M1DDELRURGSGHE COURANT. Vrijdag 12 Juli. r- N°. 162. 144° Jaargang. 1901. Dese courant verschijnt dagelijks, met uitaoudering van Zou- en Feestdagen, frija, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor ade plaatsen in Nederland franco p.p., f2,- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THERMOMETER RN VERWACHTING. 11 Juli: 8 u. vm. 70 gr., 12 u. 83 gr., av. 4 n. 86 gr. P. Verwacht: zwakke wind, licht bewolkte lucht, droog, warm weer. AdvertenÖën20 cent per regel. Öeboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent par regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van adverteutiè'n en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffend'-- Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het JÜlgeïffiees» Adv®ï4©Bi£l€<=®si¥«B*ï A. IjA MAR Am., M.S. V»©ïfcïS*gwal AMMteïdUagtt. Middelburg 11 Juli. NINISTfiRieELE CRISIS. Dit 's Gravenhage wordt ons heden geseind >Zgn wjj goed ingelicht, dau was tot giste ren geen bepaalde opdracht verstrekt tot vorming ran een ministerie." De mogelijkheid dat dr Kuyper die opdracht wordt gedaan, blgft dus bestaan. Invoerrecht op Meel. Dezer dagen is, op verzoek vanwege de Nederlandsche Maatschappij ter bevorder ine/ van Nijverheiddoor prof. mr .1. baron d'Aulnis de Bonrouill, te Utrecht, zgn meening gezegd over de argumenten, die in den laatsten tgd door voor- en tegenstanders van invoerrech ten op meel zjjn in het midden gebracht. Tot heden was het ons, door verschillende oorzaken, onmogelgk op die zeer belangwek kende beschouwing te wgzen en die onder de oogen van onze lezers te brengen. Wjj doen dit nu. Prof. d'Aulnis achrgft, dan Na raadpleging van de rjjke litteratuur over dit onderwerp ben ik gekomen tot het oor deel, in het hier volgende vervat. Dat. sedert 1880 een aantal meelfabrieken in Nederland den strjjd om het bestaan heb ben moeten opgeven, men zegt, dat van 80 fabrieken uit dien tjjd thans ongeveer 26 nog kunnen voortwerken is grootendeels een gevolg van de uitbreiding van bet productie vermogen. Thans kan men, om het noodige werk te verrichten, met betrekkelijk weinig fabrieken volstaan. Vergrooting eener fabriek van deze soort schjjnt, mits het kapitaal ge vonden kan worden-, niet moeilijk te zjjn. Waar allerlei omstandigheden tot vergrooting prik kelen, is overschrijding der grenzen, binnen welke winst wordt behaald, licht mogelijk. Een andere oorzaak der crisis is de aanvoer van meel uit het buitenland. Prof. d'Aulnis kan niet beoordeelen of de buitenlandsche fabrieken beter zjjn ingericht dan de Neder landsche. Maar al bestaat in dit opzicht geen verschil, de aanvoer heeft een bijzondere reden, nameljjk de groote kosten van het tarwe- transporfc, hetwelk 't vervoer ook van min waardige ingrediënten als zemelen, afval enz. insluit. Pleitende voor fiscale bescherming van zjjn bedrjjf, heeft de heer J. Th. Cramer, directeur eener stoommeelfabriek, in een brief aan het hoofdbestuur der Maatschappij van Nijverheid onwillens de reden aangegeven, waarom het handelsverkeer, den goedkoopsten weg kiezende, aan vermaling der tarwe te Chicago en te Budapest de voorkeur geeft. Z.Ed. zegt de heer d'Aulnis wees op »duizenden ngvere handen", welke de invoer van meel doet uitsparen. In zjjn oog is daarom deze invoer een maatschappelijke ramp. Is echter, bjj ruimer opvatting, de commercieele winst niet tevens een maatschappelijk voor deel De eisch, dat de grondstoffen naar Nederland worden gevoerd, ten einde hier te worden verwerkt, miskent de redenen van de internationale verdeeling van arbeid, en kan voor allerlei bedrijven worden gesteld. Kunstmatige werkverschaffing is het oude en op goede gronden afgekeurde argument van het protectionisme. Naast deze reden, welke tot invoer van meel in de plaats van de tarwe leidt, worden door sommigen drie bijzondere oorzaken genoemd o. De neiging van broodbakkers om, met voor bijgang van het betere product der Neder landsche fabrieken, mindersoortigbuitenlandsch meel te gebruiken. Hierbjj wordt gevraagd of, als de bakkers meel van mindere hoedanigheid verlangen, de Nederlandsche fabrikanten stellig weigeren dit te leveren? En of het buitenlandsche meel werkeljjk bjj het door de nationale industrie uit vreemde tarwe gemaakte meel ten achter staat? b. De uitvoerpremie, die Frankrjjk verleent. Het schjjnt vast te staan, dat deze premie slechts af-en-toe invoer van Pransch meel in Nederland ten gevolge heeft, en dan nog slechts een invoer welke gering is in vergelijking van de hoeveelheden die zonder uitvoerpremie van elders komen. Wegens den eigenaardigen vorm der Pransche uitvoerpremie is het be drag veranderlijk. c. Het beschermend recht in België van 2 francs per 100 K.G. meel. De Belgische maalindustrie - eveneens ljjdende aan uit breiding ver boven den omvang der nationale behoefte heeft door dit invoerrecht de nationale markt voor zich gereserveerd. In gewone omstandigheden zou zulks voor de Nederlandsche njjverheid geen reden zjjn van beklag. Beschermde industrieën beperken zich gewoonlijk gaarne tot de eigen, meer winstgevende» nationale markt en kunnen dikwijls op de wereldmarkt niet goed mede dingen. Maar na door sterke uitbreiding van productievermogen gebracht te zijn in de noodzakelijkheid om meer voort te brengen dan de nationale behoefte vordert, vindt de Belgische maalindustrie. voor zoover zjj op haar uitvoer soms verlies mocht lijden, in de haar verstrekte bescherming eenige vergoe ding. Haar streven moge op den duur er op gericht zjjn dien uitvoer re doen ophouden, voorshands versclijjnt zjj op de Nederlandsche markt als een mededingster, welke financieel zwakker zou zijn als zjj in haar eigen land geen bescherming genoot. Het is onmogeljjk deze omstandigheid m cjjfers te brengen. Haar gewicht wordt licht overdreven voor gesteld. De heer D'Aulnis de Bourouill meent dat de Nederlandsche wetgever mag letten zoowel op het gevaar, dat van de Pransche uitvoer premie dreigt, als op de kunstmatig verkregen sterke positie der Belgische maal-industrie. Indienhet, zonder andere misstanden in het leven te roepen, mogeljjk ware door eenigen maatregel de nadeelen op te heffen, welke uit de Pransche en de Belgische wetgeving voortvloeien, zou die maatregel overweging verdienen. Aangewezen is onder die voor waarde de heffing van een, in globaal doch matig cjjfer vast te stellen, invoerrecht enkel op Frahsch of Belgisch meel. Maar 't schjjnt moeiljjk de herkomst van het ingevoerde meel hier vast te stellen. Onderwerpt men daaren tegen alle meel dat ingevoerd wordt aan be lasting, dan worden de Amerikaansche en Hongaarsche aanvoeren mede getroffen. Zal dan de prjjs van dat artikel in Nederland niet stijgen met het bedrag van het invoer recht Op deze gewichtige vraag antwoorden de Nederlandsche meelfabrikanten ontkennend. Zjj wenscken geen prjjsverhooging, zeggen zij, doch enkel behoud van den afzet op een ge bied waar Pranschen en Belgen zich thans nestelen. Het is evenwel de vraag of de praktische gevolgen van een invoerrecht niet veel verder gaan dan deze bescheiden wensch. De Neder landsche fabrikanten beloven dat prjjsverhoo ging zal uitbljjven en beroepen zich hierbjj op den hoogen graad der binnenlandsche mededinging. Voorloopig schijnt werkeljjk die mededinging zóo scherp te zjjn en tevens nog zóo verwijderd van haar uiterste grenzen dat, mits de vrije uitvoer van tarwe gehand haafd bljjfb, geen belangrijke beperking der meel-productie dadeljjk behoeft in te treden. Maar in de eerste plaats moet worden opge merkt, dat het nooit een voordeel voor de verbruikers kan zjjn, den meelaanvoer uit Amerika en Hongarije te belemmeren opdat biervoor het duurder transport van tarwe ii de plaats koiue. Al blgve de binnenlandsche mededinging sterk ontwikkeld, zjj zal al tgd gebonden zjjn aan de voorwaarde, dat haar de meerdere kosten van het vervoer door de verbruikers worden betaald. Ten tweedekan niet door onderlinge af spraak (door de vorming van syndicaat of trust) aan deze mededinging een einde worden taakt De fabrikanten zouden hunne maal- capaciteit ten deele onaangewend kunnen laten en den meelprijs kunnen houden even beneden het peil waarbij de invoer van buitenlandsch meel, ondanks invoerrecht, voordeel geeft. Ge schiedt dit. dan zou, bjj een invoerrecht van 1 per 100 KG. meel, de belasting aan do ver bruikers bosten ongeveer f 3.600.000 's jaars. Men mag nl. het meelverbruik stellen op min stens éen millioen K.G. daags. De schatkist zou van dat invoerrecht geen inkomen genie ten, daar de invoer van tarwe geheel dien van meel vervangen zou hebben. Het is prof. D'Aulnis onmogeljjk vooraf te zeggen in welke mate de binnenlandsche mededinging zal big ven optreden. Aan de oenen zijde kan men wjjzen op de vrjjheid van ieder om een meelfabriek op te zettennaar mate een bedrjjf minder kunstvaardigheid vor dert en minder groot kapitaal, is de concur rentie beter verzekerd. Aan.de andere zjjd< schjjnt de ondervinding te leeren, dat de nieuwe fabrieken, eenmaal opgericht, zich spoedig bij bestaande syndicaten aansluiten, al wordt dan ook door de toetreding van vele participanten gaandeweg de winst voor ieder klein. Maar hierbjj vinden de verbrui kers geen baat, vermits zulks niet met prijs verlaging gepaard gaat. Of in een klein land op het gebied van een vrij, niet aan een be paalde plaats gebonden beroep, een syndi caat in staat is alle opkomende concurrentie in zich op te nemen, dan wel of het spoedig onder hunne mededinging bezwjjkt, laat zich niet voorspellen. Nog éen argument is aangevoerd hoefte aan voorraad van meel in tijd van oorlog. Bijeen invoerrecht zal niet meer, zooals thans, iedere fabriek slechts een ge ringe hoeveelheid tarwe op ééns inslaan en het meel gelijdelgk van de hand doenzjj zal steeds een vrij aanzie nljj ken voorraad be zitten. Waarop echter steunt deze voorspelling? vraagt de heer De Bourouill. Een voorraad in magazjjn is een renteloos kapitaal, en ook wanneer een invoerrecht geheven wordt, hebben de fabrikanten belang er bg dat zjj dergeljjken voorraad beperken tot het strikt noodige. Volledigheidshalve zij gemeld, dat een ander meelfabrikant, de heer Cramer, in het tijd schrift der Maatschappij van Nijverheid schrijft »Elke fabriek is door den aard van het be drjjf gedwongen minstens twee maanden voor raad te hebben, is dus een natuurljjke voor raadschuur". Zóo kan men tenminste, zegt de heer De Bourouill, geraken tot een betoog, dat Nederland meelfabrieken moet bezitten. De vraag evenwel op-welke wjj ze in oorlogs tijd de bevolking binnen de verdedigingslinie van voedsel moet worden voorzien, zou een onderzoek vorderen van anderen aard als be doeld werd, toen de heer D'Aulnis de Bourouill de uitnoodtging ontving zijn meening over meelrechten bekend te maken. geheim aan de elericale kiezers toegezonden, wel het allerergste geweest is." Met dit en nog meer van die fraaie staaltjes voor oogen, zal het niemand verwondoren dat de antirevolntionnaire bladen nog altjjd maar niet uitgepraat zijn over de circulaire-kweBtie te Botterdam. ZENDING IN OOST-INDIü. Door den eersten gouvernements-secretaris volgens opdracht van den gouverneur- generaal, een circulaire gericht aan alle hoofden van gewestelijk bestuur, handelende over de zending Hoewel de verhouding, aldus de circulaire, tusschen de Europeesehe bestuursambtenaren en de zendelingen in de laatste jaren veel verbeterd is, komen toch wel eens opvattingen aan den dag, die niet in overeenstemming zijn met de inzichten der regeering. Het wordt daarom noodig geacht nog eens met nadruk er op te wjjzen, dat het zendingswerk ten volle aanspraak mag maken op steun, v het niet geacht kan worden de openbare rust en orde in gevaar te brengen. Vooral is dit het geval, waar de zendeling ook door het geven van onderwjjs en het verstrekken van geneesmiddelen er naar streeft ten nutte der bevolking werkzaam te zgn. Zendelingen worden wel een als hinderljjk beschouwd, terwijl zjj toch zeer dikwjjls pioniers der be schaving zgn. Verder wordt betoogd, dat het 't streven der regeering is, het verspreiden van de christelijke leer onder de bevolking overal zooveel mogelijk te bevorderen. De Europeesehe ambtenaren behooren zich dan ook te ont houden van elke inmenging in het zendings werk in zulke streken. Den ambtenaren wordt opgedragen zich in deze stipt te houden aan de W6nschen der regeering. Het Bat. Nbd. meent dat de regeering zich met deze circulaire op een zeer gevaarljjk terrein begeeft. Wanneer de zending door het bestuur moet worden aangemoedigd, rgst van zelf de vraagwelke zending En in dien alle zendingen in geljjke mate, behoeft het geen lang betoog om aan te toonen dat de deur wjjd wordt opengezet voor allerlei strjjd op godsdienstig gebied. Het blad eindigt aldus: De bevolking heeft recht op. haar eigen ge loof waarmede zij niemand hindert en dat haar niet hinderljjk mag gemaakt worden door, laat ons zeggen»den ijver" van blinde be- keerwoede. Deze circulaire is weder een bewijs dat wij hoe langer hoe meer geregeerd worden door menschen die Indië niet kennen, niet verstaan, geen beBef hebben van hetgeen ons gezag in deze gewesten heeft, in stand hield en big vend mogeljjk maakt. REVANCHE. In Enkhuizen heeft de verkiezing voor den gemeenteraad een zeer verrassenden afloop had. De beide aftredende antirevolutionnaire leden, de heeren Jb. Moll en N. Sluis Pzn., die respectievelgk 33 en 24 jaar in den Raad zitting hadden en steeds hun mandaat met medewerking van kiezers van alle partgen verlengd zagen, zgn niet herkozen, maar met een verpletterende meerderheid door liberalen vervangen. Vooral voor den heer Sluis, die op 14 Juni 11. tot Kamerlid voor dat district werd gekozen, xs dit eene politieke nedenaag van groote beteekenïs. Hg, die toch èn aan zijne groote handelszaak, èn aan zijne per soonlijke relatiën zjjnen Kamerzetel dankt bleef 1/3 van de stemmen achter bg een tegenstander die voor vele Enkhuizers nog tameljjk wel een onbekende was, daar hg nog maar zeer kort in de gemeente woont. »Die nederlaag is, naai" men aan het Ebld. meldt, toe te schrijven aan de verontwaar diging, gewekt door de hoogst unfaire wjjze waarop in dat district de strjjd door de anti revolutionnaire partg is gestreden, waarbg eene zoogenaamde vertrouwelgke circulaire, in het EEN PERS-INCIDENT. Niet de heer mr Keiler, maar de hees R. Schwarz is hoofdredacteur van het Volksdag blad. Eerstgenoemde is aan het Nieuwsblad voor Nederland verbonden. Omtrent het incident bjj het Volksdagblad wordt nog gemeld dat na de weigering van redactie om mr Van Hall als lid der Tweede kamer aan te bevelen de directeur, buiten den hoofdredacteur om, strooibiljetten ter aanbeveling van de candidatuur-Van Hall had doen drukken, teneinde die in de courant gevouwen, te verspreiden. Dit plan was ech ter bjjtgds door den heer Schwarz ontdekten verijdeld. In eene inededeeling aan het publiek zegt de heer Schwarz ten slotte het volgende Door een toeval heb ik dit bedrog ontdekt en de verspreiding van dit biljet weten te ver hinderen. De vrees blgft echter gewettigd, dat heden of morgen met medewerking van onzen directeur en van één of meer commissarissen een nieuwe manoeuvre wordt op touw gezet, waardoor de goede naam van Het Volksdagblad ernstig wordt bedreigd. Nu gebleken is, dat de directeur en een paar commissarissen niet die mate van onaf- hankelgkheid tegenover den grooten aandeél- houder bezitten als noodig is voor een demo cratisch orgaan, dat uit den aard van zgn be staan niemand en het allerminst een financier mr Van Hall naar de oogen mag zien, >nt de redactie, ook om alle schjjn van medeplichtigheid te ontgaan, niet langer de verantwoordelgkheid voor den inhoud van het blad te kunnen dragen. Wg behoeven onze lezers niet te zeggen, dat het besluit om te breken met het blad, ,raan wg van de oprichting af zgn ver bonden geweest, ons veel heeft gekost. Maar wg mochten het niet gedoogen, dat de eer van ons vaandel, hetwelk steeds onge rept is gebleven, werd besmet". BESOEMISGEN ENZ. Bg kon. besluit is aan H. L. Waterbeek, op zgn verzoek, eervol ontslag verleend als notaris te IJssel- monde is benoemd tot ambtenaar van het O. M, j de kantongerechten in het arr. Maastricht, ter standplaats Maastricht jhr mr Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck, thans kantonrechter- plvv., advocaat en procureur te Maastricht; zgn benoemd tot ontvanger der dir. bel.: te Maastricht c. a. H. G. R. Ellens, ontvan ger te Tielte Vreeswgk c. a. D. A. Breen, commies ter directie te Maastricht; zgn in de orde van Oranje-Nassau benoemd: tot officier, de offi. van gezondheid Ie kl. van het O.-I. leger J. H. P. van Kerckhoff en tot ridder, de offi. van gezondheid 2e kl. van voormeld leger H. O. Bunning is benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Sittard J. G. van Nauta Lemke, thans in gelgke betrekking te Heem- bestuur van het Mannencomité en vertegen woordigers van onderscheidene plaatseïgke eomité's van het Roode Kruis. Voor zoover de dienst het toeliet, warea de in het gesticht werkzame verpleegsters in de gelegenheid gesteld de vergadering bjj te wonen, die door den voorzitter van het hoofd comité, K. J. G. baron van Hardenbroefc van Bergambacht, werd geopend met een toe spraak. De onderscheidingen, waarvan in ons vorig nommer melding is gemaakt, werden daarna uitgereikt. KORTE MEDEDEEIiINGEN VERGADERINGEN. In de Woensdag voortgezette vergadering der Nederlandsche maatschappij ter bevordering van nijverheid werd het voorstel om het trac- tement van den algemeenen secretaris, den heer De Clercq, met 500 te verhoogen en te brengen op 2500, bg acclamatie aangenomen, Z i er i k z e e besprak de wenschelgkheid van contributieverlaging, waardoor het leden tal grooter zou worden. Noch directeuren noch afgevaardigden echter achten dit geradenzg vreezen daarvan veel eer belangrgke vermindering der inkomsten. De voorzitter der maatschappg werd als zoodanig herbenoemd. Onder applaus verklaarde hg het voorzitter schap weder aan te nemen. De volgende vergadering zal te Utrecht worden gehouden. Door het hoofdcomité der Vereeniging Het Roode Kruis was tegen Woensdag middag te '8 Gravenhage in het Zusterhuis een buiten gewone vergadering belegd met het doel om aan verschillende leden der ambulances, die langer of korter tgd in Zuid-Afrika werkzaam waren, de onderscheidingen uit te reiken, hun door II. M. de Koningin verleend. Daartoe waren zg dan ook dien middag in de ver gaderzaal vereenigd. Bg de plechtigheid waren voorts nog ge- noodigd het Haagsche Vrouwencomité, het UIT STAD EN PROVINCIE, Bg kon. besluit zgn, zooals nog in een groot deel der oplaag van ons vorig nommer is vermeld, benoemd tot eerste-luitenant bjj dd. schutterij te Goes: T. Paberjr de Jonge, thans tweede-luit., en tot tweede-luit. J. K. Verhoek, thans sergeant. Verder is een pensioen van 501 verleend aan B. C. van Driel, onderwgzer aan eene o. 1. school te G o e s, en van 1113 aan H. B. J. van de Kreke, adj. comm. ie kl. ter provinciale griffie van Zeeland. In hetgeen wjj in het vorig nommer overnamen uit het jaarverslag over 1900 van Ons Huis alhier is een abuis geslopen. Wg zeiden dat de heer T. N. van der Ley leB gaf in Nederlandsche taal en schrgven, maar we hadden moeten schrgven dat de heer A. Passenier in die twee vakken onderricht gaf. Woensdag herdacht de heer D. de Wolf, eerste machinist aan de stoommeelfabriek der firma wed. J. H. C. Kakebeeke Gz. alhier, zgn 25-jarige werkzaamheid bjj die finna. Zgne patroons schonken hem een klinkend bewgs van waardeering en instemming met zgn jnbilé. Dit Vlissingen schrgft men ons Woensdag tegen den avond viel er weer eens een kind te water, dat op de gewone, 'vlugge manier weer net zoo spoedig op 't droge was. Natuurlgk waren er heel wat beenen in beweging, vooral van de lieve jeugd, ;emoed nogal in beroering gebracht wordt door de op handen zgnde kermis. Die zal van 't jaar niet »mooi" zgn, zegt men en dat wel ten gevolge van het hooge staan geld dat geëischt wordt. Nu zgn er die be weren, dat men op die wgze de kermis wil doodmaken Of 't waar is Op de Zuidelgke ponton aldaar is men Woensdag wg meldden het toen nog onder Laatste berichten vanwege den waterstaat, begonnen met het als proef maken van een soort paviljoen, ten dienste van vorstelgke personen, die daar willen landen. De firma B. Neelmeger van Middelburg is met de uitvoering belaBt. Te Goes is een valsche gulden ont vangen. Ook in Holland, o. a. in Delft, zjjn ze weer in omloop. Onder St. AnnaLand sloegen Dins dagavond bg het vervoeren van karwei bg den landbouwer Zandee in den Joanna Maria- polder de paarden, voor een wagen gespannen, op hol. De zich op dien wagen bevindende 61jarigen arbeider A. K. geraakte daardoor gekneld tusschen het voertuig en een boom, waarbg zjjn linkerbeen geheel vermorzeld werd. Bewusteloos naar zgn woning gebraeht, overleed hg daar spoedig, vermoedelgk door het hevig bloedverlies. Twee personen, die zich mede op den wa gen bevonden, werden er afgeworpen, doch kwamen met den schrik vrg. Kamer van Koophandel en Fabrieken te Vlissingen. Vergadering van Woensdagavond te 8 uren. Door afwezigheid van den heer Verkuyl Quakkelaar, wegens ziekte, bekleedt de heer Jos. van Raalte het voorzitterschap. Tegenwoordig zgn 6 leden. Afwezig de heeren Verkuyl Quakkelaar, WilkenB en "Van Niftrik. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Ingekomen zgn de volgende stukkenhet rapport der commissie inzake het bekende adres van den heer De Jonge, betreffende zgne gewensebte aanstelling als makelaar in de gemeente Vlissingen. Dit adres is reeds per circulaire behandeld. Voorts een brief van den minister van waterstaat, betreffende de kamers van arbeid in Vlissingen deze is ge steld in banden der desbetreffende commissie en verder bg circulaire behandeld, evenals het rapport der commissie. Verder zgn ingekomen ©en bericht omtrent de sluiting van het kanaal BruggeGent; ©en aanvullmgslgst van schepen voor het

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1901 | | pagina 1