MIDDELRIRGSCHE COURANT.
w
1446 Jaargang.
Woensdag
11 December.
N\ 292.
1901.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, mot uitsondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor aJe plaatsen in Nederland franco p.p., f 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THERMOMETER EK VERWACHTING.
10 Dec.8 u. vm. 43 gr., 12 u. 44 gr., av. 4 u. 44 gr. F. Verwacht: matige W. wind,
bewolkte lucht, buiig weer, weinig verandering in temperatuur.
Advertentièu20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andore familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel
üfrooto letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, oetreflendt
Handel, Njjverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeens AdiPBrtsnailw-BareBO
A- S»8I 3LA MAR A5ffl.9 M.S. '§'»®rbw*gwal 28«, Anajuinffdsiea,
Middelburg 10 December.
REGLEMENT VAN ORDE
MINISTERRAAD.
Men schrijft ons uit Den Haag:
Te oordeelen naar de verklaring van den
minister-president,m de Tweede kamer gegeven
by het debat over de algemeene beschouwingen,
zal er nog wel eenige tjjd verloopen, alvorens
liet gewjjzigde reglement van orde voor den
ministerraad zal worden gepubliceerd. Enkele
der meest ingrypende veranderingen, in voor
noemd reglement aangebracht, zijn echter reeds
bekend geworden, en stellen duidelyk de
bedoeling dezer herziening in het licht. Het
lydt nl. geen twjjfel, dat de positie van den
premier tegenover die zjjner collega's er aan
merkelijk door versterkt wordt. Het perma
nent presidium van den kabinetsformateur is
in dit opzicht een vingerwijzing, die geen
andere verklaring meer toelaat.
Ook in een andere wjjziging, die bet regle
ment ondergaan heeft, komt dit streven dui
delyk uit. Zoo b. v. is in het nieuwe reglement
het aantal hooge staatsambten, waartoe de
benoeming geschiedt op voordracht van een
ministerraad, gelijk dat van gouverneur-ge
neraal van Ned.-Indië, commissaris der
koningin, burgemeester van gemeenten met
meer dan 100.000 inwoners, enz., enz., uitge
breid met het ambt van secretaris-generaal
en directeur-generaal aan de versohillende
departementen van algemeen bestuur. Tot
dusverre was dit niet het geval. De betrokken
minister was geheel vrjj in zjjn keuze, hetgeen
ook zeer billjjk is, want hjj moet dageljjks
met zjjn secretaris-generaal overleg plegen en
daarom ook geheel vry bljjven in het kiezen
van den man, die hem en niet den minister
raad, aanstaat.
Thans echter komt de behandeling in den
ministerraad, waar de permanente president,
minister Kuyper, zeker wel een woordje over
een eventueelen candidaat zal medepraten.
Gezien de allesbeheerschende persoonlijkheid
van den premier, is in dezen nieuwen maatregel
geenszins een versterking van de onafhanke
lijke positie zyner collega's te zien, en bestaat
er zeer goede grond voor het vermoeden, dat
het herzien reglement van orde voor den
ministerraad een dwangbuis is, dat de presi
dent, in geval van nood, zjjn collega's kan
aanleggen.
Naar verluidt, bevat (het nieuwe reglement
meerdere dergelijke wjjzigingen, die lang niet
van onschuldigen aard zjjn. Het is dan ook
te hopen, dat de publicatie van het geheele
reglement spoedig moge volgen.
Kameroverzicht.
Zitting van Zaterdag.
De begrooting van «buitenlandsche zaken'
is aan de orde. De heeren Seret en De Visser
hebben zich beklaagd over het in krijgsge
vangenschap houden door Engeland van
leden der tweede Nederlandsche-itoode Kruis-
ambulanoe, die zooveel smart in Zuid-Afrika
hebben gelenigd. De heer De Visser heeft
met al de zekerheid, die men door jaren lang
op den kansel staan verkrjjgt, geargumen
teerd en gesprokende heer Seret langzaam
maar niet minder duidelijk en schynbaar zeker
van zjjn zaak. Volgens hen zjjn de leden
der ambulance hiet alleen onzjjdig maar on
schendbaar. De Conventie van Genève laat
hierover geen twjjfel. De visitatie, die de
compromitteerende brieven te voorschyn bracht,
had dus niet mogen plaats hebben. En ge
steld dat het bezit dezer brieven inderdaad
een laakbare handeling was, dan nog had En
geland het recht niet de bezitters naar Ceylon
in krijgsgevangenschap te vervoeren. Vooral
niet alle leden der ambulance, de niet-bezit-
kers van brieven incluis.
Zoo ongeveer luidde de meening van den
afgevaardigde van Gorinchem en dien van
Amsterdam.
Tegenover deze redeneering zal de minister
van buitenlandsche zaken de zjjne plaatsen.
Hy heeft de leden met aandacht in hunne
uiteenzetting gevolgd. Zelfs scheen hjj een
beetje zenuwachtig te zjjn. De zekerheid, waar
mede dr De Visser sprak, had hem van zijn stuk
gebracht. De dominé was lang niet malsch
en scheen goed thuis in die zaken. Bljjkbaar
had hy zich eerst eens terdege laten inlichten,
Nu, daar komt de minister aan het woord.
Achter de minister-tafel staat een oudachtig
heer op. Een hoofd prijkend met een spier wit
ten haardos, met een eigenaardige kuif, die er
los op schjjnt te zitten. Het gelaat omljjst
door een baard, even wit als het haar, en van
een geljjken eigenaardigen coup. Wel een
gezicht om achter een minister-tafel te zitten,
maar toch niet karakteristiek, niet teekenach-
tig, niets dat er een eigenaardig cachet aan
geeft. En "de gestalte vergoedt niet wat het
uiterlyk mist. Ze doet zelfs niet denken aan
de xparfait gentiïkomme." Er is niets gedis
tingeerds in, zooals b. v. valt op te merken
jj de heeren Van Karnebeek of Mickiels van
Verduynen, die gedistingueerd zitten, wandelen
en zelfs gedistingueerd kunnen staan. Zoo op
het gezicht is het een doodgewone mynheer,
wiens jas non-chalant open hangt, met voor
zichtige maniertjes, bang zich de vingers te
branden, en die daarom in dat vreemde milieu,
met al die wandelende, pratende, en hem aan-
kjjkende heeren zich alles behalve op zjjn ge
mak gevoelt. Schuw kjjkt hy in het rond
en als hy begint te praten, heeft hjj de groot
ste moeite zjjn volzin te eindigen.
Hoe zenuwachtiger hy wordt, hoe meer hy
woorden in slikt, ook al doet hjj al zjjn
best om de zenuwachtigheid te verbergen.
Professor Drukker, die zoo ooljjk een slecht
spreker kan zitten aankjjken, heeft hem al in
de gaten. De professor gaat vlak voor hem
zitten. Voor den patient om nog zenuwachtiger
te worden. Ten lange leste hoort men den
minister in het geheel niet meer. Uit de
repliek moet later worden opgemaakt wat hy
gezegd heeft. Slechts dit kon men opvangen,
dat de conventie van Genève volgens hem
niet ingeroepen kon worden voor de am
bulance eener mogendheid die niet zelf in
den oorlog gemoeid is. En deze opvatting was
al voldoende om te raden wat er volgen zou.
Den heer Van Karnebeek ziet men met het
hoofd schudden, alsof hy wilde zeggen «Deze
minister snapt er nu heelemaal niets van", en
professor Drucher kjjkt en blijft kyken met
een gezicht, alsof de spreker daar nu eens flink
den spijker op den kop geslagen heeft. Blijk
baar is hij vol bewondering voor al het ver
rassende in de uiteenzetting van den minister.
Eindelyk dan is deze aan het eind van zjjn
antwoord. Niemand had het bespeurd, voordat
men zag, dat de minister weder in zyn zetel
plaats had genomen. Het was uit, zonder dat
men het had zien aankomen, of had gevoeld.
En zoo ging het by het beantwoorden van
alle sprekers de geheele zitting door.
De heer Van Raalte had een amendement
voorgesteld om 3000 van de «jaarwedden"
op de toelagen" te brengen een verandering
in de gelden beschikbaar voor het consulaat-
generaal te Shangai. De voorsteller had ge
meend, en terecht, dat uit de woorden van
den minister was op te maken, dat hy het
amendement kon aanvaarden. De president
der Commissie van rapporteurs, de heer
Van Bylandt, was van dezelfde meening. Maar
de minister begreep zyn eigen woorden anders
te moeten uitleggen en bleef het bestrijden.
Het gevolg was dat het amendement zonder
hoofdeljjke stemming werd aangenomen.
den heer Van Kol die, over sultan
Abdoel Hamid sprekende, pardoes midden in
de »gruwelen" zat, kwam de heer Van Bylandt
den minister te hulp. En tegen den heer
Lieftinck, die het onbezet laten van het con
sulaat in Teheran gispte, en daar over met
vuur en gloed sprak, was de minister in het
niet opgewassen. Het was om mede
lijden mede te krygen.
Gelukkig was de zitting vroeg afgeloopen.
Met klokke drie hadden wjj het geheele reper
toire achter den rug het mond- en klauwzeer
in verband met het sluiten der Duitsche
grenzen voor Nederlandseh vee, de gebruikelijke
klachten over onhebbelijkheid van Nederland-
sche consuls, en ten slotte ook den «adspirant-
adjunct-tolk" voor de Oostersche talen, die
aan het gezantschap te Konstantinopel zal
geplaatst worden. Met 49 tegen 4 stemmen
werd vervolgens de begrooting aaDgenomen,
en de vergadering verdaagd tot Maandag l'/s
uur. En niemand meer verheugd ik ver
wed er een oortje om van alle aan-
wezenden dan de minister
(Dit overzicht kwam, zooals gemeld, te laat
voor ons vorig nommer).
Zitting van Maandagmiddag.
Het was den heeren aan te zien, dat de
Zondagsrust met of zonder «verlustiging de3
gemoeds", na het inspannend werk gedurende
de afgeloopen week verricht, hen goed gedaan
had. De zitting was veel opgewekter, de toon
levendiger dan Zaterdag. Wel is waar waren
er nog heel wat afwezigen, de banken der
oud-liberalen bleven onbezet, en de heeren uit
Brabant en Limburg hadden zeker de aanslui
ting gemistmaar de strijders voor heden, de
juristen, waren op hun post en er werd be
hoorlijk naar hen geluisterd. Er was belang
stelling, waartoe zeker de persoonlijkheid van
den minister van justitie, wiens begrooting
heden behandeld werd, zal bijgedragen hebben
Hy is ook aan de linkerzyde gezien, en kan
by de heeren een potje breken. Bovendien
geldt hy voor een bekwaam jurist, een man
van het vak, wat in tegenstelling met zyn
collega van buitenlandsche zaken, dien wjj
Zaterdag in dit opzicht zulk een treurig figuur
zagen maken, reeds aangenaam stemt. Met hem
kan een debat interessant woiden, afgezien
van de omstandigheid dat misschien op geen
ander gebied dan juist het zyne in het straf-
on burgerljjk recht, de «christelijke beginse
len" meer op den voorgrond kunnen ge
schoven worden.
De zitting begon met het beëedigen van
Jhr. De Stuers. De afgevaardigde voor Weert
was nog niet goed ter been. Hy had nog een
stokje noodig by het loopen. Erg hinderde
hem zyn kwaal evenwel niet, want hy was
voortdurend m de weer met het afleggen van
bezoeken, kennis maken en kennis hernieuwen.
Naar zyn uiterlyk te oordeelen, valt de ge
vreesde referendaris nog al mede. Hy heeft
alleen iets Russisch in zyn gelaat; hy lykt
precies op een Russisch generaal in politiek.
By «binnenlandsehe zaken" zullen wy hem
nog wel tegen komen. Voor heden zyn de
juristen de strjjdbare mannen.
In de eerste plaats de heer March ant. Een
aangenaam spreker, die. duidelyk te verstaan
en wiens rede gemakkelijk te volgen is. De
minister heeft zich over hem niet te beklagen.
Hy meent dat de minister blykens zyn
Memorie vanAntwoord geen beslist party-
standpunt inneemt. Hjj begroet zjjn optreden
dan ook met sympathie. Maar hy wenscht
hem toch te waarschuwen tegen een uitlegging
der wetten in christeljjken zin. Vooral by
benoemingen zij hij in dit opzicht voorzichtig
een vingerwijzing, die reden van bestaan
heeft, als men bedenkt, wat er gebeurd is
onder een voorgaand minister van justitie,
eveneens een roomsch-katholiek, die alle lagere
rangen der rechterljjke macht zoodanig met
geloofsgenooten volstopte, dat er in de eerste
jaren na zjjn aftreden nog geen kans was
voor anderen om promotie te maken. De
benoemingen zyn dan ook voor de roomsch-
katholieken het heilige huisje. Dr Schaepman
zou daarover boekdoelen kunnen volschrjjven.
Dit werd nu wel niet door den afgevaardigde
van Deventer zóó gezegd, u^.ar deze aanwij
zing liet de gedachtengang vry duidelyk
doorschemeren.
Bjj de bespreking van de weder invoering
van de doodstraf merkte de heer Marchant op,
dat de «criminalistische studiën" van den
premier op dit stuk een andere opvatting
wettigen dan die gehuldigd door den minister
van justitie, blykens zyn Memorie van Ant
woord. Een eigenaardige tegenstellingde
«democratische" Calvinist, die meer voelt voor
het oud-testamentische »oog om oog, tand om
tand", dan de conservatieve katholiek. Verder
somde de spreker nog een verlangljjstje op,
wat naar zjjn meening wenscheljjk was om
langs wettelyken weg de speelzucht te beteu
gelen, in de bordeelenkwestie te voorzien, en
toonde hy de urgentie aan van een wetsont
werp regelende de preventieve hechtenis.
Hieraan voegde hjj toe twee onderwerpen, die
zyn partjj zeer spoedig geregeld wenscht te
zien, n.l. den rechtstoestand van de gehuwde
vrouw en die der natuurlijke kinderen. Morgen
zullen wjj wel vernemen hoe de minister over
deze punten denkt.
De tweede spreker was de heer Hugenholtz,
die erg uitwjjdde en dan ook herhaalde malen
door den president er aan moest herinnerd
worden, dat wy niet aan de algemeene be
schouwingen waren, maar "dat «justitie" aan
orde was. Bondiger werd de afgevaar
digde voor Weststellingwerf, er in zjjn be
toogtrant helaas niet door. Volgens hem
kon de minister zjjn «kapitalistisch instinct"
(een keurige uitdrukkingniec uitdooven, en
zou hy dat wel volgen. Spreker zou echter
niet nalaten hiertegen oppositie te voeren.
De «klasse-justitie" zou dan ook wel dezelfde
bljjven evenals onder het liberale regime. Als
bewijsmateriaal voor de «klasse-justitie'
haalde hjj allerlei staaltjes aan van onge
hoord zware vonnissen voor schynbaar kleine
vergrijpen, maakte hjj uitstappen op philoso-
phisch gebied, waaraan beschouwingen over
een vrjjen wil en het determinisme te pas
kwamen, en zakte toen af naar de theologie,
hetgeen gepaard ging met voorlezing van een
stuk uit het evangelie van Johannes, en een
lang oponthoud bjj de anti-tLesede oud
testamentische en christelijke geest>an straf
recht, om te eindigen met een werkelyk inte
ressante uiteenzetting van het Elmirasysteem,
een strafkolonie in Amerika, waar de nieuwe
begrippen over strafrecht zjjn ten uitvoer ge
bracht.
Van zyn standpunt uit, scheen ons de heer
Hugenholtz nog al gematigd. Hjj bezit echter
het socialistisch gebrek van veel te lang de
aandacht der kamer in beslag te nemen.
Na hem kwam de heer Willinge aan het
woord, die ook in de gegeven omstandigheden
het optreden van den minister met sympathie
begroette, en een herziening van de wetge
ving op het notariaat bepleitte.
Men zie Laatste berichten
Toen de heer De Ridder nog, die vreeselyke
dingen vertelde van het Neo-Malthusianisme,
en het handhaven der openbare eerbaarheid
in de bjjzondere zorg van den minister aan
beval, en ten slotte »pour la bonne boucheeen
speechje van den heer Duymaer van Twist,
luitenant der infanterie, die de binnenschip
pers tegen de scheepsbevrachters in bescher
ming nam en wettelyke voorziening in deze
materie van den minister eischte. In Steen-
wjjk, voor welk district de geachte afgevaar
digde zit, had men hem blijkbaar hier van
het noodige verteld, maar zooals hy het de
kamer oververtelde, was 't nog lang niet «dat".
Waarom zoo heet gebakerd
Dan is de heer Talma verstandiger, die
eerst eens de «atmosfeer der kamer" wenscht
te leeren bennen. Dat is toch heel wat beter,
dan er maar op los te praten. Vooral als
men de kunst niet verstaat!
UIT STAD ER PROVINCIE.
Blykens mededeeling in de St. Crt. wordt
de beperking der scheepvaart door de groote
schutsluis te H a n s w e e r t, met ingang van
10 Dec. a. s., opgeheven.
Uit Vlissxngen.
Bjj den storm van Maandag, die tegen den
avond, vergezeld van een beetje biiksein, het
hevigst woedde, namen op den Prins Hendrik
weg aldaar een vjjf a zestal telefoonpalen een
liggende houding aan. Natuurljjk moest een
en ander eerst overeind gebracht worden al
vorens de dienst weer geregeld kon plaats
hebben.
ONGEVALLENWET.
Door het landeljjk comité tot spoedige in
voering der Ongevallenwet is aan de ministers
van waterstaat, binnenlandsche zaken en
justitie een adres verzonden waarin met den
meesten aandrang verzocht wordt «het daarheen
te willen leiden, dat zoo spoedig doenljjk aan
de van regeeringswege gegeven belofte uit
voering worde gegeven, zoodat de wet, die
beloofde leniging te brengen in de ellende,
door bedrijfsongevallen veroorzaakt, weldra
werkelijkheid worde".
BMOEMINGM MZ.
Bjj kon besluit
is benoemd tot onderwjjzer aan de ryks
kweekschool voor onderwijzers te Maastricht
W. H. Njjsten, te Rotterdam, met toestem
ming om tegelykertyd te bebleeden de be
trekking van onderwjjzer bjj de aan vermelde
inrichting verbonden leerschool en van onder
wjjzer by de te Maastricht gevestigde rijks
normaallessen
is de heer E. Th. Van Delden, met 1 Jan.
op zjjn verzoek, eervol ontheven van de waar
neming van het consulaat te Bangkok, en is,
met ingang van 1 Maart 1902, tot consul
aldaar benoemd de beer L. J. C. Von Zeppe
lin Obermüller, thans vice-consul te Kon
stantinopel
is aan den heer J. Barendrecht, leerling
consul, de persoonlijke titel van vice-consul
verleend
is, met 1 Jan.de luik-kol., intendant van
het korps mariniers, J. Allot, op verzoek, op
pensioen gesteld ad t 1800 'sjaars; en by het
korps mariniers bevorderdtot luic.-kol., in
tendant van het korps, de kapt.-kwartierm.
A. C. Beydals, en tot kapt.-kwartierm. de le
luit.-kwartierm. J. Bennebroek Evertsz.
De luit. ter zee 2e kl. bjj Koninklyke Neder-
landsche Marine-reserve J. M. Meerburg, die
nende aan boord van Hr Ms monitor Reinier
Claeszen, wordt met 2 Jan. a. s. van zyn plaat
sing ontheven.
Op 1 Febr. 1902 en volgende dagen zal te
Leiden, te Utrecht, te Groningen en te Am
sterdam gelegenheid worden gegeven tot het
afleggen van de practische examens van arts,
alsmede te Utrecht tot het afleggen van de
practische examens van tandmeester.
Voor bijzonderheden zie men na. 289 der
St. Ct.
Ook de Ministers van Koloniën en Marine
verleenen deze week geen audiëntie.
TWEEDE HAMER.
In de avondzitting van Maandag werd het
debat over het hoofdstuk «justitie" voortgezet.
De heer Fokker drong aan op de benoeming
van een staatscommissie voor de regeling van
den rechtstoestand der ambtenarende heer
Lucasse op spoedige bekendmaking van 't
invoeringstydstip der kinderwetten, met het
oog op de vervroegde meerderjarigheid en de
voor deze kinderen in te richten gestichten.
Steun vond bjj dezen spreker de aangekondigde
wet tegen de huizen van ontucht en 't Nieuw
Malthusianisme. Ook dient tegengegaan het
uitstallen voor de ramen en 't adverteeren in
de courant. In zake de regeling van het no
tariaat drong hjj aan op een vast tarief voor
de notarissen. Voorts drong hjj aan op in
voering van de doodstraf.
Verder verklaarde de heer Merckelbach
zich tegen het vrjje notariaat en achtte de
heer Ketelaar zeer spoedige regeling der on-
eerljjke concurrentie noodig.
De heer Verhey achtte de herziening van
't militair strafwetboek urgent.
De heer De Stuers bestreed handhaving van
de ridderljjke orde Balye van Utrecht.
De heer Helsdingen eindeljjk vroeg wjjziging
van art. 18 der wet op de vereeniging en
vergadering.
Hy drong aan op de wederindiening van
een ontwerp omtrent onderzoek naar het vader
schap en op hervorming van het politiewezen.
Heden komt de minister aan het woord.
Men zie Laatste berichten.
Maandagavond vergaderden in de Prins
van Oranje te Goes, onder voorzitterschap
van den heer J. M. Kakebeeke, de leden van
den Christelijken Volksbond.
De opkomst was klein, wat de voorzitter
betreurde.
Namens de commissie werd rapport uitge
bracht over den financieelen toestand van den
bond. De financiën zyn eer voor- dan achteruit
gegaan, maar het hoofddoelwerk te ver
schaffen aan werkloozen, is aanmerkelijk ach
teruit gegaan. De bjjdragen worden van jaar
tot jaar minder en de commissie gaf in over
weging middelen te beramen om daarin ver
betering te brengen. Dit rapport zal gedrukt
en verspreid worden.
In plaats van den heer A. Dekker, die als
bestuurslid aftrad en wien door den voorzitter
dank werd gebracht voor de bewezen goede
diensten, werd benoemd de heer M. H. Harinok.
Herbenoemd werden alB bestuursleden de
heeren J. M. Kakebeeke en Joh. Pilaar.
Allen namen de benoeming aan.
In plaats van den heer E. van den Bosch
werd als lid van de commissie voor het rap
port gekozen de heer M. de Jonge.
Uit Koewacht schrytt men ons
Ter voorziening in de vacature voor lid van
den gemeenteraad, ontstaan door het bedan
ken van den heer Gh. Allefs, zyn Maandag
candidaat gesteld de heeren C. de Blieck en
Ed. Verinandel.
De stemming zal plaats hebben op 17
December e.k.
Daar omtrent de vermoedelijke vergiftigings
zaak onder Stekene, nabjj deze gemeente,
weinig of niets, althans zeker niets officieels,
te hooren is, vermoedt men, dat het chemisch
onderzoek, te Dendermonde ingesteld naar
eventueel in een deel van het lichaam der
vrouw aanwezige giftdeelen, geen resultaten
heeft gehad en dat haar overlyden dus aan
andere oorzaak moet worden toegeschreven.
De werkstaking te Westkapelle
is geëindigd.
Wy konden die heugelyke tyding nog Maan
dagavond in een groot deel der oplaag van
ons vorig nommer opnemen. Deelen wjj nu
mee wat Maandag aan het besluit tot her
vatting der werkzaamheden voorafging.
Door den luitenant der marechaussee, den
heer Thomson, werden de dijkwerkers toege
sproken. Hy bracht hun hulde voor hun kalm
optreden wees hen, evenals de heer Wibaut
had gedaan, op het onbillyke van hun eisch
tot ontslag van den opzichter en spoorde hen
aan tot toenadering.
De djjkwerkers vroegen daarop of de opzich
ter niet genegen zou zyn in hun midden te
ver3chynen, ten einde hun een woord toe te
spreken, daar zjj anders wel eenige vrees
koesterden, dat, gingen zjj weer aan 't werk,
zy de gevolgen zouden moeten ondervinden
van wat er in de afgeloopen week was voor
gevallen.
De heer Thomson verklaarde zich bereid
dien wensch aan den opzichter over te bren
gen, waarop de heer Bolier dan ook in het
midden der djjkwerkers verscheen en onge
veer deze woorden tot hen richtte
MedeburgersWjj leven in een treungen
tijd van werkstaking. Myn bedoeling is niet
om over de aanleiding daartoe te spreken,
maar wel een paar woorden van toenadering
tot u te richten.
Ik heb vernomen en ondervond»- lat gjj
my een haat toedraagt. Maar laat die haat
verdwenen zyn. Ik dur. u verzekeren, dat ik
bjj hervatting der werkzaamheden met u zal
samenwerken. De woorden, die ik voor twee
jaar tot u sprak, herhaal ik ook thansMocht
gjj grieven hebben, legt ze aan mjj blootten
allen tjjde verklaar ik mjj bereid, ze te onder
zoeken en zyn ze m. i. voor inwilliging vat
baar, dan hoop ik u te steunen tegen wie ook.
Over deze woorden gaven de dyfcworkers
hun tevredenheid te kennen.
Des avonds werd door den opzichter nog
aan het volk meegedeeld, dat volgens een
telegraphisch bericht de loonkwestie geheel
ten hunnen voordeele is opgelost mits zjj
heden (Dinsdag) weêr aan het werk zouden gaan.