MIDDELBIRGSCHE COURANT. N°. 37. 144° Jaargang'. 1901. W oensdag 13 Februari. Deze courant verschijnt dagelijks, met zondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor a.ie plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer. Middelburg 12 Febr, 8 u. vm. 33 gr. 12 u. 39 gr. av.4u.88gr. F.Verw. zw. wind bew. weinig v. v. t. Agenten. Te Vlissingen: C. N. J. de Vet Mestdasb; te Goes: A. C. Bolüït, firma Wed. de Jonge. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regels Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot ,de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betrefiende Handel, Nijverheid en Geldwezen, ia uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. BB I.A MAR Azn., N.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam. Middelburg 12 Februari. Waarom afscheiding In eene, onder voorzitterschap van den heer Herman Snjjders, Maandag avond in een der lokalen van de sociëteit De Vergenoeging ge houden algemeene vergadering van de liberale kiesvereeniging Eendracht maakt macht alhier is, op voorstel van het bestuur, met 42 tegen 3 stemmen besloten zich af te scheiden van de Liberale Unie. De redenen, die haar daartoe hebben geleid, vinden onze lezers hieronder breedvoerig uit eengezet. De opkomst was belangrijk drukker dan in den laatsten tijd het geval wasbij de ope ning der vergadering waren 44 leden present. De notulen van het verhandelde in de beide vorige vergaderingen werden gelezen en goed gekeurd. Daarna werden door den heer A. de Vulder van Noorden, namens de afgevaardigden ter algemeene vergadering van de Liberale Unie eenige mededeelingen gedaan omtrent de daar gevoerde besprekingen en genomen be sluiten. Vervolgens werd mededeel ing gedaan van de onzen lezers bekende circulaire van het noofdbestuur der Liberale Uniewaarbjj dit kennis geeft van zjjn aftreden. Naar aanleiding van deze circulaire deed het bestuur van Eendracht maakt macht het volgende voorstel lo. dat de kiesvereeniging Eendracht maakt macht zich afscheide van de Liberale Unie en dus ook geen afgevaardigden zende naar de vergadering van 16 Februari a.; 2o. dat aan het Bestuur wordt opgedragen de noodige stappen te doen, om, in samen werking met andere vereenigingen en personen, te geraken tot de oprichting van een nieuwen Bond op den grondslag van vrijzinnig-demo cratische beginselen. Ter toelichting en motiveering van dit voorstel werd door den heer Herm. Snijders het volgende in het midden gebracht: •Vooraf ga de verzekering dat het bestuur ten volle het gewicht van dit voorstel beseft en dit rjjpeljjk heeft overwogen, evenzeer als de gevolge», die uit de aanneming, zoowel als uit de verwerping daarvan, zullen kunnen voortvloeien. Het is echter na ernstig beraad en grondige gedachtenwisseling eenstemmig tot het besluit gekonien, dit voorstel aan uw oordeel te moeten onderwerpen. Het bestuur meent dat de aanneming van dit voorstel het noodzakelijk, onvermijdelijk gevolg moet zjjn van het besluit der vergadering van de Liberale Unie op 26 Januari jl. Wat is op die vergadering geschied? Nadat op 2 Juni jl. de Liberale Unie ge trouw blijvende aan haar beginsel om voor finale kiesrechtuitbreiding los van eiken band met belastingen te ijveren had verklaard op grond van de verworven ervaring dat h. i. deze uitbreiding niet te verkrjjgen is dan door wijziging van de desbetreffende artikelen van de Grondwet en dat deze in dien zin zou moeten geschieden, dat invoering van alge meen kiesrecht voor mannen en vrouwen mo gelijk worde, heeft zjj op 26 Januari 1901 geweigerd, met 44 tegen 33 Btemmen, de consequentie van dat met groote meerderheid aangenomen beginsel te aanvaardenheeft zij geweigerd den wensch uit te spreken dat die Grondwetsherziening bjj de a. s. verkiezingen op den voorgrond zal treden; geweigerd te verklaren dat bet gewenscht is den te stellen candidaten af te vragen of zij instemming betuigen met de strekking van het Hervor mingsprogramma en of zij de bedoelde Grond wetsherziening urgent achten. De Liberale Unie verklaart dus dat de rege ling van het kiesrecht niet deugt! Maar zjj heeft niet de minste haast om die fout te herstellen. Zjj wil finale kiesrechtuitbreidingreeds her haaldelijk Bchreef ze dit in haar manifesten en programma's. Maar zjj berust kalmpjes in een kiesrechtregeling als de bestaande, die breede scharen van staatsburgers van het kiesrecht uitsluit. Zjj acht een kiesrechtregeling los van elkeD band met belastingen noodzakelijkzij hand haaft" die opinie al jaren achtereenMaar zjj verbiest geen stap te doen om een kieswet van de baan te krjjgen volgens welke 90 van het geheele aantal kiezers hun kiesrecht aan het belastingbiljet te danken hebben. Zjj is van oordeel dat grondwetsherziening noodig is om tot een behoorljjbe regeling te kunnen gerakenMaar ze zal toch vooreerst maar geen moeite doen, om een kiesrechtre geling, die nog niet eens geeft waj het be staande door haar afgekeurde grondwetsartikel geven kan, te verbeteren. Zjj maakt een flink programma, vol met wenschen naar allerlei mooie en noodzakelijke hervormingen maar ze zal er bij gelegenheid wel eens over denken, of ze ook pogingen zal gaan aanwenden om het eerste punt van dat program een hervorming die de onmisbare voorwaarde is genoemd voor alle verdere bljj- vende verbeteringen tot uitvoering te brengen. Ze zegt o, maar knjjpt den mond stijf dicht om toch maar geen b te zeggenof wel ze is vergeten dat er nog meer letters in het alphabet volgen. Ze heeft, al op 22 Juni 1895, haar bestuur opgedragen een programma te ontwerpen, de richting aangevende waarin de democratische politiek der naaste toekomst zich dient te be wegen Maar als ze op 2 Juni 1900 eindeljjk den grondslag voor een werkelijk democrati sche politiek in haar program heeft opgeno men, haast ze zich om op 26 Januari 1901 te komen verzekeren: dat er van een »zich bewegen in die richting" voorloopig geen sprake kan zjjn. Haar programma bedoelt te zijn een vereenigingspunt voor alle »vooruitstrevende vrijzinnigen"maar in de vereeniging wil men toch wel niet-vooruitstrevende vrjjzinnigen en misschien ook wel, naar allerlei kanten strevende, niet-vrjjzinnigen behouden. En den kandidaten een verklaring te vragen, waaruit ondubbelzinnig hun «vooruitstrevende vrij zinnigheid", hun democratische gezindheid big ken zal, daar wil men heelemaal niet van hoorenSommigen schjjnen het zelfs voor den betrokken persoon beleedigend te achten als men alvorens hem kandidaat te stellen vraagtwenscht u, evenals wjj, grondwets herziening om te komen tot algemeen kies recht en zoo ja wil u dien maatregel zoo spoedig als mogeljjk ia tot stand krengen, of is het u bjj geval ook goed als uien om ende jj Sint Juttemis eens gaat trachten daartoe te komen Zulk een vraag te stellen is een nes- terg, heeft men beweerd! Volstrekt geen billjjke eisch. Men zou anders zoo zeggen en het be stuur der Liberale Unie met 33 medestanders, waaronder ook de afgevaardigden van deze kiesvereeniging, waren zoo naief zulks te men dat men, alvorens samen scheep te gaan, niet alleen dient te weten of men den den koers uit wil, maar ook of er kans bestaat dat men binnen den tjjd, dien men voor de reis beschikbaar heeft, aankomt waar men wezen wil. Volgens de 44, die het be stuursvoorstel verwierpen, komt dat er niets op aanZjj die haast hebben om in het be loofde land te komen en zjj die heelemaal niet vragen wanneer ze er zullen komen, kun nen, volgens hen, best per zelfde scheepsgele genheid reizen't komt zelfs niet te pas om om van den tjjd van aankomst te reppen Geen wonder toch, dat velen weigeren om op zulke condities en met die politieke stuur lui zee te kiezenOp de vergadering van 26 Januari j.l. werd zelfs beweerd dat ook lieden, die volstrekt niet naar dat beloofde land wil len de oud-liberalen dus ook wel met diezelfde schuit mee konden varen'. Van hen die zoo dachten, waren er in de vergadering juist elf! Het hoofdorgaan van die oud-liberalen heeft intu8schen niet onduideljjk te verstaan gege ven dat het denkbeeld om een tijd lang het scheepje mede te helpen roeien, met het voor uitzicht om bjj voorkomende gelegenheid overboord te worden geworpen zooals met beminnelijke openhartigheid was te verstaan gegeven hen maar zeer matig aanlokt Ziehier dan m. i. de be teekenis van de op 26 Januari jl. in de vergadering der Liberale Unie gevallen beslissing; een beslissing die diep te betreuren iB, omdat zjj de ontwikkeling van ons staatswezen in waarlijk vooruitstre vend vrjjzinnige richting weer voor jaren ver traagt en belemmertomdat wederom de aan hangers der «liberale" beginselen de gelegen heid hebben laten voorbijgaan zich aan de spits te stellen van of althans flinkweg mee te gaan met de democratische beweging Eerst bjj de behandeling van de kieswetont- werpen-Tak van Poortvliet hebben leden der sgroóte liberale partjj", met de N. Rott'. Courant. aan het hoofd, de finale kiesrechtuitbreiding belet; niet omdat zij tegen uitbreiding van kiesrecht waren, o neen, volstrekt nietmaar ziet u, deze kiesrechthervorming deugde toe vallig niet. Nu weder is het Het Vaderland dat met een ander deel der «groote liberale partjj" weigert om te beproeven tot een af doende regeling van het kiesrecht te geraken. Ook al weer niet omdat zjj daartegen zjjn Heusch niet; velen van hen vinden grond wetsherziening om te komen tot algemeen kiesrecht een schoon ideaal; een academisch debat er over voeren in de Unie, dat gaat bestdesnoods ook nog het in een programma schrijven! Platonische liefdesbetuigingen ge noeg! Maar flink de handen uit de mouwen steken om tot uitvoering en toepassing van die mooie beginselen te geraken, om het ideaal naderbjj te komen, daar is het nog geen tjjd voor! Op die vergadering der Unie was zoo weinig sprake van het beginsel, dat de vrij zinnige politiek der toekomst moet beheer- schen, wil zjj iets kunnen beteekenen, iets kunnen tot stand brengenzoo weinig warmte voor het denkbeeld om aan een bestaande onrechtvaardigheid, een willekeurige regeling, een eind te maken door een kloek en vast beraden optreden, voor wat men zelf een ideaal, een desideratum althans, noemt. Daar was kleinmoedig wantrouwen omtrent den uitslag van den strjjd, alsof men ooit vooraf zeker kan zjjn van een overwinning, die werkeljjk bevochten moet worden en niet maar door een spiegelgevecht te verkrijgen is. Daar was vrees om de consequenties van beleden beginselen te aanvaarden, voortspruitende uit gebrek aan overtuiging, uit gemis aan warmte voor die beginselen. Daar was angstvallige berekening, of ook soms de zetel van het lid A of de afgevaardigde B zou kunnen verloren gaan, alsof het hier ging om personen en niet Daar was kortzichtig streven om het aantal leden der partjj niet te doen verminderen, alsof een politieke vereeniging alleen kracht put uit het getal zjjner leden en niet uit de overeenstemming in overtuiging en beginselen die tusschen hen bestaat. Vooral in dit op zicht schijnt de Unie, om een variant op een bekend historisch woord te bezigen, niets te hebben geleerd en alles te hebben vergeten- De politieke geschiedenis der laatste 30 jaar geeft toch duideljjk aan wat de gevolgen voor land en partjj van dat wantrouwen, die vrees, die berekening zjjn. En indien men ooit handelen mag zooals de Unie nu doen wileen beginsel neerschreven in een program en weigeren de urgentie van de uitvoering daarvan te erkennen, nooit mag dit gebeuren waar het 't kiesrecht geldtDit ia wel de grootste fout van de 44Wie het bestaande kiesrecht afkeurt, zoo zelfs dat men het onder de bestaande grondwet niet meer te verbeteren acht en alle 44 verklaren aldus te denken verklaart daarmee tevens, natuurljjk niet den formeelen, maar dan toch den moreelen grondslag van alle tot stand komende wetten voor betwistbaar. Wie zich warm maakt voor sociale her vormingen en deze wil tot stand brengen onder een gebrekkig, door hem zelf atgekeurd kiesrecht, doet als de Fransche gezant bjj den vrede van Utrecht, ten opzichte van de vertegenwoordigers der Republiek, en zegt tot hen in wier belang grootendeels die sociale hervormingen worden tot stand gebracht en die voor het meerendeel tot de van het kies recht veratokenen behooren wij zullen han delen chez vous, sur vous et sans vowEn hoe dezulken het klaarspelen met de democratische beginselen, vermag ik niet te begrjjpen. Niet dat elkeen, die voor uitgebreid kiesrecht of zelfs voor algemeen kiesrecht zich verklaart, een democraat te achten isdat zjj verre Maar als men omgekeerd zich demokraat of slechts vooruitstrevend vrjjzinnig noemt en toch een kiesrechthervorming, die men noodig acht, voorloopig maar op de lange baan wil schuiven, zie dat kan men slechts denken df aan zelfmisleiding öf aan begripsverwarring. En, afgescheiden van dit alles, is het toch zoo onpractisch, zoo kortzichtig, om ten op zichte van het kiesrecht te handelen zooals de Unie heeft besloten te doen. Ieder weet dat het kïesrechtvraagstuk, eenmaal aan de orde gesteld, zich onweerstaanbaar op den voorgrond dringt en big ft dringen dat het de politieke atmosfeer bederft; dat het bjj de behandeling van bjjna elke andere kwestie om den hoek komt kjjkendat de oplossing moet komen en ondanks allen tegenstand snel zal komenzoo al niet vrijwillig gegeven dan took afgedwongen. Dat zjj, die het bestaande kiesrecht goed keuren, hierop niet letten, is te verklaren maar dat zjj die het mede afkeuren, dit niet inzien, en in een struisvogelpolitiek heil zoeken, maakt, inderdaad een verbijsterenden indruk. Waar ik in het tot dusver gesprokene heb gegeven een oordeel over de beteekenis van het besluit der Unievergadering van 26 Januari, heb ik tevens de motieven aange voerd die m. i. tot het aannemen van het, zoo even u medegedeelde, bestuursvoorstel moeten leiden. Want als onze kiesvereeniging na de gevallen beslissing in de Unie, zich eenvoudig daarbij zou neerleggen, zou ze zich blootstellen aan dezelfde verwjjten als welke de Unie treffen voor haar houding; zon ze zich medeplichtig maken aan het ondemo cratisch bedrjjf om een grondwetsherziening in haar programma te schrijven en dadeljjk daarop te verklaren, dat ze toch niet van plan is, daarvoor te jjveren. Het verleden dezer kiesvereeniging, het standpunt door haar steeds in het kiesrechtvraagstuk ingenomen, maakt haar het bljjven bjj de Unie onmogeljjk. Bovendien de Liberale Unie is ten doode opgeschreven, zooal niet als lichaam dan toch zeker als datgene wat ze beweert te willen zjjn: een vereenigingspunt voor alle vooruitstrevende vrgzinnigen. Zjj zal het lot niet kunnen ontloopen dat voor elke politieke vereeniging de onvermjj- deljjke straf is voor halfslachtigheid en het drijven van gelegenheids-politiek. Maar zjj die vertrouwen hebben in de toe komst der democratische beginselen; zjj die meenen dat er tusschen de conservatieve en de sociaal-democratische partgen, plaats is niet alleen voor, maar dringend behoefte is aan een vrjjzinnig-deinociatische partjj, die niet alleen in woorden en op programma's, maar ook door daden de democratische begin selen wil belgden en daarvoor strjjden, dienen zich thans tot een nieuwen bond aaneen te sluiten. Velen wachten op een gelegenheid tot aaneensluiting en samenwerking, die tot dusver van de Lib. Unie verre bleven staan omdat zjj en naar het bleek helaasterecht weinig vertrouwen hadden in de werkeljjk democratische gezindheid van die vereeniging. Als die allen zich met elkaar verstaan, kan een bond geboren worden, die, aanvankeljjk wellicht klein in ledental, toch een schoone taak in ons politiek leven zal te vervullen hebben; een nuttig arbeidsveld voor zich zal zien en tot vele heilzame hervormingen den stoot zal kunnen geven. Uw bestuur vraagt uw machtiging om in die richting werkzaam te zjjn." Deze rede van den voorzitter werd met aan dacht aangehoord en met applaus bezegeld. De discussie over het voorstel van het be stuur geopend zjjnde, vroeg de heer H. L. de Leeuw het woord. Hij begon met hulde te brengen aan de rede van den voorzitter en ook aan de eminente mannen die het bestuur hebben gevormd van de Liberale Unie. Hg verklaarde echter van oordeel te zjjn dat deze den boog wel wat al te sterk hebben gespannen, door onmiddeljjk na het gevallen besluit hun ontslag te nemen. Op dat ontslag volgt nu het zoo even ge daan voorstel van het bestuur. Spreker kan daar niet mede instemmen. Hjj stelde in het licht dat het bestuur der Liberale Unie bjj het doen van zjjn voorstel niet heeft gestreefd naar vereeniging maar wel naar verdeeldheid, want indien het besluit in omgekeerden zin ware gevallen, dan zouden zeker de afdeelingen, die dan in de minder heid waren geweest, zjjn uitgetreden. Nu men de strooming kent, had men moe ten bedenken dat de ideeën vooruitgaan en dat wat men heden nog niet wenscht een volgend jaar zal gewild worden. Afscheiding is verkeerd, want daardoor zal men in de kaart spelen der clericalen, die om een hoekje staan te lachen om hetgeen onder de liberalen gebeurt. Want het staat vast dat laatstgenoemden na de scheuring gedoemd zgn zich op te lossen in twee par- tjjen: de vrjjzinnig democratische en de libe rale. Wanneer een democratische partjj wordt gevormd, zal spreker zich voegen bjj de meest vooruitstre venden, maar liever had hjj gezien dat de liberale partjj bjjeen ware gebleven. Hij acht het verkeerd dat de liberalen in ons district, dat toch slechts met moeite voor hen zal te winnen zgn, zich gaan splitsen in twee partijen, want nu is alle kans om een liberaal candidaat in de Kamer te brengen zeker vervlogen. Spreker vraagt nog of het bestuur ten op zichte van dit voorstel homogeen is. De heer Doorenbos, die daarop het woord verkreeg, verklaarde het volkomen oneens te zgn met den heer De Leeuw. Hg is niet zoo bevreesd voor splitsing der liberale partjj; die was toch reeds in tweeënbjj een vorige ver kiezing zgn er met hoopen meegegaan met de conservatief-liberalen. Maar wanneer het er op aankomt, keeren zjj terug omdat zjj dan ten slotte toch liever met ons mede gaan dan met de clericalen. Spreker was buitengewoon lid der Liberale Unie maar heeft onmiddelljjk nadat hem het besluit, den 26 Januari genomen, bekend werd, bedankt. Ook de kiesvereeniging moet de. band met de Unie losmakendat is zjj ver. plicht aan haar verleden. Zjj heeft al de voorstellen van het bestuur der Unie goedge keurd en waar nu dat bestuur zgn taak neer legt, moet de kiesvereeniging eveneens heen gaan. Hier wil men de ware democratische be ginselen in toepassing zien gebracht, laat men dan ook zich beslist uitspreken en desnoods met een kleine hoopje die beginselen huldi gen en niet draaien. Spreker hoopt dan ook dat het bestuurs voorstel met algemeene stemmen zal worden aangenomen. De voorzitter, hierop het woord nemende, zette uiteen dat de meening van den heer De Leeuw, dat het £/mk-beatunr wat hard van stal zou geloopen zjjn, onjuist is. Toen dat bestuur ten vorigen jare om dezen tjjd zjjn circulaire in het licht gaf, heeft het zich vol komen rekenschap gegeven welke gevolgen dit zou kunnen hebben. Maar daarin vond het geen aanleiding om zjjn opinie te ver- zwjjgen of dat niet aan het oordeel der leden te onderwerpen. Ware de uitslag anders geweest, dan zoa waarschjjnljjk gebeurd zgn, wat door Het Vader land en andere couranten reeds was voorspeld, dan zon ook de minderheid zjjn uitgetreden. Maar juist dat bewjjst hoe men voelde dat er een besluit moest genomen worden dat, hoe het ook uitviel, diep ingrjjpende gevolgen zou hebben. Het verwjjt van te hard van stapel loopen zou gegrond zgn als de verkiezingen niet dadeljjk voor de deur stonden. Thans was het onvermydelgk noodig uit te maken hoe zou worden gehandeld met het oog op de verkie zingen. De voornitstrevenden maken de scheuring niet, zjj is er eenvoudig, omdat aan 't licht gekomen is een diep ingrjjpend verschil van meening. Spreker herinnert er verder aan hoe in 1894 een kieswet gemaakt werd allerminst voldoende aan de wenschen der Liberale Urne, en hoe, toen de Unie in 1897 het kiesrechtvraagstuk onder de oogen had te zien, zjj te conciliant is geweest, te veel water in haar wijn heeft gedaan. Het ware beter geweest toen direct te zeggen: de kiesrechtregeling bevredigt ons niet, en dade ljjk voor een andere te gaan jjveren. Om echter niet velen van zich te vervreemden, heeft men wel in het hervormingsprogramma van een betere regeling gesproken maar in het urgentie program de zaak niet opgenomen omdat men wilde afwachten wat de wet-Van Houten geven zou. Het gaat nu niet aan weer die houding aan te nemen. Wjj kennen de wet-Van Houten en weten dat het een belasting-kieswet is bij uitstek. Daarom moest eene beslissing vallen. Wat betreft den loop van zaken in dit district, merkt de voorzitter op dat hg, die jaren lang den strjjd heeft medegestreden, van meening is dat men verder komen zal door vierkant te staan op den grondslag van zijn beginsel dan dooi te schipperen. Het zgn de beginselen, die ons redden moeten. Kleur dient bekend en de vlag hoog gehouden. Ten slotte deelt spreker nog mede dat het bestuur eenstemmig was ten opzichte van dit voorstel. De heer De Leeuw besprak vervolgens nog den aan de candidaten voor de Kamer te stellen eisch dat zjj zich zouden verklaren of zjj zgn voor of tegen urgentie van grondwetsherzie ning, welken eisch hg als een mandaat impe ratief beschouwde. De heer Doorenbos bestreed dit denkbeeld. Hjj was van oordeel dat de kiezers het recht hebben een candidaat te vragen hoe hg over deze kwestie denkt en wat hjj bjj voorkomende gevallen ten opzichte van een beginsel doen zal. Een mandaat imperatief noemt hij het wanneer iemand die ergens toe gekozen is, zich verbindt zus of zoo te stemmen. De heer De Leeuw meende dat het voldoende zou zgn een candidaat te vragen of hjj voor of tegen grondwetsherziening is. Als hg het vertrouwen der kiezers heeft, kan hem gerust worden overgelaten op het geschikte oogen- blik aan het tot stand komen van eene her ziening mede te werken. De voorzitter verklaarde het inzicht van den heer Doorenbos te deelen. Hg kan zich niet voorstellen dat de te stellen eisch bezwaarljjk kan zgn. Hg wees erop dat velen van ben, die tegen de urgentie zich kanten of er maar flauwtjes voor zgn, eigenljjk de grondwetsherziening niet willen. Hg herinnerde aan de polemiek, die in de pers is gevoerd, stelde hét merkwaardig feit in het licht dat Het Vaderland, dat de urgentie bestreden heeft, vóór Juni jl. allerminst warm was voor opneming van grondwetsherziening in het programma, toonde aan dat de heer Rugsch, die tegen de urgentie was, het eenige be stuurslid is geweeBt die de eerste circulaire niet mede onderteekende en hoe o. a. éen der 44? de heer Bouman, de afgevaardigde van de kiesvereeniging 'a Gravenhage, in de kamer gestemd heeft tegen een motie om zich in be-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1901 | | pagina 1