MIDDELBURGSGHE COURANT 8'. 263. Zaterdag 9 November. 144° Jaargang. 1901. Deze oonrant verschijnt d a g e 1 ij k s, met rutzonderisig van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor aJe plaatsen in Nederland franco p.p., f 2.- Aizonderlijke nummers kosten 5 sent. THERMOMETER EN VERWACHTING. 8 Nov.8 u. vtu. 50 gr., 12 u. 50 gr., av. 4 u. 51 gr. F. Verwacht: matige Z. O. wind, bewolkte lucht, nevelig, geringe afname in temperatuur. AdvertentïSn20 cent per regel, öeboorts-, dood- an alle andere familieberichten m Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Boclames 40 cent per regel ÜToote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiè'n en reclames, niet afkomstig nit Zeeland, betredende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algesaeem M¥»rfentle>Bu»*'a»« ,a. S>23 MAM JLssa., &8. V^s-Srargw®! 3S6©9 Asssjeysle-MB, Middelburg 8 November. INMJSTRIEELR ONDSRKRC1PSR1J. Onder dit opschrift schrijft Het Volksblad: «Naar wy vernemen, zullen aan de Ned. Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel wederom een 30 man ontslagen worden wegens gebrek aan werk. Wij vestigen op dit treurige en helaas reeds herhaalde malen voorgekomen feit ditmaal de bijzondere aandacht, omdat dezer dagen tevens is bekend geworden, dat de levering van 100 wagens voor de electrische train te Amsterdam is opgedragen aan de nog kort bestaande Hongaarsche Waggon- en Machinefabriek te Raab, welke door den Hongaarschen Staat der mate wordt gesubsidieerd, dat zjj uiet bespot telijk lage prjjzen tegenover hare concurrenten kan optreden. Bij inschrijving voor de elec trische tram is zjj, als wij ons niet vergissen, maar eventjes 3000 per wagen benelen de begrooting 8500 per wagen) gebleven. Het gevolg was dat andere mededingers (en daar onder de Ned. Fabriek, die in het geheel niet gesubsidieerd wordt en dus by de prijsbepaling maar niet in het wilde weg kan te werk gaan) hun aanbod als »te duur" zagen afgewezen. Nu is onze vraag dezeIs het verstan dige gemeentelijke politiek, als men ter wille van een oogenblikkelijk voordeel een industri eel en, en nog wel buitenlandschen, onder kruiper begunstigt, terwijl men weet dat in onze stad honderden flinke werklui werkeloos rondloopen Ja, wij gaan nog verder en vra gen hun, die in dezen de lakens uitdeelen Is de gemeente niet zedelijk verplicht den buitenlandschen onderkruiper te weren, die brutaalweg het werk tegen den kostenden en wellicht zelfs onder den kostenden prjjs durft aannemen, en daardoor dus onzen arbei ders een stuk brood uit den mond steelt?" Aldus genoemd blad. Zoo gaat het in 't groot, maar ook in het klein. Wy hebben indertyd er ook op gewezen dat het voor officieele lichamen by het toe kennen van werk, by aanbesteding uitgeschre ven, niet aangaat alleen te letten op den prys waarvoor men aanbiedt het werk te leveren, maar dat ook een onderzoek dient gedaan te worden of de minste inschrijver zyn personeel niet een rechtvaardig loon onthoudt om te concurreeren en werkgevers te verdringen, die het in deze wel meenen met hun personeel. Vooral in dezen tyd, waarin zelfs alles gedaan wordt, langs openly ken of ook wel langs be dekten weg, om vriendjes of partjjgenooten te bevoordeelen, is het dringend noodig dat men iets verder zie dan gewoonlyk geschiedt dat men, behalve op de financieele zijde der kwestie, ook lette op goede afwerking en belpe tegengaan het meermalen voorkomend feit dat het voordeel in geld behaald wordt ten koste van de arbeiders. Aan de andere zyde mag niet vergeten worden dat het een aanmerkelyk verschil was voor de gemeente Amsterdam; maar het be stuur had tocli gerust eenigszins mogen laten wegen de wetenschap dat de mededinging on gelijk was en de Nederlandsche fabriek niet op een ljjn gesteld kon worden met eene gesub sidieerde onderneming in het buitenland. Zeker al weer een der schaduwzijden van het protectie-stelsel. Dit houdt kunstmatig in het leven wat toch op den duur niet houdbaar is en benadeelt den goeden gang van zaken in 't algemeen. DE HOOGE-BAADS-VACATÜRE. Wy voegen hierbij, dat de naam van jhr mr W. H. de Savornin Lohman, lid van de Haag- sche rechtbank en zoon van het lid der Tweede kamer, reeds dadelijk na het opmaken der Kamervoordracht in verschillende kringen ge noemd werd als een jurist van de »rechterzjjde" die, ondanks zyn jeugd, op de voordracht een i figuur zou hebben gemaakt. Vandaar misschien, dat zyn naam thans weder genoemd wordt, nu de Kamer zich binnenkort opnieuw met het opmaken eener voordracht zal hebben bezig te houden. Nieuwe Crt Het »van byzondere zyde" aan de Arrih. Ct. toegezonden bericht, als zou de Hooge Raad «naar alle waarschijnlijkheid" (na de intrek king van het besluit tot benoeming van mr Van Swinderen door de Koningin) aan dt Tweede Kamer een eenigszins gewijzigde aan bevelingslijst zenden, waarop een der aanbe- volenen van de eeiBte ljjst plaats maken zou voor een anti-revolutionnair, mist naar wy meenen te weten allen grond. Met de vraag betreffende de al- of niet- uoodzakelykheid van het indienen eener nieuwe aanbevelingslijst, heeft het hoogste rechtscol lege als zoodanig zich nog niet bezig gehouden. Indien de volkomen aannemelijke beschouwin gen van het Weekblad van hel Recht over deze quaestie door den Hoogen Raad worden ge deeld, zal de vacature Van Blom geacht wor den nog steeds voort te duren en zal er dus van het opmaken eener nieuwe aanbevelings lijst in het geheel geen sprake zijn. Minister-president. Naar aanleiding van het besluit van den Ministerraad tot wijziging van het reglement van orde, waardoor zijn tydeljjke voorzitter door een blijvende wordt vervangen en die raad dus een premier heeft gekregen, schrijft Hel Vaderland: Een echte «premier" dus. In den feitelyken toestand zal dit geen verandering brengen, omdat ook tegenwoordig regel is dat de Ka- binets-formateur steeds opnieuw tot voorzitter van den Raad van Ministers wordt herkozen, maar juist daarom dringt zich de vraag op of er byzondere aanleiding bestond om thans de door 't gebruik geijkte gewoonte door een wettelijk voorschrift te sanctionneeren. Alvorens deswege een enkele opmerking te maken, wenschen we kortelijk de geschiedenis van het reglement van orde in herinnering te brengen. Van 1816 tot 1823 hadden wy een Kabinets raad, door den Koning voorgezetenen ook na 1823, toen de Ministerraad voor 't eerst werd georganiseerd, bleef eigenlijk de toestand onveranderd, totdat, na Van Hall's optreden als Minister van Justitie in 1842, de ministe- rieele verantwoordelijkheid in de practjjk werd aanvaard; maar ook toen nog duurde het acht jaren, tot 1850, voordat het reglement van OTde voor den Ministerraad naar dien geest werd gewjjzigd, met bepaling dat de voorzit ter, voor drie maanden door zyn collega's benoemd, eerst drie maanden na zyn aftreden als zoodanig herkiesbaar zou zyn. Tn 1854 is dit veranderd. Men behield 't driemaande lyksehe presidium, doch de leden van het Kabinet werden a tour de róle voor het voor zitterschap aangewezen zy konden hun beurt intussclxen laten passeeren en dan werd een vrye keuze gelaten. In 1860 bedong van Hall evenwel, aanvaarding van de portefeuille van financiën dat hjj een jaar voorzitter, van den Minister raad zou blyven, en toen zyn ambtgenooten hem daarna niet als premier wilden besten gen, nam hy zyn ontslag. Er is jel wat over te doen geweest. Thorbecke's tweede Ministerie bracht in het reglement van orde in 1862 daarop deze wijzi ging dat de telkens voor drie maanden geko zen voorzitter van den Raad herkiesbaar zou in. Zoo is 't tot heden gebleven. Voor zoover bekend is, heeft men er nooit moeielykheden van ondervondensedert tal van jaren werd de samensteller van het kabi net steeds als tydelyk voorzitter gehandhaafd. Waarom heeft nu het nieuwe Ministerie ge meend hierin wijziging te moeten brengen Dat 't louter een aanvechting van mensche- ljjke y delheid zou zyn by het eminente hoofd het tegenwoordig Kabinet, is niet wel aan te nemen, allerminst omdat iets derge lijks ook zou indruischen tegen 't Christelijk karakter van dien bewindsman. Maar van den anderen kant is toch niet waarschynljjk dat alleen de bedoeling zou zijn het reglement van orde voor den Raad van Ministers in overeenstemming te brengen met de usantie. Het Ministene-Kuyper heeft, dunkt ons, belangrijker en ernstiger zaken te doen dan zich met zulke futiliteiten, met quaesties van vorm en naam bezig te houden. Inderdaad ligt in de geschiedenis ook een vingerwijzing voor de beteekenis van de schjjnbaar onverschillige zaak. Dat Van Hall in 1860 bedong een vol jaar den presidialen hamer in den Ministerraad te voeren, getuigt op zichzelf reeds van de waarde, die hy aan den premier-titel hechtte. En meer nog bleek dat toen in 1861 zyn collega's het bedongen privilegie niet wilden handhaven en de staats man daarom zyn ambt neerlegde. Trouwens, Thorbecke in zyn Bijdrage tot de Grondwetsherziening, Bosscha in zyn Kroon en Ministers, De Bosch Kemper in zyn Ned. Staats recht en Staatsbestuur om van andere gezag hebbende schryvers niet te gewagen, hebben het bedenkelijke van een voortdurenden eer sten minister" of telkens herkiesbaar president van den Ministerraad op zeer afdoende gron den in het licht gesteld. En zoo komen we tot de eenvoudige en be scheiden opmerking, die ons de door den Ministerraad uitgelokte beslissing in de pen geeft. Het komt ons voor dat het overwicht, het welk onbetwistbaar reeds van zelf, door zijn kunde en tact, door dr Kuyper op het Minis terie wordt uitgeoefend, door den genomen maatregel in bedenkelijke uiate wordt vergroot. Wat min of meer spottend by het optreden van het Kabinet werd gezegd, dat bet was «homogeen" in deze dat dr Kuyper do homo en de omringende ambtgenooten geen waren treedt nu waarlijk als een ernstige overtuiging, ook in den boezem der Regeering, naar voren. Voor de collectieve verantwoordelijkheid van het Kabinet is het bédenkelyk, wanneer de homogeneïteit slechts sehjjn is, zooals De Bosch Kemper 'tzeer kernachtig uitdrukt. «wanneer men de homogeneïteit zoekt in zulk een uitstekend hoofd, dat alle de mede- Ministers slechts gedienstige onzelfstandige dienaars zyn rondom den eenen hoofd-Minister." Zulk een premier-schap achten wy in strijd met onze constitutioneelé beginselen. Het is wenschelyk dat over de zaak eenig licht opgaen misschien is er dan aanleiding tevens mede te deeleu of het reglement van orde va» den Ministerraad sedert 1891, toen bet voor 't laatst werd gepubliceerd, speciaal bij de nu gemaakte verandering nog meer wyzigingen heeft ondergaan. DE NEDERÏ.ANDSCHE CONSUL TE PRETORIA. De Berlynsebe correspondent van de Indé- pendance houdt zyn bewering over een En- gelsch-Nederlandsch geschil over bovenge- noemden consul vol. Hjj wijst erop dat de Nederlandsche regeering het bericht niet ont kend heeft. Volgens nader door hem ontvangen in lichtingen heeft de Engelsche regeering reeds herhaaldelijk gereclameerd ten aan zien van den bedoelden consul, den heer Domela Nieuwenhuis. Reeds minister De Beaufort heeft getracht de zaak' te schikken maar is daarin niet geslaagd. Zijn opvolger, minister Melvil van Lyndem heeft den consul niet teruggeroepen, maar hem een onbepaald verlof gegeven. De heer Domela Nieuwenhuis heeft reeds Pretoria sedert een veertien da gen verlaten, na vóór zyn vertrek de bescher ming van de Nederlandsche belangen in Trans vaal aan den consul-generaal van Frankryk te hebben toevertrouwd. DE CHRISTELIJK-HISTORISCHE JBIEZERSBOND IN WANORDE. Te Utrecht is Donderdag, onder voorzitter schap van prof dr H. van Leeuwen, de alge- meene vergadering gehouden van bovenge- noemden Bond. In zyn openingsrede zeide de voorzitter dat de Bond op het oogenblik in een kritieke toestand verkeert en deze vergadering zal moeten uitwyzen welken weg de Bond in het vervolg zal bewandelen. Hjj wees op het feit dat dt Schaapman weer aan het rekenen is en dat deze 3 ministers en een internuntius niet voldoende meer vindt. Hy vreest dat de toestanden m ons land zullen gaan gelyken op die in Spanje. De uitslag der laatste ver kiezingen is dat een kleine minderheid de regeering in handen heeft. De laatste volkstelling toont aan dat iets meer dan '/3 der bevolking Roomsch-Katho- liek is en byna 21/» millioen van de ruim 5 millioen inwoners tot de Ned. Herv. Kerk bebooren. Wat staat den Bond in deze te doen, vroeg spreker. Moet hy zyn eigen program prijsgeven. Spreker spoorde de aanwezigen aan te bly ven stryden voor de volkskerk. Met een «Sluit deren" eindigde hy en verzocht hy de aanwezigen wel te willen overwegen of de Bond zich za' houden aan zyn verleden en den stryd zal blyven aanbinden tegen al wat niet Christelijk en niet historisch is en voort zal gaan te werken voor het Nederlandsch Protestantisme. Onder de aanwezigen waren ook dr J. Th. de Visser en mr H. Verkouteren. De heeren prof. dr P. J. Maller, N. J. A. C. Swellingrebel en W. J. J. Koole waren niet tegenwoordig. De toestand van den Bond was vrywel stationair gebleven. Na eenige werkzaamheden van huishoude- ljjken aard leidde prof. Domela Nieuwenhuis de bespreking in over den toestand en de toekomst van den Bond. Er zijn twee stroo mingen in den Bond, doch spreker raadde aan zich niet te verdeelen. De heer Harmsen, Amsterdam, wenschte klaarheid in de verhoudingen. Hy wees erop dat in 1897 de Amsterdamsche afdeeling by de herstemmingen noode de liberalen steunde. Hy stelde een motie voor, inhoudende dat de afdeelingen verplicht zyn samenwerking te zoeken met de antirevolutionairen, vry-auti- revolutionairen en de Friesche Christeljjk- historischen. Voorts dat zy alleen aan gods dienstige liberalen steun zullen vorleenen. Dr Bronsveld critiseerde ten zeerste de aan beveling van dr Kuyper door de Amsterdam sche afdeeling. De oorsprong van den Bond verbiedt om samen te werken met antirevo lutionairen, ook met vry-antirevolutionairen. Ook wraakte hg de toetreding van sommige leden des hoofdbestuurs tot de Christelyk Nationale party. Hy meent dat deze heeren uit den Bond behooren te treden. De heer dr De Visser zeide dat Het Neder landsch Dagblad niet het officieel orgaan was van den Bond. De overdracht aan De Neder lander geschiedde onder goedkeuring der com missie uit de aandeelhoudees. Het program van den Bond staat principieel tegenover de liberale programs, ook tegenover enkele arti kelen van het antirev. program. Hij heeft, evenals dr Bronsveld, geadviseerd godsdienstige liberalen te steunen. Spreker is ten onzichte van de sociale quaestie meer voor dr Kuyper dan voor een radicaal-liberaal, daar de laatst genoemde de ordonnantiën Gods en de ver houding van den arbeider tot den patroon verbreekt. Ten aanzien van het Roomsche spook verklaarde bij, dat de Roomsche staats party leeft van de politiek van de vrye hand. Zijn de antirevolutionnairen gediend van Roomsche hulp, ook de liberalen zijn dat. Hjj herinnerde aan den brief van minister De Beaufort aan den paus. De heer Doude van Troostwijk protes- steerde tegen de houding van dr De Visser en rar Verkouteren. De laatste zeide dat de anti-revolutionnairen en Christelyk Historischen elkaar nader staan dan de laatsten den liberalen. Langdurige, dikwijls heftige discussies volg den. De afgevaardigde der afdeeling uit het kiesdistrict Gouda beschuldigde mr Verkou teren de candidatuur-Heeuiskerk te hebben voorgestaan tegenover graaf Van Bylandt. (De vergadering werd roerig). Mr Verkouteren zeide, dat hy een brief heeft ontvangen waaruit bleek, dat men niet vóór de candidatuur-Van Bylandt was. Rumoerige besprekingen volgden. Mr Verkouteren zeide zich niet alles omtrent deze zaak goed meer te kunnen herinneren. De voorzitter sloot de besprekingen hierover en ontraade de motie-Harmsen op verschil lende gronden. Verschillende moties werden gesteld, die een heftige discussie uitlokten. In stemming kwam ten slotte een motie- Amersfoort, waarin gevraagd werd te besluiten dat ook in het vervolg het optreden van den Bond zal gericht zyn zoowel tegen radicalen en liberalen als tegen het streven van Rome om suprematie in ons Staatsbestuur, en voorts om te verklaren, dat dientengevolge, zoolang het verbond van antirev. en Roomschen bljjft bestaan, de Bond geen steun zal verleenen aan de antirevolutionnairen. motie werd verworpen met 1719 Btemmen en 1 blanco. Daarna werd aangenomen de motie-Amster dam, hiervoor reeds genoemd. De houding van T. Amsterdam in zake de verkiezingen werd dus hiermede goedgekeurd. Als leden van het hoofdbestuur bedankten i de heeren prof. dr E. H. van Leeuwen, dr A, W. Bronsveld en dr Cramer, terwyl verschillende afgevaardigden mededeelden, dat hun afdeeling zich zal afscheiden van den Bond- Voor de vergadering gesloten werd was de heer Bronsveld verdwenen. Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, ter behandeling van rapporten, enz. - De schutter V. A., die, zooals on zon lezers bekend is, indertyd op opzienbarende wyzo zon der verlof de gelederen verliet, is heden mor gen per rijtuig naar hot huis van bewaring alhier vervoerd, ten einde zyn provoost- straf te ondergaan, hem opgelegd wegens het niet betalen van zjjne verschuldigde boete. Uit Vlissingen. Het adros, waarin aan den raad gevraagd wordt het verzoek betreffende eene Hoogere Burgerschool van de hand te wyzen, zal, voor zien van 1004 hand teek eningen, morgen worden ingezonden. Hr Ms gouvemementssfcoomsehip Fazant, in aanbouw aan de Kon. Mjj. De Scheldezal nog dit jaar zjjne bestemming naar Oost-Indië opvolgen. Het commando over het schip zal gevoerd worden door den koopvaardij-kapitein Visser, terwyl daarop tevens geplaatst, wordt de hoofdmachinist 2de klasse A.. J. -Cnicq, ge detacheerd by de Kon. My. De Schelde. By de aanvaring op de Theems met het oorlogschip Proserrpina kreeg de Koningin Regentes een gat in het middenschip. Na het ongeval werd het op de St. Jacobsbank gezet. De South Eastern en de CJiftflmwispoorweg- maatschappjjen hebben een contract gesloten om de pier te Queenborough, waar de mail booten der Mjj. Zeeland aanleggen, weer te doen opbouwen voor een som van ƒ1.080.000. (T'Z. Crt.) BENOEH1NGEN M2. By kon. besluit is benoemd tot ridder in de orde van Oranje- Nassau H. J. Fynebuik, predikant by de Ned. Herv. Gem. te Zevenaar; is aan den tydelyk gepensionneerden off. van gezondh. Ie kl. bjj de zeemacht P. Baar slag, voor den tyd van twee jaar, een pensioen verleend, groot 575 's jaars is aan den heer A. F. de Graaf, op verzoek, eervol ontslag verleend uit de betrekking van leeraar in het hand- en rechtlynig teekenen aan het Kon. Instituut voor de marine te "Willemsoord is benoemd tot adjudant by het reg. gren en jagers de eerste-luit. E. J. van Bel, van het korpsen benoemd tot directeur van het postkantoor te Vlaardingen J. P. T. van der Kemp, thans commies der posteryen le kl. Met 1 Januari 1902 is te vervullen de be trekking van leeraar in de Hoogduitsche taal en letterkunde aan de R. H. B. S. met 5j. cursus te Groningen. Men zie no 262 der St. Ct. Naar men ons uit Goes meldt, zou daar in den nacht van Dinsdag op Woensdag een poging tot inbraak beproefd zyn aan de ach terzijde van een heerenhuis op den Oostsingel. De inbrekers ver wy derden zich toen bleek dat de bewoners nog wakker waren. Het onderzoek naar het gebeurde met een winkelierster en haar dienstbode te H e i n- kenszand heeft daarover geen licht ver spreid. Een persoon, die verdacht werd, is door het hoofd der politie gehoord, doch er werden geen bewyzen gevonden om de verdenking te staven. Te Borssele ondervindt men veel last, zelfs nadeel van den lagen waterstand. Een groot vaartuig, geladen met suikerbieten, kon de haven niet verlaten omdat het niet vlot kwam. Een landbouwer uit Cats, met zyn fiets van Coljjnsplaat komende, wil onderweg een rytuig voorby snappen. Hjj komt echter in een diep spoor, waardoor zjjn fiets kantelt en hy onder het rytuig terecht komt. Het achter wiel gaat hem over het hoofd, zoodat de man een hevige, doch niet gevaarlijke wonde krjjgt, die h m vrjj wat bloed ontneemt; doch geen belemmering voor hem. is, om zyn weg op de fiets te vervolgen. Te Oostvoorne, bjj Brielle, is benoemd tot gemeente-veldwachter de heer H. Minder- houd, maréchaussee te Sas van Gent. De heer J. J. Homburg, predikant by de Ned. Herv. gemeente te Biervliet, heeft het beroep naar die gemeente te G r o e d e aan genomen. In ons nommer van 6 November komt een bericht voor over eene spookhistorie die te G r o e d e zou hebben plaats gehad. Daar- werd gemeld dat het de politie gelukt zou zyn den dader van die spokerjj te ver- Naar men ons heden meldt, ontkent de po litie dit laatste feit. Noch bjj die te Groede, noch by de maréchaussees te Breskens schijnt daarvan iets bekend te zyn. UIT STAD EN PROVINCIE. Van bevoegde zyde is ons gebleken dat de, in ons vorig nommer gedane raededeeling omtrent de benoeming van den beer H. A. Sypkens tot betaalmeester te Groningen eene mededeeling, ons van geachte zyde ge daan voorbarig was. - Maandagmiddag te 3 uren vergadert, de RECHTSZAKEN. Arrondissements-Rrxhtbank te Middelburg Heden, Vrydag, zyn veroordeeld wegens strooperij: Th. T., 50 j., leurder, Axel, tot 5 b. s. 5 d. L; het een kind beneden den leeftijd van 16 jaren dronken makenL. V., 32 j., arbeider, Axel, tot 1 in. gev. straf mishandelingF. K. M. D., 20 j., commissi onair, Hoek, tot 8 m., D. v. W., 21 j., tim merman, Terneuzen, tot 6 w., on C. S., 17 j., veldarbeider, Axel, en A. d. K. Pz., 28 j., land bouwer, Heinkenszand, beiden tot 14 d. gev- straf, K, v. P., 28 j., bootwerker, Terneuzen tot 10 b. s. 10 d. h. en mvoudige beleediging van een ambtenaar C. d. K. Jz., bjjgenaamd B., 62 j., landbouwer, Wissekerke, tot 40 b. s. 14 d. h. VrijgesprokenL. D., 16j., veldarbeider, Axel, beklaagd van mishandeling, en E. Bh., 15 j.. koewachter, Aardenbnrg, beklaagd van schen nis der eerbaarheid. Door den verdediger van T. H. R„ oud 35 jaar, smidsknecht en bierhuishouder te Bier-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1901 | | pagina 1