MIDDELBURGSGHE COURANT. fï#. 83. 148" Jaargang, Dinsdag 4 Maart. 1902, Deze courant verschijnt d a g e ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor aJa plaatsen in Nederland franco p.p., f 2 Afzonderlijke nummers kosten 5 sent, THERMOMETER KW VERWACHTING. 3 Maart 8 u. vm. 38 gr., 12 u. 52 gr., av. 4 u, 44 gr. F. V e r w a o b tmatige Z. wind, bewolkte lucht, weinig verandering in temperatuur. W Adverèentiês20 cont per regel. Seboorto-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regol meer 20 cent. Seclames 40 eent per regel Groots letters naar de plaats, die zij Innemen. T°t de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betrefiende Handel, Njjverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemessn MTsrtMitta>BnMHa US tA SSJLiX As«., M.S. Y«»vbajrSw»l 9««, Akefltewtom. Middelburg 3 Maart. t I. D. FRANSEN VAN DE PUTTE. De staatsman Isaac Dignus Fransen van Putte is heden middag te kwart voor eenen, na een korte doch ernstige ziekte van en kele dagen, longontsteking, het vaderland en zjjn overzeesche bezittingen ontvallen op bjjna 80-jarigen leeftjjd. Zjjne loopbaan om vat een groot deel der staatkundige en parle mentaire geschiedenis van de jongste veertig jaren. De overledene was den 22 Maart 1822 te Goes geboren. Reeds vroeg openbaarde zich bjj hem de lust voor den zeedienst en ging hjj ter koopvaardy varen. Aldus in Oost-Indië aange komen, werd hy daar eigenaar van eene suikerfabriek en andere ondernemingen. Omstreeks 1860 keerde hy in het vaderland terug en begon hg kort daarop zjjn politieke loopbaan. Het was een bekende, statige en indruk wekkende figuur aan de ministerieele tafel zoowel alsvin de beide huizen van het Neder- landsch parlement. Reeds in 1862, kort nadat de heer Fransen van de Putte uit Indië was teruggekeerd, vaardigde Rotterdam hem naar de Tweede kamer af en nanweljjks was hy daar binnengetreden, of hy hield er eene rede voering over de Indische aangelegenheden, die hem op eenmaal stempelde als den man, die Indië kende en die het talent bezat om zjjne gedachten, de vruchten van eigen studie en waarneming, kenbaar te maken op gron dige, pittige, boeiende wjjze, onverschrokken den vinger leggende op de wondeplekken in het Staats- en koloniaal bestuur. Die eerste rede leek velen terstond een discours ministro toe. En reeds in het vols-ande iaar zou dia vervuld worden. Uhlenbeck's begrooting werd in de Tweede kamer met uiterst kleine meer derheid aangenomen, in de Eerste kamer met ontzaglyke meerderheid verworpen de cultuur wet, nog slechts in ruwe trekken aangegeven, had hare schaduw reeds vooruitgezonden en Fransen van de Putte, door de scherpzinnig heid van Thorbecke uitverkoren om in zijn tweede ministerie den opengevallen zetel in te nemen, nam de ontzaglyk zware taak op zich om het scherpe wantrouwen, in de geavan ceerd koloniale politiek gewekt, te temperen. Door zjjne overredingskracht en welsprekend heid, door zjjne vurige geestdrift wist hy de Tweede kamer althans eene afwachtende houding" te doen aannemen en in de Eerste kamer had hy zich sohrap te zetten tegen een phalanx van oud-residenten buiten en van een krachtige oppositie in de kamer, wilde hy zjjne eerste begrooting redden. Hoe fel destijds die prinoipieele strjjd was, moge bljjken uit het feit, dat op de groene banken tegenover den jeugdigen minister toen gezeten was diens va der, de Zeeuwsche afgevaardigde J. Fransen de Putte, en dat zelfs deze nobele grjjsaard liever zich onthield dan de begrooting van koloniën van dezen minister te helpen goed keuren. De zege bleef aan den jeugdigen staatsman, met den gloed en de overtuiging waarmede hy zjjne denkbeelden ingang wist te doen vindenen dit ministerieel debuut heeft op de verdere ontwikkeling van onze koloniale geschiedenis zeer zeker grooten vloed gehad. Toch mocht Van de Putte niet peraoonljjk de vruchten zjjner hervormings politiek plukken. Het bekende staatkundig conflict, dat in Januari 1866 losbarstte tusschen Thorbecke den minister van koloniën in zjjn kabinet de bekende kwestie omtrent de wjjze van vaststelling van het Indisch wetboek bracht in Februari 1866 den heer Van de Putte aan 't hoofd van het toen gereconstrueerde kabinet en reeds drie maanden later, in Mei, besliste het lot over de Cultuurwet (amendement -Poort man) tevens over het bestaan van dat ministerie. Rotterdam bleef hem trouw. Het vaardigde hem spoedig weder, in September 1866, naar de Tweede kamer af op de plaats van Hoynck van Papendrecht en opnieuw trad bjj menige gelegenheid de kloeke, forsche figuur op den voorgrond, vaak ook waar 't gewichtige moe- derlandsche belangen gold. Zes jaren later, in 1872, aanvaardde by de nalatenschap van Thorbecke, den kort te voren ontslapen staats man. Nogmaals formeerde hy een kabinet doch ook nu weder werkten de politieke om standigheden tegen. De klove tusschen de beide groepen der liberale party werkte nog door en vermocht niet geheel overbrugd te worden door de Dotatiewet, die Fransen van de Putte, door een pieus gevoel gedreven jegens d dachtenis van den grooten staatsman, die zyn tegenstander was geworden, onverwjjld zyn optreden aanhangig maakte. Het lot, dat belangryke voordrachten van dit ministerie wedervoer persoonlijke dienst plicht, census-vsrlaging, rechterljjke organisa tie scheen de voortdurende spanning wel aan te duiden en overigens drukte de in April 1873 ontbrande Atjehkryg loodzwaar op een objectieve behandeling van zaken. Van verschillende zjjden iB den overledene van dien oorlog een ernstig verwjjt gemaakt, maar e.ven- eens is herhaaldelijk aangetoond dat die krijg onvermjjdelyk was. Meermalen hebben wjj er op gewezen dat zelfs een anti revolutionnair als de heer Elout van Soeterwoude zich schaarde aan de zjjdo van den heer Fransen van de Putte en de oorlogsverklaring volkomen gewettigd achtte. Trots de beslommeringen, welke die belang ryke gebeurtenis met zich bracht, gelukte het Van de Putte toch nog nadat zyn voorganger De Waal in de agrarische en in de suikerwet aan zjjne eigen denkbeelden reeds recht had doen wedervaren te mid den dier agitatie den gewichtigen maatregel van de afschaffing der difFerentieele rechten in het Indisch tarief nog tot stand te bren gen, terwjjl vroeger de invoering van de In dische comptabiliteitswet, met de wettelijke vaststelling van de Indische begrooting tot hoofdbeginsel, zyn werk was. In November 1874 nam hjj opnieuw in de Tweede kamer zitting, ditmaal voor het district Hoorn. Zes jaren duurde dit mandaatdaarna nam hy afscheid van de militante" politiek om in de Eerste kamer, werwaarts de Staten van Zuid-Holland hem bjj herhaling afvaar digden, dikwerf nog te schitteren door parle mentaire adviezen, die door kernachtigheid meestal, door veelzjjdigheid altoos en door een goeden toon, welke scherpte niet uitsloot, uit blonken. Doch reeds eenige jaren geleden scheen hy te gevoelen dat zyn aardsche werk kring ten einde liep. Hy schreef zjjn politiek testament in de Handelingendie zoo menige fyne^^hand bevatten, wel waardig om in een bundel te worden vereenigd. (Die, welke over 1872—85 loopt, is bjj Roelants verschenen). In de laatste zes jaren, na de ernstige ziekte, waaraan hy in 1896 geruimen tyd heeft geleden, trad hy in het parlement niet meer zoo op den voorgrond als voorheen. Toch was het of in het laatste jaar zyn werkkracht terugkeerde. Zoo nam hy aan de jongste algemeene beraadslagingen over, en aan de verdere behandeling van de staatsbegrooting voor 1902 een zeer werkzaam deel, en hield hy o. a. 28 en 29 Januari in ons Hoogerhuis nog belangryke redevoeringen, die getuigden van zyn helderen geest. Ook den 3en Februari richtte hy nog een vraag tot het ministerie over de tusschen dat en het Engelsche kabinet ge voerde gedachtenwisseling over bemiddeling inzake den oorlog in Zuid-Afrika. Met Fransen van de Putte daalt een man ten grave, die het wel meende met zyn land en met onze onschatbare overzeesche bezit tingen en die daarvan door daad en woord kloek, getuigenis gaf in den Regeeringsraad in het Parlement. Nederland telt eene gezaghebbende staatkundige persoonlykheid minder. met noesten vljjt en schrander overleg werk zaam was eon liefde die, al zyn thans reeds een-en-veertig jaren verstreken sedert hy dat land en dat volk vaarwel zeide, onverzwakt in zyn binnenste is blyven voortleven en die hem onveranderljjk het heil der Indische ge meenschap doet beschouwen als Icdië's hoog ste wet." zonderling" GEDOE In Woord en Beeld wjjdde een paar jaar ge leden mr C. Th. van Deventer een paar zeer waardeerende bladzjjden aan den oud-minister, »die voor Indië het ancien régime heeft afgesloten en den nieuwen tyd, waarin wy thans nog leven, ingeluid." Hy besloot zyn opstel aldus: Zeldzaam en verheffend schouwspel Een staatsman, vergrysd in den parlementairen stryd gezegend zooals weinigen met huise lijk geluk, met door hem zeiven veroverde aardsche goederen, met eer en aanzien en toch, niettegenstaande zyn hooge jaren, jong geblevenniet door den voorspoed verblind of tot zelfgenoegzaamheid verleid, niet angstvallig gehecht aan eenmaal gevorm de meeningen, niet overdreven bevreesd om stryd te komen met antecedenten," niet uitermate bezorgd over het hooge stand punt dat hy inneemt en dat standpunt met diplomatiek beleid, met wikken en wegen van elk woord, verdedigendmaar - vrien delijk, joviaal, openhartig tegenover een elk, die tot hem komt en het in zyn oog wèl meent met de publieke zaakontvankelijk voor nieuwe denkbeelden bereid bet reeds gearresteerde in nadere overweging te nemen, en, zoo noodig, te herzienvol belangstelling in alles wat om hem heen gebeurtrusteloos in het onderzoek en immer strydvaardig. Yraagt men welk het geheim is waaraan Van de Putte die jeugd des harten, die frischheid van geest en van gemoed dankt, dan meen ik te mogen antwoordenzoek het in de liefde, die hjj toedraagt aan het land, waar zyn huiselyk leven aanving, aan het De Nederlander 't is geen wonderis verlegen met het afschuiven van de Christe lijke grondslagen", waarvan zelfs het sChristelyk Kabinet" bljjken heeft gegeven in de in ons vorig nornmer aangehaalde zinsneden uit de Memorie van Antwoord, betreffende enkele wyzigingen in het Stafwetboek. Want het »ChristeJyk-nationale" blad moet erkennen dat hier door de Ministers Loeff, Harte van Tecklenburg en waarlijk ook Kuyper een standpunt wordt ingenomen, principieel door de anti-revolutionairen steeds bestreden. »Ook ons, schrjjft het blad, heeft de laatste der aangehaalde zinsneden getroffen, waarin de ouderlyke macht, geheel op ééne lyn gesteld met de voogdjj en curateele, voorgesteld wordt als- »gegeven" wat hier niet anders beteekeuen kan dan gegeven van overheidswege... Wjj kunnen dan ook niet het vermoeden on derdrukken, dat de laatste der aangehaalde zinssnede afkomstig is uit een van de bureaux, en onder de vele ministerieele beslommeringen aan de aandacht van de onderteekenaars der Memorie is ontsnapt. Uit het oog mag niet worden verloren, dat geheel de zinsnede bad kunnen worden gemist en dat men, geljjk ook wy doen, met geheel de Memorie van Ant woord kan instemmen, al licht men die woor den er uit. Begrjjpeljjk dus, dat de aandacht er minder op gevallen is. Vooralsnog nemen wij derhalve nog niet aan, dat op dat punt feêelt^verratenP~~~J: :'"tinnsir standpunt De Nederlander schryft boven zyn stukje: Quandoque qonus ook de goede Homerus dutte wel eens. Dat waar 't zulke principeele anti-revolutionaire opvattingen betreft als die omtrent de verhouding tusschen ouders en kinderen, ook zelfs dr Kuyper zoo iets over komen konneen maar, daar moet de schuld wel bjj een ander schuilen. Zou echter misschien die ander wel in de bureaux, en niet eerder onder de ambtgenooten gezocht moeten worden? De ervaring, door dr Kuyper met de wederinvoering der doodstraf opgedaan, had hem toch wel bjj al hetgeen van het de partement van Justitie komt tegen indutten mogen behoeden. ArnhCrt.) BEIüUEMMOM MZ. Bjj kon. besluit zyn bjj de rijksverzekeringsbank te Amster dam benoemdtot commies mr L. Del Baere, te Hengelo (O.); tot adjunct-commies J. D. Wildeboer jr., makelaar in assurantiën, te Hil rersumC. F. G. Metsch, werktuigkundig ingenieur te Hengelo (O.); K. Lindner, oud- ambtenaar by de N. Z. A. S., te Amsterdam tot commies: mr A. A. M. Jager, commies ter gemeente-secretarie te GoudaR. Lukkien, lste klerk by h.et Dep. van financiënJ. J. L Pieters, adjunct-commies bjj My. totExpl. van St. sp. te Utrecbt G. H. Veenhoven, meente-secretaris te Hengelo (O.)tot adjunct commiesA. aJ. H. de Hoog, chef de bureau by eene verzekeringsmaatschappij te 's-Graven- hage M. J. D. Merens, commies der posteryen 3e kl. te Arnhem H. J. Marchand lste klerk by het Dep. van Waterstaat enz.A. Schermer, adj.-commies ter provinciale griffie van Zuid- Holland, te 's-GravenhageF. Nieuwenhuyzen, chef de-bureau bjj de arbeidsinspectie te Am sterdam tot adjunct-commies G. Jonker, lste klerk by het Dep. van financiën H. J. Lensink, te Rotterdam; H. G. van Rojjen, lste klerk bjj den pensioenraad voor burgerljjke ambte naren te 's-Gravenhage mrl P. Ladage te Leiden mr H. J. Silvergieter Hoogstad, advo caat en procureur te Amsterdam, en mr J. A. Bevers, advocaat en procureur te 's-Gra venhage. A. Donderdag verleent de minister yan oor log geen audiëntie. De besturen der waterkeeriugen van de calamiteuze polders of waterschappen in Zoo- land zyn door Gedeputeerde Staten uitge- noodigd een onderzoek in te stellen naar een tweetal punten betreffende de instructie voor waterbouwkundige ambtenaren, In de eerste plaats is antwoord te geven op de vraag of de instructie door God. Staten is goedgekeurd bjj ontkennende beantwoor ding moet die goedkeuring nog verzocht en verkregen worden. En ten tweeden hebben besturen na te gaan hoe in de instructie geregeld is de verhouding van de waterbouw kundige ambtenaren tot de ambtenaren van den Rjjks- en Prov. Waterstaat. Waar die ambtenaren jegens de ambtenaren van den Waterstaat niet de meeste bescheidenheid in acht nemen en de verlangde inlichtingen om trent den dienst en inzage van alle daarop betrekking hebbende schrifturen niet geven, zonder voorafgaand overleg met het bestuur, moet de instructie voorzien worden van eene bepaling, welke bedoelde bejegening enz. in Jt vervolg zal waarborgen. Door den Middelburgschen Bestuurdersbond is een motie aangenomen, waarin geprotesteerd wordt tegen het ingezonden stuk van W. over Een bedenkelijk verschijnsel, opgenomen in ons nommer van 27 Februari. Morgen nemen wjj dat protest op. De justitie uit Middelburg is heden mor gen naar Axel vertrokken, teneinde aldaar, in verband met de verduisteringen en valsch- beden in geschriften, door den te Middelburg gedetineerden directeur van de coöperatieve boterfabriek te Axel gepleegd, eene huiszoeking te bewerkstelligen. Zaterdag en Zondag werden alhier bjj het Floralia-bestuur door 275 personen 1113 planten aangevraagd. Uit Vlissingen. ii.oïinKijjire m&atscEapjSy 'ae 'acneiaè, voor Vëirê- ning van de Koninklijke Pakketvaart M aatschappij te Amsterdam, zal Donderdag 6 dez ir des na middags te twee uren te water worden gelaten. H. M. de koningin heeft aah het bestuur van Vlissings Mannenkoor een mat zilveren medaille geschonken voor het in Juni a.s. te houden festival, ter gelegenheid van zyn lo-jarig bestaan. Zondag speelde te Goes voor den Zeeuwschen voetbalbond Zeelandia I uit Goes en Olympia II uit Middelburg. Vóór de rust was de stand 3—1 in 't voor deel van Zeelandia. Na de rust gelukte het Zeelandia nog éénmaal en Olympia nog twee> maal te doelpunten. De wedstryd eindigde dus in 4—8 doelpunten in 't voordeel van Zeelandia - Men moet maar ongelukkig zyn. Van een hengstenhouder te Borssele werd onlangs een hengst afgekeurd en verleden week verloor hjj door sterfgeval zf' keurden hengst. - In den meststal van den landbouwer V. Nieuwenhuize, Spiering -polder te Wis kerke, hebben zich vergiftigingsverschjj len voorgedaan bjj 16 stuks mestvee na 't gebruik van een eerste portie katoenpitten- meel. Een dier bezweek al spoedig. Ook op andere stallen, waar hetzefde meel gebruikt werd, is vee ziek geworden. VOLKSBONI). volk, te midden hjj tien jaren lang UIT STAD EN PROVINCIE. Bjj de Ryks-verzekeringsbank te Amster dam zyn o. a. nog benoemd tot tweede-klerk J. G. Collet, geagreeërd klerk der dir bel. enz. en W. L. B. J. Dekker, 2e klerk ter prov. griffie van Zeeland, beiden te M i d d e 1 b u r g, benevens H. T. Dainsté, oud-ambtenaar der N. Z. A. S. M. te H o n t e n s s e. De twee laatstgenoemden voor den tyd van éen jaar. Zooals nog in een groot deel der oplaag van ons vorig nommer werd gemeld, zyn her benoemd als burgemeester van Aagtekerke J. Peper, .St. K r u i s mr P. C. J. flenne- quin en van Weatdorpe 0. van Waes. Op de bovenzaal van het lehuis voor Mili tairen vergaderde Zaterdag avond de afdeeling Middelburg van den VolksbondVereeniging tegen Drankmisbruik. De opkomst was rekening houdende met den minder gunstigen avond bevredigend. De voorzitter van het thans voor 't eerst optredende definitieve bestuur, mr R. Fruin Th. Azn, opende de bijeenkomst met eenige mededeelingen, waaraan wy o. a. ont- leenen, dat het ledental thans 134 bedraagt, en dat op verzoek van het hoofdbestuur by werkgevers en werkliedenverenigingen een onderzoek was ingesteld naar de verhou ding tusschen loon en arbeidsduur eenerzjjds en drankgebruik anderzijds. Slechts 21 van de 49 vraaglysten waren voldoende beantwoord, maar nog deden zjj geen positieve feiten aan de band, waaruit conclusies te trekken vielen. Het resultaat was aan het hoofdbestuur mede gedeeld. Nog deelde de voorzitter mede dat in het begin van April een openbare propa- ganda-avond zal worden gehouden, waarop de heeren S. Lulofs te 's Hage, lid van het hoofd bestuur, en dr L. H. Wagenaar alhier, onder voorzitter der afdeeling, als sprekers zullen optreden. De secretaris, de heer A. J. Wynne, bracht vervolgens het eerste jaarverslag uit. Gewerkt heeft de afdeeling nog nietdaarom was dat verslag hoofdzakelijk een geschiedenis der oprichting ervan. Op den huwelyksdag der Koningin werden in de gemeente een aantal biljetten aangeplakt, houdende de uitnoodiging om dien dag niet te ontwjjden door misbruik van sterken drank en op 6 September werd de algemeene jaar vergadering te Arnhem door een afgevaar digde bjjgewoond. De heeren W. E. Hendrikse en Anfc. Mes, aangewezen om de rekening en verantwoor ding van den penningmeester na te zien, brachten daarover verslag uit, waarna zjj werd goedgekeurd. Op voorstel van hot bestuur werd besloten voor de algemeene vergadering een voorstel in te zenden, waarby de spoorweg- en stoom bootmaatschappijen hier te lande worden uit- genoodigd te zorgen, dat aan de buffetten alcoholvrjje dranken gemakkelykor en goed- kooper zullen te verkrygon zyn dan nu veelal het geval is. Tot toelichting werd aangevoerd dat de vastgestelde tarieven, ge maakt in eon tjjd toen de drankbestrijding nog niet zoo algemeen was, en b. v. kwast en dergeljjke dranken nog onbekend waren, niet waren bygewerkt, zoodat, waar men altjjd, en overal, een borrel voor 10 ct. kan verkrygen, het bekomen van alcohol vrjje dranken (thee koffie, bouillon, mineraalwater enz.) niet zoo gemakkeljjk en altyd veel duurder is. Men wenschte in dezen meer gelijkstelling. Uitvoerig werd vervolgens gediscussieerd over een voorstel van het bestuur om een adres te richten tot den gemeenteraad, waarin wordt verzocht om in de instruction van gemeente beambten en in de bestekken voor aanbeste dingen een bepaling op te nemen, waarbjj het hebben en het drinken van sterken drank by den arbeid en op het werk verboden is. Het bestuur achtte de thans geldende bepalin gen niet afdoende. Het voorstel werd o.a. bestre den door den heer jhr mr L. Schorer, die aan toonde dat de behoefte aan scherpe bepalingen de controle en de strafoplegging moesten blyven berusten by de werkgeefster, by de leente. De heer Mes achtte het onbillyk den aannemer te beboeten indien het werk volk clandestien drank medevoerde; de heer K. J. Kuiler daarentegen wenschte, op grond van zyn langjarige ervaring, wel strengere maatregelen, maar stelde als amendement voor, dat den aannemer de boete zou worden kwijt gescholden, indien hy een werkman, die op het gebruiken van drank op het werk werd be trapt, onmiddellijk wegzond. Dit amendement werd met een juist voldoend aantal stemmen aangenomen en daarna het gewijzigde voor stel met groote meerderheid. Hierna kreeg de heer J. R. Slotemaker de Brujjne het woord om de bespreking over volkskoffiehuizen in te leiden. Spreker consta teerde dat hjj de uitnoodiging te danken had aan zyn artikel in de Midd. Ct. van 5 Febr., maar stond nu voor het moeilyke geval dat hy niets nieuws kon zeggen omdat hjj zich in dat artikel geheel had uitgesproken. Waar hy zich echter daarin op zyn eigen standpunt als positief-christen en geheelonthouder had ge plaatst, zou spreker zich thans stellen op dat van den Volksbond, die neutraliteit wil, en geen geheelonthouding, sleohts matigheid. Waarom wil men volkakoffiehuizen Omdat er iets móet worden gedaan om de ellende, door den drank veroorzaakt, te bestrjjden. Waarom wordt er gedronken le omdat er vele gelegen heden zjjmen 2e door de gebrekkige zedelyke ont wikkeling en smaak. Men kan ook zeggen er wordt veel gedronken omdat er veel kroegen zyn, maar er zyn ook veel kroegen omdat er veel gedronken wordt. Van praktisch 'stand punt wil men dus de gelegenheden verminde ren, den smaak van 't publiek verbeteren. Hiertoe kunnen de volkskoffiehuizen medewer ken, en wel in hun twee mogelyke vormen: als herberg, zonder alcohol, toegankelijk voor een ieder, waar men een oogenblik kan gaan zitten rusten, of wachten, of met andere spre ken, die ook tevens kunnen dienen tot uitbe talingen van loonen en als schaftlocalen, öf als inrichting die weer het karakter eener sociëteit draagt, waarvan men lid is, waar men steeds donzellden kring van personen ont moet, en waar dus ook gelegenheid is op mo reel en intellectueel gebied te werken. Is het nu gewenscht in Midd elburg ten deze practisch op te treden Zoo ja, in welken vorm dan zoo vroeg de heer Slotemaker. Een vereeniging die neutraal wil zyn, kan slechts met groote behoedzaamheid op zedeljjk gebied werken. Er zullen zich dadelyk allerlei strijd vragen voordoen, b.v. zal men al of niet bier verkoopen? Zal men op Zondag open stellen of slui ten en zoo meer. Daarom zou spreker er voor zyn, slechts volkskoffiehuiz ?n van de eerstbedoelde soort op te richten, daaraan kan een ieder medewerken, en te meer omdat in de behoefte aan inrichtingen der andere soort

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1902 | | pagina 1