MIDDELBURGSCHE G01R4NT.
Dinsdag
30 Juli.
fï°. 177.
l li® Jaargang,
1901.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met u.tzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor aJe plaatsen in Nederland franco p.p., f 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THERMOMETER EN VERWACHTING.
29 Juli8 u. vin. 67 gr., 12 u. 72 gr., av. 4 u. 74 gr. F. —Verwacht: zwakke wind,
licht bewolkte lucht, onweder, warm weer.
Advertentiên20 cent per regel» Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten eu
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Keolames 40 cent per regel,
©roote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig nit Zeeland, betredend*.
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Adverlentie-Rareuu
A. HE IjA MAR Am., N.K. VwoffbnuFgw»! Amgtemlbsira.
Middelburg 29 Juli.
Zekerheidstelling door Ge
meente-Ontvangers.
1.
Met een eukel woord hebben wg ia ons
vorig nommer melding gemaakt van de studie
over bovengenoemd onderwerp van den ge
meente-secretaris van Middelburg, den heer
A. de Vulder van Noorden.
Zjju aandacht werd getrokken door de wet
van 14 Juli 1898 tot regeling van de wjjze,
waarop door de daartoe verplichte rijksamb
tenaren ten behoeve van den staat zekerheid
wordt gesteld, de zgn. borgtochtenwet, en
hjj achtte het niet onwaarschijnlijk dat ook
ten aanzien van de door de gemeente-ont
vangers te stellen borgtochten èn in het be
lang van deze ambtenaren èn in dat van de
gemeenten andere algemeene regelen dan die,
welke in de artikelen 109 tot en met 112 der
gemeentewet zjjn vervat, mogeljjk on wensehe-
ljjk moeten worden geacht.
Het gemeentebelang toch wordt niet gediend
door eene regeling, die vele ontvangers, zon
der eenige baten voor de gemeentekas, in
hunne inkomsten verkort, eene regeling die
voorts ten gevolge heeft, dat men somtijds
schromen moet eene borgstelling te verhoogen,
hoewel dit, met het oog op den omvang van
het beheer van den ontvanger, gewenscht is
en ingevolge de bepalingen der Gemeentewet
ook wellicht soms verplichtend is.
Op onderscheidene wjjze is getracht aan de
bezwaren, die de regeling der borgtochten
oplevert, te gemoet te komen. De afdeeling
Zekerheidstelling van Eigen Hulp stelde zeker
heid in-inschrijvingen Nationale Schuld ten
behoeve harer leden. Er zjjn nog andere li
chamen, die het stellen van borgtocht verge
makkelijken. Maar het is geene miskenning
van de diensten, die deze corporation bewjj-
zen, wanneer men wjjst op den prys, voor
deze diensten gevorderd. De te Amsterdam
gevestigde Nederlandsche maatschappij van ze
kerheidstelling b. v. laat den borgtochtplichtige
de keus tusschen twee zakenhjj kan bjj an-
nuiteit eigenaar worden van het voor hem
verbonden kapitaal, maar hjj kan ook volstaan
met betaling van eene gewone jaarljjksche
premie. Dit laatste, dat natuurljjk het goed
koopst is, kost ongeveer 21/3 percent van de
reëele waarde van den borgtocht. Met andere
woorden: het kost een ontvanger met een
borgtocht van 20.000 en eene jaarwedde van
2000 niet minder dan 25 percent van zjjn
traktement. Nu is het waar, dat vele ont
vangers borgtocht stellen door inschrjjving op
een der grootboeken of, indien dat geoorloofd
wordt, door het verleonen van eerste hypotheek
of het verpanden van effecten. Geschiedt het
een of ander uit eigen vermogen, dan veroor
zaakt dit natuurljjk den last, aan het vast
leggen van zeker eigen vermogen verbonden,
maar binderljjk vooral nit een ethisch oog
punt is het voor den ontvanger indien
daarin door anderen, familie of vrienden,
wordt 'geholpen. Onnoodig hinderlijk en on
aangenaam is het of kan het zjjn voor die
helpende anderen.
Alleen dan, wanneer moest worden aange
nomen dat slechts door individueele zeker
heidstelling de belangen van de gemeente
voldoende worden gewaarborgd, zou men, niet
tegenstaande de bezwaren, dienen te berusten
in behoud van dat stelsel. Doch wel verre
dat zulks het geval is. leert integendeel de
ervaring, met de borgtochtenwet opgedaan, dat
een veel minder afhankeljjke, bezwarende wjjze
van zekerheidsstelling practisch uitvoerbaar
is, zonder ook eenigszins aan den eisch van
een deugdeljjken waarborg voor de gemeente
te kort te doen.
Omtrent de borgtochten, welke door de
gemeente-ontvangers zjjn gesteld, bezit de
heer De Yulder van Noorden uit de 1121 ge
meenten van het rijk op slechts 19 na, waar
van 18 in Gelderland en 1 in Limburg, gege
vens welke hem voor verreweg het grootste
deel door die ambtenaren zeiven zjjn verstrekt.
Uit een bjj zjjn studie gevoegden staat dien
aangaande bljjkt het volgende.
Wat den aard en bedrag der borgtochten
betreft is die gesteld: op het grootboek tot een
bedrag van f 1.030.374, door hypotheek ad
2.429.540, in effecten voor 354.090 en door
persoonlijken borgtocht ad 80.100.
De borgtochten zjjn gestéld ten bedrage van
2.125.098 uit eigen vermogen van den ont
vanger, 110.586 van wege de vereeniging
Eigen Hulp88.905 door eene maatschappij
en 1.569.515 door andexen.
Het totaal der gestelde borgtochten is
3.894.104, waarvan 20 tot een bedrag hoo-
ger dan 25,000.
De provincie Zeeland komt op dien staat
voor, wat aangaat den aard en het bedrag
der borgtochten met 91.291 op het groot
boek, 99.910 in hypotheek,/7000 in effecten
en 1200 als persoonlijke borgtocht.
De borgtochten zjjn gesteld ad 134.391
uit eigen vermogen van den ontvanger, 5560
door Eigen Hulp. f 2500 door een maatschappij
en f 56.950 door anderen.
Het totaal bedrag der borgtochten ia
ƒ199.401.
Dat de gemeente zoowel in haar belang, als
in dat van haren ontvanger niet allereerst in
zekerheidstelling waarborg moet zoeken, doch
veeleer m een scherpe en goed geregelde
controle, zal wel door niemand worden betwist.
Een voldoende reden om van den eisch van
zekerheidstelling af te zien, is echter daarin
niet gelegen. Opheffing van de verplichting
tot zekerheidsstelling ware, ook in het belang
van de gemeente-ontvangers, of van hen die
ontvanger willen worden, zeiven niet aan te
raden, vermits het onvermijdelijk gevolg daar
van zou zjju, dat bjj de begeving van die be
trekkingen, met name van de meest begeerde
onder deze, niet de bekwaamheid en geschikt
heid het meeste gewicht in de schaal zouden
leggen, maar vooral ook op het bezit van ver
mogen zou worden gelet.
Daarom blyve naast eene deugdelijke con
trole ook de zekerheidstelling in stand, doch
zoo geregeld, dat zjj voor den ontvanger zoo
weinig mogeljjk kostbaar zjj, hem zoo weinig
mogelijk van anderen afhankelijk maakt.
Hoe dit te verkrijgen
Door op het voetspoor van de borgtochten
wet, welke gebleken is goed te werken, ge
legenheid te geven tot toepassing van het
stelsel van collectieve zekerheid, waarbjj een
kapitaal van x strekt tot waarborg voor het
deugdeljjk beheer van een aantal gemeente
ontvangers, die te zaraen voor eenige malen
f x zekerheid hebben te stellen.
Dit stelsel berust op de even evenvoudige
als verblijdende waarheid, dat slechts in zeld
zame gevallen de door een rekenplichtige ge
stelde zekerheid geheel of gedeeltelijk behoefde
te worden gerealiseerd tot dekking van een
tekort m zgn beheer.
Ook hier te lande zijn gelukkig met betrek
king tot de gemeente-ontvangers die gevallen
niet zoo veelvuldig als men, afgaande op het
geen nu en dan wordt vernomen, wel eens
reden zou hebben te vermoeden.
Immers de tekorten, bij die ambtenaren in
hun beheer geconstateerd en op de gestélde
zéken-heid verhaald, hebben over de jaren 1881
tot en met 1900, alzoo over een tjjdvak van
jaren, gemiddeld nauwlyks 9500 per jaar
bedragen.
De schrjjver grondt die beweringen op de
inlichtingen, die- hjj in positieve bewoordin
gen uit zoo goed als alle 1121 gemeenten, op
de straks bedoelde 19 na, meerendeels van de
thans in factie zijnde ontvangers, mocht ont
vangen.
Uit een als bjjlage aan de studie toegevoeg-
den staat bljjkt dat in de jaren 1881 tot en
met 1900 het totaal bedrag van de tekorten,
voor zoover dat op de borgtochten is ver
haald, was 195.091.096, terwjjl het bedrag
van het tekort voor zoover dit op den borg
tocht zou kunnen zijn verhaald indien die
borgtocht niet hooger ware geweest dan
25.000 is 188.211.09s.
Wat Zeeland betreft waren er 7 gevallen
van tekorten, met een totaal bedrag van
6495.94, op de borgtochten verhaald.
Vergelijkt men bij het gemiddeld jaarljjkscb
tekort van 9500 het totaal der door de ge
meente-ontvangers te zamen gestelde borgtoch
ten, tot een bedrag van circa f 3.500.000, dan
wordt het duidelijk, dat, al moge de voorzich
tigheid ook gebieden aan een hooger bedrag
vast te houden dan dat waartoe de evenge-
noemde uitkomsten zouden leiden, toch het ver
bonden blijven/ten behoeve der gemeenten, van
etteljjke millioenen ten eenenmale onnoodig is,
en het raadzaam moet worden geacht dat ook
voor de gemeente-ontvangers in den geest van
de bepalingen der «Borgtochtenwet", de gele
genheid tot collectieve zekerheidsstelling worde
geopend en op het voetspoor dier wet de
stichting van vereenigingen van die borgtocht
plichtige gemeente-ambtenaren worde bevor
derd. Dat zoodanige vereenigingen tevens be-
vordeljjk zullen zgn aan de uitoefening van
eene over het algemeen scherpere contróleop
hare leden dan tot nu toe helaas door vele
gemeentebesturen schjjnt te geschieden, acht
de heer De Vulder van Noorden niet twijfel
achtig, waar toch het belang van ieder lid
medebrengt om de verplichling in het risico
te deelen, dat een of ander lid het hem op
gedragen geldeljjk beheer op slordige of on
eerlijke wjjze voert, zoo weinig bezwarend te
maken als mogelijk is.
Overigens dient al of niet toetreding tot
zoodanige vereeniging in elke opzicht eene
volkomen vrjjwillïge daad te bljjven en moet
daarom, naast den persoonlijken borgtocht
door middel van vereenigingen, de gelegen
lieid worden gelaten r.m individueele, in den
regel zakelijke zekerheid te blijven stellen,
en om dit te doen op eene wgze, welke voor
den belanghebbende zoo weinig mogeljjk be
zwarend is. En daar naast zouden ook, op het
voetspoor van de Borgtochtenwet, maatschap
pijen van zekerheidsstelling als borg bebooren
te worden toegelaten en aan haar faciliteiten
verleend, die haar in staat kunnen stellen
belangrjjk goedkooper dan thans hare diensten
te praesteeren, ware het niet dat hetgeen de
wetgever zich aangaande die maatschappijen
ten dezen heeft voorgesteld, vrjj illusoir is
gebleken.
Verder bespreekt de schrjjver de wijzigin
gen, die de artikelen 109 en 110 van de ge
meentewet zouden moeten ondergaan om tot
het boven omschreven doel te geraken.
Daarop komen wjj in ons volgend nommer
terug.
Hel nieuwe kabinet.
Volgens bericht, uit Den Haag Zaterdag
avond ons toegezonden, echter te laat voor
ons vorig nommer, is de toen medegedeelde
samenstelling van het nieuwe ministerie vol
komen juist.
Nader wordt nog bericht, dat de afdeeling
«Arbeid", thans tot het departement van wa
terstaat behoorende, bjj binnenlandsche zaken
zal worden gebracht, en de landbouwafdeeling
onder het ministerie van waterstaat zal komen.
Eene beschouwing aan dit «Eerste ministe-
rie-Kuyper" wyden wg zoodra het officieel
in de Staatscourant is vermeld.
Wij bepalen ons nu tot eenige mededeelin-
gen omtrent de personen, die daarvan lid zul-
n zjjn.
In de eerste plaats dan omtrent den kabinets-
formeerder.
D r. Euyper is 29 October 1837 te Maas
sluis geboren en dus thans bijna 64 jaar oud.
Hg bezocht de lagere school eerst daar, later,
toen zgn vader in 1849 als .predikant naar
Middelburg werd beroepen, in Zeeland's hoofd
stad. Van '49'55 ging hij op het Leidsche
gymnasium, toen werd hij te Leiden student
in de letteren en de godgeleerdheid. Hij voelde
destjjds geen roeping voor het predikambti
zooals jhr mr W. H. de Savornin Lohman in
zgne levensbeschrijving van dr Kuyper, in
Mannen van Beteekenis, meedeelt, en zulks we
gens 'tgeen hij in zgn jeugd en te Leiden
het kerkelijk leven gezien had. Immers, zoo
als dr. Kuyper later heeft geschreven, «de
kerk was geen kerk meer en (zgn) hart kon
geen sympathie gevoelen noch voor een kerk)
die zoo grovelijk haar eigen eer met voeten
trad, noch voor een godsdienst, die door zulk
een kerk werd vertegenwoordigd."
In de eerste jaren beoefende de student dus
meer de letteren dan de theologie. Maar dat
hg deze niet vergat bewijst zgn beantwoording
van een prjjsvraag over het kerkelijk vraag
stuk ten tg de van Calvgn en a Lasöo, uit
geschreven door de Groningsche theologische
faculteit. De beantwoording dezer prijsvraag
was bjjzonder lastig, doordat de werken van
laatstgenoemde, den Poolschen hervormer,
nergens te vinden waren, niet in onze Univer
siteitsbibliotheken en ook niet in de grootste
buitenlandschemaar op aanraden van prof.
De Vries ging de student Kuyper bij 's hoog
leeraars vader, predikant te Haarlem, die een
uitgebreide bibliotheek bezat over kerkhistorie.
Ds. De Vries meende niet dat hij iets van a
Lasco zelf bezat, maar toen Kuyper eenige
dagen later terugkwam, had hij een heele
collectie «Laseiana" onder zgn boeken ontdekt.
Dr. Kuyper heeft later van dit vinden dier
nergens te verkrjjgen boeken bjj iemand die
niet eens wist dat hg ze bezat, geschreven
«Zoo dit geen voorzienig bestel mag heeten,
wat is het dan?" En deze «aanwyzing van
den vinger Gods" heeft op hem een diepen
indruk gemaakt. Zgn antwoord op de prjjs
vraag werd met goud bekroond en tegeljjk
met deze uitspraak van de theologische werd
dio van de juridische faculteit bekend, welke
aan jhr A. F. de Savornin Lohman een accessit
toekende.
Ongeveer in denzelfden tjjd maakte de lezing
van miss Yonge's Heir of Redclijfe diepen in
druk op den reeds door het gebeurde te Haar
lem geschokten geest van dr Kuyper.. Elk
woord van zelfveroordeeling van Philip de
Morville paste hg op zich zelf toe.
Op 20 September 1862 promoveerde hg met
een proefschrift, getiteld; Joannis Calvini et
Joannis a Lasco de Ecclesia Sententiarum inter
Op 7 Aug. 1863 deed hg zgn intrede te
Beead, waar hg onder zgn gemeenteleden o. a.
een aantal malcontenten vond, wier «taaie
volharding" in het discussieeren over zaken
des geloofs dr Kuyper een zegen voor het
hart is geworden. In 1867 werd hg naar
Utrecht beroepen, waar hij, naar aanleiding
der zoogenaamde kerkvisitatie, den strjjd aan
bond tegen de organisatie der Hervormde ge
meenten en wel met het succes, dat de visi
tatie, de vragen aan den berkeraad gesteld
door de classicale besturen, in het vervolg
slechts zouden betreffen onderwerpen van
administratieven aard, niet de belijdenis enz.
van kerkeraadsleden en predikanten. Kort
daarna verzette hjj er zich tegen dat aan een
samenkomst ter herdenking van het convent
te Wesel van 3 November 1568 alleen Her
vormden van Utrechtsche en Groningsche
richting zouden deelnemenz. i. moesten öf
alleen zjj die zich op het standpunt der schrift-
aanvaarding plaatsen en dus wel de Ge
reformeerden en niet de Groningers óf de
heele kerk en dus ook de modernen vertegen
woordigd zjjn.
In dien tjjd schreef dr Kuyper veel over
kerkeljjke zaken, o. a. over De Vrijmaking der
kerk.
In 1869 te Amsterdam beroepen, zette hg
daar zgn stryd over de positie van de gemeente
tegenover hoogere kerkbesturen voortmaar
«het conflict" is toen nog niet uitgebroken.
In 1874 werd dr Kuyper, die in 1872 de
redactie van De Standaard op zich had genomen,
gekozen tot lid van de Tweede kamer voor
Gouda. Hg bleef dit maar kort; reeds in
1875 moest hjj voor herstel van gezondheid
naar het buitenland vertrekken en eerst in
den zomer van 1877 keerde lijj iérug. Hg nam
toen ontslag als Kamerlid en stelde zich weer
beroepbaar, toen de oprichting van de «Vrjje
Universiteit" op 5 December 1878 verandering
in zgn plannen bracht: op 20 October 1879
werd de Vrjje Universiteit geopenddr Kuyper
was haar eerste rector.
Over de bevoegdheid van particulieren om
een Universiteit te stichten heeft dr Kuyper,
voornamelyk met ds Bronsveld, een hevigen
pennestryd gevoerd.
Behalve de stichting der Vrjje Universiteit
heeft ook de organisatie der anti-revolution-
naire party, die in 1877 haar beslag kreeg,
en die het noodig maakte, dat hg, de voor
zitter van de deputatenvergadering en leider
der partg, inaanraking bleef met De Standaard,
dr Kuyper te Amsterdam doen blyven.
In 1894 kwam hg opnieuw in de Tweede
Kamer (by herstemming) voor Sliedrecht, na
de ontbinding wegens de kieswet-Tak, voor
welker beginsel hg zich had verklaard.
Omtrent de overige personen, die dr Kuyper
als lid van het door hem gevormd kabinet
heeft saamgebracht, het volgende, door ons
ontleend aan het Hlld.
De minister van Buitenlandsche Zaken
mr R. Melvil baron van Lyaden, is
sedert 1 Mei 1887 rechter in de rechtbank
te Utrecht en sedert 1887 lid der Eerste
Kamer voor de provincie Utrecht. Hg behoort
tot de rechterzgde der anti-revolutionnaïren.
Mr J. A. L o e f f (Katholiek) is een nog
betrekkelyk jong advocaat, in 1887 te 's Bosch
ingeschreven en daar onder zgn confrères
zeer gezien, zoodat hg door hen tot lid van
den Raad van Toezicht en discipline is be
noemd. Eerst sedert 1896 is hg lid der
Tweede Kamer voor het district 's Bosch, en
heeft daar hg na uitsluitend aan rechtsgeleer
de debatten deelgenomen. Daarom is hem de
portefeuille van Justitie ten deel gevallen.
Generaal B ergansius (Katholiek) iB
>,n 1888—1891, reeds in het vorig kerke-
lyk kabinet minister van oorlog geweest,
heeft toen een legerorganisatie met afschaf
fing van plaatsvervulling voorgesteld, wel
ker afdoening hg echter wegens zgn aftre
den na de verkiezingen van 1891 niet heeft
mogen ten einde brengen. De vorige maand
is hg tot Kamerlid voor Eist gekozen.
De gepens. vice-admiraal G. K r u y s, die
als minister van Marine zal optreden, heeft
dat ambt reeds een paar maanden, van Maart
tot Aug. 1891 vervuld, als opvolger van den
heer Dyserinck in het Kabinet-Mackay, dat
na de verkiezingen van dat jaar zgn ont
slag nam.
De heer mr J. J. I. Hart e van Teek
lenburg (deze twee laatste woorden heeft
hg eerst sinds eenige jaren bg zgn familie
naam gevoegd) is sedert 1888 lid der Twee
de Kamer voor het katholieke district Grave.
Hg is een bekwaam jurist, maar heeft ook op
economisch gebied zich bewogen en 11 jaar
geleden een vlugschrift geschreven, waarin hg
een soort van protectionisme heeft aanbe
volen.
De heer mr J. A. de Marez Oyens is
sedert 1885 met den titel van «Administra
teur," hoofd van de afdeeling «Handel en ny-
verheid" bg het departement van Waterstaat
enz., waarvan hem nu de geheele leiding is
opgedragen. Hy behoort mede tot de antirevo-
lutionnairen, en is een man van veelzydïge
kennis.
De nieuwe minister van Koloniën, jhr mr
T. A. J. van A s c h van W y c k, ia vroeger
lid der Tweede kamer geweest voor Amers
foort, en werd in 1890 als gouverneur naar
Suriname gezonden. Na zgn terugkeer kozen
de Staten van Zeeland hem, in 1896, tot lid
der Eerste kamer, maar bg de jongste verkie
zingen is hg opnieuw tot lid der Tweede
kamer voor Amersfoort gekozen. Hg is sedert
een jaar burgemeester van Amersfoort, maar
is voor zoover wy weten nooit in Ooat-
Indië geweest.
Door de samenstelling van dit ministens
zullen nieuwe Kamerleden moeten worden
Dzen in de Eerste voor Utrecht, in da
Tweede voor Amersfoort, Sliedrecht, 's Bosch,
Eist en Grave. En daarbjj ryat dan de vraag
of een of meer der nieuwe Ministers tevens
weder tot, Kamerleden wenschen te worden
benoemd.
Wg vermoeden dat de amti-revolutionnaire
leden ervan, van hun standpunt bezien,
waar men steeds het minister-kamerlidmaat
schap heeft bestreden geen mandaat als lid
der Kamer zullen aannemen.
TOEKOMST-MUZIEK.
Volgens Het Centrum zou het in de plannen
der nieuwe meerderheid liggen, een enquête
te doen instellen naar de uitgaven voor de
landsverdediging, ten einde te onderzoeken,
of geen bezuiniging aan te brengen is, zonder
de belangen dier verdediging ook maar eenigs
zins te schaden.
EEN SC'HOONWASSC'HHRIJ.
Dr J. Ph. de Visser is begonnen eenige
artikelen te schryven in het Ned. Dagblad met
het doel nu eens duidelgk en meer uitvoerig
toe te lichten de houding die vele Christelgk-
Historischen in den jongsten verkiezingsstrgd
hebben aangenomen.
Daar wg vermoeden dat die opstellen wel
een weerlegging van de zgde der aanhangers
van dr Bronsveld of van dezen zeiven zullen
uitlokken, en het moeiiyk is, zonder aan de
waarde ervan te kort te doen, een uittreksel
daarvan te geven, moeten wg ons tot deze
mededeeling bepalen.
Wie er belang in stelt weet nu waar hjj
die opstellen kan vinden.
Er zal, dunkt ons, heel wat schoon ge-
wasschen moeten worden, vóór de bewuste
houding verdedigbaar mag heeten.
KORTE MEDEDEBLINGEN
VERGADERINGEN.
Onder leiding van den heer L. D. Labberte
uit Maastricht werd Zaterdag te Amsterdam
de vierde algemeene vergadering gehouden
van den Bond van Gymnastiek onderioijzersvereeni-
gingen in Nederland.
Uit het verslag bleek dat de Bond thans
7 afdeelingen telt met 207 werkende leden
En wel Amsterdam met 65 leden, Zuid-Hol
land 44, 's Gravenhage 24, Rotterdam
24, Noorderafdeeling 22, Zuider 17, Gronin
gen 11.
Uit de rekening eh verantwoording bleek
dat de ontvangsten 216, de uitgaven 255
hadden bedragen. Evenwel waren nog enkele
baten te innen.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Zooals in ons vorig nommer in het kort
gemeld werd, is de luit.-kol. L. H. A. Bone-
meyer, van het 3e reg. inf., te Vlissingen,
op zgne aanvraag op pensioen gesteld, ad
1800 's jaars.
Bg kon. besluit is verder, eveneens ree Is
gemeld, benoemd tot dgkgraaf van den polder
Stroodorpe A. de Kok Jz. te K r a b b e n d jj k e.
Verder zgn nog benoemd: tot gezworenen
van den Koningin Ummopolder, J. A. Verhae-
gen, te G r a a u wen tot voorzitter van het
bestuur der waterkeering van het calamiteuze
waterschap Walsoorden P. A. A. Adriaansens,
te Hontenisse.
In de St. Ct zgn opgenomen wgzigingen
en statuten van de Boeren-leenbank te
s' Heerenhoe k.
De jantjes van de Utrecht brengen, daar
in geholpen door de omstandigheid dat het
hier kermis is, natuurlgk de noodige drukte
teweeg. Van tgd tot tgd wordt er dan ook
een wegens dronkenschap of balddadigheid
«ingerekend". De meeste arrestatiën echter
hebben plaats doordien het nogal eens gebeurt
dat een zeeman buiten tjjds uit passagieren
iets wat voor den persoon in kwestie
nogal onaangename gevolgen heeft, want na
door de politie aan boord te zgn teruggebracht,
wacht hem daar natuurlgk de straf voor zgn
te grooten vrgheidszin.
Het is toch wel zonderling dat men in Mid
delburg en Vlissingen nooit last heeft van de
matrozen van vreemde oorlogsschepen, maar
dat het onhebbelgk zich gedragen een bijzon
dere eigenschap van de Hollandsche jantjes
schgnt.