lifflÉarpi Com FEUILLETON. BIJVOEGSEL VAN DE van Dinsdag 26 Maart 1901, no 72. Strikken voor den Gemeenteraad van Middelburg. Alvorens over te gaan tot liet vernieuwen van de dierlijke kool in den filter van de duinwaterleiding, ter wegneming van de gele kleur, welke nog altijd het water, dat uit den filter komt, heeft, achtten burg. en weth. het raadzaam zich vooraf door een deskundige te doen voorlichten omtrent de oorzaak van die kleur en aangaande de meest doelmatig ge achte en tevens op den duur minst kostbare wjjze, waarop dat euvel zou kunnen worden weggenomen. Immers de vernieuwing van die kool is kostbaar niet alleen, maar na de jaren lange ondervinding, daarmede opgedaan, kwam het burg. en weth. twijfelachtig voor of die kool wel genoeg baat geeft. Het dag. bestuur wendde zich daartoe het eerst tot den heer A. J. Wynne, gemeente-apothe ker. Diens antwoord schijnt burg. en weth. geene oplossing dier vraag te geven en daarom stellen zjj den raad voor ben te machtigen het advies in te winnen van den heer J. Schotel te Rotterdam. De heer Wynne schrijft: De kleur van het water kan veroorzaakt worden óf door een jjzergehalte, öf door het gehalte organische stoffen, öf door beide. De lichte tint, die het gefiltreerde water in den regel bezat, kon worden toegeschreven aan de daarin aanwezige organische stoffen, omdat van ijzer daarin in den regel öf niets, öf een hoogst onbeduidend spoortje kan worden aan getoond. Een sterk gele kleur kon dus tot oorzaak hebben öf een. grooter gehalte orga nische stoffen óf het optreden van meer be- teekenende hoeveelheden ijzer. Bij bepaling van de hoeveelheid kalium- permanganaat, noodig ter oxydatie van de organische stoffen, bleek hiervoor noodig te zyn 27,5 milligr. per liter, een cijfer dus wel iets, maar toch weinig meer bedragend dan het tot dusverre benoodigde (op 21 Dec. 11. 25 milligram kaliumpermanganaat.) Bij het onderzoek naar ijzer werd daaren tegen duideljjk een iets sterker reactie ver kregen. Gaf het uitdampingsresidu van 250 cMs in den regel een nauwlijks waarneembare ijzer reactie, thans gaf het uitdampingresidu van 100 cM3 reeds een goed waarneembare reactie op sporen ijzer [Groot is het ijzergehalte natuur- ljjk nog geenszins te noemen; het blijven nog sporen, maar toch in duidelijk grooter quantum dan in den regel) quantitatief werd het jjzer niet bepaald, omdat daarvoor de hoeveelheid nog veel te gering was. Het optreden van iets grooter hoeveelheid organische stoffen en van ieta duidelijker spoor jjzer doet vermoeden, dat bjj het fil- treeren döor de beenderkool niet meer zooveel wordt teruggehouden. Het is mij niet mogelijk een afdoend en doelmatig middel aan te geven, ter verwijde ring van de kleur. Het zal u niet onbekend zijn, dat nog steeds gezocht wordt naar beter procede's ter algeheele ontijzering en dat men op vele plaatsen ('a-Hertogenbosch b.v.) voort durend met het ijzergehalte te kampen heeft. De gunstige resultaten hier tot dusverre met beenderkool verkregen, geven mij recht, te adviseeren dat middel te blijven gebruiken. Maar wellicht is het wenschelijk, de eenige jaren gebruikte kool öf door nieuwe te ver vangen, öf door uitgloeiing weer in werk zaamheid te verhoogen. Ik kan mij echter niet uitlaten over de technische al- of niet uitvoerbaarheid van dezen voorslag, evenmin weet ik welke kosten hieraan zijn verbonden. Maar toepassing van andere, voorgeslagen procede's zou toch voorzichtigheidshalve eerst door nauwkeurige proefnemingen moeten wor den voorafgegaan, omdat men nog niet één DE TWEE VRIENDEN. VAN HELMUTH VON MOLTKE. 7 Uit Tiet Duitsch. ni. Warten had echter goed opgelet. Snel riep hjj allen, die in zijn nabijheid waren, bijeen en vloog naar een kamer, die hij voor de bedreigde hield. De deur was gegrendeld en weerstond de kolfslagendoch daar kwam Holm met zijn manschappen te hulp. Gren dels en scharnieren weken voor de overmacht. Het was tijd. De vijand was juist met zijn ladders gereed en de aanvoerder, niemand minder dan generaal Yon Eichenbach in eigen persoon, klom juist het venster in. Hier vond hij twee dames, die gesluierd, half bewuste loos in een hoek gedoken zaten. De eene, de eigenares van het slot, vatte echter weldra moed en noopte hare jongere lotgenoote den ouden heer te volgen, die het venster weer trachtte te bereiken en zyne pistolen op de indringers afschoot. Weldra werd hij ech ter omsingeld en gevatwant nog voor dat een tweede Oostenrijker door het raam kon klimmen, hadden de soldaten van Warten met hun bajonnetten de ladders van den muur zeker en afdoend algemeen gebruikt middel kan aangeven, welke proefnemingen, behalve tijd, ook moeite en kosten zullen medebrengen. Verlangzaming van de filtreersnelheid zal ten slotte mede een middel kunnen zijn, om aan het water meer bestanddeelen te ont trekken. Het bestuur van den Christelijken Volksbond heeft een adres aan den Raad gericht, waarin het verzoekt ten dienste van zjjne aideeling Werkverschaffing", van de gemeente inhuur te verkrijgen het terrein met daarop staande woning wjjk Q no. 304, door de gemeente onlangs aangekocht, gelegen aan het Arme- niaansch Schuitvlot alhier, en zulks met in gang van 1 Mei e. k., tegen een huurprijs van 175 per jaar voor den tjjd van drie jaren en bovendien twee jaren in optie, met verplichting van onderhoud der woning voor rekening van verzoeker. Yerder wenscht de verzoeker bij te sluiten huur-overeenkomst in hoofdzaak bepaald te zien: lo. dat verzoeker het recht heeft een ge deelte van het terrein als moesgrond onder te verhuren 2o. dat het terrein en de woning mag worden ingericht ten dienste der werkver schaffing en op het terrein loodsen mogen worden geplaatst, die het eigendom van verzoe ker bij afloop der huurovereenkomst blijven; en 3o. dat verzoeker het recht verkrijgt de zich thans op het terrein in zeer houwvalligen toestand bevindende bergplaatsen af te breken, zonder verplicht te zijn deze by het einde der huurovereenkomst weder op te bouwen. Middelburg 25 Maart. Generaal Den Beer Poortugael deelt den lezers van de 2Y. Rott. Ort. mede dat hij juist is teruggekeerd van Corsica, waar hij verscheidene weken heeft doorgebracht, en hij geeft in een vlot geschreven stukje, dat zich aangenaam laat lezen, eenige reisindrukken weer. Gelyk van een Staatsraad in werkelij- ken dienst te verwachten was, is 't vooral de politieke en oeconomische kant van 't leven welke zijn aandacht heeft getrokken, en daar 't bekend is dat, vooral uit dat oogpunt be schouwd, de toestanden op het Italiaansche eiland onder Pransch bestuur verre van voor beeldig zijn, is 't niet te verwonderen dat zyne indrukken juist niet gunstig zijn. En met eene beslistheid, welke zeker ineer getuigt van zijne vlugheid van geest dan wel van een onpartij dig, ernstig wetenschappelijk oordeel, heeft hij in die enkele weken verbljjfs aanstonds de oorzaak ontdekt van de droevige toestanden, die er op dat eiland heerschennl. het algemeen stemrecht! Eigenlijk is dit niet geheel juist, want hij erkent zyne wetenschap hoofdzakelijk slechts te danken aan «een zeer geacht ingezetene, die se dert 18 jaar op Corsica woont". Leest men echter zijné mededeelingen over den toestand aldaar, dan kan men zich moeilyk voorstellen, hoe er op Corsica seen zeer geacht ingezetene" ge durende 18 jaar heeft kunnen wonen, en is 't volstrekt niet duidelijk hoe zulk een zeld zame vogel er dan wel uit mag zien. Immers er zyn daar twee groote partyen: »de repu- blikeinsche, vertegenwoordigd door al wat ambtenaar is en daarvan leeft met den prefect aan 't hoofd, en de Bonapartistische, verte genwoordigd door de overige burgerij met den maire aan 't hoofd. Als de maire wat voor stelt, wordt het geketst door den prefect, en als de prefect wat wil doen, vindt I et tegen kanting by den maire; en zoo gebeurd er niets.'" Deze twee partyen betwisten elkaar de macht en haar eenig wapen is corruptie op de grofste schaal, terwijl men tevens verneemt, dat de vreemdeling, die zich op Corsica komt vestigen, op straffe van er zich niet te kun nen handhaven en geruïneerd te worden, meehuilen moet met de wolven in het bosch. Het is zeker moeilyk te begrijpen hoe er te midden daarvan dan nog een »zeer geacht ingezetene" gedurende 18 jaar heeft kunnen wonen, tenzjj hy zich ook by ééne der corrupte partyen heeft aangesloten. Misschien heeft deze man alB door een wonder daarbij gestooten en op zijde geduwd, zoodat allen, die zich er op bevonden, met een vreeselyken schok naar beneden ploften. Waarschynlyk zou ook de generaal het slachtoffer geworden zyn der door zooveel tegenstand geprikkelde soldaten (want de oude heer wilde niets van overgave of genade weten) indien zjj niet gevreesd hadden door te schieten niet alleen den vyand, maar ook de dames te raken. Niemand gaf zich meer moeite om de rust te herstellen dan Warten, die reeds meerma len met gevaar voor zyn eigen leven een groot ongeluk voorkomen had. Eindelyk ge lukte het hem aan het woord te komen. Eer biedig trad hij op den ongelukkigen generaal toe. Hy begreep dat er op dit oogenblik niet aan te denken viel den veteraan tot overgave te bewegen en dus poogde hij alleen het le ven van den grijsaard en dat zijner bescher melingen te redden. De jongste der beide dames scheen vooral aanspraak op zijn be scherming te hebben. «Excellentie!" sprak Warten bescheiden, i »de oorlogskansen zyn tegen u. Na zooveel bewjjzen van dapperheid spreek ik niet van overgave, maar stel een wapenstilstand, op wederzijdsche overeenkomst gebaseerd, voor. Uw Excellentie zal moeten inzien dat, al verlaat ik met mijne soldaten hel vertrek, deze, nu de ladders weg zyn, de rol van be legeraars hebben overgenomen. Dus stel ik de volgende preleruinaireii voor: »Uw zijn zuiverheid van karakter weten te bewaren, maar aan de verdenking van groote eenzijdig heid in zijn oordeel kan hij zeker moeilyk ontkomen. Hoe 't zij, deze zegsman heeft den Neder- landschen Staatsraad verzekerd, dat «tenge volge van partyschappen, zooals men er voor al in republieken vindt, en het algemeen stemrecht er in Corsica en vooral te Ajaccio niets tot stand komt". Die mededeeling viel begrijpelijkerwijze op vruchtbaren bodem in het ontvankelijk gemoed van generaal Den Beer Poortugael, die aan 't slot van zyne reisindrukken 't zyn «overleden vriend mr Kappeyne van de Copello" nazegt, «dat hy hoopte het algemeen stemrecht in ons land niet te beleven". Zyn recht om die hoop te koesteren, zal wel niemand hem betwisten, maar van een ernstig en degelyk man van zijn leeftijd en ervaring zou men wel mogen verwachten, dat hy voor zyne vrees deugde lijker gronden zou aanvoeren dan de toestan den op Corsica. In het begin van zyne reis herinneringen spreekt hy ook van de bekende oendelta (de bloedwraak) en van het terrorisme der bandieten, die de burgers brutaalweg brandschatten zyn die Corsicaansche zeden, welke, voor zoover wij althans weten, in Nederland niet worden aangetroffen, misschien ook al het gevolg van «het algemeen stem recht" Wy meenen wel eens gehoord te hebben, dat ze reeds lang vóór de invoering van dat stemrecht van ouder tot ouder in- heemsch waren en hoe kan nu toch uit de werking van het algemeen stemrecht in zulk eene maatschappij een verstandig man gevolg trekkingen maken ten aanzien van de werking van het algemeen stemrecht in Nederland Het is wonderlyk hoe de tegenstanders van dat stelsel, als zij zich op het buitenland beroepen, al tjjd alleen weten te vertellen van de «vreeselyke" gevolgen in dia landen, waar hetgeen zjj veroordeelen wij geven 't gaarne toe, in 't algemeen terecht volkomen te verklaren is uit de zeden en de geaardheid der bevolking. Haast zou men moeten aan nemen, dat generaal Den Beer Poortugael zyn uitstapje naar Corsica ondernomen heeft hoofd zakelijk met het doel om, overeenkomstig het opschrift boven zyne reisherinneringen, eenige «beerlykheden van het algemeen stemrecht in losse schetsen" te kunnen toelichtenhy heeft althans de reis heen en terug over Frankrijk gemaakt, teneinde ook eenige aldaar waar genomen toestanden en verschijnselen, welke hem niet aanstaan en die hy met een sterk gekleurden bril bekeken heeft, op rekening te stellen van het algemeen stemrecht. Want had hy eenmaal de route genomen over Zwit serland en Duitschland, dan zou hij al van een zeer partijdige eenzijdigheid hebben moeten blyk geven, om geheel te verzwygen dat, ondanks het algemeen stemrecht, in die landen de toestanden in de verste verte niet gelijken op die op Corsica en zelfs in Frankrijk. Als dit 't geval is, en er-is wel niemand die dit ontkennen zal, dan blijkt daaruit dat een beroep op buitenlandsche toestanden niet de minste waarde heeft, waar 't de invoering jn Nederland betreft van een rechtvaardig stemrecht, dat aan den werkman in de steden niet de kiesbevoegdheid onbillykerwyze ont houdt, maar ze den kleinsten boerenarbeider in Drente of Limburg toekent. Dat hetgeen generaal Den Beer Poortugael omtrent zyn reis den lezers der IV". Rott. Qrl mededeelt, uit ethnographisch oogpunt interessant is, ont kennen wy niet, maar wel is 't eenigszins teleurstellend, als men een lid van den Raad van State voor ons land op zoo lichtvaardige wjjze conclusies ziet trekken uit vreemde toestanden, welke met die in Nederland letterlijk niets gemeen hebben. (Arnh. Crt.J VOORUITZICHTEN IN HET BUITENDAM©. Van wege de vereeniging Hou1 en Trouw te Amsterdam is uitgegeven een Gids voor jonge Nederlanders, die een betrekking zoeken in het Buitenland. In den bundel zyn vereenigd de aan ge] noemd bestuur welwillend verstrekte gegevens, die den lezers een blik doen slaan op de kan sen van plaatsing en de vooruitzichten van jonge Nederlanders in het buitenland en op verschillende toestanden aldaar, die voor hen van belang kunnen zyn. excellentie heeft vryen aftocht naar een door u zelf te kiezen vertrek, met de wapens in de hand. Gjj bljjft in het bezit van al uw bagage. Uw kamer zal gedurende vier-en-twintig uur van levensmiddelen voor zien worden, gedurende welken tijd van weers kanten de vijandelijkheden gestaakt worden. Daarentegen zullen door de Pruissan alle toe gangen geblokkeerd en elke uitval van het garnizoen afgeslagen worden." De oude heer was niet zoo verblind voor zyn toestand dat hy niet voelde hoe veel edelmoedigheid er lag in deze manier om een overgave te vermijden. «En deze dames vroeg hij, op de vrou wen wjjzende, die hem smeekend aanzagen, «zullen die tot het garnizoen of tot de belegeraars gerekend worden?" «Het zal de dames vrjj staan haar ver- bljjf te kiezen", zei Warten met een ridder lijke buiging, «doch ik geloof dat zy er de voorkeur aan zullen geven, in het ongestoorde bezit van het slot te blijven, waar slechts de dringendste noodzakelijkheid my een oogen blik tot commandant heeft gemaakt". «Maar waarde zwager", zei de oude dame, »de vyand heeft onB inderdaad tot nog toe mét al de achting behandeld, die oub toe komt, en wy gelooven zonder gevaar in ons slot, onder de kettersehe rebellen, dat wil zeggen, wy gelooven «Ik neem den wapenstilstand aan De gegevens, vele wetenswaardige bijzon derheden bevattende, werden verstrekt door de leden der vereeniging en door de Neder- landsche consuls. Wat Europa betreft vindt men in het boekske mededeelingen omtrent België, Groot-Brittan- niëDenemarkenDuitschlandFrankrijk, Griekenland, Italië, Oostenrjjk-Hongarjje, Por tugal, Rumenië, Rusland, Servië, Spanje, Tur kije, Zweden en Noorwegen en Zwitserland. Voorts worden inlichtingen gegeven aan gaande Azië, Afrika, Amerika en Australië. De firma J. H. de Bussy te Amsterdam be zorgde de goede typographische uitvoering. ACHTER HE SCHERMEN. Naar aanleiding van de door de Zutph. Ct., onder dit opschrift gemaakte opmerking aan het adres van mr P. J. Troelstra, o. a. dat deze, na zijne door ons medegedeelde uitingen omtrent hoogeren invloed, op den minister Eland uitgeoefend, verplicht is de zaak in de Kamer ter sprake te brengen, verklaarde ge noemde afgevaardigde, dat hy gaarne de eerste de beste gelegenheid daartoe zal aangrjjpen nl. als de Regeering eindelyk eens mede deelt, wat er nu met de portefeuille van oor log en met de legerwetten zal gebeuren. Hjj merkt echter op dat hjj niet op eigen gezag en verantwoordelijkheid eene beschul diging heeft uitgesproken, doch eenvoudig heeft medegedeeld, wat in de Kamer alge meen werd «gefluisterd", de waarheid der aldaar geuite bewering voorzichtigheidshalve in het midden latend. YERMIESfiSfGEN. De heer Kerdyk zal om gezondheidsredenen zich niet weder voor de Tweede kamer ver kiesbaar stellen. BENOEM0CIEK MZ. Bjj kon. besluit is aan P. L. de Jongh van Arkel, op ver zoek, eervol ontslag verleend als commies bjj het dep. van binnenlandsche zaken, en zyn by dat dep. benoemd tot hoofdcommies W. C. Capel, thans commiestot commies mr L. Peerbolte, thans adj .-commies, en tot adj- commies E. Canneman, thans eerste-klerk is benoemd tot lector in de faculteit der wis- en natuurkunde aan de rijk-universiteit te Leiden, tot het geven van onderwys in de physische chemiedr F. A. H. Schreinemakers, thans assistent met den personeelen titel van lector aan die universiteit is aan dr. R. Rijkens, op verzoek, eervol ontslag verleend als directeur van en leeraar aan de R. H. B. S. ten Den Helder; is benoemd tot onderwijzer bjj de rijks kweekschool voor onderwijzeressen te Apel doorn dr H. C. Geuken, aldaar is de luit.-kol bij het korps mariniers C. J. Visser bevorderd tot kolonel, de kol. bjj dat korps C. J. Visser, op verzoek, op pensioen gesteld ad 240Ö 's jaars en by het korps mariniers bevorderd tot luit.-kol., de kap. D. G. Vreedenberg en tot kap. de eerste-luit E. Berdenis van Berlekom is aan den luit. t. z. 2de kl. J. C. Stam, op verzoek, eervol ontslag uit den zeedienst ver leend is de kap. C. D. Scblosser, van het 3de reg. inf., op non-activiteit gesteld; is de maj. J. S. Wernas, van het 2de reg. inf. op aanvrage op pensioen gesteld, ad 2192 's jaars is de kap. J. H. G. van Spreeken, van het lste reg. inf., op pensioen gesteld ad 1517 's jaar. Den 238ten Maart heeft aan het Minis terie van Buitenlandsche Zaken de ondertee- kening plaats gehad eener Conventie tusschen Nederland en België tot wijziging van art. 16, lste lid, van het gemeenschappelijk reglement voor het loodswezen op de Schelde. Bjj koninklyk besluit is de Commissaris der Koningin in Friesland gemachtigd tot het bijeenroepen van de Staten dier provincie in ouitengewona vergadering, op Dinsdag 9 April a. s., teneinde dan aan de orde te stellen de verkiezing van een lid van de Eerste kamer der Staten-Generaal, ter voorziening in de vacature, ontstaan door het overlyden van den heer mr W. A. Bergsma. Deze week verleenen de ministers van justitie en van oorlog geen audiëntie. zei de generaal, zyn schoonzuster in de rede vallend, daar hy hare woorden op dit oogen blik minder gepast vond. »Ik zal mjj naar de steenen zaal begeven". Dit zeggenae stap te bjj vooruit en de Boldaten maakten eer biedig front voor den dapperen ouden heer. IV. De steenen zaal was een gewelfd ver trek, met een steenen vloer, op de derde verdieping van een der torens. Het had slechts éen deur en daarvoor hoorde men den Btap van den schildwacht. Met afgemeten passen liep de gevangen generaal, met de handen op den rug, op en neer. «Is het niet genoeg," riep by uit en bleef voor een ouderwetschen stoel staan, alsof die hem zou antwoorden, «is het niet genoeg dat ik moet beleven hoe die rebelsche keurvorst, die kettersehe koning ons trotseert? Moet het ongeluk der Oostenrjjksche wapenen nu ook nog meebrengen dat de beBte officieren der keizerin gevangen genomen worden Het is al heel hard!" En daar niemand hem antwoordde, ging hy na een poos voort: «Werner ookWernerWaar blyft myn waarde adjudant met zjjn muurbeklimming, waar hy zoo trotsch op was, in plaats van recht op zyn doel af te gaan En Frans, die zwoer dat hjj in het Blot zou dringen om zyn tante en nicht te bevrijden Ja vóór zjjn In de St. Ct wordt ter algemeene kennis gebracht dat de examens der Polytechnische School, vermeld onder B en C in artt. 60—65 van de wet houdende regeling van het middel baar onderwys, in de maanden Mei en Juni a. s. te Delft zullen worden afgenomen. Voorts dat in dit jaar bjj de opleiding van leerlingen-machinist te Hellevoetsluis, na ver gelijkend examen, dertig jongelingen kunnen worden geplaatst als leerling-machinist. Voor bijzonderheden zie men no. 70 der St. Ct T S LETTEREN EN KUNST. Bij de Haarlemsche uitgevers H. D. Tjeenk Willink en Zn is verschenen het eerste gedeelte van de Ongevallenwet, inleiding, tekst der wet en aanteekeningen, toegelicht door mr E. Fokker. De Voorschriften en Maatregelen van be stuur tot uitvoering der wet zullen, zoo mogelijk met de in art. 75 bedoelde »Wet regelende het Beroep", in een tweede afdee- ling van het werk worden opgenomen. Deze uitgave, door een zoo bevoegde en uiterst bekwame hand bezorgd zal zeker voor allen, die met de toepassing dezer wet te doen hebben, eene welkome handleiding zyn. Paul KrugePs tocht is de titel van een werkje, dat werd uitgegeven door de firma's A, Abrahams te 's Gravenhage en Blanken berg en Co. te Leiden en waarin een getrouwe beschryving wordt gegeven van Oom Paul's bezoek aan Frankryk, de Rijnprovincie en Nederland, opgeluisterd door een aantal illu- stratiën naar momentphotographieën. Ofschoon de dagbladen uitvoerige besohrjj- vingen hebben gegeven van de hartelijke ont vangst, die den grjjzen staatspresident overal ten deel viel, zal zeer waarschijnlijk menigeen de kroniek van diens merkwaardigen tocht, waarin, uit den aard der zaak, alle bjjzonder- heden nauwkeuriger zyn vermeld dan in cou ranten kan geschieden, als een geheel in zyn bezit willen hebben. En dat te eer waar het geschrift werd saamgesteld onder hoofdredactie van mevrouw Waszklewicz—Van Sehilfgaarde, de wakkere presidente van den Nederlandschen Vrouwenbond ter algemeene ontwapening, met medewerking van den heer H. D. van Broekhuizen, verbannen predikant van Pretoria. Achtereenvolgens worden beschreven de aankomst van de Gelderland te Marseille, welk Nederlandsch oorlogsschip president Kruger van Zuid-Afrika naar Europa overbracht, de geestdriftige ontvangst aldaar, de spoorreis naar Parjjs, de aankomst en het verbljjfinde Fransche ho.ofdstad en het vertrek naar Duitsch land, door België. Verder wordt verhaald hoe de gryze pelgrim te Keulen werd ontvangen, waar hjj er niet in slagen mocht den machtigen monarch zyn belangen voor te dragen, maar toch de erva ring op deed dat het stamverwante volk de beste wenschen koesterde voor het welslagen van zyn reis. Daarna volgt een getrouw relaas hoe de president in Nederland is gehuldigd, zoo ge durende zyne reis naar de residentie, als in het vorsteljjk 's Gravenhage, de hoofdstad, Leiden en Haarlem. Aan de kroniek zyn toegevoegd tal van bydragen, in gebonden en ongebonden stjjl, van Boerenvrienden en vriendinnen en een tweetal composities, een voor zang en piano Veree nigd Afrika van Arnold Spoel en een voor zang Een »welkom" aan president Krugernaar woorden van Ernst von Wildenbruch, muziek van F. R. Fontein Tuinhout. Wanneer wij hier nog by voegen dat de uitvoering van het werkje keurig is, de prjjs laag en dat men door aankoop van het boekje ook een penningske bjj draagt voor de noodljjdende vrouwen en kinderen der Zuid- Afrikaansche republieken, dan achten wjj ver dere aanbeveling overbodig. De vorige week is door de vereeniging Gemengd Koor te Wageningen, die onder leiding staat van den heer Corn0 de Wolff, in genoemde gemeente een concert gegeven, waarop het oratorium Die Schopfung van Haydn uitgevoerd werd, met mej. Anna Kappel en de heeren Van Duinen en Rogmans alB solisten. Van dat concert wordt met grooten lof in het plaatselyk blad melding gemaakt en de huwelyk, toen hy zyn arm nichtje meer het hof maakte dan my lief was, wist hij altyd allerlei middeltjes te bedenken om in het slot te komen. Maar nu is zjjn oude vader de eenige, die er binnengekomen is. En doen ze wel een van allen een poging om te stormen, om my te bevryden Niets dan gebrek aan moed 1" Nadat de oude heer de schuld op de anderen gegooid en alleen vergeten had zjjn eigen onstuimigheid aan te klagen, voelde hy zich aanmerkelijk verlicht. «Hmbromde hy, «ik geloof dat die rebelsche schurken in staat zyn een keizer lijken generaal in dezen ouden toren te laten verhongeren1" Maar daar ging de deur al open en een bediende in livrei bracht hem een diner, zooals hjj na zoo'n vermoeienden dag wel verdiend had. Zjjn gelaat helderde op by het zien der schotels en flesschen. «Zet maar hier neer, Max! Zool en trek nu de flesschen open. En vertel my nu eens hoe het in huis gesteld is? Geef mjj de fazant, myn jongen. Hoe gaat het myn schoonzuster en myn nicht Ik hoop dat men het haar aan niets laat ontbreken en dat men niet te veel beleefdheden voor myn nichtje heeft 1" «Excellentie l4' antwoordde de knecht, die. met een servet en een zilveren bord onder

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1901 | | pagina 5