lifflÉarpi Com
FEUILLETON.
BIJVOEGSEL
VAN DE
van
Dinsdag 26 Maart 1901, no 72.
Strikken voor den Gemeenteraad van
Middelburg.
Alvorens over te gaan tot liet vernieuwen
van de dierlijke kool in den filter van de
duinwaterleiding, ter wegneming van de gele
kleur, welke nog altijd het water, dat uit den
filter komt, heeft, achtten burg. en weth. het
raadzaam zich vooraf door een deskundige te
doen voorlichten omtrent de oorzaak van die
kleur en aangaande de meest doelmatig ge
achte en tevens op den duur minst kostbare
wjjze, waarop dat euvel zou kunnen worden
weggenomen. Immers de vernieuwing van die
kool is kostbaar niet alleen, maar na de jaren
lange ondervinding, daarmede opgedaan, kwam
het burg. en weth. twijfelachtig voor of die
kool wel genoeg baat geeft.
Het dag. bestuur wendde zich daartoe het eerst
tot den heer A. J. Wynne, gemeente-apothe
ker. Diens antwoord schijnt burg. en weth.
geene oplossing dier vraag te geven en daarom
stellen zjj den raad voor ben te machtigen
het advies in te winnen van den heer J. Schotel
te Rotterdam.
De heer Wynne schrijft:
De kleur van het water kan veroorzaakt
worden óf door een jjzergehalte, öf door het
gehalte organische stoffen, öf door beide.
De lichte tint, die het gefiltreerde water in
den regel bezat, kon worden toegeschreven aan
de daarin aanwezige organische stoffen, omdat
van ijzer daarin in den regel öf niets, öf een
hoogst onbeduidend spoortje kan worden aan
getoond. Een sterk gele kleur kon dus tot
oorzaak hebben öf een. grooter gehalte orga
nische stoffen óf het optreden van meer be-
teekenende hoeveelheden ijzer.
Bij bepaling van de hoeveelheid kalium-
permanganaat, noodig ter oxydatie van de
organische stoffen, bleek hiervoor noodig te
zyn 27,5 milligr. per liter, een cijfer dus wel
iets, maar toch weinig meer bedragend dan
het tot dusverre benoodigde (op 21 Dec. 11.
25 milligram kaliumpermanganaat.)
Bij het onderzoek naar ijzer werd daaren
tegen duideljjk een iets sterker reactie ver
kregen.
Gaf het uitdampingsresidu van 250 cMs in
den regel een nauwlijks waarneembare ijzer
reactie, thans gaf het uitdampingresidu van
100 cM3 reeds een goed waarneembare reactie
op sporen ijzer [Groot is het ijzergehalte natuur-
ljjk nog geenszins te noemen; het blijven nog
sporen, maar toch in duidelijk grooter quantum
dan in den regel) quantitatief werd het jjzer
niet bepaald, omdat daarvoor de hoeveelheid
nog veel te gering was.
Het optreden van iets grooter hoeveelheid
organische stoffen en van ieta duidelijker
spoor jjzer doet vermoeden, dat bjj het fil-
treeren döor de beenderkool niet meer zooveel
wordt teruggehouden.
Het is mij niet mogelijk een afdoend en
doelmatig middel aan te geven, ter verwijde
ring van de kleur. Het zal u niet onbekend
zijn, dat nog steeds gezocht wordt naar beter
procede's ter algeheele ontijzering en dat men
op vele plaatsen ('a-Hertogenbosch b.v.) voort
durend met het ijzergehalte te kampen heeft.
De gunstige resultaten hier tot dusverre met
beenderkool verkregen, geven mij recht, te
adviseeren dat middel te blijven gebruiken.
Maar wellicht is het wenschelijk, de eenige
jaren gebruikte kool öf door nieuwe te ver
vangen, öf door uitgloeiing weer in werk
zaamheid te verhoogen. Ik kan mij echter
niet uitlaten over de technische al- of niet
uitvoerbaarheid van dezen voorslag, evenmin
weet ik welke kosten hieraan zijn verbonden.
Maar toepassing van andere, voorgeslagen
procede's zou toch voorzichtigheidshalve eerst
door nauwkeurige proefnemingen moeten wor
den voorafgegaan, omdat men nog niet één
DE TWEE VRIENDEN.
VAN
HELMUTH VON MOLTKE.
7 Uit Tiet Duitsch.
ni.
Warten had echter goed opgelet. Snel riep
hjj allen, die in zijn nabijheid waren, bijeen
en vloog naar een kamer, die hij voor de
bedreigde hield. De deur was gegrendeld en
weerstond de kolfslagendoch daar kwam
Holm met zijn manschappen te hulp. Gren
dels en scharnieren weken voor de overmacht.
Het was tijd. De vijand was juist met zijn
ladders gereed en de aanvoerder, niemand
minder dan generaal Yon Eichenbach in eigen
persoon, klom juist het venster in. Hier vond
hij twee dames, die gesluierd, half bewuste
loos in een hoek gedoken zaten. De eene, de
eigenares van het slot, vatte echter weldra
moed en noopte hare jongere lotgenoote den
ouden heer te volgen, die het venster weer
trachtte te bereiken en zyne pistolen op de
indringers afschoot. Weldra werd hij ech
ter omsingeld en gevatwant nog voor
dat een tweede Oostenrijker door het raam
kon klimmen, hadden de soldaten van Warten
met hun bajonnetten de ladders van den muur
zeker en afdoend algemeen gebruikt middel
kan aangeven, welke proefnemingen, behalve
tijd, ook moeite en kosten zullen medebrengen.
Verlangzaming van de filtreersnelheid zal
ten slotte mede een middel kunnen zijn, om
aan het water meer bestanddeelen te ont
trekken.
Het bestuur van den Christelijken Volksbond
heeft een adres aan den Raad gericht, waarin
het verzoekt ten dienste van zjjne aideeling
Werkverschaffing", van de gemeente inhuur
te verkrijgen het terrein met daarop staande
woning wjjk Q no. 304, door de gemeente
onlangs aangekocht, gelegen aan het Arme-
niaansch Schuitvlot alhier, en zulks met in
gang van 1 Mei e. k., tegen een huurprijs
van 175 per jaar voor den tjjd van drie
jaren en bovendien twee jaren in optie, met
verplichting van onderhoud der woning voor
rekening van verzoeker.
Yerder wenscht de verzoeker bij te sluiten
huur-overeenkomst in hoofdzaak bepaald te
zien:
lo. dat verzoeker het recht heeft een ge
deelte van het terrein als moesgrond onder
te verhuren
2o. dat het terrein en de woning mag
worden ingericht ten dienste der werkver
schaffing en op het terrein loodsen mogen
worden geplaatst, die het eigendom van verzoe
ker bij afloop der huurovereenkomst blijven; en
3o. dat verzoeker het recht verkrijgt de
zich thans op het terrein in zeer houwvalligen
toestand bevindende bergplaatsen af te breken,
zonder verplicht te zijn deze by het einde der
huurovereenkomst weder op te bouwen.
Middelburg 25 Maart.
Generaal Den Beer Poortugael
deelt den lezers van de 2Y. Rott. Ort. mede dat
hij juist is teruggekeerd van Corsica, waar hij
verscheidene weken heeft doorgebracht, en hij
geeft in een vlot geschreven stukje, dat zich
aangenaam laat lezen, eenige reisindrukken
weer. Gelyk van een Staatsraad in werkelij-
ken dienst te verwachten was, is 't vooral de
politieke en oeconomische kant van 't leven
welke zijn aandacht heeft getrokken, en daar
't bekend is dat, vooral uit dat oogpunt be
schouwd, de toestanden op het Italiaansche
eiland onder Pransch bestuur verre van voor
beeldig zijn, is 't niet te verwonderen dat zyne
indrukken juist niet gunstig zijn. En met eene
beslistheid, welke zeker ineer getuigt van zijne
vlugheid van geest dan wel van een onpartij
dig, ernstig wetenschappelijk oordeel, heeft
hij in die enkele weken verbljjfs aanstonds de
oorzaak ontdekt van de droevige toestanden,
die er op dat eiland heerschennl. het
algemeen stemrecht!
Eigenlijk is dit niet geheel juist, want hij
erkent zyne wetenschap hoofdzakelijk slechts te
danken aan «een zeer geacht ingezetene, die se
dert 18 jaar op Corsica woont". Leest men echter
zijné mededeelingen over den toestand aldaar,
dan kan men zich moeilyk voorstellen, hoe er
op Corsica seen zeer geacht ingezetene" ge
durende 18 jaar heeft kunnen wonen, en is
't volstrekt niet duidelijk hoe zulk een zeld
zame vogel er dan wel uit mag zien. Immers
er zyn daar twee groote partyen: »de repu-
blikeinsche, vertegenwoordigd door al wat
ambtenaar is en daarvan leeft met den prefect
aan 't hoofd, en de Bonapartistische, verte
genwoordigd door de overige burgerij met den
maire aan 't hoofd. Als de maire wat voor
stelt, wordt het geketst door den prefect, en
als de prefect wat wil doen, vindt I et tegen
kanting by den maire; en zoo gebeurd er niets.'"
Deze twee partyen betwisten elkaar de
macht en haar eenig wapen is corruptie op de
grofste schaal, terwijl men tevens verneemt,
dat de vreemdeling, die zich op Corsica komt
vestigen, op straffe van er zich niet te kun
nen handhaven en geruïneerd te worden,
meehuilen moet met de wolven in het bosch.
Het is zeker moeilyk te begrijpen hoe er te
midden daarvan dan nog een »zeer geacht
ingezetene" gedurende 18 jaar heeft kunnen
wonen, tenzjj hy zich ook by ééne der
corrupte partyen heeft aangesloten. Misschien
heeft deze man alB door een wonder daarbij
gestooten en op zijde geduwd, zoodat allen,
die zich er op bevonden, met een vreeselyken
schok naar beneden ploften. Waarschynlyk
zou ook de generaal het slachtoffer geworden
zyn der door zooveel tegenstand geprikkelde
soldaten (want de oude heer wilde niets van
overgave of genade weten) indien zjj niet
gevreesd hadden door te schieten niet alleen
den vyand, maar ook de dames te raken.
Niemand gaf zich meer moeite om de rust
te herstellen dan Warten, die reeds meerma
len met gevaar voor zyn eigen leven een
groot ongeluk voorkomen had. Eindelyk ge
lukte het hem aan het woord te komen. Eer
biedig trad hij op den ongelukkigen generaal
toe. Hy begreep dat er op dit oogenblik niet
aan te denken viel den veteraan tot overgave
te bewegen en dus poogde hij alleen het le
ven van den grijsaard en dat zijner bescher
melingen te redden. De jongste der beide
dames scheen vooral aanspraak op zijn be
scherming te hebben.
«Excellentie!" sprak Warten bescheiden, i
»de oorlogskansen zyn tegen u. Na zooveel
bewjjzen van dapperheid spreek ik niet van
overgave, maar stel een wapenstilstand, op
wederzijdsche overeenkomst gebaseerd, voor.
Uw Excellentie zal moeten inzien dat, al
verlaat ik met mijne soldaten hel vertrek,
deze, nu de ladders weg zyn, de rol van be
legeraars hebben overgenomen. Dus stel ik
de volgende preleruinaireii voor: »Uw
zijn zuiverheid van karakter weten te bewaren,
maar aan de verdenking van groote eenzijdig
heid in zijn oordeel kan hij zeker moeilyk
ontkomen.
Hoe 't zij, deze zegsman heeft den Neder-
landschen Staatsraad verzekerd, dat «tenge
volge van partyschappen, zooals men er voor
al in republieken vindt, en het algemeen
stemrecht er in Corsica en vooral te Ajaccio
niets tot stand komt". Die mededeeling viel
begrijpelijkerwijze op vruchtbaren bodem in
het ontvankelijk gemoed van generaal Den
Beer Poortugael, die aan 't slot van zyne
reisindrukken 't zyn «overleden vriend mr
Kappeyne van de Copello" nazegt, «dat hy
hoopte het algemeen stemrecht in ons land
niet te beleven". Zyn recht om die hoop te
koesteren, zal wel niemand hem betwisten,
maar van een ernstig en degelyk man van
zijn leeftijd en ervaring zou men wel mogen
verwachten, dat hy voor zyne vrees deugde
lijker gronden zou aanvoeren dan de toestan
den op Corsica. In het begin van zyne reis
herinneringen spreekt hy ook van de bekende
oendelta (de bloedwraak) en van het terrorisme
der bandieten, die de burgers brutaalweg
brandschatten zyn die Corsicaansche zeden,
welke, voor zoover wij althans weten, in
Nederland niet worden aangetroffen, misschien
ook al het gevolg van «het algemeen stem
recht" Wy meenen wel eens gehoord te
hebben, dat ze reeds lang vóór de invoering
van dat stemrecht van ouder tot ouder in-
heemsch waren en hoe kan nu toch uit de
werking van het algemeen stemrecht in zulk
eene maatschappij een verstandig man gevolg
trekkingen maken ten aanzien van de werking
van het algemeen stemrecht in Nederland
Het is wonderlyk hoe de tegenstanders van
dat stelsel, als zij zich op het buitenland
beroepen, al tjjd alleen weten te vertellen van
de «vreeselyke" gevolgen in dia landen, waar
hetgeen zjj veroordeelen wij geven 't gaarne
toe, in 't algemeen terecht volkomen te
verklaren is uit de zeden en de geaardheid
der bevolking. Haast zou men moeten aan
nemen, dat generaal Den Beer Poortugael zyn
uitstapje naar Corsica ondernomen heeft hoofd
zakelijk met het doel om, overeenkomstig het
opschrift boven zyne reisherinneringen, eenige
«beerlykheden van het algemeen stemrecht in
losse schetsen" te kunnen toelichtenhy heeft
althans de reis heen en terug over Frankrijk
gemaakt, teneinde ook eenige aldaar waar
genomen toestanden en verschijnselen, welke
hem niet aanstaan en die hy met een sterk
gekleurden bril bekeken heeft, op rekening te
stellen van het algemeen stemrecht. Want
had hy eenmaal de route genomen over Zwit
serland en Duitschland, dan zou hij al van
een zeer partijdige eenzijdigheid hebben moeten
blyk geven, om geheel te verzwygen dat,
ondanks het algemeen stemrecht, in die landen
de toestanden in de verste verte niet gelijken
op die op Corsica en zelfs in Frankrijk. Als
dit 't geval is, en er-is wel niemand die
dit ontkennen zal, dan blijkt daaruit dat
een beroep op buitenlandsche toestanden niet
de minste waarde heeft, waar 't de invoering
jn Nederland betreft van een rechtvaardig
stemrecht, dat aan den werkman in de steden
niet de kiesbevoegdheid onbillykerwyze ont
houdt, maar ze den kleinsten boerenarbeider
in Drente of Limburg toekent. Dat hetgeen
generaal Den Beer Poortugael omtrent zyn reis
den lezers der IV". Rott. Qrl mededeelt, uit
ethnographisch oogpunt interessant is, ont
kennen wy niet, maar wel is 't eenigszins
teleurstellend, als men een lid van den Raad
van State voor ons land op zoo lichtvaardige
wjjze conclusies ziet trekken uit vreemde
toestanden, welke met die in Nederland
letterlijk niets gemeen hebben. (Arnh. Crt.J
VOORUITZICHTEN IN HET
BUITENDAM©.
Van wege de vereeniging Hou1 en Trouw
te Amsterdam is uitgegeven een Gids voor
jonge Nederlanders, die een betrekking zoeken in
het Buitenland.
In den bundel zyn vereenigd de aan ge]
noemd bestuur welwillend verstrekte gegevens,
die den lezers een blik doen slaan op de kan
sen van plaatsing en de vooruitzichten van
jonge Nederlanders in het buitenland en op
verschillende toestanden aldaar, die voor hen
van belang kunnen zyn.
excellentie heeft vryen aftocht naar een
door u zelf te kiezen vertrek, met de
wapens in de hand. Gjj bljjft in het bezit
van al uw bagage. Uw kamer zal gedurende
vier-en-twintig uur van levensmiddelen voor
zien worden, gedurende welken tijd van weers
kanten de vijandelijkheden gestaakt worden.
Daarentegen zullen door de Pruissan alle toe
gangen geblokkeerd en elke uitval van het
garnizoen afgeslagen worden."
De oude heer was niet zoo verblind voor
zyn toestand dat hy niet voelde hoe veel
edelmoedigheid er lag in deze manier om een
overgave te vermijden.
«En deze dames vroeg hij, op de vrou
wen wjjzende, die hem smeekend aanzagen,
«zullen die tot het garnizoen of tot de
belegeraars gerekend worden?"
«Het zal de dames vrjj staan haar ver-
bljjf te kiezen", zei Warten met een ridder
lijke buiging, «doch ik geloof dat zy er de
voorkeur aan zullen geven, in het ongestoorde
bezit van het slot te blijven, waar slechts
de dringendste noodzakelijkheid my een oogen
blik tot commandant heeft gemaakt".
«Maar waarde zwager", zei de oude
dame, »de vyand heeft onB inderdaad tot nog
toe mét al de achting behandeld, die oub toe
komt, en wy gelooven zonder gevaar in ons
slot, onder de kettersehe rebellen, dat wil
zeggen, wy gelooven
«Ik neem den wapenstilstand aan
De gegevens, vele wetenswaardige bijzon
derheden bevattende, werden verstrekt door
de leden der vereeniging en door de Neder-
landsche consuls.
Wat Europa betreft vindt men in het boekske
mededeelingen omtrent België, Groot-Brittan-
niëDenemarkenDuitschlandFrankrijk,
Griekenland, Italië, Oostenrjjk-Hongarjje, Por
tugal, Rumenië, Rusland, Servië, Spanje, Tur
kije, Zweden en Noorwegen en Zwitserland.
Voorts worden inlichtingen gegeven aan
gaande Azië, Afrika, Amerika en Australië.
De firma J. H. de Bussy te Amsterdam be
zorgde de goede typographische uitvoering.
ACHTER HE SCHERMEN.
Naar aanleiding van de door de Zutph. Ct.,
onder dit opschrift gemaakte opmerking aan
het adres van mr P. J. Troelstra, o. a. dat
deze, na zijne door ons medegedeelde uitingen
omtrent hoogeren invloed, op den minister
Eland uitgeoefend, verplicht is de zaak in de
Kamer ter sprake te brengen, verklaarde ge
noemde afgevaardigde, dat hy gaarne de eerste
de beste gelegenheid daartoe zal aangrjjpen
nl. als de Regeering eindelyk eens mede
deelt, wat er nu met de portefeuille van oor
log en met de legerwetten zal gebeuren.
Hjj merkt echter op dat hjj niet op eigen
gezag en verantwoordelijkheid eene beschul
diging heeft uitgesproken, doch eenvoudig
heeft medegedeeld, wat in de Kamer alge
meen werd «gefluisterd", de waarheid der
aldaar geuite bewering voorzichtigheidshalve
in het midden latend.
YERMIESfiSfGEN.
De heer Kerdyk zal om gezondheidsredenen
zich niet weder voor de Tweede kamer ver
kiesbaar stellen.
BENOEM0CIEK MZ.
Bjj kon. besluit
is aan P. L. de Jongh van Arkel, op ver
zoek, eervol ontslag verleend als commies bjj
het dep. van binnenlandsche zaken, en zyn
by dat dep. benoemd tot hoofdcommies W.
C. Capel, thans commiestot commies mr
L. Peerbolte, thans adj .-commies, en tot adj-
commies E. Canneman, thans eerste-klerk
is benoemd tot lector in de faculteit der
wis- en natuurkunde aan de rijk-universiteit
te Leiden, tot het geven van onderwys in de
physische chemiedr F. A. H. Schreinemakers,
thans assistent met den personeelen titel van
lector aan die universiteit
is aan dr. R. Rijkens, op verzoek, eervol
ontslag verleend als directeur van en leeraar
aan de R. H. B. S. ten Den Helder;
is benoemd tot onderwijzer bjj de rijks
kweekschool voor onderwijzeressen te Apel
doorn dr H. C. Geuken, aldaar
is de luit.-kol bij het korps mariniers C.
J. Visser bevorderd tot kolonel, de kol. bjj
dat korps C. J. Visser, op verzoek, op pensioen
gesteld ad 240Ö 's jaars en by het korps
mariniers bevorderd tot luit.-kol., de kap. D.
G. Vreedenberg en tot kap. de eerste-luit E.
Berdenis van Berlekom
is aan den luit. t. z. 2de kl. J. C. Stam, op
verzoek, eervol ontslag uit den zeedienst ver
leend
is de kap. C. D. Scblosser, van het 3de reg.
inf., op non-activiteit gesteld;
is de maj. J. S. Wernas, van het 2de reg.
inf. op aanvrage op pensioen gesteld, ad
2192 's jaars
is de kap. J. H. G. van Spreeken, van het lste
reg. inf., op pensioen gesteld ad 1517 's jaar.
Den 238ten Maart heeft aan het Minis
terie van Buitenlandsche Zaken de ondertee-
kening plaats gehad eener Conventie tusschen
Nederland en België tot wijziging van art. 16,
lste lid, van het gemeenschappelijk reglement
voor het loodswezen op de Schelde.
Bjj koninklyk besluit is de Commissaris der
Koningin in Friesland gemachtigd tot het
bijeenroepen van de Staten dier provincie in
ouitengewona vergadering, op Dinsdag 9 April
a. s., teneinde dan aan de orde te stellen de
verkiezing van een lid van de Eerste kamer
der Staten-Generaal, ter voorziening in de
vacature, ontstaan door het overlyden van den
heer mr W. A. Bergsma.
Deze week verleenen de ministers van justitie
en van oorlog geen audiëntie.
zei de generaal, zyn schoonzuster in de rede
vallend, daar hy hare woorden op dit oogen
blik minder gepast vond. »Ik zal mjj naar
de steenen zaal begeven". Dit zeggenae stap
te bjj vooruit en de Boldaten maakten eer
biedig front voor den dapperen ouden heer.
IV.
De steenen zaal was een gewelfd ver
trek, met een steenen vloer, op de derde
verdieping van een der torens. Het had slechts
éen deur en daarvoor hoorde men den Btap
van den schildwacht. Met afgemeten passen
liep de gevangen generaal, met de handen op
den rug, op en neer.
«Is het niet genoeg," riep by uit en
bleef voor een ouderwetschen stoel staan, alsof
die hem zou antwoorden, «is het niet genoeg dat
ik moet beleven hoe die rebelsche keurvorst,
die kettersehe koning ons trotseert? Moet
het ongeluk der Oostenrjjksche wapenen nu
ook nog meebrengen dat de beBte officieren
der keizerin gevangen genomen worden
Het is al heel hard!" En daar niemand hem
antwoordde, ging hy na een poos voort:
«Werner ookWernerWaar blyft myn
waarde adjudant met zjjn muurbeklimming,
waar hy zoo trotsch op was, in plaats van
recht op zyn doel af te gaan En Frans, die
zwoer dat hjj in het Blot zou dringen om zyn
tante en nicht te bevrijden Ja vóór zjjn
In de St. Ct wordt ter algemeene kennis
gebracht dat de examens der Polytechnische
School, vermeld onder B en C in artt. 60—65
van de wet houdende regeling van het middel
baar onderwys, in de maanden Mei en Juni
a. s. te Delft zullen worden afgenomen.
Voorts dat in dit jaar bjj de opleiding van
leerlingen-machinist te Hellevoetsluis, na ver
gelijkend examen, dertig jongelingen kunnen
worden geplaatst als leerling-machinist.
Voor bijzonderheden zie men no. 70 der St. Ct
T S
LETTEREN EN KUNST.
Bij de Haarlemsche uitgevers H. D. Tjeenk
Willink en Zn is verschenen het eerste gedeelte
van de Ongevallenwet, inleiding, tekst der wet
en aanteekeningen, toegelicht door mr E.
Fokker.
De Voorschriften en Maatregelen van be
stuur tot uitvoering der wet zullen, zoo
mogelijk met de in art. 75 bedoelde »Wet
regelende het Beroep", in een tweede afdee-
ling van het werk worden opgenomen.
Deze uitgave, door een zoo bevoegde en uiterst
bekwame hand bezorgd zal zeker voor allen,
die met de toepassing dezer wet te doen
hebben, eene welkome handleiding zyn.
Paul KrugePs tocht is de titel van een
werkje, dat werd uitgegeven door de firma's
A, Abrahams te 's Gravenhage en Blanken
berg en Co. te Leiden en waarin een getrouwe
beschryving wordt gegeven van Oom Paul's
bezoek aan Frankryk, de Rijnprovincie en
Nederland, opgeluisterd door een aantal illu-
stratiën naar momentphotographieën.
Ofschoon de dagbladen uitvoerige besohrjj-
vingen hebben gegeven van de hartelijke ont
vangst, die den grjjzen staatspresident overal
ten deel viel, zal zeer waarschijnlijk menigeen
de kroniek van diens merkwaardigen tocht,
waarin, uit den aard der zaak, alle bjjzonder-
heden nauwkeuriger zyn vermeld dan in cou
ranten kan geschieden, als een geheel in zyn
bezit willen hebben.
En dat te eer waar het geschrift werd
saamgesteld onder hoofdredactie van mevrouw
Waszklewicz—Van Sehilfgaarde, de wakkere
presidente van den Nederlandschen Vrouwenbond
ter algemeene ontwapening, met medewerking van
den heer H. D. van Broekhuizen, verbannen
predikant van Pretoria.
Achtereenvolgens worden beschreven de
aankomst van de Gelderland te Marseille, welk
Nederlandsch oorlogsschip president Kruger
van Zuid-Afrika naar Europa overbracht, de
geestdriftige ontvangst aldaar, de spoorreis
naar Parjjs, de aankomst en het verbljjfinde
Fransche ho.ofdstad en het vertrek naar Duitsch
land, door België.
Verder wordt verhaald hoe de gryze pelgrim
te Keulen werd ontvangen, waar hjj er niet
in slagen mocht den machtigen monarch zyn
belangen voor te dragen, maar toch de erva
ring op deed dat het stamverwante volk de
beste wenschen koesterde voor het welslagen
van zyn reis.
Daarna volgt een getrouw relaas hoe de
president in Nederland is gehuldigd, zoo ge
durende zyne reis naar de residentie, als in
het vorsteljjk 's Gravenhage, de hoofdstad,
Leiden en Haarlem.
Aan de kroniek zyn toegevoegd tal van
bydragen, in gebonden en ongebonden stjjl, van
Boerenvrienden en vriendinnen en een tweetal
composities, een voor zang en piano Veree
nigd Afrika van Arnold Spoel en een voor
zang Een »welkom" aan president Krugernaar
woorden van Ernst von Wildenbruch, muziek
van F. R. Fontein Tuinhout.
Wanneer wij hier nog by voegen dat de
uitvoering van het werkje keurig is, de prjjs
laag en dat men door aankoop van het
boekje ook een penningske bjj draagt voor de
noodljjdende vrouwen en kinderen der Zuid-
Afrikaansche republieken, dan achten wjj ver
dere aanbeveling overbodig.
De vorige week is door de vereeniging
Gemengd Koor te Wageningen, die onder
leiding staat van den heer Corn0 de Wolff,
in genoemde gemeente een concert gegeven,
waarop het oratorium Die Schopfung van Haydn
uitgevoerd werd, met mej. Anna Kappel en
de heeren Van Duinen en Rogmans alB solisten.
Van dat concert wordt met grooten lof in
het plaatselyk blad melding gemaakt en de
huwelyk, toen hy zyn arm nichtje meer het
hof maakte dan my lief was, wist hij altyd
allerlei middeltjes te bedenken om in
het slot te komen. Maar nu is zjjn oude
vader de eenige, die er binnengekomen is.
En doen ze wel een van allen een poging om
te stormen, om my te bevryden Niets dan
gebrek aan moed 1"
Nadat de oude heer de schuld op de anderen
gegooid en alleen vergeten had zjjn eigen
onstuimigheid aan te klagen, voelde hy zich
aanmerkelijk verlicht.
«Hmbromde hy, «ik geloof dat die
rebelsche schurken in staat zyn een keizer
lijken generaal in dezen ouden toren te laten
verhongeren1"
Maar daar ging de deur al open en een
bediende in livrei bracht hem een diner,
zooals hjj na zoo'n vermoeienden dag wel
verdiend had.
Zjjn gelaat helderde op by het zien der
schotels en flesschen.
«Zet maar hier neer, Max! Zool en trek
nu de flesschen open. En vertel my nu eens
hoe het in huis gesteld is? Geef mjj de
fazant, myn jongen. Hoe gaat het myn
schoonzuster en myn nicht Ik hoop dat men
het haar aan niets laat ontbreken en dat men
niet te veel beleefdheden voor myn nichtje
heeft 1"
«Excellentie l4' antwoordde de knecht,
die. met een servet en een zilveren bord onder