MIDDELRIRGSCHE COURANT
N°. 121.
144® Jaargang.
1901.
Vrijdag
24 Mei.
te Middelburg.
Deze courant, verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zou- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor aie plaatsen in Nederland franco p.p., 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THERMOMETER EN VERWACHTING.
23 Mei8 u. vm. 56 gr., 12 u. 67 gr., av. 4 n. 69 gr. P. Verwacht:
licht, bewolkte lucht, droog weder, weinig verandering in temperatuur.
matige N. wind,
Advertenliên20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 11 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel
Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiè'n en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen AdverteEteBm^au
A. RE KjA MAR Aam., K.S. Toorbm^fial 266, Amsterdam.
Maandag a., Tweeden Pinksterdag,
verschijnt de Middelbnrgsehe eonrant
niet.
Middelburg 23 Mei.
Naar aanleiding van de bepaling door den
gemeenteraad van dit schoolgeld op 50 per
leerling, heeft de Commissie van toezicht op
de scholen voor lager onderwas alhier het
volgende adres gericht aan genoemden raad:
De commissie van toezicht op de scholen
voor lager onderwijs in deze gemeente heeft
de eer zich tot u te wenden met verzoek
terug te komen op het besluit, in uwe verga
dering dd. 19 December 1.900 genomen, waarop
het schoolgeld voor de nieuw op te richten
school J op 50 wordt gesteld. Zjj betreurt
het, dat zjj zich verplicht ziet u in dezen
ongewonen vorm hare inzichten hieromtrent
mede te deelen ware, geljjk zij gemeend had
te mogen verwachten, haar advies van te voren
ingewonnen, zjj zou reeds dan op het h. i.
onnoodige van den getroffen maatregel gewe
zen hebben.
Zjj noemt den maatregel, waarbjj het
schoolgeld voor de nieuw op te richten school
zoo aanzienljjk wordt verhoogd 1) onnoodig,
niettegenstaande de becijferingen, die op blz.
108 en 109 van de eerste afdeeling van uwe
Handelingen over 1900 staan afgedrukt, eene
verhooging van het schoolgeld scbjjnen te
wettigen, want zg acht die becijferingen on
juist en onvolledig. Immers de bovenbedoelde
raming van de jaarlijksche kosten van school
J geèft een eindcijfer van 12450, terwijl de
tegenwoordige kosten van scholen D en E
volgens de bovenaangehaalde opgave 10025
'sjaars bedragen. Dit verschil van 2425
aan jaarlijksche uitgaven heeft gediend om
de verhooging van het schoolgeld tot 50 te
motiveeren.
Beziet men evenwel de cjjfers der raming
nauwkeuriger, dan bljjkt dat de uitgaven voor
de nieuwe school te hoog zjjn berekend.
In de eerste plaatB vestigt de commissie de
aandacht op den post betreffende de jaarwed
den van het personeel der nieuwe school
behalve het hoofd. Uit de toelichting blgkt,
dat bjj deze raming (ad 8950) gerekend is
op vier parallelklassen en dus op vier. onder
wijzers meer dan het verplicht getal.
Die raming was reeds overdreven 1
maximum van 30 leerlingen in eene klasse,
want slechts bjj twee klassen werd dat maxi
mum overschreden, en het schjjnt voorbarig
bg een aanzienlgke verhooging van het
schoolgeld tevens op eene verhooging van
bet getal leerlingen te rekenen. Maar uwe
vergadering heeft het maximum leerlingen in
elke klasse op 36 bepaald, en. hoewel wg die
beslissing betreuren, onder die omstandighe
den schijnt voor de inrichting van parallel
klassen vooreerst geen nood te zgn. 2) Dit
erkent ook het college van dagelgksch bestuur,
dat zegt Handelingen 1900 Eerste af d. blz. 107)
»In 1895 was geene zoodanige verhooging
van schoolgeld noodig, omdat toen niet werd
geëischt, dat de klassen niet meer dan
leerlingen zouden mogen bevatten." En dit
argument versterken burg. en weth. nog, waar
zg (bl. 139 Handelingen over 1900 Eerste af
daling) erkennen zich te hebben vergist en
in 1895 geene verhooging van schoolgeld te
hebben voorgesteld, hoewel het maximum leer
lingen toen op 30 werd gesteld. Thans nu het
maximum op 36 is gebracht, is de verhoo
ging van schoolgeld dus des te minder gemo
tiveerd, al is dan ook het getal leerlingen
sedert 1895 iets toegenomen. Zoo men nu
voor elk der vier onderwijzers, wier aanstelling
bjj school J door uwe verhooging van het
maximum leerlingen in elke klasse tot
overbodig geworden is, een jaarljjksch trakte
ment stelt van 550, wat zeker zeer
berekend ia, dan volgt hieruit, dat de boven
bedoelde post voor salaris van het onder-
wijzend personeel moet worden verminderd
metf 2200
Nog ia bg de bovenbedoelde raming ver
zuimd twee posten in rekening te brengen,
1) Op de scholen D en E, in wier plaats
school J heeft te treden, bedraagt het school
geld in de lagere klassen respectievelijk f 20
en 30, in de hoogere 30 en 40.
2) In de eerste vier maanden van dit jaar
bedroeg het getal leerlingen der scholen D
en E in de eerste klasse 17, in de tweede 28,
in de derde 26, in de vierde 28, in de vjjfde
34 en in de zesde 28 leerlingen. Het getal
van 34 teerlingen der 5e klasse Ir aan het
einde van April tot 32 gedaald.
vooreerst de huurwaarde van het huis, waarin
thans school E gevestigd is, en dat door de
opheffing dier school voor andere doeleinden
beschikbaar komt, laag geraamd op een be
drag van225
en in de tweede plaats het schoolgeld
der kinderen, die de nieuw in te stellen
voorbereidende klasse zullen bezoeken. Burg.
en weth. brengen namelijk wel in reke
ning het schoolgeld, dat volgens hun
stelsel in die voorbereidende klasse zal gehe
ven worden maar ook zonder verhooging van
schoolgeld zou die voorbereidende klasse leer
lingen bevatten en dus aan schoolgeld eene
zekere som opbrengen, die voor eene juiste
vergeljjking tusschen de opbrengst van het
schoolgeld volgens het oude en volgens het
nieuwe systeem in aanmerking moet worden
genomen. Burg. en weth. stellen bg eene
schoolgeldheffing van 50 dat getal kinderen
op 15, het zal bij een matiger schoolgeld dus
zeker niet minder zgn. Zoo voor de kinderen,
die de voorbereidende klasse zullen bezoeken,
hetzelfde schoolgeld gevorderd werd als thans
geheven wordt voor het schoolbezoek van de
klasse van school D 20) dan
bedraagt toch dat meerdere schoolgeld
reeds300.
De jaarljjksche kosten van school J over
treffen dus in geenen deele die van de beide
scholen D en E met 2425, integendeelde
jaarlgksche uitgaven voor de nieuwe school
zijn te hoog berekend tot een totaal bedrag
van 2200 -f 225 -f 300 2725.
Wel verre dus, dat school J jaarlgks ƒ2425
meer koBt dan scholen D en E, zal zg elk
jaar 300 minder kosten. Daardoor is dus
eene verhooging van het schoolgeld in geenen
deele gemotiveerd.
Eene volgende opmerking is, dat ook de
raming van de inkomsten uit een schoolgeld
van 50 veel te hoog is. Immers onder de
leerlingen van scholen D en E zgn er thans
wier ouders, bljjkens hun aanslag in de
gemeentelijke inkomstenbelasting geen koo-
ger inkomen dan 800 bezittendie kinde
ren zullen, nu het Bchoolgeld op 50 is ge
bracht, onmogeljjk school J kunnen bezoeken.
De inkomsten, waarop het schoolgeld be
rekend is, zjjn dus 20 X 50, d. w. z. 1000,
te hoog geraamd.
Bovendien rekent het college van dagelgksch
bestuur op een bezoek der voorbereidende
klasse door 15 leerlingenook dit cjjfer komt
de schoolcommissie niet weinig geflatteerd
voor; zg betwgfelt zeer, of er in deze gemeente
ouders gevonden zullen worden, die hunne
kinderen naar die voorbereidende klasse, onge
veer gelijk staande met eene bewaarschool,
zullen zenden, zoo daar een schoolgeld van
50 wordt geheven, en meent, dat de inning
dier 750. waarop het schoolgeld dgr voor
bereidende klasse is geraamd, eene illusie van
burgemeester en wethouders ïb.
De schoolcommissie komt dus tot deze dubbele
conclusie lo. dat, waar de uitgaven voor
school J 300 minder bedragen dan die voor
de scholen D en E, verhooging van het school
geld onnoodig is, en 2o. dat de heffing van
een schoolgeld van 50, wel verre van eene
meerdere opbrengst van 2425 op te leveren,
zeker 1750 onder die raming blijven zal.
Bg aanneming van het voorstel De Waal
(zie Handelingen 1900 tweede afd. blz. 200),
aangevuld met eene schoolgeldheffing van
20 in de voorbereidende klasse, zou het
totaal van het schoolgeld tot 5836, 4)
geklommen zgnthans bedraagt de opbrengst
van het schoolgeld in de scholen D en E
4956, 5). Ware dus de schoolcommissie in
zjj zou
3) Hierbjj zgn niet medegerekend 5 leer
lingen, die, krachtens de verordening regelende
de heffing van schoolgeld art. 4 in fine, voor
een lager schoolgeld zgn toegelaten.
4) Bg deze en alle volgende berekeningen
is uitgegaan van het getal leerlingen, geljjk
het in de eerste vier maanden van 1900 was,
en is niet in aanmerking genomen de ver
mindering van het schoolgeld voor meer kin
deren uit éen gezin, niet omdat de school
commissie die vermindering afkeurtintegen
deel zg wenscht die te handhaven, maar om
dat het overal verwaarloozen dier verminde
ring aan de juistheid der vergelgking niet
schaadt en het overzicht vergemakkelijkt.
Het bovenstaande cjjfer is aldus gevonden
Voorbereidende kl. 15 leerling, a ƒ20 300
le en 2e bl, 42 a f 30= 1260
3e en 4e kl. 52 a J 35= 1820
5e en 6e kl. 60 a. 40= 2400
7 leerlingen tegen een vermin
derd schoolgeld a 8=/'
ƒ5836
School D 26 leerlingen a 20 f 520
32 leerlingen a 30 960 en 2 leerlingen
a 8 16, samen 1496.
School E 42 leerlingen a 30 1260
54 leerlingen a 40 ƒ2160 en 5 leerlingen
a f 8 40samen f 3460.
Totaal 4956.
zeker met geadviseerd hebben tot eene ver
hooging van het schoolgeld, waarvoor hoege
naamd geene reden bestaat.
Thans is evenwel de zaak anders geworden.
Door uwe vergadering is het schoolgeld.
jk het tot dusver in de scholen D en E
geheven wordt, hg de invoering der nieuwe
school afgeschaft. De schoolcommissie is in
de gelegenheid, waar zij zich veroorlooft u
voor te stellen het in uwe vergadering van
19 December jl. vastgestelde schoolgeld van
50 niet te handhaven, u eene andere wijze
van schoolgeldheffing aan te bevelen die haare
inziens billijker is niet slechts dan de heffing,
gelgk zg voor school J is vastgesteld
maar sok gelgk zg voor de scholen D en E
bestaat. Zij doet dat met te meer vertrouwen,
omdat zij overtuigd is, dat uwe vergadering
zelve niet voornemeus is de laatstelijk be
sloten schoolgeldheffing te handhaven, maar
de bedoeling heeft de nieuwe school ook voor
andere kinderen, wier ouders geen schoolgeld
van 50 kunnen betalen, toegankelgk te
maken.
Die overtuiging steunt op de bewering,
waarmede het college van dagelgksch bestuur
het schoolgeld van 50 heeft verdedigd (zie
blz. 107 der meergemelde Handelingen) nl.
dat de tegenwoordige scholen D en E bjjna
uitsluitend worden bezocht door kinderen,
bestemd voor hoogere burgerschool, gymna
sium of school G. Zoo dit juist is, waar be
staat dan, veroorlooft de commissie zich te
vragen, gelegenheid tot het ontvangen van
onderwjjs voor die kinderen, die niet voor die
inrichtingen van meer gevorderd onderwijs
bestemd zijn, zoo de ouders niet onder de on- of
minvermogenden Kunnen worden gerangschikt?
De rjjksleerschool, die aan de kweekschool
verbonden is, voldoet, het is algemeen er
kend maar ten deele aan de bestaande be
hoefte. Zg is dau ook door het rjjk niet op
gericht in het belang der gemeente Middel
burg maar uitsluitend ten dienste van de op
leiding der aanstaande onderwijzers. Zij is,
hoe voortreffelijk ook op zich zelf, te klein
voor de bestaande behoefte. Zoo dan ook
school J big ft, waartoe zg door een school
geld van 50 wordt bestemd, nl. een school,
uitsluitend ten dienste van de kinderen der
meergegoeden, dan zal onvermjjdeljjk binnen
korten tgd moeten worden overgegaan tot de
stichting van eene tusschenschool, gelgk die
in andere gemeenten met een soortgelgk be
volkingscijfer als Middelburg inderdaad bestaat.
Waar dit zeker niet in uwe bedoeling ligt,
en waar ook de schoolcommissie zelve op
eene diergelijke regeling niet gunstig zou
kunnen adviseeren, heeft zg gemeend een
plan te moeten ontwerpen, waardoor de nieuwe
school toegankelgk zal worden voor de kin
deren van alle ingezetenen van Middelburg,
die niet tot de on- en minvermogenden moeten
worden gerekend.
Zg heeft dus de eer uwe vergadering voor
te stellen
evenredige schoolgeldheffing
in dier voege, dat zg, die in de gemeenteljjke
lasten voor een hooger inkomen zgn aangesla
gen, meer hebben te betalen dan zg, die bljjkens
hun aanslag in de gemeentelgke lasten een
lager inkomen hebben. De commissie heeft
daarbjj het laagste schoolgeld gesteldop ƒ15,
dus altijd nog hooger dan het voor de rgks
leerschool bedraagt 6), die anders gevaar zou
loopen te worden ontvolkt, en het hoogste
gehouden op 50, gelijk door uwe vergadering
is aangenomen, en inderdaad moeiljjk kan
worden overschreden. De commissie zou dan
wenschen, dat het schoolgeld van die kinderen,
wier ouders of wie anders voor de betaling
van het schoolgeld verantwoordelijk zgn 7),
in de gemeentebelasting zgn aangeslagen voor
een bedrag van 800 of minder, werd gesteld
op 15, voor die kinderen, wier ouders zjjn
aangeslagen voor een inkomen van meer dan
800 en minder dan 1000 (klassen 6 en 7)
op 20, voor die kinderen, wier ouders zgn
aangeslagen voor een inkomen van meer dan
1000 en minder dan 1400 (klassen 8 en 9)
op 25, voor die kinderen, wier ouders zjjn
aangeslagen voor een inkomen van meer dan
1400 en minder dan 2000 (klassen 10 en
11) op 30, voor die kinderen, wier ouders
zgn aangeslagen voor een inkomen van meer
dan 2000 en minder dan 3500 (klassen
12—14) op 35, voor de kinderen, wier
ouders zijn aangeslagen voor een inkomen
van meer dan 3500 en minder dan 5000
op 40 en voor alle andere binnen of buiten
de gemeente woonachtige kinderen op f 50.
Neemt uwe vergadering dezen voorslag aan,
6) Aan de rgksleerschool bedraagt het
schoolgeld voor de vier laagste klassen ƒ7.80
en voor de vier hoogste klassen 12 per jaar.
7) Ook waar verder van «ouders" gespro
ken wordt, wordt daaronder tevens de tweede
categorie begrepen.
Gemiddeld bedraagt dan het schoolgeld per
hoofd ongeveer 34, zoodat naar dien maat
staf door de kinderen der voorbereidende
klasssen, door.burg. en weth. op 15getaxeerd,
15 x 34 510 aan schoolgeld zal wor
den opgebracht. Het totaal bedrag van het
schoolgeld wordt dus 5855.
Het schoolgeld, zooals het thans op de
scholen D en E geheven wordt, brengt op
4956, dus zou de nieuwe regeling ongeveer
900 meer opleveren, waardoor gelegenheid
zal zjjn zoo noodig paral lel klassen te vormen,
wanneer die mochten noodig bljjken, voorna
melijk in de beide hoogste klassen, waarin,
gelgk de ondervinding leert, het getal leer
lingen altgd hooger zal bljjven dan in de
dati kan het Bchoolgeld aldus berekend worden.
5 kinderen a 8 40
20
15
300
10
20
200
14
a
25
350
28
a
30
840
27
a.
35
945
18
40
720
39
k
50
1950
161
5345
De door de commissie voorgestelde regeling
.chijnt haar niet onbilljjk. Vergpleken met
de meeste gemeenten, die in eene diergeljjke
positie als Middelburg verkeeren, d. w. z.
gemeenten van een ongeveer gelgk zielental,
waarin een gymnasium en een hoogere bur
gerschool zjjn gevestigd, 8) is het schoolgeld
hier wel is waar wat hooger, maar de ge
meente Middelburg is nu eenmaal niet eene
van de goedkoopste. In elk geval schjjnt
het de schoolcommissie niet twijfelachtig, dat
deze regeling, die de gemeenteschool zooveel
mogeljjk voor de kinderen van alle ingezete
nen toegankeljjk maakt, de voorkeur verdient
niet slechts hoven eene uniforme schoolgeld
heffing van 50, maar ook boven die gelgk
zjj thans aan de scholen D en E bestaat, en
dat zij zoowel uit een rechtvaardigheidsoog
punt tegenover de minder gefortuneerden
doch niettemin belasting betalende ingezete
nen, als ter vermjjdiug van eene belangrijke
uitgave voor de gemeente door te voorzien
in de anders noodzakelijk geworden inrichting
van eene zoogenaamde tnssehenschool, alles
zins aan te bevelen is. Het is dan ook met
het volste vertrouwen, dat zg bjj uwe ver
gadering op het aannemen van haar voorstel
aandringt.
De schoolcommissie had het bovenstaande
adres reeds ontworpen, toen te harer kennis
kwam, dat H. M. de Koningin aan uw be
sluit om het schoolgeld van school J op 50
te bepalen, Hare goedkeuring onthouden heeft;
zjj heeft evenwel gemeend daarom geene ver
andering in haar adres te moeten brengen,
daar zij er prijs op stelt, dat uwe vergadering
kennis neme, zoowel van hare bezwaren tegen
de raming der kosten, als van hare gedachten
over de thans in te voeren schoolgeldheffing.
Overigens kan de niet-goedkeuring van uw
besluit om een schoolgeld van 50 te heffen
de schoolcommissie slechts versterken in de
gevoelens, die zjj de eer heeft in dit schrjjven
uit te drukken.
Nu door de beslissing van Gedeputeerde Staten
en den minister van binnenlandsche zaken de
kwestie van die schoolgeldheffing eene nieuwe
phase is ingetreden, is er, dunkt ons, te meer
aanleiding voor den raad om dit adres ernstig
te overwegen en in de daarin aangegeven
richting eene regeling te maken.
Wij hopen dat de raad daartoe zal beslui
ten omdat wij aan de door de Commissie van
Toezicht voorgestelde progressieve schoolgeld
heffing de voorkeur geven boven het idee van
den districtsschoolopziener om eene nieuwe,
z. g. tuschensehool te stichten, waar onge
veer f 12 schoolgeld wordt geheven.
8) Ziehier eene lgBt ter vergelgking
schoolgeld
behalve voor hoogste
minvermo-
Alkmaar (18306 inw.)
ƒ5
Amersfoort (19611 inw.) 40
Assen (11327 inw.) 12 36
Breda (26097 inw.) 18 42
Deventer (26224 inw.) 20 40
Gouda (22300 inw.) 18 30
Kampen (19631 inw.) 36 48
Maastricht (34305 inw.) 14.40
Sneek (12055 inw.) 12 30
Tiel (10788 inw.) 4.80 50
Zutphen (18321 inw.) ƒ8 40
IN- EN UITLOOPEN.
Zwolle (30848 inw.)
40
Bg de bespreking van dr Kuypers's openings
woord ter Depntatenvergadering zegt dr Brons
veld in zjjne Kroniek der lStemmen voor
waarheid en vrede o. a.
Van de «Christeljjk-historischen" in Fries
land geeft dr Kuyper het merkwaardig ge
tuigenis. dat er tussehen hen en de zijnen
«theoretisch een klove gaapt, waarover geen
brug valt te spannen. Maar in de praktjjk valt
van die klove, gelukkig, zoo goed als niets te
bespeuren en loopen we bg elkaar in en uit."
Dat laatste heb ik ook met eenige ver
wondering bespeurd. Die Friesehe Broeders
schijnen van in- en uitloopen te houden.
Men weet menigmaal zelfs niet, waar zjj te
vinden zgn. Alleenlijk meen ik, dat zg drukker
de anti-revolutionnairen inloopen dan
omgekeerd. Dat doet niet denken aan vast
heid van beginsel, en wekt geen vertrouwen.
Ik hoop dan ook, dat de Christelgk-hiBtori-
schen in Friesland, die niet bij de vganden
van hun kerk in- en uitloopen, zich niet
zullen laten overhalen, om in de kaart van
dr Kuyper te spelen.
»E ONGE VALLENWET.
In een vorig nummer is door ons medege
deeld dat de Ongevallenwet, met uitzondering
de bepaling, vervat in art. 1 dier wet, op
1 Juni a. s. in werking zal treden.
Het bjj art. 1 bedoelde voorbehoud vordert
eenige toelichting en komt in het kort op het
volgende neer.
Art. 1 der Ongevallenwet bepaalt dat de
werklieden in de door de wet genoemde be-
drjjven verzekerd zgn tegen geldeljjke gevol
gen van ongevallen, hun overkomen in ver
band met de uitoefening van het bedrjjf.
Eerst wanneer ook dit artikel in werking
treedt, zal de verzekering haar effect gaan
sorteeren, zal na een ongeval genees- en heel
kundige behandeling worden verstrekt, zullen
deloosstellingen en »renten" uitbetaald
worden, zullen van de werkgevers de gelde
ljjke offers, die de wet hun oplegt, worden
gevorderd. Voordat dit alles mogeljjk zal
zgn, moet het geheele raderwerk der onge
vallenverzekering in elkaar gezet zgn, gereed
om straks, als art. 1 in werking zal treden,
te gaan functionneeren. Tot dit in elkaar
zetten der organisatie behoort de benoeming
van het bestuur en den wiskundigen adviseur
der Rjjksbankdit is reeds geschied behoort
de inwerkingtreding der Ongevallenwet (be
halve dan van art. 1), opdat het benoemd be
stuur daaraan zjjn bevoegdheid ontleene om
de lagere ambtenaren (agenten) aan te stellen
en opdat ook de Regeering kunne overgaan
tot het vaststellen der vele en velerlei maat
regelen van bestuur, die verschillende onder-
öeelen der verzekering zullen regelen (o. a.
het tarief). Zoodanige bestuursmaatregelen
zullen dus noodwendig ook aan de inwerking
treding van art. 1 moeten voorafgaanzjj
zullen nu na 1 Juni wel achtereenvolgens ge
publiceerd worden.
Nog bepaalt de Ongevallenwet dat de wet,
regelende het hooger beroep van de beslis
singen der Rjjksbank, ia werking moet zgn
getreden voordat aan art. 1 der Ongevallen
wet uitvoering kan worden gegeven. Natuur
lijk, zoodra beslissingen zullen genomen wor
den, moet het appèl geregeld zjjn. Van deze
beroepswet nu heeft het ontwerp de Tweede
Kamer nog niet bereikt.
De stand der zaak is dus thans dezehet
bestuur der Rjjksbank is benoemdde Raad
van Toezicht is benoemdde Ongevallenwet,
behoudens art. 1 treedt 1 Juni in werking
al wal ter verdere voorbereiding noodig is
kan dus nu voortgang üebben. Inwerking
treding van art. 1, d. i. feiteljjke toepassing
der wet, uitvoering der bepalingen nopens
vergoedingen enz., ligt nog in de toekomst.
ZAAK-BOSCH.
Naar men weet, heeft in hare vergadering
van 15 dezer de Tweede kamer zich met de
conclusie van de commissie in zake de quaestie-
Boseh eenparig vereenigd, en is hierdoor dus
als vaststaande aangenomen, dat het aan den
eerste-luitenant H. G. F. Bosch van het
Nederlandsche-lndische leger gegeven ontslag
ontwettig, immers in atrgd met de algemeene
verordening is.
De vraag rjjst: wat nu?
De Minister van Koloniën heeft in bedoelde
vergadering o. a. het volgende gezegd»Ver-
eenigt de Kamer zich met de conclusie
der commissie, dan zal ik mijn aandacht wjj-
den aan het sub tertio vermelde voorstel dier
conclusie en nauwgezet overwegen wat in
deze door de Regeering kan wörden gedaan.*)
Dit gedeelte der conclusie luidt alduB
3e den minister in overweging te geven,
zoodanige stappen te doen als er toe kunnen
leiden, dat het nadeel, hetwelk voor den heer
Bosch uit de tegenover hem gevolgde handel
wjjze is voortgevloeid, zooveel mogelijk worde
hersteld.