MIDDELBIRGSCHE COURANT.
N°. 37.
144° Jaargang'.
1901.
W oensdag
13 Februari.
Deze courant verschijnt dagelijks, met zondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor a.ie plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer.
Middelburg 12 Febr, 8 u. vm. 33 gr. 12 u. 39 gr.
av.4u.88gr. F.Verw. zw. wind bew. weinig v. v. t.
Agenten.
Te Vlissingen: C. N. J. de Vet Mestdasb; te
Goes: A. C. Bolüït, firma Wed. de Jonge.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regels
Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot ,de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betrefiende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, ia uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau
A. BB I.A MAR Azn., N.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam.
Middelburg 12 Februari.
Waarom afscheiding
In eene, onder voorzitterschap van den heer
Herman Snjjders, Maandag avond in een der
lokalen van de sociëteit De Vergenoeging ge
houden algemeene vergadering van de liberale
kiesvereeniging Eendracht maakt macht alhier
is, op voorstel van het bestuur, met 42 tegen
3 stemmen besloten zich af te scheiden
van de Liberale Unie.
De redenen, die haar daartoe hebben geleid,
vinden onze lezers hieronder breedvoerig uit
eengezet.
De opkomst was belangrijk drukker dan in
den laatsten tijd het geval wasbij de ope
ning der vergadering waren 44 leden present.
De notulen van het verhandelde in de beide
vorige vergaderingen werden gelezen en goed
gekeurd.
Daarna werden door den heer A. de Vulder
van Noorden, namens de afgevaardigden ter
algemeene vergadering van de Liberale Unie
eenige mededeelingen gedaan omtrent de
daar gevoerde besprekingen en genomen be
sluiten.
Vervolgens werd mededeel ing gedaan van
de onzen lezers bekende circulaire van het
noofdbestuur der Liberale Uniewaarbjj dit
kennis geeft van zjjn aftreden.
Naar aanleiding van deze circulaire deed
het bestuur van Eendracht maakt macht het
volgende voorstel
lo. dat de kiesvereeniging Eendracht maakt
macht zich afscheide van de Liberale Unie en
dus ook geen afgevaardigden zende naar de
vergadering van 16 Februari a.;
2o. dat aan het Bestuur wordt opgedragen
de noodige stappen te doen, om, in samen
werking met andere vereenigingen en personen,
te geraken tot de oprichting van een nieuwen
Bond op den grondslag van vrijzinnig-demo
cratische beginselen.
Ter toelichting en motiveering van dit
voorstel werd door den heer Herm. Snijders
het volgende in het midden gebracht:
•Vooraf ga de verzekering dat het bestuur
ten volle het gewicht van dit voorstel beseft
en dit rjjpeljjk heeft overwogen, evenzeer als
de gevolge», die uit de aanneming, zoowel als
uit de verwerping daarvan, zullen kunnen
voortvloeien. Het is echter na ernstig beraad
en grondige gedachtenwisseling eenstemmig
tot het besluit gekonien, dit voorstel aan uw
oordeel te moeten onderwerpen. Het bestuur
meent dat de aanneming van dit voorstel het
noodzakelijk, onvermijdelijk gevolg moet zjjn
van het besluit der vergadering van de
Liberale Unie op 26 Januari jl.
Wat is op die vergadering geschied?
Nadat op 2 Juni jl. de Liberale Unie ge
trouw blijvende aan haar beginsel om voor
finale kiesrechtuitbreiding los van eiken band
met belastingen te ijveren had verklaard
op grond van de verworven ervaring dat h. i.
deze uitbreiding niet te verkrjjgen is dan
door wijziging van de desbetreffende artikelen
van de Grondwet en dat deze in dien zin zou
moeten geschieden, dat invoering van alge
meen kiesrecht voor mannen en vrouwen mo
gelijk worde, heeft zjj op 26 Januari 1901
geweigerd, met 44 tegen 33 Btemmen, de
consequentie van dat met groote meerderheid
aangenomen beginsel te aanvaardenheeft zij
geweigerd den wensch uit te spreken dat die
Grondwetsherziening bjj de a. s. verkiezingen
op den voorgrond zal treden; geweigerd te
verklaren dat bet gewenscht is den te stellen
candidaten af te vragen of zij instemming
betuigen met de strekking van het Hervor
mingsprogramma en of zij de bedoelde Grond
wetsherziening urgent achten.
De Liberale Unie verklaart dus dat de rege
ling van het kiesrecht niet deugt! Maar zjj
heeft niet de minste haast om die fout te
herstellen.
Zjj wil finale kiesrechtuitbreidingreeds her
haaldelijk Bchreef ze dit in haar manifesten
en programma's. Maar zjj berust kalmpjes in
een kiesrechtregeling als de bestaande, die
breede scharen van staatsburgers van het
kiesrecht uitsluit.
Zjj acht een kiesrechtregeling los van elkeD
band met belastingen noodzakelijkzij hand
haaft" die opinie al jaren achtereenMaar
zjj verbiest geen stap te doen om een kieswet
van de baan te krjjgen volgens welke 90
van het geheele aantal kiezers hun kiesrecht
aan het belastingbiljet te danken hebben.
Zjj is van oordeel dat grondwetsherziening
noodig is om tot een behoorljjbe regeling te
kunnen gerakenMaar ze zal toch vooreerst
maar geen moeite doen, om een kiesrechtre
geling, die nog niet eens geeft waj het be
staande door haar afgekeurde grondwetsartikel
geven kan, te verbeteren.
Zjj maakt een flink programma, vol met
wenschen naar allerlei mooie en noodzakelijke
hervormingen maar ze zal er bij gelegenheid
wel eens over denken, of ze ook pogingen zal
gaan aanwenden om het eerste punt van dat
program een hervorming die de onmisbare
voorwaarde is genoemd voor alle verdere bljj-
vende verbeteringen tot uitvoering te
brengen.
Ze zegt o, maar knjjpt den mond stijf dicht
om toch maar geen b te zeggenof wel ze is
vergeten dat er nog meer letters in het alphabet
volgen.
Ze heeft, al op 22 Juni 1895, haar bestuur
opgedragen een programma te ontwerpen, de
richting aangevende waarin de democratische
politiek der naaste toekomst zich dient te be
wegen Maar als ze op 2 Juni 1900 eindeljjk
den grondslag voor een werkelijk democrati
sche politiek in haar program heeft opgeno
men, haast ze zich om op 26 Januari 1901 te
komen verzekeren: dat er van een »zich
bewegen in die richting" voorloopig geen sprake
kan zjjn.
Haar programma bedoelt te zijn een
vereenigingspunt voor alle »vooruitstrevende
vrijzinnigen"maar in de vereeniging wil men
toch wel niet-vooruitstrevende vrjjzinnigen
en misschien ook wel, naar allerlei kanten
strevende, niet-vrjjzinnigen behouden. En den
kandidaten een verklaring te vragen, waaruit
ondubbelzinnig hun «vooruitstrevende vrij
zinnigheid", hun democratische gezindheid
big ken zal, daar wil men heelemaal niet van
hoorenSommigen schjjnen het zelfs voor
den betrokken persoon beleedigend te achten
als men alvorens hem kandidaat te stellen
vraagtwenscht u, evenals wjj, grondwets
herziening om te komen tot algemeen kies
recht en zoo ja wil u dien maatregel zoo
spoedig als mogeljjk ia tot stand krengen, of
is het u bjj geval ook goed als uien om ende
jj Sint Juttemis eens gaat trachten daartoe
te komen
Zulk een vraag te stellen is een nes-
terg, heeft men beweerd! Volstrekt geen
billjjke eisch.
Men zou anders zoo zeggen en het be
stuur der Liberale Unie met 33 medestanders,
waaronder ook de afgevaardigden van deze
kiesvereeniging, waren zoo naief zulks te
men dat men, alvorens samen scheep te
gaan, niet alleen dient te weten of men den
den koers uit wil, maar ook of er kans
bestaat dat men binnen den tjjd, dien men
voor de reis beschikbaar heeft, aankomt waar
men wezen wil. Volgens de 44, die het be
stuursvoorstel verwierpen, komt dat er niets
op aanZjj die haast hebben om in het be
loofde land te komen en zjj die heelemaal
niet vragen wanneer ze er zullen komen, kun
nen, volgens hen, best per zelfde scheepsgele
genheid reizen't komt zelfs niet te pas om
om van den tjjd van aankomst te reppen
Geen wonder toch, dat velen weigeren om
op zulke condities en met die politieke stuur
lui zee te kiezenOp de vergadering van 26
Januari j.l. werd zelfs beweerd dat ook lieden,
die volstrekt niet naar dat beloofde land wil
len de oud-liberalen dus ook wel met
diezelfde schuit mee konden varen'. Van hen
die zoo dachten, waren er in de vergadering
juist elf!
Het hoofdorgaan van die oud-liberalen heeft
intu8schen niet onduideljjk te verstaan gege
ven dat het denkbeeld om een tijd lang het
scheepje mede te helpen roeien, met het voor
uitzicht om bjj voorkomende gelegenheid
overboord te worden geworpen zooals met
beminnelijke openhartigheid was te verstaan
gegeven hen maar zeer matig aanlokt
Ziehier dan m. i. de be teekenis van de op
26 Januari jl. in de vergadering der Liberale
Unie gevallen beslissing; een beslissing die
diep te betreuren iB, omdat zjj de ontwikkeling
van ons staatswezen in waarlijk vooruitstre
vend vrjjzinnige richting weer voor jaren ver
traagt en belemmertomdat wederom de aan
hangers der «liberale" beginselen de gelegen
heid hebben laten voorbijgaan zich aan de
spits te stellen van of althans flinkweg mee
te gaan met de democratische beweging
Eerst bjj de behandeling van de kieswetont-
werpen-Tak van Poortvliet hebben leden der
sgroóte liberale partjj", met de N. Rott'. Courant.
aan het hoofd, de finale kiesrechtuitbreiding
belet; niet omdat zij tegen uitbreiding van
kiesrecht waren, o neen, volstrekt nietmaar
ziet u, deze kiesrechthervorming deugde toe
vallig niet. Nu weder is het Het Vaderland
dat met een ander deel der «groote liberale
partjj" weigert om te beproeven tot een af
doende regeling van het kiesrecht te geraken.
Ook al weer niet omdat zjj daartegen zjjn
Heusch niet; velen van hen vinden grond
wetsherziening om te komen tot algemeen
kiesrecht een schoon ideaal; een academisch
debat er over voeren in de Unie, dat gaat
bestdesnoods ook nog het in een programma
schrijven! Platonische liefdesbetuigingen ge
noeg! Maar flink de handen uit de mouwen
steken om tot uitvoering en toepassing van
die mooie beginselen te geraken, om het ideaal
naderbjj te komen, daar is het nog geen tjjd
voor! Op die vergadering der Unie was zoo
weinig sprake van het beginsel, dat de vrij
zinnige politiek der toekomst moet beheer-
schen, wil zjj iets kunnen beteekenen, iets
kunnen tot stand brengenzoo weinig warmte
voor het denkbeeld om aan een bestaande
onrechtvaardigheid, een willekeurige regeling,
een eind te maken door een kloek en vast
beraden optreden, voor wat men zelf een
ideaal, een desideratum althans, noemt. Daar
was kleinmoedig wantrouwen omtrent den
uitslag van den strjjd, alsof men ooit vooraf
zeker kan zjjn van een overwinning, die
werkeljjk bevochten moet worden en niet maar
door een spiegelgevecht te verkrijgen is. Daar
was vrees om de consequenties van beleden
beginselen te aanvaarden, voortspruitende uit
gebrek aan overtuiging, uit gemis aan warmte
voor die beginselen. Daar was angstvallige
berekening, of ook soms de zetel van het lid
A of de afgevaardigde B zou kunnen verloren
gaan, alsof het hier ging om personen en niet
Daar was kortzichtig streven om het aantal
leden der partjj niet te doen verminderen,
alsof een politieke vereeniging alleen kracht
put uit het getal zjjner leden en niet uit de
overeenstemming in overtuiging en beginselen
die tusschen hen bestaat. Vooral in dit op
zicht schijnt de Unie, om een variant op een
bekend historisch woord te bezigen, niets te
hebben geleerd en alles te hebben vergeten-
De politieke geschiedenis der laatste 30 jaar
geeft toch duideljjk aan wat de gevolgen voor
land en partjj van dat wantrouwen, die vrees,
die berekening zjjn.
En indien men ooit handelen mag zooals de
Unie nu doen wileen beginsel neerschreven
in een program en weigeren de urgentie van
de uitvoering daarvan te erkennen, nooit mag
dit gebeuren waar het 't kiesrecht geldtDit
ia wel de grootste fout van de 44Wie het
bestaande kiesrecht afkeurt, zoo zelfs dat men
het onder de bestaande grondwet niet meer
te verbeteren acht en alle 44 verklaren
aldus te denken verklaart daarmee tevens,
natuurljjk niet den formeelen, maar dan toch
den moreelen grondslag van alle tot stand
komende wetten voor betwistbaar.
Wie zich warm maakt voor sociale her
vormingen en deze wil tot stand brengen
onder een gebrekkig, door hem zelf atgekeurd
kiesrecht, doet als de Fransche gezant bjj
den vrede van Utrecht, ten opzichte van de
vertegenwoordigers der Republiek, en zegt
tot hen in wier belang grootendeels die sociale
hervormingen worden tot stand gebracht en
die voor het meerendeel tot de van het kies
recht veratokenen behooren wij zullen han
delen chez vous, sur vous et sans vowEn hoe
dezulken het klaarspelen met de democratische
beginselen, vermag ik niet te begrjjpen. Niet
dat elkeen, die voor uitgebreid kiesrecht of
zelfs voor algemeen kiesrecht zich verklaart,
een democraat te achten isdat zjj verre
Maar als men omgekeerd zich demokraat of
slechts vooruitstrevend vrjjzinnig noemt en
toch een kiesrechthervorming, die men noodig
acht, voorloopig maar op de lange baan wil
schuiven, zie dat kan men slechts denken df
aan zelfmisleiding öf aan begripsverwarring.
En, afgescheiden van dit alles, is het toch
zoo onpractisch, zoo kortzichtig, om ten op
zichte van het kiesrecht te handelen zooals
de Unie heeft besloten te doen. Ieder weet
dat het kïesrechtvraagstuk, eenmaal aan de
orde gesteld, zich onweerstaanbaar op den
voorgrond dringt en big ft dringen dat het
de politieke atmosfeer bederft; dat het bjj
de behandeling van bjjna elke andere kwestie om
den hoek komt kjjkendat de oplossing moet
komen en ondanks allen tegenstand snel zal
komenzoo al niet vrijwillig gegeven dan
took afgedwongen.
Dat zjj, die het bestaande kiesrecht goed
keuren, hierop niet letten, is te verklaren
maar dat zjj die het mede afkeuren, dit niet
inzien, en in een struisvogelpolitiek heil
zoeken, maakt, inderdaad een verbijsterenden
indruk.
Waar ik in het tot dusver gesprokene heb
gegeven een oordeel over de beteekenis van
het besluit der Unievergadering van 26
Januari, heb ik tevens de motieven aange
voerd die m. i. tot het aannemen van het,
zoo even u medegedeelde, bestuursvoorstel
moeten leiden. Want als onze kiesvereeniging
na de gevallen beslissing in de Unie, zich
eenvoudig daarbij zou neerleggen, zou ze zich
blootstellen aan dezelfde verwjjten als welke
de Unie treffen voor haar houding; zon ze
zich medeplichtig maken aan het ondemo
cratisch bedrjjf om een grondwetsherziening
in haar programma te schrijven en dadeljjk
daarop te verklaren, dat ze toch niet van plan
is, daarvoor te jjveren. Het verleden dezer
kiesvereeniging, het standpunt door haar
steeds in het kiesrechtvraagstuk ingenomen,
maakt haar het bljjven bjj de Unie onmogeljjk.
Bovendien de Liberale Unie is ten doode
opgeschreven, zooal niet als lichaam dan
toch zeker als datgene wat ze beweert te
willen zjjn: een vereenigingspunt voor alle
vooruitstrevende vrgzinnigen.
Zjj zal het lot niet kunnen ontloopen dat
voor elke politieke vereeniging de onvermjj-
deljjke straf is voor halfslachtigheid en het
drijven van gelegenheids-politiek.
Maar zjj die vertrouwen hebben in de toe
komst der democratische beginselen; zjj die
meenen dat er tusschen de conservatieve en
de sociaal-democratische partgen, plaats is
niet alleen voor, maar dringend behoefte is
aan een vrjjzinnig-deinociatische partjj, die
niet alleen in woorden en op programma's,
maar ook door daden de democratische begin
selen wil belgden en daarvoor strjjden, dienen
zich thans tot een nieuwen bond aaneen te
sluiten. Velen wachten op een gelegenheid
tot aaneensluiting en samenwerking, die tot
dusver van de Lib. Unie verre bleven staan
omdat zjj en naar het bleek helaasterecht
weinig vertrouwen hadden in de werkeljjk
democratische gezindheid van die vereeniging.
Als die allen zich met elkaar verstaan, kan
een bond geboren worden, die, aanvankeljjk
wellicht klein in ledental, toch een schoone
taak in ons politiek leven zal te vervullen
hebben; een nuttig arbeidsveld voor zich zal
zien en tot vele heilzame hervormingen den
stoot zal kunnen geven.
Uw bestuur vraagt uw machtiging om in
die richting werkzaam te zjjn."
Deze rede van den voorzitter werd met aan
dacht aangehoord en met applaus bezegeld.
De discussie over het voorstel van het be
stuur geopend zjjnde, vroeg de heer H. L. de
Leeuw het woord.
Hij begon met hulde te brengen aan de
rede van den voorzitter en ook aan de eminente
mannen die het bestuur hebben gevormd
van de Liberale Unie. Hg verklaarde echter
van oordeel te zjjn dat deze den boog wel
wat al te sterk hebben gespannen, door
onmiddeljjk na het gevallen besluit hun ontslag
te nemen.
Op dat ontslag volgt nu het zoo even ge
daan voorstel van het bestuur.
Spreker kan daar niet mede instemmen. Hjj
stelde in het licht dat het bestuur der
Liberale Unie bjj het doen van zjjn voorstel
niet heeft gestreefd naar vereeniging maar
wel naar verdeeldheid, want indien het besluit
in omgekeerden zin ware gevallen, dan zouden
zeker de afdeelingen, die dan in de minder
heid waren geweest, zjjn uitgetreden.
Nu men de strooming kent, had men moe
ten bedenken dat de ideeën vooruitgaan en
dat wat men heden nog niet wenscht een
volgend jaar zal gewild worden.
Afscheiding is verkeerd, want daardoor zal
men in de kaart spelen der clericalen,
die om een hoekje staan te lachen om hetgeen
onder de liberalen gebeurt. Want het staat
vast dat laatstgenoemden na de scheuring
gedoemd zgn zich op te lossen in twee par-
tjjen: de vrjjzinnig democratische en de libe
rale.
Wanneer een democratische partjj wordt
gevormd, zal spreker zich voegen bjj de meest
vooruitstre venden, maar liever had hjj gezien
dat de liberale partjj bjjeen ware gebleven.
Hij acht het verkeerd dat de liberalen in
ons district, dat toch slechts met moeite voor
hen zal te winnen zgn, zich gaan splitsen in
twee partijen, want nu is alle kans om een
liberaal candidaat in de Kamer te brengen
zeker vervlogen.
Spreker vraagt nog of het bestuur ten op
zichte van dit voorstel homogeen is.
De heer Doorenbos, die daarop het woord
verkreeg, verklaarde het volkomen oneens te
zgn met den heer De Leeuw. Hg is niet zoo
bevreesd voor splitsing der liberale partjj; die
was toch reeds in tweeënbjj een vorige ver
kiezing zgn er met hoopen meegegaan met
de conservatief-liberalen. Maar wanneer het
er op aankomt, keeren zjj terug omdat zjj
dan ten slotte toch liever met ons mede gaan
dan met de clericalen.
Spreker was buitengewoon lid der Liberale
Unie maar heeft onmiddelljjk nadat hem het
besluit, den 26 Januari genomen, bekend werd,
bedankt. Ook de kiesvereeniging moet de.
band met de Unie losmakendat is zjj ver.
plicht aan haar verleden. Zjj heeft al de
voorstellen van het bestuur der Unie goedge
keurd en waar nu dat bestuur zgn taak neer
legt, moet de kiesvereeniging eveneens heen
gaan.
Hier wil men de ware democratische be
ginselen in toepassing zien gebracht, laat men
dan ook zich beslist uitspreken en desnoods
met een kleine hoopje die beginselen huldi
gen en niet draaien.
Spreker hoopt dan ook dat het bestuurs
voorstel met algemeene stemmen zal worden
aangenomen.
De voorzitter, hierop het woord nemende,
zette uiteen dat de meening van den heer
De Leeuw, dat het £/mk-beatunr wat hard van
stal zou geloopen zjjn, onjuist is. Toen dat
bestuur ten vorigen jare om dezen tjjd zjjn
circulaire in het licht gaf, heeft het zich vol
komen rekenschap gegeven welke gevolgen
dit zou kunnen hebben. Maar daarin vond
het geen aanleiding om zjjn opinie te ver-
zwjjgen of dat niet aan het oordeel der leden
te onderwerpen.
Ware de uitslag anders geweest, dan zoa
waarschjjnljjk gebeurd zgn, wat door Het Vader
land en andere couranten reeds was voorspeld,
dan zon ook de minderheid zjjn uitgetreden.
Maar juist dat bewjjst hoe men voelde dat
er een besluit moest genomen worden dat,
hoe het ook uitviel, diep ingrjjpende gevolgen
zou hebben.
Het verwjjt van te hard van stapel loopen
zou gegrond zgn als de verkiezingen niet
dadeljjk voor de deur stonden. Thans was het
onvermydelgk noodig uit te maken hoe zou
worden gehandeld met het oog op de verkie
zingen.
De voornitstrevenden maken de scheuring
niet, zjj is er eenvoudig, omdat aan 't licht
gekomen is een diep ingrjjpend verschil van
meening.
Spreker herinnert er verder aan hoe in 1894
een kieswet gemaakt werd allerminst voldoende
aan de wenschen der Liberale Urne, en hoe, toen
de Unie in 1897 het kiesrechtvraagstuk onder
de oogen had te zien, zjj te conciliant is geweest,
te veel water in haar wijn heeft gedaan. Het
ware beter geweest toen direct te zeggen: de
kiesrechtregeling bevredigt ons niet, en dade
ljjk voor een andere te gaan jjveren. Om echter
niet velen van zich te vervreemden, heeft men
wel in het hervormingsprogramma van een
betere regeling gesproken maar in het urgentie
program de zaak niet opgenomen omdat men
wilde afwachten wat de wet-Van Houten
geven zou.
Het gaat nu niet aan weer die houding
aan te nemen. Wjj kennen de wet-Van Houten
en weten dat het een belasting-kieswet is bij
uitstek.
Daarom moest eene beslissing vallen.
Wat betreft den loop van zaken in dit
district, merkt de voorzitter op dat hg, die
jaren lang den strjjd heeft medegestreden, van
meening is dat men verder komen zal door
vierkant te staan op den grondslag van zijn
beginsel dan dooi te schipperen.
Het zgn de beginselen, die ons redden
moeten. Kleur dient bekend en de vlag hoog
gehouden.
Ten slotte deelt spreker nog mede dat het
bestuur eenstemmig was ten opzichte van
dit voorstel.
De heer De Leeuw besprak vervolgens nog
den aan de candidaten voor de Kamer te stellen
eisch dat zjj zich zouden verklaren of zjj zgn
voor of tegen urgentie van grondwetsherzie
ning, welken eisch hg als een mandaat impe
ratief beschouwde.
De heer Doorenbos bestreed dit denkbeeld.
Hjj was van oordeel dat de kiezers het recht
hebben een candidaat te vragen hoe hg over
deze kwestie denkt en wat hjj bjj voorkomende
gevallen ten opzichte van een beginsel doen
zal. Een mandaat imperatief noemt hij het
wanneer iemand die ergens toe gekozen is,
zich verbindt zus of zoo te stemmen.
De heer De Leeuw meende dat het voldoende
zou zgn een candidaat te vragen of hjj voor
of tegen grondwetsherziening is. Als hg het
vertrouwen der kiezers heeft, kan hem gerust
worden overgelaten op het geschikte oogen-
blik aan het tot stand komen van eene her
ziening mede te werken.
De voorzitter verklaarde het inzicht van den
heer Doorenbos te deelen.
Hg kan zich niet voorstellen dat de te stellen
eisch bezwaarljjk kan zgn.
Hg wees erop dat velen van ben, die tegen
de urgentie zich kanten of er maar flauwtjes
voor zgn, eigenljjk de grondwetsherziening
niet willen.
Hg herinnerde aan de polemiek, die in de
pers is gevoerd, stelde hét merkwaardig feit
in het licht dat Het Vaderland, dat de urgentie
bestreden heeft, vóór Juni jl. allerminst warm
was voor opneming van grondwetsherziening in
het programma, toonde aan dat de heer Rugsch,
die tegen de urgentie was, het eenige be
stuurslid is geweeBt die de eerste circulaire niet
mede onderteekende en hoe o. a. éen der 44?
de heer Bouman, de afgevaardigde van de
kiesvereeniging 'a Gravenhage, in de kamer
gestemd heeft tegen een motie om zich in be-