HIÜIlELItl Ki.SCIIi: COURANT. N". 62. 1901. Donderdag 14 Maart. Het Tooneel. I i Jaargang. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Pry8, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor a.ie plaatsen in Nederland franco p.p., 2.—. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THERMOMETER EK VERWACHTING. 13 Maart8 u. vin. 42 gr., 12 u. 45 gr., av. 4 u. 49 gr. F. Verwacht: zwakke tot matige Z. O. wind, licht bewolkte lucht en weinig verandering van temperatuur. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel Groote letters naar de plaats, die zij f Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. BE LA MAR Azn., K.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam. Middelburg 13 Maart. Weer een minister van oorlog af! Al wederom een poging om tot versterking en reorganisatie onzer levende strijdkrachten te komen mislnktroept Het Vad. uit. Immers na de houding door den Minister van Oorlog ten aanzien van den verkorten oefeningstgd van den aanvang aangenomen, kan niet worden verwacht, dat de geschorste beraadslaging zou worden hervat, nu met het amendement-Van Gilsè de 8", maand in het ontwerp werden Een allerzonderlingst resultaat, als men de wederzjjdaehe positie wei indenkt. Ziehier een Minister, die van den aanvang van zgn bewindvoering af, ten spijt van alle tegen werkende invloeden, den oefeningstgd van acht maanden invoert en daarbjj volhardt, en een sterke bevriende fractie in de Kamer, die den Minister toejuicht en steunen wil. En nu is het juist over dien verkorten oefe ningstgd, dat zij met elkander in geschil raken en dat het wetsontwerp valt. De logica had zeker gevorderd dien oefentijd in de wet vast te leggen, mits met de noodzake lijke veiligheidsklep, dat de bevoegdheid zou bestaan de onvoldoende geoefenden lan ger onder de wapenen te houden, waarvoor ten Blotte ook de overtuigdste voorstanders der 8 maanden te vinden waren. Maar nu de Minister niet in dien vorm den wette- ljjken oefentijd wilde accepteeren; nu hjj, schoon overtuigd, dat van den norm van 8 maanden niet meer zou worden teruggeko men, een maximum van 12 maanden in de wet wilde leggennu hg evenwel overigens bereid werd bevonden aan hen, die in kor ter tgd geoefend kunnen worden, de noodige verkorting van diensttjjd toe te staan, had nu toch niet politieke wijsheid van hen, die immers met den Minister wilden mede werken, gevorderd hun eiBch niet tot het uiterste vol te houden Niet gemakkelijk toch vinden zjj weer een Minister zoo naar hun hart. Maar neen, met den kop tegen den muur loopen was hier weder het devies van de meest vooruitstrevende lieden, die natuur lijk in de ultramontaansche partjj welkome bondgenooten vonden. Den heer Van Raalte de eer, dat hij door zag, wat hoog spel werd gespeeld, en dat hjj zelfverloochening genoeg toonde om te stem men tegen het amendement, dat zjjn voorkeur had. Ware zjjn advies ten aanzien van de volgorde der stemmingen gevolgd, de wet ware, meenen wjj, gered geweest. Wg zul len niet zeggen, dat de thans aangenomen volgorde niet logisch was, dat de Kamer geen reden had het zelden falende inzicht des voorzitters te volgen, maar als hiertegen over het voorstel-Van Raalte ware aangeno men geweest, ware de zaak voor de Regee ring gemakkelijker geloopen en hadden vele leden zich geleidelijker in 'tgewenschte ga reel laten voegen. Wat was het geval De amendementen-Verhey en Kerdgk, door mid del van tgdelgke verloven of tgdiger ontslag verkorting van oefentijd beoogende, werden aan de orde gesteld na het" 8'/s maanden- amendement van den heer Van Gilse. De charme van dit meer precieSe en meer doc trinaire amendement zou wel zjjn wegge doezeld als een van de beide andere amen dementen, door den Minister niet onaannemelijk verklaard, vooraf ware aangenomen geweest. Ook nu nog, na aanneming van het amende ment-Van Gilse kreeg het amendement-Verhey 44 tegen 47 (of 48 stemmenmen kan ge rust stellen, dat het aangenomen ware geweest, als het vooraf was gegaan, en dan zou het amendement-Van Gilse zgn verworpen. Alleen dan had in het doen voorafgaan van dit laatste geen gevaar gelegen, als men erop had kunnen rekenen, dat een aanmerkelijk getal leden, die er in beginsel voor waren, weigeren zouden er hun stem aan te geven. Zoo han delden met den heer Van Raalte de heeren Pjjnacker Hordjjk, Pyttersen, Hesselink en Kool, maar overigens van de naaste vrienden der Regeering geen. Twee meer en de wet ware gered geweest, want met 47 tegen 44 stemmen is het amendement-Van Gilse aan genomen. Het lot der overige amendementen, die alle verworpen werden, is hiernevens van mindere beteekeniswg kunnen volstaan met de verdere mededeeling, dat het alsnuindien zin gewijzigde artikel werd aangenomen met 50 tegen 41 stemmen. De stem der Ministers Borgesius en Lely tegen het artikel bereidde reeds voor op de verklaring, dat de Regeering schorsing der beraadslagingen verlangde. Ter juiste kenschetsing van den stand der zaken sinds Vrgdag dient nog melding ge maakt van de wijziging, Dinsdag weder door de regeering voorgesteld op een artikel, dat nog niet aan de orde was, maar waardoor toch de positie der 4-maanders en daarmede het oordeel over de geheele regeling der oefentijden werd beheerschfc. Hiermede werd nl. in art. 125 een zoodanige wijziging ge bracht dat zou vaststaan dat de herhalings oefeningen der 4-maanders zullen strekken tot voorziening in den dienst gedurende het tijdperk dat de ter volledige oefening in te ljjven manschappen nog niet aan de wacht en corveediensten zullen kunnen deelnemen. Dit toonde dat de Regeering niet blind was gebleven voor 't gevaar, waarop in 't over zicht van het Hbld. het eerst met klem is gewezen, en dat ook verder buiten de kamer veel indruk heeft gemaakt, namelijk dat met deze 4-maanders een privilegie zou worden geschapen voor wie van vooroefeningen kun nen gebruik maken en daardoor de beste stof voor kadervorming, met den persoonlijken dienstplicht in het leger gebracht, daaraan weer zou zjjn onttrokken. Daartegen was het eenige redmiddel deze voor den gewonen dienst te korte oefening minder aantrekkelijk te maken en er het karakter van privilegie, juist door de groote tegenstanders van privi legiën onnadenkend in de wet gebracht, aan te ontnemen. Hiermede verklaarde de minis ter te zullen staan of vallen, weinig denkende dat hjj zou zgn gevallen, voordat deze quaestie ter beslissing kwam. Het wil ons voorkomen, dat, had de Kamer deze nieuw bedachte regeling en daarnevens het amendement-Verhey willen aanvaarden, men een tameljjk goed aaneensluitend geheel had gekregen, waarvan bjj verstandige practjjk iets goeds ware te maken geweest. Nu echter zgn wjj niets verder, en het gemis aan stuur en beleid heeft ten gevolge, dat een onbevre digende toestand van onze weerkracht wordt bestendigd en dat het militair conservatisme Er zgn ten allen tjjde menschen geweest die liefhebberij hadden om, vóór zg dit onder- maansche verlieten, achterblgvenden eene belofte af te dwingen. En zjj zullen steeds navolgers big ven vinden. De een, zeker bgzonder jaloersch uitge vallen, verlangde van zjjne vrouw dat zg niet hertrouwen zoueen ander dat haar man niet of wel met een bepaald lid van het zwakke geslacht zou trouwentype vrouw van Voerman Henschel een derde dat hg of zij zich zou verzoenen met een vgand of den stervende zou wrekeneen vierde dat zjjne kinderen zich zouden verbinden tot het een of ander* En zenuwachtig en goedbelovend als de menschen zgn, wanneer zg aan een sterfbed staan; ook al in 't besef dat men een stervende alles moet toegeven en zgn laatste uur niet moet bezwaren, zeggen velen grifweg toe wat van hen gevergd wordt. Om dan later, als zg bemerken hoe knellend zulk een band is, te zoeken naar allerlei motieven om zich daarvan te ontslaan. Zoodra bjj een weeuwtje de liefde of het eigenbelang in 't spel is, de aandrang van minnaars te sterk wordt wat, wanneer zg een lief' gezicht of veel geld heeft, volstrekt niet zeldzaam is, dan geeft zg allicht bit* betrekkelijk althaas reden heeft tot juichen. Toch zal de legerhervormer der toekomst aan twee beslissingen een houvast hebben. In de eerste plaats zal hij hiermede mogen rekenen, dat een amendement om het contingent op 16.000 te bepalen is verworpen met 61 tegen 30 stemmen en de opvoering van bet contin gent tot 17.500 zonder stemming is aangenomen. In de tweede plaats zal hg hebben te onthouden, dat een meerderheid in de Kamer is gevonden voor een normalen diensttjjd van 81/., maand voor de onbereden en van 18 voor de bereden korpsen, een meerderheid die niet onbelangrijk grooter zou zgn geweest als elk zich volkomen vrij had gevoeld om te stemmen naar zgn overtuiging. Aldus de hoofdredacteur van Het Vad. in zjjn Kameroverzicht. De schrijver van zulk een overzicht in het Handelsblad zegt aan het slot daarvan het volgende Het wetsontwerp was inderdaad door den loop der discussie niet verbeterd, en het werd langzamerhand een zwaar stuk werk de be teekenis en de bedoeling van enkele voor schriften duideljjk te bevatten. Of de bepa lingen in hun onderling verband nog behoor- ljjk uitvoerbaar zouden zgnof de tegenstrij digheid van gedachtengang, waarin verschil lende voorschriften waren opgesteld, geen aan leiding zou geven tot verwarring enonnoodige kosten daarop ging men steeds minder vast, de gevaren voor een en ander hoopten zich op. En bovendien, het einde was er nog niet Het is voor den minister Eland zeer jam mer. Hg ziet een jarenlang gekweekte illusie te niet gaan. Intusschen mogen hg en zijn vele vrienden zich troosten met de gedachte dat de thans ondervonden teleurstelling gering is in vergelijking niet de deceptie die ver oorzaakt zou worden, wanneer bij de toepas sing der wet ware gebleken, dat op den in geslagen weg geen behoorlijk geoefend en ge ëncadreerd leger ware te verkrijgen. Met den minister Eland daalt weder ten grave een chef van het departement van oorlog van groote bekwaamheid, die evenwel de vastheid van overtuiging en de volharding miste, zonder welke in den parlementairen strjjd slechts nederlagen en teleurstellingen te wachten zijn. De man achter de groene tafel moet wel eigenschappen bezitten, die zeer veel geljjken op die van een dieren temmer. Wie één oogenblik aarzelt, wie één oogenblik ophoudt de vergadering te beheer* schen door de kracht van zgn willen en kunnen, is weg. Opnieuw big ft een zeer gewichtig volks belang en soufrance. Daarbij komt dat er thans een votum ligt ten gunste eener oefening van acht maanden in de wet. Dit zal, ook ii de toekomst, de oplossing van het vraagstuk voorzeker bemoeilijken. In denzelfden geest als Hel Vad. schrjjft de redactie der N. Rott. Crt. als volgt: Andermaal is een poging om de reorgani satie van ons leger tot stand te brengen mis lukt Mislukt door de aanneming van een amendement, dat de minister van oorlog on aannemelijk had verklaard, waarvan men dus wist dat het de wet moest doen vallen. De minister had voorgesteld voor de inge- ljjfden ter volledige oefening bg de onbereden ter weinig om, of heeft zij in elk geval spjjt over haar belofte. En dan beginnen de moeieljjkheden. Om te voorkomen dat een opvolger profi teert van zjjn geld althans wanneer het van de zjjde der overledene partjj is ge komen zgn meer afdoende maatregelen te nemen dan eene belofte. Maar tegenover het andere de ervaring leert het is de kracht van die toezegging dikwijls weinig of niets, zgn de omstandigheden vele malen sterker dan de sterkste wil. En zoo is het ook met die omtrent verzoe ning, wreken en dergeljjke. De toestanden kunnen zoo veranderen, dat het houden van zulke beloften onmogelgk is. In onze oogen is het afpersen van dergeljjke toezeggingen een onzedeljjk werkzelfs al geschiedt dit met de beste bedoelingen. Niemand mag een ander een knellenden band aanleggen, waarvan hg de beteekenis, de gevolgen niet kan overzien of voorzien. En allerminst mag hg dit doen op een zoo ernstig oogenblik, als de dood nadert, omdat er dan eene ongeoorloofde pressie wordt uit geoefend op anderen, wien als 't ware het mes op de keel wordt gezet, en die geplaatst worden in het hoogst moeiljjke gevalöf een stervende het laatste oogenblik bemoeilijken door eene weigering öf onwaar, onoprecht zijn door eene belofte te doen, die men niet corpsen den diensttjjd te bepalen op een maximum van 12 maanden, waar beneden men kon en waar benoden de minister wilde ijan. De voorstellers vanhetamendement-VanGilse c. s. wilden in de wet een maximum van 8'/s maand bepalen voor den tgd dat de ihgelgfden bij de onbereden corpsen onder de wapenen gehouden konden worden, maar daarnaast de ge legenheid geven om hen, die na 8'/3 maand niet voldoende geoefend bleken, hoogstens tot 12 maanden onder de wapenen te houden. Het ontbrak den voorstellers van het amen dement niet aan vertrouwen in minister Eland. Hg is voorstander van den korten diensttjjd en verdedigde dien tegen velen zijner officieren in. Maar een opvolger van dezen minister zou, als het regeeringsvoorstel ongewijzigd aangenomen werd, de vrjje hand hebben om een langoren diensttjjd in te voeren. Dat was hun grief. Hadden zg daarop de wet mogen laten struikelen? Vooreerst: was het verschil tus- schen hun amendement en het regeerings voorstel zoo groot Zou het met de bepaling van het amendement toch ook niet mogelijk geweest zgn om een groot deel langer dan 8'/j maand onder de wapenen te houden En aan den anderen kant, als eenmaal de dienst tijd van 8'/a maand was ingevoerd, welke minister zou dan tot de algemeene verlenging overgaan, als er niet dringende, overwegende redenen voor bestonden In elk geval bleef toch voor de Kamer de gelegenheid bestaan, om, zoo een volgend minister van oorlog te eeniger tgd tot die verlenging wilde besluiten, daarin haar woord mede te spreken, wijl zg toch altijd de koorden der beurs in handen heeft. Men moge opmerken, dat de houding ran den minister niet krachtig was, doordat hg, zelf voorstander van den korten diensttijd, toch de deur voor een langeren wilde open latenmaar men vergete niet, dat de minister, onder sterken tegenstand van velen in het leger, zijn meening omtrent de korte oefening heeft volgehouden, doch bjj het missen van de absolute zekerheid, dat voortgaande erva ring hem geljjk zou geven, niet de gelegenheid tot verlenging wilde afsnijden, indien, tegen zjjne verwachting, de korte oefening niet voldeed. In dezen stand van zaken komt het ons voor, dat bg het stemmen van bijna alle radi calen voor het amendement weder gezegevierd heelt de politiek vanalles of niet die men meer van radicale zjjde in practjjk heeft zien brengen eene politiek, die ditmaal op niets is uitgeloopen. Maar het zgn niet alleen de meeste radi calen, met de socialisten, die door aanneming van het amendement de legerwetten hebben doen mislukken. Behalve eenige liberalen uit het Noorden heeft ook de gansche katholieke partg daartoe medegewerkt. Daar deze party niet gewoon is de leusalles of niets toe te paB- sen, komt men er toe een andere reden te zoe- ken.En dan rgst het vermoeden, dat men aan die zjjde in de aanneming van het amendement een afdoend middel gezien heeft om de wet te doen vallen. Dit laatste is zeer zeker het geval geweest. Nu reeds gaan er is de katholieke organen juichtonen op over het votum van Dinsdag. POLITIEK GEKNOEI. weet of men haar kan houden. Is nu het niet-voldoen aan dergeljjke toe zeggingen geoorloofd, al of niet onzedelgk? Ziedaar een vraagstuk, waarover de gevoe lens verschillen. Wg zouden meenen dat men later handelen moet naar zgn beste wetenzelf dient te oordeelen en te overwegen in hoever de belofte, vooral onder de omstandigheden, waarin zij werd afgelegd, en waarin beide partgen ab normaal zgn, al of niet bindend moet wezen. Er zgn in het leven al zoo dikwgls treurige gevolgen te zien geweest van het vasthouden aan die afgeperste toezeggingen, op een on gelukkig oogenblik gedaan, dat niemand daaraan zgn gansche levensgeluk mag prgs geven. Het onhoudbare, het ongergmde van zulke beloften aan te toonen, de moeilgkheden, die daaruit kunnen voortkomen, ziedaar het stre ven van den jongen Björnson met zgn Johanne, dat Dinsdagavond door het Tivoli-gezelschap in den, op alle rangen zeer goed bezetten, schouwburg te Middelburg is gegeven. Zjj, de dochter van zeer eenvoudige lieden te Christiania, is verloofd met een theologisch student, Otar Bergheim. Op zgn sterfbed ver bond de vader beide en bg die gelegenheid beloofde Otar de steun te zgn voor Johanne hare moeder, broertje en zusje. Uit Friesland schrgft- men aan de Arnh. Crt. Volgens een bericht in De Nederlander zullen bg de a.B. Kamerverkiezing de anti-revolu tionairen en Christelgk-historischen met elkander gaan, om de liberalen en socialisten te bestrgden. Voor de verkiezing van leden der Provin ciale Staten is als Dritte im. Bande de Roomscb- Katholieke partg zelfs tot de alliantie toege treden en is de buit reeds verdeeld,, nl. 2 anti-revolutionairen, 2 Christelgk-historischen en 1 Roomsch-Katholiek zullen door het bond genootschap in ons Provinciaal bestuur ge bracht worden. De liberalen en volkspartg dus daar met alle kracht bestreden om ze buiten de Provinciale Staten te houden. En in het district Leeuwarden wordt aan gestuurd op samenwerking tusschen anti revolutionairen en socialisten Laat ons eens even nagaan, wat de Provin ciale Friesche Courant, het orgaan onzer anti revolutionaire Persvereeniging, in een harer jongste nummers in een hoofdartikel zegt. Wg zgn benieuwd te vernemen in hoeverre de socialisten nu aan het pleidooi (de politiek heeft niet3 met den godsdienst te maken) zullen getrouw blgven. «Inzonderheid bg de verkiezing voor de Provinciale Staten. De mogelgkheid bestaat toch, dat door de aanstaande verkiezing de meerderheid der Prov. Staten anti-liberaal staat te worden. Nu zgn tot dusver de socialisten niet door ééu enkel lid in de Provinciale Staten ver tegenwoordigd. «Zullen nu de socialisten bg u in het district Leeuwarden met de andere minder heden, waaronder ook de anti-revolutionairen, samenwerken om de liberale heeren te be kampen Deze stem uit het anti-revolutionaire kamp en men mag gerust zeggen, dat deze stem komt uit het hoofdkwartier stuurt dus aan op samenwerking met de socialisten in het ééne district; terwgl in een ander aangelegen district de anti-revolutionairen zich verhin den met de christelgk historischen en roomsch- katholieken om de socialisten te be strgden. Men Kan het dan ook niet vreemd vinden dat in de anti-revolutionaire kringen zelve, stemmen opgaan, die vragen of met al die j»ötembus samenwerking" het beginsel wel hoog gehouden wordt, waarvan de stichter der partg, de heer Groen van Prinsterer, sprak. Met al dat geknoei, nu met de eene dan met de andere partg, dat dan met den dekmantel van»minderheden" overspreid wordt, blgft er niets meer over van »In ons isole ment ligt onze kracht De anti-revolutionairen in onze provincie, trouwe lezers van de Provincialezullen ten slotte elkander afvragen, hoe moet men doen te Franeker, hoe te Leeuwarden, en men zal het hoofd schudden over al dat «marchan deeren" hunner hoofdlieden, enkel om bg de stembus den zege te behalen. Of de Bcbaapjes gedwee zullen volgen BENOEMINGEN ENZ. Bg kon. besluit is benoemd tot kantonrechter te Ommen, mr J. L. Frima, thans griffier bg het kanton gerecht te Harlingen Nu moeten wii dadelgk opmerken, dat Johanne en Otar elkaar wezenlgk liefhadden dat een aanstaand predikant voor menig eer zaam huisvader eene begeerIgke partg is voor eeh dochter. Altemaaal verschoonende redenen voor wglen vader Sylow om zoo'n belofte af te vragen, in de overtuiging dat hij daardoor het geluk van zgn kind en zgn gezin bevorderde. Deze omstandigheden, de zorg die den vader van Johanne kwelde over het lot van vrouw en kinderen na zgn dood en het vertrouwen dat zg in Otar een goeden steun zouden vinden, zgn dus in het voordeel van hen, die zulk een afvragen op een sterfbed niet afkeuren. En toch bleek ook zulk eene toezegging hare bedenkelijke zgden te hebben. In Johanne sluimerde het heilig vuur der kunstzg speelt verrukkelgk pianozg blgkt spoedig, een talent dat niet begraven mag worden. Zg wil de wereld in om dit te ontwikkelen en eene schoone toekomst tegen te gaan. Zg wil, bg wgze van proef, gehoor geven aan den wensch van een impressario, die haar wil exploiteeren en in het publiek doen op treden. In haar opgewondenheid ziet zg daarin eene toekomsten zg wordt, in die verwachtingen, in haar verlangen om hare vleugelen uit te slaan, versterkt door een ouden oom, die eene belofte, zooals hierbg in 't spel is, van geen waarde acht. Wg aanschouwen nu den strgd die tusschen beide gelieven gestreden wordt, waar de kunst zich tusschen hen plaatst, en de eenmaal ge dane belofte hen bindt. Nu kunnen wg ons zeer goed voorstellen dat Otar, de theoloog, ernstige bedenkingen heeft tegen het plan van Jthanne. Björnson junior heeft die figuur mooi en consequent geteekend. Dat een aanstaand doruiné het talent van zgne verloofde waardeert, omdat dit hem zeiven later tot vreugde kan strekken, is begrgpelgk; dat hg haar liefst niet ziet optreden als kun stenares ia evenzeer verklaarbaar. En dat hjj niet gaarne, niet zoo spoedig afstand van haar wil doen wat toch de eenige goede oplos sing was is niet minder te verdedigen. Het is een verdienste van den jongen schrgver dat hg in zgne figuren tweeërlei standpunt goed toekende scherp zelfs, zoodat men, aan welke zgde men, waar het de hoofdzaak geldt, zich ook schare, tegeljjkertgd voor de andere veel gevoelt. Ja, in de bgzonderheden is Björnson zelfs wel wat te ver gegaan zóo dat de hoofdkwestie op den achtergrond geraakte. Als men b.v. denkt aan die zonderlinge be zoeken van een man als Slröm, een raadselach tige persoonlgkheid, van wie wg nog niet zeker weten of het oordeel, dat Otar Bergheim over hem uitsprak, waar is, trots het protest van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1901 | | pagina 1