KMdMinde Courant
Meststoffen.
&ÏÏI6UERIEGUI.
BIJVOEGSEL
VAN DE
VAN
Maandag 21 Januari 1901, no 17.
(Slot).
Men heeft natuurlijk wel eens hooren spre
ken van het teruggaan van auperphoaphaat in
den grond, waardoor men verstaat, dat niét
alle percenten, die oorspronkelijk in water
oplosbaar waren, in den grond gebracht, in
water oplosbaar blijven.
Dit is, door hetgeen wij in ons vorig opstel
zeiden, gemakkelijk te verklaren.
Het phosphorzuur verbindt zich gaarne met
kalk. Wordt het nu als éen-basische phos-
phorzure kalk in een grond gebracht, die
tamelijk rijk is aan kalk, dan zal zich allicht
een gedeelte van het phosphorzuur, dat niet
dadelijk in water oplost, vereenigen met nog
een deel kalk, en twee-basische phosphorzure
kalk vormen, die langzaam in het koolzuur
houdende grondwater oplost.
Verloren gaat dus niets. Het deel, dat in
water oplosbaar blijft, komt onmiddelljjk tot
werking; het gedeelte, dat teruggegaan is,
komt iets latex tot oplossing en geeft de
nawerking van superphosphaat, die eiken
landbouwer bekend is.
Na deze voorafgaande beschouwingen willen
wjj even stilstaan bij het gebruik van Thomas-
slakkenmeel en superphosphaat, daarbij aan
nemende, dat beide stoffen aan het Rijksland
bouwproefstation onderzocht en goed bevon
den zijn.
In een prijscourant van Januari 1901 vinden
wij genoteerd
Superphosphaat 14 oplosbaar in water
franco aan boord 2.75
Thomas-phosphaatmeel 75 fijn meel
16 franco aan boord 2.275
17 id. 2.42 s
Volgens deze noteering, waarvan bij aanbe
steding in het groot nog wel iets afgaat
bij verscheidene aanbestedingen in 1900 liepen
de prijzen van superphosphaat franco ter
plaatse van ƒ2.40 tot 2.56 kost een percent
phosphorzuur oplosbaar in water 19,63 cent;
een percent phosphorzuur oplos
baar door plantenzuur 14,23
Het phosphorzuur in Thomas-slakkenmeel
is dus aanzienlijk goedkooper dan in super
phosphaat, maar wil men eene gelijke werking,
dan zal de hoeveelheid Thomas-slakkenmeel,
die men gebruikt, aanzienlijk veel grooter
moeten zijn dan van superphosphaat en zullen
de prijzen nagenoeg op hetzelfde neerkomen,
of in het voordeel zijn van superphosphaat.
Hoeveel phosphorzuur uit slakkenmeel den
planten ten goede komt, zulks is wij heb
ben dit reeds opgemerkt niet vooraf te
bepalen, maar laat ons eens aannemen, dat
17 %'s slakkenmeel in denzelfden tijd even
veel phosphorzuur ter beschikking der plan
ten stelt als 14 %'s superphosphaat, mits
men de hoeveelheid met 1/6 vermeerdert, dan
moet men tegen 600 KG superphosphaat per
hectare 700 KG slakkenmeel gebruiken.
600 KG superphosph. a 2.75 kosten 16,50,
700 KG slakkenmeel 2,42' ƒ16,97'
zoodat het gebruik van slakkenmeel bjj die
veronderstelling reeds duurder komt dan het
gebruik van superphosphaat.
Er wordt wel eens beweerd, dat slakken
meel meer aanhoudend werkt dan superphos
phaat als men daardoor verstaat de planten
langer van phosphorzuur voorziet dan super
phosphaat, dan geven wij dit gaarne toe, om
dat de zich daarin bevindende hoeveelheid phos
phorzuur moeiljjker oplosbaar is, maar of het
daarbij de planten wel van eene genoegzame
hoeveelheid phosphorzuur voorziet, dat mogen
wjj, juist op grond van die tragere werking,
betwijfelen.
Wanneer wjj daarbij in het oog houden, dat
het gebruikte superphosphaat altijd eene
2 Uit liet Fransch.
VAN
GUST AVE lAflM.
Als het een zomeravond was, nam zijn moe
der Raymond in de schemering mede en dan
hoorden zjj de schellen op den weg, met
populieren beplant, en het kleine paardje
draafde, draafde, totdat het vlak bij Raymond
stil hield, dien het herkende. En dan liet zijn
vader hem instappen om naast hem naar huis
te rjjden.
Men had aan Raymond gezegd dat hjj, als
hjj beter was, het nieuwe magazijn, dat naast
het oude gebouwd werd en veel grooter was,
mocht gaan zien. Hg wist dat de heer Texier
voor de vrouwen had gereed gemaakt hetgeen
Raymond reeds voor de mannen gezien had,
en de kleine Btelde zich allerlei wonderen voor
van mooie japonnen, lichte stoffen en ge
maakte bloemen en al de mooie dames van
de Promenade, al de boerinnen en al de kleine
meisjes, samen komende om, onder den wel-
willenden invloed van zjjn vader mooier en
prachtiger getooid te worden. Maar hg moest
wachten, heel zoet zjjn en geduldig de prenij es
kijken, die hjj nu nog veel mooier kreeg,
nawerking toont op de tweede vrucht, üail
behoeft men ook om de meer aanhoudende wer
king het Thomas-slakkenmeel niet aan te
prjjzen boven het superphosphaat.
Er is nog eene andere reden, waarom som
migen aan Thomas-phosphaatmeel de voor
keur meenen te moeten geven.
Superphosphaat, zoo redeneeren zij, bevat
het phosphorzuur oplosbaar in water; strooit
men deze meststof in het najaar, dan loopt
men veel gevaar, dat een groot gedeelte daar
van, in water opgelost, met het water door
zakt en hoegenaamd geen voedsel aan de
plant geeft.
Voor dat doorzakken behoeft volstrekt geen
vrees te bestaan, zelfs niet eens in lichte gron
den, want er zijn in eiken bouwgrond zooveel
stoffen om zich met de geringe hoeveelheid
phosphorzuur, die men in den akker brengt,
te verbinden en het daarna zonder eenig ver
lies aan de planten toe te voeren, dat ook
uit dat oogpunt beschouwd het superphosphaat
niet bij het slakkenmeel behoeft achter te staan.
Hit het bovenstaande zal het den lezer dui
delijk geworden zijn, dat wjj in alle gevallen
aan superphosphaat de voorkeur geven boven
Thomas-slakkenmeel.
Niet dat wij daarom aan het Thomas-slak
kenmeel geene groote waarde toekennen als
phosphorzuur houdende meststofdat zjj verre
van onsmaar wjj willen waarschuwen tegen
de overschatting van die waarde, vooral
op dezen grond, dat men van Thomas-phos-
phaten niet kan bepalen, welke hoeveelheid
phospho'-zuur den planten te goede komt.
O. i. zoude het niet van belang ontbloot
zijn in deze richting proeven te nemen door
een akker van volkomen gelijke grondsgesteld
heid te verdeelen in verschillende veldjes, die
te bezaaien met vier of meer verschillende
cultuurgewassen, gemest met hoeveelheden
Thomas-slakkenmeel en superphosphaat, op
klimmende van 4 tot 800 KG per hectare,
terwijl de andere aangebrachte meststoffen in
geljjke hoeveelheid worden gegeven.
Door deze proeven te nemen op zware,
lichtere en lichte gronden, zoude men wellicht
tot eenige verhoudingscijfers komen, die ons
bij het gebruik van beide meststoffen van
nut zouden kunnen zijn,
En nu onze conclusie.
Wij ontraden het gebruik van Thomas-
slakkenmeel niet, maar wjj geven de voorkeur
aan 14 of 18 pct's superphosphaat.
Gebruiken wij van het 14 pets 600 KG,
dan is eene hoeveelheid van 470 KG per
hectare voldoende, als wjj superphosphaat
strooien van 18%.
Bij het gebruik van Thomas-slakkenmeel
zouden wij niet minder drurven uitstrooien
dan 7 h 800 KG per hectare.
Deze hoeveelheden worden algemeen vol
doende geacht voor de gronden in onze pro
vincie, hoewel in enkele deelen daarvan nog
meer wordt gebruikt.
Karnjj-bemesting.
Is de grond buitengewoon vruchtbaar, dan
heeft de Karwjj niets noodig dan eene Chili-
bemesting in het tweede jaar. De hoeveelheid
daarvan kan bedragen van 3 tot 4 honderd
KG per hectare.'
Ia de grond minder vruchtbaar, dan geeft
men vroeg in het najaar eene bemesting met
superphosphaat 14% tegen 600 KG per hec
tare, en doet die volgen door eene bemesting
met Chili-salpeter, ongeveer 70 KG per HA.
Vroeg in het vooqaar geve men dan nog
eene bemesting van Chili-salpeter van 200 KG,
eveneens per HA.
In den regel is de Karwjj zeer dankbaar
voor eene voldoende bemesting met Chili-
salpeter.
Chili-salpeter bij Vlinderbloemigen.
Alle vlinderbloemigen zjjn stikstofverzame
laars; die r«gel van Hel lr ie gel is algemeen
bekend. Zij nemen dus stikstof op uit de
lucht en brengen die, onder gunstige om
standigheden, over in den grond.
Zjj verzamelen dus stikstof voor de planten,
die na haar gezaaid worden.
Dat sluit intusschen niet uit, dat ook hare
wortels stikstof uit den grond opnemen, als
zjj die daarin vinden.
maar die hjj minder vermakelijk vond, en het
mooie speelgoed, dat uit Parjjs kwam, waar
men het zeker veel mooier maakte dan er
gens anders en hjj moest altijd maar
stil liggen op de rustbank voor het raam,
Somtjjds zond de heer Texier uit zjjn magazjjn.
waar hjj alles zag en alles bevelen kon, ver-
wonderljjke zaken en ongeloofeljjk knappe
lieden. De bediende schelde, men opende het
raam, en daar waren geleerde honden en apen,
apen met merkwaardige hoeden op en jasjes
aan en honden, die allerlei kunstjes deden, en
acrobaten en muzikanten, die alles van buiten
kenden en deuntjes uit alle landen speelden
Dat alles was zeer vermakeljjk, maar Raymond
hoorde toch nog liever Guita voorbjjgaan, met
haar ^sGuiguerleguiWie koopt er rozen,
roode rozen, gele rozen
Dien dag, toen Raymond meende dat men
hem kwam aankleeden voor hetontbjjt, trad
zjjn moeder binnen en zei»Ik zal u den weg
wjjzen" tot een heer met een lintje in zjjn
knoopsgat, en achter dien heer kwam de
heer jTexier en mama zei tot Raymond:
»Die mjjnheer komt expres uit Parjjs om je
te zien."
En die mjjnheer bekeek Raymond goed en
vroeg hem hoe hjj het maakte; en Raymond
beklaagde zich dat hjj niet loopen kon, ver
telde dat hjj naar de Promenade wilde, spelen
by de muziek, dat 's.nachts zjjn oogen dikwijls
Daarom meenen wij, teneinde de jonge plant
spoedig tot ontwikkeling te brengen, het ge
bruik van eene niet te groote hoeveelheid
Chili-salpeter, 60 tot 80 KG per hectare, wel
te mogen aanbevelen. Deze moet dan tegelijk
met het zaad worden ondergeè'gd.
Bruine en andere boonen behooren ook tot
de vlinderbloemigen. Beer bevat eene aan-
zienljjke hoeveelheid stikstof en de werking
daarvan op de boonen is bij gebruik dadelijk
merkbaar.
Verder lette men nog op het volgende
Op de bladeren van stam- en stoksnjjboonen
ziet men soms heldergele vlekkenaan de
onderzijde van het blad vertoonen zich dan
kleine puistjes, waaruit eerst een witachtig
stof voortkomt; later ziet men kaneelkleurige,
eindeljjk donkerbruine stof hoopjes en de plan
ten, hierdoor aangetast, kwjjnen.
In de Ziekten en beschadigingen dei- Kuituurge
wassen van prof. drJ. Ritsema Bos vindt
men, in het eerste deel op bladz. 83, dat die
puistjes de bekerzwammen, het witte stof de
bekersporenhet kaneelkleurige de zomer-, en
het donkerbruine stof de wintersporen zjjn van
eene roestsoort Uromycus appendiculatus Link.)
Bemerkt men deze ziekte op de bladeren
der stokboonen, dan maakt men met den hak
voortjes bjj de planten, zonder de wortels te
raken, van ongeveer 10 a 12 cM diep en vult
die met secreetmest, dien men, om de onaan
gename reuk daarvan in den tuin te voorko
men, door toevoeging van opgelost jjzervi-
triool reukeloos heeft gemaakt.
Men herhaalt deze toevoeging driemaal om
de drie of vier dagen, snjjdt voorzichtig de
geheel verschrompelde bladeren weg, die men
tot voorkoming van verdere verpreiding ver
brandt, en men zal weldra zien, dat de boo
nen ophouden te kwjjnen, en zich na eenige
dagen geheel herstellen.
Sommigen zullen bevreesd zjjn, dit middel
toe te passen in de warme dagen van Juli, in
welken tijd deze ziekte zich het meest ver
toont. Wanneer zjj bij het maken der voor
tjes slechts zorgen, dat de wortels der planten
niet geraakt worden, kunnen zij deze bewer
king verrichten, zelfs op het midden van den
dagal was het dan ook zóó heet, dat de
mosschen op het dak zaten te gapen, volgens
Hildebrand de grootst mogeljjke hitte,
die men zich in Nederland kan voorstellen.
Proeven, door ons reeds verscheidene malen
genomen, bleken steeds steekhoudend te zjjn
en bewjjzen dat eene stikstof bemesting op
vlinderbloemigen niet zonder uitwerking blijft.
Middelburg 19 Januari.
HERVORMDE KERK.
Naar aanleiding van het nieuwe program
van den Christeljjk-Historischen Kiezersbond
vraagt De Standaard Welke plaats de Her
vormde Kerk in het Nederlandsche staatsleven
inneemt, maar het antwoord op die vraag
zullen wjj schuldig blijven. De redactie van
De Standaard weet zelve 't best welke die plaats
is en wie voortdurend tracht de Hervormde
Kerk van hare plaats te dringen. Wjj herin
neren haar ook aan ons stukjePolemiek"
en aan hetgeen wjj daarin hebben gezegd over
onze houding tegenover vragen, die schjjnbaar
onschuldig luiden, maar toch niet alleen zjjn
gesteld met de bedoeling om licht te versprei
den of om ons goed te doen.
Deze alles behalve vriendelijke opmerking
richt V. in Het Nederlandsch Dagblad (Chais-
teljjk Historisch orgaan) tot dr. Kuyper.
En zeker niet zonder reden
HET HOGERHUIS-COMITÉ BIJ
BE KONINGIN.
Dit comité werd Vrijdag door de Koningin,
in tegenwoordigheid van een hofdame en eenige
heeren der hofhouding, ten paleize in audiëntie
ontvangen.
H. M. de Koningin trad dadelgk bij Hare
binnenkomst in de audiëntiezaal toe op den
heer Götze, die bg de aanbieding eenige
woorden tot toelichting sprak.
Hg uitte de hoop dat het comité een geluk
kig uur mocht hebben gekozen tot het vragen
om gratie voor de drie gebroeders.
H. M. de Koningin beloofde het gratiever-
heelemaal open bleven. De mijnheer wilde
'weten hoe Raymond adem haalde en mevrouw
Texier noodigde hem uit zjjn hoofd op de
borst van Raymond te leggen. De mijnheer
wilde dat Raymond hoestte en het kind hoestte
lachende, ofschoon het hem een beeije pijn
deed; maar die mjjnheer was toch heel zon
derling om zoo heelemaal uit Parjjs te komen
met zijn ernstig gelaat, alleen voor het pleiaier
om hem te hooren hoesten. En hg was zeker
daar alleen voor gekomen, want hjj ging
dadelgk de kamer weer uit en moet wel erge
haast hebben gehad, want Raymond zag hem
niet aan tafel mee ontbjjten, zooals de
andere heeren, die uit Parjjs kwamen om papa
te spreken. Hjj was zeker alleen gekomen
om hem te hooren hoesten; en dat vond Ray
mond heel grappig.
Tegen het einde van het ontbjjt, toen Ray
mond zijn zachte eitjes op had en een heel
klein lamscoteletje, terwjjl hjj zijn koekjes
knabbelde, die de pasteibakster, een heel goede
vrouw alle dagen opzetteljjk voor hem bakte,
omdat hij ze eens zoo lekker had gevonden,
zei .zijn moeder: Raymond, zoudt ge het
prettig vinden om een groote reis te doen,
met papa en mama?"
»01 neen 1"
>Waarom niet?"
»Omdat ik niet goed loop."
»Maar wjj gaan in den trein."
»Dan wel. Waar gaan we heen
zoek in ernstige overweging te zullen nemen.
Hare Majesteit onderhield zich nog eenige
oogenblikken met de leden der delegatie en
vroeg naar hun werkzaamheden.
De verschillende afgevaardigden antwoordden
dat, niettegenstaande hun werkzaamheden, zjj
nog wel een uurtje konden vinden om zich
aan de Hogerhuis-zaak te wijden.
De delegatie was ten zeerste voldaan over
de ontvangst, haar ten paleize ten deel gevallen.
LIBERALE UNIE.
Ook de kiesvereeniging Algemeen Belang te
Utrecht heeft zich vereenigd met de punten,
voorkomende op den beschrijvingsbrief voor
de algemeene vergadering der Liberale Unie.
BEUN l&EMJLN GEN JB3TZ.
Bjj kon. besluit:
zijn benoemd tot president der arr.-rechtb.
te Assen mr E. Oosting, thans vice-president,
en tot vice-president mr C. Tetrode, thans
rechter in gemeld college;
is benoemd tot inspecteur in algemeenen
dienst bjj het dep. van financiën mr J. B.
Kan jr, thans commies bjj genoemd dep.
zjjn bevorderd: tot ingenieur van den Rijks
waterstaat 2e kl. A. A. H. W. König, thans
3e kl.tot ingenieur 3e kl. J. P. van Ylissin-
gen, thans adspirant-ingenieuren is benoemd
tot adspirant-ingenieur V. J. P. de Blocq van
Kuffeler, civiel-ingenieur te Groningen
is de heer T. G. van Vogelpoel, arts, bg
het personeel van den geneesk. dienst van het
leger in N.-l., benoemd en aangesteld tot off.
van gezondh. 2e kl.
is de met verlof hier te lande aanwezige
kap. der art. van het leger in N.-L, A. G. van
Os, ter zake van lichaamsgebreken, eervol uit
den militairen dienst ontslagen, met toeken
ning van pensioen.
lettereTeTkunst.
Te Brussel is overleden de heer Max
Sulzberger, redacteur der Etoile Beige.
De overledene heeft jaren lang ook aan ons
blad medegewerkt. De Belgische Brieven, die
indertijd zoo zeer de aandacht trokken en
verdienden, waren van zjjn hand.
Ouderen onzer lezers zullen zich die brieven
waarschjjnljjk nog wel herinneren.
Jules Barbier, de bekende libretto-dichter,
is overleden.
Milaan en Rome hebben tegelijkertijd
en première gehad van Mascagni's nieuwe
opera Maskers. Te Rome was het succes on
verdeeld, te Milaan toonde het publiek zich
onvoldaan over de eerste acte. Later werd de
indruk wat gunstiger.
De vorst van Montenegro, de schoonva
der van den koning van Italië, is ook tooneel-
schrjjver. Hjj heeft een drama geschreven
getiteldDe Keizerin van den Balkan, dat reeds
in verschillende landen van Zuid-Europa is
opgevoerd en waarschjjnljjk nog dit jaar ook te
Berljjn voor het voetlicht zal komen. Een
letterkundige van daar heeft onlangs te Cet-
tinje een vertaling aangeboden, welke de vorst
heeft goedgekeurd.
MÜSÏOALÏA.
Conservatorium-Kwartet.
Vroeger jaren bezaten in ons land de meeste
steden van eenige beteekenis een of meer
vereenigingen voor z. g. kamermuziek. Bjj na
allen echter, de een meer, de ander minder,
leden een kwjjnend bestaan. Voor sommige
dier vereenigingen werd de belangstelling
zelfs zoo gering dat het voor de uitvoerenden
te ondankbaar en te kostbaar werd om daar
mede voort te gaan, en anderen trachtten,
meestal gesteund door de een of andere mae-
cénas, den levensdraad te rekken, doch van
groote belangstelling en dus van een bloeiend
bestaan was nergens sprake.
Daar verschijnt als een ster aan den hemel
trans het Boheemsch-kwartet. Natuurljjk was
in den beginne, zooals wjj dat steeds hier te
lande gewoon zjjn, de belangstelling ook voor
dit kwartet niet groot.
Wat zouden die Bohemers nu ook nog voor
nieuws op het gebied van kamermuziek ons
kunnen brengen, zoo werd geredeneerd. Na
enkele uitvoeringen echter staat publiek en
critiek als het ware verstomd. Geen woor
den van bewondering waren er genoeg te vin
den over zulk een opvatting en voordracht
Zoo'n machtige en edele toonproductie, zulk
»Dat zult ge wel zien", zei zjjn vader.
»Wg vertrekken morgenochtend."
Kunnen wjj Guita niet meenemen
vroeg Raymond.
»Wie is Guita?"
»Het meisje dat rozen verkoopt, de kleine
Boheemsche. Zjj komt eiken morgen voorbjj."
»0 ja, nu herinner ik mg. Neen, dat
kan niet", antwoordde de vader. »Maar wjj
zullen zorgen dat men alle dag van haar
koopt, al zijt gij niet hier."
»0 ja, laat men dat niet vergeten."
De heer Texier heeft een zeer vluggen snel
trein gekozenin twee minuten is men ver
buiten de stad, in tien minuten heeft men
alle dorpen, die het kind kent, achter zich
kleine leien kerktorens, die boven hooge
daken uitsteken, verdwjjnende boomen loo
pen langs den trein weg er zijn uitgestrekte
weilanden, waarin paarden hollen als gekken.
Er zjjn stations, waar men ophoudt en waar
menschen met manden vol taartjes aan het
portier kwamen, die zjj den reizigers aanbie
den en dan gaat het maar weer voort. Het
kind kijkt uit het raampje naar lieden, die
hun spaden laten rusten om beter te kunnen
zien, roode daken glinsteren, hooibergen flik
keren als brandend stroo; men rjjdt voorbjj
huizen, die zich achieljjk achter een groep
boomen verschailen, maar toch niet zoo gauw
of de zwanen hebben nog tjjd om hun vjjver
een juiste dynamiek, in één woord, een zoo
aan het volmaakte grenzende ensemble had
men nooit gehoord.
Iedereen zou en moest deze sublieme kunst
hooren, en het enthousiasme nam hier endaar
men denke slechts aan de eerste auditie
van dit kwartet alhier zulke proportion
aan, dat men niet anders dacht of het publiek
was in één slag voor dit genre van muziek
gewonnen.
Wat te verwachten was na het enorm succes
der Bohemers, gebeurde reeds spoedig. Als
paddestoelen uit den grond n. 1. ontstonden
er kwartetvereenigingen. Reeds lang dood
gewaande vereenigingen verrezen uit hunne
assche kunstkring- en andere nieuwe kwar
tetten werden dagelijks aangekondigd, en
sommige steden waren zelfs al heel spoedig
in het bezit van een twee- of drietal combi
naties. Waarop dit alles zou uitloopen was
niet moeiljjk te voorspellen; reactie moest er
komen, vooral daar het reeds spoedig bleek
dat er veel kaf onder het koren was.
Intusschen, het enthousiasme, door het Bo-
heemsch kwartet verwekt, bleek van invloed
te zjjn geweest, en had ten goede gewerkt.
De belangstelling voor kamermuziek was over
het algemeen grooter geworden.
Die belangstelling echter was van korten
duur, want reeds spoedig bemerkte men dat,
al heeft men met artisten van de grootst© be
kwaamheden te doen, zjj nog zeer verre van
een kunst als die der Bohemers kunnen bïjjven.
Zou er dan ook wel een kunstbeoefening
moeiljjker zjjn dan die van het kwartetspel P
Hierin toch worden de hoogste eisohen de
uitvoerenden gesteld. Techniek en intonatie
moeten aan het ideale grenzende kleinste
kleinigheden behooren tot haar recht te komen
het groote euvel van te veel uit deomljjsting
te willen treden dient geheel vermeden, maar
bovenal het elkaar begrijpen en het hierdoor
tot in de geringste bg zonderheden verkrjjge»
van één opvatting omtrent het uit te voeren
werk, dit is voor kwartetspel gebiedend.
Mjjn inziens schuilt dan ook de groote
kracht der Bohemers in het volmaakt bezit
van die eigenschappen.
Dat hun volkskarakter, hun nationaliteit, en
dan nog wel van zulk een muzikale, daartoe
ook veel bijdraagt valt echter niet te ont
kennen.
Herinner ik mjj goed, dan is ook het Am-
sterdamsch Conservatorium kwartet eerst na
het optreden der Bohemers ontstaan. Nu, dat
succes der Bohemers was dan ook om van
te watertanden, en het is begrjjpeljjk dat b|
vier zulke eminente artisten als Joseph Cramer
(na diens overljjden opgevolgd door Bram
Eldering), André Spoor, Hofmeester en Mossel
de lust ontstond om zich eveneens, meer dan
voorheen, aan deze verheven kunst te wjjde*.
En welke resultaten de samenwerking dezer
vier kunsteaaars heeft opgeleverd, daarvan heb
ben wij onB VrgdagavonA kunnen overtuigen
en genieten.
Reeds aan zeer strenge eischen kan het
ensemble voldoen, en dat heeft te meer be
teekenis als men weet dat elk der mede
werkenden een zeer drukken werkkring heeft,
en dus de kwartet-beoefening niet als hoofd
zaak kan worden beschouwd.
Mozart's zonnig C dur kwartet, dat als het
ware van expressieve melodische thema's
harmonische schoonheden overvloeit, was eea
heèrljjk begin van dezen klassieken avond.
De vertolking daarvan was hoogst artistiek,
doch zjj had in sommige deelen, bv. het Allegro
molto, ruBtiger kunnen zjjn. Ook waren hierin
de attacca's niet altjjd zoo zeker als dit
later in Schubert's kwartet het geval was.
Het Andante Contabile en niet minder het
Menuetto werden echter weergegeven op een
wjjze die de kunst van de uitvoerenden in de
hoogste mate deed bewonderen. Een prachtvol
zilvergeluid wist het viertal in deze deelen te
ontwikkelen.
In Schuberts D mott kwartet eohter ko*
men het kunnen dezer kunstenaars eerst i*
zjjn vollen glans aanschouwen. De auditie van
dit zeer moeilgke opus was schitterend.
Vooral het heerljjke Andante con moto met zjjne
variaties werd met prachtvolle schakeering
en juiste, sobere voordracht ten gehoore ge
bracht, en niet minder was dit het geval met
het fijngeestige Scherzoalsmede met het
technisch zware en zeer scherp omljjnd uitge
voerde Presto
even te doen rimpelen, of de pauw om zjjn
staart op te zetten en te pronkenkleine
kinderen springen van de stoepen om met
den trein mee te loopen, maar voorzichtige
lieden houden hen tegen. Men komt weer
aan een stationdaar is een stad, met straten
en vroolgk pratende menschen,
«Gaan we hierheen vraagt het kind.
»Neen, hier nemen wg een rgtuig."
»En waar gaan we met dat rgtuig heen P"
»Naar het feeënland", zegt de moeder
lachend.
Men rjjdt weg met twee groote, sterke
paarden, die met de koppen schudden om
hunne schellen te doen klinken; dat is een
eentonige, slaperige muziek; voort gaat het
door vlakten, waarin lange houten staken
staan, begroeid met bladeren. Dit heeft het
kind nog nooit gezien.
»Het is hop", zegt de vader.
En het kind kjjkt. Maar hier is een dorp de
kippen op straat stuiven verschrikt weg, de
boerinnen groeten; op een groot wit gebouw
staat een witte vogel, net als een zwaan, met
een langen rooden bek naar het rgtuig te kjjke*
sEen ooievaar," zegt papa,
f Wordt vervolgd.)