MIDDELRIIRGSCHE COURANT Vrijdag 13 December. Hand aan hand. fï°. 294. 144" Jaargang. 1901. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, mat afzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor aJe plaatsen in Nederland franco p.p., f 2.—. Afzonderlijke nummers kosten 5 eent. THERMOMETER KW TERWACHTING. 12 Dec.8 u. vra. 36 gr., 12 u. 39 gr., av. 4 u. 39 gr. F. Verwacht: matige tot krachtige Z. wind, zwaar bewolkte lucht, sneeuw, geringe toename in temperatuur. Advertentiën: 20 cent per regel, Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per rego) Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betredende Handel, Ngverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het AlgcmsM) A«tw«jrÉ©»fie-Rsu'©«n> A. ÖH LA KAM Asa., S8.X. Y»erfo«rgwal ABHsterdtas®, II. {Slot.) Na die mededeeling omtrent ons land geeft mr A. van der Eist oen uitvoerig overzicht van de Engelsche traiiiingships die hij in drie groepen verdeelt. A. lo. Het Liverpool trainingship Inde fatigable voor 200 jongens, zoons of weezen van zeelieden2o de Warspite van de Marine Society voor 200 jongens uit armlastige gezinnen; 3o de Exmovth ,van de Metropolitan Asylums Board (verbonden aan het armbestuur van de city of London 4o de Arethusa, behoorende aan de vereeni- ging The National Refuges for homelessand destitute cMldern voor 200 jongens. B. De opleidingschepen, behoorende tot de Industrial schools ten getale van acht, voor 2550 jongens. C. De twee opleidingsehepen, behoorende tot de Reformatory schools, voor 470 jongens. Deze groepeering is voor het doel van den schrijver van belang, omdat onderscheid dient te worden gemaakt tussehen de op leiding van lo kinderen uit als fatsoenlijk ekend staande doch behoeftige of arm geworden gezinnen 2o verwaarloosde, ver laten en mishandelde kinderen en 3o van tot detentie veroordeelde of voor den straf rechter gebrachte kinderen. Voor eerstge noemde dienen de schepen sub A, voor de tweede groep die van B en voor de derde die van C. Alle schepen staan onder regeerings- toezicht en worden geregeld gecontroleerd door den inspecteur van het lager onder wijs. Regel is dat het beheer door een bijzondere commissie of eigen bestuur, be staande uit een vijftiental leden, wordt gevoerd. De leiding van het schip is toevertrouwd aan een Captain {superintendant), die onder zijn bevelen heeft een onder-commandant {first officer), het noodige aantal onderwij zers en instructeurs, zoowel voor het ge wone schoolonderwijs als voor militaire en lichaamsoefeningen en de beginselen dei- zeemanskunst (navigation). De commandant moet aan boord wonen en is verplicht ver schillende registers te houden waaronder een straffenboek, een journaal enz. Tot het lagere personeel behooren een timmer man, een zeilmaker, een kok en meestal een muziekonderwijzer, want op elk schip wordt uit de jongens een muziekkorps gevormd. De inkomsten bestaan, op een paar uit zonderingen na, uit renten van belegd kapitaal, bijdragen van graafschappen, steden of armbesturen, giften, legaten, jaarlijksche bijdragen van leden en hier en daar uit de opbrengst van gemaakte goederen, bijdra gen en verpleeggelden der ouders. De Staat geeft subsidiesaan schepen sub A ten behoeve, van het onderwijs; voor alle an dere een bijdrage per jongen. De leeftijd van toelating ligt tussehen 11 en 16 jaar. Een medisch onderzoek gaat aan deze vooraf, om uit te maken of de jongen niet lichamelijk ongeschikt is voor de zee. De duur van het verblijf aan boord is verschillend 2s/4 en 3 jaren. De schepen zijn zonder uitzondering groote oudmodels marineschepen, in den trant van onze Admiraal van Wassenaer. Het onderwijs omvatgodsdienst-onder richt gewoon lager onderwijslezen, schrijven, rekenen, aardrijkskunde en zingen, meestal ook geschiedenis en dikwijls tee kenen praktisch onderricht in alles wat den matroos van nut kan zijnhet reven en inhalen van zeilen, opmaken van tuigage roeien, zwemmen, het maken en herstellen van zeilen en hangmatten, knoopen en splitsen van touwenhet herstellen van eigen plunje. De oudere jongens worden onderwezen in de kennis van de signaal vlaggen, het gebruik van kompas en diep lood sturen, en de kennis der Rules of the road. Ook van kooklessen wordt werk ge maakt. Bij tal van schepen niet echter bij de beide reformatory ships is er een brik, waarmede de oudere jongens in den zomer kruistochten maken, waardoor zij aan het zeemansleven wennen en „zee- beenen" krijgen. Er wordt veel werk gemaakt van orde oefeningen, gymnastiek en schermen bij de meeste is er zelfs gelegenheid om met een stuk veldgeschut, geweer en sabel te exerceeren op het oefeningsterrein naast of in de onmiddellijke nabijheid van het schip. Dit veld dient tevens voor cricket en voetbalveld. Het strafselsel biedt een rjjke verschei denheid. Yoor ernstige wanbedrijven kan geeselstraf met de berkenroede op het achterdeel worden opgelegd tot een maxi mum van 12 slagen. Yoor minder ernstige worden ten hoogste 6 slagen gegeven met een rietje op de palm van de hand. Verder opsluiting, verlies van belooningen en voorrechten en vermindering van hoeveel heid of hoedanigheid van voedsel. Wij doelen dit volledigheidshalve mee, zonder daarom getuigenis te willen afleg gen van sympathie voor dit strafstelsel in zijn geheel. Elk jaar worden tal van prijzen uitge loofd zoowel voor goed gedrag, als voor vorderingen in de school en in de zee mansklassen. De voeding is Engelsch deugdelijk. Omtrent de schepen, sub A genoemd, deelt de heer Van der Eist het volgende mede Yoor de Indefatigable waren de inkomsten in 1899 f 77,856, de uitgaven f 73,886. Aan boord waren 315 jongens, (waaronder 150 weezen en halve weezen). 112 gingen naar zee (12 als leerling, 71 als matroos, 22 als jongen, 2 als hofmeester). 5 werden bij de marine geplaatst en 10 vonden een betrekking aan den wal. Van de Warspite, het trainingship der in 1756 opgerichte Marine Societyzijn van de sinds de stichting aangenomen jongens 68,442 geoefenden naar zee gegaan, waar van 27,935 bij de marine, 3760 bij de Indische marine en 26.573 bij de handelsvloot. Van de jongens, die op de Exmouth hun opleiding kx-egen, werden van 1876 tot 1898 geplaatst: bij de marine 2159 jongens, •ij de handelsvloot 2323 en bij militaire muziekkorpsen 849. In 1898 zijn 323 jongens opgenomen en 307 vertrokken. 39 gingen naar familie of kennissen terug. De Arethusa is een uitkomst voor jongens, die aan den wal niet kunnen aarden, maar wier ouders, door ziekte, werkloosheid enz. arm geworden, een uit rusting voor den zeedienst niet kunnen betalen. „De Arethusa is niet voor on eerlijke, luie of onhandelbare jongens voor dezen zijn andere opleidingsschepen bestemd. Maar hoe armer een jongen is, hoe meer aanspraak hij kan maken op medelijden en hulp, als hij maar is bona fide een jongen van goede reputatie." Zoo zijn er 185 jongens in 1899 opgenomen, terwijl er 107 hij de handelsvloot en 52 bij de marine zijn geplaatst. 11 namen dienst bij het leger, 15 gingen naar verwanten terug. Hierna bespreekt de heer Van der Eist de Engelsche schepen voor verwaar loosde en de strafschepeu voor de voor den strafrechter gebrachte kinderen. Hij stelt in bet licht hoe men tot de stichting dezer schepen is gekomen. Naast eenige andere wetten van lateren datum is bij de Industrial Schools Act vau 10 Augustus 1866 bepaald, dat op last van den rechter of magisti'aat, voor welke zij door wien ook gebracht worden, kunnen ge plaatst worden op een Certified Industrial School de navolgende Kinderen, blijkbaar beneden 14 jaar, die worden aangetroffen bedelende of aalmoezen ontvangende, 't zij in werkelijkheid dan wel onder voorwendsel van iets te verkoopen of te koop aan te bieden, of die op een straat of openbare plaats zich ophouden, met het doel om te bedelen of aalmoezen te ontvangenkinderen, die zwervende worden gevonden en geen tehuis, vast onderkomen, natuurlijken verzorger of blijk bare middelen van bestaan hebbenarme weezen, of wier ouder gevangenisstraf onder gaat, en kinderen die in het gezelschap van als dief bekend staande personen worden aangetroffenkinderen, blijkbaar onder 12 jaar, voor twee rechters of een magistraats persoon gebracht, beschuldigd van een straf baar feit, waarop gevangenisstraf is gesteld maar nog niet veroordeeld wegens misdrijf kinderen, blijkbaar niet ouder dan 14 jaar, wier ouder of voogd verklaart, dat hij niet in staat is toezicht op hen te houden en zijn verlangen te kennen geeft, dat het kind in genoemde school worde opgenomen; kinderen, blijkbaar beneden 14 jaar, ver pleegd in een werkinrichting of armen school, waarvan de bestuurders de opzen ding verzoeken, omdat zij te weerbarstig zijn of omdat hun ouders wegens misdrijf zijn veroordeeld. Dit zijn de kinderen, die door hunnen toestand van zedelijke verwil dering nog niet tot misdrijf zijn gebracht. Daarnaast staan de veroordeelde kin deren, die, nadat zij hun straf hebben ondergaan, in verbeteringsgestiohten (Refor matory schools) worden geplaatst. Tegenwoordig bestaan er in het vereenigd koninkrijk ongeveer 142 Industrial Schools, waaronder 8 Industrial School Skips, en 47 Reformatory Schools waaronder 2 Reforma tory School Ships. (Deze beide gesticht door bijzondere vereenigingen.) De kosten van de Industrial School ships beliepen per jongen en per jaar van f 183.60 tot f 343.90. De Reformatory School ships kosten per jaar en per jongen tussehen de f 266,35 en f 236.60. De inspecteur van deze scholen schrijft daaromtrent „Men zou moeilijk een instelling kunnen noemen die een betere kans geeft om al wat goed en mannelijk is in een jongen, te ontwikkelen, als dit schip. Uit de slop pen van verschillende groote steden ge haald en mislukt in andere gestichten, zijn zij, als een geheel genouii^a, een bemanning om trolscb op te zijn. Het is een voldoe ning te ondervinden, dat zij in later jaren hun oude schip niet vergeten. Onder de mildste gevers worden oud-jongens gevon den, die geld zenden voor versnaperingen enz. of zooals 't voi'ig jaar mooie bijdragen gaven voor het hospitaal aan den wal". Elk jaar ontvangt de commandant meer brieven vol dankbaarheid. Typisch schreef een hunner „Wees zoo goed de heeren van mij te groeten zij waren mijne beste vrienden aan boord, nadat zij mij een pak ransel hadden gegeven, want dat heeft me won derveel goed gedaan." Aan het eind van zijn studie stelt de heer Van der Eist de vraag is bij ons het stichten van een of meer opleidingsschepen voor verwaarloosde kinderen uitvoerbaar, noodig ©u weuschelijk? En hij beantwoordt die vraag als volgt »Wat de uitvoerbaarheid betreftzooals in het begin is aangetoond, passen die schepen reeds nu in het stelsel der wet. Met de langdurige ervaring in Engeland (en elders opgedaan, kunnen wjj ruimschoots ons voor deel doen; nadere kennismaking en bestu deering kan aanvullen wat er aan onze be kendheid met deze schepen ontbreekt. Wjj hebben evengoed groote rivieren en haven monden, waar een opleidingachip voor anker kan liggen, waar gelegenheid is voor ont spanning aan den wal en waar practische oefeningen in alles wat den zeeman vormt, kunnen worden gehouden. Als voorbeelden noem ik Vlissingen, Texel en Medem- blik (het oude opleidingsstation voor de adel borsten). Evenals de Engelschen zjjn wjj een zeevarend volk met uitgestrekte koloniën ook wjj hebben een visschersvloot en stoom vaartlijnen die deelnemen aan de groote vaart. Ja, wjj zjjn hier bjj Engeland verreweg in het voordeel. Waar dit rjjk tengevolge van zjjn zooveel talrjjker bevolking vele opleiding schepen noodig heeft en nog wel met de be manning, elk van 200 tot 400 jongens, kun nen wij, voorloopig zeker tenminste, volstaan met een schip voor verwaarloosde kinderen en een tweede als strafschip, elk met niet meer dan 100 tot 150 jongens. Daardoor wordt een groot nadeel vermeden, dat, al heb ik 't ner gens uitgesproken gezien, aan de Engelsche schepen wel eigen moet zjjn, dat nl. het aan tal jongens op elk schip te groot is, tengevolge waarvan de tucht, het toezicht, de controle op het beheer, de persoonljjke invloed van gezag voerder en personeel op de karaktervorming der jongens enz. dikwjjls zullen te wenschen overlaten. Zjjn er, zooals ik mjj dat voor ons land voorstel, niet meer dan gemiddeld 125 jongens aan boord, dan kan dit beperkte aan tal slechts ten goede komen aan lijkheid der opleiding in haar ganschen om vang. Ook de kosten die trouwens toch moeten worden gemaakt, direct of indirect voor een of meer gewone opvoedingsgestichten of voor van vereenigingen uitgaande gestich ten - zullen daardoor minder worden, te meer daar onze eischen op menig gebied meer bescheiden zjjn dan in Engeland, waar voorbeeld, naar een onzer kranten dezer dagen snedig opmerkte, men zich zeiven niet respecteert, of men moet eenige prjjzen bjj cricket of bjj voetbalspel hebben gewonnen. Zoo zou het exerceeren met geschut, geweer en sabel achterwege kunnen bljjven, mits schermen,gymnastiek, ordeoefeningen en zwem men een voorname plaats innemen op het leerplan. Zjjn ze noodig en dus wenscheljjk? Ook hieromtrent is geen twjjfel mogeljjk. Reeds nu zullen tal van jongens in de rjjkaopvoe- dings-gestichten zjjn of worden opgenomen, die of om hun aanleg en karakter of tenge volge der omgeving, waarin ze vóór de opzen ding verkeerden, er niet thuis behooren en er niet kunnen aarden. En dat euvel zal bljjven en toenemen, wanneer het nieuwe stelsel van opzending naar tuchtscholen en particuliere gestichten in werking is getreden. Het zijn de jongens, met welke om hun levendigen of wispelturigen aard of reeds uitgesproken ver langen om naar zee te gaan, »geen land te lilen isvoor wie dus het leven aan den wal weinig aantrekkeljjks heeft en bjj wie het vooruitzicht van later te moeten arbeiden in fabriek of werkplaats tegenzin wekt. Maar vooral: de jongens uit onze talrjjke visschers- en kustplaatsen behooren nergens anders thuiB dan op een schip het zal meestal, ja altjjd durf ik zeggen een hardheid zjjn, die kinderen onzer duinen en kusten, waar van hun prille jeugd in vrjjheid konden rondzwerven, in een stadsgesticht te plaatsen, terwjjl bovendien voor zeer velen, die zoo spoedig mogelijk als visscher, schippersjongen of matroos hun brood moeten of willen ver dienen, ambachts- of iuinbouw-onderricht geen zin heeft. En wat mjj betreft: hoe meer stadskinde ren zullen worden geplaatst op opleiding schepen, hoe liever ik 't zien zou. Want mogen deze worden zoo weinig mogeljjk etraf- schepen, zoo veel mogeljjk opleiding schepen. Dan zal de toekomst misschien leeren dat uit menigen knaap, die vroeger te boek stond als deugniet, dief of diefjesmaat, een flinke visscher, of matroos of bootsman of koksmaat groeien kan. Mogen onze kinderwetten een zegen worden voor ons land, zooals ze dat zjjn geworden voor Engeland, waar na de invoering der Industrial en Reformatory School Act de crimina liteit der jeugd is gedaald met een regelmaat en een snelheid, die de stoutste verwachtingen hebben overtroften. Dus geen kinderbescherming en dwang- opvoeding zonder opleidingschepen!" Men zietook mr Van der Eist heeft het oog op Vlissingen gevestigd. En geen wonder Is er een plaats zoo gunstig gelegen als onze zusterstad, gunstig voor de vaart op de Schelde, voor tochten op zee, voor het opleiden voor de zeevaart in het algemeen Is er eene haven en zeeplaats meer ge schikt voor de vestiging van eene opleiding schip wij spreken daarvan, evenals de schrijver, liever dan van een strafschip als juist Vlissingen? "Wij gelooven het niet. Nu is het mogelijk dat te gelegener tijd, als het nieuwe stelsel van opzending naar tuchtscholen en particuliere gestichten in werking treedt en dus de behoefte zich van zelf doet gevoelen aan uitbreiding van inrichtingen om verwaarloosde jongens op te leiden particulieren de hand aan het werk slaan, maar zeker zal dan ook de regeering moeten optreden. En wordt dan do wenk van mr Van der Eist opgevolgd, dan zal stellig of de aan dacht van zelf op Vlissingen vallen, of daarop gevestigd moeten worden. En in beide gevallen zal hot aanwezig zijn van eene zeevaartschool, waarvan de onderwijskrachten ook aan zulk oen in richting als een opleidiDgschip ten goede komen, voor Vlissingen pleiten. En niet het minst wanneer het Rijk zelf bij zulk een school is betrokken door het verleenen van subsidie. De financieele voordeelen ook van zulk een opleidingschip, met zijne talrijke be volking, zijne chefs en toeziend personeel, liggen voor de hand. Den winkelstand kan niet anders dan winst in den schoot ge worpen worden door do dagehjli3che be hoeften, die zulk een uitgebreide bevolking heeft. Een Zeevaartschool en een opleiding schip liggen dus in een lijn. Laat men daarom aan de eerste nu alle aandacht wijden, hare oprichting bevorderen. Dan zal, wanneer het oogenbiik tot han delen daar is voor het verkrijgen van een opleidiugschip, het niet onmogelijk wezen dat Rijk en Gemeente hand aan hand gaan om Vlissingen ook een inrichting te schen ken die daar juist op hare plaats zijn zou en ten nutte en tot heil zou wezen van menigen jongen, wiens hart, evenals dat van De Ruyter, trekt naar de zee en die aan land niet kan aarden. Middelburg 12 December. Kameroverzicht. Zitting van Woensdag. Heden maakte de Kamer een aanvang met de beraadslaging over de begrooting van binnenlandsche zaken." Minister Kuyper op zjjn post, gereed iedereen van bescheid te dienen, die er naar vragen zou, de leden flink opgekomen, de groote tribune stampvol met referendarissen, en de loge van den president bezet door een achttal jonge dames, wier bij zondere aandacht den persoon van den premier gold. Met intense belangstelling werden de bewegingen van den minister door de schare schoonen gevolgd. Voor de andere ministers om jaloersch van te worden Eerst kwam het wetsontwerp in behande ling betreffende de overbrenging van de ar beidszaken naar «binnenlandsche zaken" en van de landbouwaangelegenheden, voor zoo verre zij niet in verband staan met onderwjjs, eveneens naar genoemd departement. Hier over werd een korte discussie gevoerd, en daarna het wetsontwerp zonder stemming aan genomen. Aan de overbrenging van arbeid en landbouw was nu de wetteljjke sanctie gegeven. Nu kwam «binnenlandsche zaken" aan de orde. Er werd besloten geen algemeene beschouwingen te houden. Een patente gedachte. Vier arti kelen van de eerste afdeeling gaan zonder discussie onder den hamer van den voorzitter door.Bjj artikel 5 wordt »halt"gehouden.De heer Van Asch van Wjjck brengt de drankwet ter sprake en de overdracht van het vergunnings recht naar de overblijvende familieleden van vergunninghouders. Hjj vindt dat een mooie oplossing, en beveelt haar bjj een eventueels herziening van de drankwet aan. De heer De Stuers, die nu in zjjn volle kracht begint te komen, houdt de vergadering bezig met het Paleis te Amsterdam. Hjj vraagt of de tegen woordige toestand in overeenstemming is met het eenvoudigst beginsel van eerljjkheid, en vindt dat het Paleis aan de gemeente Amster dam moet teruggeven worden. De heer Lucasse (slecht verstaanbaar) dringt aan om bjj voorkeur burgemeesters te benoe men, die in de gemeente zelf wonen. Tegen woordig krjjgen de secretarissen een speciale opleiding, waaraan een burgemeester dus een flinken steun heeft. De heer Van der Zwaag schilt eventjes een appeltje met den heer Van "Wjjck, die eenige hatelijkheden over de socialisten had gedebi teerd, en sloot zich, wat de burgemeesters- quaestie betreft, b{j den heer Lucasse aan. Volgen nog de heeren Mutsaers, Heemskerk en Van de Velde, ieder met hunne wenschea. De afgevaardigde voor Amsterdam vraagt verlichting van den taak der burgemeesters die b. v. te Amsterdam moet per dag 338 handteekeningen zetten. Voor de griffie-ambtenaren in Brabant en Limburg springt de heer Mutsaers in de bres. Tegen den clandestienen verkoop van ster- kendrank jjvert de heer Van de Velde. De rjj sprekers wordt met dezen heer gesloten. De voorzitter verleent nu het woord aan den «heer minister van binnenlandsche zaken." Dr Kuyper staat te midden van een breeden kring van leden. Het is een huiseljjk tafreeltje, de heeren staan eens op hun gemak te luis teren en de minister heeft ook alle deftigheid gebannen. De portefeuille, voor hem gelegen; wordt opengeslagen, het notitieboekje een Bnoezig klein boekje wordt even ingezien, een fleschje, met vermoedeljjk eau de cologne er in, schudt hjj even op en neer, bevochtigt de top van den duim en snuift er aan, nog een blik op de voor hem gelegen paparassen geworpen en hp begint te spreken. De heer De Stuers krjjgt het eerst een beurt. Deze heeft de zaak «niet volkomen juist voorgesteld." Dit zal de minister nu eens doen en hjj doet

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1901 | | pagina 1