.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andore familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50 elke regel meer 20 cent. Reclamons 40 cent per regol.
Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot. de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Nyverheid en Geldwezen, ia uitsluitend gerechtigd het Algemeen Adverteniie-Barenn
A. DE LA MAR Azu., N.5E. Voorburgwal 266, Amsterdam.
Middelburg 20 Maart.
EEN MIDDEL?
Geachte redactie.
»Hier hebben wjj dus een middel om een
einde te maken aan een misbruik (het erwten-
lezen door kinderen) waarop aan 't eind van
het vorig jaar en in 't begin van dit jaar door
den heer Wibaut en ons is gewezen." Zoo zegt
u in uw onderschrift van het artikel «Hard-
nekkige dwalingen" in uw blad van Woensdag
19 Maart.
Ik ben er niet zoo zeker van als V. D. dat
inderdaad erwtenlezen, zooals wjj het in onze
stad kennen, onder de verbodsbepalingen der
Arbeidswet valt.
Wel is my bekend dat sommige inspec
teurs van den arbeid die opvatting zjjn toege
daan, zóó de inspecteur in het IX district; in
Friesland heeft zelfs reeds een veroordeeling
op grond van uitlegging in dezen geest plaats
gehad. (Bladz. 1075 en 1076 II van de verslagen
van de inspecteurs van den arbeid over 1899
en 1900).
De aanhef van artikel 1 der Arbeidswet
echterOnder arbeid verstaat deze wet alle
werkzaamheden in of voor eenig bedryf" enz.
laat plaats voor een andere uitlegging, door
wie erwtenlezen in huis niet als «bedrjjf"
zouden aanmerken.
Doch stellen we dat V. D. gelyk heeft; dat
erwtenlezen in huis onder de Arbeidswet valt
en het dus geheel verboden is voor alle kin
deren beneden twaalf jaar; bovendien voor
kinderen tusschen 12 en 16, ook voor vrou
wen, 's avonds na 7 uur en 's ochtends vóór
5 uur. De ouders, die dit verbod overtreden
en hunne kinderen dezen arbeid doen ver
richten", zyn dan strafbaar met hechtenis van
ten hoogste veertien dagen of geldboete van
ten hoogste vjjf en zeventig gulden (Art. 17
der »Arbeidswet").
Doch ik meen dat er dan toch aan het smid-
del" ietB ontbreekt en dat maakt dat ik er
enkel onder zekere voorwaarde bly mee kan
wezen.
In minstens negen van de tien gezinnen,
waar kinderen erwten lezen, is bittere armoede;
(het tiende geval stel ik, voor wie lust heeft
me uit te leggen dat soms de vader die extra-
inkomsten «verdrinkt" of de moeder ze »ver-
snoept" of verdoet"). Die armoede wordt niet
opgeheven, zoo we een der ouders voor lan
goren of korteren tjjd in hechtenis brengen;
(geldboete komt hier wel nauwelijks aan de
beurt).
Zoo we nu dit «middel" aanbevelen, zouden
we er dan niet by zeggen dat, voorafgaand
aan de toepassing, als voorwaarde de begroo
ting van het algemeen »armbestuur" in onze
gemeente moet verdubbeld worden, opdat met
een extra dertigduizend gulden'sjaars voorzien
worde in den nood der gezinnen die de
inkomsten van het erwtenlezen niet ontberen
kunnen (Naar wat ik wel vernam, is voor
onze gemeente het bedrag van dertigduizend
gulden als jaarlyks uitgegeven loon voor
erwtenlezen, geen te hooge raming).
Erwtenlezen voor kinderen is héél erg. Maar
hongerleden voor kinderen is ook héél erg,
zelts al geven we dan den ouders de afwisse
ling van nu en dan, in hechtenis, beter te
worden gevoed.
Zoo we deze dingen overwegen, geachte
redactie, blykt het dan niet dat, als het ons
ooit werkeljjk ernst mocht worden om voor
de kinderen te zorgen, ze te onderwjjzen of
ze te beschermen tegen onredeljjken arbeid,
we zullen hebben te beginnen heelemaal
onderaan, met te zorgen dat het kind eiken
dag voldoende kan eten, voldoende kan wor
den gekleed t
Blykt niet, dat elk »middel", aan welks toe
passing de vervulling dezer aller noodzakelijkste
voorwaarde niet is voorafgegaan, een schunnig
middel is, omdat het de aandacht afleidt van
de bron van kinderexploitatie en ander kwaad
de armoede?
U zult zeggenmoeten we dan wachten tot
er geen armoede meer is vóór we verbods-
wetten op kinderarbeid kunnen toepassen
Ik antwoord daarop neen, doch onze kinder
bescherming mag nooit zyn een extra straf op
de armoede, zonder meer.
Met dank voor de plaatsing
F. M. WIBAUT.
Middelburg, 19 Maart 1902.
In hetgeen de heer Wibaut schryft, ligt veel
waars maar het geeft ons toch ook aanleiding
tot eene enkele opmerking.
Het volle bedrag van dertig duizend gulden
dat voor erwten-lezen wordt uitgegeven, is
niet de vrucht van kinderen-arbeid alleen. Die
som wordt verdiend ook door mannen, vrouwen
en kinderen boven 12 jaar. By toepassing der
arbeidswet, behoeft dus lang niet in genoemd
bedrag ten volle voorzien te worden. En de
schade, die geleden wordt, kan meer dan waar-
schynljjk geheel of gedeeltelijk wel worden
ingehaald door eenige meerdere inspanning
ran volwassenen binnen den daarvoor geoor-
loofden tjjd.
Het is nu eenmaal moeilyk om in onze
onvolmaakte maatschappij eene goede, gezonde
oplossing van menig vraagstuk te verkrygen.
De heer Wibaut zelf is begonnen met de
aandacht te vestigen op de schromelyke wjjze,
waarop kinderen by het erwten lezen worden
geëxploiteerd. Dat schreit ten hemel.
Nu wordt daartegen een middel aan de hand
gedaan, dat ons practisch voorkomt. Over het
recht tot toepassing daarvan verschillen de
gevoelens maar wy zouden zeggen er is vóór
dat recht evenveel, zoo niet meer aan te voeren
dan daartegen.
Laat men dit middel dus aanwendenen
wy zullen de gevolgen leeren kennen, waarin
dan moet worden voorzienmaar de kinder-
exploitie met al hare gevolgen zal dan althans
ophouden.
De wet op de armenzorg eischt dringend
verbetering; wie weet of ook die gevolgen
niet kunnen meewerken om zulk eene herzie
ning te verhaasten.
Maar middelerwijl mag men toch niet toe
laten dat kinderen worden geëxploiteerd en
zooals nu veelal gaat belet worden een
ambacht te leeren, zoodat zy later in de maat
schappij nog bovendien verstoken zyn van de
middelen om te trachten hun brood te ver-
Het is en bljjft eene moeilyke kwestiedat
valt niet te ontkennen. Men draait in een
cirkel rond.
Maar door den heer Wibaut is evenmin nu
als vroeger een «middel" aan de hand gedaan
dat nu eens niet «schunnig" is maar w e r k e-
lyk doeltreffend om verbetering aan te
agen. Want met verwijzingen naar of
zinspelingen op eene andere maatschappelijke
organisatie komen wy voor het tegenwoordige
geen stap verder en de arme geëxploiteerde
kindertjes evenmin.
Hierop wenschten wy ten slotte vooral het
licht te laten vallen.
Kameroverzicht.
Zitting van Woensdag.
De Kamer is heden tot nadere byeenroeping
men zegt tot 22 ot28 April uiteengegaan.
Dit is spoediger dan verwacht werd. Gisteren
nog stonden de kansen op Donderdag, vandaag
bleek het echter, dat deze voorspelling foutief
was. Er was anders nog voldoende werk aan
den winkel, maar de ware praatlust, wat in
deze gelyk staat met werklust, was verdwenen.
Nog even echter flikkerde zy op bjj de behan
deling van de interpellatie-Marchant over de
weigering van den minister van justitie om
een verpleegde in de Rijkswerkinrichting te
Hoorn te vergunnen zyn stervende dochter in
het hospitaal te Alkmaar te bezoeken. Dit
was het eerste nummer op het programma van
iden.
De heer Marchant gaf over het geval een
uitvoerige toelichting, waaruit zonneklaar
bleek dat hier in «naam der wet" iets had
plaats gegrepen, dat misschien wettelijk mag
ofschoon de interpellant ook dat, en
o. i. op zeer goede gronden, betwistte, maar
er zeker niet "toe zal by dragen om den eerbied
voor de wet te verhoogen. Immers, wat was
er geschied Volgens de lezing van den heer
Marchant, door den minister juist genoemd
deed zich het feit voor, dat een verpleegde in
de rijkswerkinrichting te Hoorn zyn dochter,
die aan de tering stervende lag in het zieken
huis te Alkmaar, nog eenmaal vóór haar heen
gaan wenschte te bezoeken. Van beide zyden
èu van den vader, èn van de dochter was dit
verlangen kenbaar gemaakt. Maar het verzoek
werd afgeslagen omdat de wet continuïteit der
te ondergane straf voorschrijft, waartegen een
reis van Hoorn naar Alkmaar, zelfs onder be
hoorlijk geleide van rijksveldwachters, zich
zou verzetten. Verder bleek, en dit is voor een
beoordeeling van het geval in quaestie van
groot gewicht, dat een ontmoeting tusschen
vader en dochter zeker van goeden invloed
op den «verpleegde" zou zyn geweest. Vader
was dronkaard, en dochter had hem daarop
nog eens willen wyzen. Dit was zóó men-
schelyk, als maat iets rnenschelyk kan zyn.
Maar de wet, die van «verpleegden" spreekt,
die hun «straf" ononderbroken moeten onder
gaan wat een vreemden indruk maakt de
samenkoppeling van deze woorden liet
dit absoluut niet toe.
Wel echter werd er vergunning verleend,
ook alweer aan «verpleegden" te Veen huizen,
om voor een notaris of een ambtenaar van den
burgerljjken stand te versohjjnen. Dit is voor
zeker een eigenaardige toestand, waarover het
niet juridisch denkend en voelend publiek, en
voor hen ia dan toch «de wet" in de eerste
plaats gemaakt, bedenkelyk het hoofd zal
schudden. Want als veroorloofd is om een
notaris te bezoeken, mag niet geweigerd wor
den om een stervende nog eens de hand te
drukken, vooral indien de familieband zoo
nauw is als hier, waar het vader en dochter
gold. Zelfs toegegeven dat er in dezen geen
algemeene regel is te treffen, wat met het oog
op de 2000 «verpleegden" en 8000—10.000 ge
vangenen in ons land nafuurlykniet zou gaan,
zoo is het toch zeer wel mogelyk om te voor
zien in buitengewone gevallen, ieder geval
beoordeeld op zichzelf. Dit was dan ook de
bedoeling van den heer Marchant, die ten
slotte aan den minister een tweetal vragen
stelde, waarbjj hij m de tweede plaats vroeg:
of de minister een wijziging van de wet in
dien geest in overweging wenschte te nemen.
's Ministers antwoord in deze was erg ont
wijkend. Het was »ja" en «noen". Het heele
juridische tuighuis werd daarby omvergehaald,
en de principes, waarop ons strafwetboek be
rustte, verzetten er zich tegen om aan het ver
zoek van den afgevaardigde uit Deventer te
voldoende hoofdschuld lag bjj den vaderf
want dan moest hjj maar niet drinken (een
zonderlinge theorie)voor willekeur en stelsel
loosheid (Brrrrdeden alle juristen bjj het
vernemen van dat woord stelselloosheid) zou
den dan de deuren wagenwjjd geopend worden.
Verder allerlei geleerde beschouwingen over
de wjjze van executie van een straf en het
karakter van de straf, mitsgaders over den
aard der vryheidsberooving etc., etc., waarbij
dan summa summarum de conclusie was, dat de
minister de zaak in ori-s'Age overweging zou
nemen maar beslissen zou gelyk hjj meende
behooren te doen. Ergodat zal wel terecht
komen in den loop der jaren. Dit was dus niet
erg hemoedigend. De toon was koud en juri
disch Zóó, dat de heer Lohinan, die er zich
later nog mede moest bemoeien, wel tevreden
kon zyn.
Dat was nu nogeena zich vierkant op het
standpunt van de wet plaatsen. Niets meer
en niets minder.
Men kan begrijpen dat deze ministerieele
woorden bij de sociaal-democratische leden
sloegen.
Met die juristery zouden dieheeren wel eens
afrekening houden
En dat deden zy dan ook.
Eerst de heer Schaper, erg opgewonden met
toespelingen op de «christelijkheid" van dezen
minister en het ministerie, soms in laag
Nederlaudsch «hjj liet zich niet in de
maling nemen", telkens door den voorzit
ter tot de orde geroepen, eindigende met
een motie van wantrouwen in dezen
minister. Daarmede kon de heer Theo Heems
kerk naiiuurlyk heelemaal niet medegaan. Maar
iets anders was, of uit een «christeiyk oog
punt" geen wetswijziging gewenscht ware Dat
was volgens den afgevaardigde van Amsterdam
nog zoo kwaad niet. De wet behoorde ook
wel met de barmhartigheid rekening te
honden
De gemoederen begonnen te werken, en de
heer Marchant, wien de zaak ter harte ging en
die begreep dat de motie van den heer Schaper
daaraan niet bevordeljjk kan zyn, stelde nu
ook een motie voor, maar zakelijker, zonder
party-bysmaak, aldus luidende «De Kamer,
van oordeel dat door wetswijziging de moge
lijkheid moet bestaan dat in buitengewone ge
vallen, als het thans voorgevallene, het ge
vraagde verlof worde verleend, gaat over tot
de orde van den dag."
De socialistische heeren wilden daarvan-
echter niets weten. Zy bleven by de motie
voorzitter wy zjjn in het voorjaar zonder
hoofdelijke stemming werd aangenomen.
Nummer twee op het program was een
wetsontwerp tot wyziging van wetsbepalingen
omtrent de vaderlyke macht en voogdy,
dat ook aangenomen werd; vervolgens eenig
klein goed, waarbjj wy het genoegen hadden
nog eens even den minister van oorlog, thans
weder in zijn humeur, te mogen hooren, en
op het laatst als slot een wetsontwerp tot
verhooging van hoofdstuk V (kosten voor de
Universiteit te Leiden voor de opleiding van
Indische ambtenaren). Uit de verklaring van
den minister van binnenlandsche zaken bleek,
dat hierin alles bjj het oude bljjft, er geen
candidaat-ambtenaren komen, en er niet wordt
geprejudiceerd op eene latere beslissing.
Nog eenige kleinere wetsontwerpen, die
aangenomen werden, waaronder een tot goed
keuring der bekende overeenkomst betrekkelyk
vestinggronden met de gemeente Vlissingen;
nog eventjes gekeken naar beneden in de
zaal, naar dr Kuyper, naar de ministers Harte,
Bergansius en Loeff, naar alle heeren die zich
zoo moe gepraat hadden in de laatste dagen,
naar de heeren socialistische afgevaardigden,
die nog zenuwachtig waren; de boel bjj elkander
a het was al weer gedaan tot
of 28 April.
ELLENDE OP JAVA.
Het is heden de gedenkdag van het derde
eeuwfeest der stichting van de Oost-Indische
Compagnie.
Verschillende bladen wjjden daaraan be
schouwingen die van den lieer Kielstra in het
Sociaal Weekblad brachten wy onder de oogen
van onze lezers.
In alle is de grondtoon dat die Compagnie
ten onderging door hare grove fouten.
De heer mr C. Th. v. Deventer schryft in
Het Volksblad van heden
«Dat de Compagnie gedurende de twee
eeuwen van haar' bestaan een stelsel volgde
van meedoogenlooze exploitatie is wellicht te
verklaren en tot op zekere hoogte te vergoe
lijken met een beroep op de begrippen, die
in de 17e en 18e eeuw heerschten. Erger is
het dat in de 19e eeuw, nadat reeds mildere
begrippen hadden gezegevierd en, vooral onder
den invloed der Engelschen, die van 1811—1816
het bestuur over ons Indië voerden, daar te
laude in toepassing waren gebracht, een terug
keer heeft plaats gehad tot de beginselen der
O. I. Compagnie, waardoor het is kunnen ge
beuren, dat, te» bate van het moederland,
aan de Indische gemeenschap de middelen
onttrokken zyn, welke de welvaart dier ge
meenschap voor de toekomst hadden moeten
verzekeren.
Onverdeeld eervol zyn derhalve de berinne
ringen, die de naam der O. I. Compagnie op
wekt, zeer zeker niet. Eer dan tot vreugd-
betoon, zou ér aanleiding zjjn tot zelfverwyt
en boetedoening. Doch juist daarom is het
goed, dat de 300e geboortedag der Compagnie
niet onopgemerkt voorbygaat. Laat op dien
dag Nederland zich dan ter dege rekenschap
geven van wat het aan Indië en in het bij
zonder aan de inheemsche bevolking dier ge
westen heelt goed te maken."
De Yereeniging Oost en West heeft deze ge
legenheid te baat genomen om eens te wyzen
op de ellende die thans heerseht onder de in-
landsche bevolking op Midden Java, tengevolge
van bandjirs en overstroomingen, en van de
cholera.
Enkele staaltjes hiervanIn de residentie
Semarang zyn 421 bouws beplante sawahs
overstroomdvan éene dessa zelfs 15 bouws
In Djapara is het landbouwproduct van vele
hectaren door het water vernietigd Het
getal noodly denden is met duizenden ver
groot Geheele dessa's, sawahs en tuinen
zyn in moerassen herschapen Diepe ar
moede overalBjj de inland&che bevolking
op Midden Java heerschen honger, gebrek en
De heer Yan der Zwaag, bjjtend, scherp,
met allerhande stekelige gezegden, motiveerde
dit nög eens. Hy was flink op dreef, en volgde
zyn oude taktiek om den een tegen den ander
uit te spelen. Het ging van dik hout zaagt
men planken. Daarna de heer Melchers en toen
begon de heer Lobman er zich eens mede te
bemoeien. Eerst bracht hy een verbetering in
de motie Marchant; die «buitengewone ge
vallen" moesten er uit, vervolgens eenige
juridische bespiegelingen over humaniteit en
de wet; en ten slotte een beschouwing over
gevangenissen en werkinrichtingen, waarbjj
volgens hem een verschillend systeem be
hoorde toegepast te worden, hetgeen nu niet
het geval is.
Dit besliste over de motie-Marchant, die
na eenig debat, waarbjj het lot een geharre
war kwam tusschen den heer Schaper en den
Oost en West wenschte dat men heden overal
in den lande collecten zou houden ten be
hoeve van die noodlijdenden.
Daartoe is het niet gekomen. Maar het kan
later. In Den Haag collecteert men morgen.
SANATORIA UIT ECONOMISCH
OOGPUNT.
In zyn jongste Medische Kroniek in 't Han
delsblad wjjdt dr. Pijnappel nog eens de aan
dacht aan het groote nut der behandeling van
tuberculose in Sanatoria. Hjj heeft daarover
nieuwe gegevens en cyfers aangetroffen in de
afdeeling Verzekering van het Duitsche Ge-
sundheidsamtgegevens die doen uitkomen dat
het geld voor de Sanatoria ook uit een
economisch oogpunt goed besteed is.
De Duitsche werklieden-verzekering beziet
do zaak uit een zuiver commercieel oogpunt;
zjj moet zien uit te komen met haar geld.
Zóóveel kost een zieke als niets wordt gedaan
dan de gewone behandeling. Kan hy daarvoor
nu ook worden behandeld in een Sanatoria
dat is de vraag. En wordt de vraag bevesti
gend beantwoord, dan is de methode verheven
boven het standpunt van de philantropie, 't
geen voor een zaak, waarvoor men veel geld
vraagt, altjjd een onzeker Btandpunt is.
Uit de cyfers, die in het verslag voorkomen,
kan dr. Pynappel nog geen afdoende gevolg
trekkingen maken, maar wel is uit de tot
dusver aangewende pogingen en uit de voort
zetting daarvan gebleken dat er vooruitgang is.
De Verzekerings-maatschappyen konden hun
verzekerden naar Sanatoria, zelf naar bad
plaatsen zenden, en op deze wjjze de kosten
der pensioneering uitsparen, terwyl de reis
kosten derwaarts werden beschouwd als een
uitgaaf ten behoeve der genezing.
Da maatschappijen werden voorts verplicht
om ook de betrekkingen van den zieke te onder
steunen, om te voorkomen dat deze, om maar
weer gauw aan het werk te kunnen gaan, zich
den tjjd niet zou gunnen zijn lichaam, ook na
het herstel, nog wat te sparen, zoodat hij weer
zou instorten, waardoor al het geld verloren
zou zyn. Zoo werd in 1900 ruim 506000 Mark
aan de gezinnen uitgekeerd. De ziekenfondsen
werkten tot een en ander natuurljjk sterk mede.
Met gezamenlyke krachten werden herstel
lingsoorden opgericht. Zy moesten het werk van
de sanatoria voortzetten en bevestigen. En te
gelykertyd werd het woningvraagstuk zelf ter
hand genomen. In 1894 was door het bouwen
van goede, goedkoope, woningen byna 6 millioen
Mark tegen lage rente verstrekt. Op het eind
van 1900 was dat bedrag tot meer dan 78 mil
lioen gestegen
Zoo werd de Btrjjd met. groote bracht geor
ganiseerd over de geheele linie. Vanwege de
verzekeringsmaatschappijen werden in 1900 ruim
11000 personen onder geneeskundige behande
ling gesteld9000 in sanatoria, 1431 in bad
plaatsen en 653 in ziekenhuizen. Het aantal
der sanatoria, waarin plaatsing gevonden werd,
bedroeg 63. Weldra zullen er, in geheel Duitsch.
land, 78 volkssanatoria's zyn. Nu reeds zRn 6r
5000 bedden beschikbaar, dat is, 4 zieken per
jaar gerekend, plaats voor 20000 lyders.
En nu de result aten De kosten voor iedere
behandeling bedroegen ruim 300 Mark. Voor
de mannen nemen ze echter vrjj sterk toe
van 1897 tot 1900, van 296 tot 345.13 M.
voor de vrouwen ia de verhouding juist om
gekeerd, en was er een daling van 350.44 tot
.12 M. De duur van de kuur was by de
laatsten, vooral vroeger, wat langer. By de
mannen bedraagt ze niet meer dan gemiddeld
72 of 73 dagen. De kosten per dag bedragen
dus ruim 4 Markin 19004.78. Aan den
anderen kant moest aan iederen lyder aan
tuberculose, als men niets byzonders deed,
gedurende 2J jaar een invaliditeitspensioen
worden uitbetaald van 132 Mark 's jaars, der
halve 330 Mark in het geheel, of meer dan
de gemiddelde kosten m het Sanatorium.
Als de zieken altjjd genazen en wel voor
goed, dan zou er reeds dadelyk winst zyn,
maar dat is niet zoo. De validiteit bestaat
maar 4 jaar bjj 44 pet. van degenen die als
genezen zyn ontslagen. De overigen worden
echter door de verzekering als nieuwe patiën
ten beschouwd en weer wordt door de behan
deling van het sanatorium pensioenkosten
uitgespaard.
Op deze wjjze voortgaande, zal vrjj wel het
normale levenseinde worden bereikt of over-
lyden na een kort ziekbed, waardoor pensioen
wordt voorbomen.
Geheel verklaard acht dr P. de zaak nog
niet, daar van al de ter verpleging opgeno-
menen na 4 jaren nog maar 20 pet. valide is
en niet alle kosten daardoor gedekt kunnen
worden. Maar dat de Verzekering na het
reeds verkregen resultaat den arbeid voortzet,
is een bewjjs dat zy tevreden is. Mogelyk
kan de prjjs per dag nog weer lager worden.
Na den eisch op het Berlynscbe congres in
1898, dat alle bosten, iaet inbegrip van rente
betaling en amortiseering van het bouwkapi-
taal, door een dagelykschen pensionprys van
3 Mark moeten worden gedekt, schjjnt deze
som van byna 5 Mark, exorbitant hoog. In
ieder geval maakt het bedrag voor het sana
torium Hellendoorn, van 2 daags geen slecht
figuur.
«De hoofdzaak is, aldus eindigt dr P., dat
men in Duitschland in de beweging niet alleen
een humanitaire, maar ook een economische
beteekenis ziet. Er worden arbeidskrachten
gespaard. Als dat hier te lande goed wordt
ingezien, zal ook bjj ons de stijjd in kracht
en omvang winnen 1"
BENUmorGM I3was«
In de St. Cl no 67 is opgenomen een kon.
besluit van den 6en Maart 1902, houdende
vaststelling der eisehen van practische en
theoretische bekwaamheid, bedoeld in artikel
141 der Militiewet 1901.