Verschillende Berichten.
Verkoopingen enz.
LAATSTE BERICHTEN.
Geen der getuigen heeft in de verhooren
gezegd, dat het niet de beurt was van be
klaagde om te varen. Ook is het met aan
nemelijk dat deze naar Ostende reizen zou,
indien hjj wist dat hjj geen loodsdienst had
te verrichten.
Er bestaat geen reden om beklaagde van
eenige kwade trouw in deze te verdenken of
van onderkruipery te beschuldigen.
Het bewjjs van zjjne schuld is dan ook,
naar pleiter meent, niet geleverd.
De beklaagde had er niet het minste belang
b$j Haaze te misleiden, wjjl hjj, uithoofde van
het contract, alleen en met uitsluiting van
anderen, den loodsdienst moest verrichten.
Verder kon bekl. verwachten, en dat is ook
gebeurd, dat de kapitein, indien /hjj Haaze
als loods wilde hebben en deze niet kwam
hem een telegram zou zenden.
Aan het eind van zjjn pleidooi wees de
verdediger op de jeugd van den beklaagde,
om tevens in het licht te stellen dat waar
deze, toen hjj plotseling werd aangevallen over
iets verkeerds, hetwelk hem werd toegedacht,
zjjne excuses maakt uit dit feit geene be
kentenis mag worden afgeleid.
Dat kapitein Caws niet ter terechtzitting
is verschenen, mag wel vreemd genoemd wor
den, en dit te meer waar hij als reden op
geeft dat hjj bang is zjjn geld als getuige
niet te zullen ontvangen. Waar de Staat der
Nederlanden dat getuigengeld moet betalen,
is dat een uitvlucht die niet geldig geacht
kan worden.
Op grond van een en ander concludeerde
pleiter tot vrijspraak van den beklaagde.
Wat het incidenteel verzoek van den ambte
naar van het O. M. betreft, om den bekl.
onmiddellijk in hechtenis te nemen, zag pleiter
met gerustheid de uitspraak van de rechtbank
te gemoet.
In -zijn repliek persisteerende bjj het in
eersten termjjn aangevoerde, stélde de officier
nog in het licht dat de overeenkomst, waarvan
de beklaagde sprak en die ook door pleiter
is genoemd, z. i. een niet» beteekenend vodje is.
Ook de verdediger handhaafde in zjjn du
pliek de genomen conclusie.
Daarna bepaalde de rechtbank de uitspraak
in deze zaak op heden over acht dagen.
Zjj vond op het oogenblik geen termen tot
inhechtenisneming van den beklaagde.
DIEFSTAL IN HET KERSPEL
TE MIDDELBURG.
Voor bovengenoemde rechtbank stond verder
terecht A. D., 25 j., straatmaker, geboren teKou-
dekerke, wonende te Middelburg, aldaar
gedetineerd, ter zake dat hij in den avond van
9 Januari Jl. te Middelburg, in het Kerspel, uit
een blikken doosje, staande in een ongesloten
kastje, in de gesloten werkplaats van Blasius
Montanari, tot welke hjj zich den toegang had
verschaft, door te klimmen door een ruit in
een deur, toegang gevende tot die werkplaats,
welke ruit eerst door hem verbrijzeld is, heeft.
weggenomen, met het oogmerk van wederrechte
lijke toeëigening, twee bankbiljetten, ieder van
60, 4 bankbiljetten, ieder van 25, drie
muntbiljetten, ieder van 10, en een hoeveel
heid rijksdaalders en guldens, alles te zamen
tot een bedrag, van 334, toebehoorende aan
voornoemden Montanari, althans aan een ander
persoon dan aan hem, verdachte.
In deze zaak was de heer mr H. Oele, advo
caat te Goes, den beklaagde ambtshalve als
verdediger toegevoegd. In zjjne plaats trad
echter de heer mr P. Dieleman, advokaat te
Middelburg, op.
Als eerste getuige werd gehoord B. F.
Montanari, de bestolen koopman alhier.
Hij verklaarde in het Kerspel een werk
plaats te hebben, waarvan hjj de situatie
beschreef.
In den middag van Woensdag 9 Januari, om
streeks drie uur of half vier, is hjj met den
bekl. en JoziaBse in de werkplaats geweest,
waar hjj met beiden een borrel gedronken
heeft. Hij was eerst met hen in een herberg
geweest en daarna naar de werkplaats gegaan
om wat geld te halen, teneinde nog met hen
te kunnen uitgaan.
Hij heeft dat geld genomen uit een blikken
doosje, dat stond in een ongesloten kastje.
Bekl. en Joziasse kunnen dat gezien hebben.
Getuige heeft twee rijksdaalders uit het
doosje gehaald. Toen was er nog 340 in.
De werkplaats verlatende, sloot getuige de
deur daarvan en ging met D. en Joziasse naar
een herberg, waar hjj hen trakteerde.
Beide laatstgenoemden verwijderden zich
vóór hem uit de herberg.
Later in den avond heeft hij D. in de her
berg van Dubois, ontmoet.
Omstreeks kwart over tien weer naar zijn
werkplaats gaande, zag getuige dat er een
ruit Btuk was in de deur. Dat gaf hem aan
leiding om naar zjjn geld te gaan zien, waarbij
hem bleek dat in het doosje slechts twee
rjjkBdaalders en twee guldens lagen.
Hij ging naar de herberg terug en deelde
aan de daar aanwezigen mede dat hg bestolen
was, waarna hjj met de aanwezigen naar
de werkplaats wederkeerde. De bekl. ging
ook mede.
Daarop is getuige met D. naar het bureau
van politie gegaan om van het gebeurde aan
gifte te doen.
Op een vraag van den verdediger verklaarde
de getuige nog dat hjj D. en J. uitgenoodigd
heeft om met hem naar de herberg en naar
zjjn werkplaats te gaan.
Ook verklaarde getuige dat D. eerst op een
tweemaal door hem gedane vraag mede is
gegaan naar de herberg.
Waarom getuige zjjn geld in de werkplaats
bewaart? vroeg de verdediger. Daarop ant
woordde getuige dit te doen, omdat het zoo
makkeljjk was bjj het drjjven van negotie.
De tweede getuige P. Joziasse, leurder
alhier, verklaarde in ongeveer denzelfdeh geest
als Montanari.-
Hü voegcle daar nog aan toe, dat kg, na
zich met D. uit de herberg te hebben ver-
wjjderd, met hem gegaan is naar het Kerspel.
D. is gegaan op het erf en getuige hoorde
dat er een ruit gebroken werd.
Toen D. van de erve kwam, gaf deze hem
4 rijksdaalders, I briefje van 10 en een
gulden, zeggende»houdt je sm
Getuige begreep daaruit dat dit geld van
diefstal afkomstig was.
De beklaagde beweerde, dat het voorBtel om
naar het Kerspel te gaan is uitgegaan van
dén getuige, wat deze echter tegensprak.
Op een vraag van den verdediger verklaarde
getuige dat niet in de herberg maar op de
straat afgesproken is om door het Kerspol te
gaan. Hij wist niet dat de bedoeling was om
bjj Montanari te gaan stelen. Hjj begreep dat
eerst toen D. van het erf kwam en hem het
geld gaf.
De laatste getuige, de inspecteur van politie
W. Moerdijk, deed mededeeling dat op 9 Ja
nuari- door Montanari aangifte van den dief
stal is gedaan en verder van het door hem
ingesteld onderzoek.
Op den grond voor het pakhuis zag getuige
verschillende geldstukken, rijksdaalders en
guldens, liggen.
Getuige verdacht Joziasse van den diefstal,
ging naar diens woning en nam hem, wijl hjj
een twintig gulden op hem bevond en Jozi
asse erkende dat die som afkomstig was van
het gestolen geld by Montanari, in voorloopige
hechtenis.
Daarna werd bij bekl. huiszoeking gedaan
en ook op hem een deel van het vermiste
geld gevonden. Den volgenden morgen is
een nader onderzoek ingesteld en toen het
overige deel van het gestolene ontdekt, op
verschillende plaatsen verborgen.
De beklaagde erkende het hem te laBte ge
legde. Hg weet niet of de ruit al dan niet
gebroken was, want hg was dronken. Een
deel van het gestolen geld heeft hjj gegeven
aan Joziasse, doch hoeveel weet hjj niet.
Bekl. beweerde dat Joziasse hem, die dronken
was, heeft verleid om den diefstal te plegen.
De officier van juBtitie achtte de te laste
gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen,
met uitzondering van de braak.
Het is een zeer ernstige zaak en de ambte
naar vorderde beklaagde's veroordeeling tot
een jaar gevangenisstraf.
De verdediger, d3 heer mr P. Dieleman
wees er op dat zjjn cliënt steeds is geweest
een eerlijke, kalme, fatsoenlijke jongen, maar
die door verleiding van slechte kameraden
en drankgebruik op den slechten weg is ge
komen.
Uit verschillende verklaringen van personen
by wie bekl. in dienst is geweest, toonde
pleiter dit aan.
Hjj ontkende, dat bekl. zou zjjn een nacht
en een kroeglooper. Hjj staat ook niet on
gunstig bg de politie bekend.
De drankduivel heeft bekl. tot bet misdrijf'
geleid.
Op den dag van den diefstal heeft Monta
nari den beklaagde en Joziasse dringend uit
genoodigd om met hem in de herberg te gaan.
Daar is gedronken en nog eens weer gedron
ken; vervolgens is hetzelfde gebeurd in de
werkplaats van den bestolene, waar deze, in
tegenwoordigheid van den bekl., geld nam uit
een doosje, in een ongesloten kast geborgen.
Uit de werkplaats is men weder gegaan
naar een herberg en daarna is de daad gepleegd.
Spreker betwijfelde echter of het feit wettig
en overtuigend zou bewezen zjjn; de getui
genis toch van Joziasse meende pleiter dat
niet voldoende is om de bekentenis van den
beklaagde aan te vullen.
Pleiter Btelde nog in het licht, dat de bekl.
op den bewusten avond in zoodanigen staat
van dronkenschap verkeerde dat hjj niet wist
wat hij deedhij was beseffeloos, onbewust,
dat toonen al zjjn handelingen aan.
Er was verder geen motief voor den diefstal.
Op grond van een en ander vroeg spreker,
zooal geen ontslag van rechtsvervolging kan
worden verleend, dat aan zijn client, indien
het wettig bewjjs aanwezig wordt geacht, een
zeer lichte straf zal worden opgelegd.
Hierna werd het onderzoek gesloten en de
uitspraak bepaald op heden over 8 dagen.
Onmiddellijk daarop nam op de bank der
beklaagden plaats de getuige in de vorige
zaak, P. J., oud 49 jaar, werkman en leurder,
geboren te Yrouwepolder, wonende te M i d-
d e' 1 b u r g aldaar gedetineerd, die er zich
nu over had te verantwoorden, dat hij
in den avond van 9 Januari jl. te Middelburg
opzettelijk van Adrianus Dekker als geschenk
heeft aangenomen een muntbiljet van f 10 en
4 rijksdaalders, wetende dat dat geld afkom
stig was van een door voornoemden Dekker,
ten nadeele van zekeren Blasius Montanari, in
dien avond te Middelburg gepleegden diefstal.
Aan dezen beklaagde was ambtshalve als
verdediger toegevoegd de heer jhr mr J. A.
Sohorer, advocaat te Middelburg.
De verklaring van den eersten getuige B.
F. Montanari was geheel in denzelfden geest
als bjj de vorige zaak.
Toen de tweede getuige, de beklaagde in
de vorige zaak, voorgeroepen werd, verzocht
de verdediger, namens den beklaagde, hem niet
onder êede te hooren.
De officier van justitie bestreed dit, waarop
de verdediger zQd verzoek nader toelichtte.
De rechtbank ging daarop in raadkamer.
De zitting heropend zijnde, deelde de pre
sident mede dat de rechtbank geen termen
had gevonden om aan het verzoek van den
verdediger te voldoen en de getuige onder
eede zal worden gehoord.
De verklaring van dezen getuige stemde in
hoofdzaak overeen met die van Montanari en
met zijn eigen mededeelingen in de vorige zaak.
Een gedeelte van het gestolen geld heeft
getuige aan beklaagde gegeven; hoeveel wist
hjj niet.
Getuige verklaarde nog, op een vraag van
den verdediger, dat hij den bekl. niet bijzonder
goed kende en nooit omgang met hem had
gehad. Hg en bekl. hadden samen afge
sproken den diefstal te plegen; daarom gaf
hij dezen een deel van het geld.
De bekl. had hem, getuige, tot den diefstal
aangespoord, beweerde hjj verder.
De laatste getuige, de inspecteur van politie
W. Moerdjjk, verklaarde-precies hetzelfde als
in de vorige zaak.
Alleen deelde getuige nog mede dat de bekl.
hem had gezegd het geld aan den rechtmatigen
eigenaar te hebben willen teruggeven en
daarvoor nog naar het buis van D. te zijn
gewocBt. Hjj slaagde er echter met in hem
te spreken te krjjgen.
De beklaagde erkende het hem ten laste
gelegde.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
achtte al het aan beklaagde ten laste gelegde
wettig en overtuigend bewezen.
Hjj achtte geen verzachtende omstandighe
den aanwezig en vorderde beklaagdes veroor
deeling, wegens heling, tot een jaar gevange
nisstraf.
De verdediger meende dat het wettig en
overtuigend bewjjs niet geleverd was. Toen
beklaagde het geld van D. ontving, wist hjj
niet dat dit van diefstal afkomstig was. D.
liep weg en toen deze weg was, kwam be
klaagde eerst tot de overtuiging dat het
geld gestolen was.
Hij wilde het geld aan D. teruggeven maar
slaagde er niet in dezen te vinden, ofschoon
hg hem op verschillende plaatsen zocht.
Pleiter achtte het het meest waarschijnlijke
dat het plan tot den diefstal niet van dezen
bekl. maar van D. is uitgegaan, die trouwens
de daad verrichtte en het grootste deel van
het gestolen geld behield.
Hierna werd D. nog ondervraagd. Hjj be
weerde het geld aan bekl. gegeven te hebben
op het Vlissingsche bolwerk, na met hem uit
het Kerspel te zjjn gegaan.
Dit sprak beklaagde tegen.
Alsnu werd het onderzoek gesloten en ook
in deze zaak de uitspraak bepaald op heden
over acht dagen.
Dezelfde rechtbank deed heden uitspraak
in de, in ons nommer van 2en dezer breed
voerig, vermelde zaken tegsn J. v E., 26 j.,
landbouwersknecht te 's Heer Arendskerke, en
P. K., 23 j., rijtuigpoetser te Oost- en West-
Souburg, beiden alhier gedetineerd.
Beiden werden veroordeeld de le ter zake
van drie feiten van bedreiging met brandstichting,
onder eene bepaalde voorwaarde tot 2 jaren ge
vangenisstraf en de 2e ter zake van diefstal,
overeenkomstig den eisch van het O. M., tot
eene van 18 maanden, beiden met mindering
van den in verzekerde bewaring doorgebrachten
tijd.
Door het O. M. was tegen J. v. E. 3 jaar
geëischt.
Voorts zjjn veroordeeld wegens
landlóoperijJ» v. d. H., 18 j. en J. F. V.,
55 j., beiden zonder beroep of vaste woon
plaats en alhier gedetineerd, beiden tot 12
d. hechtenis en plaatsing in eene rijkswerk
inrichting voor den tjjd van de le voor 1 jaar
en 3 maanden en de 2e voor 3 maanden
diefstal: E. Dh., 14 j., koeherder, IJzendjjke,
tot 3 w. gev. straf
mishandelingE. J. M., 22 j., werkman en
J. F. R., 26 j., gep. O.-I. militair, beiden Sas
van Gent, ieder tot 8 d. gev. straf, de le nog
afzonderljjk tot 8 d. gev. straf, en H. v. G.t
50 j., ontslagen beambte bg de spoorwegmaat
schappij Mechelen—Terneuzen en J. v. d. H.,
27 j., bootwerker, beiden Terneuzon, beiden
tot 10 b. 8. 10 d. h.en
vernielingJ. M. v. D., 19 j., bootwerker en
J. O., 19 j., varensgezel, beiden Terneuzen,
de eerste tot 8 b. s. 8 d. h., met vrijspraak
ter zake van mishandeling, en de laatste tot
f 5 b. s. 5 d. h.
LETTEREN EN KUNST.
In het Hblantwoordt de heer Boele
van Hensbroek op het, ook in ons blad opge
nomen, schrijven van de heeren Van Hall en
Van Hamel, betreffende de bekroning in den
prijsvraag van de Nero-York Herald.
»In het begin van Januari zegt de heer
Boele van Hensbroek ontving ik bezoek
van den, heer Kiehl, die mij verzocht deel
van de jury uit te maken. De heer Van
Nouhuys, zoo deelde hij mg mede, had een
dergelijk verzoek ingewilligdmevr. Lapidoth-
Swarth had geweigerd. Toen ik hem zeide,
dat ook ik, om bjjzondere redenen, die taak
niet op mij kon nemen, vroeg hjj mij of ik
ook andere letterkundigen kende, die mogeljjk
bereid zouden gevonden worden, liefst in Den
Haag, daar de gelegenheid dan grooter was
om mondeling met elkaar te overleggen. Ik
noemde toen dr A. S. Kok en dr Edw. B.
Koster.
Wat het gevolg waB, weet ik niet. Tot op
dit oogenblik, 12 Febr. des avonds te 8 vmr(
zijn de namen der juryleden nog onbekend.
Ikschrjjf dit alleen, opdat zij, die het oor
deel velden, gelegenheid zullen vinden zich
als jury bekend te maken en de verantwoor
delijkheid te aanvaarden voor het feit, waar
van de heeren Van Hall en Van Hamel zich
disculpeeren. Zij zijn dat m. i., aan de redac
tie van The New-York Herald verplicht."
Het no. van 15 Februari van Belang en
Recht bevat: Argumenten en cijfersdoor H. v.
d. M.,De toekomstige vakopleidingsschool te Haar
lem-, Onderwijskroniek, door H.; Maison CEspé-
t"ance-, enz.
De Koningin en haar gemaal zullen
Dinsdag 5 Maart in het paleis te Amsterdam
een cour houden voor militaire en civiele
autoriteiten en commissien en particulieren
uit 4e hoofdstad,
Woensdag 6 Maart wordt aldaar een cour
gehouden voor dezelfde personen en corporatiën
uit de provinciën, uitgezonderd Zuid-Holland.
Op Donderdag 7 Maart, des voormiddags
te 10 uren, zullen H. M. de Koningin en Z.
H, de Prin3 de commissiën ontvangen, die
geschenken en adressen van hulde mochten
wenBchen aan te bieden.
De Koningin-moeder zal de feesten te
Amsterdam bjjwonen, terwjjl H. M. met 1 Maart
haar paleis in het Lange Voorhout te 'a Gra-
venhage zal betrekken.
Bjj genoemde feesten zal nu ook tegenwoordig
zijn de Her tog-Regent van Mecklenburg, die
door ziekte verhinderd was de huwelijksfeesten
bjj te wonen.
De maskerade ter gelegenheid der aan
staande lustrumfeesten te Utrecht zal voor
stellen den intocht van de deelnemers aan
de kroning van Karei VII te Reims in 1429.
Als hoofdpersoon zal optreden de heer F. O.
J. M. baron Hoè'vell tot Westerflier enWezeveld.
In een vergadering der taal- en letter
kundige afdeeling Amsterdam van de Konink
lijke Academie van Wetenschappen hield prof.
Van Leeuwen, uit Leiden, een voordracht over
»Het paard van Troje", waarin men volgens
zjjn verklaring een schip zou hebben te zien,
- een paard ter zee, het houten paard, dat
verderf zou brengen aan de stad. Het turfschip
van Breda al zoo
Een sleepboot uit Dordt is Dinsdagmor
gen vroeg op den Rjjn, ter hoogte van Stiit-
zelberg, door een zeeboot zóo hevig aange
varen, dat zjj een groot gat in den boeg kreeg.
Gelukkig wist de stuurman het vaartuig
voor zinken te bewaren en het op densteilen
oever omhoog te zetten. Door den hevigen
schok vielen in de Bleepboot twee petroleum
lampen omver, waardoor het vaartuig geheel
leegbrandde. De dochter van den kapitein
kreeg ernstige brandwonden aan de linker
zijde en verkeert in zorgwekkenden toestand.
De kapitein en de bemanning der zeeboot
stelden alle pogingen in het werk om hulp
te verleenen en de opvarenden te redden.
Aan de Maaskade te Rotterdam kreeg
de kapitein van een sleepboot, die behulpzaam
was bjj het laden van een lichter, een vat
tegen het been, dat daardóor brak. Na door
een geneesheer verbonden te zjjn, werd de
gewonde met zjjne sleepboot naar Dordrecht ge
bracht, doch onder het vervoer is hg overleden.
Woensdagnacht is de vrouw van den schip
per van een kraakschip, liggende aan de PrinB
Hendrikkade aldaar, bij het verrichten van
werkzaamheden aan dek, vermoedeljjk over
boord gevallen en verdronken. Te vergeefs
werd naar haar ljjk- gedregd.
Te Slikkerveer is gisterennacht een huis,
bewoond door twee gezinnen, geheel afge
brand. Met de grootste moeite kon men een
paar bejaarde bewoners redden. De inboedel
werd gedeeltelijk gered.
Van de drukte op den avond van den
grooten feestdag, den 7en Februari, is door
dieven gebruik gemaakt om door middel van
insluiping en braak te 's Gravenhage een huis
te plunderen. Een groot aantal gouden en
zilveren voorwerpen, veel lijfsieraden en eenig
geld werden ontvreemd.
Te Haarlem woedde Donderdag zoo'n
hevige sneeuwstorm, dat het treinverkeer er
gestaakt moest worden.
Hetzelfde gebeurde te Rotterdam.
Te Leerdam geraakten Donderdagmorgen
de kleertjes van een vierjarig meisje, bjj de
kachel zjjnde, in brand, terwjjl de moeder uit
werken was. Op het geschrei van het kind
kwamen de buren aansnellen, die de brandende
kleertjes bluschten. Het kind i8 echter na
eenige uren overleden.
Door de groote gladheid van den weg is
Woensdagmiddag de marktwagen van Dokkum
naar Holwerd omgeslagen en in een sloot te
recht gekomen. Alle passagiers geraakten te
watereen hunner brak den armde anderen
kwamen er zonder verwondingen af.
Te Hoogeveen is sedert eenige dagen
spoorloos verdwenen een oud-schipper, een
weduwnaar. Na een minder aangename woor
denwisseling met zjjne kinderen heeft hjj het
huis van zjjn schoonzoon, bij wien hij inwoon
de, verlaten en is er tot heden niet terug
gekeerd. Alle pogingen tot opsporing worden
aangewend. Men vreest, dat den man een
ongeluk is overkomen.
Ook te Gouderak heeft in de nacht van
Zondag op Maandag een bejaard man in
nachtgewaad de echteljjke woning verlaten.
Sedert is niets van hem vernomen. Een on
geluk wordt gevreesd.
Te Hommel, Limburg, kreeg Woensdag
een eenjarig kind, tjjdens afwezigheid der
moeder, kokend water over het lgf, daar het
op de kachel geplaatst water overkookte.
Toen de moeder terugkeerde, was het kind
reeds overleden.
Te 's Hertogenbosch zjjn twee jongens,
16 en 17 jaar oud, bg het schaatsenrijden door
het jjs gezakt en verdronken.
Door onbekende oorzaak ia te Wouw
een gebbuw, bevattende woonhuis, winkel
en koperslagerij, geheel afgebrand. Verzeke
ring dekt de schade.
Kolonel Picquart heeft zjjn verzoek aan
den Franschen Raad van Stat® om weer in
het leger te worden opgenomen, ingetrokken.
Cernuski, die zulk een belangrjjke rol
speelde bjj het proces te Rennes, is, volgens
de Siècle, te Praag voor den krijgsraad verwe
zen, onder de dubbele aanklacht van desertie
en huweljjk zonder toestemming.
De werkstaking onder de kleermakers en
naaisters te Parjjs houdt aan. Donderdag
hadden eenige opstootjes plaats.
Er is sprake van dat koning Eduard
gratie zal verleenen aan Mevrouw Maybrick,
de dame die veroordeeld .is wegens moord op
haar man. Deze zaak baarde voor een jaar of
15 groot opsier J?iét alleen om de kringen
waarin het drama was afgespeeld, maar vooral
omdat het publiek reeds tgdens de behande
ling der zaak den indruk had gekregen, dat
mevr. B. onschuldig was.-Vooral de vrienden
der familie waren daarvan overtuigd, en heb
ben nooit nagelaten alles te doen wat moge
ljjk was.
Ongelukkig is Engeland ook op dit gebied
weer zoo achterljjk, dat revisie van vonnissen
onmogeljjk is.
Uit een officieel rapport bljjkt dat door
de bekende biervergiftiging in Engeland ruim
3000 personen zjjn aangetast.
In een plaatsje in Gloucesterhire heeft
de rechter uitspraak moeten doen in de vraag
of de aan een huwelijksmakelaar beloofde som
in rechten kan worden gevorderd. De reohter
besliste dat in bevestigenden zin.
De Italiaansche Kamers hebben goedge
keurd een voorstelom te vergunnen dat Verdi
en zijn vrouw worden begraven in de kapel
van het door hen gestichte asyl voor musici.
In welingelichte Russische kringen gaat
het verhaal, dat een zoon van een lid der
Russische geheime politie onlangs te Peters
burg zelfmoord gepleegd heeft, na eerst te
hebben verklapt, dat hg aangewezen was om
den czaar te vermoorden door een groep sa
menzweerders. Door zjjn verraad konden ver
schillende lieden worden aangehouden.
Donderdagavond zjjn door den notaris
D. Wisboom Verstegen, op de bovenzaal der
sociëteit De Vergenoeging alhier, te koop
aangeboden de volgende perceolep,, beide
staande en gelegen alhier,: een huis, berg
plaats en erf, aan de Korte Noordstraat, wjj k
L no. 74, groot 1 are, 44 centiaren, en een
huis en erf aan den Penninghoek, wjjk L no.
45, groot 1 are, 7 centiaren.
Beide perceelen werden opgehouden.
Donderdag middag werd in de consistorie der
Geref. kerk te Nieuwdorp .door het be
stuur der Vereeniging voor Christelijk Onderwijs
aldaar aanbesteed
a. Het bouwen van een nieuwe school met
drie lokalen en eene onderwjjzerswoning met
aanverwante werkoii.
Hiervoor schreven in de heeren L. Peters,
te Kwadendamme, voor 9940C. Engelbert,
's Heerenhoek, f 9834A. J. de Munck, Bors-
sele, 9650; J. van Beers, Vlissingen, 9430
J. de Jonge Wz., 9340firma W. de Beste,
9330; J. C. v. d. Weert, f 9150P. Dron-
kers, Kapelle, 8966L. Raaymaker, Wouw,
8900; H. J. Keulemans, Middelburg, 8740;
A. Hanewinkel, Vlissingen, 8565J. J.
Krjjger, Vlissingen, 8519N. de Rooy,
Vlissingen, 8489 N. Steenblok, Nieuwdorp,
8472A. Jacobs, 8275, en J. P. Panny,
Krabbendjjkë, 7896.
De inschrijvers, bjj wier naam geen woon
plaats is vermeld, wonen te Goes.
b. Het leveren van schoolmeubelen voor 144
leerlingen.
Daarvoor werd ingeschreven door de heeren
N. de Roojj voor 1000; P. Dronkers, ƒ980;
A. Jacobs ƒ910; J. C. v. d.. Weert 860;
firma Wde Beste 843J. de Jonge Wz.
840H. J. Keulemans 837.50L. Peters
834C. Engelbert 814N. Steenblok
730 en W. Baljé, Nieuwdorp, ƒ721.47.
De beide laagste inschrijvers, aan wie het
werk werd gegund, werden reeds in ons vorig
nommer vermeld.
's Gravenhage. Omtrent het verbljjf in
de residentie óf Het Loo van het koninklgk
echtpaar na het bezoek aan Amsterdam is tot
heden niets bepaald.
De Vereeniging voor vrouwenkiesrecht zal
bjj de aanstaande Kamerverkiezingen werk
dadig optreden.
Krachtens de gewjjzigde kieswet zjjn hier
796 aangiften voor het kiezerssohap ontvan
gen een cjjfer lager dan in het eerste jaar
der werking van de kie&wét van 1897.
Met grooten eenvoud had heden op het
algemeene kerkhof de begrafenis plaats van
het Kamerlid mr Hartogh. Alle kringen der
maatschappij waren vertegenwoordigdleden
der Tweede kamer van alle party en, ministers,
oud-ministers, eenige oud-leden der Kamer,
leden der Eerste kamer, van de rechterlijke
macht en de balie uit Amsterdam en 's Gra
venhage en tal van vrienden.
Aan het graf werd hulde gebracht o. a.
door den minister Pierson, het kamerlid Pijn
appel en den minister Cort van der Linden,
oud-studievriend.
Tweede Kamer. In de heden gehouden
zitting heeft de heer Van Raalte zjjne inlei
dingsrede ter verdediging zjjner motie tot
verbetering van het consulaatwezen voort
gezet en de gebreken uiteengezet in beloo
ning, rangverhooging enz., waardoor het ver-
krjjgen van goede ambténaren wordt tegen
gewerkt. Ook weeB hg op het gemis van een
centrum, dat het consulaatwezen controleert
en den handel inlicht. Staatshulp is noodig
in het algemeen belang, om, door de aanstel
ling van beroepsconsuls, de diplomatie bevor
derlijk te doen zjjn aan de handelsbelangen.
HQ drong aan op een regeeringsplan tot
algeheele regeling van den consulaatdienst
en geljjdelijke invoering daarvan, wat de
financieele krachten van het land niet zou
overschrijden.
De minister van huitenlandsche zaken
acht de klachten over het consulaatwezen
overdreven en plichtverzuim van beroepscon
suls onbekend. Ingekomen klachten over
honoraire consuls zjjn steeds onderzocht en
vaak ongegrond bevonden.