MIDDELBURGSCHE COURANT
Dinsdag
15 October.
N°. 243.
144° Jaargang,
1901.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor ade plaatsen in Nederland franco p.p., f 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THERMOMETER EN VERWACHTING.
14 Oct.8 u. vm. 46 gr., 12 u. 56 gr., av. 4 u. 56 gr. F. Verwacht: zwakke tot matige
Z. W. wind, zwaar bewolkte lucht, 's morgens nevelig, geringe toename in temperatuur.
Advertentien20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Beolames 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentien en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betredende
Handel, Nyverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertenite-Bureau
A. BE LA MAR Aan., B.S. Veeffbnrgvral 266, Amsterdam.
Middelburg 14 October.
EEN EIGENAARDIGE MAATREGEL.
Wy hebben in ons vorig nommer, onder
Laatste Berichtenmelding gemaakt van het
comité, dat zich te Amsterdam gevormd heeft
van mannen, bekend met de vakbeweging der
transportarbeiders, om alle georganiseerde en
ongeorganiseerde havenarbeiders en hen, die
daarmede in verband staan, te bewegen na bet
verstreken van een vastgestelden datum (b. v.
81 Dec.) geen schepen, onder Engelsche vlag
varende, meer te lossen of te laden, daar geen
goed meer uit te ontvangen of te leveren,
voor en aleer de vrede tusschen Engeland en
de Republieken in Zuid-Afrika zal zyn ge
sloten.
Om het beoogde doel te bereiken is noodig,
zoo heet het in een manifest, dat in alle ha
venplaatsen van ons land eveneens comité's
worden gevormd, die zich met elkander in
verbinding stellen en verstaan.
Van de zyde van het comité zjjn reeds naar
de havens van Frankrjjk, Duitschland, Zweden,
Noorwegen, Denemarken, België en Italië op
roepingen verzonden om insgeljjks zoo te han
delen en de beweging zoo grootsch mogeljjk
te doen zjjn. Het kan niet anders, of deze
poging der arbeiders om een einde te maken
aan Engeland's wreedheid, zal door de geheele
wereld met belangstelling worden gadegesla
gen en Engeland zelf zal getroffen worden op
de plaats, waar het alleen trefbaar is, n.l. in
zjjn scheepvaart.
Iedere koopman, iedere bevrachter zou zich
intijds kunnen wachten voor mogeljjke schade,
door van nu af geen Engelsche schepen meer
voor het vervoer hunner goederen aan te ne
men, voordat de kwestie zal zjjn opgelost. Het
gevolg daarvan zal wezen, dat de reederijen in
andere landen hare schepen zullen zien be
vrachten ten koste van die der Engelschen,
en deze, getroffen in éen der voornaamste
bronnen van bestaan, zullen de Engelsche
regeering op hunne beurt noodzaken, vrede
te sluiten.
Ernstig zjjn de vóór- en nadeel en van deze
zaak voor de betrokken arbeiders, door het
voorloopig Comité gewikt en gewogen; tal van
bezwaren zullen opgeworpen worden van per
sonen, die met woorden, doch ook daar slechts
alleen mede, sympathiseeren met de Boeren:
aldus leest men verder in het manifest.
Om te slagen is noodig de hulp van alle
georganiseerde arbeiders in Nederland, betrok
ken bjj het transport te water. Zjj kunnen
hunne sympathie betuigen met deze poging,
door deze zaak ter sprake te brengen in
hunne respectievelijke h.h. vergaderingen en
aan het comité het besluit mede te deelen.
Aan de ongeorganiseerden vraagt het comité
eerbiedigt in deze zaak de uitspraak der geor-
ganiseerden en helpt mede, Engeland te
dwingen den oorlog te beëindigen.
Helpt allen, georganiseerden en ongeorgani
seerden, mannen en vrouwen, kinderen en
grysaards, door te bewerken, dat na 31 Dec.
1901 geen Engelsch schip meer in onze havens
gelost wordt vóórdat de vrede is
gesloten.
Hoeveel aantrekkeljjks er, bjj eene opper
vlakkige kennisname van dit plan, daarin
voor velen, ook voor ons, gelegen moge zjjn,
het is ons nog niet mogeljjk te beoordeelen
of de voorgestelde maatregel consequent kan
worden toegepast en welke gevolgen zij heb
ben kan, niet alleen voor Engeland, maar ook
vooral voor de scheepvaart en den handel van
andere landen.
Sommige arbeiders-bladen verzetten zich nu
reeds tegen het idee. En openbaart zich dit
verzet ook, zjj het slechts bjj enkele arbeiders
kringen, zoodat de maatregel niet overal
wordt toegepast, dan verliest de beweging
haar kracht en wordt haar doel niet bereikt.
Het is een veelomvattende beweging, die
men op het oog heeft. En Het Vad. schrjjft
daarover terecht:
Solidariteit ia meermalen reeds gebleken
den arbeiders meer dan een woord te zjjn.
Maar voornameljjk om eigen lotsverbete
ring was bjj hun aaneensluiten tot dusver
het den arbeiders te doen.
Wat zonder eenigen twijfel hun recht is
en van welk verschynsel wjj de historische
beteekenis niet willen miskennen.
Thans gaat het om een daad van belang-
geloos dienstbetoon, die ethisch hooger nog
staat. Wie hoopt niet met ons van ganscher
harte, dat ook hier de solidariteit van geor
ganiseerde en ongeorganiseerde arbeiders van
genoegzame kracht zal bljjken om te berei
ken zooveel als langs dezen weg bereikt wor
den kan
Dat hopen ook wjj.
Maar veel verwachting koesteren wjj daar
omtrent op dit oogenblik nog niet.
Met belangstelling zien wjj daarom te ge-
moet den loop, dien de beweging zal nemen.
KERK EN STAAT.
Verderfeljjk voor volksgeluk en volkswel
vaart is de vereeniging van kerk en staat.
Zjjn deze geheel gescheiden en onafhankeljjk
van elkander, dan bezorgen zjj aan velen een
onschatbaren zegen, de kerk door hare
pogingen om de religieuse behoeften der be
volking te bevredigen, degelijkheid en deugd
aan te kweeken en het zedeljjk peil te ver-
hoogen, en de staat door rechtszekerheid te
verschaffen en daar, waar het particulier ini
tiatief te zwak bljjkt, de algemeene economi
sche toestanden te verbeteren. Die zegen wordt
echter een vloek, wanneer beide zich vermen
gen en een gewrocht in het leven roepen, dat wjj
met den naam van theologische politiek mogen
bestempelen. Heeft deze de overhand en wordt
zjj door het Rijksbestuur gehuldigd, dan geeft
zjj aanleiding tot de bestendiging van veler
lei misbruiken en verkeerdheden, tot het vor
men van twistzieke partyen, tot verstoring
van den vrede en alzoo tot vergiftiging van
het volksleven. Dit wordt in Nederland sedert
een reeks van jaren ondervonden en kan alleen
genezen worden door eene volkomen scheiding
van kerk en staat. Immers, ieder kerkgenoot
schap is geneigd, om zooveel mogelijk steun
te halen uit de schatkist en gevoelt zich des
wege verplicht, om de beschikkers over de
Rjjksmiddelen met haar invloed te ondersteu
nen, en de oppermachtige staatsbestuurders
achten het veelal niet beneden zich om, ter
staving van hun gezag, van dien invloed ge
bruik te maken. Zoodoende wordt de kerk
gebezigd voor oogmerken, waarvoor zjj niet
bestemd is, en gaat bjj het staatsbewind de
zuivere, onpartjjdige staatkunde in den troe
belen poel der kerkgenootschappelyke be
langen verloren.
Het ontbreken eener volkomene scheiding
van kerk en staat veroorzaakt in ons land
eene verregaande onbilijjkbeid. Wèl zjjn wjj
ontheven aan den druk van een staatsgods
dienst, die onder het stadhouderljjk bestuur
den staat belaste met de taak om de leerbe
grippen der Hervormde kerk tegen afwjj kende
meeningen in bescherming te nemen; wèl
zegt onze Grondwet»Ieder beljjdt zjjne gods
dienstige meeningen met volkomen vrjjheid,
behoudens de bescherming der maatschappij
en harer leden tegen de overtreding der straf
wet"; en »Aan alle kerkgenootschappen in
het Rijk wordt geljjke bescherming verleend",
maar zjj verklaart ook in éen der volgende
artikelen »De traktementen, pensioenen en
andere inkomsten, van welken aard ook, thans
door de onderscheidene godsdienstige gezind
heden of derzelver leeraars genoten wordende,
bljj ven aan dezelfde gezindheden verzekerd.
Aan de leeraars, welke tot nog toe uit 's lands
kas geen, of een niet-toereikend traktement ge
nieten, kan een traktement toegelegd, of het
bestaande vermeerderd worden."
Er bestaat alzoo vrjjheid van godsdienst,
maar de financieele band tusschen kerk en
staat hoofdzakelijk tusschen het Hervormd
kerkgenootschap en den staat is gebleven.
Dat kerkgenootschap, alsmede dat der Roomsch-
Katholieken, benevens eenige kleine kerkge
nootschappen, ontvangen geldeljjken steun uit
de schatkist, waartoe alle belastingschuldigen
hunne bjjdragen leveren, maar men bedenke
eens, hoe die steun wordt verdeeld en welke
beginselen daarbjj ten grondslag liggen. Tevens
vergete men niet, dat het zoo talryke kerk
genootschap der Gereformeerden voor trakte
menten van leeraren en voor pensioenen niets
uit de schatkist ontvangt. Van billykheid is
hierbjj geen sprake.
Bjj de uitvaardiging der staatsregeling van
1798 was men op den goeden weg. Daarin
luidde het in artikel 21»Elk kerkgenoot
schap zorgt voor het onderhoud van zjjnen
Eeredienst, deszelfs Leeraren en Gestigten."
Hierdoor was de volkomen scheiding van kerk
en staat uitgesproken. Ieder kerkgenootschap
moet gaarne de geldeljjke bijdragen leveren,
die voor gemeld onderhoud noodig zjjn. Toen
heeft men na de afschudding van het Fransche
j uk den financieelen band weder aangeknoopt.
Men meende, met betrekking tot de Her
vormde Kerk, hiertoe redenen te hebben. Er
werd nameljjk op gewezen, dat de Staat zich,
enkel op grond van zjjn gezag, meester had
gemaakt van vele kerkelyke bezittingen, uit
wier inkomsten in de stoffelyke behoeften der
kerk werd voorzien, zoodat het noodig was,
dat uit de algemeene middelen hulp werd
verleend. Ervaren juristen zjjn echter van
meening, dat bij die naasting het particulier
eigendom is ontzien en dat privaatrechtelijke
aanspraak op dien grond niet kan worden
erkend.
De ondersteuning, die tot verschillend be
drag volgens een onevenredigen maatstaf aan
sommige kerkgenootschappen wordt toege
kend, vloeit voort uit de schatkist, die van
alle ingezetenen hare offers vraagt. Wille
keurig wordt daarbjj aan den één gegeven,
wat men aan den ander onthoudt. Bjj even
redige lasten ontmoet men dus onevenredige
voorrechten. Zulk een toestand strookt niet
met het billijkheidsgevoel van ons volk.
Daarom achten velen het een plicht, om tot
den inhoud van art. 21 der staatsregeling van
1798 terug te keeren en te bepalen, dat ieder
kerkgenootschap in zijn eigen behoeften moet
voorzien. Dat dit geen bezwaar maakt, leert
de ondervinding, wanneer men slechts zien
wil met hoe uitstekende uitkomsten het aan-
vankeljjk zoo kleine en zoo vervolgde kerk
genootschap der Gereformeerden te voren
Afgescheiden genaamd zich daartoe heeft
beijverd.
Scheiding van kerk en staat moet om aide
aangehaalde redenen een voornaam artikel
vormen op het programma der liberalen.
Dezen mogen niet dulden, dat sommige kerk
genootschappen geld ontvangen uit de schat
kist omdat zjj bjj de vaststelling onzer grond
wet tot de bestaande kerkgenootschappen be
hoorden, terwjjl de later opgekomenen daarvan
verstoken bleven.
Onwillekeurig komen hierbjj de laatste
woorden van den uitstekenden staatsman,
graaf Cavour in de gedachten. Hjj overleed in
1861, diep betreurd door geheel het Italiaan-
sche volk als een eerljjk ryksbestuurder, die
door zjjne verlichte, vryzinnige denkbeelden,
door zjjn schrander beleid en door zjjne vader
landslievende volharding de grondslagen ge
legd had voor de eenheid en grootheid van
Italië. Die laatste woorden waren»Broeder,
broeder, een vrjje kerk in een vrijen staat."
Aldus A. W. P. in de Delftsche Courant.
De heer Biederlack verdedigt zich in het
zelfde blad van Zondag en wjjst daarbij op
het feit dat hjj sedert jaren reeds, telkens en
telkens, bjj 't kennis nemen van den inhoud
van talrjjke geschriften van de hand van den
heer Van Swinderen ongeloofeljjke blunders
heeft opgemerkt, wat hjj door enkele aanha
lingen bewjjst.
ZONDAGSRUST VOOR APOTHBHERS-
BEDIENDEN.
Door de apothekersbedienden te Arnhem
is een adres gericht tot den minister van
binnenlandsche zaken, waarin zjj, onder mede-
deeling van het streven naar Zondagsrust voor
de apothekersbedienden, een streven dat toe
gejuicht wordt door zeer vele apothekers, die
echter vreezen, dat de uitvoering schipbreuk
zal lijden op het 2e lid van art. 3 der wet op
de uitoefening der pharmacie, aan den minis
ter vragen, diens oordeel daaromtrent te mogen
vernemen.
Door het tot stand komen der met de be
weging bedoelde dienstwjjziging zouden dui
zenden meer van hun Zondagsrust kunnen
genietenapothekers, hun adsistenten en het
verdere personeel.
RIJ KSMIDDELEN
Op het nog resteerende kwartaal van 1901
rust de taak de verwachting, door den minister
van financiën in de Troonrede uitgesproken,
nl. dat de raming voor het loopende jaar
waarschijnlijk overschreden zal worden, te ver
vullen. Wist men niet, dat de middelen in
de laatste maanden dés jaars byzonder ruim
plegen te vloeien, het zou er thans niet naar
uitzien. Want de totaal-opbrengst der negen
verloopen maanden is thans anderhalf millioen
beneden de raming en de maand September
bleef weder een goede drie ton beneden Sep
tember 1900.
Het successierecht heeft tot nog toe in het
geheel 31/, millioen minder geleverd dan in de
eerste negen maanden van 1900 deze maand
was het nadeelig verschil weder 4'/s ton.
Overigens valt er over de groep der »indirecte
belastingen" niet te klagenzoowel zegel- als
registratierechten gingen met een 40.000
vooruit.
De suikeraccjjns gaf een 1VS ton minder
maar over de laatste drie maanden 3.3 ton
meer. Die vermindering drukt echter ditmaal
de groep der accjjnzen, waarin het zout en
het geslacht anders geen kwaad figuur maken.
Gedistilleerd en wjjn liepen iets terug.
By de directe belastingen groote verschillen
tusschen September 1901 en haar naamgenoot
van 1900. De grondbelasting bracht 55.000,
het personeel 95.000 minder op, terwyl de
bedrijfsbelasting met 289.000 vooruitschoot,
De opbrengst der geheele groep is daardoor
nog 130.000 hooger.
Bjj invoerrechten, posteryen en telegrafen
vallen betrekkelijk kleine vermeerderingen, bjj
domeinen, jachtakten en loodsgelden geringe
dalingen te constateeren. Over het geheel een
onbelangrijke maand voor de schatkist.
(Nieuwe Crt.)
TER VERDEDIGING.
In een schrjjven in. 't Hbld. neemt prof. mr
J. Domela Nieuwenhuis te Groningen de hand
schoen op voor mr O. Q. van Swinderen. Hj;
doet uitkomen dat mr Biederlack verkeerd
deed met 't werkHet hedendaagscli strafrecht
in Nederland en in H buitenland als 't chef
d'oeuvre van mr Van Swinderen te beschouwen.
Ook volgens prof. Nieuwenhuis is dit:
Esquisse du droit pénal actuel dans les Pays-Bas
et d Vétr anger. De zeer gunstige beoordeelingen
over dit werk van mr Asser en in verschil
lende vakbladen citeert de schrijver en hjj
doet daarna uitkomen dat de critiek van
Biederlack eene niet zuivere is.
Bovendien wordt door hem het feit gelaakt
dat in 't al of niet wenschelyke van de be
noeming van iemand buiten de voordracht om
door de Tweede kamer, de persoon Tan den
candidaat gemengd wordt.
centra van verzet, getuchtigd. Toch schynfc
alles nog niet in den haak te zyn, want meer
dere versterkingen werden gevraagd, waarom
op 4 Sept. met het stoomschip Bylandt der
Koninklijke Pakketvaarlmaatschappij 24 cavale
risten onder luitenant Wynaendts naar Soeraba
vertrokken.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Bjj kon. besluit is - zooals nog m een
groot deel der oplaag van ons vorig nommer
werd gemeld benoemd tot griffier der arr.-
rechtb. te Zierikzee de heer mr J. C-
Immink, thans substituut-griffier bjj de arr.-
rechtb. te Maastricht.
De by kon. besluit van 23 Sept. benoem
de surnumerairs der directe belastingen K. O.
Gesner van der Voort, J. W. Roskes, W. de
Bas en W. F. Sturm zyn met ingang van 1
Nov. ingedeeld bjj de inspectie Middel
burg.
Met dien datum zyn verplaatst de surnu
merairs der directe belastingen enz. J. L. van
der Plas van Middelburg naar Rotter
dam en R. van Houten van Middelburg
naar Arnhem.
BMOEHDTGM MZ.
By kon. besluit:
is benoemd tot ontvanger der registratie en
domeinen te Bolsward W. E. Duym, thans in
gelyke betrekking te Enkhuizen
is in zjjnen rang overgeplaatst bjj den gene-
ralen staf de kap. A. J. P. Pfeiffer, van het
lste reg. veld-art.
zyn benoemd: by den staf van het wapen
der art. tot luit.-kol. de maj. A. W. Katten-
busch, van dien staf, voorzitter der commissie
van proefnemingby het 3de regt. vest.-art.
tot maj. de kap. A. van Seters, van den staf
van het wapen, toegevoegd aan den comman
dant der bereden art.en is belast met het
bevel over het 4de reg. vest.-art. de luit.-kol.
G. J. V. Vinkhuizen, van het 3de reg. vest.-
art. en
is bepaald, dat by afzonderlijke dagorders,
zoo in Indië als in Nederland, alsnog eervol
zal worden vermeld de lste luit. der inf. van
het leger in N.-I. J. J. van der Bie, als heb
bende zich onderscheiden bjj de krygsver-
richtingen in Atjeh en onderboorigheden, ge
durende het tydvak van 1 Juni tot ultimo
December 1899.
Oost-Intlië.
In de dezer dagen ontvangen bladen, loopende
tot 9 September, komen uit Kota-Radja twee
telegrammen voor over Atj eh.
3n, gedateerd 8 Sept., luidtEen detache
ment van vyf en twintig man, dat in Melaboe
tot dekking der werkzaamheden aan den weg
was uitgezonden, werd uit een hinderlaag van
twee zyden aangevallen. Vyf man van het
detachement werden gedoodvelen gewond.
Door het krachtig optreden van den detache-
ment8-commandant werd de bende van acht
man, die een klewangaanval deed, nedergelegd.
Den volgenden dag werd geseindIn het
voorgebergte werd door een colonne onder den
majoor Van Daalen een schuilplaats der
Atjehers overvallen. Gedood werden dehoofd-
oelama van Pedir, Toekoe Tjot Pleeng, en
elf volgelingen, onder welke een bendehoofd.
Wy maakten vyf vuurwapens en vele geschrif
ten buit. Een prauw met een detachement
militairen werd by Poeloe Raya, terwyl
met de branding worstelde, van het strand
beschoten. Een fuselier sneuvelde en vyf werden
gewond.
Omtrent Djambi wordt niet veel byzonders
De gezondheidstoestand was vry gunstig,
sedert 26 Augustus waren geen choleragevallen
meer voorgevallen.
Een, onder dagteekening van 2 Sept. ont
vangen, telegram meldde dat, volgens bericht
van den controleur van Rawas, de vyand zyn
stellingen aan de Singkoetrivier had verlaten
's nachts door de wildernis was gevlucht.
De stellingen werden opgeruimd.
Den 4en Sept. rukten drie compagniën uit
het bivak Pangkalan Brandan (Singkoetrivier)
op naar Pondok Benting, ongeveer 8K.M.van
Tiga Doesoen. De vyand bood langen tyd
moedig, weerstand in doorloopend zwaar bosch,
doch moest zyn stelling verlaten, die werd
bezet. Een Amboineesch fuselier sneuvelde.
De vyand liet een gesneuvelde met voorlaad-
geweer in onze handen. Onder den troep
kwamen geen choleragevallen voor.
De vorige mail bracht ons het bericht dat
er onlusten op Soemba te duchten waren en
de militaire commandant, kapitein Dyk, daarom
versterking gevraagd had, welke hemdadelyk
gezonden was per stoomschip Java. De ver
sterking is, blykens een telegram aan 't Bat.
Nbd. van 4 Sept., uit Macassar nog tydig
aangekomen. Daarna zyn twee kampongs,
Gebleken is, dat de man, die Vry dag
avond aan den Kinderdyk alhier te water
e, is een zekere J. de J., werkman,
wonende in onze stad.
Naar wy vernemen is hy geheel hersteld
van de gevolgen van zyn val en den schrik
en weder aan den arbeid getogen.
Omtrent de redding kunnen wy nog melden
dat zekere K., uit Middelburg, zich gekleed
te water heeft begeven om den drenkeling te
kunnen grypen.
Uit Vli88ingen.
In ons verslag der zitting van den Vlis-
singschen gemeenteraad op Vry dag jl. is een
fout mgesloopen.
Tot regentes van het weeshuis is niet
benoemd mevr. Baert—De Borst Verdoorn,
maar mevr. Fryling—Van Putte.
De eerste verkreeg 6 stemmen, de tweede 10.
De twee jongens, die daar ter stede vermist
waren, zyn opgespoord. Zy werden aange
houden op den weg van Terneuzen naar Ant
werpen, welke .plaats het einddoel van hun
tocht zou zyn. De moeder van den oudsten
der twee, juffrouw K., is beiden gaan halen.
Aan de werf der koninkiyke maatschappy
De Schelde is de kiel gelegd voor het dubbel-
schroefstoomschip De Koekin aanbouw voor
rekening van de Koninklijke Pakketvaart-Maat
schappij te Amsterdam.
Zondagmiddag geraakte een fietser, V. B., op
de Westerhaven aldaar te water. Hy en de
fiets wei-den op 't droge gebracht. De laatste
't laatst.
De redding van den man geschiedde nog al
practisch. Een kameraad van hem ging op
zyn - buik op den kant liggen en stak den
drenkeling zyn voeten toe. Deze kon, wyl het
water nog al hoog was, de voeten grypen en
vasthouden.
Inmiddels hielden omstanders de armen van
den redder vast en brachten daarna hem en
den drenkeling op den wal. Een massa wan
delaars volgde met belangstelling de redding.
Heden (Maandag) avond wordt met den snel
trein aldaar verwaoht, Prins Christiaan van
Sleeswyk-Holstein, met het doel, de reis naar
Engeland per nachtboot te vervolgen.
Zaterdagmiddag is te Westkapelle
ter aarde besteld de heer P. de Vos, inleven
secretaris en ontvanger der gemeenten West
kapelle en Zoutelande. Behalve de familie
leden, waaronder zyne twee jeugdige zoontjes,
waren nog vele vrienden en belangstellenden
op den doodenakker aanwezig.
De heer Overduin, burgemeester der ge
meente Westkapelle, nam by de geopende
groeve het woord. Hy schetste de verdiensten
van den overledene en prees hem als trouw
en y verig ambtenaar, wiens ledige plaats uiet
gemakkelyk zal zyn te vervullen.
Velen in de gemeente zullen zyn gemis ge
voelen, want steeds werd hy bereid gevonden
een ieder met raad en daad by te staan.
Niettegenstaande zyn zwak lichaam toonde
hy een krachtigen geest on ongeëvenaarde
werkkracht te bezitten. Gewerkt heeft hy
voor de gemeenteen vooral ook voor zyn ge
zin, zoolang het dag was, steeds met de ge
dachte aan een' spoedigen dood vervuld.
De burgemeester wekte de beide zoontjeB
op, de voetsporen van hun vader te drukken
en stelde hem ook tot voorbeeld voor de aan
wezigen, den betreurden doode eene zachte
rust toewenschende.
De heer Van Sighem, burgemeester van
Zoutelande, beaamde het gesprokene van den
heer Overduin en voegde daaraan nog enkele
waardeerende woorden toe, ee» bewys hoezeer