MIDDEURURGSUHE COURANT N°. 104. I44e Jaargang. 1901. Vrijdag 3 Mei. FEUILLETON. GEBED BOOR EP ÏISM1GEB. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor a.le plaatsen in Nederland franco p.p., 2.—. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THERNOÜIETGR EN VERWACHTING. 2 Mei8 u. vm. 49 gr., 12 u. 62 gr., av. 4 u. 58 gr. F. Verwacht: zwakke wind, licht bewolkte lucht, nachtvorst, geringe toename in temperatuur. Advertentieu20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende. Handel, Njj verheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. I>E IA 91 AR Ara., N.ffi. Voorburgwal 266, Amsterdam. Nog ,eene kleine herinnering aan de kie zers in het district Zierikzee om mor gen (Y r ij d a g) tusschen 8 cn 5 uren zich van hun plicht te kwijten. Het is een lichte moeite om even het witte puntje vóór den naam van den heer 6. J Hocke Hooyenboom zwart te maken. En hoe- meer stemmen deze verkrijgt, hoe beter indruk dit zal maken met het oog op den strijd in ,Tuni. De liberalen denken erom de anti-revo- lutïonnairen zullen wel alle krachten in spannen. Dat de vrijzinnigen dit ook doen Middelburg 2 Mei. Een Protest, Door het bestuur der Internationale Unie is het volgende beroep en protest vastgesteld, dat zjj ter onderteekening aanbiedt aan alle voorstanders van «Recht" en «Vrede". Aan de mogendheden welke de Haagsche Conventies voor Arbitrage en de wetten en gebruiken van den oorlog ondertee kenden. Wij, ondergeteekenden, met dankbaarheid erkennende de groote waarde der door alle mogendheden op de Haagsche conferentie genomen besluiten, wenschen hiermede krach tig protest aan te teekenen tegen de wyze, waarop thans in Zuid-Afrika de gemaakte bepalingen door de Engelsche militaire over heden met voeten getreden worden. I. Wij aanvaarden de te 's-Gravenhage vast gestelde bepalingen omtrent de gebruiken en wetten van den oorlog, omdat daaruit duidelijk in het oog springt het groot verschil tusschen de wjjze van oorlogvoeren door beschaafde natiën en die van barbaarsche volken, en al wérden de Zuid-Afrikaansche Republieken in letterleken zin van de conferentie uitgesloten, toch bljjft de moreele verplichting, om niet temin de gemaakte wetten in toepassing te brengen, daardoor onaangetast. Wjj hebben met diep leedwezen kenniB ge nomen van de officieele proclamaties en in structies, welke door de Engelsche militaire overheden in Zuid-Afrika, zjjn uitgevaardigd. Deze verkondigen een thans gevolgde staat- kunde van volslagen verwoesting en verbeurd verklaring, in volkomen strjjd met de artike len 4452 der Haagsche Conventie. En daarom, terwyl wy een plechtig protest aanteekenen tegen dezen terugkeer tot de ge bruiken van barbaarsche horden, doen wy een krachtig beroep op de mogendheden, hen ver zoekend ten spoedigste, maar langs vriend- schappelyken weg, eenige overwegingen ten beBte te geven, waardoor de krygsbedryven in Zuid-Afrika teruggebracht zullen worden binnen de grenzen, die zy zei ven in den naam der menschelykheid en van het recht daaraan gesteld hebben. Uit het Engelsch, VAK -VICTOR WHITECHURCH. De mogendheden hebben verklaard te wil len «uitbreiden het rechtsgebied en het internationale rechtsgevoel te versterken" door het stichten van een Hof van Arbitrage, toegankelijk voor iedereen (voorrede van de Conventie voor vreedzame regeling van inter nationale geschillen). Zjj hebben bovendien verklaard, dat «het noodig is door een inter nationale overeenkomst de beginselen van recht en gerechtigheid vast te stellen, waar op de zekerheid der staten en het welzijn der volkeren berust." Zij hebben ook in artikel 1 gezegd, dat zij «overeenkomen om al hunne krachten in te spannen ten einde de vreed zame regeling van geschillen te bevorderen". Met het doel om hunne pogingen in deze richting te steunen, pxotesteeren wy plechtig 1°. Tegen de vernietiging der Zuid-Afri kaansche republieken, welke herhaaldelijk de geschillen aan arbitrage verlangden onder worpen te zien-, en 2°. Tegen hare annexatie door Groot-Brit- tannië, dat door het weigeren van arbitrage den oorlog onvermydelyk gemaakt heeft. En wy geven hen eerbiedig bet volgende voorstel in overweging: dat ten spoedigste stappen gedaan worden om de Haagsche con ventie met eene clausule aan te vullen, welke Het beroep op arbitrage, gedaan door een volk vóór den oorlog, vormt een rechtsgrond, waardoor geen enkele aanslag op zyn natio naliteit gewettigd wordt, alvorens in dezen door een arbitrage-hof uitspraak is gedaan. Hierop volgen de namen der bestuursleden van het comité van de internationale unie uit verschillende rjjken en die der leden van het Nederlandseh comité, bestaande uit tal van mannen van naam en erkende bekwaam heid in ons land. Het adres ligt in Middelburg ter teeke- ning by de firma Van Ben them en Jutting boekhandelaars Lange Delft. Verschillende vrouwenverenigingen te Am sterdam zyn overeengekomen om op den 18en Mei, den dag waarop in 1899 de vredesconfe rentie in Den Haag geopend werd, een groote openbare vredes-manifeatatie te houden, waarin verschillende spreeksters en sprekers zullen optreden. Ook in Rotterdam en Den Haag zullen dien avond met hetzelfde doel openbare vergaderingen gehouden worden. Dit geschiedt in aansluiting met byna alle andere landen in de oude en nieuwe wereld, als bewys van principieele instemming met den werkkring van het permanente Hof van Abritrage te 's Hage. DE AFFAIRE BOSCH. Een interessant militair-juridiek geval, waar over met opgewektheid zou te schrijven zyn als de zaak niet van zoo innig droevige signatuur was, houdt de aandacht van velen Men kent de quaestie. De gewezen luitenant van het Indische leger Bosch werd wegens de geruchtmakende ram- pasparty in Atjeh (waarbjj de betrokken per soon enkele voorwerpen zich had toegeëigend) door het Hoog militair gerechtshof in Neder landseh Indië veroordeeld tot een jaar gevan- «Ik geloof dat gjj beter doet met niet te trachten een verklaring te geven, mijnheer Halton", zei de oudste rujjner patroons heel kalm. «Neen", ging hjj voort, toen ik hem in de rede wilde vallen, «tracht niet u te verontschuldigen, of te beschuldigen. Ter wille van uw vader, die een van de degeljjkste en beBte bedienden was, welke de firma ooit gehad heeft, en ter wille zyner weduwe, hebben mynheer Sampson en ik besloten om zoo toegevend mogelyk voor zyn zoon te zijn. Zooals de zaak nu staat, is er een tekort van negen en zeventig pond sterling, die verant woord moet worden en gij alleen kunt dat dóen. Indien het bedrag hm, hm, heden over veertien dagen aanwezig is, zal er niet meer over gesproken worden. Maar indien niet «Dan", ging de heer Sampson, de jongere compagnon voort, «dan zal de firma u ontslaan, mynheer Halton. Het ia moge lyk dat wy, terwille van de personen die de heer Marsh genoemd heeft, geen strengere maatregelenzullen nemen maar natuurlijk, zulk een ontslag, zonder opgave van rede nen, of getuigschrift, zou uw ondergang zyn. Wy vertrouwen dus dat gy in staat zult we zen de fout te herstellen. Goeden avondJ" Ondergang'. Dat was het woord er voor en het klonk my met een vreeselyke betee- kenis in de ooren toen ik de heeren verliet en mijn plaats op het kantoor innam. Want ofschoon zij het woord niet genoemd hadden, was de vreeselyke beschuldiging tegen my verduistering. Zy hadden alles ontdekt. Dwaas, die ik was helaasHet evenbeeld van velen! Ik was even boven de twintig en had een positie, die menig oudere bediende my be nijdde ik was onder-kassier van de groote firma Marsh en Sampson "te Silkminater, een van de voornaamste huizen in Midland, een zaak waarin mjjn vader vjjftig jaar gediend had, met een goed en steeds toenemend sala ris, en zekere vooruitzichten op bevordering en pensioenen dat alles zou ik nu hoogst- waarschijnlijk moeten verliezen Het was de oude historie, bedriegelyke advertenties, slechte vrienden, weddingschappen, verliezen, eereschulden, dreigementen en daarbij steeds beschikken over comptanten. Zoo kwam de verzoeking. Gelijk zoovele voor mij «leende ik het" eenvoudig meer niet. Doch eer ik tijd had gehad om het terug te geven, kwam de heele geschiedenis aan het licht, en ik wist dat mijne patroons my als een dief be schouwden. Zy gaven my nog een kans om mjjn eer te herstellen veertien dagen om alles wat het leven waarde geeft te herkrij gen. Kon ik het doen 's Avonds op mjjne eenzame kamers stelde ik mjj zeiven herhaal- genisstraf en tot vervallenverklaring van den mili tairen stand. De gouverneur-generaal, gebruik makend van het recht, hem geschonken in art. 52 van het regeeringsreglement, verleende den luitenant gratie met verwisseling van beide straffen in een geldboete van 250. De leger commandant daagde daarop, in overleg met den Gouverneur-generaal, den gegratieerde voor een raad van onderzoek, waarna niet eervol ontslag uit den dienst volgde. Onderscheidene verzoeken, door en ten gunste van den zoo zwaar getroffen officier ingediend, bleven zonder gevolg, waarna eindeljjk zyn broeder zich tot de Tweede kanier wendde met een gemotiveerd bezwaarschrift over wets- schennis, immers ontslag in strjjd met de al- gemeene verordening van 1859. Dat bezwaar schrift is in handen gesteld van den Mjmster van Koloniën om inlichtingen, welke dezer dagen zyn ingekomen en ter fine van onder zool gesteld zyn in handen van eene commissie, bestaande uit de heeren Pijnappel, Lobman, Harte, Rink en Van Kol. Algemeen schier is de verwachting, althans de wensch, dat bedoelde commissie er in zal kunnen slagen nog vóór het uiteengaan der Kamer haar conclusie op te maken, daar anders met geen mogelijkheid is te voorzien, op welk tijdstip deze, voor den betrokkene zoo spannende onzekerheid een einde nemen zal. Het geschilpunt is niet erg ingewikkeld. Men oordeele. Requestrant beweert, dat het artikel van de algemeene verordening, krach tens hetwelk zyn broeder voor een raad van onderzoek werd gedaagd, in casu niet van toepassing kon zijn, vermits de veroordeeling door het H. M. G. wel uit haren aard het verlies van den militairen rang ten gevolge had. Nu zyn er wel is waar voor een niet-eervol ontslag nog andere gronden in de algemeene verordening genoemd, maar van de toepasse lijkheid daarvan was in casu geen sprake, zoo dat de geheele quajstie neerkomt op de vraag of men by de toepassing van eenig wetsartikel gerechtigd is voor niet te lezen wel. Het antwoord daarop kan hoogst eenvoudig zyn. Wetten moeten worden toegepast aller eerst naar haar duidelyke woorden, en alleen, wanneer ten deze onduidelijkheid of dubbel- iinnigheid mocht bestaan, is de wetsuitlegging aan andere regels gebonden. Opmerkelijk op dit stuk is het bekende arrest van den Hoogen Raad, dd. 12 November des vorigen jaars, te vinden o. a. in het Paleis van Justitie van 19 dezer. In vermeld arrest toch komt het volgende voor«overwegende dat de wet is de in haar tekst uitgedrukte wil des wetgevers dat nu wel, waar die tekst voor verschillende uitlegging vatbaar is, des wetgevers van elders gebleken bedoeling in aanmerking mag en moet komen tot recht verstand der wet, maar dat zoodanige bedoe ling nooit kan gelden als wet, in strijd met de woorden, waarvan de wetgever zich heeft be diend Reeds dus om de letter der verordening was de Indische regeering niet gerechtigd tot het toepassen van den gewraakten administratieven De algemeene verordening van 1859 laat nl. niet-eervol ontslag toe «na een rechterlyke veroordeeling die het verlies van den mili tairen rang niet uit haren aard ten gevolge heeft" (art. 30,' sub 2e). delijk die vraag. Ik was uitgenoodigd om dien avond ten huize myner verloofde door te brengen. Maar ik durfde haar niet onder de oogen zienDus zat ik alleenten prooi aan de akeligste gedachten ik telde mjjn geld eenige malen over, maar kon er niet meer dan 24 sh. uit maken, en hoe ik ook peinsde, ik zag geen baas om aan meer te komen. Het was gedaan met mydat was zeker. En uit het besef van die zekerheid ontstond de wensch, die hoe langer hoe sterker werd, om weg te komen uit Silkminster naar Londen te gaan, Londen waarheen elke for tuinzoeker (of verliezer) zjjne schreden richt. Eindelijk maakte ik een plan. Ik bezat een stuk van waarde mjjn rjjwiel, en ik besloot daarop naar Londen te rijden, een afstand van honderd en eenige mjjlen, en het daar te verkoopen. Wat meer is, ik besloot nog dienzelfden avond te vertrekken. Ik was juist in een stemming daarvoor. Ik moest iets ondernemen, en dit was een kans. Inderhaast pakle ik het een en ander in mjjn rjjwieltasch, vul de mijn lantaren, klopte aan de deur myner hospita en zei«Ik ga een langen rit maken juffr. Smith een vriend opzoeken. Hij zal mjj zeker te logee- ren houden, wacht my dus niet terug voor morgenavond." «Gut meneer, da's toch wel onverwachts, niet waar?" Ik had al verscheiden jaren bij haar ge woond en zy hield veel van mij, Ik voelde maatregel (ontslag uit den dienst) nu het rech terlijk gewysde uit zjjnen aard het verlies van den militairen rang ten gevolge had (vervallen verklaring.) Het lijdt dan ook wel haast geen twjjfel of de commissie der Tweede kamer zal ten gunste van den requestrant concludeeren. iets waarover wij en zeer velen met ons harte lijk verheugd zullen zjjn. Yoor rechtsherstel is het- nooit te laat, al zal de direct betrokkene vermoedelijk toch voor zyn ganscbe verdere leven onherstelbaar getroffen zijn. ArnhCrt.) Oost-Indië. De dezer dagen ontvangen Oost-Indische bladen loopen van 24 Maart tot 2 April. Zij behelzen in de eerste plaats het heuge lijk bericht, dat generaal J. B. van Heutsz van zijn ernstige ziekte is hersteld en zyn functies als civiel en militair gouverneur van Atjeh weder heeft aanvaard. De Locomotief noemt ons optreden in het Djambische een vreedzame annexatie of liever een eersten stap op den weg naar annexatie. Zonder dat ruchtbaarheid aan de zaak is gegeven, is geleidelijk de sterkte van het gar nizoensbataljon van Palembang met een 300 man opgevoerd en thans dringen die mannen, langzaam maar zeker het gebied binnen, dat tot dusverre zoo goed als gesloten voor ons is Voorts schynt bij de Indische regeering het i denkbeeld in overweging om ook van uit de westkust van Sumatra de grensscheiding tusschen ons gebied en dat van Djambi, wat oostwaarts te verleggen. De eerste luitenant Van de Wall zal mis schien voor den dienst verloren gaan. Te Atjeh aan een der handen gewond, ten gevolge waarvan hij twee zyner vingers heeft verloren, ryst de vraag of hy kan geacht worden het noodzakelijk gebruik van het verminkte lidmaat te bezitten. ÜIT STAD EN PROVINCIE. Het maandblad van de tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland bevat eenige bepalingen en mededeelingen omtrent de beurtentoonstelling, den 4 Juli a. te Middelburg te houden. Voor het meerendeel zyn die by de be langhebbenden bekend, zoodat wy kunnen volstaan met mede te deelendat aan die ten toonstelling alleen kan worden deelgenomen door leden der maatschappij voor paarden, die reeds vroeger in Zeeland bekroond zijn geweest. Voor de keur- en afdeelingsten- toonstellxng mag niet gelijktijdig worden in- Door de besturen der verschillende midde len van vervoer in onze provincie zyn voor de paarden en het rundvee, dat naar de ten toonstelling gezonden wordt, aanzienlijke ver minderingen van vracht toegestaan. In het geheel is thans voor de keurten- toonstelling 2021 aan vrijwillige bjjdragen geschonken. De by het 3e regt. infanterie tot le lui tenant bevorderde 2e luit. P. J. Boogaert bljjft hier ter stede in garnizoen. de scheiding het eerste losrukken uit de wereld myner vrienden. »Ja," zei ik gejaagd, «ik heb er nog al schielijk toe besloten. Goeden avond, juf frouw Smith." Even daarna snorde ik de voorsteden van Silkminster door de huizen werden schaarsch, de lantarenpalen verdwenen, eindeljjk was ik buiten en vloog voort op den weg naar Londen. Het moet half negen geweest zyn toen ik weg reed. Het was een donkere avond, maar dit gedeelte van den weg kende ik heel goed en ik legde ruim tien mjjl in een uur af. Even voor elven stapte ik een oogenblik af in het stadje Dullminster en dronk een glas bier in een logement. «Verlangt gjj geen bed voor den nacht?" vroeg de waard, ziende hoe bestoven ik was. - «Neen, ik zal nog maar een eindje ver der rjjden." - «Een eindje verder? Waar wilt gy dan heen, jongmensch «Naar Londen." «Londen, zoo Wel, er is geen behoor lijke pleisterplaats tusschen hier en Londen vóór Egghurst en dat ligt veertien mjjl ver derop en het is een verlaten streek ook. En er is alle kans dat gy geen onderkomen vindt als gy zoo laat aankomt. Blijf liever hier, mynheer." Hy praatte echter tevergeefs. Al wist ik dat het dwaas was om door te gaan, de duivel van den onrust had zich nu eenmaal Het Nederlandsche pantserdeksch-ip Utrecht is op de reede van Vlissingen aangeko men tot het stellen zyner kompassen. Een der hofmeesters, B. genaamd, van de nachtboot Koningin Regentes, viel Woensdag middag in de buitenhaven aldaar te water. De eerste machinist van dat stoomschip, da heer Rietbergen, sprong den drenkeling na en had de voldoening hem te redden Verschillende echtparen te Goes vier den Woensdag hun 50, 45 of 40 jarig huwe lijksfeest. Twee dier paren, die in het oude Mannen- en vrouwenhuis verpleegd werden, werden door de harmoniegezelschappen Eupho- nia en Hosanna serenades gebracht op het plein van 't gesticht, terwjjl bij een rondgang door de gemeente de stoet ookj voorbij de woningen der andere feestvierenden trok. Een stoet, want natuurlijk bracht de muziek een massa volk op de been. te G r o e d e gedane waarne mingen bedroeg de in April jl. gevallen regen 54.8 inM. tegen 25 mM. in dezelfde maand van 1900. De wind was op 13 dagen Z. W., 3 dagen N. W., 2 dagen W., 1 dag Zuid, 4 dagen Z. O., 3 dagen N. O., 3 dagen O. en 1 dag N. De te 8 uur 's morgens waargenoman baro meterstand was het hoogst den 19en, 778 mM.' het laagst den 15en, 751 mM., de thermometer stand op dat uur het hoogst den 21en 55 gr. Fahr., het laagst den 6en 37 gr. Fahr. X Mei. Woensdagavond was de groote Schuttershof- zaal alhier feestelijk versierd; guirlandes slingerden overalgroen en bloemen waren ia kwistigen overvloed aangebracht en op het tooneel waren de kleurige vaandels en banieren van de by den Middelburgschen Bestuurdersbond. aangesloten vakvereenigingen, met hunne in goud of zilver schitterende opschriften en omboordsëls, geplant en gehangen. De zaal was geheel gevuld door de in Zondags kleedjj gedoschte werklieden met vrouwen en kinderen, opgekomen om gezamen lijk het Meifeest der Middelburgsche arbeiders te vieren. D. Bimmel, de voorzitter van den Bestuur dersbond, heette de aanwezigen welkom met eene toespraak, waarin hy erop wees dat, niet tegenstaande een nieuwe eeuw ia ingetreden, de gebreken van de oude zyn gebleven. De zoo druk gepredikte humaniteit is nog lang niet doorgedrongen by de bourgeoisie, getuigen de oorlogen in Zuid-Afrika en in China. Van de bourgeoisie is geen heil te verwachten in dezeop de arbeiders rust de grootsche taak, door middel van internationale verbroedering, het tot hiertoe en niet verder te spreken. Waar vorige jaren enkel mannen bjj den bond waren aangesloten, mag nu met genoegen geconstateerd dat dit jaar ook vrouwen zich eraaB verbonden. Dat toch zal de arbeiders beweging niet weinig in kracht doen winnen Hoe ook de vrouwen op andere wys zich ver- dienBtelyk maken kunnen, bewees de versiering der zaal, waarby zij hare medewerking ver leenden. Met een opwekking om genoegljjk het feest te vieren en zich nu en steeds te onthouden van my meester gemaakt, en ik besloot door te rjjden, tot ik niet meer kon -- het was het eenige wat mjj aan. my zeiven ontrukte. Dus stapte ik weer op en trapte wat ik kon in de duisternis voort. Dullminster lag nu ruim vjjf mjjlen achter mjj en ik bevond my op een gedeelte van den weg, dat byzonder somber en eenzaam was. Rechts lag een open vlakte, en links liep over een vrjj hoogen djjk de hoofdlyn van den grooten N. W. spoorweg, ongeveer twee of drie mijlen evenwydig met den straatweg, terwjj] een heg dezen scheidde van den onderkant van den dyk. Het flikkeren van een waarschuwend rood licht, aan een sein paal, terwyl ik langs den dyk reed, gaf een nieuwe richting aan myne gedachten. De heele streek was onlangs in opschudding ge- gebracht door het gevoel van een dreigend gevaar. De meest koelbloedige en wreede pogingen waren op eenige van onze groote spoorbanen aangewend om sneltreinen te doen ontsporen. Eenige van die pogingen waren laagden er hadden verscheiden groote rampen plaats gehad; enkele waren nog juist in tjjds ontdekt om het onheil te voor komen; terwyl andere gelukkig machteloos bleken te zyn om de zware locomotieven en treinen omver te werpen. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen, ondanks alle waakzaamheid op de Ijjn en tallooze politiebeambten. .waB de misdadiger qf waren de misdadigers nog niet ontdekt. (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1901 | | pagina 1