Verschillende Berichten. Verkoopingen enz. LAATSTE BERICHTEN. Geen der getuigen heeft in de verhooren gezegd, dat het niet de beurt was van be klaagde om te varen. Ook is het met aan nemelijk dat deze naar Ostende reizen zou, indien hjj wist dat hjj geen loodsdienst had te verrichten. Er bestaat geen reden om beklaagde van eenige kwade trouw in deze te verdenken of van onderkruipery te beschuldigen. Het bewjjs van zjjne schuld is dan ook, naar pleiter meent, niet geleverd. De beklaagde had er niet het minste belang b$j Haaze te misleiden, wjjl hjj, uithoofde van het contract, alleen en met uitsluiting van anderen, den loodsdienst moest verrichten. Verder kon bekl. verwachten, en dat is ook gebeurd, dat de kapitein, indien /hjj Haaze als loods wilde hebben en deze niet kwam hem een telegram zou zenden. Aan het eind van zjjn pleidooi wees de verdediger op de jeugd van den beklaagde, om tevens in het licht te stellen dat waar deze, toen hjj plotseling werd aangevallen over iets verkeerds, hetwelk hem werd toegedacht, zjjne excuses maakt uit dit feit geene be kentenis mag worden afgeleid. Dat kapitein Caws niet ter terechtzitting is verschenen, mag wel vreemd genoemd wor den, en dit te meer waar hij als reden op geeft dat hjj bang is zjjn geld als getuige niet te zullen ontvangen. Waar de Staat der Nederlanden dat getuigengeld moet betalen, is dat een uitvlucht die niet geldig geacht kan worden. Op grond van een en ander concludeerde pleiter tot vrijspraak van den beklaagde. Wat het incidenteel verzoek van den ambte naar van het O. M. betreft, om den bekl. onmiddellijk in hechtenis te nemen, zag pleiter met gerustheid de uitspraak van de rechtbank te gemoet. In -zijn repliek persisteerende bjj het in eersten termjjn aangevoerde, stélde de officier nog in het licht dat de overeenkomst, waarvan de beklaagde sprak en die ook door pleiter is genoemd, z. i. een niet» beteekenend vodje is. Ook de verdediger handhaafde in zjjn du pliek de genomen conclusie. Daarna bepaalde de rechtbank de uitspraak in deze zaak op heden over acht dagen. Zjj vond op het oogenblik geen termen tot inhechtenisneming van den beklaagde. DIEFSTAL IN HET KERSPEL TE MIDDELBURG. Voor bovengenoemde rechtbank stond verder terecht A. D., 25 j., straatmaker, geboren teKou- dekerke, wonende te Middelburg, aldaar gedetineerd, ter zake dat hij in den avond van 9 Januari Jl. te Middelburg, in het Kerspel, uit een blikken doosje, staande in een ongesloten kastje, in de gesloten werkplaats van Blasius Montanari, tot welke hjj zich den toegang had verschaft, door te klimmen door een ruit in een deur, toegang gevende tot die werkplaats, welke ruit eerst door hem verbrijzeld is, heeft. weggenomen, met het oogmerk van wederrechte lijke toeëigening, twee bankbiljetten, ieder van 60, 4 bankbiljetten, ieder van 25, drie muntbiljetten, ieder van 10, en een hoeveel heid rijksdaalders en guldens, alles te zamen tot een bedrag, van 334, toebehoorende aan voornoemden Montanari, althans aan een ander persoon dan aan hem, verdachte. In deze zaak was de heer mr H. Oele, advo caat te Goes, den beklaagde ambtshalve als verdediger toegevoegd. In zjjne plaats trad echter de heer mr P. Dieleman, advokaat te Middelburg, op. Als eerste getuige werd gehoord B. F. Montanari, de bestolen koopman alhier. Hij verklaarde in het Kerspel een werk plaats te hebben, waarvan hjj de situatie beschreef. In den middag van Woensdag 9 Januari, om streeks drie uur of half vier, is hjj met den bekl. en JoziaBse in de werkplaats geweest, waar hjj met beiden een borrel gedronken heeft. Hij was eerst met hen in een herberg geweest en daarna naar de werkplaats gegaan om wat geld te halen, teneinde nog met hen te kunnen uitgaan. Hij heeft dat geld genomen uit een blikken doosje, dat stond in een ongesloten kastje. Bekl. en Joziasse kunnen dat gezien hebben. Getuige heeft twee rijksdaalders uit het doosje gehaald. Toen was er nog 340 in. De werkplaats verlatende, sloot getuige de deur daarvan en ging met D. en Joziasse naar een herberg, waar hjj hen trakteerde. Beide laatstgenoemden verwijderden zich vóór hem uit de herberg. Later in den avond heeft hij D. in de her berg van Dubois, ontmoet. Omstreeks kwart over tien weer naar zijn werkplaats gaande, zag getuige dat er een ruit Btuk was in de deur. Dat gaf hem aan leiding om naar zjjn geld te gaan zien, waarbij hem bleek dat in het doosje slechts twee rjjkBdaalders en twee guldens lagen. Hij ging naar de herberg terug en deelde aan de daar aanwezigen mede dat hg bestolen was, waarna hjj met de aanwezigen naar de werkplaats wederkeerde. De bekl. ging ook mede. Daarop is getuige met D. naar het bureau van politie gegaan om van het gebeurde aan gifte te doen. Op een vraag van den verdediger verklaarde de getuige nog dat hjj D. en J. uitgenoodigd heeft om met hem naar de herberg en naar zjjn werkplaats te gaan. Ook verklaarde getuige dat D. eerst op een tweemaal door hem gedane vraag mede is gegaan naar de herberg. Waarom getuige zjjn geld in de werkplaats bewaart? vroeg de verdediger. Daarop ant woordde getuige dit te doen, omdat het zoo makkeljjk was bjj het drjjven van negotie. De tweede getuige P. Joziasse, leurder alhier, verklaarde in ongeveer denzelfdeh geest als Montanari.- Hü voegcle daar nog aan toe, dat kg, na zich met D. uit de herberg te hebben ver- wjjderd, met hem gegaan is naar het Kerspel. D. is gegaan op het erf en getuige hoorde dat er een ruit gebroken werd. Toen D. van de erve kwam, gaf deze hem 4 rijksdaalders, I briefje van 10 en een gulden, zeggende»houdt je sm Getuige begreep daaruit dat dit geld van diefstal afkomstig was. De beklaagde beweerde, dat het voorBtel om naar het Kerspel te gaan is uitgegaan van dén getuige, wat deze echter tegensprak. Op een vraag van den verdediger verklaarde getuige dat niet in de herberg maar op de straat afgesproken is om door het Kerspol te gaan. Hij wist niet dat de bedoeling was om bjj Montanari te gaan stelen. Hjj begreep dat eerst toen D. van het erf kwam en hem het geld gaf. De laatste getuige, de inspecteur van politie W. Moerdijk, deed mededeeling dat op 9 Ja nuari- door Montanari aangifte van den dief stal is gedaan en verder van het door hem ingesteld onderzoek. Op den grond voor het pakhuis zag getuige verschillende geldstukken, rijksdaalders en guldens, liggen. Getuige verdacht Joziasse van den diefstal, ging naar diens woning en nam hem, wijl hjj een twintig gulden op hem bevond en Jozi asse erkende dat die som afkomstig was van het gestolen geld by Montanari, in voorloopige hechtenis. Daarna werd bij bekl. huiszoeking gedaan en ook op hem een deel van het vermiste geld gevonden. Den volgenden morgen is een nader onderzoek ingesteld en toen het overige deel van het gestolene ontdekt, op verschillende plaatsen verborgen. De beklaagde erkende het hem te laBte ge legde. Hg weet niet of de ruit al dan niet gebroken was, want hg was dronken. Een deel van het gestolen geld heeft hjj gegeven aan Joziasse, doch hoeveel weet hjj niet. Bekl. beweerde dat Joziasse hem, die dronken was, heeft verleid om den diefstal te plegen. De officier van juBtitie achtte de te laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, met uitzondering van de braak. Het is een zeer ernstige zaak en de ambte naar vorderde beklaagde's veroordeeling tot een jaar gevangenisstraf. De verdediger, d3 heer mr P. Dieleman wees er op dat zjjn cliënt steeds is geweest een eerlijke, kalme, fatsoenlijke jongen, maar die door verleiding van slechte kameraden en drankgebruik op den slechten weg is ge komen. Uit verschillende verklaringen van personen by wie bekl. in dienst is geweest, toonde pleiter dit aan. Hjj ontkende, dat bekl. zou zjjn een nacht en een kroeglooper. Hjj staat ook niet on gunstig bg de politie bekend. De drankduivel heeft bekl. tot bet misdrijf' geleid. Op den dag van den diefstal heeft Monta nari den beklaagde en Joziasse dringend uit genoodigd om met hem in de herberg te gaan. Daar is gedronken en nog eens weer gedron ken; vervolgens is hetzelfde gebeurd in de werkplaats van den bestolene, waar deze, in tegenwoordigheid van den bekl., geld nam uit een doosje, in een ongesloten kast geborgen. Uit de werkplaats is men weder gegaan naar een herberg en daarna is de daad gepleegd. Spreker betwijfelde echter of het feit wettig en overtuigend zou bewezen zjjn; de getui genis toch van Joziasse meende pleiter dat niet voldoende is om de bekentenis van den beklaagde aan te vullen. Pleiter Btelde nog in het licht, dat de bekl. op den bewusten avond in zoodanigen staat van dronkenschap verkeerde dat hjj niet wist wat hij deedhij was beseffeloos, onbewust, dat toonen al zjjn handelingen aan. Er was verder geen motief voor den diefstal. Op grond van een en ander vroeg spreker, zooal geen ontslag van rechtsvervolging kan worden verleend, dat aan zijn client, indien het wettig bewjjs aanwezig wordt geacht, een zeer lichte straf zal worden opgelegd. Hierna werd het onderzoek gesloten en de uitspraak bepaald op heden over 8 dagen. Onmiddellijk daarop nam op de bank der beklaagden plaats de getuige in de vorige zaak, P. J., oud 49 jaar, werkman en leurder, geboren te Yrouwepolder, wonende te M i d- d e' 1 b u r g aldaar gedetineerd, die er zich nu over had te verantwoorden, dat hij in den avond van 9 Januari jl. te Middelburg opzettelijk van Adrianus Dekker als geschenk heeft aangenomen een muntbiljet van f 10 en 4 rijksdaalders, wetende dat dat geld afkom stig was van een door voornoemden Dekker, ten nadeele van zekeren Blasius Montanari, in dien avond te Middelburg gepleegden diefstal. Aan dezen beklaagde was ambtshalve als verdediger toegevoegd de heer jhr mr J. A. Sohorer, advocaat te Middelburg. De verklaring van den eersten getuige B. F. Montanari was geheel in denzelfden geest als bjj de vorige zaak. Toen de tweede getuige, de beklaagde in de vorige zaak, voorgeroepen werd, verzocht de verdediger, namens den beklaagde, hem niet onder êede te hooren. De officier van justitie bestreed dit, waarop de verdediger zQd verzoek nader toelichtte. De rechtbank ging daarop in raadkamer. De zitting heropend zijnde, deelde de pre sident mede dat de rechtbank geen termen had gevonden om aan het verzoek van den verdediger te voldoen en de getuige onder eede zal worden gehoord. De verklaring van dezen getuige stemde in hoofdzaak overeen met die van Montanari en met zijn eigen mededeelingen in de vorige zaak. Een gedeelte van het gestolen geld heeft getuige aan beklaagde gegeven; hoeveel wist hjj niet. Getuige verklaarde nog, op een vraag van den verdediger, dat hij den bekl. niet bijzonder goed kende en nooit omgang met hem had gehad. Hg en bekl. hadden samen afge sproken den diefstal te plegen; daarom gaf hij dezen een deel van het geld. De bekl. had hem, getuige, tot den diefstal aangespoord, beweerde hjj verder. De laatste getuige, de inspecteur van politie W. Moerdjjk, verklaarde-precies hetzelfde als in de vorige zaak. Alleen deelde getuige nog mede dat de bekl. hem had gezegd het geld aan den rechtmatigen eigenaar te hebben willen teruggeven en daarvoor nog naar het buis van D. te zijn gewocBt. Hjj slaagde er echter met in hem te spreken te krjjgen. De beklaagde erkende het hem ten laste gelegde. De ambtenaar van het openbaar ministerie achtte al het aan beklaagde ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Hjj achtte geen verzachtende omstandighe den aanwezig en vorderde beklaagdes veroor deeling, wegens heling, tot een jaar gevange nisstraf. De verdediger meende dat het wettig en overtuigend bewjjs niet geleverd was. Toen beklaagde het geld van D. ontving, wist hjj niet dat dit van diefstal afkomstig was. D. liep weg en toen deze weg was, kwam be klaagde eerst tot de overtuiging dat het geld gestolen was. Hij wilde het geld aan D. teruggeven maar slaagde er niet in dezen te vinden, ofschoon hg hem op verschillende plaatsen zocht. Pleiter achtte het het meest waarschijnlijke dat het plan tot den diefstal niet van dezen bekl. maar van D. is uitgegaan, die trouwens de daad verrichtte en het grootste deel van het gestolen geld behield. Hierna werd D. nog ondervraagd. Hjj be weerde het geld aan bekl. gegeven te hebben op het Vlissingsche bolwerk, na met hem uit het Kerspel te zjjn gegaan. Dit sprak beklaagde tegen. Alsnu werd het onderzoek gesloten en ook in deze zaak de uitspraak bepaald op heden over acht dagen. Dezelfde rechtbank deed heden uitspraak in de, in ons nommer van 2en dezer breed voerig, vermelde zaken tegsn J. v E., 26 j., landbouwersknecht te 's Heer Arendskerke, en P. K., 23 j., rijtuigpoetser te Oost- en West- Souburg, beiden alhier gedetineerd. Beiden werden veroordeeld de le ter zake van drie feiten van bedreiging met brandstichting, onder eene bepaalde voorwaarde tot 2 jaren ge vangenisstraf en de 2e ter zake van diefstal, overeenkomstig den eisch van het O. M., tot eene van 18 maanden, beiden met mindering van den in verzekerde bewaring doorgebrachten tijd. Door het O. M. was tegen J. v. E. 3 jaar geëischt. Voorts zjjn veroordeeld wegens landlóoperijJ» v. d. H., 18 j. en J. F. V., 55 j., beiden zonder beroep of vaste woon plaats en alhier gedetineerd, beiden tot 12 d. hechtenis en plaatsing in eene rijkswerk inrichting voor den tjjd van de le voor 1 jaar en 3 maanden en de 2e voor 3 maanden diefstal: E. Dh., 14 j., koeherder, IJzendjjke, tot 3 w. gev. straf mishandelingE. J. M., 22 j., werkman en J. F. R., 26 j., gep. O.-I. militair, beiden Sas van Gent, ieder tot 8 d. gev. straf, de le nog afzonderljjk tot 8 d. gev. straf, en H. v. G.t 50 j., ontslagen beambte bg de spoorwegmaat schappij Mechelen—Terneuzen en J. v. d. H., 27 j., bootwerker, beiden Terneuzon, beiden tot 10 b. 8. 10 d. h.en vernielingJ. M. v. D., 19 j., bootwerker en J. O., 19 j., varensgezel, beiden Terneuzen, de eerste tot 8 b. s. 8 d. h., met vrijspraak ter zake van mishandeling, en de laatste tot f 5 b. s. 5 d. h. LETTEREN EN KUNST. In het Hblantwoordt de heer Boele van Hensbroek op het, ook in ons blad opge nomen, schrijven van de heeren Van Hall en Van Hamel, betreffende de bekroning in den prijsvraag van de Nero-York Herald. »In het begin van Januari zegt de heer Boele van Hensbroek ontving ik bezoek van den, heer Kiehl, die mij verzocht deel van de jury uit te maken. De heer Van Nouhuys, zoo deelde hij mg mede, had een dergelijk verzoek ingewilligdmevr. Lapidoth- Swarth had geweigerd. Toen ik hem zeide, dat ook ik, om bjjzondere redenen, die taak niet op mij kon nemen, vroeg hjj mij of ik ook andere letterkundigen kende, die mogeljjk bereid zouden gevonden worden, liefst in Den Haag, daar de gelegenheid dan grooter was om mondeling met elkaar te overleggen. Ik noemde toen dr A. S. Kok en dr Edw. B. Koster. Wat het gevolg waB, weet ik niet. Tot op dit oogenblik, 12 Febr. des avonds te 8 vmr( zijn de namen der juryleden nog onbekend. Ikschrjjf dit alleen, opdat zij, die het oor deel velden, gelegenheid zullen vinden zich als jury bekend te maken en de verantwoor delijkheid te aanvaarden voor het feit, waar van de heeren Van Hall en Van Hamel zich disculpeeren. Zij zijn dat m. i., aan de redac tie van The New-York Herald verplicht." Het no. van 15 Februari van Belang en Recht bevat: Argumenten en cijfersdoor H. v. d. M.,De toekomstige vakopleidingsschool te Haar lem-, Onderwijskroniek, door H.; Maison CEspé- t"ance-, enz. De Koningin en haar gemaal zullen Dinsdag 5 Maart in het paleis te Amsterdam een cour houden voor militaire en civiele autoriteiten en commissien en particulieren uit 4e hoofdstad, Woensdag 6 Maart wordt aldaar een cour gehouden voor dezelfde personen en corporatiën uit de provinciën, uitgezonderd Zuid-Holland. Op Donderdag 7 Maart, des voormiddags te 10 uren, zullen H. M. de Koningin en Z. H, de Prin3 de commissiën ontvangen, die geschenken en adressen van hulde mochten wenBchen aan te bieden. De Koningin-moeder zal de feesten te Amsterdam bjjwonen, terwjjl H. M. met 1 Maart haar paleis in het Lange Voorhout te 'a Gra- venhage zal betrekken. Bjj genoemde feesten zal nu ook tegenwoordig zijn de Her tog-Regent van Mecklenburg, die door ziekte verhinderd was de huwelijksfeesten bjj te wonen. De maskerade ter gelegenheid der aan staande lustrumfeesten te Utrecht zal voor stellen den intocht van de deelnemers aan de kroning van Karei VII te Reims in 1429. Als hoofdpersoon zal optreden de heer F. O. J. M. baron Hoè'vell tot Westerflier enWezeveld. In een vergadering der taal- en letter kundige afdeeling Amsterdam van de Konink lijke Academie van Wetenschappen hield prof. Van Leeuwen, uit Leiden, een voordracht over »Het paard van Troje", waarin men volgens zjjn verklaring een schip zou hebben te zien, - een paard ter zee, het houten paard, dat verderf zou brengen aan de stad. Het turfschip van Breda al zoo Een sleepboot uit Dordt is Dinsdagmor gen vroeg op den Rjjn, ter hoogte van Stiit- zelberg, door een zeeboot zóo hevig aange varen, dat zjj een groot gat in den boeg kreeg. Gelukkig wist de stuurman het vaartuig voor zinken te bewaren en het op densteilen oever omhoog te zetten. Door den hevigen schok vielen in de Bleepboot twee petroleum lampen omver, waardoor het vaartuig geheel leegbrandde. De dochter van den kapitein kreeg ernstige brandwonden aan de linker zijde en verkeert in zorgwekkenden toestand. De kapitein en de bemanning der zeeboot stelden alle pogingen in het werk om hulp te verleenen en de opvarenden te redden. Aan de Maaskade te Rotterdam kreeg de kapitein van een sleepboot, die behulpzaam was bjj het laden van een lichter, een vat tegen het been, dat daardóor brak. Na door een geneesheer verbonden te zjjn, werd de gewonde met zjjne sleepboot naar Dordrecht ge bracht, doch onder het vervoer is hg overleden. Woensdagnacht is de vrouw van den schip per van een kraakschip, liggende aan de PrinB Hendrikkade aldaar, bij het verrichten van werkzaamheden aan dek, vermoedeljjk over boord gevallen en verdronken. Te vergeefs werd naar haar ljjk- gedregd. Te Slikkerveer is gisterennacht een huis, bewoond door twee gezinnen, geheel afge brand. Met de grootste moeite kon men een paar bejaarde bewoners redden. De inboedel werd gedeeltelijk gered. Van de drukte op den avond van den grooten feestdag, den 7en Februari, is door dieven gebruik gemaakt om door middel van insluiping en braak te 's Gravenhage een huis te plunderen. Een groot aantal gouden en zilveren voorwerpen, veel lijfsieraden en eenig geld werden ontvreemd. Te Haarlem woedde Donderdag zoo'n hevige sneeuwstorm, dat het treinverkeer er gestaakt moest worden. Hetzelfde gebeurde te Rotterdam. Te Leerdam geraakten Donderdagmorgen de kleertjes van een vierjarig meisje, bjj de kachel zjjnde, in brand, terwjjl de moeder uit werken was. Op het geschrei van het kind kwamen de buren aansnellen, die de brandende kleertjes bluschten. Het kind i8 echter na eenige uren overleden. Door de groote gladheid van den weg is Woensdagmiddag de marktwagen van Dokkum naar Holwerd omgeslagen en in een sloot te recht gekomen. Alle passagiers geraakten te watereen hunner brak den armde anderen kwamen er zonder verwondingen af. Te Hoogeveen is sedert eenige dagen spoorloos verdwenen een oud-schipper, een weduwnaar. Na een minder aangename woor denwisseling met zjjne kinderen heeft hjj het huis van zjjn schoonzoon, bij wien hij inwoon de, verlaten en is er tot heden niet terug gekeerd. Alle pogingen tot opsporing worden aangewend. Men vreest, dat den man een ongeluk is overkomen. Ook te Gouderak heeft in de nacht van Zondag op Maandag een bejaard man in nachtgewaad de echteljjke woning verlaten. Sedert is niets van hem vernomen. Een on geluk wordt gevreesd. Te Hommel, Limburg, kreeg Woensdag een eenjarig kind, tjjdens afwezigheid der moeder, kokend water over het lgf, daar het op de kachel geplaatst water overkookte. Toen de moeder terugkeerde, was het kind reeds overleden. Te 's Hertogenbosch zjjn twee jongens, 16 en 17 jaar oud, bg het schaatsenrijden door het jjs gezakt en verdronken. Door onbekende oorzaak ia te Wouw een gebbuw, bevattende woonhuis, winkel en koperslagerij, geheel afgebrand. Verzeke ring dekt de schade. Kolonel Picquart heeft zjjn verzoek aan den Franschen Raad van Stat® om weer in het leger te worden opgenomen, ingetrokken. Cernuski, die zulk een belangrjjke rol speelde bjj het proces te Rennes, is, volgens de Siècle, te Praag voor den krijgsraad verwe zen, onder de dubbele aanklacht van desertie en huweljjk zonder toestemming. De werkstaking onder de kleermakers en naaisters te Parjjs houdt aan. Donderdag hadden eenige opstootjes plaats. Er is sprake van dat koning Eduard gratie zal verleenen aan Mevrouw Maybrick, de dame die veroordeeld .is wegens moord op haar man. Deze zaak baarde voor een jaar of 15 groot opsier J?iét alleen om de kringen waarin het drama was afgespeeld, maar vooral omdat het publiek reeds tgdens de behande ling der zaak den indruk had gekregen, dat mevr. B. onschuldig was.-Vooral de vrienden der familie waren daarvan overtuigd, en heb ben nooit nagelaten alles te doen wat moge ljjk was. Ongelukkig is Engeland ook op dit gebied weer zoo achterljjk, dat revisie van vonnissen onmogeljjk is. Uit een officieel rapport bljjkt dat door de bekende biervergiftiging in Engeland ruim 3000 personen zjjn aangetast. In een plaatsje in Gloucesterhire heeft de rechter uitspraak moeten doen in de vraag of de aan een huwelijksmakelaar beloofde som in rechten kan worden gevorderd. De reohter besliste dat in bevestigenden zin. De Italiaansche Kamers hebben goedge keurd een voorstelom te vergunnen dat Verdi en zijn vrouw worden begraven in de kapel van het door hen gestichte asyl voor musici. In welingelichte Russische kringen gaat het verhaal, dat een zoon van een lid der Russische geheime politie onlangs te Peters burg zelfmoord gepleegd heeft, na eerst te hebben verklapt, dat hg aangewezen was om den czaar te vermoorden door een groep sa menzweerders. Door zjjn verraad konden ver schillende lieden worden aangehouden. Donderdagavond zjjn door den notaris D. Wisboom Verstegen, op de bovenzaal der sociëteit De Vergenoeging alhier, te koop aangeboden de volgende perceolep,, beide staande en gelegen alhier,: een huis, berg plaats en erf, aan de Korte Noordstraat, wjj k L no. 74, groot 1 are, 44 centiaren, en een huis en erf aan den Penninghoek, wjjk L no. 45, groot 1 are, 7 centiaren. Beide perceelen werden opgehouden. Donderdag middag werd in de consistorie der Geref. kerk te Nieuwdorp .door het be stuur der Vereeniging voor Christelijk Onderwijs aldaar aanbesteed a. Het bouwen van een nieuwe school met drie lokalen en eene onderwjjzerswoning met aanverwante werkoii. Hiervoor schreven in de heeren L. Peters, te Kwadendamme, voor 9940C. Engelbert, 's Heerenhoek, f 9834A. J. de Munck, Bors- sele, 9650; J. van Beers, Vlissingen, 9430 J. de Jonge Wz., 9340firma W. de Beste, 9330; J. C. v. d. Weert, f 9150P. Dron- kers, Kapelle, 8966L. Raaymaker, Wouw, 8900; H. J. Keulemans, Middelburg, 8740; A. Hanewinkel, Vlissingen, 8565J. J. Krjjger, Vlissingen, 8519N. de Rooy, Vlissingen, 8489 N. Steenblok, Nieuwdorp, 8472A. Jacobs, 8275, en J. P. Panny, Krabbendjjkë, 7896. De inschrijvers, bjj wier naam geen woon plaats is vermeld, wonen te Goes. b. Het leveren van schoolmeubelen voor 144 leerlingen. Daarvoor werd ingeschreven door de heeren N. de Roojj voor 1000; P. Dronkers, ƒ980; A. Jacobs ƒ910; J. C. v. d.. Weert 860; firma Wde Beste 843J. de Jonge Wz. 840H. J. Keulemans 837.50L. Peters 834C. Engelbert 814N. Steenblok 730 en W. Baljé, Nieuwdorp, ƒ721.47. De beide laagste inschrijvers, aan wie het werk werd gegund, werden reeds in ons vorig nommer vermeld. 's Gravenhage. Omtrent het verbljjf in de residentie óf Het Loo van het koninklgk echtpaar na het bezoek aan Amsterdam is tot heden niets bepaald. De Vereeniging voor vrouwenkiesrecht zal bjj de aanstaande Kamerverkiezingen werk dadig optreden. Krachtens de gewjjzigde kieswet zjjn hier 796 aangiften voor het kiezerssohap ontvan gen een cjjfer lager dan in het eerste jaar der werking van de kie&wét van 1897. Met grooten eenvoud had heden op het algemeene kerkhof de begrafenis plaats van het Kamerlid mr Hartogh. Alle kringen der maatschappij waren vertegenwoordigdleden der Tweede kamer van alle party en, ministers, oud-ministers, eenige oud-leden der Kamer, leden der Eerste kamer, van de rechterlijke macht en de balie uit Amsterdam en 's Gra venhage en tal van vrienden. Aan het graf werd hulde gebracht o. a. door den minister Pierson, het kamerlid Pijn appel en den minister Cort van der Linden, oud-studievriend. Tweede Kamer. In de heden gehouden zitting heeft de heer Van Raalte zjjne inlei dingsrede ter verdediging zjjner motie tot verbetering van het consulaatwezen voort gezet en de gebreken uiteengezet in beloo ning, rangverhooging enz., waardoor het ver- krjjgen van goede ambténaren wordt tegen gewerkt. Ook weeB hg op het gemis van een centrum, dat het consulaatwezen controleert en den handel inlicht. Staatshulp is noodig in het algemeen belang, om, door de aanstel ling van beroepsconsuls, de diplomatie bevor derlijk te doen zjjn aan de handelsbelangen. HQ drong aan op een regeeringsplan tot algeheele regeling van den consulaatdienst en geljjdelijke invoering daarvan, wat de financieele krachten van het land niet zou overschrijden. De minister van huitenlandsche zaken acht de klachten over het consulaatwezen overdreven en plichtverzuim van beroepscon suls onbekend. Ingekomen klachten over honoraire consuls zjjn steeds onderzocht en vaak ongegrond bevonden.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1901 | | pagina 2