NIDDELBIRGSGHE COURANT. N°. 2*28. Yrijdag 27 September. 144e Jaargang, 1801. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, uiot u.izondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor a.ie plaatsen in Nederland franco p.p., f 2 Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THERMOMETER EN VERWACHTING. 26 Sept.8 u. vm. 61 gr., 12 u. 68 gr., av. 4 u. 66 gr. F. Verwacht: matige W. wind, bewolkte lucht, 's morgens nevelig, weinig verandering in temperatuur. Advortentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreftende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is nitsluitend gerechtigd het Algemeens Adrsrtentic-Bureau A. DE LA MAR Asa., M.S. Voorburgwal 2A6, AHnateralam. Middelburg 26 September. Yerkiezingspraatjes van dr Kayper en de zijnen. De algemeene toestand, is gunstig. Stijgende verbazing, Snelmurkanonnen. Dr Kuyper en de Boeren. De heer Van Kol en Atjeh. De troourede werd Dinsdag in de Tweede Kamer scherp gecritiseerd door den lieer Hels- dingen. Het i9 onzen lezers reeds in 't kort meegedeeld. Maar aan de hand der rnh. Crt. wenschen wjj meer uitvoerig hen in te lichten omtrent de dien dag in ons lagerhuis gevoerde beraadslagingen. De critiek van den socialistisoheu afgevaar digde voor Lochem betrof voornamelijk de ziusnede, welke telken jare zjjn partjjgenooten aanstoot pleegt te geven: de verklaring, dat »de algemeene volkstoestand in velerlei op dicht tot dank stemt". Een reeks van feiten werd genoemd, teneinde de onjuistheid dier verklaring in het licht te stellen. Het jaar 1900 was beslist ongunstig geweesthet aan tal geboorten verminderd, het aantal sterfge vallen vergrootemigratie, werkloosheid, ma laise toegenomen. Waar de heer Helsdingen, als uit arbeiderskringen voortgekomen, voor de arbeiders hot moeste voelt, moet hp consta- toeren, dat de arbeiderstoestand, wel verre van tot dank te stemmen, de grootste bezorgd heid wekt. De loonen zjjn ver beneden het geen noodzakelijk moet worden geacht. Onder die omstandigheden kondigt de Regeering aan dat de zuigpomp zal worden gezet op de zak ken der armsten, niet om hun toestand te verbetoren, maar om snelvuurkanonen te kun nen koopen. Geen »levendige belangstelling" is het, waarmede hjj de beraamde maatregelen tegemoet ziet, doch de ernstigste bezorgdheid. Da oppositie mag den heer Helsdingen dankbaar zjjn voor zjjn critiek. Niet om zjjn woorden zelve, maar om het wederwoord van den premier, dat daardaar werd uit gelokt. De terminologie van de troonrede werd ver dedigd er werd op gewezen, dat niet van den toestand der arbeiders, doch van den roestoestand werd gesprokendat niet werd gedoeld op dien toestand gedurende het laat ste jaar, doch op den algemeenen toestand, en dien in vergelijking met andere landen. De voeding en de gezondheid zjjn vooruitge gaan, want uit de officieele statistiek bljjkt, dat de menschen langer worden, zoo sprak de kleine, welgedane minister. En daarop volgde een zeer geanim eerd betoog, dat in de laatste tientallen jaren zoowel stoffeljjk als iutellectueeel en moreeel ons volk met reu zenschreden was vooruitgegaan. De invoeren toegenomen, het verkeer verveelvuldigd, de koopkracht uitgedjjd.Zelfs was bjj de laatste ver kiezingen gebleken, hoeveel onderlinge waar deering er bestond bp de partpen. Ziet, het ideaal was heel niet bereikt: daaraan komt altpd iets te kort. Eischt men dat, dan is er nimmer stof tot dank. Een Godvreezend man dankt ook voor minder. Maar dat ideaal is dan toch dicht genaderd. Met stijgende verbazing werd deze expec- toratie bljjkbaar d oor de oppositie aangehoord. Daar sprak de man, in wiens naam gedurende den verkiezingstijd het liberale wanbeheer dierzelfde tientallen van jaren was gebrand merkt als verderfelijk voor het stoffeljjk en zedeljjk welzjjn der natieDe heer Helsdin gen verzuimde niet, dit op te merken. »Dat waren verkiezingspraatjes!" werd er geroepen. Maar aan welke «praatjes" bad men zich dan te houden Ten aanzien van de snelvuurkanonnen plaatst de Regeering zich op het standpunt der Grondwet. Zp gebiedt, dat allen, ook de sociaal-democraten, het vaderland verdedigen. Onverantwoordelijk zou het zpn, haar in den atrjjd te zenden met minder goede wapenen dan waarvan de vjjand is voorzien. Een tweede kool werd den Minister gestoofd door den heer Verhey. Deze betreurde, dat in de paragraaf betreffende de buitenlandsche betrekkingen de oorlog met de Zuid-Afrikaan- sche Republieken niet werd vermeld. Hjj van oordeel, dat de Regeering nog iets kon en moest doen om aan dien oorlog een einde te maken. Was een eventueele poging tot tusschenkomst met de uitdrukking van den zeer vriendschappeljjken aard der betrekkingen met de mogendheden vereenigbaar zoo vroeg de heer Verhey. De heeren Vermeulen en Lohman hadden verleden jaar een nader op treden der Regeering in die richting mogelpk en wenschelpk genoemd. er epineuse vraag werd gesteld. Juist dr Kuyper heeft zich steeds voorgedaan als bevorderaar der Boeren-zaak en de vorige Regeering aangespoord tot tusschenkomst. Ook met dit middel is van antirevolutionaire zjjde bp de verkiezingen druk reclame gemaakt. Of hier niet meer het partjjbelang dan het belang der Afrikaanders meesprak, kon moei- Ijjk worden betwjjfela. Betwpfelcl ook, of de Afrikaanders uit de overwinning van dr Kuyper de zjjnen eenige hoop hebben geput voor de toekomst. Nu echter weet men het. Van deze Regeering is in die richting niets te verwachten. Men heeft andermaal met ver kiezingspraatjes te doen gehad. Hoe werd deze onthouding der Regeering gemotiveerd Het paste niet, te 'critiseeren hetgeen de vorige Regeering had gedaan. Men had den toestand moeten aanvaarden zooals men dien vond. Men had overwogen of men in de troonrede den oorlog zou memo- reeren maar het zouden toch maar frazes zpn geworden. Hot welsprekend zwpgen was hier goud, het spreken in frazes zilver. Ieder onbevooroordeeld hoorder had uit deze woorden verstaan, dat deze Regeering zich onbekwaam achtte om iets te doen, omdat de vorige Regeering de zaak had verknoeid. Dat kon de ambtsvoorganger van den heer Kuyper niet over zjjn kant laten gaan. De heer Bor- gesius protesteerde reeds nu, met een »tot weerziens bjj de begrooting", tegen deze uit latingen. Juist de oppositie had verleden jaar de Regeering hulde gebracht voor hare hou ding. Dat die Regeering niet meer had kun nen doen dan zp deed, was voor een deel te wijten aan het optreden van manhen van in vloed buiten de Kamer. Slechts behoefde te worden herinnerd, dat dr Kuyper in een groote deputaten-vergadering had gezegd, dat alleen om geld te verdienen de beide Republieken door Engeland werden uitgemoord. Hier werd den Premier op de nadrukkelpk- ste wjjze de verkiezingsreclame onder het oog gelegd. Het antwoord was slechts een nadere explicatie van het gesprokene, zooals men dat van den vroegeren afgevaardigde van Sliedrecht kentdat hjj niet had gezegd, wat hjj wel had gezegd. Met een ellenlange speech van den heer Van Kol over Atjeh en Indië werd het debat besloten. Een afschuwelijke rjj van narighe den uit Indië werd ons geschilderd en tegen ons beleid geprotesteerd. Een parallel werd getrokken tusBchen Engeland-Afrika en Neder- land-Atjeh, die nog niet eens in het voordeel van Nederland uitviel. Bp de begrooting zal de heer Van Kol wel niet verzuimen, ons ge legenheid te geven om daarop terug te ko men. Door den minister werd, evenals verle den jaar door het Kamerlid Kuyper, betoogd, dat het oordeel over Atjeh wordt beheerscht door twee vragen, waarop de heer Van Kol tot heden het antwoord schuldig bleef: wat is het verschil tusscheu een accuut intreden - den en een historisch geworden toestand En hoe hebben blanke rassen zich te gedragen tegenover zwarte Een beroep op de Afri kaanders zon de heer Van Kol niet hebben gedaan, indien hij de verhouding tusschen de Boeren en de inboorlingen had gekend. In- tusschen, ten aanzien van zpn Atjeh-beschou- wing bljjft de heer Van Kol consequent. De oorlog is slecht, zwarten hebben gelpke rech ten als blanken al wordt Atjeh gepacificeerd, de heer Van Kol zal niet juichen. Behoud en uitbreiding Staats loterij. Terwjjl, met het oog op het tegenwoordige ministerie, zich in de laatste dagen weêr en kele stemmen verheffen om, op de bekende gronden, aan te dringen op afschaffing van de Staatsloterij, levert de heer F. A. Hartogh in het Hbld. een pleidooi niet alleen tot behoud van die instelling, maar ook tot hare invoering in Nederlandsch Indieeen, voor zoover ons bekend, standpunt, m ons land nog niet in- Het is daarom dat wp hier laten volgen wat hjj schrpft: In het Avondblad van het Alg. Hbld. van Donderdag den 19den September j. 1. las ik van de hand van den heer P. van Geer te Leiden een ingezonden stuk, getiteld: «Op heffing der Staatsloterjj", waaruit mjj bleek, dat hp reeds eerder den strpd tegen die in stelling aanbond, echter zonder daarbp, van welke zjjde ook, veel steun of medewerking te hebben mogen ondervinden. Ofschoon de vroegere door genoemden heer omtrent dit onderwerp gedane uiteenzettingen rujj niet bekend zpn, hetgeen eigenljjk ook niet veel ter zake afdoet, waar hjj duidelpk resumeert »dat, zoolang de Staat zelf, door de Staats- wenscneigK genoemu. «aai, zooiang ae owiaij zen, «uui uo Wie le dessous des cartes kent, weet, dat hier loterp te onderhouden en daaruit zelfs niet een onaanzienlijk voordeel te trekken, het hazardspel aanmoedigt, hjj niet tot beteuge ling der speelzucht kan overgaan en de nieuwe Regeering, waarvan in dit opzicht meer dan van de vorige te wachten is, ons volk, door dat doel te bereiken, een ware weldaad zal bewpzen", meen ik toch mjjne overtuiging te durven uitspreken, dat voor het geval aan den wensch van den heer V. G. in deze mocht gevolg worden gegeven, het door hem beoogde goede doel niet alleen niet zoude bereikt worden, maar het kwaad veeleer nog grootere afme tingen zoude aannemen, ook al mocht de Regeering na de opheffing dier instelling ook maatregelen nemen om de deelneming in bui tenlandsche en klandestiene loterpen zooveel mogelpk te beperken. Het is voorwaar gemakkelpk te schrpven »Het geld, dat daarvoor thans door alle klassen der maatschappij wordt weggeworpen, kan op edeler wjjze worden besteed door deel neming in pensioenfondsen voor ziekte, invali diteit, ouderdom, voor verzorging van wedu wen en weezen", maar is, vraag ik, de pre misse dezer stelling wel juist, nl. dat hot geld, door deelhebbers aan de Staatsloterij uitgegeven, «weggeworpen" is en gaat om die reden de conclusie ook niet minder op? Waar men toch in de eerste plaats erken nen moet, dat onze Staatsloterij in alle op zichten, dus zoo wat inrichting, nauwgezet heid, goed en eerljjk beheer, uitstekende con- tröle als anderszins, zeer zeker tot de beste instellingen van dien aard behoort, mag niet worden voorbijgezien »dat tegenover de verliezers de winners staan, welke laatste zich in die positie vaak philanthropen toonen of het gewonnene op eene andere nuttige wjjze besteden, en de Staatsloterjj dus eigenljjk het middel is, waar door met goedvinden van alle partpen het geld van den een vloeit in den zak van den ander, nadat rekening is gehouden met de wetteljjlce korting, üle ecü'ter aan den andereu kant ook al weder velen ten goede komt"; en verder: »dat de door het publiek tot deelname aan de Staatsloterij bestemde bedragen ingeval van opheffing dier instelling in het algemeen niet voor edeler doeleinden zouden aangewend worden, doch zeker op eene gevaarlijker wijze aan het spel worden dienstbaar gemaakt door de kans op fortuin buiten Nederland te gaan wagen in niet te controleeren loterpen of mede te doen aan binnenlandsche klandestiene speel- gelegenheden van allerlei aard, die ongetwij feld meer nog dan thans als paddestoelen uit den grond zouden oprjjzen." Op die wjjze toch zouden de gevolgen voor onze maatschappij zeker treuriger worden en der bedoelde ondeugd nog minder de kop worden ingedrukt. Want met den besten wil van de wereld kan de Regeering daartegen geene afdoende maatregelen treffen, evenmin als dat zp stap pen kan nemen tot tegengang van het specu- leeren in vreemde fondsen, waarbjj onze natie reeds zoo dikwjjls leergeld betaalde, of het zoo in-ongezonde en gevaarljjke handelen in den wind op velerlei gebied. Een feit is het, dat het in het algemeen beter zou zpn, indien het kansspel, van wel ken aard ook, niet bekend ware, maar nu de prikkel tot deelname daaraan eenmaal bestaat en onmogeljjk kan onderdrukt worden, wjjl de mensch ook in dat opzicht mcnsch big ft, zoo is het, ten einde dien hartstocht zooveel doenlpk binnen de grenzen te houden, m. i. wenschelpk, dat de Staatsloterij wel gehand haafd bljjve, teneinde, gelijk gezegd, te voor komen, dat het kwaad erger worde en eene behoorljjke georganiseerde inrichting zou plaats maken voor verschillende onbetrouw bare beunhazerijen, die, zooals de geschiede nis leert, evenmin geaarzeld hebben zich, toen daartoe het oogenblik gunstig bleek, op een ander terrein te vertoonen en weelderig te ontwikkelen. De speler zal eene nieuwe, desnoods slech tere gelegenheid zoeken, zoo hem belet wordt op de vroegere goede basis aan zpn lust, al is die ook beperkt, te voldoendien prikkel wil hjj gaarne behouden, want bjj standvasti ge voortzetting, zelfs op bescheiden schaal, bljjft bjj steeds in de hoop en illusie voort leven, na langdurige de veine eindelijk ook eens op succes te kunnen boogen. Zoo is het overalzoo is het hier, zoo vond ik het op Java, waar, jammer genoeg, tot op heden het gouvernement, niettegenstaande voor dit denkbeeld in de Indische nieuwsbla den zoo dikwjjls reeds eene lans gebroken werd, er nog niet toe kon besluiten, in navol ging van Nederland, eene staatsloterjj in het leven te roepen en deze in de plaats te stel len voor de telkens toegestane weldadigheids- en andere loterpen, niet alleen in het belang van den lande zelf, maar ook in dat der hoofdzakelijk uit Inlanders en Vreemde Oosterlingen bestaande spelers, die thans zoo vaak de dupe worden van meestal Chineesche opkoopers en, om toch een kans te wagen, soms het dubbele van den normalen prjjs voor een lot moeten besteden. En omtrent het verbod om buitenlandsche loten te verhandelen, ja, daarvan herinner ik mjj een staaltje uit den tjjd toen het nog Spaansche Manilla er eene gouvernementslo- terp op nahield en onze Indische regeering den verkoop van loten daarin in Indië ver bood in verband toch hiermede hielden de officieele agenten, colporteurs of verkoopers op te bestaan, maar in grooter mate boden zich van af dat oogenblik vrienden en ken nissen aan, die zich quasi con amore belastten met het laten komen van Manilla der door vele reflectanten van allerlei aard zoo gaarne begeerde lootjes. Te veel is reeds geschreven over de speel zucht in onze overzeesche bezittingen, de misbruiken, die daarbp dikwpls van de zjjde der Chineesche pachters in practjjk worden gebracht, dan dat ik er hier nog eens over zou behoeven uit te weiden. Ik releveer dit echter alleen om een parallel te trekken en er op te wjjzen hoe overal en in alle opzichten, ook al mogen de toestanden onderling verschillen, het publiek het slacht offer wordt, indien het gouvernement niet zelf het directe beheer der loterp in handen houdt. Moge dus in het belang der algemeene zedelijkheid de Staatsloterjj in ons land bljjven bestaan en zp om die reden ook in N.-Indië worden ingevoerd zegt de heer De Hartogh ten slotte. INGETROKKEN WETSONTWERP. Door de ministers van binnenlandsche zaken en van justitie is ingetrokken, nakoninkljjke machtiging, het wetsontwerp tot herziening van de wet van 28 Juni 1881, houdende wet telijke bepalingen tot regeling van den klein handel in sterken drank en tol beteugeling van openbare dronkenschap, zooals die wet is gewijzigd bjj de wetten van 23 April 1884, 16 April 1885, 15 April 1886, en bp art. 2 der wet van 31 December 1887. Gediscusiseerd werd o.a. over het toelaten van personen, die in warme landen gewoond hebben. De heer De Waard uit Groningen besprak eene door hem ingediende nota over de nood zakelijkheid van uniformiteit en vaststelling van formulieren voor kleine verzekeringen. Deze zaak zal op het volgende congres worden behandeld. Het rapport der commissie over een alge meen medisch formulier ondervond nogal be zwaren. Ten slotte werd aangenomen een door den voorzitter voorgesteld besluitHet congres spreekt den wenBch uit, dat de medische ad viseurs bjj het samenstellen van bun vragen- lpst van dit ontwerp gebruik zullen maken5 dat de commissie permanent bljjve en dat vrjje cursussen worden gehouden in de medi sche expertise. Dr Zeeman. Amsterdam, hield hierna een voordracht over de medische statistiek inzake levensverzekering. Door den secretaris-generaal werd een over zicht gegeven van het verhandelde gedurende het congres. Nadat Parjjs aangewezen was als plaats voor het volgende congres, werd, na verschil lende plichtplegingen, het congres gesloten. KORTE MBDBDBELINGBN VERGADERINGEN. Oost-Iïlllië. Bjj het departement van koloniën is ont vangen het volgende, van 24 Sept. gedagtee- kende telegram van den gouverneur-generaal van N.-I., betreffende de gebeurtenissen in Djambi »De Djambiers zpn uit hunne stellingen te Loeboek Besam verjaagd; eenige naburige hoofden zochten aanraking. Gewond drie Eu- ropeesche fuseliers. Dit bericht is nog medegedeeld in een deel der oplaag van ons vorig nommer. Te Menado verdronk de heer W. de Blinde, ontvanger der in- en uitvoerrechten en accpnzen. Onder voorzitterschap van den heer G. Wie- ringa is Woensdag te Arnhem de eerste alge meene jaarvergadering gehouden van den Bond voor Staalspensionneering. 15 van de 20 afdeelmgen waren vertegen woordigd. De voorzitter wees in zpn openingsrede er op dat de Bond zich in succes verheugen mag, waarvoor aan den redacteur van De Neder- landsche Pensioenpartij, den heer Perio, en den algemeenen secretaris dank werd gebracht. De rekening over 1901 wees in ontvangsten aan 682.77 s, in uitgaven J 596.42, de be grooting voor 1902 in ontvangst en uitgaaf 1.111.35 s. Tot leden van het hoofdbestuur werden be noemd pastoor N. Prins te Aalsmeer en de heeren U. J. Reinders te Dantumawoude en P. Persjjn te Apeldoorn. BEN OEIISGEI ENZ. Bjj kon. besluit: is aan J. M. F. van Everdingen, op zpn verzoek, eervol ontslag verleend als notaris UIT STAD EN PROVINCIE. Bjj kon. besluit is het eereteeken tot be looning van eervollen, langdurigen werkelpken dienst bp de schutterjjen toegekend aan N. E. Melker, muzikant bjj de dienstdoende schut terij te Middelburg; G Peute en M. P. de Bie, beiden korporaal-muzikant, en L. J. Leeuwe, fourier, allen bp de dienstdoende schutterjj te Zierikzee. Verder is aan W. J. van Dam, op zpn ver zoek, ontslag verleend als kapitein bjj het 3e bataljon rustende schutterjj in de provincie Zeeland. Nog iB aan A. J. Cammaert, burgemeester en secretaris der gemeente Philippine, toestemming verleend om tot 1 Augustus 1902 te Hoek te bljjven wonen. Eindelpk is benoemd tot ontv. der dir. bel. en acc. te St. Maartensdijk c. a. A. J. van Eek, te 's Gravenhage, met intrekking zjjner benoeming tot ontvanger derzelfde mid delen te Bljjham c. a Dit laatste bericht werd nog medegedeeld in een groot deel der oplaag van ons vorig nommer. is benoemd tot inspecteur van den arbeid J. M. Stoffels, ingenieur bjj de gemeente werken te 's Gravenhage jn bij de Algemeene rekenkamer benoemd: tot hoofdcommies B. Wins, thans commies, en tot adjunct-commies H. J. Claasen, thans eerste-klerk aan mr D. de Jongh van Polsbroek, op zpn verzoek, eervol ontslag verleend als be- almeester te Rotterdam, ouder dankbetuiging; zjjn benoemd tot ontv. der dir. bel. enz. te Druten c. a. A. R. Schuyling, ontv. te Horst en te Driebergen W. C. Kuyk, ontv. te Culenborg c. a".; is de dir.-paardenarts, met rang van luit.- kolonel, J. J. Hinze, van het pers. van den geneesk. dienst der landmacht, op pensioen gesteld ad 1800 'sjaars; is aan den, op verzoek, eervol ontslagen minister van koloniën J. T. Cremer, een pen sioen verleend van f 4000 'sjaars, ten laste van den staat. TWEEDE INTERN. CONGRES VAN GENEESHEEREN, VERBONDEN AAN LEVENSVERZEKERING MAATSCHAPPIJEN. Op dit congres, dat te Amsterdam gehouden wordt, werd Woensdagochtend bp de herope ning den voorzitter een bouquet aangeboden door de redactie van het verzekeringsblad Dit Vlissingen. schrpft men ons In Stofkoper'8 lokaal, waar Woensdagavond de heer G. B. Dommisse met zpn leerlingen van den zangcursus eene uitvoering gaf, bleef bp na geen plaatsje onbezet. Aan die goede opkomst was zeker de viering van het tien jarig bestaan van dien cursus niet vreemd het podium was met bloemen versierd. Over het algemeen werd er goed gezongen. Meer dan vroeger bleek dat er veel zorg be- 'as aan uitspraak en aan al die zaken, voor «zingen" vereischt. De leerlingen van klasse A zongen o. a. In de Smidse van A. H. Fagel en Vaders Hand van Van Nieuwenhoven heel aardig. Die van klasse B brachten tweestemmige liederen ten gehoore. Door zuiverheid blon- o. a. uit: Lentetonen van J. Worp en De Lofzang van A. Stille. Twee lieve stemmetjes zongen het duetje Blanke Klokjes van A. Stille. Die kleuters van een jaar of tien toonden zich niet in 't minst verlegen. Die klasse liet nog hoorea eene cantate voor solo en koor van Cath. Van RennesDe Schoone Feestdag. Hoewel de uitvoering daar van vooral der solo en 't duo zeer ge nietbaar was, hadden de jongens bjj het eerste gedeelte wel iets beslister kunnen invallen. Het slotkoor een choraal maakte een grooten indruk, 't Krachtig applaus was zeer verdiend. Tot de best geslaagde nummers, die door klasse C werden uitgevoerd, behoorden Win ternacht van S. de Lange en Maandrozen van G. A. Heinze. Twee jonge dames zongen In

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1901 | | pagina 1