MIDDELRURGSCHE COURANT. 1901. Donderdag 12 December. Hand aan hand. H°. 293. 144° Jaargang. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Teestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor a Je plaatsen in Nederland franco p.p., f2.- Afzondorlrjke nummers kosten 5 oent. THERMOMETER E\ VERWACHTIMG. 11 Dec.8 n. vm. 42 gr., 12 u. 43 gr., av. 4 u. 43 gr. F. Verwacht: matige N. W. wind, bewolkte lucht, buiig weer, geringe afname in temperatuur. Advertentiên20 cent per regel. Seboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 eent. Reclames 40 oent por regel ftroots letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiên en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het AlgeuaeeR Adverientfs'liuresu A. DE LA MAR Am., N.8. Taerhurgwil 966, Anuterdaia. I. Binnen kort zal zeker wel de ge meente- raad van Vlissingen eehe beslissing nemen omtrent het verzoekaan eene commissie uit zijn midden of daar buiten op te dragen een ondei-zoek in te stellen naar de moge lijkheid dat Vlissingen eene Rijks hoogere burgerschool krijge of, zoo dit niet kan, op welke subsidie de gemeente voor eene der gelijke inrichting zou kunnen rekenen. Onzerzijds hebben wjj over deze belang rijke kwestie, die reeds zoovele hoofden beroerd en pennen in beweging gebracht heeft, niets meer te zeggen. Wij hopen dat aan dit verzoek zal worden voldaan. Het daarbij gevraagde onderzoek kan, zij het dan misschien niet voor het heden, in elk geval voor de toekomst zijn groot nut hebben. Eenmaal zal, naar onze vaste overtuiging, het oogenblik aanbreken dat onze zuster stad aan haar reputatie verplicht zijn zal te voorzien in eene behoefte die zich meer en meer zal doen gevoelen. Eene hoogere burgerschool, zij het ook eene met drie jarigen cursus, zal Vlissingen niet kunnen ontberen. Maar al mocht wat wij niet ver wachten de raad zelfs niet ingaan op het gedane verzoek, dan toch heeft de beweging, daartoe op touw gezet, deze goede zijde gehad dat men, naar aanleiding daarvan, al staan ze gansch niet met elkaar in verband, verschillende belangen en be hoeften der gemeente van naderbij heeft bezien en daarvoor de algemeene aandacht heeft gevraagd. Zoo is er gezinspeeld op eene ambachts school zoo werd een groote schrede gezet op den weg tot het verkrijgen van eene Zeevaartschool. Voor de poging tot het stichten van laatst genoemde inrichting wenschen wij in het bijzonder nog eens de belangstelling te vragen van allen, wien het welzijn van Vlissingen ter harte gaat. Met ingenomenheid hebben wij ook kennis genomen van het streven om zulk eene school aldaar tot stand te brengen en onze sympathie daarmee betuigden wij reeds meer dan eens. Ook ons dunkt dat Vlissingen daarvoor de aangewezen plaats is. En dat daar aan eene Zeevaartschool behoefte bestaat, blijkt wel uit het adres, door de heer en Van Woelderen, Van den Berg en Smit bij den Daarin toch wordt verzekerd dat, door het rondzenden van eene lijst, adressanten zich overtuigd hebben dat te Vlissingen zich telken jare een voldoend getal leer lingen zal aanmelden om het bestaan eener Zeevaartschool te wettigen, terwijl te ver wachten is dat bovendien ook uit andere plaatsen in de provincie zich leerlingen zullen aanmelden. Met die verwachting voor oogenre kenende met het feit dat bezuiden Botter dam geen dergelijke inrichting bestaat en Vlissingen de eenige gemeente is, waar zulk een school een uitstekende plaats zon vinden, mag de raad niet aarzelen aan het verzoek om subsidie van de drie adressan ten te voldoen niet alleen, neen, dient de gemeente dit pogen nog meer, met alle kracht, op velerlei wijze te steunen. Dat is zij verplicht aan haar eigen bloei en aan hen, die hunne kinderen willen doen opleiden voor de zeevaart maar dit moeten nalaten om de kosten, aan het zenden naar elders verbonden. Het is eigenlijk verw on derlijk dat in de stad van den held der zee, den beroemden Miehiel Adriaanszoon, zulk eene inrichting niet reeds jaren bestaat. En dit te meer omdat deze zoo geheel past bij het daar bestaande loodswezen, dat steeds een practisch voorbeeld zijn kan tot leering en nut voor de jongelui, die aan zulk eene school opgeleid worden. Het is gebleken, zeggen de heeren Van Woelderen c. s., dat een overigens geschikte Vlissingsche jonge man bij eene sollicitatie naar eene betrekking bij het loodswezen moest achterstaan bij een jongen man uit bet Noordelijker deel van ons land, omdat laatstgenoemde in het bezit was van een diploma als derden stuurman. In de behoefte aan de gelegenheid om zich voor te bereiden voor dat examen als derde stuurman willen adressanten aanvan kelijk voorzien, natuurlijk met vooruitzicht óm verder te gaan op dien weg als uit breiding noodig blijkt. Want in art. 1 der ontwerp-statuten wordt duidelijk het doel der te stichten ver- eeniging Zeevaartschool als volgt omschreven: „het oprichten en besturen eener school waar onderwijs gegeven wordt in de Zee vaartkunde." De 'oprichters nu vragen 500 subsidie jaarlijkseen bedrag, waarlijk niet te hoog, als men bedenkt welke voordeelen de burgerij van zulk eene school kan plukken, hoe zij den goeden naam der stad kan verhoogen. Integendeel, er moet meer gedaan wor den. Wij zouden zeggen: laat de gemeente die poging krachtiger steunen den ontwer pers van het plan zooveel mogelijk ter wille zijn, en, kan het, ter hunner beschik king stellen een gebouw, dat de stad in eigendom heeft. Hoe meer Vlissingen zelf toont prijs te stellen op het bezit van zulk eene school, hoe eerder Provincie en Rijk bereid zullen zijn tot de oprichting ervan mee te werken. En bovenal kan het tot stand komen van eene Zeevaartschool ver strekkende gevolgen hebben voor de toekomst. Waarom Wij willen dit eenigszins uitvoerig bloot- ggen aan de hand van een zeer lezens waardig opstel in het jongste nommer van de Vragen des ti/jds. Het is geschreven door mr A. van der Eist te Leiden, die daarin behandelt de „Opleidingschepen voor verwaarloosde kin deren." Juist met het oog op de beweging, thans in Vlissingen gaande tot oprichting van eene Zeevaartschool, trok de beschouwing van mr Van der Eist onze bijzondere aan dacht en wij bevelen de lezing daarvan ook ten zeerste aan bij allen die in het vraagstuk der opleiding voor de zee belang stellen. De schrijver begint met er op te wijzen, „dat bij de wetten van 12 Februari 1901. Stbladen 63 en 64, in onze wetboeken van strafrecht en strafvordering, in de gestich- tenwet en in de wet regelende de begin selen van het gevangeniswezen zoodanige wijzigingen gebracht zijn, dat gevangenis straf en principale hechtenis ter zake van door minderjarigen gepleegde strafbare feiten mettertijd uitzondering zullen zijn en daar voor zal in de plaats komen plaatsing op een tuchtschool, in een rijksopvoedingsge sticht of welhun verdere opvoeding wordt toevertrouwd aan een vereeniging, stichting of instelling, die aan de daartoe door de regeering te stellen eischen voldoet «Deze wetten zjjn, zegt mr Van der Eist, nog niet in werking getreden. Zjj kunnen dit reeds hierom niet zjjn, omdat de oprichting van tuchtscholen een novum in ons stelsel van kinderbestraffing het bouwen van nieuwe, in ieder geval een deugdelijke reor ganisatie der bestaande rjjksopvoedings-ge- stichten en de eischen waaraan genoemde vereenigingen zullen hebben te voldoen, den noodigen tjjd van ernstige voorbereiding vorderen. Er is dus nog gelegenheid te over, om even ernstig te overwegen, of niet dat nu wet geworden stelsel moet worden aangevuld en wel door hetzjj van rjjkswege, hetzjj door het optreden van de een of andere veree niging, een of meer tucht- en opleiding schepen aan die dwangopvoeding dienstbaar te maken. Ditzelfde geldt voor kinderen, die verwaarloosd, verlaten of geëxploiteerd, door den Staat of een vereeniging zullen worden gesticht hetzij terstond hetzjj later op een schip wordt geplaatst. In het tweede geval stelle een vereeniging van weldadigheid" een dergelijk schip in dienst. Zooals bekend is, zgn deze opleidingschepen (i(rainingshipsin Engeland sinds tal van jaren inheemsch, zoodat het niet anders dan ver wondering kan wekken, dat bjj de voorberei ding der kinderwetten er wel bljjkens een paar plaatsen bjj de schriftelijke behandeling aan is gedacht, maar dat niemand, voor zoo ver ik weet, ze heeft besproken. Intusschende zaak is nu eenmaal niet anders. Maar wat niet is, kan komen. En overtuigd dat het nieuwe stelsel zonder een of meer van deze schepen onvolledig is, heb ik mjj tot taak gesteld, hier over deze trainingships het een en ander mede te deelen. Geheel onbekend evenwel zgn opleiding schepen bij ons niet. Iedereen kent de kweek school voor zeevaart te Leiden, waar jongens van IS1/- tot 16 jaar worden opgenomen ter voorbereiding van hun plaatsing op het i n- structieschip te Amsterdam, waarna hun opleiding wordt voortgezet te Hellevoetsluis. Maar het is duideljjk, dat noch deze kweek school (zonder schip), noch dit instructiescbip de hier te behandelen kwestie raakt. By plaatsing op genoemde kweekschool immers wordt een verbintenis bjj 's rjjks zeemacht aangegaan voor den tjjd van 12 jaren, terwjjl jongens die de bepaalde maat niet hebben, geen bewjjs van goed gedrag kunnen overleg gen, of wegens diefstal zjjn veroordeeld, worden afgewezen. Zjj zjjn terstond na de aanneming jongens" in 's lands dienst, ontvangen soldjj en klimmen in vervolg van tjjd op tot matroos 3e, 2e, le klasse, korporaal enz. Ook met het sinds 1891 bestaande oplei dingschip De Nederlander te Rotterdam zgn wjj nog niet bjj ons onderwerp aangeland. De vereeniging Opleiding schip voor de Handels vaart te Rotterdam, die dit schip, dat 's zomers op de Maas voor anker ligt, onderhoudt, werkt op kleine schaal niet, omdat zjj niet meer zeilen zou willen bjjzetten, maar ouidat ze er het geld niet voor heeft. Maar «hoofdzaak is, om de handelsvloot aan flinke zeelieden te helpen en ook het physieke peil van den Nederlandschen zeeman te verhoogen, zoodat bjj de aanneming der jongens, behalve ge neeskundige keuring, vooral gelet (wordt) op krachtigen lichaamsbouw." De leeftijd van toelating is van 12 tot 16 jaarvelen moeten dus worden afgewezen, die gaarne naar zee wilden, terwjjl de opleiding, die gemiddeld hoogstens een jaar duurt, niet kosteloos is Behalve 10 als eerste kosten van kleeding, moet 50 eent per week worden betaald ge durende het verbljjf aan boord. De volledige uitrusting, die zjj noodig hebben, wanneer zjj gaan varen, wordt op hun rekening gebracht en moet worden afbetaald. Toch heeft deze jonge maar zeer nuttige en verdienstelijke vereeniging, roeiende met de riemen die zjj heeft, tusscben 1891 en 1899 van de 249 jon gens er 226 een plaats bezorgd bij verschil lende Nederlandsche reederjj en (102 bjj Holland—Amerika lijn-) Gerust kan dan ook worden gezegd, dat dit schip een volkomen 3ucces is. Dit wat betreft ons land." Wetswijziging is daarvoor onnoodig, aange zien artikel 39 wetboek van strafrecht zooda nig iB aangevuld dat de minderjarige c. q. hetzjj in een Rjjksopvoedings-gesticht (wordt) geplaatst, ten einde aldaar, of later op andere wjjze, van regeeringswege in zgn opvoeding worde voorzien, hetzjj jter opvoeding (worde) toevertrouwd aan eene vereeniging, stich ting of instelling van weldadigheid het eene en het andere geval uiterljjk tot hjj den leeftjjd van een en twintig jaren zal heb ben bereikt" (artikel 39bis). De invoeringswet heeft nu slechts te bepalen, dat een of meer rjjksopvoedings-gestichten zullen zjjn een op leidingsschip, of dat de opvoedeling van hot Middelburg 11 December. Kameroverzicht. Zitting van Dinsdag. Alvorens de beraadslagingen over de be grooting van «justitie11 te hervatten, werd door de Kamer een nieuwe voordracht opge maakt voor de benoeming van een Raadslid in den Hoogen Raad. Dit nam ongeveer een uur in beslag van den kostbaren nationalen tjjd. Het resultaat der stemming was, dat jhr mr W. H. de Savornin Lohman, zoon van het Kamer lid voor Goes en rechter alhier in de arron- dissements-rechtbank, no 1 haalde. Onder de heeren der rechterzijde was deze keuze een vooraf opgemaakte zaak, zoodat het stemmen met gesloten briefjes niet al te lang behoefde te duren. In deze aangelegenheid hebben de clericale partjjen dus hun zin doorgezet, maar ditmaal met een candidaat hunner richting, die algemeen geacht wordt een goed jurist te zgn. In dit opzicht moet de appel niet ver van den boom gevallen zgn. Toen kwam de minister van justitie aan het woord om de verschillende sprekers te beantwoorden. 81 onderwerpen hadden zg aangeroerd de lezer verge niet van mg, dat ik hier punt voor punt het betoog van den minister volg, en naga wat hg over deze 31 onderwerpen had te zeggen. Slechts wensch ik hier aan te stippen wat hjj dacht van de wederinvoering van de doodstraf. De beer Lucasse had Maandag avond een warm plei dooi geleverd voor de invoering van de dood straf. Het lugubere onderwerp was door den afgevaardigde voor Middelburg bljjkbaar be studeerd van uit het standpunt der «christe lijke beginselen", die ook in het strafrecht moeten doorwerken. Moorden zgn aan de orde van den dag, zeide de heer Lucasse een stelling, waarop anders nog al wat af te dingen valt en daar tegen moet met den dood worden gestraft. Volgens den spreker zou de doodstraf de kroon zgn van ons strafrecht. Op deze fraaie beeldspraak zou de minister den afgevaardigde keurig van repliek dienen Over de invoering van de doodstraf spre kende, verklaarde de minister allereerst, dat hjj in deze zaak zeker was vele vrienden te zullen grieven. Hg was echter volstrekt niet overtuigd dat, geljjk kjj reeds in zgn Memorie van Antwoord had geschreven,'de eerbied voor het menscheljjk leven zou toenemen, door een scherprechter emplooi te verschaffen. Theo retisch aanvaardt hg natuurljjk het recht van de overheid om met den dood te straffen. Verder verdedigde hg den tegenwoordigen toestand, waarin de doodstraf is afgeschaft. En toen komende tot hetgeen de heer Lucasse in zgn beeldspraak had gezegd, merkte bjj zeer terecht op, dat het geen beeld van goeden huize was, galg en schavot met een kroon te vergeljjken. De heeren links moesten eens even lachen over deze kleine terechtwijzing, enkele heeren rechts vonden haar niet pleizierig, Sommige gezichten betrokken het was dan ook niet aardig van den minister, zoo met een paar woorden te zeggen »dat ljjkt nu op nietswe leven niet meer in de tjjden van de vergel- dings-theorie, maar in de tjjden van de ver- beterings-theorie Men kan er verzekerd van zgnvan de weder invoering van de doodstraf komt onder het ministerschap van den heer Loeff niets. De Hoogerhuis-zaak, door den heer Hels- dingen op zeer gematigde wjjze ter sprake gebracht, werd ook door den minister behan deld. En zonder omhaal van groote woorden, die in dezen van weerszgden nog al eens ge bruikt zgn, zette hg zgn standpunt uiteen, dat voor het oogenblik niet anders dan het juiste kan genoemd worden. De minister bleef natuurlgk hechten aan de uitspraak van ver schillende rechtscollege^ die in deze zaak vonnis seveld hebben. Slechts dit wilde hg er aan toe voegenbracht de heer Helsdingen het gevoel van de moeder der veroordeelde broeders als een factor in het geding deed hij dus een beroep op het medelijden, dan wilde hg wel verklaren, dat ontferming aan het departement van justitis geen onbekende zaak is. Deze verklaring deed ons genoegen omdat wjj daarin een streven zien, dat wel licht na eenigen tjjd een oplossing in deze uiterst moeilijke zaak kan geven. Eenerzyda is het te begrjjpen dat de minister de hand houdt aan de uitvoering van de wet, waaraan wjj allen onderworpen zgn, maar ook niet ongevoelig schjjnt voor de andere, de «men- scheljjke zjjde", als die zoo eens genoemd mag worden, van de Hoogerhuis-affaire. En in een jurist is dit dubbel te waardeeren. Misschien was uit dien hoofde ook de houding der sociaal-democratische fractie tegenover hem welwillender dan het geval was met zgn voor ganger. De oppositie der socialisten was wel scherp maar niet bitter, en dat zegt van die zjjde heel wat. Bjj de behandeling der artikelen werden nog allerlei onderwerpen aan de orde gesteld, die ons echter geen aanleiding geven tot afzon derlijke vermelding. Slechts het debat over de rijksinrichtingen te Yeenhuizen, waaraan de heeren Roessingh, Sasse van Ysselt, Van Bylandt en Goeman Borgesius deelnamen, be nevens de minister, ging eenigszins dieper. De heeren RoeBsingh en Borgesius hingen over de toestanden aldaar een treurig tafereel op, en drongen op klassificeering der verpleegden aan, op maatregelen tegen ontvluchting, die thans veelvuldig voorkomt, en het aanbrengen van kunstlicht, dat de bewoners in staatstelt om in de lange winteravonden eenig nuttig werk te verrichten. Thans is de toestand deze alle landloopers zitten pêle niêle door elkander er wordt geen acht geslagen op don verderfeljjken invloed, dien slechte sujetten op minder tot boosheid geneigde naturen kunnen uitoefenen, en 's avonds zitten alle bewoners in spaarzaam door petroleum verlichte vertrekken een spel letje dam te spelen, of een gezellig praatje te maken. Gewerkt wordt alleen over dag, en op het land. 's Avonds is het luieren en niets doen, want petroleumverlichting is natuurlijk veel te gevaarlijk om in werklokalen te gebruiken. Beide sprekers wenschen daarom verbetering in dien zin, dat lo classificeering worde ingevoerd2o de verpleegden het niet eigen verkiezing, en 3o dat ér gelegenheid werd gegeven om ook 's avonds de bewoners aan het werk te houden. Op zeer onderhoudende manier werd dit door den heer Goeman Borgesius uiteengezet, op meer uitvoerige wjjze door den afgevaardigde voor Eininen. En met het gevolg, dat de minister beloofde er zelf eens heen te gaan om een persoonlijk onderzoek in te stellen. Ook de «christelijke" inrichting voor land loopers, het Hoogeland bjj Beekbuizen zal de minister bezoeken. Dit op verzoek van den heer Van Bylandt, die tevens de gelegenheid waarnam te wjjzen op de gunstige resultaten, door deze vereeniging verkregen. Nu zullen wjj hierover niet met den afge vaardigde van Apeldoorn twisten maar wjj wenschen er toch aan toe te voegen, dat die betere resultaten, verkregen op de particuliere inrichting, tegenover die bereikt op de rijks inrichtingen te Veenhuizen, nog niets bewjjzen iegen de laatstgenoemde gestichten, omdat ze •jjksgestichten zjjn.Want lo neemt het Hooge land alleen «puik materiaal" op, gunstige su jetten, terwjjl van de opname in Veenhuizen geen keuze wordt toegelaten. Verder is het aantal plaatsen in het Hoogeland beperktin Veenhuizen oneindig grooter. En ten derde is men naar verhouding veel ruimer ingericht op de christeljjke inrichting, het personeel veel talrjjker dan te Veenhuizen. Deze om standigheden verklaren voor een groot ge deelte de betere resultaten der «christeljjke1' werkinrichtingen. En dat zal den minister, naar te hopen is, ook wel niet onbekend zjjnook al zal er wel op de volgende begrooting een subsidie ge plaatst worden voor het Hoogeland. De heer Van Bylandt was er nu reeds als de kippen bjj. De begrooting werd na dit debat zonder hoofdeljjke stemming aangenomen. Over het algemeen is de minister, evenalB de heer Van Asch van NVgk, medegevallen. In zgn ant woorden deed hjj ons telkens weer aan zgn ambtgenoot van koloniën denken. Hg wenschte eerst te onderzoeken, kon nog geen bepaald» belofte afleggen kortom hjj was nog al vaag, maar positief genoeg om te toonen, dat hjj van de verschillende onderwerpen op de hoogte was. En ook tegenover de socialisten welwillend, die het hem evenmin als den heer Van Asch van Wjjek lastig gemaakt hebben. Bovendien spreekt de heer Loeff duidelgk, wat dezer zjjds niet genoeg geprezen kon worden. VOORDRACHT HOOGE RAAD. Bjj de stemmingen voor eersten en tweeden candidaat, Dinsdag in de Tweede kamer, ver kreeg mr H. Binnerts, vice-president van het gerechtshof te Leeuwarden, die nummer een stond op de aanbeveling van dien Raad zeiven ■28 en 32 stemmen. Jhr mr J. Remees van Iddekinge, president van de rechtbank te Groningen, als nummer twee door de Kamer op de voordracht ge plaatst, nam dezelfde plaats in op de aanbe veling. TEGEN ENGELAND. Het Nationale Arbeiderssecretariaat te Amster dam schjjnt nog niet overtuigd van de onmo gelijkheid om de boycot-beweging algemeen ingang te doen vinden en houdt geen rekening met het échec van het Uitvoerende Comité. Het ontkent in een circulaire mede-oorzaak te zgn geweest van het mislukken der pogin gen om de Engelsche handelsvloot te boycotten. De schuld van deze mislukking ligt volgens het N. A. S. bg het Uitvoerend Comité, dat de zaak op verkeerde wjjze op touw zette, waardoor financieele steun achterwege bleef. Het bestuur van het Nationale Arbeiders secretariaat heeft besloten op den ingeslagen weg te big ven voortgaan, onder de leuze «Oorlog aan den oorlogen den faillieten boedel van het Uitvoerende en het Landelgke propaganda-comité over te nemen. BËNUESIINGEK ENK. Bg kon. besluit is aan mr dr L. E. Visser, op zgn verzoek, eervol ontslag verleend uit zjjne betrekking van commies aan het dep. van buitenl. zaken is aan den luit. t/z 2de kl. W. Bosch, op zgn verzoek, eervol ontslag uit den zeedienst verleend. Oost-lliilië- De cholera te Soerabaja cnSema- r a n g, die aan het afnemen was, heeft met vernieuwde woede het hoofd opgestoken. Te K o t a r a d j a is den 7en Nov. bericht ontvangen van de colonne, die onder den majoor Van Daalen in de G aj oe-landen den pretendent-sultan achtervolgt. Het bericht werd overgebracht door vier brigades maré chaussee, die door majoor Van Daalan naar Peusangan waren teruggezonden oin rjjat t,e zoo pleizierig hebben dat zjj na 6 weken halen, wederom opgenomen worden, en dit meest uit I De sultan met zgn volgelingen werd twee-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1901 | | pagina 1