MIDDELRIRGSCHE COURANT. w 1446 Jaargang. Woensdag 11 December. N\ 292. 1901. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, mot uitsondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor aJe plaatsen in Nederland franco p.p., f 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THERMOMETER EK VERWACHTING. 10 Dec.8 u. vm. 43 gr., 12 u. 44 gr., av. 4 u. 44 gr. F. Verwacht: matige W. wind, bewolkte lucht, buiig weer, weinig verandering in temperatuur. Advertentièu20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andore familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel üfrooto letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, oetreflendt Handel, Njjverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeens AdiPBrtsnailw-BareBO A- S»8I 3LA MAR A5ffl.9 M.S. '§'»®rbw*gwal 28«, Anajuinffdsiea, Middelburg 10 December. REGLEMENT VAN ORDE MINISTERRAAD. Men schrijft ons uit Den Haag: Te oordeelen naar de verklaring van den minister-president,m de Tweede kamer gegeven by het debat over de algemeene beschouwingen, zal er nog wel eenige tjjd verloopen, alvorens liet gewjjzigde reglement van orde voor den ministerraad zal worden gepubliceerd. Enkele der meest ingrypende veranderingen, in voor noemd reglement aangebracht, zijn echter reeds bekend geworden, en stellen duidelyk de bedoeling dezer herziening in het licht. Het lydt nl. geen twjjfel, dat de positie van den premier tegenover die zjjner collega's er aan merkelijk door versterkt wordt. Het perma nent presidium van den kabinetsformateur is in dit opzicht een vingerwijzing, die geen andere verklaring meer toelaat. Ook in een andere wjjziging, die bet regle ment ondergaan heeft, komt dit streven dui delyk uit. Zoo b. v. is in het nieuwe reglement het aantal hooge staatsambten, waartoe de benoeming geschiedt op voordracht van een ministerraad, gelijk dat van gouverneur-ge neraal van Ned.-Indië, commissaris der koningin, burgemeester van gemeenten met meer dan 100.000 inwoners, enz., enz., uitge breid met het ambt van secretaris-generaal en directeur-generaal aan de versohillende departementen van algemeen bestuur. Tot dusverre was dit niet het geval. De betrokken minister was geheel vrjj in zjjn keuze, hetgeen ook zeer billjjk is, want hjj moet dageljjks met zjjn secretaris-generaal overleg plegen en daarom ook geheel vry bljjven in het kiezen van den man, die hem en niet den minister raad, aanstaat. Thans echter komt de behandeling in den ministerraad, waar de permanente president, minister Kuyper, zeker wel een woordje over een eventueelen candidaat zal medepraten. Gezien de allesbeheerschende persoonlijkheid van den premier, is in dezen nieuwen maatregel geenszins een versterking van de onafhanke lijke positie zyner collega's te zien, en bestaat er zeer goede grond voor het vermoeden, dat het herzien reglement van orde voor den ministerraad een dwangbuis is, dat de presi dent, in geval van nood, zjjn collega's kan aanleggen. Naar verluidt, bevat (het nieuwe reglement meerdere dergelijke wjjzigingen, die lang niet van onschuldigen aard zjjn. Het is dan ook te hopen, dat de publicatie van het geheele reglement spoedig moge volgen. Kameroverzicht. Zitting van Zaterdag. De begrooting van «buitenlandsche zaken' is aan de orde. De heeren Seret en De Visser hebben zich beklaagd over het in krijgsge vangenschap houden door Engeland van leden der tweede Nederlandsche-itoode Kruis- ambulanoe, die zooveel smart in Zuid-Afrika hebben gelenigd. De heer De Visser heeft met al de zekerheid, die men door jaren lang op den kansel staan verkrjjgt, geargumen teerd en gesprokende heer Seret langzaam maar niet minder duidelijk en schynbaar zeker van zjjn zaak. Volgens hen zjjn de leden der ambulance hiet alleen onzjjdig maar on schendbaar. De Conventie van Genève laat hierover geen twjjfel. De visitatie, die de compromitteerende brieven te voorschyn bracht, had dus niet mogen plaats hebben. En ge steld dat het bezit dezer brieven inderdaad een laakbare handeling was, dan nog had En geland het recht niet de bezitters naar Ceylon in krijgsgevangenschap te vervoeren. Vooral niet alle leden der ambulance, de niet-bezit- kers van brieven incluis. Zoo ongeveer luidde de meening van den afgevaardigde van Gorinchem en dien van Amsterdam. Tegenover deze redeneering zal de minister van buitenlandsche zaken de zjjne plaatsen. Hy heeft de leden met aandacht in hunne uiteenzetting gevolgd. Zelfs scheen hjj een beetje zenuwachtig te zjjn. De zekerheid, waar mede dr De Visser sprak, had hem van zijn stuk gebracht. De dominé was lang niet malsch en scheen goed thuis in die zaken. Bljjkbaar had hy zich eerst eens terdege laten inlichten, Nu, daar komt de minister aan het woord. Achter de minister-tafel staat een oudachtig heer op. Een hoofd prijkend met een spier wit ten haardos, met een eigenaardige kuif, die er los op schjjnt te zitten. Het gelaat omljjst door een baard, even wit als het haar, en van een geljjken eigenaardigen coup. Wel een gezicht om achter een minister-tafel te zitten, maar toch niet karakteristiek, niet teekenach- tig, niets dat er een eigenaardig cachet aan geeft. En "de gestalte vergoedt niet wat het uiterlyk mist. Ze doet zelfs niet denken aan de xparfait gentiïkomme." Er is niets gedis tingeerds in, zooals b. v. valt op te merken jj de heeren Van Karnebeek of Mickiels van Verduynen, die gedistingueerd zitten, wandelen en zelfs gedistingueerd kunnen staan. Zoo op het gezicht is het een doodgewone mynheer, wiens jas non-chalant open hangt, met voor zichtige maniertjes, bang zich de vingers te branden, en die daarom in dat vreemde milieu, met al die wandelende, pratende, en hem aan- kjjkende heeren zich alles behalve op zjjn ge mak gevoelt. Schuw kjjkt hy in het rond en als hy begint te praten, heeft hjj de groot ste moeite zjjn volzin te eindigen. Hoe zenuwachtiger hy wordt, hoe meer hy woorden in slikt, ook al doet hjj al zjjn best om de zenuwachtigheid te verbergen. Professor Drukker, die zoo ooljjk een slecht spreker kan zitten aankjjken, heeft hem al in de gaten. De professor gaat vlak voor hem zitten. Voor den patient om nog zenuwachtiger te worden. Ten lange leste hoort men den minister in het geheel niet meer. Uit de repliek moet later worden opgemaakt wat hy gezegd heeft. Slechts dit kon men opvangen, dat de conventie van Genève volgens hem niet ingeroepen kon worden voor de am bulance eener mogendheid die niet zelf in den oorlog gemoeid is. En deze opvatting was al voldoende om te raden wat er volgen zou. Den heer Van Karnebeek ziet men met het hoofd schudden, alsof hy wilde zeggen «Deze minister snapt er nu heelemaal niets van", en professor Drucher kjjkt en blijft kyken met een gezicht, alsof de spreker daar nu eens flink den spijker op den kop geslagen heeft. Blijk baar is hij vol bewondering voor al het ver rassende in de uiteenzetting van den minister. Eindelyk dan is deze aan het eind van zjjn antwoord. Niemand had het bespeurd, voordat men zag, dat de minister weder in zyn zetel plaats had genomen. Het was uit, zonder dat men het had zien aankomen, of had gevoeld. En zoo ging het by het beantwoorden van alle sprekers de geheele zitting door. De heer Van Raalte had een amendement voorgesteld om 3000 van de «jaarwedden" op de toelagen" te brengen een verandering in de gelden beschikbaar voor het consulaat- generaal te Shangai. De voorsteller had ge meend, en terecht, dat uit de woorden van den minister was op te maken, dat hy het amendement kon aanvaarden. De president der Commissie van rapporteurs, de heer Van Bylandt, was van dezelfde meening. Maar de minister begreep zyn eigen woorden anders te moeten uitleggen en bleef het bestrijden. Het gevolg was dat het amendement zonder hoofdeljjke stemming werd aangenomen. den heer Van Kol die, over sultan Abdoel Hamid sprekende, pardoes midden in de »gruwelen" zat, kwam de heer Van Bylandt den minister te hulp. En tegen den heer Lieftinck, die het onbezet laten van het con sulaat in Teheran gispte, en daar over met vuur en gloed sprak, was de minister in het niet opgewassen. Het was om mede lijden mede te krygen. Gelukkig was de zitting vroeg afgeloopen. Met klokke drie hadden wjj het geheele reper toire achter den rug het mond- en klauwzeer in verband met het sluiten der Duitsche grenzen voor Nederlandseh vee, de gebruikelijke klachten over onhebbelijkheid van Nederland- sche consuls, en ten slotte ook den «adspirant- adjunct-tolk" voor de Oostersche talen, die aan het gezantschap te Konstantinopel zal geplaatst worden. Met 49 tegen 4 stemmen werd vervolgens de begrooting aaDgenomen, en de vergadering verdaagd tot Maandag l'/s uur. En niemand meer verheugd ik ver wed er een oortje om van alle aan- wezenden dan de minister (Dit overzicht kwam, zooals gemeld, te laat voor ons vorig nommer). Zitting van Maandagmiddag. Het was den heeren aan te zien, dat de Zondagsrust met of zonder «verlustiging de3 gemoeds", na het inspannend werk gedurende de afgeloopen week verricht, hen goed gedaan had. De zitting was veel opgewekter, de toon levendiger dan Zaterdag. Wel is waar waren er nog heel wat afwezigen, de banken der oud-liberalen bleven onbezet, en de heeren uit Brabant en Limburg hadden zeker de aanslui ting gemistmaar de strijders voor heden, de juristen, waren op hun post en er werd be hoorlijk naar hen geluisterd. Er was belang stelling, waartoe zeker de persoonlijkheid van den minister van justitie, wiens begrooting heden behandeld werd, zal bijgedragen hebben Hy is ook aan de linkerzyde gezien, en kan by de heeren een potje breken. Bovendien geldt hy voor een bekwaam jurist, een man van het vak, wat in tegenstelling met zyn collega van buitenlandsche zaken, dien wjj Zaterdag in dit opzicht zulk een treurig figuur zagen maken, reeds aangenaam stemt. Met hem kan een debat interessant woiden, afgezien van de omstandigheid dat misschien op geen ander gebied dan juist het zyne in het straf- on burgerljjk recht, de «christelijke beginse len" meer op den voorgrond kunnen ge schoven worden. De zitting begon met het beëedigen van Jhr. De Stuers. De afgevaardigde voor Weert was nog niet goed ter been. Hy had nog een stokje noodig by het loopen. Erg hinderde hem zyn kwaal evenwel niet, want hy was voortdurend m de weer met het afleggen van bezoeken, kennis maken en kennis hernieuwen. Naar zyn uiterlyk te oordeelen, valt de ge vreesde referendaris nog al mede. Hy heeft alleen iets Russisch in zyn gelaat; hy lykt precies op een Russisch generaal in politiek. By «binnenlandsehe zaken" zullen wy hem nog wel tegen komen. Voor heden zyn de juristen de strjjdbare mannen. In de eerste plaats de heer March ant. Een aangenaam spreker, die. duidelyk te verstaan en wiens rede gemakkelijk te volgen is. De minister heeft zich over hem niet te beklagen. Hy meent dat de minister blykens zyn Memorie vanAntwoord geen beslist party- standpunt inneemt. Hjj begroet zjjn optreden dan ook met sympathie. Maar hy wenscht hem toch te waarschuwen tegen een uitlegging der wetten in christeljjken zin. Vooral by benoemingen zij hij in dit opzicht voorzichtig een vingerwijzing, die reden van bestaan heeft, als men bedenkt, wat er gebeurd is onder een voorgaand minister van justitie, eveneens een roomsch-katholiek, die alle lagere rangen der rechterljjke macht zoodanig met geloofsgenooten volstopte, dat er in de eerste jaren na zjjn aftreden nog geen kans was voor anderen om promotie te maken. De benoemingen zyn dan ook voor de roomsch- katholieken het heilige huisje. Dr Schaepman zou daarover boekdoelen kunnen volschrjjven. Dit werd nu wel niet door den afgevaardigde van Deventer zóó gezegd, u^.ar deze aanwij zing liet de gedachtengang vry duidelyk doorschemeren. Bjj de bespreking van de weder invoering van de doodstraf merkte de heer Marchant op, dat de «criminalistische studiën" van den premier op dit stuk een andere opvatting wettigen dan die gehuldigd door den minister van justitie, blykens zyn Memorie van Ant woord. Een eigenaardige tegenstellingde «democratische" Calvinist, die meer voelt voor het oud-testamentische »oog om oog, tand om tand", dan de conservatieve katholiek. Verder somde de spreker nog een verlangljjstje op, wat naar zjjn meening wenscheljjk was om langs wettelyken weg de speelzucht te beteu gelen, in de bordeelenkwestie te voorzien, en toonde hy de urgentie aan van een wetsont werp regelende de preventieve hechtenis. Hieraan voegde hjj toe twee onderwerpen, die zyn partjj zeer spoedig geregeld wenscht te zien, n.l. den rechtstoestand van de gehuwde vrouw en die der natuurlijke kinderen. Morgen zullen wjj wel vernemen hoe de minister over deze punten denkt. De tweede spreker was de heer Hugenholtz, die erg uitwjjdde en dan ook herhaalde malen door den president er aan moest herinnerd worden, dat wy niet aan de algemeene be schouwingen waren, maar "dat «justitie" aan orde was. Bondiger werd de afgevaar digde voor Weststellingwerf, er in zjjn be toogtrant helaas niet door. Volgens hem kon de minister zjjn «kapitalistisch instinct" (een keurige uitdrukkingniec uitdooven, en zou hy dat wel volgen. Spreker zou echter niet nalaten hiertegen oppositie te voeren. De «klasse-justitie" zou dan ook wel dezelfde bljjven evenals onder het liberale regime. Als bewijsmateriaal voor de «klasse-justitie' haalde hjj allerlei staaltjes aan van onge hoord zware vonnissen voor schynbaar kleine vergrijpen, maakte hjj uitstappen op philoso- phisch gebied, waaraan beschouwingen over een vrjjen wil en het determinisme te pas kwamen, en zakte toen af naar de theologie, hetgeen gepaard ging met voorlezing van een stuk uit het evangelie van Johannes, en een lang oponthoud bjj de anti-tLesede oud testamentische en christelijke geest>an straf recht, om te eindigen met een werkelyk inte ressante uiteenzetting van het Elmirasysteem, een strafkolonie in Amerika, waar de nieuwe begrippen over strafrecht zjjn ten uitvoer ge bracht. Van zyn standpunt uit, scheen ons de heer Hugenholtz nog al gematigd. Hjj bezit echter het socialistisch gebrek van veel te lang de aandacht der kamer in beslag te nemen. Na hem kwam de heer Willinge aan het woord, die ook in de gegeven omstandigheden het optreden van den minister met sympathie begroette, en een herziening van de wetge ving op het notariaat bepleitte. Men zie Laatste berichten Toen de heer De Ridder nog, die vreeselyke dingen vertelde van het Neo-Malthusianisme, en het handhaven der openbare eerbaarheid in de bjjzondere zorg van den minister aan beval, en ten slotte »pour la bonne boucheeen speechje van den heer Duymaer van Twist, luitenant der infanterie, die de binnenschip pers tegen de scheepsbevrachters in bescher ming nam en wettelyke voorziening in deze materie van den minister eischte. In Steen- wjjk, voor welk district de geachte afgevaar digde zit, had men hem blijkbaar hier van het noodige verteld, maar zooals hy het de kamer oververtelde, was 't nog lang niet «dat". Waarom zoo heet gebakerd Dan is de heer Talma verstandiger, die eerst eens de «atmosfeer der kamer" wenscht te leeren bennen. Dat is toch heel wat beter, dan er maar op los te praten. Vooral als men de kunst niet verstaat! UIT STAD ER PROVINCIE. Blykens mededeeling in de St. Crt. wordt de beperking der scheepvaart door de groote schutsluis te H a n s w e e r t, met ingang van 10 Dec. a. s., opgeheven. Uit Vlissxngen. Bjj den storm van Maandag, die tegen den avond, vergezeld van een beetje biiksein, het hevigst woedde, namen op den Prins Hendrik weg aldaar een vjjf a zestal telefoonpalen een liggende houding aan. Natuurljjk moest een en ander eerst overeind gebracht worden al vorens de dienst weer geregeld kon plaats hebben. ONGEVALLENWET. Door het landeljjk comité tot spoedige in voering der Ongevallenwet is aan de ministers van waterstaat, binnenlandsche zaken en justitie een adres verzonden waarin met den meesten aandrang verzocht wordt «het daarheen te willen leiden, dat zoo spoedig doenljjk aan de van regeeringswege gegeven belofte uit voering worde gegeven, zoodat de wet, die beloofde leniging te brengen in de ellende, door bedrijfsongevallen veroorzaakt, weldra werkelijkheid worde". BMOEMINGM MZ. Bjj kon besluit is benoemd tot onderwjjzer aan de ryks kweekschool voor onderwijzers te Maastricht W. H. Njjsten, te Rotterdam, met toestem ming om tegelykertyd te bebleeden de be trekking van onderwjjzer bjj de aan vermelde inrichting verbonden leerschool en van onder wjjzer by de te Maastricht gevestigde rijks normaallessen is de heer E. Th. Van Delden, met 1 Jan. op zjjn verzoek, eervol ontheven van de waar neming van het consulaat te Bangkok, en is, met ingang van 1 Maart 1902, tot consul aldaar benoemd de beer L. J. C. Von Zeppe lin Obermüller, thans vice-consul te Kon stantinopel is aan den heer J. Barendrecht, leerling consul, de persoonlijke titel van vice-consul verleend is, met 1 Jan.de luik-kol., intendant van het korps mariniers, J. Allot, op verzoek, op pensioen gesteld ad t 1800 'sjaars; en by het korps mariniers bevorderdtot luic.-kol., in tendant van het korps, de kapt.-kwartierm. A. C. Beydals, en tot kapt.-kwartierm. de le luit.-kwartierm. J. Bennebroek Evertsz. De luit. ter zee 2e kl. bjj Koninklyke Neder- landsche Marine-reserve J. M. Meerburg, die nende aan boord van Hr Ms monitor Reinier Claeszen, wordt met 2 Jan. a. s. van zyn plaat sing ontheven. Op 1 Febr. 1902 en volgende dagen zal te Leiden, te Utrecht, te Groningen en te Am sterdam gelegenheid worden gegeven tot het afleggen van de practische examens van arts, alsmede te Utrecht tot het afleggen van de practische examens van tandmeester. Voor bijzonderheden zie men na. 289 der St. Ct. Ook de Ministers van Koloniën en Marine verleenen deze week geen audiëntie. TWEEDE HAMER. In de avondzitting van Maandag werd het debat over het hoofdstuk «justitie" voortgezet. De heer Fokker drong aan op de benoeming van een staatscommissie voor de regeling van den rechtstoestand der ambtenarende heer Lucasse op spoedige bekendmaking van 't invoeringstydstip der kinderwetten, met het oog op de vervroegde meerderjarigheid en de voor deze kinderen in te richten gestichten. Steun vond bjj dezen spreker de aangekondigde wet tegen de huizen van ontucht en 't Nieuw Malthusianisme. Ook dient tegengegaan het uitstallen voor de ramen en 't adverteeren in de courant. In zake de regeling van het no tariaat drong hjj aan op een vast tarief voor de notarissen. Voorts drong hjj aan op in voering van de doodstraf. Verder verklaarde de heer Merckelbach zich tegen het vrjje notariaat en achtte de heer Ketelaar zeer spoedige regeling der on- eerljjke concurrentie noodig. De heer Verhey achtte de herziening van 't militair strafwetboek urgent. De heer De Stuers bestreed handhaving van de ridderljjke orde Balye van Utrecht. De heer Helsdingen eindeljjk vroeg wjjziging van art. 18 der wet op de vereeniging en vergadering. Hy drong aan op de wederindiening van een ontwerp omtrent onderzoek naar het vader schap en op hervorming van het politiewezen. Heden komt de minister aan het woord. Men zie Laatste berichten. Maandagavond vergaderden in de Prins van Oranje te Goes, onder voorzitterschap van den heer J. M. Kakebeeke, de leden van den Christelijken Volksbond. De opkomst was klein, wat de voorzitter betreurde. Namens de commissie werd rapport uitge bracht over den financieelen toestand van den bond. De financiën zyn eer voor- dan achteruit gegaan, maar het hoofddoelwerk te ver schaffen aan werkloozen, is aanmerkelijk ach teruit gegaan. De bjjdragen worden van jaar tot jaar minder en de commissie gaf in over weging middelen te beramen om daarin ver betering te brengen. Dit rapport zal gedrukt en verspreid worden. In plaats van den heer A. Dekker, die als bestuurslid aftrad en wien door den voorzitter dank werd gebracht voor de bewezen goede diensten, werd benoemd de heer M. H. Harinok. Herbenoemd werden alB bestuursleden de heeren J. M. Kakebeeke en Joh. Pilaar. Allen namen de benoeming aan. In plaats van den heer E. van den Bosch werd als lid van de commissie voor het rap port gekozen de heer M. de Jonge. Uit Koewacht schrytt men ons Ter voorziening in de vacature voor lid van den gemeenteraad, ontstaan door het bedan ken van den heer Gh. Allefs, zyn Maandag candidaat gesteld de heeren C. de Blieck en Ed. Verinandel. De stemming zal plaats hebben op 17 December e.k. Daar omtrent de vermoedelijke vergiftigings zaak onder Stekene, nabjj deze gemeente, weinig of niets, althans zeker niets officieels, te hooren is, vermoedt men, dat het chemisch onderzoek, te Dendermonde ingesteld naar eventueel in een deel van het lichaam der vrouw aanwezige giftdeelen, geen resultaten heeft gehad en dat haar overlyden dus aan andere oorzaak moet worden toegeschreven. De werkstaking te Westkapelle is geëindigd. Wy konden die heugelyke tyding nog Maan dagavond in een groot deel der oplaag van ons vorig nommer opnemen. Deelen wjj nu mee wat Maandag aan het besluit tot her vatting der werkzaamheden voorafging. Door den luitenant der marechaussee, den heer Thomson, werden de dijkwerkers toege sproken. Hy bracht hun hulde voor hun kalm optreden wees hen, evenals de heer Wibaut had gedaan, op het onbillyke van hun eisch tot ontslag van den opzichter en spoorde hen aan tot toenadering. De djjkwerkers vroegen daarop of de opzich ter niet genegen zou zyn in hun midden te ver3chynen, ten einde hun een woord toe te spreken, daar zjj anders wel eenige vrees koesterden, dat, gingen zjj weer aan 't werk, zy de gevolgen zouden moeten ondervinden van wat er in de afgeloopen week was voor gevallen. De heer Thomson verklaarde zich bereid dien wensch aan den opzichter over te bren gen, waarop de heer Bolier dan ook in het midden der djjkwerkers verscheen en onge veer deze woorden tot hen richtte MedeburgersWjj leven in een treungen tijd van werkstaking. Myn bedoeling is niet om over de aanleiding daartoe te spreken, maar wel een paar woorden van toenadering tot u te richten. Ik heb vernomen en ondervond»- lat gjj my een haat toedraagt. Maar laat die haat verdwenen zyn. Ik dur. u verzekeren, dat ik bjj hervatting der werkzaamheden met u zal samenwerken. De woorden, die ik voor twee jaar tot u sprak, herhaal ik ook thansMocht gjj grieven hebben, legt ze aan mjj blootten allen tjjde verklaar ik mjj bereid, ze te onder zoeken en zyn ze m. i. voor inwilliging vat baar, dan hoop ik u te steunen tegen wie ook. Over deze woorden gaven de dyfcworkers hun tevredenheid te kennen. Des avonds werd door den opzichter nog aan het volk meegedeeld, dat volgens een telegraphisch bericht de loonkwestie geheel ten hunnen voordeele is opgelost mits zjj heden (Dinsdag) weêr aan het werk zouden gaan.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1901 | | pagina 1