MIDDELBIRGSCHE COURANT. N°. 49. 144° Jaargang. 1901. Woensdag 27 Februari, üit stad~ênTrövincie. Deze courant verschijnt dagelijks, met afzondering van Zon- Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor a :1e plaatsen in Nederland franco p.p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer. Middelburg 26 febr. 8 u. vm. 40 gr. 12 u. 42 gr. av.4u.44g'.F. Verw. z. t. m.Z.W.w.bew.ger.toen.int. Agenten. Te Vlissingen: C. N. J. de Vet Mestdaoh te Goes: A. C. Box.ütt, firma Wed. de Jonge. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regels Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreftende Handel, Ngverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Artvertentle-Bnreaa A. de LA MAR Abu., n.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam. Middelburg 26 Februari. EEN BEKEND VRAAGSTUK. Onder het opschrift Frajtpes toujours haalt de Dordrechtsche Courant weder een staaltje aan ten bewijze dat de Waterweg naar zee van Dordrecht onvoldoende is en het meer dan tjjd wordt voor ingrijpende maatregelen. Op 19 Febr. jl. kwam het stoomschip Fos, geladen met hout, van Pensacola te Hellevoet- sluis, met bestemming naar Dordrecht. Het schip, dat een diepgang had van 63 deci meters, kon echter wegens den slechten toe stand van het Aardappelgat niet naar Dor drecht opstoomen. Wegens den ijsgang was het onmogelijk den deklast in lichters over te laden, zoodat er niet anders overschoot dan het schip naar Amsterdam te laten opstoomen, waartoe men ten slotte ook is overgegaan. Het blad erkent gaarne dat al het mogelijke gedaan wordt wat den toestand voor de ha ven dragelijk maken kan, maar stelt in het licht dat, ondanks al die maatregelen en zorgen, het nu nog gebeuren kan, dat een schip, voor Dordt gecharterd, er niet komen kan. De diepte van het Aardappelgat is in den laatsten fcjjd buitengewoon en onrustba rend afgenomen, zoodat volgens een deskun dige geen schepen dieper dan 17'/s voet kun nen passeeren De feiten toonen aan dat op andere wijze dan tot dusver het vraagstuk van den Dordt- schen Waterweg moet worden aangepakt. Er is gelukkig nog geen sprake van te laat Maar hoog tjjd wordt het wel. NATIONAAL GESCHENK. Naar een Hollandsch blad meldt, zal het j nationaal geschenk aan H. M. de Koningin bestaan uit een diadeem met saffieren, een collier en twee armbanden, uit dezelfde blauwe steenen vervaardigd. Aan het geschenk zal een album worden toegevoegd, bevattende gezichten uit de hoofd steden der verschillende provinciën, en de namen der leden van alle commissies, die zich met het verzamelen der bjjdragen hebben bezig gehouden. Zooals wjj en ook andere bladen, zelfs de door ons bedoelde courant, destjjds meld den, heeft op een door de pers bijgewoonde vergadering van het hoofdcomité de voor zitter verklaard, niet te kunnen mededeelen waarin het geschenk zou bestaan, wjjl het voor de Koningin een verrassing moest big ven. Dit idee diende gewaardeerd, althans ge billijkt te worden. En zie, nu komt een blad aandragen met de mededeeling en wordt het goede plan in duigen geworpen. Waarlijk, sommige organen doen tegenwoor dig, zeker gedrongen door de concurrentie, rare dingen, en houden daardoor de waardig heid der pers alles behalve hoog. Een handelwijze als deze is ook uit een journalistisch oogpunt te veroordeelen. De redacties van verschillende bladen moeten in een geval als dit op elkander kunnen ver trouwen. Immer3 op deze wjjze offeren andere bladen, die zich wel aan het voorschrift houden, noo- deloos een primeur op. Leerplicht en subsidie Het Vaderland bevat in zjjn jongste nommer over de aanhangige ontwerpen tot wijziging der wet op het lager onderwjjs eene beschou wing die onze instemming heeft, wgl daarin de redactie zich zeer gunstig over de voor drachten uitlaat en zoo juist het standpunt aangeeft, waarop elk onpartijdige zich dient te plaatsen. Het opstel in zjjn geheel bjjna overnemen komt ons zoo gewenscht voor. De redactie dan scbrjjft: Bg de behandeling der leerplichtwet heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken een- en andermaal schriftelijk en mondeling te kennen gegeven, dat hij bereid was het bijzon der onderwgs in de boogere uitgaven, die de wet zou vorderen, tegemoet te komen, zoodat het niet van slechter conditie zou worden. Tegen de billijkheid van deze toezegging was niets in te brengen. Het stelsel der wet van 1889 is door alle partgen aanvaard en moet, zoolang men er geen ander voor in de plaats wil stellen, op loyale wgze worden toegepast. Dreigt een wet, in 't belang van het onder wgs noodzakelijk, het bijzonder onderwijs tegenover het openbare in slechter toestand te brengen, dan is het plicht dat te voor komen. Zelfs wie de regeling van 1889 ver foeit, behoort rechtvaardigheidshalve daartoe mede te werken. Maar terwijl wij alzoo in beginsel het ministerieele standpunt beaamden, hebben wij ons nooit kunnen voorstellen dat de leerplicht op het bijzonder onderwijs zoo zware lasten kan leggen, dat uit dien hoofde belangrijke tegemoetkoming vereischt kon worden. Het groote geschreeuw, voor, tijdens en na de behandeling der leerplichtwet van de zijde der voorstanders van het onderwijs in en buiten de Kamer aangeheven, was niet zoo zeer door klemmende bewijsgronden gerecht vaardigd als wel er op berekend om druk uit te oefenen ten bate van dit onderwgs. Na tuurlijk zou 't kunnen voorkomen, dat onder den drang van den leerplicht de toevloed naar sommige scholen dermate zou toenemen, dat versterking van onderwijskrachten, vermeer dering van leermiddelen, in 't uiterste geval uitbreiding van localiteit noodig werd, maar kan er reden zijn zich daarover te beklagen? Ons dunkt van niet, daar de openbare school voor juist dezelfde noodzakelijkheden kon komen te staan en té haren behoeve dus van de gemeenten nieuwe uitgaven gevorderd konden worden. En zoo'n vaart kon het niet loopen, als men zich op het standpunt stelt der voorstanders van het bgzonder onderwgs zelf. Waarom toch waren die gestemd tegen leerplicht Niet, omdat zij de kinderen maar liever in 't wild lieten opgroeien dan ze naar school te zenden of omdat zij aanbidders waren van een voor hen voordeelig georganiseerd stelsel van schoolverzuim. Integendeel, zij waren alleen maar van den sterken arm van den Staat niet gediend èn uit beginsel èn omdat zij diens hulp niet behoefden. De ouders, die aan hun zjjde stonden, waren immers diep doordrongen van de noodzake lijkheid om hun kinderen schoolonderwijs te verschaffen, en de besturen der scholen lieten niet af om door vermaningen, belooningen en andere moreele middelen het schoolbezoek aan te moedigen. Als er niettemin nog zieltjes door de mazen glipten, gebeurde dit zeer be paald tegen den wil van de voorstanders der bijzondere school, en niets liever zouden zij zien. dan dat alle kinderen, daarvoor in aan merking komende, zich onder hun vleugelen vergaderden. Waarover hadden zjj zich dan te beklagen Over den dwang der wet misschien maarniet over het resultaat. Als meer kinderen tot hen komen, dan moeten zij daarin juichen, omdat zij zoodoende in staat worden gesteld hun plicht in den vollen omvang te vervullen. Voor iederen onderwijzer, dien zjj meer heb ben aan te stellen, voor elke school, die zjj nieuw hebben te stichten, moet geen zucht over hun lippen komen als over een hun onnoodig opgelegden last, maar een juichtoon hun borst ontwellen over de gelukkigerwijze hun geboden gelegenheid. En waar wjj herhaaldelijk mochten vernemen, dat het schoolverzuim in ons land zoo verbazend onbeduidend is, dat een leer plichtwet eigenlijk heelemaal onnoodig was, daar konden wjj toch ook niet aannemen, dat plotseling zou bljjken van een buitengewoon groot tekort aan leerkrachten en plaatsruimte juist bij het bgzonder onderwgs. Als een voorstander van het openbaar onderwgs het geïnsinueerd had, hoe zou hg als lasteraar aan de kaak zjjn gesteldMaar nog, in het ongunstigste geval, als zou bljjken, dat het tekort aan onderwijzers en schoolruimte bjj het bgzonder onderwgs veel grooter was dan men had durven verwachten, voor eiken onderwjjzer meer zou dat onderwgs aanspraak hebben op de vergoeding der wet van 1899, en zoo het al volgens die wet voor nieuwe schoolruimte geen vergoeding zou ontvangen, de uitbreiding van schoolruimte zou toch ook zonder de leerplichtwet op den duur door uitbreiding der schoolgaande bevolking noodig zjjn geworden. Waar de Minister, niettegenstaande dit alles, dat dunkt ons nogal voor de hand ligt, overtuigd bleek van de noodzakelijkheid aan het bgzonder onderwgs tegemoetkoming te bieden, moest hg, meenden wjj, van den aan vang af in 't oog gehad hebben niet zoozeer de directe uitgaven, door leerplicht gevorderd, als wel de indirecte, waartoe invoering der wet verplichten zougeheel onaannemelijk was natuurljjk, wat vernuftige »bjjzondere" cjjferaars ons nu trachten voor te rekenen, dat eigenlijk in haar geheel vergoed moesten worden alle meerdere uitgaven, die na in voering der leerplichtwet ten laste van elke bjjzondere school afzonderljjk zouden komen. Zelfs afgezien hiervan dat het niet aangaat, elke nieuwe uitgaaf, die na invoering dezer wet komt, te beschouwen alB een uitgaaf ten gevolge van de wet, kan een stelsel van vol ledige vergoeding nooit door den Minister zjjn bedoeld, omdat het geheel ligt buiten de Ijjn van ons heerschende onderwijsstelsel. Dit gaat niet uit van de gedachte, dat het bg zonder onderwjjs de Staatstaak vervult als zaakwaarnemer, en daarvoor derhalve ten volle moet schadeloos gesteld worden, maar wel van deze, dat het, zjjn eigen taak vervullende naar eigen inzicht, recht heeft op een zekere tegemoetkoming, omdat het op die wgze een algemeen volksbelang dient. Bij die tege moetkoming is als grondbeginsel aangenomen, dat, evenals het Rijk de gemeentenjbjjspringt in de kosten van het onderwjjs, naar een overeenkomstigen maatstaf en tot een over eenkomstig bedrag, ooK het bgzonder onder wgs financieelen steun van het Rijk moet er langen, als het aan zekere voorwaarden vol doet. Bljjft men vasthouden aan ditzelfde grondbeginsel, dan is nagekomen de aanvaarde verplichting om het bgzonder onderwgs tegen over het openbare niet in slechter conditie te brengen. Beschouwt men nu het wetsontwerp, dat dezer dagen in de afdeelingen zal worden onderzocht, dan ziet men dat het aan de hier gestelde eischen beantwoordt op een zeker niet schriele, veeleer bgzonder royale wijze. De invoering van den leerplicht brengt indi recte uitgaven mede, die den wetgever ver plichten de Rjjksbjjdragen aan de gemeenten ruimer te stellen, en naar denzelfden daarvoor aangenomen maatstaf worden ook ruimere bijdragen aan het bjjzonder onderwjjs verstrekt. Strikt genomen kan men niet zeggen, dat de verhooging der onderwjjstraktementen, in het wetsontwerp voorgesteld een onafwijsbaar gevolg is van de invoering van leerplicht, maar zeker zullen wij het den Minister niet ten kwade duiden, dat hg van deze aanleiding heeft gebruik gemaakt om een voorstel tot deze hoog noodige verhooging te doen. De minima worden gebracht van 700 voor een schoolhoofd en 400 voor een gewoon onder wijzer op 750 en 500, wat zeker nog geen weelde is. Maar veel belangrijker nog is, dat aan de gemeenten d-j verplichting wordt op gelegd, om naar het stelsel, dat reedB in de grootere steden in zwang is, verhoogingen toe te kennen èn naar het aantal dienstjaren èn wegens het bezit der hoofdakte. Het minimun voor de schoolhoofden moet worden 800 na 5, 850 na 10, 900 na 1 5 en 950 na 20 dienst- jaren. Een zelfde opklimming bij de gewone onderwgzers successievelijk tot 550, 600. 650 en 700. Bovendien een verhooging met 100 voor elke hoofdakte, welke ver hooging tot 200 stijgt, als de hoofdakte verplicht is op scholen met meer dan vier onderwjjzers. In de Rjjksbjjdrage aan de ge meenten worden nu de volgende wijzigingen gebracht. De bjjdragen voor hoofden van scholen, tegenwoordig naar gelang van het aantal leerlingen der school bedragende ƒ250, 300, 400, 500 en 600, wordt met 60 verhoogd, met dien verstande, dat de laagste categorie, scholen van 90 en minder leerlingen, samengesmolten wordt met die van 98 tot en met 199, en evenals deze 360 vergoeding krijgt. Voor elk der andere onderwgzers wordt voortaan 260 bjjbetaald en bjj ver plichte hoofdakte 360, terwjjl tot nog toe f 150 en 200 wordt bjjgedragen, naar gelang de school telt koogstens 90 of meer dan 90 leerlingen. En eindeljjk voor de onverplichte onderwgzers wordt, onder dezelfde bepalingen en restrictiën als thans naar art. 45 gelden, een som betaald, die telkens 60 hooger is, met dien verstande weer, dat het verschil tusschen scholen van hoogstens 90 leerlingen en die van 91 tot 309 vervalt en voorts bjj scholen van meer uitgebreid lager onderwgs 310, in'plaats van 200, voor één onderwjjzer voor scholen van hoogstens 90 leerlingen wordt gegeven. Al deze cijfers nu vormen ook den grondslag voor de Rjjksbjjdrage aan bjjzondere scholen. In de tweede plaats wordt een tegemoet koming gegeven wegens verstrekt herhalings- onderwjjs en wel, waar aan de gemeenten wordt voorgeschreven minstens 60 cents per lesuur te betalen, een tegemoetkoming van 30 cents voor ten hoogste 192 lesuren. Ge- ljjke vergoeding wordt ook aan het bgzonder onderwgs verstrekt. Deze tegemoetkoming, schoon door het stelsel der wet van 1889 niet volstrekt gevorderd, omdat het herbal mgson- derwjjs voor de bgzondere scholen geheel onverplicht is, verdient zeker aanbeveling, omdat er een aanmoediging in is gelegen voor het geven van herhalingsonderwijs. Daar het bjjwonen van dit onderwgs niet verplicht is, zou men er zeker niet op kunnen rekenen, dat de voorstanders van bgzonder onderwgs het bezoek der openbare herhalingsschool zouden willen bevorderen. Toejuiching ver dient daarom alles wat kan bjjdragen om hen zelf tot inrichten van herhalingscursussen te bewegen. Eindeljjk wordt nog aan het bgzonder on derwgs een geheel nieuwe tegemoetkoming geboden, nl. een bjjdrage in den scboolbouw. Zooals men weet, vergoedt het Rijk aan de gemeenten 25 pCt. van de daarvoor vereischte uitgaven. Zoover dorst een antirevolutionnair Minister in 1889 de «rechtsgelijkheid" niet door te voeren, dat hjj ook hierin het bgzon der onderwgs geljjke tegemoetkoming bood. Dit bleef aan een liberaal Minister voorbe houden, die tot dit doel invoert een systeem van jaarljjksche bjjpassing aan het bjjzonder onderwijs, berekend naar het aantal leerlingen per school, maar dan ook eischt. dat de schoollokalen aan zekere voorwaarden voldoen. Dit voorstel zal waarschjjnljjk wel verzet ont moeten, omdat het inderdaad niet ligt in het stelsel der wet van 1889 en ook niet als noodzakeljjk gevolg van de invoering van leerplicht kan worden beschouwd. Het ligt echter wel in de Ijjn der in 1889 aangenomen beginselen en verdient als zeer royale tege moetkoming van de zjjde der voorstanders van het bgzonder onderwgs waardeering, van de zijde der voorstanders van het compromis van 1889 steun. BENOEMINGEN ENZ. Bjj kon. besluit: zjjn benoemd in de orde van Oranje Nassau: tot officier met de zwaardenF. de Bas, ge- pensionneerd kolonel der cavalerie te 's Gra- venhage tot officierJhr mr P. van den Bran- deler, voorzitter van het college van kerk voogden der Ned. Herv. gemeente van 's Gravenhagetot ridder: H. J. Versteeg, hoofdcommissaris van politie te 's Gravenhage en P. Mulder, geneesheer te Bathmen; is vor- leend de eeremedaille der orde van Oranje- Nassausin goudaan J. G. van Hoorn, hoofdinspecteur van politie te 's Gravenhage-, in zilver aan J. Aaltsz, inspecteur van politie lste kl. te '8 GravenhageH. F. van Rosma len, inspecteur van politie 2e kl. te 's Gra venhage in bronsaan J. J. Weber, brigadier van politie lste kl. te 's Gravenhage K. Jongezoon, agent van politie lste kl. te 's Gra venhage, en T. Vis, rijksveldwachter (briga dier-titulair) te Alphen is benoemd tot notaris binnen het arr. Haarlem, ter standplaats Hillegom, K. Lange- veld, cand.-notaris te 's Gravenhage is benoemd tot griffier bjj het kantonge recht te Wijk bjj Duurstede mr F. J. Vla- mingh Kiebert, advocaat te Utrecht is aan den heer jhr mr H. C. van Wjjck, op zjjn verzoek eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van adjunct-commies bjj het dep. van koloniën is de heer jhr mr H. A.van Karnébeek, benoemd tot adjunct-eommies bjj het dep. van koloniën; is de O.-I. ambténaar met verlof B. Bak ker, laatsteljjk onderwijzer der 2de kl. bjj het openbaar lager onderwjjs voor Europeanen en- met dezen geljjkgestelden in N.-I., op zjjn verzoek, wegens physieke ongeschiktheid, eer vol uit 's lands dienst ontslagen, met toeken ning van pensioen is de O.-I. ambtenaar met verlof C. van Dort, laatsteljjk derde-stuurman hg de gouverm- marine in N.-I., op zijn verzoek eervol uit '8 lands dienst ontslagen. Door de arr.-rechtbank te Assen is, ter vervulling eener vacature van rechter in dat college, opgemaakt de navolgende alphabeti- sohe ljjst van aanbeveling: mr F. J. Camphuis, rechter in de arr-rechtbank te Winschoten; mr J. G. Gratama Wz., substituut-griffier bg de arr.-rechtbank te Assenmr H. J. Westra reehtér in de arr.-rechtbank te Zwolle. Aanstaanden Vrjjdag verleent de minister van marine geen audiëntie. In de laatste helft van April 1901 zal eert vergelijkend onderzoek plaats hebben van ad- spiranten voor de betrekking van klerk der postergen en4 telegraphic, om naar mate van de behoefte te worden benoemd. Voor nadere inlichtingen verwijzen wjj naar de St. Ct. van Dinsdag. DANKBETUIGING DER KONINGIN. De St. Ct. bevat een schrjjven van H. M. de Koningin aan den directeur van het Kabinet der Koningin van den volgenden inhoud: Het Loo23 Febr. 1901. Ter gelegenheid van Ons huweljjk mocht ik en Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins der Nederlanden, Hertog van Mecklenburg, zoowel uit het vaderland als uit de overzeesche be zittingen en van Nederlanders, in het buiten land vertoevende, zoo tallooze gelukwenschen en blijken van gehechtheid en trouw ontvan gen, dat het mjj tot mjjn groot leedwezen onmogeljjk is geweest aan een ieder afzonder lijk mjjnen dank te doen overbrengen. 1b verzoek u Hoogwelgeboren daarom, ook namens Zjjne Koninklijke Hoogheid den Prins der Nederlanden, Hertog van Mecklen burg, onze diepgevoelde erkentelijkheid te betuigen aan allen, die Mjj en Zjjne Ko ninklijke Hoogheid in deze dagen bljjken hebben gegeven van hun liefde en gehecht-, beid en onzen harteljjksten dank over te brengen voor de gelukwenschen en huldebe tuigingen, die wij van alle zjjden mochten ontvangen. De groote belangstelling, die ik, ook nu bg mjjn huwelijk, van mjjn volk weder mocht ondervinden, vervult mjj met groote dank baarheid. (get.) WILHELMINA. Uit Vlissingen. Een paar Engelsche soldaten van het incle buitenhaven gemeerd liggende jacht Victoria and Albert hebben Maandag middag ondervon den dat de sympathie voor hen onder de jeugd niet bijster groot is. TranBvaalsche volks liederen weergalmden langs 's heeren wegen uit de monden van wel honderd jongens en meisjes, die de Engelschen m de stad volgden. De politie moest er bjj te pas komenzij achtte het raadzaam den passagierenden lieden aan 't verstand te brengen dat 't maar beter was zich naar boord te begeven. Al kunnen wjj, bjj de tegenwoordige om standigheden, onB begrijpen dat er bij de jeugd, zoowel als bg de ouderen,'geen vriend schappelijke gevoelens worden gekoesterd tegenover hen, die deel uitmaken van'het En gelsche leger, toch achten wjj dergeljjke rel letjes want meer zjjn het niet ongepast en niet gewettigd. Wjj hebben dit ook al eens opgemerkt in verband met een voorval in onze eigen stad. Dat men mee Ijjdt met de stamverwanten in Transvaal en Oranje Vrjjataat en van dat medeljjden doet bljjken door de gevangenen en de door den oorlog m armoede verkeerenden te steunen is prijzenswaardig; en dat men met woord en pen aantoont dat Engeland's houding ten opzichte van Zuid-Afrika onrecht vaardig is, dat alles is volkomen gerechtvaar digd. Maar dat is heel iets anders dan het naschreeuwen van een paar Engelsche solda te», van wie men niet eens weet of zjj want lang niet alle soldiers, lang niet alle Engelschen hebben sympathie voor den oorlog wel instemmen met hetgeen in Transvaal geschiedt. Waar in het algemeen zoodanige houding afkeuring verdient, is dit te meer het geval in een zeeplaats als Vlissingen, waar tal van Engelsche schepen binnenvallen en geregeld Engelsche reizigers aankomen of vertrekken. De haven van Vlissingen ondervindt al tegenwerking genoeg dan dat het noodig zou wezen door zoodanige handelingen de vreem delingen, die'er komen, onnoodig onaangenaam te zjjn. In dit opzicht dient men zich neutraal te houden en vooral de jeugd in toom te houden. De «Boeren" worden door dergeljjke be toogingen niet gebaat, maar wel neutrale of hun gezinde personen erdoor gehinderd. Bjj aankomst te St Helena van het stoomschip Galician, tot de Union-Castle line behoorende, bleek de voor Cronjé bestemde pjjp, door de leden der scherpschuttersvereeniging Vlissingenhalf December a. p., verzonden, verdwenen te zjjn. De prachtige oorkonde en de tabak, mede in het kiBtge aanwezig, had men laten liggen. Naar men ons meldt, zal het dubbelschroef- stoomschïp, type Sindoro, dat voor rekening der Rotterdamsche Lloyd op de werf der kon. Mg. De Schelde wordt gebouwd, den naam Goentoer dragen. Men schrjjft ons Maandag was het vgf-en-twintig jaar geleden, dat de heer D. Mulder, thans burgemeester van Ovezand, Nisse en Driewegen, werd benoemd tot burgemeester van Breskens. In zjjn woon plaats Ovezand en ook te Driewegen, werd dit feest herdacht, waarbjj hem fraaie geschenken werden aangeboden. Verder werd er algemeen1 gevlagd en feest gevierd. Behalve schriftelijke en mondelinge geluk wenschen ging te N i s 8 e die dag onopge merkt voorbjj, niet echter uit mindere sympathie voor den algemeen geachte en alom als hoogst bekwaam bekend staande man, maar voor een gedeelte omdat bjjna ieder te laat wist, dat men te Ovezand en Driewegen op meer dan gewone wgze dit feit wilde herden ken, doch meer nog omdat ieder het eigen aardiger vond om te wachten tot den 7den December 1903, als wanneer de heer D. Mulder zjjn 25jarig jubilé als burgemeester van Nissen, Ovezand en Driewegen hoopt te vieren. Ongetwijfeld zal dan Nisse toonen hoe hoog het zjjn burgemeester waardeert. Zondag namiddag is te Noordgouwe een zestienjarige helper bg het drenken der paarden door een dezer zoo toegetakeld, dat zjjn rechterbeen en zjjn rechterarm gebroken zjjn. Gelukkig kwam de vader op het hulp geroep dadelijk tot ontzet toeschieten, anders

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1901 | | pagina 1