NIDDELBIRGSGHE COURANT.
N°. 2*28.
Yrijdag
27 September.
144e Jaargang,
1801.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, uiot u.izondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor a.ie plaatsen in Nederland franco p.p., f 2
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THERMOMETER EN VERWACHTING.
26 Sept.8 u. vm. 61 gr., 12 u. 68 gr., av. 4 u. 66 gr. F. Verwacht: matige W. wind,
bewolkte lucht, 's morgens nevelig, weinig verandering in temperatuur.
Advortentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreftende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is nitsluitend gerechtigd het Algemeens Adrsrtentic-Bureau
A. DE LA MAR Asa., M.S. Voorburgwal 2A6, AHnateralam.
Middelburg 26 September.
Yerkiezingspraatjes van dr Kayper
en de zijnen.
De algemeene toestand, is gunstig. Stijgende
verbazing, Snelmurkanonnen. Dr Kuyper
en de Boeren. De heer Van Kol en
Atjeh.
De troourede werd Dinsdag in de Tweede
Kamer scherp gecritiseerd door den lieer Hels-
dingen. Het i9 onzen lezers reeds in 't kort
meegedeeld. Maar aan de hand der rnh. Crt.
wenschen wjj meer uitvoerig hen in te lichten
omtrent de dien dag in ons lagerhuis gevoerde
beraadslagingen.
De critiek van den socialistisoheu afgevaar
digde voor Lochem betrof voornamelijk de
ziusnede, welke telken jare zjjn partjjgenooten
aanstoot pleegt te geven: de verklaring, dat
»de algemeene volkstoestand in velerlei op
dicht tot dank stemt". Een reeks van feiten
werd genoemd, teneinde de onjuistheid dier
verklaring in het licht te stellen. Het jaar
1900 was beslist ongunstig geweesthet aan
tal geboorten verminderd, het aantal sterfge
vallen vergrootemigratie, werkloosheid, ma
laise toegenomen. Waar de heer Helsdingen,
als uit arbeiderskringen voortgekomen, voor
de arbeiders hot moeste voelt, moet hp consta-
toeren, dat de arbeiderstoestand, wel verre
van tot dank te stemmen, de grootste bezorgd
heid wekt. De loonen zjjn ver beneden het
geen noodzakelijk moet worden geacht. Onder
die omstandigheden kondigt de Regeering aan
dat de zuigpomp zal worden gezet op de zak
ken der armsten, niet om hun toestand te
verbetoren, maar om snelvuurkanonen te kun
nen koopen. Geen »levendige belangstelling"
is het, waarmede hjj de beraamde maatregelen
tegemoet ziet, doch de ernstigste bezorgdheid.
Da oppositie mag den heer Helsdingen
dankbaar zjjn voor zjjn critiek. Niet om zjjn
woorden zelve, maar om het wederwoord van
den premier, dat daardaar werd uit gelokt.
De terminologie van de troonrede werd ver
dedigd er werd op gewezen, dat niet van
den toestand der arbeiders, doch van den
roestoestand werd gesprokendat niet werd
gedoeld op dien toestand gedurende het laat
ste jaar, doch op den algemeenen toestand,
en dien in vergelijking met andere landen.
De voeding en de gezondheid zjjn vooruitge
gaan, want uit de officieele statistiek bljjkt,
dat de menschen langer worden, zoo sprak
de kleine, welgedane minister. En daarop
volgde een zeer geanim eerd betoog, dat in de
laatste tientallen jaren zoowel stoffeljjk als
iutellectueeel en moreeel ons volk met reu
zenschreden was vooruitgegaan. De invoeren
toegenomen, het verkeer verveelvuldigd, de
koopkracht uitgedjjd.Zelfs was bjj de laatste ver
kiezingen gebleken, hoeveel onderlinge waar
deering er bestond bp de partpen. Ziet, het
ideaal was heel niet bereikt: daaraan komt
altpd iets te kort. Eischt men dat, dan is er
nimmer stof tot dank. Een Godvreezend man
dankt ook voor minder. Maar dat ideaal is
dan toch dicht genaderd.
Met stijgende verbazing werd deze expec-
toratie bljjkbaar d oor de oppositie aangehoord.
Daar sprak de man, in wiens naam gedurende
den verkiezingstijd het liberale wanbeheer
dierzelfde tientallen van jaren was gebrand
merkt als verderfelijk voor het stoffeljjk en
zedeljjk welzjjn der natieDe heer Helsdin
gen verzuimde niet, dit op te merken. »Dat
waren verkiezingspraatjes!" werd er geroepen.
Maar aan welke «praatjes" bad men zich dan
te houden
Ten aanzien van de snelvuurkanonnen
plaatst de Regeering zich op het standpunt
der Grondwet. Zp gebiedt, dat allen, ook de
sociaal-democraten, het vaderland verdedigen.
Onverantwoordelijk zou het zpn, haar in den
atrjjd te zenden met minder goede wapenen
dan waarvan de vjjand is voorzien.
Een tweede kool werd den Minister gestoofd
door den heer Verhey. Deze betreurde, dat
in de paragraaf betreffende de buitenlandsche
betrekkingen de oorlog met de Zuid-Afrikaan-
sche Republieken niet werd vermeld. Hjj
van oordeel, dat de Regeering nog iets kon
en moest doen om aan dien oorlog een einde
te maken. Was een eventueele poging tot
tusschenkomst met de uitdrukking van den
zeer vriendschappeljjken aard der betrekkingen
met de mogendheden vereenigbaar zoo vroeg
de heer Verhey. De heeren Vermeulen en
Lohman hadden verleden jaar een nader op
treden der Regeering in die richting mogelpk
en wenschelpk genoemd.
er epineuse vraag werd gesteld. Juist
dr Kuyper heeft zich steeds voorgedaan als
bevorderaar der Boeren-zaak en de vorige
Regeering aangespoord tot tusschenkomst. Ook
met dit middel is van antirevolutionaire zjjde
bp de verkiezingen druk reclame gemaakt.
Of hier niet meer het partjjbelang dan het
belang der Afrikaanders meesprak, kon moei-
Ijjk worden betwjjfela. Betwpfelcl ook, of de
Afrikaanders uit de overwinning van dr Kuyper
de zjjnen eenige hoop hebben geput voor
de toekomst. Nu echter weet men het. Van
deze Regeering is in die richting niets te
verwachten. Men heeft andermaal met ver
kiezingspraatjes te doen gehad.
Hoe werd deze onthouding der Regeering
gemotiveerd Het paste niet, te 'critiseeren
hetgeen de vorige Regeering had gedaan.
Men had den toestand moeten aanvaarden
zooals men dien vond. Men had overwogen
of men in de troonrede den oorlog zou memo-
reeren maar het zouden toch maar frazes zpn
geworden. Hot welsprekend zwpgen was hier
goud, het spreken in frazes zilver.
Ieder onbevooroordeeld hoorder had uit deze
woorden verstaan, dat deze Regeering zich
onbekwaam achtte om iets te doen, omdat de
vorige Regeering de zaak had verknoeid. Dat
kon de ambtsvoorganger van den heer Kuyper
niet over zjjn kant laten gaan. De heer Bor-
gesius protesteerde reeds nu, met een »tot
weerziens bjj de begrooting", tegen deze uit
latingen. Juist de oppositie had verleden jaar
de Regeering hulde gebracht voor hare hou
ding. Dat die Regeering niet meer had kun
nen doen dan zp deed, was voor een deel te
wijten aan het optreden van manhen van in
vloed buiten de Kamer. Slechts behoefde te
worden herinnerd, dat dr Kuyper in een groote
deputaten-vergadering had gezegd, dat alleen
om geld te verdienen de beide Republieken
door Engeland werden uitgemoord.
Hier werd den Premier op de nadrukkelpk-
ste wjjze de verkiezingsreclame onder het oog
gelegd. Het antwoord was slechts een nadere
explicatie van het gesprokene, zooals men dat
van den vroegeren afgevaardigde van Sliedrecht
kentdat hjj niet had gezegd, wat hjj wel
had gezegd.
Met een ellenlange speech van den heer
Van Kol over Atjeh en Indië werd het debat
besloten. Een afschuwelijke rjj van narighe
den uit Indië werd ons geschilderd en tegen
ons beleid geprotesteerd. Een parallel werd
getrokken tusBchen Engeland-Afrika en Neder-
land-Atjeh, die nog niet eens in het voordeel
van Nederland uitviel. Bp de begrooting zal
de heer Van Kol wel niet verzuimen, ons ge
legenheid te geven om daarop terug te ko
men. Door den minister werd, evenals verle
den jaar door het Kamerlid Kuyper, betoogd,
dat het oordeel over Atjeh wordt beheerscht
door twee vragen, waarop de heer Van Kol
tot heden het antwoord schuldig bleef: wat
is het verschil tusscheu een accuut intreden -
den en een historisch geworden toestand En
hoe hebben blanke rassen zich te gedragen
tegenover zwarte Een beroep op de Afri
kaanders zon de heer Van Kol niet hebben
gedaan, indien hij de verhouding tusschen de
Boeren en de inboorlingen had gekend. In-
tusschen, ten aanzien van zpn Atjeh-beschou-
wing bljjft de heer Van Kol consequent. De
oorlog is slecht, zwarten hebben gelpke rech
ten als blanken al wordt Atjeh gepacificeerd,
de heer Van Kol zal niet juichen.
Behoud en uitbreiding Staats
loterij.
Terwjjl, met het oog op het tegenwoordige
ministerie, zich in de laatste dagen weêr en
kele stemmen verheffen om, op de bekende
gronden, aan te dringen op afschaffing van de
Staatsloterij, levert de heer F. A. Hartogh in
het Hbld. een pleidooi niet alleen tot behoud
van die instelling, maar ook tot hare invoering
in Nederlandsch Indieeen, voor zoover ons
bekend, standpunt, m ons land nog niet in-
Het is daarom dat wp hier laten volgen
wat hjj schrpft:
In het Avondblad van het Alg. Hbld. van
Donderdag den 19den September j. 1. las ik
van de hand van den heer P. van Geer te
Leiden een ingezonden stuk, getiteld: «Op
heffing der Staatsloterjj", waaruit mjj bleek,
dat hp reeds eerder den strpd tegen die in
stelling aanbond, echter zonder daarbp, van
welke zjjde ook, veel steun of medewerking
te hebben mogen ondervinden.
Ofschoon de vroegere door genoemden heer
omtrent dit onderwerp gedane uiteenzettingen
rujj niet bekend zpn, hetgeen eigenljjk ook
niet veel ter zake afdoet, waar hjj duidelpk
resumeert
»dat, zoolang de Staat zelf, door de Staats-
wenscneigK genoemu. «aai, zooiang ae owiaij zen, «uui uo
Wie le dessous des cartes kent, weet, dat hier loterp te onderhouden en daaruit zelfs niet
een onaanzienlijk voordeel te trekken, het
hazardspel aanmoedigt, hjj niet tot beteuge
ling der speelzucht kan overgaan en de nieuwe
Regeering, waarvan in dit opzicht meer dan
van de vorige te wachten is, ons volk, door
dat doel te bereiken, een ware weldaad zal
bewpzen",
meen ik toch mjjne overtuiging te durven
uitspreken, dat voor het geval aan den wensch
van den heer V. G. in deze mocht gevolg
worden gegeven, het door hem beoogde goede
doel niet alleen niet zoude bereikt worden,
maar het kwaad veeleer nog grootere afme
tingen zoude aannemen, ook al mocht de
Regeering na de opheffing dier instelling ook
maatregelen nemen om de deelneming in bui
tenlandsche en klandestiene loterpen zooveel
mogelpk te beperken.
Het is voorwaar gemakkelpk te schrpven
»Het geld, dat daarvoor thans door alle
klassen der maatschappij wordt weggeworpen,
kan op edeler wjjze worden besteed door deel
neming in pensioenfondsen voor ziekte, invali
diteit, ouderdom, voor verzorging van wedu
wen en weezen", maar is, vraag ik, de pre
misse dezer stelling wel juist, nl. dat hot
geld, door deelhebbers aan de Staatsloterij
uitgegeven, «weggeworpen" is en gaat om die
reden de conclusie ook niet minder op?
Waar men toch in de eerste plaats erken
nen moet, dat onze Staatsloterij in alle op
zichten, dus zoo wat inrichting, nauwgezet
heid, goed en eerljjk beheer, uitstekende con-
tröle als anderszins, zeer zeker tot de beste
instellingen van dien aard behoort, mag niet
worden voorbijgezien
»dat tegenover de verliezers de winners
staan, welke laatste zich in die positie vaak
philanthropen toonen of het gewonnene op
eene andere nuttige wjjze besteden, en de
Staatsloterjj dus eigenljjk het middel is, waar
door met goedvinden van alle partpen het
geld van den een vloeit in den zak van den
ander, nadat rekening is gehouden met de
wetteljjlce korting, üle ecü'ter aan den andereu
kant ook al weder velen ten goede komt";
en verder:
»dat de door het publiek tot deelname aan
de Staatsloterij bestemde bedragen ingeval van
opheffing dier instelling in het algemeen niet
voor edeler doeleinden zouden aangewend
worden, doch zeker op eene gevaarlijker wijze
aan het spel worden dienstbaar gemaakt door
de kans op fortuin buiten Nederland te gaan
wagen in niet te controleeren loterpen of mede
te doen aan binnenlandsche klandestiene speel-
gelegenheden van allerlei aard, die ongetwij
feld meer nog dan thans als paddestoelen uit
den grond zouden oprjjzen."
Op die wjjze toch zouden de gevolgen voor
onze maatschappij zeker treuriger worden en
der bedoelde ondeugd nog minder de kop
worden ingedrukt.
Want met den besten wil van de wereld
kan de Regeering daartegen geene afdoende
maatregelen treffen, evenmin als dat zp stap
pen kan nemen tot tegengang van het specu-
leeren in vreemde fondsen, waarbjj onze natie
reeds zoo dikwjjls leergeld betaalde, of het
zoo in-ongezonde en gevaarljjke handelen in
den wind op velerlei gebied.
Een feit is het, dat het in het algemeen
beter zou zpn, indien het kansspel, van wel
ken aard ook, niet bekend ware, maar nu de
prikkel tot deelname daaraan eenmaal bestaat
en onmogeljjk kan onderdrukt worden, wjjl de
mensch ook in dat opzicht mcnsch big ft, zoo
is het, ten einde dien hartstocht zooveel
doenlpk binnen de grenzen te houden, m. i.
wenschelpk, dat de Staatsloterij wel gehand
haafd bljjve, teneinde, gelijk gezegd, te voor
komen, dat het kwaad erger worde en eene
behoorljjke georganiseerde inrichting zou
plaats maken voor verschillende onbetrouw
bare beunhazerijen, die, zooals de geschiede
nis leert, evenmin geaarzeld hebben zich,
toen daartoe het oogenblik gunstig bleek, op
een ander terrein te vertoonen en weelderig
te ontwikkelen.
De speler zal eene nieuwe, desnoods slech
tere gelegenheid zoeken, zoo hem belet wordt
op de vroegere goede basis aan zpn lust, al
is die ook beperkt, te voldoendien prikkel
wil hjj gaarne behouden, want bjj standvasti
ge voortzetting, zelfs op bescheiden schaal,
bljjft bjj steeds in de hoop en illusie voort
leven, na langdurige de veine eindelijk ook
eens op succes te kunnen boogen.
Zoo is het overalzoo is het hier, zoo vond
ik het op Java, waar, jammer genoeg, tot op
heden het gouvernement, niettegenstaande
voor dit denkbeeld in de Indische nieuwsbla
den zoo dikwjjls reeds eene lans gebroken
werd, er nog niet toe kon besluiten, in navol
ging van Nederland, eene staatsloterjj in het
leven te roepen en deze in de plaats te stel
len voor de telkens toegestane weldadigheids-
en andere loterpen, niet alleen in het belang
van den lande zelf, maar ook in dat der
hoofdzakelijk uit Inlanders en Vreemde
Oosterlingen bestaande spelers, die thans zoo
vaak de dupe worden van meestal Chineesche
opkoopers en, om toch een kans te wagen,
soms het dubbele van den normalen prjjs voor
een lot moeten besteden.
En omtrent het verbod om buitenlandsche
loten te verhandelen, ja, daarvan herinner ik
mjj een staaltje uit den tjjd toen het nog
Spaansche Manilla er eene gouvernementslo-
terp op nahield en onze Indische regeering
den verkoop van loten daarin in Indië ver
bood in verband toch hiermede hielden de
officieele agenten, colporteurs of verkoopers
op te bestaan, maar in grooter mate boden
zich van af dat oogenblik vrienden en ken
nissen aan, die zich quasi con amore belastten
met het laten komen van Manilla der door
vele reflectanten van allerlei aard zoo gaarne
begeerde lootjes.
Te veel is reeds geschreven over de speel
zucht in onze overzeesche bezittingen, de
misbruiken, die daarbp dikwpls van de zjjde
der Chineesche pachters in practjjk worden
gebracht, dan dat ik er hier nog eens over
zou behoeven uit te weiden.
Ik releveer dit echter alleen om een parallel
te trekken en er op te wjjzen hoe overal en
in alle opzichten, ook al mogen de toestanden
onderling verschillen, het publiek het slacht
offer wordt, indien het gouvernement niet
zelf het directe beheer der loterp in handen
houdt.
Moge dus in het belang der algemeene
zedelijkheid de Staatsloterjj in ons land bljjven
bestaan en zp om die reden ook in N.-Indië
worden ingevoerd zegt de heer De Hartogh
ten slotte.
INGETROKKEN WETSONTWERP.
Door de ministers van binnenlandsche zaken
en van justitie is ingetrokken, nakoninkljjke
machtiging, het wetsontwerp tot herziening
van de wet van 28 Juni 1881, houdende wet
telijke bepalingen tot regeling van den klein
handel in sterken drank en tol beteugeling
van openbare dronkenschap, zooals die wet
is gewijzigd bjj de wetten van 23 April 1884,
16 April 1885, 15 April 1886, en bp art. 2
der wet van 31 December 1887.
Gediscusiseerd werd o.a. over het toelaten
van personen, die in warme landen gewoond
hebben.
De heer De Waard uit Groningen besprak
eene door hem ingediende nota over de nood
zakelijkheid van uniformiteit en vaststelling
van formulieren voor kleine verzekeringen.
Deze zaak zal op het volgende congres worden
behandeld.
Het rapport der commissie over een alge
meen medisch formulier ondervond nogal be
zwaren.
Ten slotte werd aangenomen een door den
voorzitter voorgesteld besluitHet congres
spreekt den wenBch uit, dat de medische ad
viseurs bjj het samenstellen van bun vragen-
lpst van dit ontwerp gebruik zullen maken5
dat de commissie permanent bljjve en dat
vrjje cursussen worden gehouden in de medi
sche expertise.
Dr Zeeman. Amsterdam, hield hierna een
voordracht over de medische statistiek inzake
levensverzekering.
Door den secretaris-generaal werd een over
zicht gegeven van het verhandelde gedurende
het congres.
Nadat Parjjs aangewezen was als plaats
voor het volgende congres, werd, na verschil
lende plichtplegingen, het congres gesloten.
KORTE MBDBDBELINGBN
VERGADERINGEN.
Oost-Iïlllië.
Bjj het departement van koloniën is ont
vangen het volgende, van 24 Sept. gedagtee-
kende telegram van den gouverneur-generaal
van N.-I., betreffende de gebeurtenissen in
Djambi
»De Djambiers zpn uit hunne stellingen te
Loeboek Besam verjaagd; eenige naburige
hoofden zochten aanraking. Gewond drie Eu-
ropeesche fuseliers.
Dit bericht is nog medegedeeld in een
deel der oplaag van ons vorig nommer.
Te Menado verdronk de heer W. de
Blinde, ontvanger der in- en uitvoerrechten
en accpnzen.
Onder voorzitterschap van den heer G. Wie-
ringa is Woensdag te Arnhem de eerste alge
meene jaarvergadering gehouden van den Bond
voor Staalspensionneering.
15 van de 20 afdeelmgen waren vertegen
woordigd.
De voorzitter wees in zpn openingsrede er
op dat de Bond zich in succes verheugen mag,
waarvoor aan den redacteur van De Neder-
landsche Pensioenpartij, den heer Perio, en den
algemeenen secretaris dank werd gebracht.
De rekening over 1901 wees in ontvangsten
aan 682.77 s, in uitgaven J 596.42, de be
grooting voor 1902 in ontvangst en uitgaaf
1.111.35 s.
Tot leden van het hoofdbestuur werden be
noemd pastoor N. Prins te Aalsmeer en de
heeren U. J. Reinders te Dantumawoude en
P. Persjjn te Apeldoorn.
BEN OEIISGEI ENZ.
Bjj kon. besluit:
is aan J. M. F. van Everdingen, op zpn
verzoek, eervol ontslag verleend als notaris
UIT STAD EN PROVINCIE.
Bjj kon. besluit is het eereteeken tot be
looning van eervollen, langdurigen werkelpken
dienst bp de schutterjjen toegekend aan N. E.
Melker, muzikant bjj de dienstdoende schut
terij te Middelburg; G Peute en M. P.
de Bie, beiden korporaal-muzikant, en L. J.
Leeuwe, fourier, allen bp de dienstdoende
schutterjj te Zierikzee.
Verder is aan W. J. van Dam, op zpn ver
zoek, ontslag verleend als kapitein bjj het
3e bataljon rustende schutterjj in de provincie
Zeeland.
Nog iB aan A. J. Cammaert, burgemeester
en secretaris der gemeente Philippine,
toestemming verleend om tot 1 Augustus 1902
te Hoek te bljjven wonen.
Eindelpk is benoemd tot ontv. der dir. bel.
en acc. te St. Maartensdijk c. a. A. J.
van Eek, te 's Gravenhage, met intrekking
zjjner benoeming tot ontvanger derzelfde mid
delen te Bljjham c. a
Dit laatste bericht werd nog medegedeeld
in een groot deel der oplaag van ons vorig
nommer.
is benoemd tot inspecteur van den arbeid
J. M. Stoffels, ingenieur bjj de gemeente
werken te 's Gravenhage
jn bij de Algemeene rekenkamer benoemd:
tot hoofdcommies B. Wins, thans commies,
en tot adjunct-commies H. J. Claasen, thans
eerste-klerk
aan mr D. de Jongh van Polsbroek, op
zpn verzoek, eervol ontslag verleend als be-
almeester te Rotterdam, ouder dankbetuiging;
zjjn benoemd tot ontv. der dir. bel. enz. te
Druten c. a. A. R. Schuyling, ontv. te Horst
en te Driebergen W. C. Kuyk, ontv. te
Culenborg c. a".;
is de dir.-paardenarts, met rang van luit.-
kolonel, J. J. Hinze, van het pers. van den
geneesk. dienst der landmacht, op pensioen
gesteld ad 1800 'sjaars;
is aan den, op verzoek, eervol ontslagen
minister van koloniën J. T. Cremer, een pen
sioen verleend van f 4000 'sjaars, ten laste
van den staat.
TWEEDE INTERN. CONGRES VAN
GENEESHEEREN, VERBONDEN
AAN LEVENSVERZEKERING
MAATSCHAPPIJEN.
Op dit congres, dat te Amsterdam gehouden
wordt, werd Woensdagochtend bp de herope
ning den voorzitter een bouquet aangeboden
door de redactie van het verzekeringsblad
Dit Vlissingen.
schrpft men ons
In Stofkoper'8 lokaal, waar Woensdagavond
de heer G. B. Dommisse met zpn leerlingen
van den zangcursus eene uitvoering gaf, bleef
bp na geen plaatsje onbezet. Aan die goede
opkomst was zeker de viering van het tien
jarig bestaan van dien cursus niet vreemd
het podium was met bloemen versierd.
Over het algemeen werd er goed gezongen.
Meer dan vroeger bleek dat er veel zorg be-
'as aan uitspraak en aan al die zaken,
voor «zingen" vereischt.
De leerlingen van klasse A zongen o. a.
In de Smidse van A. H. Fagel en Vaders Hand
van Van Nieuwenhoven heel aardig.
Die van klasse B brachten tweestemmige
liederen ten gehoore. Door zuiverheid blon-
o. a. uit: Lentetonen van J. Worp en De
Lofzang van A. Stille.
Twee lieve stemmetjes zongen het duetje
Blanke Klokjes van A. Stille. Die kleuters
van een jaar of tien toonden zich niet in
't minst verlegen.
Die klasse liet nog hoorea eene cantate
voor solo en koor van Cath. Van RennesDe
Schoone Feestdag. Hoewel de uitvoering daar
van vooral der solo en 't duo zeer ge
nietbaar was, hadden de jongens bjj het eerste
gedeelte wel iets beslister kunnen invallen.
Het slotkoor een choraal maakte een
grooten indruk, 't Krachtig applaus was zeer
verdiend.
Tot de best geslaagde nummers, die door
klasse C werden uitgevoerd, behoorden Win
ternacht van S. de Lange en Maandrozen van
G. A. Heinze. Twee jonge dames zongen In