N°. 13. 144" Jaargang. 1901. Woensdag 16 Januari. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prjjs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p.,/2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer. Middelburg 15 Jan. 8 u. vm. 28 gr. 12 u. 33 gr. av. 4u. 35 gr. F.Verw. mat. Z.O. wind bew., vorst. Agenten. Te Vlissingen: C. N. J. de Vet Mestdagh; te Goes: A. C. Boluyt, firma Wed. de Jonge. A.dvertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Aan., N.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam. Schrikbeelden of beginselen? III Slot. Komen wij nu ten slotte nog even terug op de twee hoofdpunten der voorstellen van het Unie-bestuurpunten die de meeste en de felste bestrijding ondervindenden eisch tot grondwetsherziening om algemeen kies recht mogelijk te makenen de urgentie voor zulk eene herziening. Over algemeen kiesrecht is al zooveel ge schreven dat wij daarover waarlijk niet meer in den breede behoeven uit te weiden Sedert het oogenblik September- October van het jaar 1884 dat in ons blad door den heer dr P. C. F. Frowein een pleidooi is geleverd voor algemeen kies recht wat toen nog als een gebeurtenis en eene zekere stoutheid werd beschouwd, zijn de opvattingen daaromtrent heel wat gewijzigd. De ideeën marcheeren, en vaak snel ook, in de laatste jaren. En toch zijn er nog wien men schrik kan aanjagen met dat kiesrecht. En waarom Onder anderen omdat dan dat recht in handen komt van onbevoegden, omdat dan invloed zal worden uitgeoefend door de z.g. groote massa! Mogen wij dien vreesachtigen eens vragen of de kiezers van heden allen zoo bevoegd, zoo bekwaam, zoo zelfstandig zijn? Of het billijk is dat eene kiesrechtregeling, als nu bestaat, aan tal van weinig ontwik kelde elementen, vooral ten plattelande, het kiesrecht verschaft, zelfs aan menschèn die niet lezen of schrijven kunnen, terwijl tal van meer ontwikkelde personen uit allerlei kringen in de steden zijn uitgesloten Wie daarover eens ernstig nadenkt, zal wel tot de overtuiging moeten komen, dat het vaak niet erger kan; en dat eer ver betering dan verergering van den toestand het gevolg van de invoering van algemeen kiesrecht zijn moet. En wie het dezer dagen nog geopperde bezwaar deelt dat die „min-ontwikkelden" uit de volksklasse éénzijdig zijn, slechts oog voor de belangen van ééne klasse hebben, zoodat aan hen het kiesrecht toe te kennen niet bevorderlijk kan zijn voor de alge- meene welvaarthij leze het volgende dat de Arnh. Crt. zoo juist schreef: „De praemisse totzekere hoogte toege vende, betwisten wij echter de juistheid der conclusie. Wat is er van die „alge- meene-welvaart" in onze tegenwoor dige maatschappelijke verhoudingen? Is 't de schreeuwende tegenstelling tusschen grooten rijkdom en diepe ellende, welke men overal waarnemen kan, en juist 't meest in de dichtbevolkte centra, die naar 't uiterlijk 't meest bloeien en in welvaart vooruitgaan. Yoor zoover op die onge lijkheid de wetgeving van invloed is, ligt juist daarin eene beschuldiging tegen de eenzijdigheid der bezittende klassen, welke tot heden alléén op de wetgeving invloed konden oefenen. De eenzijdigheid der ar beidende klasse met betrekking tot hare belangen betwisten wij dan ook niet, mits men slechts niet de oogen sluite voor het egoïsme der andere klassen, die door 't bezit der macht daaraan in een aantal wet ten hebben kunnen toegeven. Yan de wel vaart wordt op zeer ongelijkmatige wijze geprofiteerdop de verdeeling van den maatschappelijken rijkdom wordt door de wetgeving een zeer groote invloed uitge oefend in die wetgeving worden ingevolge een zeer gebrekkig kiesrecht, dat hoofd zakelijk gebaseerd is op het bezit, gemeen lijk in de allereerste plaats de belangen der bezittende klassen behartigd; en wat is nu billijker dan dat in dezen onbillijken toe stand zooveel mogelijk evenwicht gebracht wordt door de „min-ontwikkelden" evenzeer in de gelegenheid te stellen om voor hunne In het nommer dezer courant van Vrjjdag 13 Maart 1891 betuigde dezelfde heer Frowein, in een artikelHet Ontwerp-Manifest der Libe rale Unie, zjjne vreugde en instemming met dat manifest, vooral om de daarin voorko mende clausule aangaande het kiesrecht, of, zooals het manifest zeide, Kiesbevoegdheid. belangen te waken, gelijk de meer-ont- wikkelden en meer-gegoeden het reeds meer dan een halve eeuw hebben kunnen doen? Het verwijt der eenzijdigheid, tot de arbei dende klassen en hare leiders gericht, is geenszins ongerechtvaardigd; maar wie 't uitspreekt, herinnere zich daarbij het spreek woord van den balk en den splinter. Egoïsme is niet alleen een eigenschap der arbei dende klassen, maar van de menschen in 't algemeen." Er is dezer dagen ook weer, voor de zooveelste maal, gewezen op het buitenland. Alsof daar de vruchten van het algemeen kiesrecht zoo slecht zijn! „Maar bovendien men verlieze niet uit het oog, zooals hetzelfde Arnhemsche blad opmerkte, hoe in de verschillende landen het volkskarakter zoozeer verschilt, de om standigheden uiteenloopen en de wijze der toepassing van het algemeen kiesrecht op den uitslag van zulk een invloed is, dat ook op deze vergelijkingen stellig van toe passing is, dat zij alle mank gaan. Maar bovenal ook hierom kunnen vergelijkingen met andere landen zoo weinig indruk ma ken, omdat daarbij vooraf absoluut pleegt te worden uitgemaakt wat goed is en wat kwaad. De voorstanders van vrijen handel b. v. verwijst men naar het protectionisme in Duitschland, Frankrijk en Noord-Amerika; maar is dan de vrije handel het absoluut goede stelselen als de groote meerderheid eener natie daaromtrent anders oordeelt, zou dan toch maar tegen die meerderheid, desnoods door haar 't eerste staatsburger- reoht te onthouden, het vrijhandelstelsel moeten gehandhaafd blijven Wij ant woorden, hoewel zelf vooral voor ons land van het groote belang van den vrijen han del overtuigd, niettemin ontkennend, waaruit opnieuw moge blijken dat 't den voorstanders van algemeen kiesrecht niet te doen is om eene „speculatie" om hun wil te kunnen doordrijven, maar om hot beginsel van recht en rechtvaardigheid." Deze enkele opmerkingen meenden wij nog eens onder de aandacht der tegen standers van algemeen kiesrecht te moeten brengen. En wat nu de kwestie van urgentie betreft, wij herhalen wat wij meermalen schrevenvoor dat eene grondwetsherzie ning voldoende is voorbereid, gaat nog ge ruime tijd heen. Er moet dus heel wat worden geregeld, en in dien tusschentijd kunnen de gewone werkzaamheden geleidelijk worden voort gezet. Den geschikten tijd voor grondwetsher ziening te kiezen zij overgelaten aan het over leg der voorstanders. Die bepaling zal ook afhangen, zoo meenen wij, van de wetsontwerpen, wolke nog aanhangig zijn. Daarmee rekening te houden zou ons practische en goede poli tiek toeschijnen. De urgentie sluit dus volstrekt niet in dat men alleen en uitsluitend grondwetsherziening ter hand neemtmaar wel is het noodig, nu er geen programma van urgentie is, dat men dit hoofdpunt aan wij ze als van het grootste belang, en als het punt waarover candidaten en kies verenigingen elkaar in de eerste plaats dienen te verstaan. Men kan nu de candidaten toetsen, door hun de vraag voor te leggen zijt gij van meening dat een grondwetsherziening, als in 1 van het Hervormingsplan bedoeld, noodig is? Op dit hoofdpunt dient overeenstemming te bestaan tusschen kiezers en gekozenen en dit te doen aan het licht komen is onzes inziens de bedoeling van het voor stel van het Uniebestuur. Wat het kiesrecht betreft, zullen er, dunkt ons, onder de vrijzinnigen niet velen zijn die, na de proeven, genomen sedert het gebeurde met Tak's kieswet, durven beweren dat het nu goed is en eene afdoende herziening van ons kiesstel sel niet dringend noodig. De onrechtvaardigheden, telkens aan het licht gekomen als gevolg van de thans bestaande regeling, zijn zoo vele en liggen zoo voor de hand dat men wel blind zijn moet wanneer men die niet ziet. De urgentie van deze kwestie, in den door ons aangegeven en o. i. ook door hel bestuur der Liberale Unie bedoelden zin, heeft dus alle reden van bestaan. Moge dan ook op de vergadering, Zater dag 27 Januari door die Unie te Amster dam te houden, blijken van eene algemeene of groote instemming met het standpunt, dat het bestuur der vereeniging tegenover het kiesrecht-vraagstuk wil doen innemen. Het zal de kracht der Unie versterken en haar den steun van velen in den lande voor hare candidaten verschaffen. Want het is beter trouw te blijven aan eenmaal gehuldigde beginselen dan zich door schrikbeelden te laten afhouden van den goeden weg, die voert tot zuivering van onze politieke atmosfeer en ons be hoedt ontrouw te worden aan een vroeger ingenomen standpunt. Middelburg 15 Januari. JIELKVERKOOP DOOR GEMEENTEN. Wij ontvingen ter bespreking een brochure van den heer C. Donath, secretaris der gemeente Alkmaar, getiteldMaatregelen tegen het gevaar van besTnetting door melkgebruik en tegen bedrog in den melkhandel, een uitbreiding van een voor dracht, door den schrijver gehouden in de Vereeniging van burgemeesters en secretarissen in de provincie Noord-Holland. Het feit, dat er geen voedingsmiddel is, zóo algemeen gebruikt als melk, en dat er geen tweede stof is, zóó geschikt om ziektekiemen voort te planten en tevenB om te worden ver- valscht, gar den schrijver aanleiding uiteen te zetten, dat tegen deze euvelen nog Blechts hoogst onvoldoende maatregelen worden genomen. Hjj wjjst o. a. op de herhaalde gevallen, waarin kon worden nagespoord, dat een typhus-epide- mie haar oorsprong nam bij een melkhandelaar of een landbouwer, en ook op het nog op zooveel plaatsen heerschende gebruik om melk öf gedeeltelik te ontroomen óf met water te vermengen, dus in waarde te verminderen een misbruik zóo algemeen, dat bv. in Leiden alleen jaarljjks voor minstens twaalf dui zend gulden water wordt gekocht onder den naam van melk. Na te heb ben aangetoond, dat noch de bepaling in art. 330 van ons Wetboek van Strafrecht, noch de hier en daar ingestelde melkkeuringen (niet tegenstaande de betrekkeljjk gunstige uitkom sten te Rotterdam), noch ook de hier en daar in het buitenland bestaande inrichtingen voor melkverzorging voldoende zjjn om het kwaad afdoende te keer te gaanen na te hebben opgemerkt, dat een keuring der melk, zoolang de verkoop aan ieder vrjj staat, vooral daarom zoo gevaarlyk is, omdat zij het publiek in den waan brengt, dat alle verkochte melk gekeurd en onschadelijk bevonden is, beveelt de schrij ver als eenig afdoend middel een verkoop van gemeentewege aan. Principieel bestaan hieitegen evenmin be zwaren als tegen den verkoop van drinkwater en gas door de gemeente, terwgl het uitzonde ringsgeval waarin melk verkeert, doordat het zoo algemeen gebruikt wordt en zoo gemak kelijk vervalscht kan worden, het argument te niet doet, dat men, dit doende, genood zaakt zou zjjn ook alle voedingsmiddelen van gemeentewege te verkoopen. Men behoeft in dezen niet verder te gaan, dan het algemeen belang eischt. De kosten eener dergelijke inrichting zullen, volgens den schrijver, ge makkelijk worden teruggewonnen door de indirecte voordeelen die de gemeenschap geniet, door voor haar geld zuivere waar te krjjgen, (voor Rotterdam wordt dit voordeel, alleen door vermeerderd vetgehalte, nu reeds op 1 a 2 ton gouds becijferd), terwgl de melk bovendien goedkooper zou kunnen worden geleverd, omdat niet, zooals bij een particu liere zaak, winst behoeft te worden gemaakt. O. i. deed de schrjjver een goed werk, met op zoo duidelgke en doorwrochte wjjze deze zaak onder aller aandacht te brengen, en al zullen er ook nog maar al te velen in den lande zjjn, vooral gemeenteraden, die zijn ge neesmiddel zullen verwerpen omdat het nieuw is, dat er meer aandacht aan de melk behoort te worden gewjjd, dan nu nog nagenoeg overal plaats vindt, zal wel weinig tegenspraak on dervinden. Het is te hopen, dat de verschijning dezer brochure moge bewerken dat de bevoegde machten allerwege hun aandacht eens aan dit onderwerp gaan wijden, waarbij de volksge zondheid in zoo hooge mate betrokken is. A. J. W. BEAOEfflX GES ENZ. Bg kon. besluit: is aan F. J. Poutsma, op verzoek, eervol ontslag verleend als schoolopziener in het district Haarlem zijn bevorderd tot opzichter van den rijks waterstaat 2de kl. J. Veneina, thans 3de kl., tot opzichter 3de kl., J. H. Mus, thans 4de kl. Deze week verleent de minister van marine geen audiëntie. Blgkens een telegram van den Gouverneur- Generaal van N.-I., van 13 Januari j.l„ wordt de gouvernements-koffieoogst op Java voor dit jaar geraamd op 96.000 pikols. M. Th. H. PERELAER Op 70jarigen ouderdom is te 's Gravenhage overleden de gepensionneerde majoor van het Indische leger,wiens naam hierboven is genoemd. Voor priester opgeleid, gevoelde hg zich echter meer aangetrokken door het krijgsmans leven en vertrok in 1854 als soldaat naar Indië. Reeds vier jaar later was hij tweede luitenant en nam deel aan de expeditie in de Zuider en Oosterafdeeling van Borneo, waar hij de Militaire Willemsorde verwierf. Later was hjj gedurende vier jaar civiel gezaghebber van de Groote en Kleine Dajak, in welken tjjd hij ontwierp zgn ethnographische beschrijving der Dajaks, later uitgegeven. In 1864 werd hg benoemd tot adjudant van den commandant van het fort Willem I. Na een verloftgd in Nederland te hebben doorgebracht, werd hg in 1873 bg het departement van oorlog in Indië geplaatst en in 1874 bevorderd tot kapitein bjj den generalen staf. Na tot majoor te zjjn bevorderd, verkreeg hg op verzoek eervol ontslag. Perelaer schreef veel, zoo beschreef hg de Bonische expeditiën in 1859 en 1860, Borneo van Zuid Naar Noord, en een opiumroman Baboe Dalimo. Ook over de Atjehzaken liet hg zgn licht schgnen, terwgl nog menig ander geschrift uit zgn pen vloeide. A T*J E H. BlgkenB van den gouverneur van Atjeh ont vangen telegraphiBche berichten zgn, sedert de jongste mededeeling dienaangaande bg de krijgsverrichtingen aldaarverdronken de fuselier J. H. Strausgesneuveld de fuselier J. Koenders en gewond de lste-luit. der inf. T. J. Veltman, de sergeant A. Kooy, en de fuseliers A. Klein, G. Vermeulen, J. Koet pn B. Neluis. UIT STAD ÉN PROVINCIE. Na een kortstondige ongesteldheid over leed Maandagmiddag hier ter stede, op ruim 74-jarigen leeftgd, de heer P. D. Koning. De overledene, die den 4en April 1826 te Eemnesbuiten werd geboren, vestigde zich in 1862 alhier, na den 27en November 1861 door den raad benoemd te zgn tot hoofdonderwijzer aan het instituut voor middelbaar ondepwgs, welke betrekking hg bekleedde tot 15 Februari 1865, toen hg eervol werd ontslagen. In het jaa,r 1864, bjj de oprichting der Rgks Hoogere burgerschool te Middelburg, werd de heer Koning benoemd tot leeraar in de Fran- sche taal aan die inrichting van onderwgs, waaraan hg als zoodanig werkzaam was tot 1894, toen hg eervol werd ontslagen met toe kenning van pensioen. Van 1867 tot aan zgn dood was de over ledene leeraar aan de Burgeravondschool, eerst in de wiskunde later in de natuurkunde, en 16 Juli 1884 werd hg tot directeur dier school benoemd. De heer Koning, die ook lid was van het Zeeumch Genootschap der Wetenschappen, maakte zich, behalve bg het onderwgs, ook op ander ge bied nuttig voor zjjne medeburgers. Jaren lang toch was hij o. a. lid van het be stuur der vereeniging Uit het volk Voor het volk, waarbjj hjj, vooral aan de afdeeling Floralia, veel diensten bewees. De overledene was een werkzaam man, en onze Burgeravondschool verliest in hem een ijverig en goed directeur. Door het Dames-comité voor Boe- ren-krjjgB g evangen en te Middel burg werd 13 Januari, door tusschenkomst van mevrouw A. E. G. H. v. H. te 's Graven hage, eene gift ontvangen van 1345 R. M., geschonken door de stad Düren (Duitschland) door tusschenkomst van den burgemeester aldaar, ten behoeve der noodlijdende vrouwen en kinderen in Zuid-Afrika, met verzoek deze som »uit naam der stad Düren", onmiddellijk te zenden aan den consul-generaal der Neder landen, den heer B. H. de Waal, te Kaapstad. Tevens ontving het comité 14 Januari, door tusschenkomst van den heer Ds Gillot te St. Petersburg (Rusland), eene gift van 1000 Rb., geschonken voor hetzelfde doel, door het comité aldaar. Het comité, harteljjk dank zeggende voor deze milde gaven, meldt dat deze, ieder afzon derlijk uit naam der gevers, onmiddellijk zgn overgemaakt aan den heer B. H. de Waal, consul-generaal der Nederlanden te Kaapstad, met verzoek ze aan mevrouw Koopmans—De Wet aldaar, ten behoeve der vrouwen en kin deren in Zuid-Afrika, te overhandigen. Dinsdag 29 Jannari zal vanwege de afdeeling Middelburg der Maatschappij tot bevordering van fabrieks- en handwerksnijverheid eene vergadering worden gehouden, waarin als spreker zal optreden de heer A. C. Zoethout Azn te Dordrecht. Deze zal spreken over de «Bereiding en toepassing van zuurstof- en waterstofgas, meer speciaal als soldeermiddel". Zjjne voordracht zal worden toegelicht door proeven. Deze bijeenkomst zal ook voor geïntrodu- ceerden toegankelijk zgn. Uit Vlissingen. De toestand van het24jarigmeisje aldaar, op wie haar vader een schot loste, is minder gunstig geworden. Er heeft zich bg haar longontsteking geopenbaard, waardoor zjj thans weder niet zonder gevaar is. Op verzoek van hare moeder is de zieke naar eene andere afzonderlijke kamer in het gesticht overgebracht. Zondagnacht had ter reede aldaar, tjjdens dikken mist, eene aanvaring plaats van de nachtboot Prins Hendrik met het stoomschip Amulet. Zij liep heel gelukkig af. Beide sche pen hebben slechts geringe schadezjj bepaalt zich tot het breken van eene plaat, boven de waterljjn. De loting, die Maandag plaats had voor de bg den j.l. Zondag gehouden schietwedstrijd - - waarvan in ons vorig nummer gewaagd werd evenveel punten behaald hebbende heeren De Ligny, van Zuidzande, en Van Deventer, van Middelburg, wees de dagmedaille aan eerst- genoemden heer toe. Toen Zondagavond de exprestrein, welke te 7.9 m. van Amsterdam naar Vlissingen vertrekt, te Roosendaal aankwam, bleek dat de banden der wielen van het postrjjtuig ge sprongen waren, waardoor de post in een rijtuig 2de klasse moest worden overge- pakt. Passagiers en post voor Engeland kwamen, in plaats van te 11 uur, te 12.45 m. te Vlissingen aan. Bjj kon. besluit is, zooals nog in een deel der oplaag van ons vorig nommer werd gemeld, benoemd tot opzichter 4de kl. van den Rijkswaterstaat A. J.' Wejjnsbergen, te Bruinisse. Uit Terneuzen schrijft men ons Vele ingezetenen alhier ontvingen eene cir culaire van een «Comité tot oprichting van een ziekenhuis te Terneuzen." Wel hebben we hier een gemeente-zieken huis en tot hiertoe heeft men er het mee gedaan, maar het is een allertreurigste inrich ting. Er wordt dan ook bjj uitzondering ge bruik van gemaakt en men meent nu dat, indien er eene inrichting was naar de eischen der wetenschap, het publiek er toe te brengen zou zgn zich in dat ziekenhuis te doen ver plegen, hetgeen evenwel volstrekt niet zeker is. Doch verandering moet er komen. Reeds eenige jaren geleden is de zaak in den gemeenteraad ter sprake gebracht en is er een ontwerp van verbetering van het be staande ziekenhuis gemaakt. Die verbetering, volgens opgaven van de gemeente-dokters zou, zegt men, zoo ongeveer 3000 Nederland- sche guldens hebben gekost. Maar we zitten hier erg slecht in de duiten en ofschoon een paar raadsleden nu en dan op verbetering aandrongen, de meerderheid van den achtbaren Raad was er niet voor te vinden. Wel deden ze zonder veel praatjes de Noord- straat (de Kalverstraat van Terneuzen) herbe- straten, wat eenige duizende guldens kostte en de straat voor voetgangers veel slechter maakte. Maarde oude straat was op een paar plaatsen wat glad, en dat was zoo lastig voor paarden Het is in ieder geval zeer te betreuren, dat het gemeentebestuur nog steeds in gebreke is gebleven de zaak aan te pakkenwant dat is en bljjft zgn plicht. De bedoeling van het comité is een geheel nieuw ziekenhuis te bouwen, natuurlijk aan alle billjjke eischen voldoende. Voorwaar geen kleinigheid! Want zulk een inrichting kost heel wat geld, en dat heeft het comité niet. Daarom hoe dikwjjls geschiedt dat niet in de laatste jareneen beroep gedaan op de offervaardigheid der ingezetenen. Het comité vraagt nu: eene bgdrage voor de oprichting en een jaarljjksche bgdrage voor de instandhouding. Dat is heel mooimaar het comité doet hoegenaamd niets bljjken van zjjne nadere bedoelingen; het geeft geen schgn zelfs van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1901 | | pagina 1