lüirgsÉi Courant
BIJVOEGSEL
VAN DE
Maandag 30 September 1901, no. 230.
Een kijkje bij de buren,
II.
De Mélkeryschool.
Toen men in Nederland tot de overtuiging'
kwam, dat er voor het landbouwonderwijs ook
iets gedaan moest worden, richtte de Regee
ring te Wageningen de Landbouwschool op,
die onlangs haar 25-jarig bestaan mocht vieren.
Aan die school ontvingen verscheidene jon
gelui, die geld genoeg bezaten om de kosten
van dat onderwijs te betalen, eene dei
opleiding, maar het nut van die school voor
den practischen landbouwer, voor den kleinen
man, die zich de uitgaven van 500 en meer
per jaar voor een kind, niet veroorloven mag
noch kan, is tot heden toe zeer gering gebleven,
Toen men dat had ingezien, en het heeft
heel wat voeten in de aarde gehad, eer da
Regeering tot die overtuiging te brengen was
begon men met de benoeming van rjjksland-
bouwleeraren voor de verschillende provinciën.
Deze stichtten meer nut, door de landbou
wers te bezoeken, voor te lichten, voordrach
ten te houden, proefvelden te besturen enz.
Maar te ongelegener ure verbond men eeni-
gen van dezen als directeuren aan eene winter-
school, waardoor zjj juist in een tijd, waarin
zjj de landbouwers het best op hunne voor
drachten om zich zouden kunnen vereenigen,
belet werden het land af te reizen en hun
zaad uit te strooien op de breede velden, die
nog immer braak lagen.
Ook de winterscholen leverden goede uit
komsten maar voor den kleinen landbouwer
waren de kosten, aan het geregeld bezoek van
dxe inrichtingen door hunne zonen verbonden,
te groot. Slechts enkelen maakten daarvan
gebruik.
Naast landbouwschool en winterschool kwa
men toen de landbouwcursussen. Het verkrij
gen van de akte voor het geven van onderwjjs
in landbouwkunde werd op alle wijzen aan
gemoedigd er werden gelegenheden geopend,
waar onderwijzers, die deze akten wenschten
te verwerven, onderwijs konden ontvangen
van bevoegde mannen, in Zeeland van de on
der wjjzers aan de Winterschool, en de uitslag
van dat onderwjjs is over het algemeen, in
onze provincie in het bjj'zonder, zeer voldoende.
Aan winterscholen en landbouwcursussen
werden lessen toegevoegd in de zuivelberei
ding. De zuivel-consulent, in onze provincie
ruim twee jaar werkzaam, heeft met den besten
uitslag cursussen in dat vak gegeven, maar.,..
dat alles werkt wel, maar het werkt zóó zacht
zóó langzaam, dat wjj vreezen, dat er nog wel
een paar menschengeslachten zullen komen
en verdwjjnen, eer het nageslacht eene door-
loopende verbetering van het geheel zal kun
nen vaststellen.
Intusschen men heeft de hand aan den
ploeg geslagen: de hoofdzaak, is dat men nu
blijft voortgaan en dat de regeering de blik
ook eens naar elders slaat, om te zien, hoe
het onderwjjs in landbouw, veeteelt en zuivel
bereiding moet ingericht worden, om meer
dadeljjk practisch nut op te leveren.
Laat ons bjjv.eens nagaan, hoede melkerjj-
scholen in België zjjn ingericht.
Deze melkerjj8cholen zjjn tjjdeljjk.
Zjj hebben niet alleen tot doel volgens
een rondschrijven van den minister van land
bouw de melk-, boter- en kaasnjjverheid
op de hoogte van den vooruitgang te bren
gen, maar ook. om het hare bjj te dragen om
bekwame pachteressen te vormen.
Het onderwjjs in die scholen wordt zóo in
gericht, dat jonge meisjes in korten tijd en zonder
kosten want ze behoeven daarvoor de ouder
lijke woning niet te verlaten de kundig
heden kunnen verwerven, die noodig zjjn om
eene boerderij te besturen.
De oprichting eener tjjdeljjke melkerjj school
geschiedt op aanvrage van landboawmaat-
schappijen, van gemeenten, van landbouwver-
eenigingen, zelfs van bijzondere personen,
mits dezen een gedeelte van de kosten dragen
het overige wordt betaald door de provincie
en door den staat.
Om de school te bekomen, wordt als voor
waarde gesteld, dat er een voldoend aantal
leerlingen is en dat men kan beschikken over
een goed lokaal.
Het aantal leerlingen is minstens 10 en
hoogstens 16.
De kosten van een driemaandeljjkschen
cursus worden berekend op 800 gulden (1600
franken), waarvan de Staat 400, de provincie
250 en de aanvrager 150 gulden betaalt. Wan
neer de aanvrager zorgt voor een goed lokaal,
dan zjjn de overige kosten voor hem zeer gering.
Het ministerie van landbouw zorgt voor de
noodige werktuigen ter bewerking van melk,
boter en baas; voor de toestellen, dienende
tot proefneming en onderzoek; voor de voor
werpen tot waarneming en proefneming voor
verzamelingen en voor boeken ter lezing.
De school wordt ingericht in eene boerderjj
of in eenig ander gebouw, waarin men be
schikken kan over een ruimen kelder, eene
werkplaats, een vertrek om te studeeren
een kantoor.
Wenscheljjk is daarbjj de vrjje beschikking
over een keuken en over eene of twee slaap
kamers voor de onderwjjzeressen.
De nabijheid van versch, gezond water
noodzakelijk.
De meisjes, die zoodanigen cursus willen
volgen, moeten voldoen aan de volgende voor
waarden
zjj moeten 15 jaar geworden zjjn en
lichaamskracht genoeg bezitten, om alle werk
zaamheden, aan de melkerjj verbonden, te
kunnen verrichten
b zjj moeten voldoend lager onderwjjs heb
ben genoten, 'tgeen moet bljjken uit eene
verklaring van het hoofd der schooi, welke
zij hebben bezocht;
hare ouders moeten zich schriftelijk ver
binden, dat hunne dochter (voogden, hunne
pupillen) de lessen geregeld zullen bjjwonen.
Het onderwijzend personeel bestaat uit drie
personen.
lo Een bestuurder (bp ons zegt men meer
deftig: directeur), belast met de inrichting
en de geheele leiding. Hjj zorgt voor de in
schrijving der leerlingen, keurt en biest het
lokaal; heeft het geldeljjk beheer en geeft
onderwjjs in de landbouwkunde, in het op-
kweeken van vee en in de gezondheidsleer.
Overigens is hjj belast met het toezicht op
de practisehe werkzaamheden.
2o Eene melkerjj-meesteres, belast met het
onderwjjs van alles, wat op de zuivelbereiding
betrekking heeft (melken, boteren, kaasmaken)
en in het boekhouden.
3o. Eene hulponderwjjzeres, die de practi
sehe oefeningen der leerlingen leidt en met
haar het gegeven onderwijs herhaalt.
Aan die leerlingen, welke aan het einde
van den driemaandeljjkschen cursus bjj een
af te leggen examen minstens de helft der te
bekomen punten verkrjjgen voor hare kennis
van de practjjk en van de theorie, wordteen
getuigschrift van bekwaamheid uitgereikt.
Op dag en uur, door den bestuurder vast
gesteld, mogen landbouwers en hunne vrouwen
eens of tweemaal per week de behandeling
der verschillende werktuigen bjjwonen.
Sinds de tjjdeljjke melkerjjscholen zjjn inge
richt, zegt de minister aan het einde van zijn
rondschrijven, d. i. sedert 1890, hebben meer
dan 2000 leerlingen het hooger omschreven
getuigschrift ontvangen.
Het grootste aantal gediplomeerden passen
hare bennis toe in de ouderlijke hofstede
eenigen zjjn melkerjj-meesteressen geworden;
anderen zjjn in groote melkerjj en werkzaam,
besturen kleine samenwerkende melkergen, of
zjjn geplaatst in groote boerderijen, waar zjj
zich bezig houden met boterbereiding en met
het besturen van het inwendige der boerderij.
Het theoretisch en practisch onderwjjs toch,
dat in de tjjdeljjke melkerjjscholen gegeven
wordt, omvat alles, wat eene bekwame boerin
kennen moet. Bovendien leeren de meisjes
daar studeeren en werken, zjj gewennen zich
aan orde, zindelijkheid en nauwkeurigheid en
zgn daardoor volkomen berekend voor de taak,
die haar later wacht.
Wjj gaven in het voorgaande een kort over
zicht van hetgeen door Staat en Provincie
gedaan wordt om de boerendochters te be
kwamen als goede zuivelbereidstersmen
vindt in België ook eene uitmuntende school,
waar aan meisjes het landbouwbedrijf onder
wezen wordt in zijnen geheelen omvang.
In een landbouwblad lazen wjj daaromtrent
het volgende
Daar de boeren niet voldoende ingelicht zjjn
omtrent de noodzakelijkheid van een degeljjk
onderricht, dat de toekomstige pachteres be
hoeft, en maar dikwjjls behept zjjn met ver
keerde begrippen nopens hunne dochters, zoo
moeten dezen zich dikwjjls tevreden stellen
met het onderwjjs, dat zjj op de lagere school
ontvangen, waar gewoonljjk slechts weinig
onderwezen wordt van hetgeen een buiten
meisje noodzakeljjk moet kennen.
Enkelen komen in de gelegenheid later eene
tjjdeljjke melkerjj te volgen.
Dat is reeds eene groote verbetering.
Anderen, gelukkig is haar getal niet over
groot, worden naar een kostschool gezonden,
waar men ze opkweekt tot schoone juffers,
die piano hebben leeren spelen, maar van
keuken, stal en hof niet het minste begrip
krjjgen.
Is het te verwonderen, dat dezen later be
vreesd zgn een voet in den koestal te zetten
Wil men boerendochters opvoeden tot dege»
Ijjke boerinnen, dan moet haar een volledig
onderwjjs gegeven worden met het oog op
hare toekomstige bestemming, en wel in eene
goed ingerichte landbouwschool voor meisjes.
(Wordt vervolgd.)
wenscht met het vertrouwen, door de ingelan
den in hem gesteld, en de belangen van den
polder in zgn belangstelling en werkkracht
aanbeveelt.
Uw naam, zegt de voorzitter, is hier niet
onbekend; uw vader heeft een reeks van jaren
deel uitgemaakt van deze vergadering en heeft
zich steeds een trouw en jjverig commissaris
getoond. Ik hoop dat gjj denzelfden weg zult
bewandelen.
Hierop neemt de heer Van Berlekom zitting.
De notulen van het verhandelde in de vorige
bjj eenkomst worden gelezen en goedgekeurd.
Daarna wordt overgelegd de polderrekening
over 1900.
De commissie belast geweest met het voor-
loopig opnemen der rekening bestaande
uit de heoren Koene, Louwerse en Gerlach
van St. Joosland heeft haar onderzocht en
er geen bedenkingen tegen.
Zij stelt voor de rekening goed te keuren
in ontvang op 418.019.325 en in uitgaaf op
377.936.186, dus met een goed slot van
40.083.14.
Conform dit voorstel wordt met algemeene
stemmen het dag. bestuur onthoudt zich
besloten.
Middelburg 28 September.
Polderbestuur van Walcheren
Vergadering van heden, Zaterdag,
morgen te 10 uren.
Voorzitter de heer H. P. den Bouwmeester.
Tegenwoordig 22 commissarissen.
Afwezig, wegens uitlandigheid, de heer jhr
mr L. Sehorer.
De voorzitter stelt aan de orde het onder
zoek der geloofsbrieven van den nieuw-be-
noemden commissaris, den heer A. W. Berde
nis van Berlekom.
Hg noodigt tot dat onderzoek uit deheeren
Gerlach van St Joosland, Allaart en Kodde.
Tjjdens de commissie de geloofsbrieven
onderzoekt, wordt de vergadering geschorst.
Bjj monde van den heer Gerlach brengt
de commissie rapport uit, strekkende tot toe
lating van den benoemde. Daarmede vereenigt
zich de vergadering.
De heer Berdenis van Berlekom wordt
daarop door den griffier binnengeleid. Hij legt
in handen van den voorzitter de voorgeschre
ven eeden af, waarop de president hem geluk
Thans komt in behandeling het voorstel van
het dageljjksch bestuur omtrent het vast te
stellen
GEWOON DIJEGESCHOT VOOR 1902.
Voor de gezamenlijke werken aan de vier
wateringen is uitgetrokken 115.100, terwjjl
de begrooting voor 1900 aanwees 196.670
en voor 1901 uitgetrokken was 154.100.
Onder het hoogere bedrag voor 1901 is be
grepen 35.300, voor kosten van onuitgevoerd
gebleven werken in 1899 en 1900.
Onder het cjjfer van 115.100 is voor
nieuwen aanleg begrepen aan de Noordwate-
ring 16.600 (herstellen, verlengen en met
paalrjjen bezetten van het rjjshoofd no. 15
tusschen de strandpalen 16 en 20 op het
Zuiderstrand 6600, het bestorten van den
onderzeeschen oever tusschen de djjkpalen 2
en 4 op den Westkapelschen zeedjjk 4000,
het vervangen der bestaande bazaltglooiing
door glooiing van bazaltzuilen lang 50 55
cM. tusschen de dgkpalen 13 en 14 op den
Westkapelsche zeedjjk 4000 en het herstel
len en vernieuwen der steunrg, tusschen de
dgkpalen 0 en 22 op den Westkapelschen
zeedjjk op verschillende plaatsen 2000.)
Voor de Oostwatering 19.250 (het vervan
gen van rjjsbeslag door glooiing van zuilen
en herstellen der paalrjjen tusschen
de strandpalen 41 en 43).
Voor de Zuidwatering 5000 (het verbete
ren der bestaande steenglooiing tusschen de
djjkpalen 29 en 30).
Voor de Westwatering 3000 (het met paal
rjjen bezetten van het rgshoofd no. 5 tusschen
de strandpalen 8 en 10 op het zuiderstrand.)
Samen alzoo voor nieuwen aanleg ƒ43.850.
Voor gewoon onderhoud blijft alzoo een be
drag van 71.250, waarin de Noordwatering
komt voor 48.100, de Dost- Zuid- en West
wateringen samen voor 23.150. In het
vorig jaar was bjj de raming in September
voor onderhoud uitgetrokken 65.688, zjjnde
voor de Noordwatering 41.900 en voor de
drie andere wateringen 23.788.
Voor rentebetalingen en aflossingen is ge
raamd 70.015.
Den 1 Jan. 1902 zal de schuld bedragen
956.498, waarvan in dat jaar zal worden
afgelost 34.000.
De post bezoldigingen wordt 1000 hooger
voorgesteld, in verband met het voorstel van
het dag. bestuur tot toekenning van pensioen
aan den opzichter van de Zuidwatering en
den djjkwachter aan de Oostwatering.
Voor onvoorzien wordt geraamd 11.676.
Indien de voorstellen van het dag. bestuur
de goedkeuring der vergadering verwerven, is
het zgn voornemen machtiging te vragen om,
in afwachting van de vaststelling -der begroo
ting voor 1902, tot de aanbesteding over te
gaan van
lo het bestorten van den onderzeeschen
oever tusschen de dgkpalen 2 en 4 op den
Westkapelschen zeedjjk;
2o. het vervangen van rjjsbeslag door glooiing
van zuilenbazalt en bjjkomende werken tus
schen de strandpalen 41 en 43 op het Noor-
derstrand van de Oostwatering.
De vermoedelijke uitgaven voor het dienst
jaar 1902 kunnen als volgt geraamd worden
Kosten der werkenNoordwatering 64.700,
Oostwatering 28.900, Zuidwatering 9600
en Westwatering 11.900.
Verder wegen 10.000, rente en aflossingen
70.015, bezoldigingen 19.650, inspectiën
700, gebouwen en assurantiën 400, lasten
1100, brandstoffen 500, drukwerken ƒ500,
kadaster 300, verkiezingen 300, alle andere
uitgaven 3400 en onvoorzien 11.676.
Het totaal der uitgaven is alzoo 233.641.
De ontvangsten, met uitzondering van het
djjkgeschot, zgn daarentegen de volgende
vermoedelijk goed slot van 1901 Memorie
eigendommen ƒ2500, afwateringsgelden 577,
diversen 4564 en wegen 10.000. Samen
alzoo 17.641.
Het tekort bedraagt dus f 216.000.
Tot dekking hiervan stelt het dag. bestuur
voor te heffen op de gronden en wateren van den
polder, t. w.schotbaar 15418 H. A. ƒ208.151
en vrjjland 1480 H. A. 7849
mitsdien het bedrag van het gewoon djjk
geschot voor 1902 vast te stellen op 13.50
per hectare schotbaar en 5.30 per hectare
vrjjland.
De commissie, die het voorstel heeft onder
zocht, kan zich vereenigen met de daarin uit
getrokken cjjfers en adviseert tot aanneming
van het voorstel.
Het wordt daarop in stemming gebracht en
aangenomen met algemeene stemmen.
burg de verkiezingen zullen plaats hebben,
wordt aangewezen Westkapelle.
Thans is aan de orde de benoeming van
voorzitter, leden en plaatsvervangende leden
van het stembureau in 1902.
Benoemd worden
tot voorzitter de president van het polder
bestuur
tot plaatsvervangend voorzitter de heeren
P. Pouwer Az. en J. Borsius
tot leden de heeren dr A. van der Swalme,
M. C. van Westen en J. Koeneen
tot plaatsvervangende leden de heeren L.
Cysouw, H. W. Allaart en jhr mr W. H.
Snouck Hurgronje.
Van de heeren A. Lantsheer c. s. is een
adres ingekomen met verzoek om een subsidie
voor de exploitatie van een
STOOMTRAM BOOR WALCHEREN
van 200 gedurende 20 jaren.
Het dag. bestuur zegt in zgn preadvies te
meenen de vergadering erop te mogen wjjzen
dat bjj besluit van 16 Sept. 1899 aan de
heeren Den Bouwmeester c. s. subsidie is
toegezegd ad 200 'sjaars gedurende 10 jaren
voor hunne tram SerooskerkeDomburg—
Westkapelle en het dag. bestuur nog niet is
gebleken, dat het comité voor die tram van
hare plannen heeft afgezien. Het subsidieeren
van twee trammen meent het dag. bestuur te
moeten ontraden.
Het stelt daarom voor aan adressant mede
te deelen dat, zoolang het polderbestuur ge
bonden big ft aan de indertjjd aan het comité-
Den Bouwmeester c. s. toegezegd subsidie, het
bezwaar moet maken een andere subsidie
aanvraag in overweging te nemen en dat,
mocht het polderbestuur door het ontbinden
van bovengenoemd comité vrjj worden, het
bereid is aan de heeren Lantsheer c. s. een
subsidie te verleenen waarvan de hoegrootheid
en tjjdsduur nader zal bepaald worden na
kennisneming der plannen.
De voorzitter deelt mede dat sinds het
voorstel is opgemaakt, is ingekomen de onzen
lezers bekende circulaire van de heeren Den
Bouwmeester c. s., houdende kennisgeving
van de ontbinding van dit comité.
In verband daarmede geeft het dag. be
stuur in overweging om nu in deze vergade
ring de Bom en den duur van het subsidie
vast te stellen.
Het stelt voor het comité-Lantsheer een
subsidie te verleenen van 200 'sjaars, ge
durende 20 jaren.
De heer Corré heeft geen bezwaar tegen
het subsidie, hjj zou zelfs nog iets meer wil
len geven, maar heeft bezwaar tegen het rjj-
den van de tram op Zondag.
Wanneer dat wordt toegestaan, zal hg tegen
het subsidie stemmen.
De heer Huvers is het daarmede volkomen
eens. Door het rjjden op Zondag zal de vre
dige rust, die op onze dorpen heerscht, wor
den verstoord en zal daardoor Zondagsrust en
Zondagsheiliging geschaad worden.
De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje
is van een gansch tegenovergesteld gevoelen.
Hjj meent dat door het rjjden op Zondag de
saaiheid van vele dorpen zal worden veranderd.
Het niet laten rjjden op Zondag is de dood
voor de tramonderneming; geen enkel exploi
tant zal die zaak durven ondernemen wanneer
des Zondags niet wordt gereden. Dan kan men
de tram wel in het tramhuis laten staan.
De heer K. Allaart is het eens met hen die
tegen het rijden op Zondag zullen stemmen.
De tram is noodig voor landbouw enz. maar
niet voor Zondags-uitstapjes.
Spreker stelt voor aan het subsidie de be
paling te verbinden dat des Zondags niet mag
gereden worden en dan 500 te verleenen
gedurende tien jaren.
De heer Snouck Hurgronje licht zgn meening
nader toe en toont aan dat de tram niet
alleen voor Zondagsuitstapjes benuttigd be
hoeft te worden, maar toch de levensvat
baarheid van de tram van het rjjden op Zon
dag afhangt.
De heer Huvers meent dat door het rjjden
op Zondag de stille rust der dorpen zal wor
den verstoord en de godvreezenden zullen
worden gehinderd. Ook om des gewetens
wille zal hg stemmen tegen een subsidie als
des Zondags wordt gereden.
De voorzitter gelooft dat het meerendeel der
leden is voor het verleenen van subsidie.
Alleen is er bezwaar tegen het rjjden op
Als gemeente waar in 1902 buiten Middel
In de Staten van Zeeland is ook hetzelfde
idéé besproken en daar heeft men de bezwa
rende bepaling niet aan subsidieering ver
bonden. Zal dit nu de polder doen, dan zal
dit niet het tot stand komen van de tram
verhinderen, maar zal het alleen wat langer
duren eer zjj in exploitatie komt.
De heer Van Tejjlingen meent dat een van
de factoren tot het tot standkomen van de
tram wel zal zgn een subsidie van den polder.
Staat die geen subsidie toe, dan zou hjj vree
zen dat dit een nekslag zon wezen voor
tram en deze er niet zou komen.
De heer Melis weet niet of het subsidieeren
van de tram in het belang is van den polder.
Hjj is het eens met de eerste sprekers, maar
zou gaarne vernemen of het subsidie nuttig
besteed zou wezen aan de tram, of de polder
er voordeel door zal behalen.
De heer Huvers constateert dat de voor
zitter in uitzicht stelt dat de tram er toch
komt en de heer Van Tejjlingen het tegen
deel beweert.
De Staten der provincie hadden het alge
meen belang te beoordeelen, de polderverga
dering moet het polderbelang in het oog
houden.
Hjj heeft niet kunnen ontdekken welk be
lang de polder heeft bjj de tram; hjj gelooft
niet dat dit eenigszins het geval is.
De voorzitter zegt dat reeds herhaalde malen
het belang en het nut van een tram voor den
polder hier is besproken. De voordeelen zgn
eerstens financieel. Een tram Middelburg—
VlissingenWestkapelle zal ten goede komen
aan de ambtenaren van den polder, die zich
?er zullen kunnen verplaatsenwat
de reiskosten zal doen verminderen.
Verder zal het vervoer van materialen veel
goedkooper worden.
Maar vooral bjj het voorkomen van cala
miteiten is het belang van de tram voor den
polder niet te bepalen. In zeer korten tjjd
toch kunnen dan materialen worden aange
voerd en kunnen daardoor ontzettende schat
ten bespaard worden.
De heer Melis heeft ook bezwaar tegen
den tjjdsduurhg zou liever tien jaar gesteld
zien.
De voorzitter zegt dat bjj uitvoering van
het planDen Bouwmeester de polder tolgel
den zou gederfd hebben, wat bjj dit plan niet
het geval is.
In de eerste plaats brengt de voorzitter nu
stemming de vraag of bjj een eventueele
subsidie zal worden bepaald dat des Zondags
niet mag worden gereden.
Hierover staken de stemmen; wjjl de stem
van den voorzitter beslist, is de vraag ont
kennend beantwoord.
Er voor stemden de heeren Melis, Cysouw,
Cevaal, Louwerse, Huvers, De Visser, H. M.
Allaart, Kodde, Corré, N. Allaart en Coppoolse.
Er tegen de heeren jhr mr W. H. Snouck
Hurgronje, Pouwer, Van Westen, Van Tey-
lingen, Spr enger, Koene, Van der Swalme,
Van Berlekom, Gerlach, Borsius en Den
Bouwmeester.
Hierna wordt in stemming gebracht het
subsidie voor 20 jaar ad 200.
Dit wordt verleend met 15 tegen 7
stemmen.
Tegen stemmen de heeren Melis, Louwerse,
Huvers, De Visser, Corré, N. Allaart en Cop
poolse.
Het dag. bestuur stelt voor den opzichter
Roelse en den djjkwachter Vogel te pension-
neerende eerste was in dienst van den
polder sedert 1871, de laatste sedert 1883.
Het stelt voor Roelse toe te kennen 700
en Vogel 250 'sjaars en het pensioen te
doen ingaan 1 Jan. 1902.
De heer Gerlach van St Joosland heeft met
genoegen dat voorstel op de agenda gezien.
Het is een voorstel van groote billjjkheld en
hjj hoopt dat zjj die een vorig maal hun stem
hebben onthouden aan het voorstel tot het
maken eener regeling voor het pensioneeren
van ambtenaren, ditmaal het bewjjs zullen
willen geven dat zjj niet tegen de zaak zelve
waren, maar om ondergeschikte redenen hun
stem eraan onthielden.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
goedgeke urd.
Ter tafel komt nu een voorstel van het dag.
bestuur tot het maken van een
KEUR OP BE DUINEN.
Gedurende de laatste jaren bleek het't dag.
bestuur dat het toenemen van het aantal
konjjnen in de duinen van den polder van
dien aard was dat daardoor inderdaad schade
voor de duinverdediging te vreezen was.
Vooral aan de duinen der Westwatering, waar
het dag. bestuur een proef wenschte te nemen
met dennenbeplanting, is dit ten eenemale
onmogeljjk, indien aan het toenemen van het
8chadeljjk gedierte geen paal en perk gesteld
wordt. Het dag. bestuur heeft zich daarom
gewend tot de hoogere autoriteiten met ver
zoek het in de gelegenheid te stellen, door
het geven van vergunningen, onder toezicht
van het dag. bestuur, de konjjnen uit te
roeien, maar slaagde daarin niet wegens
administratieve bezwaren.
Het dag. bestuur meende toen, op het
voetspoor en in navolging van het waterschap
Schouwen, aan de algemeene vergadering te
moeten voorstellen, een keur te maken op de
duinen en ook, evenals daar, behalve het
recht tot verdelgen van konjjnen, eenige be
palingen op te nemen in het belang van aan
winning van zand en behoud der duinen.
Als gevolg daarvan legt het dag. bestuur
eene concept-verordening over, geheel over
eenkomstig die welke aangenomen is door
het waterschap Schouwen en die de goedkeuring
van Gedeputeerde Staten mocht verwerven.
In geval de vergadering zich hiermede kan
vereenigen, verzoekt het dag. bestuur machti
ging de keur aan de goedkeuring van Gede
puteerde Staten te onderwerpen.
Aan de concept-verordening is het volgende
ontleend.
Eigenaars van- of rechthebbenden op de
duinen zgn verplicht de daarin voorkomende
konjjnen zooveel mogelgk uit te roeien, ten
ware zjj de zorg daarvoor aan het polderbe
stuur schriftelijk overdragen, tot welke over
dracht zjj echter alleen bevoegd zgn, indien
zjj ten behoeve van den polder afstand doen
van alle eigendomsrechten op de gevangen
of gedoode konjjnen.
Eigenaars van- of rechthebbenden op de
duinen zjjn verplicht de ambtenaren van den
polder, met het houden van toezicht belast, en
de onder hunne bevelen staande werklieden
op hunne duinen toe te laten en te gedoogen
dat zjj daar
lo. helm of andere gewassen planten,
2o. helm-, duin of andere gewassen steken,
snjjden, inhalen en zoo noodig met paard en
wagen vervoeren, teneinde die elders ter be
vestiging van duinen aan te wenden,
3o. rietschermeh of andere voorwerpen te
plaatsen tot aanwinning van zand of wering
van verstuiving,
4o. konjjnen vangen, uitgraven of delven,
met zoodanige werktuigen en voorwerpen als
het meest geschikt zal voorkomen,
5o. konjjnenholen, die zich in de te beplan
ten stuifgaten bevinden, uit te delvenen ver-»
nietigen.
Ieder die in de duinen wordt aangetroffen