MIDDELBIJRGSCHE COURANT.
Vrijdag
7 Juni.
N°. 132.
144e Jaargang.
1901.
Dinsdag 11 Juni.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor a Je plaatsen in Nederland franco p.p., f 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent
6 Juni8 u. vm.
licht bewolkte lucht, droog en warm weer.
THERMOMETER EN VERWACHTING.
gr., 12 u. 73 gr., av. 4 u. 71 gr. F. Verwacht: zwakke wind,
Advertentiên20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten era
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50-, elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel
Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiên en reclames, niet afkomstig nit Zeeland, betreflend*
Handel, Njjverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau
A. OE LA MAR A«K., N.SÉ. Voorburgwal SM'
Middelburg 6 juni.
De aanstaande week wordt een hoogst
belangrijke voor den politieken toestand
van ons land.
Twee gewichtige verkiezingen binnen den
tijd van vier dagenhet is waarlijk van de
kiezers te veel gevergd.
Maar de noodzakelijkheid is hun nu een
maal opgelegd.
En dan willen wij hopen dat de schijn
bare stilte, welke nu nog heerscht, gelijk zal
zijn aan eene die den storm vooraf gaat.
Het is toch dringende plicht, dat men zijn
s^em uitbrengt, wanneer men daartoe ge
legenheid heeft en geroepen wordt.
Het geldt hierbij de groote vraagin
welke richting zal óns land in de eerst
volgende vier jaren bestuurd worden
En waar nog altijd de leden der Eerste
kamer gekozen worden door de Provinciale
Staten, is het zaak ook bij de keuze voor
dit college goed toe te zien op wien men
zijn stem uitbrengt.
Bij het voortdurend, stelselmatig, krachtig
pogen der anti-liberalen, helaas niet zonder
succes, om door versterking van hun ge
lederen in de Provinciale Staten, tenslotte
tot eene omzetting der Eerste kamer te
geraken, is het dringend noodig met alle
macht daartegen te waken en den invloed
van onze tegenstanders in die richting te
breken.
Maar er is nog iets, dat vooral onze
provincie geldt.
Wij hebben nu eenigen tijd het roer in
handen gezien van eene anti-vrijzinnige
meerderheid.
In het college van Gedeputeerde Staten
zijn de liberalen in de minderheid.
En wat is nu sedert dien veranderd
Niets, wij hebben het in Juli van het
vorig jaar reeds opgemerkt.
Trots al het geroep over liberaal wan
beheer, hebben de mannen, die op het
kussen zijn gebracht, slechts gevaren in het
liberale zog, precies het voorbeeld gevolgd
van de vrijzinnige mannen, die voor dien tijd
de provincie met zooveel succes bestuurden.
Het eenige wat wij destijds vernamen
was dat er voor de stokers en het dekvolk
der Provinciale stoombooten nog nooit zoo'n
drukke dienst is geweest als juist onder
het huidig anti-liberaal, christelijk beheer.
Van 's morgens vier tot 's avonds half
negen duurt dagelijks hun werk. Alleen
met het oog op de Zondagsrust is eene
iets gunstiger regeling gemaakt.
Heet dat soms verbetering?
Uit algemeen oogpunt, in het belang der
provincie, is de verandering van de meer
derheid dus van geen nut geweest. In de
jaren, dat de anti-liberalen het gezag in
handen hadden, hebben zij niet geregeerd
maar geadministreerd en hoe zij dat deden,
daarover zij het oordeel aan hen die hen
meer van nabij in hun werk hebben kunnen
gadeslaan.
Wij hebben nu alleen te verklaren dat
wij de anti-liberale leden der Provinciale
Staten, evenmin als vroeger, kunnen en mo
gen aanbevelen, en aan te wijzen welke
personen wij gaarne hunne plaatsen zagen
innemen of als liberaal lid herkozen zouden
willen zien.
En dat zijn de volgende heeren voor de
districten
Mi ddelburg.
H. P, den Bouwmeester.
J. Marinissen.
Jhr C. J. J. A. van Teylingen.
Vlissingen.
A, A. A. E. Gewin.
Jhr C. J. J. A. van Teylingen (Aftr.)
C. L. van Woelderen (Aftr.)
Goes.
E. A. van der Bent.
J. H. O. Dominicus.
W. P. H. Lenshoek.
G. Zuijdweg.
Z i e r i k z e e.
M. Bolle Lzn.
J. H. O. Heijse.
O. J. Hocke Hoogeboom,
alle drie aftredende leden.
Hulst.
Ph. J. van Dixhoorn.
G. A. Vorsterman van Oyen.
Jules Vogelvanger.
H. G, E. van IJselsteijn.
Sluis.
J. L. I. de Bats.
J. Erasmus.
H. G. Hammacher,
eveneens alle drie aan de beurt van aftre
ding.
In het district T h o 1 e n is geen strijd
jhr mr E. A. O. de Casembroot, het libe
rale lid, is reeds bij tde candidaatstelling
als gekozen verklaard.
Wij verheugen ons over de herkiezing
van dit lid van Gedeputeerde Staten.
In de districten Middelburg en
Vlissingen is men ditmaal zeer ge
lukkig geweest met het stellen van candi
dates
Naast de bekende heeren H. P. den
Bouwmeester en jhr C. J. J. A. van
Teijlingen stelde men in de kïesvereeni-
gingen, tot het district Middelburg
behoorende, een vertegenwoordiger van den
landbouwenden stand, den. burgemeester
van St. Laurens J. Marinissen, een zeer
bezadigd, degelijk man, algemeen bekend
en geacht en zeer vertrouwd met de
belangen van Walcheren, vooral die van
den landbouwwat ook erkend werd, toen
men hem koos tot lid van het bestuur dei-
afdeeling Walcheren van de Zeeuwsche
Landbouwmaatschappif.
Over den heer Den Bouwmeester, den
even flinken als werkzamen wethouder van
Middelburg, den voorzitter van den polder
Walcherendie reeds lang, evenals destijds
zijnvoorganger, de heer D. A. Dronkers,
een plaats in de Provinciale Staten had
moeten innemen, kunnen wij kort zijn.
Wij wezen reeds herhaaldelijk op zijne
verdiensten en zijne geschiktheid, uit prac-
tisch oogpunt, voor Staten-lid.
Dat zij, die bij den polder Walcheren
belang hebben, nog altijd niet toonden te
begrijpen van hoeveel gewicht zulk een
vertegenwoordiging daarvan in de Staten
kan zijn, is ons onverklaarbaar.
Wij herhalen wat wij vroeger reeds
schrevende voorzitters der polders De
Breede Watering bewesten Ierseke, op Zuid-
Beveland, en van Schouwen zijn lid der
Staten-, die van den niet minder gewichtigen
polder Walcheren is dit niet.
Het is allerzonderlingst, dat velen zoo
kortzichtig zijn, en door allerlei drogredenen
en beweringen, die met de practische be
langen van den landbouw niets te maken
hebben, zich laten weerhouden den voor
zitter van bun polder te brengen op een
plaats waar hij voor dezen en voor hunne
belangen zoo nuttig kan wezen.
Zij zijn in hun eigen licht.
De heer Van Teijlingen heeft, in de
Staten zijn sporen al lang verdiend. Over
hem behoeven wij waarlijk niet uit te wijden.
Men stemme hem ook algemeen aan
onze zijde, zoowel in Middelburg als in
Vlissingen en de plattelandsgemeenten in
beide districten.
Men late zich hiervan niet afhouden door
de redeneering dat hij voor het district Vlis
singen zit. Daar is zijne herkiezing lang
niet zeker, evenmin als die van den wak
keren directeur der Zeeland.
Wij weten dit trouwens voldoende nit
de ervaring.
Alle krachten moeten inge
spannen worden om hem in de
Staten te behouden.
In het district Middelburg onthoude
geen onzer zijn stem aan den heer Van
Teijlingen, teneinde op alles voorbereid
te zijn.
Mocht genoemde heer in Vlissingen vallen
wat wij niet hopen dan is het goed
als in Middelburg hera een mandaat is
opgedragen.
En wordt hij in beide districten gekozen,
dan kan hij zelf nog nagaan voor welk
district het meest gewenscht is dat hij
opteert.
In den heer A. A. A. E. Gewin deed
Algemeen Belang te Vlissingen eene uit
muntende keuze. Hij is een man van alge-
meene kennis, die als lid van den raad en
om zijne vele bemoeiingen voor tal van
nuttige instellingen in zijno woonplaats zeer
geacht is.
Dat het district Vlissingen voor den heer
C. L. van Woelderen, den leider eener Maat
schappij, waarbij de belangen der havenstad
zoozeer zijn betrokken, het mandaat niet
zou hernieuwen, komt ons haast ondenk
baar voor. Maar men lette op de macht
der tegenstanders, die veel, zeer veel ver
mag. Er zal ook voor hem gestreden
moeten worden.
Dit geldt ook voor de districten Goes
en Zierikzee.
In Goes staan de kansen niet gunstig,
maar toch wanhope men niet.
Men strijde zoolang men kanmen heeft
nu mannen, bekend in de verschillende
deelen van Zuid-Beveland, en hunnerzijds
ook op de hoogte van de eischen van den
tijd en van de belangen van het district.
Wat Zierikzee betreft, wij hebbende
liberale kiezers daar alleen ernstig
te waarschuwen tegen overschatting van
eigen kracht.
Bij de laatste tusschentijdsche verkiezing,
op Vrijdag 3 Mei, is toch gebleken hoe
sterk de tegenpartij is. Haar candidaat be
haalde een zeer aanzienlijk aantal stemmen
976 tegen 1078 op den 2Steer G. J. Hocke
Hoogeboom.
Een verschil slechts van honderd stemmen
Lag de schuld aan de lauwheid der libe
ralen of aan de toenemende kracht der anti-
revolutionnairen
Hoe het zij een kenschetsend, een ern
stig teeken des tijds is het zeker.
Zierikzee handhave toch met alle
macht zijn naam van liberaal district.
Het toone dit vooral reeds Dinsdag
door eene groote meerderheid te verschaffen
aan de heeren M. Bolle Lzn, J. H. C.
Heijse, den veteraan in onze Staten, en
C. J. Hocke Hoogeboom.
In het district Hulst zal met de libe
rale candidaten wel niet veel kans van
slagen zijnmaar daarom is onverschillig
heid niet gewenscht.
Men weet niet het bondgenootschap
tnsschen de katholieken en de anti-revolution.
nairen is niet zoo heel sterk en vooral aan
de zijde der laatsten is de band vaak los
wat er nog gebeuren kan of een herstem
ming nog niet mogelijk is.
In elk geval zijn mannen als de heeren
Ph. J. van Dixhoorn, G. A. Vorsterman
van Oyen, Jules Vogelvanger en H. C. E-
van IJselsteijn uitstekend geschikt om als
protest-candidaten de stemmen op zich te
vereenigen van alle anti-clericalen.
Wij wekken in elk geval de kiezers van
vrijzinnige richting in dat district op hun
plicht niet te verzuimen.
Wij gelooven wel niet dat, evenals in
andere districten vau Zeeland, in het dis
trict Sluis gevaar dreigt voor de aftredende
leden, maar men zij toch op zijne hoede.
Te elfder ure is men van anti-revoluti-
onnaire zijde nog met een candidaat voor
den dag gekomen.
Dat is een taktiek, die de onzen tot voor
zichtigheid moet aansporen en tot het vaste
besluit om niet, om persoonlijke of andere
redenen, af te wijken van het aftredend
drietal.
Elke stem, aan een der candidaten ont
houden, versterkt de kans voor dien eenen
tegencandidaat.
En hoe licht komt men er toe op een
der drie niet te stemmen
Dat men dit vooral nalate
In het district Sluis dienen alle vrijzin
nigen op hun post te zijn.
Over de poging om in eigen boezem ver
deeldheid te zaaien, zwijgen wij liefst.
Wij kunnen ons niet voorstellen dat de
personen, die men daarvoor op den voor
grond heeft gesteld, met zulk een pogen
ingenomen zijn. Voor eene dergelijke oppo
sitie in eigen boezem is op dit oogenblik,
dunkt ons, geen enkele gegronde aanleiding.
Armenwet en nog wat.
Het wetsontwerp tot herziening der regeling
van het armbestuur, dat nu de Tweede kamer
heeft bereikt, berust, wat het stelsel ten aan
zien der kerkelijke of bijzondere instellingen
van weldadigheid betreft, op de volgende be
ginselen De wetteljjke regeling omvat alle
instellingen van weldadigheid, die armenver
zorging in of buiten gestichten voortdurend
ten doel -hebbende wet onderscheidt o. a.
kerkelijke en bijzondere instellingen. Deze
zjjn onderworpen aan het toezicht der inspec
teurs. Een algemeene maatregel van bestuur
zal voorschriften geven nopens de inrichting
ook der kerkelijke en bijzondere Gods-, zieken
en werkhuizen. Aan genoemde besturen wordt
de bevoegdheid gegeven, de Kroon te vragen
de instelling van een plaatselijken Armenraad,
waarin zij vertegenwoordigd kunnen worden,
evenals in het college van beheer van het
Burgerljjk Armbestuur. Genoemde instellin
gen kunnen uit gemeentefondsen subsidiën
verkrijgen.
Ten opzichte van de Burgerlijke Armenzorg
wijkt de nieuwe regeling van de bestaande
vooral af door voorschriften, die «dubbele
bedeeling" moeten voorkomen. De Burgerlijke
Armenzorg zal metterdaad uitsluitend zorg
voor armen moeten zjjn en de wet zelve
bakent het gebied af waarover de Burgerlijke
Armbesturen hun bemoeiingen uitstrekken.
In verband hiermede wordt een werkhuis
stelsel in de gemeenten ingevoerd, verbonden
aan nauwkeurig onderzoek en voortgezet
toezicht.
Met bespreking van dit ontwerp zal men
zeker goed doen te wachten tot na September.
Wij weten dan hoe de Tweede kamer is
samengesteld en vooral welke regeering alsdan
aan het bewind is.
Zoo kort vóór de verkiezingen, waarvan de
afloop door niemand valt te voorspellen, is
het geen tjjd ontwerpen te bespreken die, hoe
belangrijk ook, misschien niet eens aan de
orde komen.
Er is dezer dagen der Regeering een verwijt
gemaakt van de indiening van ontwerpen, als
dat betreffende de Zuiderzee en nu weer dit
betreffende armenzorg, zoo kort vóór den
afloop dor vierjarige periode.
Men noemde dit reclame-makerij.
Met dit beweren, vooral van anti-liberale
zijde luide klinkend als verkiezingswapen,
zjjn wjj het niet eens.
Wjj meenen dat de regeer mg door die in
diening toonde hare beloften te willen houden
en getrouw te willen zjjn aan haar program.
En dat valt te prjjzen.
Liever hadden ook wjj de indiening van die
ontwerpen veel vroeger gezienmaar men
vergete aan den anderen kant niet dat er veel
reeds is tot stand gebracht, maar ook vooral
veel onafgedaan bleef.
Er was nog genoeg werk aan den politieken
winkel.
Dat dit met is afgedaan, ligt niet aan het
ministerie, maar aan de wjjze van werken in
ons parlement; aan het onloochenbaar feit dat
veel tjjd wordt verbruikt met onnoodige rede
neeringen.
In de laatste weken van haar bjjeenzjjn
heeft de Tweede Kamer dit moet haar ter
eer gezegd worden zich dapper geweerd.
Er wordt nog een eigenaardig verkiezings
wapen gehanteerd.
Men komt van anti-liberale zjjde telkens
met de bewering, dat veel tot stand kwam,
niet alleen door de vrijzinnigen, maar met be
hulp van eenige tegenstanders in de Kamer.
Een eigenaardige redeneering.
Meent men daarmee de clericale partjjen
een pluim op den hoed te zetten?
Het pleit juist tegen haar dat slechts en
kele harer leden meewerkten en niet allen.
En hoevele goede zaken zjjn door dr Kuyper,
mr Lucasse en de zijnen men denke slechts
aan de Ongevallenwet niet gesteund of
bedorven
Met recht is tegenover die bewering opge
merkt hoe nuttig en noodig het is, juist met
het oog op de geringe medewerking, waarop
men zich nog durft te laten voorstaan, de
gelederen der vrijzinnigen in de Tweede Kamer
te versterken.
Dan hangen zij, bij het tot stand brengen
van nuttige en dringend noodige zaken, niet
meer af van enkele leden der tegenpartij wien
het behaagt mee te werken, terwijl hunne
medestanders oppositie voeren a tort et a travers.
Aan den heer M. Salberg
geeft de redactie van De Nederlandsche Bakkers
courant, naar aanleiding van zjjn antwoord
men zie ons nommer van 29 Mei - het vol
gend bescheid
De heer S., zijn traditie getrouw, heeft dan
weer eieren voor zjjn geld gekozen. Eerst zou
hij ons Redactie-artikel niet beantwoorden
en nu we niet aan zijn eisch voldoen, zal hjj
het maar wel doen.
Altjjd marchandeeren, zelfs in de politiek.
Ter zake. Over de hoofdzaak zijn wjj beiden
het eens. Onze Regeering dient maatregelen
te nemen om in tgd van oorlog brood te
hebben. Jaren achtereen hameren wjj reeds
op dat aanbeeld. De heer S. komt er nu pas
mede aan. Wjj zijn dus op dat punt mede
standers en kunnen dus samenwerken.
Over de middelen hoe daartoe te geraken,
daarop komen wjj nog wel eens terugwat
wjj ontkennen is juist het punt, waarom
eigenljjk de brochure van den heer S. ge
schreven is, dat er verband zou bestaan tus-
schen voorraden en inkomende rechten.
Thans, bjj het onbeschermde artikel, komen
tjjden voor van voorraden en van gebrek er
aanen als het meel bjj invoer eens belast
mocht worden, zullen beide gevallen zich
ook big ven voordoen.
Dat de graanhandel in Nederland verloopen
zou zijn, is mede oorzaak van die graancon-
sumenten, die wel graan verwerken, maar die
niet hier te lande koopen. De firma Kake-
beeke ts er voor bekend, dat ze uit principe
nooit het benoodigde graan in Nederland
koopt, maar wel daarbuiten, zelfs al kan ze
hier even goedkoop terecht als te Antwerpen
of elderB.
De heer S. stelt zjjn vak aan het niet
wetende publiek eenigszins vreemd voor. Er
is slechts sprake van, dat de handel in graan
veranderd iB ten deele in een handel in meel.
Zoowel de grondstof als het product moeten
van buiten aangevoerd. In beiden wordt
handel gedreven, en al is de graanhandel
kwjjnende, de meelhandel breidt zich uit. Er
is hier slechts sprake van remplaceering. De
heeren fabrikanten vergeten een weinig, dat
hun vak de plaats inneemt van den vroegeren
loonmaalder, die zonder risico werkte voor
den bakker. De meelfabrikant is dus in den
eigenljjken zin van het woord geen fabrikant,
want hg produoeert niets, hg bewerkt slechts
het graan, en levert dus een half product.
Als de bakker zjjn graan weer zou gaan malen,
zouden er in het minst geen inkomende
rechten noodig zijn.
Ieder meelfabrikant, die zjjn roeping ge
trouw bljjft, en zjjn graan koopt en zjjn meel
weer verkoopt, zal het minste last van de
buitenlandache concurrentie ondervinden. Er
is echter nog een ander soort van meelfabri
kant, en dat is degeen, die er een speculatie
vak van maakt, en die zeer spoedig den weg
van alle andere speculanten zal moeten volgen.
Dat soort fabrikanten ia voor den geheelen
handel lastig en nadeelig. Vandaag zjjn ze
woest, willig, trachten uit ieder politiek be
richt munt te slaan, laten zich, over alleB en
niets, overal vandaan telegrammen zenden, en
zjj houden zich den geheelen dag onledig met
de markt te bewerken, terwjjl ze morgen,
zonder dat de tarweprjjzen er aanleiding toe
geven, voor l(4 gulden lager verkoopen, en
anderen dwingen hen te volgen. Dit zjjn de
heeren, die in het belang van den bloei van
het vak zoo spoedig mogel jjk moesten opdoeken.
Ze brengen de koopers, en vooral de groote
koopers (broodfabrikanten) meermalen voor
deeltjes aan, maar toch zjjn ze ook meermalen
aanleiding, dat men den broodprjjs vaak gaat
verlagen, zonder dat daartoe anders, dan op
die gronden aanleiding bestaat. Want wan
neer ze dan door deze tijdelijke lagere aan
bieding, plotseling eenige duizende baaltjes
verkocht hebben, en de andere fabrikanten
eindelijk gedupeerd zgn deze speculanten te
volgen, dan noteeren ze dadelgk weer 1/4
gulden hooger.
Het ligt voor de hand, dat deze heeren die
kunstjes niet vrijwillig uithalen, maar hiertoe
gedwongen worden door zekere oorzaken, die
we hier niet meer uitgebreid behoeven uiteen
te zetten, maar die we zoo noodig aan onze
regeering wel willen mededeelen.
Dit zgn inlichtingen, die ons door den
grootsten meelkooper en consument gegeven
zgn, die ten volle onze meening staaft, dat,