MIDDELBIRGSCHE COURANT.
N°. 49.
144° Jaargang.
1901.
Woensdag
27 Februari,
üit stad~ênTrövincie.
Deze courant verschijnt dagelijks, met afzondering van Zon-
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor a :1e plaatsen in Nederland franco p.p., 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer.
Middelburg 26 febr. 8 u. vm. 40 gr. 12 u. 42 gr.
av.4u.44g'.F. Verw. z. t. m.Z.W.w.bew.ger.toen.int.
Agenten.
Te Vlissingen: C. N. J. de Vet Mestdaoh te
Goes: A. C. Box.ütt, firma Wed. de Jonge.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regels
Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreftende
Handel, Ngverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Artvertentle-Bnreaa
A. de LA MAR Abu., n.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam.
Middelburg 26 Februari.
EEN BEKEND VRAAGSTUK.
Onder het opschrift Frajtpes toujours
haalt de Dordrechtsche Courant weder een staaltje
aan ten bewijze dat de Waterweg naar zee van
Dordrecht onvoldoende is en het meer dan
tjjd wordt voor ingrijpende maatregelen.
Op 19 Febr. jl. kwam het stoomschip Fos,
geladen met hout, van Pensacola te Hellevoet-
sluis, met bestemming naar Dordrecht. Het
schip, dat een diepgang had van 63 deci
meters, kon echter wegens den slechten toe
stand van het Aardappelgat niet naar Dor
drecht opstoomen.
Wegens den ijsgang was het onmogelijk den
deklast in lichters over te laden, zoodat er
niet anders overschoot dan het schip naar
Amsterdam te laten opstoomen, waartoe men
ten slotte ook is overgegaan.
Het blad erkent gaarne dat al het mogelijke
gedaan wordt wat den toestand voor de ha
ven dragelijk maken kan, maar stelt in het
licht dat, ondanks al die maatregelen en
zorgen, het nu nog gebeuren kan, dat een
schip, voor Dordt gecharterd, er niet komen
kan. De diepte van het Aardappelgat is in
den laatsten fcjjd buitengewoon en onrustba
rend afgenomen, zoodat volgens een deskun
dige geen schepen dieper dan 17'/s voet kun
nen passeeren
De feiten toonen aan dat op andere wijze
dan tot dusver het vraagstuk van den Dordt-
schen Waterweg moet worden aangepakt.
Er is gelukkig nog geen sprake van te
laat Maar hoog tjjd wordt het wel.
NATIONAAL GESCHENK.
Naar een Hollandsch blad meldt, zal het j
nationaal geschenk aan H. M. de Koningin
bestaan uit een diadeem met saffieren, een
collier en twee armbanden, uit dezelfde blauwe
steenen vervaardigd.
Aan het geschenk zal een album worden
toegevoegd, bevattende gezichten uit de hoofd
steden der verschillende provinciën, en de
namen der leden van alle commissies, die zich
met het verzamelen der bjjdragen hebben
bezig gehouden.
Zooals wjj en ook andere bladen, zelfs
de door ons bedoelde courant, destjjds meld
den, heeft op een door de pers bijgewoonde
vergadering van het hoofdcomité de voor
zitter verklaard, niet te kunnen mededeelen
waarin het geschenk zou bestaan, wjjl het
voor de Koningin een verrassing moest big ven.
Dit idee diende gewaardeerd, althans ge
billijkt te worden.
En zie, nu komt een blad aandragen met
de mededeeling en wordt het goede plan in
duigen geworpen.
Waarlijk, sommige organen doen tegenwoor
dig, zeker gedrongen door de concurrentie,
rare dingen, en houden daardoor de waardig
heid der pers alles behalve hoog.
Een handelwijze als deze is ook uit een
journalistisch oogpunt te veroordeelen.
De redacties van verschillende bladen moeten
in een geval als dit op elkander kunnen ver
trouwen.
Immer3 op deze wjjze offeren andere bladen,
die zich wel aan het voorschrift houden, noo-
deloos een primeur op.
Leerplicht en subsidie
Het Vaderland bevat in zjjn jongste nommer
over de aanhangige ontwerpen tot wijziging
der wet op het lager onderwjjs eene beschou
wing die onze instemming heeft, wgl daarin
de redactie zich zeer gunstig over de voor
drachten uitlaat en zoo juist het standpunt
aangeeft, waarop elk onpartijdige zich dient
te plaatsen.
Het opstel in zjjn geheel bjjna overnemen
komt ons zoo gewenscht voor.
De redactie dan scbrjjft:
Bg de behandeling der leerplichtwet heeft
de Minister van Binnenlandsche Zaken een-
en andermaal schriftelijk en mondeling te
kennen gegeven, dat hij bereid was het bijzon
der onderwgs in de boogere uitgaven, die de
wet zou vorderen, tegemoet te komen, zoodat
het niet van slechter conditie zou worden.
Tegen de billijkheid van deze toezegging was
niets in te brengen. Het stelsel der wet van
1889 is door alle partgen aanvaard en moet,
zoolang men er geen ander voor in de plaats
wil stellen, op loyale wgze worden toegepast.
Dreigt een wet, in 't belang van het onder
wgs noodzakelijk, het bijzonder onderwijs
tegenover het openbare in slechter toestand
te brengen, dan is het plicht dat te voor
komen. Zelfs wie de regeling van 1889 ver
foeit, behoort rechtvaardigheidshalve daartoe
mede te werken.
Maar terwijl wij alzoo in beginsel het
ministerieele standpunt beaamden, hebben wij
ons nooit kunnen voorstellen dat de leerplicht
op het bijzonder onderwijs zoo zware lasten
kan leggen, dat uit dien hoofde belangrijke
tegemoetkoming vereischt kon worden. Het
groote geschreeuw, voor, tijdens en na de
behandeling der leerplichtwet van de zijde
der voorstanders van het onderwijs in en
buiten de Kamer aangeheven, was niet zoo
zeer door klemmende bewijsgronden gerecht
vaardigd als wel er op berekend om druk uit
te oefenen ten bate van dit onderwgs. Na
tuurlijk zou 't kunnen voorkomen, dat onder
den drang van den leerplicht de toevloed naar
sommige scholen dermate zou toenemen, dat
versterking van onderwijskrachten, vermeer
dering van leermiddelen, in 't uiterste geval
uitbreiding van localiteit noodig werd, maar
kan er reden zijn zich daarover te beklagen?
Ons dunkt van niet, daar de openbare school
voor juist dezelfde noodzakelijkheden kon
komen te staan en té haren behoeve dus van
de gemeenten nieuwe uitgaven gevorderd
konden worden. En zoo'n vaart kon het niet
loopen, als men zich op het standpunt stelt
der voorstanders van het bgzonder onderwgs
zelf. Waarom toch waren die gestemd tegen
leerplicht Niet, omdat zij de kinderen maar
liever in 't wild lieten opgroeien dan ze naar
school te zenden of omdat zij aanbidders waren
van een voor hen voordeelig georganiseerd
stelsel van schoolverzuim. Integendeel, zij
waren alleen maar van den sterken arm van
den Staat niet gediend èn uit beginsel èn
omdat zij diens hulp niet behoefden. De
ouders, die aan hun zjjde stonden, waren
immers diep doordrongen van de noodzake
lijkheid om hun kinderen schoolonderwijs te
verschaffen, en de besturen der scholen lieten
niet af om door vermaningen, belooningen en
andere moreele middelen het schoolbezoek aan
te moedigen. Als er niettemin nog zieltjes
door de mazen glipten, gebeurde dit zeer be
paald tegen den wil van de voorstanders der
bijzondere school, en niets liever zouden zij
zien. dan dat alle kinderen, daarvoor in aan
merking komende, zich onder hun vleugelen
vergaderden.
Waarover hadden zjj zich dan te beklagen
Over den dwang der wet misschien maarniet
over het resultaat. Als meer kinderen tot
hen komen, dan moeten zij daarin juichen,
omdat zij zoodoende in staat worden gesteld
hun plicht in den vollen omvang te vervullen.
Voor iederen onderwijzer, dien zjj meer heb
ben aan te stellen, voor elke school, die zjj
nieuw hebben te stichten, moet geen zucht over
hun lippen komen als over een hun onnoodig
opgelegden last, maar een juichtoon hun borst
ontwellen over de gelukkigerwijze hun geboden
gelegenheid. En waar wjj herhaaldelijk mochten
vernemen, dat het schoolverzuim in ons land
zoo verbazend onbeduidend is, dat een leer
plichtwet eigenlijk heelemaal onnoodig was,
daar konden wjj toch ook niet aannemen, dat
plotseling zou bljjken van een buitengewoon
groot tekort aan leerkrachten en plaatsruimte
juist bij het bgzonder onderwgs. Als een
voorstander van het openbaar onderwgs het
geïnsinueerd had, hoe zou hg als lasteraar
aan de kaak zjjn gesteldMaar nog, in het
ongunstigste geval, als zou bljjken, dat het
tekort aan onderwijzers en schoolruimte bjj
het bgzonder onderwgs veel grooter was dan
men had durven verwachten, voor eiken
onderwjjzer meer zou dat onderwgs aanspraak
hebben op de vergoeding der wet van 1899,
en zoo het al volgens die wet voor nieuwe
schoolruimte geen vergoeding zou ontvangen,
de uitbreiding van schoolruimte zou toch ook
zonder de leerplichtwet op den duur door
uitbreiding der schoolgaande bevolking noodig
zjjn geworden.
Waar de Minister, niettegenstaande dit
alles, dat dunkt ons nogal voor de hand ligt,
overtuigd bleek van de noodzakelijkheid aan
het bgzonder onderwgs tegemoetkoming te
bieden, moest hg, meenden wjj, van den aan
vang af in 't oog gehad hebben niet zoozeer de
directe uitgaven, door leerplicht gevorderd,
als wel de indirecte, waartoe invoering der
wet verplichten zougeheel onaannemelijk
was natuurljjk, wat vernuftige »bjjzondere"
cjjferaars ons nu trachten voor te rekenen,
dat eigenlijk in haar geheel vergoed moesten
worden alle meerdere uitgaven, die na in
voering der leerplichtwet ten laste van elke
bjjzondere school afzonderljjk zouden komen.
Zelfs afgezien hiervan dat het niet aangaat,
elke nieuwe uitgaaf, die na invoering dezer
wet komt, te beschouwen alB een uitgaaf ten
gevolge van de wet, kan een stelsel van vol
ledige vergoeding nooit door den Minister zjjn
bedoeld, omdat het geheel ligt buiten de Ijjn
van ons heerschende onderwijsstelsel. Dit
gaat niet uit van de gedachte, dat het bg
zonder onderwjjs de Staatstaak vervult als
zaakwaarnemer, en daarvoor derhalve ten volle
moet schadeloos gesteld worden, maar wel
van deze, dat het, zjjn eigen taak vervullende
naar eigen inzicht, recht heeft op een zekere
tegemoetkoming, omdat het op die wgze een
algemeen volksbelang dient. Bij die tege
moetkoming is als grondbeginsel aangenomen,
dat, evenals het Rijk de gemeentenjbjjspringt
in de kosten van het onderwjjs, naar een
overeenkomstigen maatstaf en tot een over
eenkomstig bedrag, ooK het bgzonder onder
wgs financieelen steun van het Rijk moet er
langen, als het aan zekere voorwaarden vol
doet. Bljjft men vasthouden aan ditzelfde
grondbeginsel, dan is nagekomen de aanvaarde
verplichting om het bgzonder onderwgs tegen
over het openbare niet in slechter conditie te
brengen.
Beschouwt men nu het wetsontwerp, dat
dezer dagen in de afdeelingen zal worden
onderzocht, dan ziet men dat het aan de hier
gestelde eischen beantwoordt op een zeker
niet schriele, veeleer bgzonder royale wijze.
De invoering van den leerplicht brengt indi
recte uitgaven mede, die den wetgever ver
plichten de Rjjksbjjdragen aan de gemeenten
ruimer te stellen, en naar denzelfden daarvoor
aangenomen maatstaf worden ook ruimere
bijdragen aan het bjjzonder onderwjjs verstrekt.
Strikt genomen kan men niet zeggen, dat
de verhooging der onderwjjstraktementen, in
het wetsontwerp voorgesteld een onafwijsbaar
gevolg is van de invoering van leerplicht,
maar zeker zullen wij het den Minister niet
ten kwade duiden, dat hg van deze aanleiding
heeft gebruik gemaakt om een voorstel tot
deze hoog noodige verhooging te doen. De
minima worden gebracht van 700 voor een
schoolhoofd en 400 voor een gewoon onder
wijzer op 750 en 500, wat zeker nog geen
weelde is. Maar veel belangrijker nog is, dat
aan de gemeenten d-j verplichting wordt op
gelegd, om naar het stelsel, dat reedB in de
grootere steden in zwang is, verhoogingen toe
te kennen èn naar het aantal dienstjaren èn
wegens het bezit der hoofdakte. Het minimun
voor de schoolhoofden moet worden 800 na
5, 850 na 10, 900 na 1 5 en 950 na 20 dienst-
jaren. Een zelfde opklimming bij de gewone
onderwgzers successievelijk tot 550, 600.
650 en 700. Bovendien een verhooging
met 100 voor elke hoofdakte, welke ver
hooging tot 200 stijgt, als de hoofdakte
verplicht is op scholen met meer dan vier
onderwjjzers. In de Rjjksbjjdrage aan de ge
meenten worden nu de volgende wijzigingen
gebracht. De bjjdragen voor hoofden van
scholen, tegenwoordig naar gelang van het
aantal leerlingen der school bedragende ƒ250,
300, 400, 500 en 600, wordt met 60
verhoogd, met dien verstande, dat de laagste
categorie, scholen van 90 en minder leerlingen,
samengesmolten wordt met die van 98 tot en
met 199, en evenals deze 360 vergoeding
krijgt. Voor elk der andere onderwgzers
wordt voortaan 260 bjjbetaald en bjj ver
plichte hoofdakte 360, terwjjl tot nog toe
f 150 en 200 wordt bjjgedragen, naar gelang
de school telt koogstens 90 of meer dan 90
leerlingen. En eindeljjk voor de onverplichte
onderwgzers wordt, onder dezelfde bepalingen
en restrictiën als thans naar art. 45 gelden,
een som betaald, die telkens 60 hooger is,
met dien verstande weer, dat het verschil
tusschen scholen van hoogstens 90 leerlingen
en die van 91 tot 309 vervalt en voorts bjj
scholen van meer uitgebreid lager onderwgs
310, in'plaats van 200, voor één onderwjjzer
voor scholen van hoogstens 90 leerlingen
wordt gegeven. Al deze cijfers nu vormen ook
den grondslag voor de Rjjksbjjdrage aan
bjjzondere scholen.
In de tweede plaats wordt een tegemoet
koming gegeven wegens verstrekt herhalings-
onderwjjs en wel, waar aan de gemeenten
wordt voorgeschreven minstens 60 cents per
lesuur te betalen, een tegemoetkoming van
30 cents voor ten hoogste 192 lesuren. Ge-
ljjke vergoeding wordt ook aan het bgzonder
onderwgs verstrekt. Deze tegemoetkoming,
schoon door het stelsel der wet van 1889 niet
volstrekt gevorderd, omdat het herbal mgson-
derwjjs voor de bgzondere scholen geheel
onverplicht is, verdient zeker aanbeveling,
omdat er een aanmoediging in is gelegen
voor het geven van herhalingsonderwijs. Daar
het bjjwonen van dit onderwgs niet verplicht
is, zou men er zeker niet op kunnen rekenen,
dat de voorstanders van bgzonder onderwgs
het bezoek der openbare herhalingsschool
zouden willen bevorderen. Toejuiching ver
dient daarom alles wat kan bjjdragen om hen
zelf tot inrichten van herhalingscursussen te
bewegen.
Eindeljjk wordt nog aan het bgzonder on
derwgs een geheel nieuwe tegemoetkoming
geboden, nl. een bjjdrage in den scboolbouw.
Zooals men weet, vergoedt het Rijk aan de
gemeenten 25 pCt. van de daarvoor vereischte
uitgaven. Zoover dorst een antirevolutionnair
Minister in 1889 de «rechtsgelijkheid" niet
door te voeren, dat hjj ook hierin het bgzon
der onderwgs geljjke tegemoetkoming bood.
Dit bleef aan een liberaal Minister voorbe
houden, die tot dit doel invoert een systeem
van jaarljjksche bjjpassing aan het bjjzonder
onderwijs, berekend naar het aantal leerlingen
per school, maar dan ook eischt. dat de
schoollokalen aan zekere voorwaarden voldoen.
Dit voorstel zal waarschjjnljjk wel verzet ont
moeten, omdat het inderdaad niet ligt in het
stelsel der wet van 1889 en ook niet als
noodzakeljjk gevolg van de invoering van
leerplicht kan worden beschouwd. Het ligt
echter wel in de Ijjn der in 1889 aangenomen
beginselen en verdient als zeer royale tege
moetkoming van de zjjde der voorstanders
van het bgzonder onderwgs waardeering, van
de zijde der voorstanders van het compromis
van 1889 steun.
BENOEMINGEN ENZ.
Bjj kon. besluit:
zjjn benoemd in de orde van Oranje Nassau:
tot officier met de zwaardenF. de Bas, ge-
pensionneerd kolonel der cavalerie te 's Gra-
venhage tot officierJhr mr P. van den Bran-
deler, voorzitter van het college van kerk
voogden der Ned. Herv. gemeente van
's Gravenhagetot ridder: H. J. Versteeg,
hoofdcommissaris van politie te 's Gravenhage
en P. Mulder, geneesheer te Bathmen; is vor-
leend de eeremedaille der orde van Oranje-
Nassausin goudaan J. G. van Hoorn,
hoofdinspecteur van politie te 's Gravenhage-,
in zilver aan J. Aaltsz, inspecteur van politie
lste kl. te '8 GravenhageH. F. van Rosma
len, inspecteur van politie 2e kl. te 's Gra
venhage in bronsaan J. J. Weber, brigadier
van politie lste kl. te 's Gravenhage K.
Jongezoon, agent van politie lste kl. te 's Gra
venhage, en T. Vis, rijksveldwachter (briga
dier-titulair) te Alphen
is benoemd tot notaris binnen het arr.
Haarlem, ter standplaats Hillegom, K. Lange-
veld, cand.-notaris te 's Gravenhage
is benoemd tot griffier bjj het kantonge
recht te Wijk bjj Duurstede mr F. J. Vla-
mingh Kiebert, advocaat te Utrecht
is aan den heer jhr mr H. C. van Wjjck,
op zjjn verzoek eervol ontslag verleend uit
zijne betrekking van adjunct-commies bjj het
dep. van koloniën
is de heer jhr mr H. A.van Karnébeek, benoemd
tot adjunct-eommies bjj het dep. van koloniën;
is de O.-I. ambténaar met verlof B. Bak
ker, laatsteljjk onderwijzer der 2de kl. bjj het
openbaar lager onderwjjs voor Europeanen en-
met dezen geljjkgestelden in N.-I., op zjjn
verzoek, wegens physieke ongeschiktheid, eer
vol uit 's lands dienst ontslagen, met toeken
ning van pensioen
is de O.-I. ambtenaar met verlof C. van
Dort, laatsteljjk derde-stuurman hg de gouverm-
marine in N.-I., op zijn verzoek eervol uit
'8 lands dienst ontslagen.
Door de arr.-rechtbank te Assen is, ter
vervulling eener vacature van rechter in dat
college, opgemaakt de navolgende alphabeti-
sohe ljjst van aanbeveling: mr F. J. Camphuis,
rechter in de arr-rechtbank te Winschoten;
mr J. G. Gratama Wz., substituut-griffier bg
de arr.-rechtbank te Assenmr H. J. Westra
reehtér in de arr.-rechtbank te Zwolle.
Aanstaanden Vrjjdag verleent de minister
van marine geen audiëntie.
In de laatste helft van April 1901 zal eert
vergelijkend onderzoek plaats hebben van ad-
spiranten voor de betrekking van klerk der
postergen en4 telegraphic, om naar mate van
de behoefte te worden benoemd.
Voor nadere inlichtingen verwijzen wjj naar
de St. Ct. van Dinsdag.
DANKBETUIGING DER KONINGIN.
De St. Ct. bevat een schrjjven van H. M. de
Koningin aan den directeur van het Kabinet
der Koningin van den volgenden inhoud:
Het Loo23 Febr. 1901.
Ter gelegenheid van Ons huweljjk mocht ik
en Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins der
Nederlanden, Hertog van Mecklenburg, zoowel
uit het vaderland als uit de overzeesche be
zittingen en van Nederlanders, in het buiten
land vertoevende, zoo tallooze gelukwenschen
en blijken van gehechtheid en trouw ontvan
gen, dat het mjj tot mjjn groot leedwezen
onmogeljjk is geweest aan een ieder afzonder
lijk mjjnen dank te doen overbrengen.
1b verzoek u Hoogwelgeboren daarom,
ook namens Zjjne Koninklijke Hoogheid den
Prins der Nederlanden, Hertog van Mecklen
burg, onze diepgevoelde erkentelijkheid te
betuigen aan allen, die Mjj en Zjjne Ko
ninklijke Hoogheid in deze dagen bljjken
hebben gegeven van hun liefde en gehecht-,
beid en onzen harteljjksten dank over te
brengen voor de gelukwenschen en huldebe
tuigingen, die wij van alle zjjden mochten
ontvangen.
De groote belangstelling, die ik, ook nu
bg mjjn huwelijk, van mjjn volk weder mocht
ondervinden, vervult mjj met groote dank
baarheid.
(get.) WILHELMINA.
Uit Vlissingen.
Een paar Engelsche soldaten van het incle
buitenhaven gemeerd liggende jacht Victoria
and Albert hebben Maandag middag ondervon
den dat de sympathie voor hen onder de jeugd
niet bijster groot is. TranBvaalsche volks
liederen weergalmden langs 's heeren wegen
uit de monden van wel honderd jongens en
meisjes, die de Engelschen m de stad volgden.
De politie moest er bjj te pas komenzij
achtte het raadzaam den passagierenden
lieden aan 't verstand te brengen dat 't maar
beter was zich naar boord te begeven.
Al kunnen wjj, bjj de tegenwoordige om
standigheden, onB begrijpen dat er bij de
jeugd, zoowel als bg de ouderen,'geen vriend
schappelijke gevoelens worden gekoesterd
tegenover hen, die deel uitmaken van'het En
gelsche leger, toch achten wjj dergeljjke rel
letjes want meer zjjn het niet ongepast
en niet gewettigd. Wjj hebben dit ook al
eens opgemerkt in verband met een voorval
in onze eigen stad.
Dat men mee Ijjdt met de stamverwanten
in Transvaal en Oranje Vrjjataat en van dat
medeljjden doet bljjken door de gevangenen
en de door den oorlog m armoede verkeerenden
te steunen is prijzenswaardig; en dat men
met woord en pen aantoont dat Engeland's
houding ten opzichte van Zuid-Afrika onrecht
vaardig is, dat alles is volkomen gerechtvaar
digd. Maar dat is heel iets anders dan het
naschreeuwen van een paar Engelsche solda
te», van wie men niet eens weet of zjj
want lang niet alle soldiers, lang niet alle
Engelschen hebben sympathie voor den oorlog
wel instemmen met hetgeen in Transvaal
geschiedt.
Waar in het algemeen zoodanige houding
afkeuring verdient, is dit te meer het geval
in een zeeplaats als Vlissingen, waar tal van
Engelsche schepen binnenvallen en geregeld
Engelsche reizigers aankomen of vertrekken.
De haven van Vlissingen ondervindt al
tegenwerking genoeg dan dat het noodig zou
wezen door zoodanige handelingen de vreem
delingen, die'er komen, onnoodig onaangenaam
te zjjn.
In dit opzicht dient men zich neutraal te
houden en vooral de jeugd in toom te houden.
De «Boeren" worden door dergeljjke be
toogingen niet gebaat, maar wel neutrale of
hun gezinde personen erdoor gehinderd.
Bjj aankomst te St Helena van het
stoomschip Galician, tot de Union-Castle line
behoorende, bleek de voor Cronjé bestemde pjjp,
door de leden der scherpschuttersvereeniging
Vlissingenhalf December a. p., verzonden,
verdwenen te zjjn.
De prachtige oorkonde en de tabak, mede
in het kiBtge aanwezig, had men laten liggen.
Naar men ons meldt, zal het dubbelschroef-
stoomschïp, type Sindoro, dat voor rekening
der Rotterdamsche Lloyd op de werf der kon.
Mg. De Schelde wordt gebouwd, den naam
Goentoer dragen.
Men schrjjft ons
Maandag was het vgf-en-twintig jaar geleden,
dat de heer D. Mulder, thans burgemeester van
Ovezand, Nisse en Driewegen, werd benoemd
tot burgemeester van Breskens. In zjjn woon
plaats Ovezand en ook te Driewegen,
werd dit feest herdacht, waarbjj hem fraaie
geschenken werden aangeboden. Verder werd
er algemeen1 gevlagd en feest gevierd.
Behalve schriftelijke en mondelinge geluk
wenschen ging te N i s 8 e die dag onopge
merkt voorbjj, niet echter uit mindere sympathie
voor den algemeen geachte en alom als hoogst
bekwaam bekend staande man, maar voor
een gedeelte omdat bjjna ieder te laat
wist, dat men te Ovezand en Driewegen op
meer dan gewone wgze dit feit wilde herden
ken, doch meer nog omdat ieder het eigen
aardiger vond om te wachten tot den 7den
December 1903, als wanneer de heer D. Mulder
zjjn 25jarig jubilé als burgemeester van
Nissen, Ovezand en Driewegen hoopt te vieren.
Ongetwijfeld zal dan Nisse toonen hoe hoog
het zjjn burgemeester waardeert.
Zondag namiddag is te Noordgouwe
een zestienjarige helper bg het drenken der
paarden door een dezer zoo toegetakeld, dat
zjjn rechterbeen en zjjn rechterarm gebroken
zjjn. Gelukkig kwam de vader op het hulp
geroep dadelijk tot ontzet toeschieten, anders