HIÜIlELItl Ki.SCIIi: COURANT.
N". 62.
1901.
Donderdag
14 Maart.
Het Tooneel.
I i Jaargang.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Pry8, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor a.ie plaatsen in Nederland franco p.p., 2.—.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THERMOMETER EK VERWACHTING.
13 Maart8 u. vin. 42 gr., 12 u. 45 gr., av. 4 u. 49 gr. F. Verwacht: zwakke tot matige
Z. O. wind, licht bewolkte lucht en weinig verandering van temperatuur.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel
Groote letters naar de plaats, die zij f
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau
A. BE LA MAR Azn., K.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam.
Middelburg 13 Maart.
Weer een minister van oorlog af!
Al wederom een poging om tot versterking
en reorganisatie onzer levende strijdkrachten
te komen mislnktroept Het Vad. uit. Immers
na de houding door den Minister van Oorlog
ten aanzien van den verkorten oefeningstgd
van den aanvang aangenomen, kan niet worden
verwacht, dat de geschorste beraadslaging zou
worden hervat, nu met het amendement-Van
Gilsè de 8", maand in het ontwerp werden
Een allerzonderlingst resultaat, als men de
wederzjjdaehe positie wei indenkt. Ziehier
een Minister, die van den aanvang van zgn
bewindvoering af, ten spijt van alle tegen
werkende invloeden, den oefeningstgd van
acht maanden invoert en daarbjj volhardt, en
een sterke bevriende fractie in de Kamer,
die den Minister toejuicht en steunen wil.
En nu is het juist over dien verkorten oefe
ningstgd, dat zij met elkander in geschil raken
en dat het wetsontwerp valt. De logica
had zeker gevorderd dien oefentijd in de
wet vast te leggen, mits met de noodzake
lijke veiligheidsklep, dat de bevoegdheid
zou bestaan de onvoldoende geoefenden lan
ger onder de wapenen te houden, waarvoor
ten Blotte ook de overtuigdste voorstanders
der 8 maanden te vinden waren. Maar nu
de Minister niet in dien vorm den wette-
ljjken oefentijd wilde accepteeren; nu hjj,
schoon overtuigd, dat van den norm van 8
maanden niet meer zou worden teruggeko
men, een maximum van 12 maanden in de
wet wilde leggennu hg evenwel overigens
bereid werd bevonden aan hen, die in kor
ter tgd geoefend kunnen worden, de noodige
verkorting van diensttjjd toe te staan,
had nu toch niet politieke wijsheid van hen,
die immers met den Minister wilden mede
werken, gevorderd hun eiBch niet tot het
uiterste vol te houden Niet gemakkelijk
toch vinden zjj weer een Minister zoo naar
hun hart. Maar neen, met den kop tegen den
muur loopen was hier weder het devies van
de meest vooruitstrevende lieden, die natuur
lijk in de ultramontaansche partjj welkome
bondgenooten vonden.
Den heer Van Raalte de eer, dat hij door
zag, wat hoog spel werd gespeeld, en dat hjj
zelfverloochening genoeg toonde om te stem
men tegen het amendement, dat zjjn voorkeur
had. Ware zjjn advies ten aanzien van de
volgorde der stemmingen gevolgd, de wet
ware, meenen wjj, gered geweest. Wg zul
len niet zeggen, dat de thans aangenomen
volgorde niet logisch was, dat de Kamer
geen reden had het zelden falende inzicht
des voorzitters te volgen, maar als hiertegen
over het voorstel-Van Raalte ware aangeno
men geweest, ware de zaak voor de Regee
ring gemakkelijker geloopen en hadden vele
leden zich geleidelijker in 'tgewenschte ga
reel laten voegen. Wat was het geval De
amendementen-Verhey en Kerdgk, door mid
del van tgdelgke verloven of tgdiger ontslag
verkorting van oefentijd beoogende, werden
aan de orde gesteld na het" 8'/s maanden-
amendement van den heer Van Gilse. De
charme van dit meer precieSe en meer doc
trinaire amendement zou wel zjjn wegge
doezeld als een van de beide andere amen
dementen, door den Minister niet onaannemelijk
verklaard, vooraf ware aangenomen geweest.
Ook nu nog, na aanneming van het amende
ment-Van Gilse kreeg het amendement-Verhey
44 tegen 47 (of 48 stemmenmen kan ge
rust stellen, dat het aangenomen ware geweest,
als het vooraf was gegaan, en dan zou het
amendement-Van Gilse zgn verworpen. Alleen
dan had in het doen voorafgaan van dit laatste
geen gevaar gelegen, als men erop had kunnen
rekenen, dat een aanmerkelijk getal leden,
die er in beginsel voor waren, weigeren
zouden er hun stem aan te geven. Zoo han
delden met den heer Van Raalte de heeren
Pjjnacker Hordjjk, Pyttersen, Hesselink en
Kool, maar overigens van de naaste vrienden
der Regeering geen. Twee meer en de wet
ware gered geweest, want met 47 tegen 44
stemmen is het amendement-Van Gilse aan
genomen. Het lot der overige amendementen,
die alle verworpen werden, is hiernevens van
mindere beteekeniswg kunnen volstaan met
de verdere mededeeling, dat het alsnuindien
zin gewijzigde artikel werd aangenomen met
50 tegen 41 stemmen. De stem der Ministers
Borgesius en Lely tegen het artikel bereidde
reeds voor op de verklaring, dat de Regeering
schorsing der beraadslagingen verlangde.
Ter juiste kenschetsing van den stand der
zaken sinds Vrgdag dient nog melding ge
maakt van de wijziging, Dinsdag weder door
de regeering voorgesteld op een artikel, dat
nog niet aan de orde was, maar waardoor
toch de positie der 4-maanders en daarmede
het oordeel over de geheele regeling der
oefentijden werd beheerschfc. Hiermede werd
nl. in art. 125 een zoodanige wijziging ge
bracht dat zou vaststaan dat de herhalings
oefeningen der 4-maanders zullen strekken
tot voorziening in den dienst gedurende het
tijdperk dat de ter volledige oefening in te
ljjven manschappen nog niet aan de wacht
en corveediensten zullen kunnen deelnemen.
Dit toonde dat de Regeering niet blind was
gebleven voor 't gevaar, waarop in 't over
zicht van het Hbld. het eerst met klem is
gewezen, en dat ook verder buiten de kamer
veel indruk heeft gemaakt, namelijk dat met
deze 4-maanders een privilegie zou worden
geschapen voor wie van vooroefeningen kun
nen gebruik maken en daardoor de beste stof
voor kadervorming, met den persoonlijken
dienstplicht in het leger gebracht, daaraan
weer zou zjjn onttrokken. Daartegen was het
eenige redmiddel deze voor den gewonen
dienst te korte oefening minder aantrekkelijk
te maken en er het karakter van privilegie,
juist door de groote tegenstanders van privi
legiën onnadenkend in de wet gebracht, aan
te ontnemen. Hiermede verklaarde de minis
ter te zullen staan of vallen, weinig denkende
dat hjj zou zgn gevallen, voordat deze quaestie
ter beslissing kwam.
Het wil ons voorkomen, dat, had de Kamer
deze nieuw bedachte regeling en daarnevens
het amendement-Verhey willen aanvaarden,
men een tameljjk goed aaneensluitend geheel
had gekregen, waarvan bjj verstandige practjjk
iets goeds ware te maken geweest. Nu echter
zgn wjj niets verder, en het gemis aan stuur
en beleid heeft ten gevolge, dat een onbevre
digende toestand van onze weerkracht wordt
bestendigd en dat het militair conservatisme
Er zgn ten allen tjjde menschen geweest
die liefhebberij hadden om, vóór zg dit onder-
maansche verlieten, achterblgvenden eene
belofte af te dwingen. En zjj zullen steeds
navolgers big ven vinden.
De een, zeker bgzonder jaloersch uitge
vallen, verlangde van zjjne vrouw dat zg niet
hertrouwen zoueen ander dat haar man niet
of wel met een bepaald lid van het zwakke
geslacht zou trouwentype vrouw van
Voerman Henschel een derde dat hg of zij zich
zou verzoenen met een vgand of den stervende
zou wrekeneen vierde dat zjjne kinderen
zich zouden verbinden tot het een of ander*
En zenuwachtig en goedbelovend als de
menschen zgn, wanneer zg aan een sterfbed
staan; ook al in 't besef dat men een stervende
alles moet toegeven en zgn laatste uur niet
moet bezwaren, zeggen velen grifweg toe wat
van hen gevergd wordt. Om dan later, als zg
bemerken hoe knellend zulk een band is, te
zoeken naar allerlei motieven om zich daarvan
te ontslaan.
Zoodra bjj een weeuwtje de liefde of het
eigenbelang in 't spel is, de aandrang van
minnaars te sterk wordt wat, wanneer zg
een lief' gezicht of veel geld heeft, volstrekt
niet zeldzaam is, dan geeft zg allicht bit*
betrekkelijk althaas reden heeft tot juichen.
Toch zal de legerhervormer der toekomst
aan twee beslissingen een houvast hebben. In
de eerste plaats zal hij hiermede mogen rekenen,
dat een amendement om het contingent op
16.000 te bepalen is verworpen met 61 tegen
30 stemmen en de opvoering van bet contin
gent tot 17.500 zonder stemming is aangenomen.
In de tweede plaats zal hg hebben te onthouden,
dat een meerderheid in de Kamer is gevonden
voor een normalen diensttjjd van 81/., maand
voor de onbereden en van 18 voor de bereden
korpsen, een meerderheid die niet onbelangrijk
grooter zou zgn geweest als elk zich volkomen
vrij had gevoeld om te stemmen naar zgn
overtuiging.
Aldus de hoofdredacteur van Het Vad. in
zjjn Kameroverzicht.
De schrijver van zulk een overzicht in
het Handelsblad zegt aan het slot daarvan het
volgende
Het wetsontwerp was inderdaad door den
loop der discussie niet verbeterd, en het werd
langzamerhand een zwaar stuk werk de be
teekenis en de bedoeling van enkele voor
schriften duideljjk te bevatten. Of de bepa
lingen in hun onderling verband nog behoor-
ljjk uitvoerbaar zouden zgnof de tegenstrij
digheid van gedachtengang, waarin verschil
lende voorschriften waren opgesteld, geen aan
leiding zou geven tot verwarring enonnoodige
kosten daarop ging men steeds minder
vast, de gevaren voor een en ander hoopten zich
op. En bovendien, het einde was er nog niet
Het is voor den minister Eland zeer jam
mer. Hg ziet een jarenlang gekweekte illusie
te niet gaan. Intusschen mogen hg en zijn
vele vrienden zich troosten met de gedachte
dat de thans ondervonden teleurstelling gering
is in vergelijking niet de deceptie die ver
oorzaakt zou worden, wanneer bij de toepas
sing der wet ware gebleken, dat op den in
geslagen weg geen behoorlijk geoefend en ge
ëncadreerd leger ware te verkrijgen.
Met den minister Eland daalt weder ten
grave een chef van het departement van
oorlog van groote bekwaamheid, die evenwel
de vastheid van overtuiging en de volharding
miste, zonder welke in den parlementairen
strjjd slechts nederlagen en teleurstellingen
te wachten zijn. De man achter de groene
tafel moet wel eigenschappen bezitten, die
zeer veel geljjken op die van een dieren
temmer. Wie één oogenblik aarzelt, wie één
oogenblik ophoudt de vergadering te beheer*
schen door de kracht van zgn willen en
kunnen, is weg.
Opnieuw big ft een zeer gewichtig volks
belang en soufrance. Daarbij komt dat er thans
een votum ligt ten gunste eener oefening van
acht maanden in de wet. Dit zal, ook ii
de toekomst, de oplossing van het vraagstuk
voorzeker bemoeilijken.
In denzelfden geest als Hel Vad. schrjjft de
redactie der N. Rott. Crt. als volgt:
Andermaal is een poging om de reorgani
satie van ons leger tot stand te brengen mis
lukt Mislukt door de aanneming van een
amendement, dat de minister van oorlog on
aannemelijk had verklaard, waarvan men dus
wist dat het de wet moest doen vallen.
De minister had voorgesteld voor de inge-
ljjfden ter volledige oefening bg de onbereden
ter weinig om, of heeft zij in elk geval spjjt
over haar belofte.
En dan beginnen de moeieljjkheden.
Om te voorkomen dat een opvolger profi
teert van zjjn geld althans wanneer het
van de zjjde der overledene partjj is ge
komen zgn meer afdoende maatregelen te
nemen dan eene belofte. Maar tegenover het
andere de ervaring leert het is de kracht
van die toezegging dikwijls weinig of niets,
zgn de omstandigheden vele malen sterker
dan de sterkste wil.
En zoo is het ook met die omtrent verzoe
ning, wreken en dergeljjke.
De toestanden kunnen zoo veranderen, dat
het houden van zulke beloften onmogelgk is.
In onze oogen is het afpersen van dergeljjke
toezeggingen een onzedeljjk werkzelfs al
geschiedt dit met de beste bedoelingen.
Niemand mag een ander een knellenden
band aanleggen, waarvan hg de beteekenis,
de gevolgen niet kan overzien of voorzien.
En allerminst mag hg dit doen op een zoo
ernstig oogenblik, als de dood nadert, omdat
er dan eene ongeoorloofde pressie wordt uit
geoefend op anderen, wien als 't ware het
mes op de keel wordt gezet, en die geplaatst
worden in het hoogst moeiljjke gevalöf een
stervende het laatste oogenblik bemoeilijken
door eene weigering öf onwaar, onoprecht
zijn door eene belofte te doen, die men niet
corpsen den diensttjjd te bepalen op een
maximum van 12 maanden, waar beneden
men kon en waar benoden de minister wilde
ijan.
De voorstellers vanhetamendement-VanGilse
c. s. wilden in de wet een maximum van 8'/s
maand bepalen voor den tgd dat de ihgelgfden
bij de onbereden corpsen onder de wapenen
gehouden konden worden, maar daarnaast de ge
legenheid geven om hen, die na 8'/3 maand
niet voldoende geoefend bleken, hoogstens tot
12 maanden onder de wapenen te houden.
Het ontbrak den voorstellers van het amen
dement niet aan vertrouwen in minister Eland.
Hg is voorstander van den korten diensttjjd
en verdedigde dien tegen velen zijner officieren
in. Maar een opvolger van dezen minister
zou, als het regeeringsvoorstel ongewijzigd
aangenomen werd, de vrjje hand hebben om
een langoren diensttjjd in te voeren. Dat was
hun grief.
Hadden zg daarop de wet mogen laten
struikelen? Vooreerst: was het verschil tus-
schen hun amendement en het regeerings
voorstel zoo groot Zou het met de bepaling
van het amendement toch ook niet mogelijk
geweest zgn om een groot deel langer dan
8'/j maand onder de wapenen te houden En
aan den anderen kant, als eenmaal de dienst
tijd van 8'/a maand was ingevoerd, welke
minister zou dan tot de algemeene verlenging
overgaan, als er niet dringende, overwegende
redenen voor bestonden In elk geval bleef
toch voor de Kamer de gelegenheid bestaan,
om, zoo een volgend minister van oorlog te
eeniger tgd tot die verlenging wilde besluiten,
daarin haar woord mede te spreken, wijl zg
toch altijd de koorden der beurs in handen heeft.
Men moge opmerken, dat de houding ran
den minister niet krachtig was, doordat hg,
zelf voorstander van den korten diensttijd,
toch de deur voor een langeren wilde open
latenmaar men vergete niet, dat de minister,
onder sterken tegenstand van velen in het
leger, zijn meening omtrent de korte oefening
heeft volgehouden, doch bjj het missen van
de absolute zekerheid, dat voortgaande erva
ring hem geljjk zou geven, niet de gelegenheid
tot verlenging wilde afsnijden, indien, tegen
zjjne verwachting, de korte oefening niet
voldeed.
In dezen stand van zaken komt het ons
voor, dat bg het stemmen van bijna alle radi
calen voor het amendement weder gezegevierd
heelt de politiek vanalles of niet
die men meer van radicale zjjde in practjjk
heeft zien brengen eene politiek, die ditmaal
op niets is uitgeloopen.
Maar het zgn niet alleen de meeste radi
calen, met de socialisten, die door aanneming
van het amendement de legerwetten hebben
doen mislukken. Behalve eenige liberalen uit
het Noorden heeft ook de gansche katholieke
partg daartoe medegewerkt. Daar deze party
niet gewoon is de leusalles of niets toe te paB-
sen, komt men er toe een andere reden te zoe-
ken.En dan rgst het vermoeden, dat men aan die
zjjde in de aanneming van het amendement
een afdoend middel gezien heeft om de wet
te doen vallen.
Dit laatste is zeer zeker het geval geweest.
Nu reeds gaan er is de katholieke organen
juichtonen op over het votum van Dinsdag.
POLITIEK GEKNOEI.
weet of men haar kan houden.
Is nu het niet-voldoen aan dergeljjke toe
zeggingen geoorloofd, al of niet onzedelgk?
Ziedaar een vraagstuk, waarover de gevoe
lens verschillen.
Wg zouden meenen dat men later handelen
moet naar zgn beste wetenzelf dient te
oordeelen en te overwegen in hoever de belofte,
vooral onder de omstandigheden, waarin zij
werd afgelegd, en waarin beide partgen ab
normaal zgn, al of niet bindend moet wezen.
Er zgn in het leven al zoo dikwgls treurige
gevolgen te zien geweest van het vasthouden
aan die afgeperste toezeggingen, op een on
gelukkig oogenblik gedaan, dat niemand
daaraan zgn gansche levensgeluk mag prgs
geven.
Het onhoudbare, het ongergmde van zulke
beloften aan te toonen, de moeilgkheden, die
daaruit kunnen voortkomen, ziedaar het stre
ven van den jongen Björnson met zgn Johanne,
dat Dinsdagavond door het Tivoli-gezelschap
in den, op alle rangen zeer goed bezetten,
schouwburg te Middelburg is gegeven.
Zjj, de dochter van zeer eenvoudige lieden
te Christiania, is verloofd met een theologisch
student, Otar Bergheim. Op zgn sterfbed ver
bond de vader beide en bg die gelegenheid
beloofde Otar de steun te zgn voor Johanne
hare moeder, broertje en zusje.
Uit Friesland schrgft- men aan de Arnh. Crt.
Volgens een bericht in De Nederlander zullen
bg de a.B. Kamerverkiezing de anti-revolu
tionairen en Christelgk-historischen met
elkander gaan, om de liberalen en socialisten
te bestrgden.
Voor de verkiezing van leden der Provin
ciale Staten is als Dritte im. Bande de Roomscb-
Katholieke partg zelfs tot de alliantie toege
treden en is de buit reeds verdeeld,, nl. 2
anti-revolutionairen, 2 Christelgk-historischen
en 1 Roomsch-Katholiek zullen door het bond
genootschap in ons Provinciaal bestuur ge
bracht worden. De liberalen en volkspartg dus
daar met alle kracht bestreden om ze buiten
de Provinciale Staten te houden.
En in het district Leeuwarden wordt aan
gestuurd op samenwerking tusschen anti
revolutionairen en socialisten
Laat ons eens even nagaan, wat de Provin
ciale Friesche Courant, het orgaan onzer anti
revolutionaire Persvereeniging, in een harer
jongste nummers in een hoofdartikel zegt.
Wg zgn benieuwd te vernemen in hoeverre
de socialisten nu aan het pleidooi (de politiek
heeft niet3 met den godsdienst te maken)
zullen getrouw blgven.
«Inzonderheid bg de verkiezing voor de
Provinciale Staten.
De mogelgkheid bestaat toch, dat door de
aanstaande verkiezing de meerderheid der
Prov. Staten anti-liberaal staat te worden.
Nu zgn tot dusver de socialisten niet door
ééu enkel lid in de Provinciale Staten ver
tegenwoordigd.
«Zullen nu de socialisten bg u in het
district Leeuwarden met de andere minder
heden, waaronder ook de anti-revolutionairen,
samenwerken om de liberale heeren te be
kampen
Deze stem uit het anti-revolutionaire kamp
en men mag gerust zeggen, dat deze stem
komt uit het hoofdkwartier stuurt dus aan op
samenwerking met de socialisten in het ééne
district; terwgl in een ander aangelegen
district de anti-revolutionairen zich verhin
den met de christelgk historischen en roomsch-
katholieken om de socialisten te be
strgden.
Men Kan het dan ook niet vreemd vinden
dat in de anti-revolutionaire kringen zelve,
stemmen opgaan, die vragen of met al die
j»ötembus samenwerking" het beginsel wel
hoog gehouden wordt, waarvan de stichter
der partg, de heer Groen van Prinsterer,
sprak. Met al dat geknoei, nu met de eene
dan met de andere partg, dat dan met den
dekmantel van»minderheden" overspreid wordt,
blgft er niets meer over van »In ons isole
ment ligt onze kracht
De anti-revolutionairen in onze provincie,
trouwe lezers van de Provincialezullen ten
slotte elkander afvragen, hoe moet men doen
te Franeker, hoe te Leeuwarden, en men zal
het hoofd schudden over al dat «marchan
deeren" hunner hoofdlieden, enkel om bg de
stembus den zege te behalen. Of de Bcbaapjes
gedwee zullen volgen
BENOEMINGEN ENZ.
Bg kon. besluit
is benoemd tot kantonrechter te Ommen,
mr J. L. Frima, thans griffier bg het kanton
gerecht te Harlingen
Nu moeten wii dadelgk opmerken, dat
Johanne en Otar elkaar wezenlgk liefhadden
dat een aanstaand predikant voor menig eer
zaam huisvader eene begeerIgke partg is voor
eeh dochter.
Altemaaal verschoonende redenen voor wglen
vader Sylow om zoo'n belofte af te vragen, in
de overtuiging dat hij daardoor het geluk van
zgn kind en zgn gezin bevorderde.
Deze omstandigheden, de zorg die den vader
van Johanne kwelde over het lot van vrouw
en kinderen na zgn dood en het vertrouwen
dat zg in Otar een goeden steun zouden vinden,
zgn dus in het voordeel van hen, die zulk
een afvragen op een sterfbed niet afkeuren.
En toch bleek ook zulk eene toezegging
hare bedenkelijke zgden te hebben.
In Johanne sluimerde het heilig vuur der
kunstzg speelt verrukkelgk pianozg
blgkt spoedig, een talent dat niet begraven
mag worden.
Zg wil de wereld in om dit te ontwikkelen
en eene schoone toekomst tegen te gaan. Zg
wil, bg wgze van proef, gehoor geven aan
den wensch van een impressario, die haar
wil exploiteeren en in het publiek doen op
treden.
In haar opgewondenheid ziet zg daarin eene
toekomsten zg wordt, in die verwachtingen,
in haar verlangen om hare vleugelen uit te
slaan, versterkt door een ouden oom, die eene
belofte, zooals hierbg in 't spel is, van geen
waarde acht.
Wg aanschouwen nu den strgd die tusschen
beide gelieven gestreden wordt, waar de kunst
zich tusschen hen plaatst, en de eenmaal ge
dane belofte hen bindt.
Nu kunnen wg ons zeer goed voorstellen
dat Otar, de theoloog, ernstige bedenkingen heeft
tegen het plan van Jthanne. Björnson junior
heeft die figuur mooi en consequent geteekend.
Dat een aanstaand doruiné het talent van zgne
verloofde waardeert, omdat dit hem zeiven
later tot vreugde kan strekken, is begrgpelgk;
dat hg haar liefst niet ziet optreden als kun
stenares ia evenzeer verklaarbaar. En dat hjj
niet gaarne, niet zoo spoedig afstand van haar
wil doen wat toch de eenige goede oplos
sing was is niet minder te verdedigen.
Het is een verdienste van den jongen schrgver
dat hg in zgne figuren tweeërlei standpunt
goed toekende scherp zelfs, zoodat men, aan
welke zgde men, waar het de hoofdzaak geldt,
zich ook schare, tegeljjkertgd voor de andere
veel gevoelt. Ja, in de bgzonderheden is
Björnson zelfs wel wat te ver gegaan zóo dat
de hoofdkwestie op den achtergrond geraakte.
Als men b.v. denkt aan die zonderlinge be
zoeken van een man als Slröm, een raadselach
tige persoonlgkheid, van wie wg nog niet zeker
weten of het oordeel, dat Otar Bergheim over
hem uitsprak, waar is, trots het protest van