KMdMinde Courant Meststoffen. &ÏÏI6UERIEGUI. BIJVOEGSEL VAN DE VAN Maandag 21 Januari 1901, no 17. (Slot). Men heeft natuurlijk wel eens hooren spre ken van het teruggaan van auperphoaphaat in den grond, waardoor men verstaat, dat niét alle percenten, die oorspronkelijk in water oplosbaar waren, in den grond gebracht, in water oplosbaar blijven. Dit is, door hetgeen wij in ons vorig opstel zeiden, gemakkelijk te verklaren. Het phosphorzuur verbindt zich gaarne met kalk. Wordt het nu als éen-basische phos- phorzure kalk in een grond gebracht, die tamelijk rijk is aan kalk, dan zal zich allicht een gedeelte van het phosphorzuur, dat niet dadelijk in water oplost, vereenigen met nog een deel kalk, en twee-basische phosphorzure kalk vormen, die langzaam in het koolzuur houdende grondwater oplost. Verloren gaat dus niets. Het deel, dat in water oplosbaar blijft, komt onmiddelljjk tot werking; het gedeelte, dat teruggegaan is, komt iets latex tot oplossing en geeft de nawerking van superphosphaat, die eiken landbouwer bekend is. Na deze voorafgaande beschouwingen willen wjj even stilstaan bij het gebruik van Thomas- slakkenmeel en superphosphaat, daarbij aan nemende, dat beide stoffen aan het Rijksland bouwproefstation onderzocht en goed bevon den zijn. In een prijscourant van Januari 1901 vinden wij genoteerd Superphosphaat 14 oplosbaar in water franco aan boord 2.75 Thomas-phosphaatmeel 75 fijn meel 16 franco aan boord 2.275 17 id. 2.42 s Volgens deze noteering, waarvan bij aanbe steding in het groot nog wel iets afgaat bij verscheidene aanbestedingen in 1900 liepen de prijzen van superphosphaat franco ter plaatse van ƒ2.40 tot 2.56 kost een percent phosphorzuur oplosbaar in water 19,63 cent; een percent phosphorzuur oplos baar door plantenzuur 14,23 Het phosphorzuur in Thomas-slakkenmeel is dus aanzienlijk goedkooper dan in super phosphaat, maar wil men eene gelijke werking, dan zal de hoeveelheid Thomas-slakkenmeel, die men gebruikt, aanzienlijk veel grooter moeten zijn dan van superphosphaat en zullen de prijzen nagenoeg op hetzelfde neerkomen, of in het voordeel zijn van superphosphaat. Hoeveel phosphorzuur uit slakkenmeel den planten ten goede komt, zulks is wij heb ben dit reeds opgemerkt niet vooraf te bepalen, maar laat ons eens aannemen, dat 17 %'s slakkenmeel in denzelfden tijd even veel phosphorzuur ter beschikking der plan ten stelt als 14 %'s superphosphaat, mits men de hoeveelheid met 1/6 vermeerdert, dan moet men tegen 600 KG superphosphaat per hectare 700 KG slakkenmeel gebruiken. 600 KG superphosph. a 2.75 kosten 16,50, 700 KG slakkenmeel 2,42' ƒ16,97' zoodat het gebruik van slakkenmeel bjj die veronderstelling reeds duurder komt dan het gebruik van superphosphaat. Er wordt wel eens beweerd, dat slakken meel meer aanhoudend werkt dan superphos phaat als men daardoor verstaat de planten langer van phosphorzuur voorziet dan super phosphaat, dan geven wij dit gaarne toe, om dat de zich daarin bevindende hoeveelheid phos phorzuur moeiljjker oplosbaar is, maar of het daarbij de planten wel van eene genoegzame hoeveelheid phosphorzuur voorziet, dat mogen wjj, juist op grond van die tragere werking, betwijfelen. Wanneer wjj daarbij in het oog houden, dat het gebruikte superphosphaat altijd eene 2 Uit liet Fransch. VAN GUST AVE lAflM. Als het een zomeravond was, nam zijn moe der Raymond in de schemering mede en dan hoorden zjj de schellen op den weg, met populieren beplant, en het kleine paardje draafde, draafde, totdat het vlak bij Raymond stil hield, dien het herkende. En dan liet zijn vader hem instappen om naast hem naar huis te rjjden. Men had aan Raymond gezegd dat hjj, als hjj beter was, het nieuwe magazijn, dat naast het oude gebouwd werd en veel grooter was, mocht gaan zien. Hg wist dat de heer Texier voor de vrouwen had gereed gemaakt hetgeen Raymond reeds voor de mannen gezien had, en de kleine Btelde zich allerlei wonderen voor van mooie japonnen, lichte stoffen en ge maakte bloemen en al de mooie dames van de Promenade, al de boerinnen en al de kleine meisjes, samen komende om, onder den wel- willenden invloed van zjjn vader mooier en prachtiger getooid te worden. Maar hg moest wachten, heel zoet zjjn en geduldig de prenij es kijken, die hjj nu nog veel mooier kreeg, nawerking toont op de tweede vrucht, üail behoeft men ook om de meer aanhoudende wer king het Thomas-slakkenmeel niet aan te prjjzen boven het superphosphaat. Er is nog eene andere reden, waarom som migen aan Thomas-phosphaatmeel de voor keur meenen te moeten geven. Superphosphaat, zoo redeneeren zij, bevat het phosphorzuur oplosbaar in water; strooit men deze meststof in het najaar, dan loopt men veel gevaar, dat een groot gedeelte daar van, in water opgelost, met het water door zakt en hoegenaamd geen voedsel aan de plant geeft. Voor dat doorzakken behoeft volstrekt geen vrees te bestaan, zelfs niet eens in lichte gron den, want er zijn in eiken bouwgrond zooveel stoffen om zich met de geringe hoeveelheid phosphorzuur, die men in den akker brengt, te verbinden en het daarna zonder eenig ver lies aan de planten toe te voeren, dat ook uit dat oogpunt beschouwd het superphosphaat niet bij het slakkenmeel behoeft achter te staan. Hit het bovenstaande zal het den lezer dui delijk geworden zijn, dat wjj in alle gevallen aan superphosphaat de voorkeur geven boven Thomas-slakkenmeel. Niet dat wij daarom aan het Thomas-slak kenmeel geene groote waarde toekennen als phosphorzuur houdende meststofdat zjj verre van onsmaar wjj willen waarschuwen tegen de overschatting van die waarde, vooral op dezen grond, dat men van Thomas-phos- phaten niet kan bepalen, welke hoeveelheid phospho'-zuur den planten te goede komt. O. i. zoude het niet van belang ontbloot zijn in deze richting proeven te nemen door een akker van volkomen gelijke grondsgesteld heid te verdeelen in verschillende veldjes, die te bezaaien met vier of meer verschillende cultuurgewassen, gemest met hoeveelheden Thomas-slakkenmeel en superphosphaat, op klimmende van 4 tot 800 KG per hectare, terwijl de andere aangebrachte meststoffen in geljjke hoeveelheid worden gegeven. Door deze proeven te nemen op zware, lichtere en lichte gronden, zoude men wellicht tot eenige verhoudingscijfers komen, die ons bij het gebruik van beide meststoffen van nut zouden kunnen zijn, En nu onze conclusie. Wij ontraden het gebruik van Thomas- slakkenmeel niet, maar wjj geven de voorkeur aan 14 of 18 pct's superphosphaat. Gebruiken wij van het 14 pets 600 KG, dan is eene hoeveelheid van 470 KG per hectare voldoende, als wjj superphosphaat strooien van 18%. Bij het gebruik van Thomas-slakkenmeel zouden wij niet minder drurven uitstrooien dan 7 h 800 KG per hectare. Deze hoeveelheden worden algemeen vol doende geacht voor de gronden in onze pro vincie, hoewel in enkele deelen daarvan nog meer wordt gebruikt. Karnjj-bemesting. Is de grond buitengewoon vruchtbaar, dan heeft de Karwjj niets noodig dan eene Chili- bemesting in het tweede jaar. De hoeveelheid daarvan kan bedragen van 3 tot 4 honderd KG per hectare.' Ia de grond minder vruchtbaar, dan geeft men vroeg in het najaar eene bemesting met superphosphaat 14% tegen 600 KG per hec tare, en doet die volgen door eene bemesting met Chili-salpeter, ongeveer 70 KG per HA. Vroeg in het vooqaar geve men dan nog eene bemesting van Chili-salpeter van 200 KG, eveneens per HA. In den regel is de Karwjj zeer dankbaar voor eene voldoende bemesting met Chili- salpeter. Chili-salpeter bij Vlinderbloemigen. Alle vlinderbloemigen zjjn stikstofverzame laars; die r«gel van Hel lr ie gel is algemeen bekend. Zij nemen dus stikstof op uit de lucht en brengen die, onder gunstige om standigheden, over in den grond. Zjj verzamelen dus stikstof voor de planten, die na haar gezaaid worden. Dat sluit intusschen niet uit, dat ook hare wortels stikstof uit den grond opnemen, als zjj die daarin vinden. maar die hjj minder vermakelijk vond, en het mooie speelgoed, dat uit Parjjs kwam, waar men het zeker veel mooier maakte dan er gens anders en hjj moest altijd maar stil liggen op de rustbank voor het raam, Somtjjds zond de heer Texier uit zjjn magazjjn. waar hjj alles zag en alles bevelen kon, ver- wonderljjke zaken en ongeloofeljjk knappe lieden. De bediende schelde, men opende het raam, en daar waren geleerde honden en apen, apen met merkwaardige hoeden op en jasjes aan en honden, die allerlei kunstjes deden, en acrobaten en muzikanten, die alles van buiten kenden en deuntjes uit alle landen speelden Dat alles was zeer vermakeljjk, maar Raymond hoorde toch nog liever Guita voorbjjgaan, met haar ^sGuiguerleguiWie koopt er rozen, roode rozen, gele rozen Dien dag, toen Raymond meende dat men hem kwam aankleeden voor hetontbjjt, trad zjjn moeder binnen en zei»Ik zal u den weg wjjzen" tot een heer met een lintje in zjjn knoopsgat, en achter dien heer kwam de heer jTexier en mama zei tot Raymond: »Die mjjnheer komt expres uit Parjjs om je te zien." En die mjjnheer bekeek Raymond goed en vroeg hem hoe hjj het maakte; en Raymond beklaagde zich dat hjj niet loopen kon, ver telde dat hjj naar de Promenade wilde, spelen by de muziek, dat 's.nachts zjjn oogen dikwijls Daarom meenen wij, teneinde de jonge plant spoedig tot ontwikkeling te brengen, het ge bruik van eene niet te groote hoeveelheid Chili-salpeter, 60 tot 80 KG per hectare, wel te mogen aanbevelen. Deze moet dan tegelijk met het zaad worden ondergeè'gd. Bruine en andere boonen behooren ook tot de vlinderbloemigen. Beer bevat eene aan- zienljjke hoeveelheid stikstof en de werking daarvan op de boonen is bij gebruik dadelijk merkbaar. Verder lette men nog op het volgende Op de bladeren van stam- en stoksnjjboonen ziet men soms heldergele vlekkenaan de onderzijde van het blad vertoonen zich dan kleine puistjes, waaruit eerst een witachtig stof voortkomt; later ziet men kaneelkleurige, eindeljjk donkerbruine stof hoopjes en de plan ten, hierdoor aangetast, kwjjnen. In de Ziekten en beschadigingen dei- Kuituurge wassen van prof. drJ. Ritsema Bos vindt men, in het eerste deel op bladz. 83, dat die puistjes de bekerzwammen, het witte stof de bekersporenhet kaneelkleurige de zomer-, en het donkerbruine stof de wintersporen zjjn van eene roestsoort Uromycus appendiculatus Link.) Bemerkt men deze ziekte op de bladeren der stokboonen, dan maakt men met den hak voortjes bjj de planten, zonder de wortels te raken, van ongeveer 10 a 12 cM diep en vult die met secreetmest, dien men, om de onaan gename reuk daarvan in den tuin te voorko men, door toevoeging van opgelost jjzervi- triool reukeloos heeft gemaakt. Men herhaalt deze toevoeging driemaal om de drie of vier dagen, snjjdt voorzichtig de geheel verschrompelde bladeren weg, die men tot voorkoming van verdere verpreiding ver brandt, en men zal weldra zien, dat de boo nen ophouden te kwjjnen, en zich na eenige dagen geheel herstellen. Sommigen zullen bevreesd zjjn, dit middel toe te passen in de warme dagen van Juli, in welken tijd deze ziekte zich het meest ver toont. Wanneer zjj bij het maken der voor tjes slechts zorgen, dat de wortels der planten niet geraakt worden, kunnen zij deze bewer king verrichten, zelfs op het midden van den dagal was het dan ook zóó heet, dat de mosschen op het dak zaten te gapen, volgens Hildebrand de grootst mogeljjke hitte, die men zich in Nederland kan voorstellen. Proeven, door ons reeds verscheidene malen genomen, bleken steeds steekhoudend te zjjn en bewjjzen dat eene stikstof bemesting op vlinderbloemigen niet zonder uitwerking blijft. Middelburg 19 Januari. HERVORMDE KERK. Naar aanleiding van het nieuwe program van den Christeljjk-Historischen Kiezersbond vraagt De Standaard Welke plaats de Her vormde Kerk in het Nederlandsche staatsleven inneemt, maar het antwoord op die vraag zullen wjj schuldig blijven. De redactie van De Standaard weet zelve 't best welke die plaats is en wie voortdurend tracht de Hervormde Kerk van hare plaats te dringen. Wjj herin neren haar ook aan ons stukjePolemiek" en aan hetgeen wjj daarin hebben gezegd over onze houding tegenover vragen, die schjjnbaar onschuldig luiden, maar toch niet alleen zjjn gesteld met de bedoeling om licht te versprei den of om ons goed te doen. Deze alles behalve vriendelijke opmerking richt V. in Het Nederlandsch Dagblad (Chais- teljjk Historisch orgaan) tot dr. Kuyper. En zeker niet zonder reden HET HOGERHUIS-COMITÉ BIJ BE KONINGIN. Dit comité werd Vrijdag door de Koningin, in tegenwoordigheid van een hofdame en eenige heeren der hofhouding, ten paleize in audiëntie ontvangen. H. M. de Koningin trad dadelgk bij Hare binnenkomst in de audiëntiezaal toe op den heer Götze, die bg de aanbieding eenige woorden tot toelichting sprak. Hg uitte de hoop dat het comité een geluk kig uur mocht hebben gekozen tot het vragen om gratie voor de drie gebroeders. H. M. de Koningin beloofde het gratiever- heelemaal open bleven. De mijnheer wilde 'weten hoe Raymond adem haalde en mevrouw Texier noodigde hem uit zjjn hoofd op de borst van Raymond te leggen. De mijnheer wilde dat Raymond hoestte en het kind hoestte lachende, ofschoon het hem een beeije pijn deed; maar die mjjnheer was toch heel zon derling om zoo heelemaal uit Parjjs te komen met zijn ernstig gelaat, alleen voor het pleiaier om hem te hooren hoesten. En hg was zeker daar alleen voor gekomen, want hjj ging dadelgk de kamer weer uit en moet wel erge haast hebben gehad, want Raymond zag hem niet aan tafel mee ontbjjten, zooals de andere heeren, die uit Parjjs kwamen om papa te spreken. Hjj was zeker alleen gekomen om hem te hooren hoesten; en dat vond Ray mond heel grappig. Tegen het einde van het ontbjjt, toen Ray mond zijn zachte eitjes op had en een heel klein lamscoteletje, terwjjl hjj zijn koekjes knabbelde, die de pasteibakster, een heel goede vrouw alle dagen opzetteljjk voor hem bakte, omdat hij ze eens zoo lekker had gevonden, zei .zijn moeder: Raymond, zoudt ge het prettig vinden om een groote reis te doen, met papa en mama?" »01 neen 1" >Waarom niet?" »Omdat ik niet goed loop." »Maar wjj gaan in den trein." »Dan wel. Waar gaan we heen zoek in ernstige overweging te zullen nemen. Hare Majesteit onderhield zich nog eenige oogenblikken met de leden der delegatie en vroeg naar hun werkzaamheden. De verschillende afgevaardigden antwoordden dat, niettegenstaande hun werkzaamheden, zjj nog wel een uurtje konden vinden om zich aan de Hogerhuis-zaak te wijden. De delegatie was ten zeerste voldaan over de ontvangst, haar ten paleize ten deel gevallen. LIBERALE UNIE. Ook de kiesvereeniging Algemeen Belang te Utrecht heeft zich vereenigd met de punten, voorkomende op den beschrijvingsbrief voor de algemeene vergadering der Liberale Unie. BEUN l&EMJLN GEN JB3TZ. Bjj kon. besluit: zijn benoemd tot president der arr.-rechtb. te Assen mr E. Oosting, thans vice-president, en tot vice-president mr C. Tetrode, thans rechter in gemeld college; is benoemd tot inspecteur in algemeenen dienst bjj het dep. van financiën mr J. B. Kan jr, thans commies bjj genoemd dep. zjjn bevorderd: tot ingenieur van den Rijks waterstaat 2e kl. A. A. H. W. König, thans 3e kl.tot ingenieur 3e kl. J. P. van Ylissin- gen, thans adspirant-ingenieuren is benoemd tot adspirant-ingenieur V. J. P. de Blocq van Kuffeler, civiel-ingenieur te Groningen is de heer T. G. van Vogelpoel, arts, bg het personeel van den geneesk. dienst van het leger in N.-l., benoemd en aangesteld tot off. van gezondh. 2e kl. is de met verlof hier te lande aanwezige kap. der art. van het leger in N.-L, A. G. van Os, ter zake van lichaamsgebreken, eervol uit den militairen dienst ontslagen, met toeken ning van pensioen. lettereTeTkunst. Te Brussel is overleden de heer Max Sulzberger, redacteur der Etoile Beige. De overledene heeft jaren lang ook aan ons blad medegewerkt. De Belgische Brieven, die indertijd zoo zeer de aandacht trokken en verdienden, waren van zjjn hand. Ouderen onzer lezers zullen zich die brieven waarschjjnljjk nog wel herinneren. Jules Barbier, de bekende libretto-dichter, is overleden. Milaan en Rome hebben tegelijkertijd en première gehad van Mascagni's nieuwe opera Maskers. Te Rome was het succes on verdeeld, te Milaan toonde het publiek zich onvoldaan over de eerste acte. Later werd de indruk wat gunstiger. De vorst van Montenegro, de schoonva der van den koning van Italië, is ook tooneel- schrjjver. Hjj heeft een drama geschreven getiteldDe Keizerin van den Balkan, dat reeds in verschillende landen van Zuid-Europa is opgevoerd en waarschjjnljjk nog dit jaar ook te Berljjn voor het voetlicht zal komen. Een letterkundige van daar heeft onlangs te Cet- tinje een vertaling aangeboden, welke de vorst heeft goedgekeurd. MÜSÏOALÏA. Conservatorium-Kwartet. Vroeger jaren bezaten in ons land de meeste steden van eenige beteekenis een of meer vereenigingen voor z. g. kamermuziek. Bjj na allen echter, de een meer, de ander minder, leden een kwjjnend bestaan. Voor sommige dier vereenigingen werd de belangstelling zelfs zoo gering dat het voor de uitvoerenden te ondankbaar en te kostbaar werd om daar mede voort te gaan, en anderen trachtten, meestal gesteund door de een of andere mae- cénas, den levensdraad te rekken, doch van groote belangstelling en dus van een bloeiend bestaan was nergens sprake. Daar verschijnt als een ster aan den hemel trans het Boheemsch-kwartet. Natuurljjk was in den beginne, zooals wjj dat steeds hier te lande gewoon zjjn, de belangstelling ook voor dit kwartet niet groot. Wat zouden die Bohemers nu ook nog voor nieuws op het gebied van kamermuziek ons kunnen brengen, zoo werd geredeneerd. Na enkele uitvoeringen echter staat publiek en critiek als het ware verstomd. Geen woor den van bewondering waren er genoeg te vin den over zulk een opvatting en voordracht Zoo'n machtige en edele toonproductie, zulk »Dat zult ge wel zien", zei zjjn vader. »Wg vertrekken morgenochtend." Kunnen wjj Guita niet meenemen vroeg Raymond. »Wie is Guita?" »Het meisje dat rozen verkoopt, de kleine Boheemsche. Zjj komt eiken morgen voorbjj." »0 ja, nu herinner ik mg. Neen, dat kan niet", antwoordde de vader. »Maar wjj zullen zorgen dat men alle dag van haar koopt, al zijt gij niet hier." »0 ja, laat men dat niet vergeten." De heer Texier heeft een zeer vluggen snel trein gekozenin twee minuten is men ver buiten de stad, in tien minuten heeft men alle dorpen, die het kind kent, achter zich kleine leien kerktorens, die boven hooge daken uitsteken, verdwjjnende boomen loo pen langs den trein weg er zijn uitgestrekte weilanden, waarin paarden hollen als gekken. Er zjjn stations, waar men ophoudt en waar menschen met manden vol taartjes aan het portier kwamen, die zjj den reizigers aanbie den en dan gaat het maar weer voort. Het kind kijkt uit het raampje naar lieden, die hun spaden laten rusten om beter te kunnen zien, roode daken glinsteren, hooibergen flik keren als brandend stroo; men rjjdt voorbjj huizen, die zich achieljjk achter een groep boomen verschailen, maar toch niet zoo gauw of de zwanen hebben nog tjjd om hun vjjver een juiste dynamiek, in één woord, een zoo aan het volmaakte grenzende ensemble had men nooit gehoord. Iedereen zou en moest deze sublieme kunst hooren, en het enthousiasme nam hier endaar men denke slechts aan de eerste auditie van dit kwartet alhier zulke proportion aan, dat men niet anders dacht of het publiek was in één slag voor dit genre van muziek gewonnen. Wat te verwachten was na het enorm succes der Bohemers, gebeurde reeds spoedig. Als paddestoelen uit den grond n. 1. ontstonden er kwartetvereenigingen. Reeds lang dood gewaande vereenigingen verrezen uit hunne assche kunstkring- en andere nieuwe kwar tetten werden dagelijks aangekondigd, en sommige steden waren zelfs al heel spoedig in het bezit van een twee- of drietal combi naties. Waarop dit alles zou uitloopen was niet moeiljjk te voorspellen; reactie moest er komen, vooral daar het reeds spoedig bleek dat er veel kaf onder het koren was. Intusschen, het enthousiasme, door het Bo- heemsch kwartet verwekt, bleek van invloed te zjjn geweest, en had ten goede gewerkt. De belangstelling voor kamermuziek was over het algemeen grooter geworden. Die belangstelling echter was van korten duur, want reeds spoedig bemerkte men dat, al heeft men met artisten van de grootst© be kwaamheden te doen, zjj nog zeer verre van een kunst als die der Bohemers kunnen bïjjven. Zou er dan ook wel een kunstbeoefening moeiljjker zjjn dan die van het kwartetspel P Hierin toch worden de hoogste eisohen de uitvoerenden gesteld. Techniek en intonatie moeten aan het ideale grenzende kleinste kleinigheden behooren tot haar recht te komen het groote euvel van te veel uit deomljjsting te willen treden dient geheel vermeden, maar bovenal het elkaar begrijpen en het hierdoor tot in de geringste bg zonderheden verkrjjge» van één opvatting omtrent het uit te voeren werk, dit is voor kwartetspel gebiedend. Mjjn inziens schuilt dan ook de groote kracht der Bohemers in het volmaakt bezit van die eigenschappen. Dat hun volkskarakter, hun nationaliteit, en dan nog wel van zulk een muzikale, daartoe ook veel bijdraagt valt echter niet te ont kennen. Herinner ik mjj goed, dan is ook het Am- sterdamsch Conservatorium kwartet eerst na het optreden der Bohemers ontstaan. Nu, dat succes der Bohemers was dan ook om van te watertanden, en het is begrjjpeljjk dat b| vier zulke eminente artisten als Joseph Cramer (na diens overljjden opgevolgd door Bram Eldering), André Spoor, Hofmeester en Mossel de lust ontstond om zich eveneens, meer dan voorheen, aan deze verheven kunst te wjjde*. En welke resultaten de samenwerking dezer vier kunsteaaars heeft opgeleverd, daarvan heb ben wij onB VrgdagavonA kunnen overtuigen en genieten. Reeds aan zeer strenge eischen kan het ensemble voldoen, en dat heeft te meer be teekenis als men weet dat elk der mede werkenden een zeer drukken werkkring heeft, en dus de kwartet-beoefening niet als hoofd zaak kan worden beschouwd. Mozart's zonnig C dur kwartet, dat als het ware van expressieve melodische thema's harmonische schoonheden overvloeit, was eea heèrljjk begin van dezen klassieken avond. De vertolking daarvan was hoogst artistiek, doch zjj had in sommige deelen, bv. het Allegro molto, ruBtiger kunnen zjjn. Ook waren hierin de attacca's niet altjjd zoo zeker als dit later in Schubert's kwartet het geval was. Het Andante Contabile en niet minder het Menuetto werden echter weergegeven op een wjjze die de kunst van de uitvoerenden in de hoogste mate deed bewonderen. Een prachtvol zilvergeluid wist het viertal in deze deelen te ontwikkelen. In Schuberts D mott kwartet eohter ko* men het kunnen dezer kunstenaars eerst i* zjjn vollen glans aanschouwen. De auditie van dit zeer moeilgke opus was schitterend. Vooral het heerljjke Andante con moto met zjjne variaties werd met prachtvolle schakeering en juiste, sobere voordracht ten gehoore ge bracht, en niet minder was dit het geval met het fijngeestige Scherzoalsmede met het technisch zware en zeer scherp omljjnd uitge voerde Presto even te doen rimpelen, of de pauw om zjjn staart op te zetten en te pronkenkleine kinderen springen van de stoepen om met den trein mee te loopen, maar voorzichtige lieden houden hen tegen. Men komt weer aan een stationdaar is een stad, met straten en vroolgk pratende menschen, «Gaan we hierheen vraagt het kind. »Neen, hier nemen wg een rgtuig." »En waar gaan we met dat rgtuig heen P" »Naar het feeënland", zegt de moeder lachend. Men rjjdt weg met twee groote, sterke paarden, die met de koppen schudden om hunne schellen te doen klinken; dat is een eentonige, slaperige muziek; voort gaat het door vlakten, waarin lange houten staken staan, begroeid met bladeren. Dit heeft het kind nog nooit gezien. »Het is hop", zegt de vader. En het kind kjjkt. Maar hier is een dorp de kippen op straat stuiven verschrikt weg, de boerinnen groeten; op een groot wit gebouw staat een witte vogel, net als een zwaan, met een langen rooden bek naar het rgtuig te kjjke* sEen ooievaar," zegt papa, f Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1901 | | pagina 5