MIDDELBIIRGSCHE COURANT.
144° Jaargang.
Zaterdag
7 December.
N°. 289.
1901.
Deze courant verschijnt d a g e 1 jj k s, met uitzondering van Zon- en
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor a.le plaatsen ïn Nederland franco p.p., f 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 oent.
THERMOMIÜTSB EN VEBWACETINd.
6 Dec.: 8 u. vrn. 36 gr., 12 u. 41 gr., av. 4 u. 41 gr. F. Verwacht: zwakke tot matige W.
wind, bewolkte lucht en weinig verandering in temperatuur.
Advertentiên20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichte? en
Dankbetuigingen van 17 rogels 1.50; elke regel meer 20 oent. Boclamos 40 cent per regel
®?oote letters naar de plaats, die zij Innemen.
Tot de plaatsing van advertentiên en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Np verheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Alg®s»Reas AtSvMlejBêSe-ïSna'esni
A. SMS LA MAR Asa., S,S. ^•«rfowgwal 2»«, AMMteffsSaaSc
Middelburg 6 December.
Kameroverzicht.
Zitting van Donderdag.
Het is steeds inooiljjk de beteekenis van
het gesproken woord eenigszins op de juiste
waarde te schatten, indien men nog onder den
indruk van het oogenblik verkeert. En vorral
geldt dit voor een redevoering, geljjk heden
door den minister van binnenlandsche zaken
werd uitgesproken. De suggestieve kracht,
die van zjjn woorden uitging, de groote wel
sprekendheid, die by te bewonderen gaf, het
tintelend vernuft, dat hjj ten toon spreidde,
de schoone vorm, waarin hij zyn denkbeelden
voordroeg, de treffende beelden, die hjj tel
kens en telkens gebruiktede spanning,
waarin hjj de toehoorders wist te houden, dit
alles en het zyn nog slechts enkele factoren
veimeerdert in hooge mate de moeilijkheid,
die men reeds anders in een geljjk geval te
over ondervindt. Tot een wel overwogen
oordeel zal men dus eerst kunnen overgaan
als de redevoering gedrukt in de Handelingen
voor ons ligt.
Voorshands echter mag zekerlyk getuigd
worden dat het een merkwaardige redevoe
ring was. Niet om de redenen hierboven ver
meld. Dr Kuyper's meesterschap over het
woord is bekend, en niemand had van den
oud-afgevaardigde voor Sliedrecht in dit op
zicht iets anders verwacht. En evenmin merk
waardig om de nieuwe gezichtspunten, die hy
over de belangrjjke kwesties in 't debat aan
het licht bracht. Wat hy hierover zeide, werd
al honderden malen vroeger door hem verkon
digd. Maar wat wel merkwaazdig was, al
thans onB by zonder trof, was de geest, die
uit zyn woorden sprak, het autoritair optre
den dat er in doorschemerde, weinig beant
woordende aan de conciliante houding, door
de linkerzijde betoond en voor de toekomst
toegezegd, het gemis aan'concrete antwoorden
op concrete vragen, niet onbewust achter
wege gehouden, maar ruiterljjk geconstateerd,
op magistrale wjjze van de hand gewezen.
Hierin scheen by ons uitdagend toe, ook waar
hy zyn geest den vrjjen teugel liet, en zich
toespelingen veroorloofde, die tartend en be-
leedigend voor den tegenstander waren. In
zyn woorden lag een «durf" opgesloten, die
hy niet kon en wilde onderdrukken, en die er
nu eens met alle geweld uit moest komen.
Woensdag had hy ons hiervan reeds een voor
proef gegeven. In het overzicht van dien dag
vermeldden wy reeds, dat hy «afsnjjden" zou
wat afgesneden moest worden. En hy heeft
afgesneden" 1 EerBt de 127 boeken en bro
chures, die hy geschreven heeft. Daarmede
moest men hem niet lastig vallen. Hy zal er
eenvoudig niet op antwoorden.
Verder werd het mes gezet aan de uitwassen
der drukpers, waaraan hy zich in de laatste
27 jaar was »te buiten gegaan". Komt men
hem dus aandragen met uitspraken, ontleend
aan Standaard en Herauthy zal er het zwjjgen
toe doen.
Is voor het aannemen van een dergeljjke
houding niet een groote «durf" noodig?
En in zyn redevoering van heden onder
streepte hy deze uitspraak nog eens, ook al
gold het een ander gebied.
De heer Borgesius had gevraagd, wat nu
eigenljjk de «christelijke beginselen" waren.
Hierop diende tot bescheid «dat het kabinet
geen informatie-bureau was, tot het bevredigen
van dergelyken weetlust."
De heer Tydeman had gevraagd naar meer
licht over de school- en Zondagskwestie. Ant
woord van den minister voor het eerste: een
verwyzing naar een Gz'ds-artikel van inr Hu-
brachtvoor het tweedeeen opmerking, dat
het ministerie wel een andere koers zou uit
gaan dan de heer Tydeman, maar dat het
daarvoor ook thans aan de groene tafel zat.
Aardig om aan te hooren, maar wjjzer werd
men er, ondanks een citaat uit een oud boek
uit 1617 over de- Duitsche synode en over
«de verlustiging van het gemoed," niet door-
De heer Mees had vragen gesteld over de
handelspolitiek. Zou de vrijhandel geha;
blyven al of niet? Minister Kuyper geeft een
ontwjjkend antwoord onder verwyzing, dat er
teel vryhandelaren protectionist worden, maar
hoogst zelden omgekeerd zich bekeeringen
voordoen.
Waar de minister de verkiezingen ter
sprake bracht, werd wederom het mes ter
hand genomen, en alle hinderljjke loten zon
der vorm van proces «afgesneden". Bjjna alle
Ntóndaörd-artikelen, die hierop betrekking
hebben, gingen de prullemand in; met uit
zondering van die stukken, welke dr Kuyper
aanstonden. Jammer dat by de schifting ook
anderen dan de premier het zeggensscbap toe
komt, tenminste zich dit voorstellen. En zoo
ging het doorvraag na vraag werd behan
deld en beantwoord maar zonder dat men er
hou-vast aan kreeg.
Handig dus maar niet afdoende.
Bovenal autoritair was de indruk, die wy
van zjjn rede kregen. Het was de «bewinds-
man", die hier het woord voerde, overtuigd
aan de groene tafel geroepen te zyn, niet
door een uitslag van algemeene verkiezingen,
verkregen door het aanheffen van »valscbe
leuzen," maar hiertoe door de Koningin aange
wezen, krachtens een stembusactie, gestreden
met eerljjke wapenen. »Afg09neden" werd dan
ook al dadelijk alles wat hem in deze nieuwe
positie hinderlyk en lastig kon zyn. Met
oude plunje", zooals by dat noemt, moet
men niet bomen aandragen. Niet dat hjj er
niet meer in past, dit zeide hy niet, maar wel
bedankt by er voor, krachtens zyn wil, de
oude jasjes aan te trekken.
Voorzeker een radicale manier om bjj
voorbaat alle oppositie hare kracht te ont-
mook een uitnemende taktiek om de
tegenpartjj te dwingen daar aan te vallen,
waar bij dit verkiest, maar tevens oen zwak
heid verradend, die verscholen gaat achter de
durf, welke vereischt wordt om een dergelijke
positie in te nemen en te willen handhaven.
Van deze rede mogen wy dan ook getuigen,
dat de «bewindsman", dr Kuyper, den oud
afgevaardigde, dr Kuyper, heeft willen be
graven. Meer dan het beantwoorden der ver
schillende sprekers scheen ons dit 't doel en
de strekking dezer merkwaardige redevoering
toe. Licht zou hy verschaffen, en licht heeft
by ook verschaft. Niet, waar dit van hem
vereischt werd, maar daar. waar by het wilde
ontsteken. En dat was waar hy stond als mi
nister, als de man, die het heft m handen
heeft, en van plan schynt,' het nog lang in
handen te houden.
Na de rede van den minister werd er nog
door de heeren Mees, Van der Zwaag, Tydeman-
Helsdingen en Melchers gesproken, waarna
de kamer in de sectiën ging om morgen het
debat voort te zetten. Alsdan zal door de
heeren Goeman Borgesius en Drucker gere
pliceerd worden vooral van laatstgenoemde
mag een pittig wederwoord verwacht worden.
De minister heeft het met hem werxeljjk
al te bont gemaakt.
EEN BEROEP OP ENGELAND.
De minister-president, dr Kuyper, heeft zich
Woensdag, i» zyn eerste begrootingsrede, o. a.
beroepen op een schryven, onlangs in de
limes geplaatst van een groothandelaar, vroeger
groot voorstander van vrjjen handel, maar die
nu bekeerd is.
Bedoeld wordt blykbaar de heer Samuelson,
omtrent wien wy eenige weken geleden het
zelfde mededeelden. Deze koopman nam tot
aanloop van zyn ingezonden stuk de behoefte
van de Britsche schatkist aan ruimer middelen
niet tot bestrjjding van nuttige sociale
uitgaven maat van de aldoor stygende
oorlogskosten- De minister van financiën had
aangekondigd dat hjj voor 1902 weder hoogere
lasten zou moeten aanvragen. En nu gaf de
heer S. den raad die meerdere middelen o. a.
te vinden uit nieuwe invoerrechten, die dan
tevens een «matige protectie" voor de binnen
landsche njjverheid zouden opleveren.
Wat op dezen snuggeren raad terstond
door lhe Economist is geantwoord, heeft
dr. Kuyper Woensdag niet vermeld. Namelyk
de voor de hand liggende gevolgtrekking
dat öf de minister van financiën öf de inland-
sche nijverheid en zeker de landsbevol-
king van invoerrechten met zulk een dubbel
doel weinig vreugde zal beleven. Hebben zjj
tengevolge dat uit het buitenland minder
wordt ingevoerd, wat natuurlijk de bedoeling
is als men de eigen nyverheid wil bevoordee-
len, dan brengen zjj ook geen geld van beteeke
nis in de schatkist en wordt dus het hoofd
doel van den maatregel verjjdeld. Bljjft het
buitenland echter ruimschoots invoeren, dan
wordt wel de schatkist gevuld, maar wordt
de inlandsche nyverheid niet gebaat. Maar
het kind van de rekening is steeds da massa
der bevolking, die öf aan de schatkist meer
moet betalen, öf aan de inlandsche njjverheid
cjjnsplichtig wordt gemaakt en daardoor aan
koopkracht afneemt.
Het ware zeker vollediger geweest indien
de Minister aan de Kamer tevens had mede
gedeeld, dat er in Engeland nog zyn die vol
strekt niet bekeerd zyn tot het protectionis
me en daarvoor nogal redenen van gewicht
kunnen aanvoeren. Hbld
EEN OLIEVLEK OP EEN BLAD
PAPIER.
ziging mede zal strekken tot «bevordering van
den nationalen arbeid" en tot wering, tot
vermindeiing althans van het euvel der werk
loosheid, dan zal, zoo schrjjft de Nieuwe Cou
rant, ongetwyfeld door tegenstanders van zoo
kunstmatige aanmoediging der nyverheid ge
wezen worden op de werkloosheid, die in zoo
hevige mate juist thans Duifcschland teistert.
Men kan inderdaad sedert geruimen tjjd
:eds geen nummer b. v. der Soziale Praxis
opslaan, of men vindt er jammerklachten over
de allerwegen heerschende werkloosheid en
voorstellen, middelen, plannen om daaraan
tegemoet te komen.
Zoo heeft, naar een der laatste afleveringen
van dit tydschrift ons bericht, nu weer de
afdeeÜDg Breslau der Gesellscliafl filr Soziale
Reform aan den Magistral in Saksen een en
ander meegedeeld over de oorzaken van en
de Heümittel tegen de werkloosheiddaarin
wordt op grond eener enquête vastgesteld,
dat reeds nu in Breslau de werkloosheid »een
hoogte bereikt heeft, die ver zich verheft
boven den gewonen stand, telkens in het be
gin van den winter". Het zwaarst worden de
bouwvakken en de metaal- (jjzer-) industrie
getroffen. «Doch de buitengewone werkloos
heid is volstrekt niet tot deze takken be
perkt."
Wil men nog een staaltje Het comité uit
het Verband deut&cher Arbeitsnachweise, dat door
de redactie van Soziale P*raxis genoemd wordt
«zeker een der meest bevoegde beoordeelaars
der (arbeids-) verhoudingen", tracht even
eens op grond eener gehouden enquête een
ietwat geruststellende verklaring af te leggen,
maar komt t-ooh, trots dat streven, tot geen
gunstiger conclusie dan deze«het is noodza-
keljjk pogingen tot overdrjjving van den om
vang der thans in Dnitschland heerschende
werkloosheid tegen te gaan. Dat er werk
loosheid heersoht, meer dan des winters ge-
woonlyk het geval is, is onbetwistbaardat
zjj het karakter van een Notlistand heeft aan
genomen, vindt in de enquête ^een grond
De tegenwoordige gespannen toestand der ar
beidsmarkt dwingt te rekenen met de moge-
Ijjkbeid, dat vooral als de winter streng is,
een Nothstand als gevolg der groote werkeloos
heid zal intreden. Staat en gemeenten moeten
nu reeds aan die mogelijkheid denken'
Dergeljjke duideljjke verklaringen leveren
het bewjjs voor de stelling, dat bescherming
der nyverheid niet bjj machte is de ramp der
werkloosheid van eenig land af te wenden.
Dat zelfs zoodanige bescherming tot werk
loosheid voeren moet, ligt voor de hand. De
door protectie kunstmatig opgedreven pro
ductie moet eindeljjk de vraag overtreffen,
zoodat welhaast de voortbrenging voor den
ondernemer niet meer winstgevend, de arbeid
niet meer loonend kan zyn en de arbeider
moet worden ontslagen.
tectie altjjd de neiging heeft zich uit te brei
den als een olievlek op een blad papier
BMOEMDfGM ENZ.
By kon. besluit:
is aan den raad-adviseur, hoofd van de IIIde
afd. van het dep. van oorlog, H. E. Kleyn, op
zjjn verzoek, op grond van zjjn leeftjjd, een
eervol ontslag uit zjjne gemelde betrekking
verleend, onder dankbetuigingen
is benoemd bjj het wapen der genie, bjj
den staf van het wapen, tot majoor de kap.
van dien staf A. J. Doorman, adj. van den
minister van oorlog.
De Britsche regeering heeft aan Hr Ms ge
zantschap te Londen mededeeling gedaan van
nieuwe bepalingen, waaraan met ingang van
1 Januari 1902, de toelating van reizigers in
de havens der Kaapkolonie en van Natal on
derworpen is.
Dit stuk is opgenomen in no. 286 der St. Ct.
Hetzelfde nommer bevat de bepalingen van
toelating tot het reservekader bjj de infante
rie en de vesting-artillerie.
De minister van waterstaat, enz. brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat in de maand
Maart, en voor zooveel noodig ook in de
maand April 1902, een vergeljjkend onderzoek
zal plaats hebben van candidaten, dingende
naar een getuigschrift van voldoend afgelegd
examen voor opzichter van den rijkswaterstaat,
volgens het in 1899 vastgesteld programma.
Men zie bovengenoemd nommer der St. Ct.
TWEEDE KAMER.
tot 23 Maart d. a. v. 40 personen werden
gezamenljjk 1186 dagen in het werk gehou
den van die menschen waren 8 houtzagers,
)sjesmaker8, 2 bezemmakers, 19 matters
en 9 matters buiten bet gebouw der vereeni-
ging-
De bezemvoorraad werd geheel uitverkocht;
ook de verkoop van kachelhout en bosjes
kachelhout ging naar wensch. Het vervaar
digen van matten was een succes, dank zjj
de leiding van den baas-mattenmaker D.
Brouwer uit Genemuiden.
De voorraad vervaardigde huishoudelijke
artikelen was niet groot, en als gevolg daar
van de verkoop evenmin.
Er werden gemaakt 312 rollen matten, nl.
124 rollen blokjesmatten, 97 rollen fijne bie-
zenmatten, 49 rollen grove biezenmatten en
42 ondermatten. Met inbegrip van enkele
weken in de zomermaanden werden 391 bos
bezems, totaal 2846 stuks gefabriceerd,
Het verslag spreekt den wensch uit, ook
herhaaldelijk in dit blad geuit, dat de tueer
gegoeden tooh niet uitsluitend om onze stam
verwanten in Zuid-AFrika zullen denken maar
dat zjj ook indachtig zullen zyn dat Goes
werkloozen en behoeftigen genoeg telt.
De ontvangsten hebben bedragen 3079.53
en de uitgaven 3174.65', zoodat er een na-
deelig slot is van 95.12s. Dat van het vorige
boekjaar bedroeg ruim 340.
Aan werkloon is 1245 uitgegeven.
Zooals nog in een groot deel der oplaag
van ons vorig nommer vermeld werd, is de
heer G. Keuning te Goes benoemd tot
adjunct-inspecteur van politie te Haarlem.
Overbreng
In Duitschland heerscht tbans groote werk-
Wanneer dan ook straks, ter aanbeveling
van een ontwerp-Harte tot wy ziging onzer
invoerrechten, gezegd zal worden dat diewjj
Wy zeiden boven reeds aldus vervolgt
genoemd Haagsch blad dat in Duitschland
mede over de ffeilmittel wordt gesproken,
Het is merkwaardig te zien, hoe deze gezocht
worden in de richting ook van protectie,
dit woord dan nu opgevat alsdirecte
moeiing van overheidswege voor het beschik
baar zyn van loonenden arbeidreeds nu
wordt met klem aangedrongen op een ingrjj
pen door de regeering, opdat er werk zjj.
Van alle zjjden het werd reeds meer dan
eens door ons meegedeeld - - wordt in Duitsch
land er op aangedrongen dat vanwege de mi
nisteries, gemeentebesturen enz., ook van
wege andere publiekrechtelijke lichamen
groote werken worden uitgevoerd, waarmee
men onder normale omstandigheden zou heb
ben gewacht, die anders over jaren verdeeld
zouden zyn geworden, doch die nu hoe eer
hoe beter moeten worden ondernomen om de
werkloozen te helpen. Generaliseerend komt
het bovengenoemde Breslauer comité tot de
uitspraak«dat het plicht is, zoo van alle
openbare lichamen als voornam eljjk ook van
mtebesturen, de groote schommelingen
van het maatschappelijk leven in bewuszt
korrigirender Weise te volgen.
Deze «bewuste correctie" zal daarin bestaan,
dat een gemeentebestuur «werken zal doen
uitvoeren, die op zichzelf nuttig zyn, die, naar
zich voorzien laat, in de eerstvolgende jaren
ontworpen zouden zyn en die van zoodanigen
aard zjjn, dat zjj zoo spoedig mogelijk in de
zen winter kunnen worden begonnenAls
vanzelfsprekend wordt daarbjj aangenomen
dat de inwoners der gemeente bij zulk een
werk de voorkeur zullen genieten. In volko
men gelyken geest adviseert het tot oordeelen
zoo volkomen bevoegd comité uit het Verband
deutscher Arbeitsnachweise. Alleen doet dit comité
nog daarbjj het denkbeeld aan de hand, werk
lieden uit andere landen streng te weren.
Men ziet: de werkloosheid, gekweekt langs
kunstmatigen weg, moet door kunstmatige
Heilmittel weer worden overwonnen.
Het is reeds vroeger gezegd, dat de pro
ing van Landbouw
naar Waterstaat,
het afdeelingsonderzoek van het
wetsontwerp tot wettelijke voorziening ten
aanzien van het overbrengen van de zorg
voor de uitvoering van wetten betreffende
landbouw naar bet departement van water-
staat, handel en nyverheid, en betreffende
arbeid naar het departement van binnenland-
achtten sommigen het wetsontwerp
onvoldoende toegelicht in zoover daarin niet
wordt medegedeeld om welke redenen de
overbrenging van de zaken van den arbeid
naar het departement van binnenlandsche
zaken en van de zaken van den landbouw
naar dat van W. H. en N. wenschelyk zou zyn.
Omtrent de vraag, welke ten deze
de bevoegdheid der wetgevende macht
werden verschillende meeningen verde
digd. In de eerste plaats werd betoogd
dat, waar ingevolge art. 77 der Grondwet de
regeling van den werkkring der departementen
behoort uit te gaan van de Kroon, de wetge
vende macht zich heeft te bepalen tot de re
geling van de wetteljjke gevolgen van deter
zake door de Kroon genomen beslissing
Naar een tweede gevoelen behoort wel het
initiatief tot regeling van den werkkring der
departementen aan de Kroon, maar hebben de
Staten Generaal toch het recht en den plicht
het wetsontwerp te verwerpen, indien zjj de
verschikkingen, in het koninklyk beBluit van
26 Augustus jl. beoogd, afkeuren. Ditkoninkljjk
besluit was, naar men meende, te beschouwen
als eene regeling, welke gemaakt is onder
voorbehoud, dat de wetgevende macht haar,
zooveel noodig, bevestigt.
Naar een derde gevoelen is amendeering
evenmin als verwerping van het voorstel in
strjjd met de Grondwet te achten.
Enkele leden meenden dat de reorganisatie
van de beide departementen met overijling
beeft plaats gehad. Anderen zagen voor over
yling geen grond.
Door vele leden werd nader aangedrongen
op overbrenging van de zorg voor de uitvoe
ring van de Hinderwet en de Stoomwet naar
het departement van Binnenlandsche zaken.
Andere leden betoogden, dat, al moge uit
een practisch oogpunt door overbrenging van
de zorg voor de uitvoering van de Hinderwet
de Stoomwet naar Binnenlandsche zaken
wel iets te zeggen zyn, bet in beginsel
juister is te achten, de uitvoering van die
wetten te brengen bjj de afdeeling Handel en
ihiad is in het ontwerp
van de Waterstaatsbegrooting voor 1902, dan
bjj de nieuwe afdeeling van het Dep. van
Binnenlandsche zaken. Arbeidswetten zjjn de
Hinderwet en de Stoomwet niet.
UIT STAD EN PROVINCIE.
De opvoeringen van Elidore, zangspel
voor kinderen, in drie bedry ven, ten voordeele
van de vereeniging Kinderuoeding te Middel
burg, zjjn nu bepaald op Zaterdag 21 en
Maandag 23 December.
Aan het verslag over 1900—1901 der
commissie tot werkverschaffing te Goes
het volgende ontleend
De werkzaamheden duurden van 18 Dec.
De gemeenteraad van 's H e e r-A ren d s-
kerke besloot Donderdag de jaarwedde van
den onderwijzer te N i e u w d o r p, den heer
A. Blok, op diens verzoek met f 50 te ver-
hoogen en te brengen op 550.
De begrooting van bet burgerlyk armbestuur
aldaar werd vastgesteld op 6713.57 in ont-
5530 in uitgaaf, dus met een vet-
moedeljjk goed slot van 1183.57. De begroo
ting van het groot armbestuur te 's Heer-
Hendrikskinderen werd vastgesteld in ontvang
en uitgaaf op 2093.66s.
In de Woensdag te's Gravenpolder
gehouden raadsvergadering werd tot lid van
het armbestuur benoemd de heer J. Butjju,
die met den heer P. de Koster op de aanbe
veling stond.
Als onderwijzers aan de herhalingsschool
werden aangewezen de heeren J. Swart en
H. P. Th. Glerum en mej. C. A. J. Remigius,
respectielyk voor 58, 78 en 60 uren. Het be
sluit, waarbjj dit onderwys den len November
1902 zou aanvangen, werd ingetrokken en
deze datum vastgesteld op 1 Januari a. s-
De huurwaarde van de hoofdonderwyzerswoning
werd van 100 op 150 gebracht.
In do gemoentebegrooting voor 1902 werden
eenige veranderingen, meest van administra
tieven aard, gebracht, terwyl de post van den
hoofdelyken omslag met 100 werd verhoogd,
ingevolge de uitgaven voor bet herhalingB-
onderwys.
Met eene aanmerking van Gedeputeerde
Staten op de begrooting kon de raad zioh niet
vereenigen. De gemeente betaalt het geheele
traktement voor den gemeente- en armen-
geneeskundige en ontvangt van het armbestuur
een jaarljjksch te bepalen som terug. Voor
1902 had het armbestuur deze som op 200
Gedeputeerde Staten oordeelen ,dat
de gemeente dit bedrag ontberen en dat het
armmiddel het gebruiken kan; Gedeputeerde
staten zien in dit bedrag eene subsidie van
het armmiddel aan de gemeente, de raad
noemt het eene teruggave van een voorschot.
De raad verzocht Gedeputeerde Staten op
hunne zienswyze terug te komen.
Nadat de verordening op den- hoofdelyken
omslag, in verband met de nieuwe lezing van
art. 243 der gemeentewet, in art. 10 eene
kleine toevoeging had ondergaan, sloot de
voorzitter de door ai de leden bjj^uwoonde
vergadering.
In de Donderdag te Ierseke gehou
den raadsvergadering kwam de mededeeling
van Ged. Staten ter tafel, dat de verordening
tot regeling der onderwijzers-salarissen onvoor
waardelijk door hen is goedgekeurd. Doch
daar de verordening de belooning voor her-
halingsonderwys pas op 1 Nov. 1902 dot-,
ingaan, wenschen Ged. Staten by afzonderlijk
raadsbesluit die belooning te regelen voor bet
tjjdvak van 1 Jan.1 Nov.
De raad voldeed daaraan en bepaalde de
belooning ook voor die maanden op 60 cent
per lesuur.
In de vorige vergadering, by de behande
ling der begrooting, is de jaarwedde der wet
houders van 100 op 70 gebracht en zyn
de daardoor vrijkomende 60 bestemd voor
presentiegeld der raadsleden.
Bljjkens ingekomen bericht hadden Ged.