MIDDELRIRGSCHE COURANT N°. 121. 144® Jaargang. 1901. Vrijdag 24 Mei. te Middelburg. Deze courant, verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zou- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor aie plaatsen in Nederland franco p.p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THERMOMETER EN VERWACHTING. 23 Mei8 u. vm. 56 gr., 12 u. 67 gr., av. 4 n. 69 gr. P. Verwacht: licht, bewolkte lucht, droog weder, weinig verandering in temperatuur. matige N. wind, Advertenliên20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 11 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiè'n en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen AdverteEteBm^au A. RE KjA MAR Aam., K.S. Toorbm^fial 266, Amsterdam. Maandag a., Tweeden Pinksterdag, verschijnt de Middelbnrgsehe eonrant niet. Middelburg 23 Mei. Naar aanleiding van de bepaling door den gemeenteraad van dit schoolgeld op 50 per leerling, heeft de Commissie van toezicht op de scholen voor lager onderwas alhier het volgende adres gericht aan genoemden raad: De commissie van toezicht op de scholen voor lager onderwijs in deze gemeente heeft de eer zich tot u te wenden met verzoek terug te komen op het besluit, in uwe verga dering dd. 19 December 1.900 genomen, waarop het schoolgeld voor de nieuw op te richten school J op 50 wordt gesteld. Zjj betreurt het, dat zjj zich verplicht ziet u in dezen ongewonen vorm hare inzichten hieromtrent mede te deelen ware, geljjk zij gemeend had te mogen verwachten, haar advies van te voren ingewonnen, zjj zou reeds dan op het h. i. onnoodige van den getroffen maatregel gewe zen hebben. Zjj noemt den maatregel, waarbjj het schoolgeld voor de nieuw op te richten school zoo aanzienljjk wordt verhoogd 1) onnoodig, niettegenstaande de becijferingen, die op blz. 108 en 109 van de eerste afdeeling van uwe Handelingen over 1900 staan afgedrukt, eene verhooging van het schoolgeld scbjjnen te wettigen, want zg acht die becijferingen on juist en onvolledig. Immers de bovenbedoelde raming van de jaarlijksche kosten van school J geèft een eindcijfer van 12450, terwijl de tegenwoordige kosten van scholen D en E volgens de bovenaangehaalde opgave 10025 'sjaars bedragen. Dit verschil van 2425 aan jaarlijksche uitgaven heeft gediend om de verhooging van het schoolgeld tot 50 te motiveeren. Beziet men evenwel de cjjfers der raming nauwkeuriger, dan bljjkt dat de uitgaven voor de nieuwe school te hoog zjjn berekend. In de eerste plaatB vestigt de commissie de aandacht op den post betreffende de jaarwed den van het personeel der nieuwe school behalve het hoofd. Uit de toelichting blgkt, dat bjj deze raming (ad 8950) gerekend is op vier parallelklassen en dus op vier. onder wijzers meer dan het verplicht getal. Die raming was reeds overdreven 1 maximum van 30 leerlingen in eene klasse, want slechts bjj twee klassen werd dat maxi mum overschreden, en het schjjnt voorbarig bg een aanzienlgke verhooging van het schoolgeld tevens op eene verhooging van bet getal leerlingen te rekenen. Maar uwe vergadering heeft het maximum leerlingen in elke klasse op 36 bepaald, en. hoewel wg die beslissing betreuren, onder die omstandighe den schijnt voor de inrichting van parallel klassen vooreerst geen nood te zgn. 2) Dit erkent ook het college van dagelgksch bestuur, dat zegt Handelingen 1900 Eerste af d. blz. 107) »In 1895 was geene zoodanige verhooging van schoolgeld noodig, omdat toen niet werd geëischt, dat de klassen niet meer dan leerlingen zouden mogen bevatten." En dit argument versterken burg. en weth. nog, waar zg (bl. 139 Handelingen over 1900 Eerste af daling) erkennen zich te hebben vergist en in 1895 geene verhooging van schoolgeld te hebben voorgesteld, hoewel het maximum leer lingen toen op 30 werd gesteld. Thans nu het maximum op 36 is gebracht, is de verhoo ging van schoolgeld dus des te minder gemo tiveerd, al is dan ook het getal leerlingen sedert 1895 iets toegenomen. Zoo men nu voor elk der vier onderwijzers, wier aanstelling bjj school J door uwe verhooging van het maximum leerlingen in elke klasse tot overbodig geworden is, een jaarljjksch trakte ment stelt van 550, wat zeker zeer berekend ia, dan volgt hieruit, dat de boven bedoelde post voor salaris van het onder- wijzend personeel moet worden verminderd metf 2200 Nog ia bg de bovenbedoelde raming ver zuimd twee posten in rekening te brengen, 1) Op de scholen D en E, in wier plaats school J heeft te treden, bedraagt het school geld in de lagere klassen respectievelijk f 20 en 30, in de hoogere 30 en 40. 2) In de eerste vier maanden van dit jaar bedroeg het getal leerlingen der scholen D en E in de eerste klasse 17, in de tweede 28, in de derde 26, in de vierde 28, in de vjjfde 34 en in de zesde 28 leerlingen. Het getal van 34 teerlingen der 5e klasse Ir aan het einde van April tot 32 gedaald. vooreerst de huurwaarde van het huis, waarin thans school E gevestigd is, en dat door de opheffing dier school voor andere doeleinden beschikbaar komt, laag geraamd op een be drag van225 en in de tweede plaats het schoolgeld der kinderen, die de nieuw in te stellen voorbereidende klasse zullen bezoeken. Burg. en weth. brengen namelijk wel in reke ning het schoolgeld, dat volgens hun stelsel in die voorbereidende klasse zal gehe ven worden maar ook zonder verhooging van schoolgeld zou die voorbereidende klasse leer lingen bevatten en dus aan schoolgeld eene zekere som opbrengen, die voor eene juiste vergeljjking tusschen de opbrengst van het schoolgeld volgens het oude en volgens het nieuwe systeem in aanmerking moet worden genomen. Burg. en weth. stellen bg eene schoolgeldheffing van 50 dat getal kinderen op 15, het zal bij een matiger schoolgeld dus zeker niet minder zgn. Zoo voor de kinderen, die de voorbereidende klasse zullen bezoeken, hetzelfde schoolgeld gevorderd werd als thans geheven wordt voor het schoolbezoek van de klasse van school D 20) dan bedraagt toch dat meerdere schoolgeld reeds300. De jaarljjksche kosten van school J over treffen dus in geenen deele die van de beide scholen D en E met 2425, integendeelde jaarlgksche uitgaven voor de nieuwe school zijn te hoog berekend tot een totaal bedrag van 2200 -f 225 -f 300 2725. Wel verre dus, dat school J jaarlgks ƒ2425 meer koBt dan scholen D en E, zal zg elk jaar 300 minder kosten. Daardoor is dus eene verhooging van het schoolgeld in geenen deele gemotiveerd. Eene volgende opmerking is, dat ook de raming van de inkomsten uit een schoolgeld van 50 veel te hoog is. Immers onder de leerlingen van scholen D en E zgn er thans wier ouders, bljjkens hun aanslag in de gemeentelijke inkomstenbelasting geen koo- ger inkomen dan 800 bezittendie kinde ren zullen, nu het Bchoolgeld op 50 is ge bracht, onmogeljjk school J kunnen bezoeken. De inkomsten, waarop het schoolgeld be rekend is, zjjn dus 20 X 50, d. w. z. 1000, te hoog geraamd. Bovendien rekent het college van dagelgksch bestuur op een bezoek der voorbereidende klasse door 15 leerlingenook dit cjjfer komt de schoolcommissie niet weinig geflatteerd voor; zg betwgfelt zeer, of er in deze gemeente ouders gevonden zullen worden, die hunne kinderen naar die voorbereidende klasse, onge veer gelijk staande met eene bewaarschool, zullen zenden, zoo daar een schoolgeld van 50 wordt geheven, en meent, dat de inning dier 750. waarop het schoolgeld dgr voor bereidende klasse is geraamd, eene illusie van burgemeester en wethouders ïb. De schoolcommissie komt dus tot deze dubbele conclusie lo. dat, waar de uitgaven voor school J 300 minder bedragen dan die voor de scholen D en E, verhooging van het school geld onnoodig is, en 2o. dat de heffing van een schoolgeld van 50, wel verre van eene meerdere opbrengst van 2425 op te leveren, zeker 1750 onder die raming blijven zal. Bg aanneming van het voorstel De Waal (zie Handelingen 1900 tweede afd. blz. 200), aangevuld met eene schoolgeldheffing van 20 in de voorbereidende klasse, zou het totaal van het schoolgeld tot 5836, 4) geklommen zgnthans bedraagt de opbrengst van het schoolgeld in de scholen D en E 4956, 5). Ware dus de schoolcommissie in zjj zou 3) Hierbjj zgn niet medegerekend 5 leer lingen, die, krachtens de verordening regelende de heffing van schoolgeld art. 4 in fine, voor een lager schoolgeld zgn toegelaten. 4) Bg deze en alle volgende berekeningen is uitgegaan van het getal leerlingen, geljjk het in de eerste vier maanden van 1900 was, en is niet in aanmerking genomen de ver mindering van het schoolgeld voor meer kin deren uit éen gezin, niet omdat de school commissie die vermindering afkeurtintegen deel zg wenscht die te handhaven, maar om dat het overal verwaarloozen dier verminde ring aan de juistheid der vergelgking niet schaadt en het overzicht vergemakkelijkt. Het bovenstaande cjjfer is aldus gevonden Voorbereidende kl. 15 leerling, a ƒ20 300 le en 2e bl, 42 a f 30= 1260 3e en 4e kl. 52 a J 35= 1820 5e en 6e kl. 60 a. 40= 2400 7 leerlingen tegen een vermin derd schoolgeld a 8=/' ƒ5836 School D 26 leerlingen a 20 f 520 32 leerlingen a 30 960 en 2 leerlingen a 8 16, samen 1496. School E 42 leerlingen a 30 1260 54 leerlingen a 40 ƒ2160 en 5 leerlingen a f 8 40samen f 3460. Totaal 4956. zeker met geadviseerd hebben tot eene ver hooging van het schoolgeld, waarvoor hoege naamd geene reden bestaat. Thans is evenwel de zaak anders geworden. Door uwe vergadering is het schoolgeld. jk het tot dusver in de scholen D en E geheven wordt, hg de invoering der nieuwe school afgeschaft. De schoolcommissie is in de gelegenheid, waar zij zich veroorlooft u voor te stellen het in uwe vergadering van 19 December jl. vastgestelde schoolgeld van 50 niet te handhaven, u eene andere wijze van schoolgeldheffing aan te bevelen die haare inziens billijker is niet slechts dan de heffing, gelgk zg voor school J is vastgesteld maar sok gelgk zg voor de scholen D en E bestaat. Zij doet dat met te meer vertrouwen, omdat zij overtuigd is, dat uwe vergadering zelve niet voornemeus is de laatstelijk be sloten schoolgeldheffing te handhaven, maar de bedoeling heeft de nieuwe school ook voor andere kinderen, wier ouders geen schoolgeld van 50 kunnen betalen, toegankelgk te maken. Die overtuiging steunt op de bewering, waarmede het college van dagelgksch bestuur het schoolgeld van 50 heeft verdedigd (zie blz. 107 der meergemelde Handelingen) nl. dat de tegenwoordige scholen D en E bjjna uitsluitend worden bezocht door kinderen, bestemd voor hoogere burgerschool, gymna sium of school G. Zoo dit juist is, waar be staat dan, veroorlooft de commissie zich te vragen, gelegenheid tot het ontvangen van onderwjjs voor die kinderen, die niet voor die inrichtingen van meer gevorderd onderwijs bestemd zijn, zoo de ouders niet onder de on- of minvermogenden Kunnen worden gerangschikt? De rjjksleerschool, die aan de kweekschool verbonden is, voldoet, het is algemeen er kend maar ten deele aan de bestaande be hoefte. Zg is dau ook door het rjjk niet op gericht in het belang der gemeente Middel burg maar uitsluitend ten dienste van de op leiding der aanstaande onderwijzers. Zij is, hoe voortreffelijk ook op zich zelf, te klein voor de bestaande behoefte. Zoo dan ook school J big ft, waartoe zg door een school geld van 50 wordt bestemd, nl. een school, uitsluitend ten dienste van de kinderen der meergegoeden, dan zal onvermjjdeljjk binnen korten tgd moeten worden overgegaan tot de stichting van eene tusschenschool, gelgk die in andere gemeenten met een soortgelgk be volkingscijfer als Middelburg inderdaad bestaat. Waar dit zeker niet in uwe bedoeling ligt, en waar ook de schoolcommissie zelve op eene diergelijke regeling niet gunstig zou kunnen adviseeren, heeft zg gemeend een plan te moeten ontwerpen, waardoor de nieuwe school toegankelgk zal worden voor de kin deren van alle ingezetenen van Middelburg, die niet tot de on- en minvermogenden moeten worden gerekend. Zg heeft dus de eer uwe vergadering voor te stellen evenredige schoolgeldheffing in dier voege, dat zg, die in de gemeenteljjke lasten voor een hooger inkomen zgn aangesla gen, meer hebben te betalen dan zg, die bljjkens hun aanslag in de gemeentelgke lasten een lager inkomen hebben. De commissie heeft daarbjj het laagste schoolgeld gesteldop ƒ15, dus altijd nog hooger dan het voor de rgks leerschool bedraagt 6), die anders gevaar zou loopen te worden ontvolkt, en het hoogste gehouden op 50, gelijk door uwe vergadering is aangenomen, en inderdaad moeiljjk kan worden overschreden. De commissie zou dan wenschen, dat het schoolgeld van die kinderen, wier ouders of wie anders voor de betaling van het schoolgeld verantwoordelijk zgn 7), in de gemeentebelasting zgn aangeslagen voor een bedrag van 800 of minder, werd gesteld op 15, voor die kinderen, wier ouders zjjn aangeslagen voor een inkomen van meer dan 800 en minder dan 1000 (klassen 6 en 7) op 20, voor die kinderen, wier ouders zgn aangeslagen voor een inkomen van meer dan 1000 en minder dan 1400 (klassen 8 en 9) op 25, voor die kinderen, wier ouders zjjn aangeslagen voor een inkomen van meer dan 1400 en minder dan 2000 (klassen 10 en 11) op 30, voor die kinderen, wier ouders zgn aangeslagen voor een inkomen van meer dan 2000 en minder dan 3500 (klassen 12—14) op 35, voor de kinderen, wier ouders zijn aangeslagen voor een inkomen van meer dan 3500 en minder dan 5000 op 40 en voor alle andere binnen of buiten de gemeente woonachtige kinderen op f 50. Neemt uwe vergadering dezen voorslag aan, 6) Aan de rgksleerschool bedraagt het schoolgeld voor de vier laagste klassen ƒ7.80 en voor de vier hoogste klassen 12 per jaar. 7) Ook waar verder van «ouders" gespro ken wordt, wordt daaronder tevens de tweede categorie begrepen. Gemiddeld bedraagt dan het schoolgeld per hoofd ongeveer 34, zoodat naar dien maat staf door de kinderen der voorbereidende klasssen, door.burg. en weth. op 15getaxeerd, 15 x 34 510 aan schoolgeld zal wor den opgebracht. Het totaal bedrag van het schoolgeld wordt dus 5855. Het schoolgeld, zooals het thans op de scholen D en E geheven wordt, brengt op 4956, dus zou de nieuwe regeling ongeveer 900 meer opleveren, waardoor gelegenheid zal zjjn zoo noodig paral lel klassen te vormen, wanneer die mochten noodig bljjken, voorna melijk in de beide hoogste klassen, waarin, gelgk de ondervinding leert, het getal leer lingen altgd hooger zal bljjven dan in de dati kan het Bchoolgeld aldus berekend worden. 5 kinderen a 8 40 20 15 300 10 20 200 14 a 25 350 28 a 30 840 27 a. 35 945 18 40 720 39 k 50 1950 161 5345 De door de commissie voorgestelde regeling .chijnt haar niet onbilljjk. Vergpleken met de meeste gemeenten, die in eene diergeljjke positie als Middelburg verkeeren, d. w. z. gemeenten van een ongeveer gelgk zielental, waarin een gymnasium en een hoogere bur gerschool zjjn gevestigd, 8) is het schoolgeld hier wel is waar wat hooger, maar de ge meente Middelburg is nu eenmaal niet eene van de goedkoopste. In elk geval schjjnt het de schoolcommissie niet twijfelachtig, dat deze regeling, die de gemeenteschool zooveel mogeljjk voor de kinderen van alle ingezete nen toegankeljjk maakt, de voorkeur verdient niet slechts hoven eene uniforme schoolgeld heffing van 50, maar ook boven die gelgk zjj thans aan de scholen D en E bestaat, en dat zij zoowel uit een rechtvaardigheidsoog punt tegenover de minder gefortuneerden doch niettemin belasting betalende ingezete nen, als ter vermjjdiug van eene belangrijke uitgave voor de gemeente door te voorzien in de anders noodzakelijk geworden inrichting van eene zoogenaamde tnssehenschool, alles zins aan te bevelen is. Het is dan ook met het volste vertrouwen, dat zg bjj uwe ver gadering op het aannemen van haar voorstel aandringt. De schoolcommissie had het bovenstaande adres reeds ontworpen, toen te harer kennis kwam, dat H. M. de Koningin aan uw be sluit om het schoolgeld van school J op 50 te bepalen, Hare goedkeuring onthouden heeft; zjj heeft evenwel gemeend daarom geene ver andering in haar adres te moeten brengen, daar zij er prijs op stelt, dat uwe vergadering kennis neme, zoowel van hare bezwaren tegen de raming der kosten, als van hare gedachten over de thans in te voeren schoolgeldheffing. Overigens kan de niet-goedkeuring van uw besluit om een schoolgeld van 50 te heffen de schoolcommissie slechts versterken in de gevoelens, die zjj de eer heeft in dit schrjjven uit te drukken. Nu door de beslissing van Gedeputeerde Staten en den minister van binnenlandsche zaken de kwestie van die schoolgeldheffing eene nieuwe phase is ingetreden, is er, dunkt ons, te meer aanleiding voor den raad om dit adres ernstig te overwegen en in de daarin aangegeven richting eene regeling te maken. Wij hopen dat de raad daartoe zal beslui ten omdat wij aan de door de Commissie van Toezicht voorgestelde progressieve schoolgeld heffing de voorkeur geven boven het idee van den districtsschoolopziener om eene nieuwe, z. g. tuschensehool te stichten, waar onge veer f 12 schoolgeld wordt geheven. 8) Ziehier eene lgBt ter vergelgking schoolgeld behalve voor hoogste minvermo- Alkmaar (18306 inw.) ƒ5 Amersfoort (19611 inw.) 40 Assen (11327 inw.) 12 36 Breda (26097 inw.) 18 42 Deventer (26224 inw.) 20 40 Gouda (22300 inw.) 18 30 Kampen (19631 inw.) 36 48 Maastricht (34305 inw.) 14.40 Sneek (12055 inw.) 12 30 Tiel (10788 inw.) 4.80 50 Zutphen (18321 inw.) ƒ8 40 IN- EN UITLOOPEN. Zwolle (30848 inw.) 40 Bg de bespreking van dr Kuypers's openings woord ter Depntatenvergadering zegt dr Brons veld in zjjne Kroniek der lStemmen voor waarheid en vrede o. a. Van de «Christeljjk-historischen" in Fries land geeft dr Kuyper het merkwaardig ge tuigenis. dat er tussehen hen en de zijnen «theoretisch een klove gaapt, waarover geen brug valt te spannen. Maar in de praktjjk valt van die klove, gelukkig, zoo goed als niets te bespeuren en loopen we bg elkaar in en uit." Dat laatste heb ik ook met eenige ver wondering bespeurd. Die Friesehe Broeders schijnen van in- en uitloopen te houden. Men weet menigmaal zelfs niet, waar zjj te vinden zgn. Alleenlijk meen ik, dat zg drukker de anti-revolutionnairen inloopen dan omgekeerd. Dat doet niet denken aan vast heid van beginsel, en wekt geen vertrouwen. Ik hoop dan ook, dat de Christelgk-hiBtori- schen in Friesland, die niet bij de vganden van hun kerk in- en uitloopen, zich niet zullen laten overhalen, om in de kaart van dr Kuyper te spelen. »E ONGE VALLENWET. In een vorig nummer is door ons medege deeld dat de Ongevallenwet, met uitzondering de bepaling, vervat in art. 1 dier wet, op 1 Juni a. s. in werking zal treden. Het bjj art. 1 bedoelde voorbehoud vordert eenige toelichting en komt in het kort op het volgende neer. Art. 1 der Ongevallenwet bepaalt dat de werklieden in de door de wet genoemde be- drjjven verzekerd zgn tegen geldeljjke gevol gen van ongevallen, hun overkomen in ver band met de uitoefening van het bedrjjf. Eerst wanneer ook dit artikel in werking treedt, zal de verzekering haar effect gaan sorteeren, zal na een ongeval genees- en heel kundige behandeling worden verstrekt, zullen deloosstellingen en »renten" uitbetaald worden, zullen van de werkgevers de gelde ljjke offers, die de wet hun oplegt, worden gevorderd. Voordat dit alles mogeljjk zal zgn, moet het geheele raderwerk der onge vallenverzekering in elkaar gezet zgn, gereed om straks, als art. 1 in werking zal treden, te gaan functionneeren. Tot dit in elkaar zetten der organisatie behoort de benoeming van het bestuur en den wiskundigen adviseur der Rjjksbankdit is reeds geschied behoort de inwerkingtreding der Ongevallenwet (be halve dan van art. 1), opdat het benoemd be stuur daaraan zjjn bevoegdheid ontleene om de lagere ambtenaren (agenten) aan te stellen en opdat ook de Regeering kunne overgaan tot het vaststellen der vele en velerlei maat regelen van bestuur, die verschillende onder- öeelen der verzekering zullen regelen (o. a. het tarief). Zoodanige bestuursmaatregelen zullen dus noodwendig ook aan de inwerking treding van art. 1 moeten voorafgaanzjj zullen nu na 1 Juni wel achtereenvolgens ge publiceerd worden. Nog bepaalt de Ongevallenwet dat de wet, regelende het hooger beroep van de beslis singen der Rjjksbank, ia werking moet zgn getreden voordat aan art. 1 der Ongevallen wet uitvoering kan worden gegeven. Natuur lijk, zoodra beslissingen zullen genomen wor den, moet het appèl geregeld zjjn. Van deze beroepswet nu heeft het ontwerp de Tweede Kamer nog niet bereikt. De stand der zaak is dus thans dezehet bestuur der Rjjksbank is benoemdde Raad van Toezicht is benoemdde Ongevallenwet, behoudens art. 1 treedt 1 Juni in werking al wal ter verdere voorbereiding noodig is kan dus nu voortgang üebben. Inwerking treding van art. 1, d. i. feiteljjke toepassing der wet, uitvoering der bepalingen nopens vergoedingen enz., ligt nog in de toekomst. ZAAK-BOSCH. Naar men weet, heeft in hare vergadering van 15 dezer de Tweede kamer zich met de conclusie van de commissie in zake de quaestie- Boseh eenparig vereenigd, en is hierdoor dus als vaststaande aangenomen, dat het aan den eerste-luitenant H. G. F. Bosch van het Nederlandsche-lndische leger gegeven ontslag ontwettig, immers in atrgd met de algemeene verordening is. De vraag rjjst: wat nu? De Minister van Koloniën heeft in bedoelde vergadering o. a. het volgende gezegd»Ver- eenigt de Kamer zich met de conclusie der commissie, dan zal ik mijn aandacht wjj- den aan het sub tertio vermelde voorstel dier conclusie en nauwgezet overwegen wat in deze door de Regeering kan wörden gedaan.*) Dit gedeelte der conclusie luidt alduB 3e den minister in overweging te geven, zoodanige stappen te doen als er toe kunnen leiden, dat het nadeel, hetwelk voor den heer Bosch uit de tegenover hem gevolgde handel wjjze is voortgevloeid, zooveel mogelijk worde hersteld.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1901 | | pagina 1