littttiisi Com BIJVOEGSEL VAK Donderdag 28 Februari 1901, oo 50. Middelburg 27 Februari. Gemeenteraad van Middelburg. Vergadering van heden, Woensdag, middag te 2 uren. (S1 o t). Voorzitter de heer jhr mr L. Schorer, bur gemeester. Tegenwoordig al de leden. Aan de orde is nu de behandeling der VERORDENINGEN OP HET LAGER ONDERWIJS. Deze betreffen het getal scholen en den omvang van het onderwijs, de jaarwedden, het schoolgeld en de invordering daarvan. In de eerste plaats dient nog beslist op het aangehouden voorstel van burg. en weth in zake de school in de Molenstraat. Burg. en weth. stellen voor eene school te bouwen voor 600 kinderen en gelijkvloers. De heer jhr mr E. P. Schorer merkt op dat er een betrekkelijk groot verschil van kosten is tusschen een gebouw van een of een van twee verdiepingen. Het eerste is duurderen dat stellen burg. en weth. voor. Spreker zou gaarne vernemen wat de reden daarvan ia. De voorzitter antwoordt dat dit is voor de ge makkelijkheid bij het geven van onderwijs en om het trappenloopen te voorkomen. De heer jhr mr E. P. Schorer had gedacht dat er grootere bezwaren waren tegen een gebouw van twee verdiepingen. Hij vindt nu de meerdere uitgaaf van 5000 niet gewensoht, vooral waar hier meer schoolgebouwen zjjn met twee verdiepingen. De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje kan wel over de meerdere 5000 heenstappen als hjj rekent het mindere gevaar voor de school kinderen. Een ongeluk toch zou al te duur betaald zijn. De heer Van der Swalme is het hiermede eens. Hij wijst ook nog op de meerdere kosten van onderhoud bij een gebouw van twee ver diepingen. De heer Wisboom Verstegen vraagt of het niet wenschelijk zijn zou aan de Veersche poort een enkele school te bouwen en op eene andere plaats een tweede. De heer Den Bouwmeester wijst erop dat dan de kosten nog belangrijk zouden stijgen. De heer De Veer vraagt of, wanneer de school gebouwd is, die dadelgk zou bevolkt worden en of er direkt nieuwe onderwijzers moeten aangesteld worden. De voorzitter acht dit laatste niet noodig. De heer Wisboom Verstegen vraagt of er werkelgk een dubbele school noodig is. De voorzitter gelooft dat dit het geval is, eensdeels omdat anders spoedig weder ruimte zal moeten gezocht worden en anderdeels ook om de kosten. De heer Verhage vraagt of de school, wan neer die gevuld is, onder een hoofd zal ko men te staan. De voorzitter antwoordt hierop toestem mend. Het voorstel van burg. en weth. wordt daarna zonder hoofdelijke stemming aange nomen wat betreft de ruimte voor 600 kinderen. Met algemeene stemmen op een na, die van den heer jhr mr E. P. Schorer, wordt vervolgens goedgevonden de school gelijk vloers te bouwen. Thans komt in behandeling de verordening, regelende het getal lagere scholen en den omvang van het onderwijs. Zij wordt zonder discussie vastgesteld. Daarna komt ter tafel de verordening, rege lende het getal onderwgzers, de akten en de jaarwedden. Bij art. 4 wordt door burg. en weth. de jaarwedde voor de hoofden voorgesteld op 1300 en 1500 voor de scholen G en I. De heer Van Dunne zegt dat hg handhaaft zijn voorstel om de jaarwedden der hoofden te brengen op 1500 plus vrije woning. Hij acht die belooning voor Middelburg niet te hoog, eigenlijk nog te laag vooral met het oog ook op de meerdere werkzaamheden. Hij meent dat de meerdere uitgaaf de ge meente niet zal drukken en zeer ten goede komen zal aan het onderwijs, omdat men dan meer en beter keus zal hebben dan vroeger. De jaarwedde van 1500 is niet hoog; in onderscheidene gemeenten van ons land wordt zij genoten. In Duitschland worden de onderwgzers nog veel beter betaald. Laat Middelburg, dat altijd zoo trotsch is geweest op zijn onderwijs, ook toonendathet wat voor dat onderwijs over heeft. De heer De Veer zegt dat, wanneer de on derwijzers een verhooging van jaarwedde krijgen, zij dat te danken zullen hebben aan den heer Van Dunné. Spreker is daarop gevolgd en grootendeels hebben burg. en weth. zijn voorstel overge nomen. Hij zou zich kunnen neerleggen bij het voorstel van burg. en weth. doch kan niet meegaan met dat van den heer Van Dunné. Met vrije woning hebben de onderwgzers 1500 salaris; en als men hun opleiding ver- lijkt met die van leeraren en ook een lijn ikt tusschen beider stand, dan acht spreker dit voldoende. Door de wet op den leerplicht krggen de hooiden wat meer werk en dat moet natuur lijk betaald worden. Er is arbeid bijgekomen maar niet zoo enorm veel als wordt beweerd. Laat het hun een uur per week kosten, dan acht spreker dat met 50 voldoende betaald. Spreker ziet niet in waarom de hoofden be voordeeld moeten worden boven de gewone onderwjjzeis, wier wedde men eveneens slechts met 50 wil verhoogen. Spreker heeft op dien grond 1250 voor gesteld, behalve de twee uitzonderingen. De heer Van Teylingen heeft met ingeno menheid het voorstel van burg. en weth. be groet. Hij is van oordeel dat de hoofden der scholen veel meer werk zullen krggen. De heer Van Dunné is door hetgeen de heer De Veer gezegd heeft niet overtuigd dat zjjn voorstel niet goed zou zijn. De vergelijking tusschen hoofden van scholen en leeraren aan de H. B. S. gaat, naar hg meent, niet op. Het hoofd eener school heeft zijn baton~ÏÏe maréchalmaar een leeraar niet; die kan stij gen tot directeur. De heer De Veer beweert dat een onder wijzer, die, naar gerekend wordt, 300 ver woont, van 1200 kan leven, maar dat is spreker niet met hem eens. Vooral kan dat niet als de onderwijzer kinderen heeft. Hij kan zich dan niet aanschaffen wat hij noodig heeft en niet voor de toekomst zijner kinderen zorgen. De heer Koole vreest dat, wanneer men den hoofden zooveel meer geeft, dit weer de onte vredenheid zal wekken van hen die onder hen dienen. De heer Van Dunné wijst op de groote verantwoordelijkheid van het hoofd der school en op het feit dat andere onderwijzers het ook tot hoofd kunnen brengen. Daarna komt het voorstel-Van Dunné in stemming, 1500 voor alle hoofden van scholen. Het wordt verworpen met algemeene stemmen, behalve die van den voorsteller. De heer De Veer trekt nu zijn voorstel m. Thans komt het voorstel van burg. en weth. in stemming, wat betreft de 1300 aan de hoofden. Met algemeene stemmen, behalve die van den heer Van Dunné, wordt dit goedgekeurd. Zonder hoofdelijke stemming wordt goed gekeurd de jaarwedde van 1500 voor de hoofden der scholen G en J. Bij art. 5 wordt eerst behandeld het voor stel, door den heer Van Dunné ingediend, be treffende de overige onderwgzers. nij deelt mede dat hg wél zou kunnen mee gaan met het voorstel van burg. en weth. indien de 600 zou zijn een aanvangstrakte- ment. Burg. en weth. willen de jaarwedde verhoogen bg het bezit der hoofdakte en stellen verder zulke lange termgnen dat eerst na twintigjarigen dienst een onderwijzer 1000 zal kunnen genieten, mits hg hoofdakte bezit. «Mijnheer de voorzitter," zeide de heer Van Dunné na aanhaling van eenige versregels van Alfred de Musset, «het is nog niet lang geleden dat er van den voorzitterstoel een voorstel kwam om hongerende kinderen te spijzen en nu komt er een voorstel om hon gerlijders te plaatsen voor de klas en dat be treur ik zeer." De heer Van der Harst, die het eens ia met den heer Van Dunné, vraagt of het diens be doeling is "om ook de ambulante onderwijze ressen te doen deelen in het hoogere trak tement. De heer Van Dunné antwoordt toestemmend. De heer Van der Harst vraagt nog of ook diensten, in andere gemeenten bewezen, wor den medegerekend. Zoo dit niet in de bedoeling van den heer Van Dunné ligt, dan zou hij dit willen voor stellen. De heer Van Dunné verklaart zich bereid zijn voorstel in dien zin te wgzigen. De heer De Veer wijst erop dat de heer Van Dunné, als er van hongerig ders sprake kan zgn, zelf hongerlijders voor de klas wil plaatsen, waar ook kg het aanvangsalaris op 600 wil stellen. Spreker heeft het aanvangsalaris op 600 gesteld omdat hem 500 te weinig voorkomt. Een basis van ouderdom acht spreker niet juistdie geeft geen doorslag wat kennis en prestatie betreft. Er is in Middelburg geen enkel onderwijzer beneden de 20 jaar en er zgn er slechts een paar beneden den 23jari- gen leeftjjd. Hij verdedigt verder de verhooging voor het bezit der hoofdakte, omdat die meerdere be kwaamheden kan doen verwachten. Verder verdedigt spreker de opklimmingen na een zeker aantal dienstjaren. Er zijn tal van onderwgzers, die lang in dienst zgn der gemeente en daarvan zullen profiteeren. Men beweert dat de onderwijzerssalarissen nog te gering zjjn. Dat is mogelijk. Maar het minimum cijfer ia thans f 500 en eene verhooging met f 100 acht spreker billy k. Men moot ook rekening houden met de financiën der gemeente, meent hij. In het voorstel van den heer Van Dunné volgen, naar sprekers meening, de verhoogingen elkaar veel te snel op. Men wil nu ook in rekening brengen dienst, buiten de gemeente gepresteerddat acht spreker niet goed. Over onderwgzers, die in de gemeente dienst deden, kan men oordeelen over andere niet. De heer Van Dunné gebruikt voortdurend het argument dat men bij verhooging meer keus zal hebben, doch spreker gelooft dat dit geen steek houdt. Als er een plaats is aan een gemeenteschool, regent het sollicitanten, wat men het best ondervindt als men lid van den raad is. De heer Van Dunné zegt dat hg met hon- gerljjders op het oog had hen die eerst ver hooging zouden krggen na 10 of 15 jaar dienst. Verder is zijn voorstel gebaseerd op inlich tingen die hij van een specialiteit op onder wijsgebied ontving. Hij zet uiteen dat niet altijd de bekwaamsten bij een examen slagen, om aan te toonen dat het bezit der hoofdakte ook niet zooveel bewijs van meerdere capaci teit waarborgt. Waar de heer De Veer opmerkte dat onder wijzers buiten gemeentescholen niet vallen in zijn voorstel, geeft hjj den heer De Veer in overweging een amendement in te dienen om ook dienst aan bjjzondere scholen te rekenen. De heer De Veer geeft nog in overweging in art. 5 op te nemen dat de salarissen nooit minder zullen mogen bedragen dan het wet telijk minimum. Het voorstel Van Dunné, alsnu in stemming gebracht, wordt verworpen met 14 tegen 3 stemmen. V o.o r stemmen de heeren Van der Harst, De Waal en Van Drnmé. Daarna komt het voorstel van burg. en weth., dat gelijk is aan dat van den heer De Veer, in behandeling. De heer Wisboom Verstegen meent dat er geen rekening gehouden is met een zekere categorie onderwijzers, bijv. die hoofdakte hebben en een zeker aantal dienstjaren. Hij dient een amendement in om daaraan te ge- moet te komen. Dit wordt voldoende ondersteund, waarna de heer Wisboom Verstegen het amendement toelicht, dat bedoelt verkregen rechten te waarborgen. De heeren jhr mr W. H. Snouek-Hurgronje en jhr mr E. P. Schorer meenen dat bet niet aangaat nu reeds daarover te beslissen. Het amendement is hun niet duidelijk en daarom wenschen zg de behandeling ervan aan te houden. De heer Wisboom Verstegen zet thans met namen en cijfers zgn bedoeling uiteen De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje is door de verkregen ophelderingen voldoende ingelichtde heer jhr mr E. P. Schorer niet. Bij stelt daarom voor de beslissing aan te houden. De heer Sprenger zou het spijten indien deze zaak, die reeds zoo lang hangende is, nu weer werd aangehouden. Is er geen clausule in de verordening te brengen die aan het euvel tegemoet komt De heer De Veer geeft toe dat de heer Wisboom Verstegen gelyk heeft, maar meent toch dat het niet noodig is diens voorstel aan te nemen, wijl toch de bewuste personen ter bekwamer tijd him verhooging zullen ontvangen. Het voorstel-E. P. Schorer wordt daarop met 11 tegen 6 stemmen verworpen. Voor stemmen de voorsteller en de heeren Van der Swalme, V. d. Harst, De Veer, Van de Ree en Van Dunné. Het amendement-Wisboom Verstegen wordt aangenomen met algemeene stemmen, behalve die van den heer Sprenger. Art. 5, zooals dat door burg. en weth. is voorgesteld, wordt daarop aangenomen met algemeene stemmen, behalve die van den heer Van der Harst. Bg art, 9, bepalende de jaarwedden aan school G, vraagt de heer Koole stemming. Met 12 tegen 5 stemmen wordt het goed gekeurd. Tegen stemmen de heeren Koole, Ver hage, De Rijcke, De Veer en Wisboom Ver stegen. Overigens wordt de verordening goedgekeurd. De andere verordeningen, waarin slechts wijzigingen van ondergeschikten aard zgn aangebracht, worden zonder discussie vast gesteld, zooals zg door burg. en weth. zgn ontworpen. Ter tafel komt nu het voorstel van burg en weth. om den heer M. M. Blankert als hoofd over te plaatsen van school E naar de op te richten school J (Wagenaarstraat). Zonder discussie wordt tot stemming over gegaan. De heer Blankert wordt met algemeene stemmen als hoofd der nieuwe school benoemd. Vastgesteld wordt nog het 2e suppletoire kohier der inkomstenbelasting over 1900 tot een bedrag van 486.02. Op de ingekomen bezwaarschriften betref fende aanslagen in de inkomstenbelasting voor 1900 wordt conform het advies van burg. en weth. besloten. Daarop stelt de voorzitter voor de overige punten aan te houden. Het voorstel van burg. en weth. betreffende den bouw van school J. wenscht de heer Koole te zenden naar de commissie voor de fabricage. Dat wordt goedgevonden met 14 tegen 3 stemmen. Tegen stemmen de heeren Sprenger, Van Teylingen en Den Bouwmeester. Daarna is de vergadering gesloten. Stoomdrukkerij - D. G. Kröber Jr. - Middelburg

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1901 | | pagina 5