MIDDELBURGSCHE COURANT. Dinsdag 11 December. N*. 292. 143° Jaargang. 1900. Deze courant verschijnt d a g e J y k g, met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2»- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thormomete Middelburg 10 Dee. 8 a. vs. 47 gr'. 12 n. 51 gr. av.4n.47gr.F.Verw.zw,t.m.Z W.windbew.weiu.v.v.t. Agenten. Te Zierfkzee: A. G. de Moou; te Tholen: W. A. tak NrsmrorauiHix. Advertentiön i 20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50 5 elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel Groots letters naar de plaats die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig alt Zeeland, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, 83 uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A! DB LA MAR Azn., N.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam. Middelburg 10 December. De Dordtsche Waterweg. Met betrekking tot deze zaak werd in de zitting der Tweede kamer van 5 December, naar aanleiding van de doos den hees Van Gjjn uitgesproken ontevredenheid over de houding der Regeering ten opzichte van den waterweg, door den minister van financiën, den heer Pierson, het volgende opgemerkt; „Mem kan zich levendig voorstellen dat een man, die zich zoodanig met de gemeente zijner inwoning verbonden, verknocht gevoelt als met den heer Van Gj|n het geval is, met droe fenis ziet dat de zaak van dien waterweg niet met energie is ter hand genomen. Maar de geachte spreker moge het ten goede honden dat ik hem verwijt zeker gemis aan objecti viteit b|j de beoordeeling van de Regeerings- handeling in deze. Hij kan niet begrijpen dat hier werkelijk een financieel bezwaar bestaan zon. Ik neem de vrijheid daartegen dit op te merken. Rotterdam klaart in 16 k 17 mil lioen ton, Amsterdam 4 millioen, de inklarin gen van het geheele land bedragen ruim 26 millioen. Die van Dordrecht bedragen, biykens de opgaaf van den geaohien spreker, geput uit de Regeeringsbescheiden, 300.000 ton, dat is ongeveer V/t pet. van het totaal b6drag der inklaringen. Is het nu zoo vreemd dat de Regeering aarzelt om een uitgave voor te stellen welke, met inbegrip van het daar noodige fort) bijna 47, millioen bedragen zal, ten einde in dat belang te voorzien? Ik kan my levendig voorstellen dat de geachte spreker zegt: dat is niet te veel, maar, zich plaatsende op hef standpnnt van den minister, zal hy ook be- tp?$ps« dat dezerzijds geaarzeld wordt tot dergeiyke balangryke uitgave voor dat doel over te gaan.'! De heer Fokker bracht in diezelfde zitting ook de kwestie van den genoemden waterweg en het antwoord, door den wssraemenden voor zitter van den ministerraad gegeven, ter sprake. „Wy hebben" zeide bij „van de regeeringstafel vernomen, dat tegen voldoe ning aan den wensob, door den geachten afge vaardigde uit Dordrecht uitgesproken, fican- cleele bezwaren zouden bestaan en om deze bezwaren toe te lichten en te illuatreeren heeft hy vergeleken den invoer in one geheele land, dien in de havenplaatsen Amsterdam en Rotterdam en dien in de havenplaats Dordrecht. Nu wensoh Ik op den voorgrond fe stellen, dat het niet edelmoedig is om een haven door gebrek aan hulp te laten achteruitgaan en dan de geringe tonnenmaat by den invoer te ge- brniken als een argument om de haven niet te helpee. Een andere bedenking is deze, dat de mi nister hier over het hoofd ziet, dat de zooge naamde Dordtsche waterweg niet is uitsluitend in het belang van de haven van Dordt, maar dat er vaal omvangryker belangen mede ge moeid zjfn. Bij dien Bordtschen waterweg hebban groot belang de vaart van Holland op Zeeland, die van Holland op een groot deel van Noordbrabant en de Rynvaart op Antwerpen, welke alle den weg moeten nemen door het Hellegat en de Dordtsche waterweg moet verbeterd worden door van bet Hellegat een geschikt vaarwater te maken. Nu komt het my voor, dat de minister, die de geringe tonnenmaat van Dordt als argument voor het financieel bezwaar aanvoert, over het hoofd ziet de andere groote belangen, door my ge noemd. Wanneer hy de tonnenmaat van het vervoer tussohen Antwerpen en Rotterdam beschouwd had, zou by tof andere cpers zyn gekomen. Een ander belabgrjjk punt is de veiligheid van de soheepvaart, die niet alleen verbetering van bet Hellegat eisobt, maar een vluchthaven tussohen de Kil «n de Zeeuwaehe atroomen. Een strekdam te maken in het Hellegat Is in het belang van de verbetering van de vaart en tevens van de veiligheid der binnenscheep vaart, daar deze dan een vluchthaven of reede krygt. Ik hoop dat de minister deze belangen nader in overweging zal nemen Vervolgens kwam de heer Van Gyn nog met een enkel woord op tegen het antwoord, waarmede de minister van financiën hem bad vereerd. „In de allereerste plaats" zeide b0 „heeft de Minister wederom gewezen op die 47* millioen. Ik wensoh hierover alleen dit te zeggen, dat ik my geheel aansluit by hetgeen de heer Fokker gezegd heeft, en ik meen meer dan eens aangetoond fe hebben, dat nl. die 47, millioen niet uitsluitend, js, letta niet voor het grootste deel, voor Dordt sche belangen zijn bestemd, maar bovendien dat Se regeering zich niet de moeite heelt gegeven althans my is daarvan niets ge bleken om die wegcjjfering zelfs van de financieels bezwaren ook maar eenigazina te overwegen. Ia het omdat z$ het niet de moeite waard vindt, of omdat zy er niets tegen weet in te brengen. In de tweede plaats heeft de minister ge wezen op de kleine belangen die de Dordtsche handel soa vertegenwoordigen. Wanneer de minister my een wapen tegen hem in de hand wilde geven, geloof ik niet dat hy dit beter bad kunnen doen lan door deze opmerking- Wat toch is het geval? De minister wijst op den grooten voorspoed en den vooruit gang van de zeehavens Rotterdam en Amster dam, en het gering belang van de zeehaven Doidt, maar waaraan hebbea Rotterdam en Amsterdam bun grooten vooruitgang te danken? Myns inziens aan de verbetering barer waterwegen naar zee, door den staat. En waardoor is de handel in Dordt achter uitgegaan? Door de verwaarlooBing van dat belang. Nu zal en dit is misschien wel de wensoh gaweeofc van den minister de toestand lang zamerhand van dien aard worden, dat er geen zeeschip meer zal kunnen worden ingeklaard, en dan kan de minister triomphanteiyk komen en zeggener komt geen schip, welk belang spreekt nu voor de wenscheiykheid van een vaarweg van Dordt naar zee? Ik geloof, dit mag genoemd wordenmeten met twee maten. Dat he.t werkeiyk zoo is, dat er in Dordt elementen zyn, waarvoor een zeehaven nood wendig is, wil ik bewijzen door een schrijven dat ik zonder vragen, anders bad ik er wel meer kunnen kragen, heb ontvangen van een eargadoorsfirma bij ons tor stede. Daarin staat: „Met dezen moeten wy u tot onzen spft medeieelen, dat volgens bericht van onzen agent ta Hellevoetslnis en trouwens ook volgens opgave in de Nieuwe Botterdam- sehe courant het „Aardappelgat" nog slechts 46 decimeter met laag water beeft, waarby met gewonen vloed 15 k 16 decimeter by te tellen zyn, wat dus met hoog water slechts 61 k 62 decimeter uitmaakt. Het stoomschip Hemland, dat dit jaar reed# 4 maal hier ia geweest en 63 64 decimeter diepgang heeft, hebben wy thans op de reis van Sundsvall naar bier daardoor voor den Nieuwen Water weg order moeten geven op Rotterdam binnen fe komen, welken weg thans daardoor ver schillende andere booten zullen moeten volgen". Bovendien heb ik hier maar dit zal ik natnuriyk niet voorlezen, al stel ik het gaarne ter inzage van Regeering en de leden der Kamer het bewijs dat Dordrecht tegen woordig op vele charterpartyen wordt uitge sloten als veilige haven. Ik heb dan ook aangetoond nn en vroeger dat het hier niet te doen is om een handel te ereëeren, maat om den handel te behouden die anders fe niet gaat. Toen ik het antwoord ven den minister hoorde, kwam mij 5n de gedachten het spreek woord, dat de minister nog al eene gebruikt, where is a will, there is a way. My en der gaheele Kamer zal wel gebleken zyn dat by dezen minister niet de wil bestaat om aan de biliyke en reobtvaardige eiscben van Dordrecht te voldoen. Ik hoop en ver trouw, dat te eeniger tyd biyken zal dat een beroep op den rechtvaardigheidszin der volks vertegenwoordiging of op eenen anderen be windsman, den weg zal geven, die aan de biliyke cischcn van Dordrecht kan voldoen". Aan het slot der zitting werd door den minister-president «nog een enkel woord ge zegd over de onderwerpelijjke zaak. „Het doet my werkeiyk leed" zoo ver klaarde da heer Pierson „dat de heer Van Gyn zoo vertoornd tegen mjj Is opgetreden, dat hy tot onbiliykheden is gekomen. Wat ik gezegd heb moet in verband worden gebracht met hetgeen in de Memorie van Antwoord staat, en dit sluit volstrekt niet de mogeüjk- heid uit van verbetering van dien waterweg. Ik heb alleen verklaard dat er by do regee ring groote aarzeling bestond en deze is daaruit te verklaren, dat er 47» millioen noo- dig is voor een belang dat zich niet verder zal uitstrekken dan feiykfc uit de cijfers die door my zyn aangewezen. Als de geachte afgevaardigde zegt -.wenscht gy den ondergang van Dordt?, dan weet ik nauwiyks, wat daarop te antwoorden. Ik kan niet anders zeggen dan dat een dorgeiyke vrasg wel aan den geaobten afgevaardigde ontglipt en niet ernstig gemeend zal zyn. My wordt voorts verweten dat ik niet ben gekomen met eene wederlegging van hetgeen de heer Van Gyn in zyn Nota gezegd beeft over de kosten. Maar die wederlegging ware slechts te geven door te treden in een tech nisch debat over de defensie. De geachte afgevaardigde heeft gezegd, dat het fort van 2'/s millioen geen factor mag zyn by de teoordeeliog van de wenseheiyk- heid dezer zaakhy heeft de defensie, zoowel de maritieme als de fortificatiën, in verband gebracht met den Dordtaoheu waterweg, en zyn slotsom luidde, dat, als men dit op de rechte wyz9 doet, men tot een veel lager cijfer van kosten komt. Maar stond het dan niet vast, dat dit punt thans buiten het debat zon biy ven Men moet het den minister van fiaanciëa niet kwaiyk nemen wanneer hy niet terstond overgaat tot een aanzienlijk® uitgaaf. Hat is opmerkelijk; by ieder algemeen Verslag over de begrooting, ia bet de klacht dat de uitgaven worden opgedrevenmaar komt men in de Kamer, dan is het altijd: waarom doet gy niet dit en waarom niet dat Wanneer de Kamer verlangt, dat de Regeering aan haar algemeene vermaning tot zuinigheid waarde hechten zal, dan moet «y ons niet euvel duiden wanneer wy op de millioenen letten." DE BRIEF VAN DEN HEER VAN NAAMEN AAN PRESI DENT KRUGER. Naar uit Den Haag gemeld wordt, heeft de Neierlandsche gezant te Londen Zaterdag 1.1. aan het Foreign Officein opdracht van den minister van buitenlsndeche zaken, den heer De Beanforf, de verklaring afgelegd dat de Nederlandache regeering alle verantwoordeiyk- heid afweet) omtrent den brief van den Oen dezer door den president van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, den heer Van Naamen van Eemues, tot president Krnger gericht. Bedoelde brief luidde Hooggeachte Heer, „De Eerste kamer der Staten-Gaueraal heet U hartelijk welkom, nu U HoogEdeïe Neder land met Ü'w hooggewaardeerd bezoek vereert. Zy stemt volkomen in met Uw edel streven om recht te verkr0gen, opdat da U opge drongen, onrechtvaardige oorlog, die op zoo baibaaraohe w0ze gevoerd wordt, moge ophouden en de in alle opzichten zoo zeer gewen echte vryheid en onafhankeiykheid der beide Republieken behouden biyve en voor altyd verzekerd worde. Zy is steeds vol bewondering voor den on overtroffen heldenmoed en zeldzame volharding van bare stamverwanten in Zuid-Afrika, van welke U HoogEdeïe de uitstekende en terecht algemeen bewonderde vertegenwoordiger St. Van gansoher harte hoopt zy dat ons aller Vader U HoogEdeïe steeds zyoen onmisbaren zegen zal schenken en nog gednrende vele jaren in goede gezondheid zal doen werkzaam zyn tot heil van Zuid-Afrika." NEDERLAND EN PORTUGAL. De Portugeesche bladen deelen mede, dat consul Pott, ook nadat hy had opgehouden consul vau de Transvaal te zyn, bleaf voort gaan voor de republieken te werken, waarop Engeland klaagde en Portugal Pott waar schuwde. Deze echter deed, „om wèl te doen uitkomen hoe weinig waarde hy hechtte aan Portugal's souyereiniteit als vrya staat", pre cies alsof by thuis was en bekreunde zieb niets om da vertoogen van Portugal. Aanhoudend gedrongen door Engeland, wend de da Portugeesche regeering zich tot die van Nederland om er op te wyzen dat de Neder landache consul te Lourengo-Marques voort durend handelde in stryd met de souvereine rechten van Portugal. Maar de Hollandisehe regeering antwoordde ontwijkend en de heer Pott ging goedsmoeds voort met z0n manoeuvre®. Wat de Portu. geasche regeering ook betoogde, het hielp niets, uit Den Haag kwsm óf geen, óf een raadselachtig antwoord. „De antwoorden van Holland", zegt het Portugeesche blad, „geleken nota's van Chi- naesehe diplomaten." Uit de honding van Nederland scheen te bi pen, dat men Portugal niet ala zijns gelijke beschouwde. Men kreeg op 't laatst geen antwoord meer. Een ander blad daarentegen zegt, dat de houding der Portugeosche regeering in zake Pott heel goed is, maar dat men van den Engelschen consul te Lourenzo Marques der- gaiyke machinaties heeft geduld, hoewel Por tugal zich volstrekt niet met Engeland had verbonden, maar tegenover de Transvaal ziob neutraal bad verklaard. De Temps wydt een hoofdartikel aan deze zaak en zegt aan het slotdoor zyn blind dienen van de Eugelsche belangen, zal Portu gal gevaar loopen verwikkelingen in het leven te roepen, die niet van ernst ontbloot zul len zijn. Een „misverstand" als nu tussohen ons en Portugal bestaat, behoeft volstrekt geen tra- gioohe oplossing te vinden. Men kan zulke «aken op haai beloop laten.Zoo bv. in 1874 toen wy een veel ernstiger verschil met Vene zuela hadden over de onwettige gevangenne ming van de bemanning van een schip uit Cursgao. De diplomatieke betrekkingen werden afgebroken, en daarmede was het uit. Eerst jaar later werden ze weer hersteld. President Krnger te 't Hage. Zaterdagavond is aan den president door een deputatie nit Solingen een eeresabel aan geboden namens eenige burgers dier stad. Voor de uitnoodiging van de directie der Nederlandsohe opera, om dien avond de op voering van Willem Tell by ta wonen, heeft de president door middel van een beleefd sohry- ven doen bedanken. Zondag ging de heer Ktuger ter godsdienst oefening in de Groote kerk. Op eenvoudige wijze, in een rijtuig, slechts vergezeld van den heer Wolmarans, terwyi de overige heeren uit zyn omgeving zich te voet naar de kérk begaven, verliet de presi dent het So tel des Indee. Hy had vooraf door de politie, voor bet hotel met de handhaving der orde belast, het publiek doen verzoeken hem niet toe te juichen op zgn weg naar de kerk, aan welk verzoek zooveel mogeiyk werd voldaan. In de kerk, waarin geen plaats onbezet was, werd Oom Paul, die zj$n intrede deed onder het ruisohen van eenige verzen van Psalm 66, geleid naar de koninkiyke zitplaats. Alle gemeenteleden waren by zijn binnenkomst van hun plaatsen opgerezen. Voorganger was de heer Vermeer, die in zyn inleidend gebed de aanwezigheid van den gcyzen Staatspresident herdacht. Hy dankte God dat Hy Paul Kruger behouden in ons land deed aankomen, gedragen door een Nederlandich schip; voor de harteiyke be langstelling die Kruger op zin tocht in Europa deed ondervinden, voor de lieve sym pathie die H0 Holland's Koningin den grjjsen President heeft doen befcoonem, voor de warme liefde die Hy ons volk deed betnigen. Te dezer plaatse, waar reeds zoovele gebeden zyn opgestegen en zooveel geleden is voor de Znid-Afrikaanscbe zaak, smeekte de voor ganger '1 Hemels zegen af over Krnger, die zich heden, zoo den niet in de ware betcekenis van het woord, den toch in hoogere beteeke- nis te midden van zyn volk bevindt. Ook smeekte de predikant zegen af voor hen die ginds, in Zuid-Afrika, de ellende van den oorlog dragen. Daarna werd gezongen Psalm 421, 3 en 5. Toen sprak de heer Vermeer zyn predioatie uit, waarvan de tekst was Genesis III: 8. Na baf uitspreken van den zegen zong de gemeente staande Psalm 1343, vervolgens het 2e vers uit den paalm, president Ktuger toegezongen by zyn aankomst te 's Graven- hagc, en eindeiyk het eerste couplet van het Transvaaliohe volkslied. Door een onafzienbare schare werd president Krnger by zijn vertrek levendig toegej nicht. 'e Middags ontving de president den heer Gleichm&m, voorzitter der Tweede kamer. Er hadden zich weder den gebeelen dag velen verzameld voor het Hotel des Indes, het onaangenaame weder trotseerende, maar met strikts eerbiediging van den wensoh van den president werd geen enkele luidruchtige betooging gehouden. Heden zon eeu oudethoud plaats hebben tussohen het hoofd van het kabinet, minister Pierson, den minister van buitenlandsehe zaken, den heer De Beanforf, en dr Leyds, gezant der Znid-Afrikaansche Republiek. De heer Van Boeschoten, le secretaris en zaakgelastigde van de Zuïd-Afrikaaneolhe Republiek, is benoemd tot hoofd van den dienst by den president tpaaa de aanwezig heid van Z.H.E.d. ia Nederland. Omtrent bezoeken, aan den president te brengen, kan worden medegedeeld, dat degenen die by den president wenaohen te worden toegelaten, daartoe vooraf tydig, liefst schrif- teiyk, zoo mogeiyk, aanzosk behooren te doen. Dat geldt als algemeene regel. Als vaststaande kan worden aangenomen, dat de president een bezoek zal brengen aan Amsterdam. Het tijdstip, waarop dit zal plaats hebben, is echter nog niet bepaald. Ook is de mogelijkheid van een bezoek aan Rotterdam; waartoe de president door burg. en woth. namens het gemeentebestuur is uitge- noodigd, niet uitgesloten, maar daaromtrent is nog geen beslissing genomen. DIPLOMA'S VERSCHILLENDE VAKKEN, De geweateiyke oommissie van de Vereent' ging tot veredeling van het ambacht te Haarlem deelt m6de, dat bet aanmelden der eandidaten tot het afleggen der proeven van bekwaamheid in bet timmeren, het meubelmaken, hef smeden au het huisschilderen, tot het verkregen! van de graden en hef diploma van „meester" of „gezel", tot 31 December 1900 over het geheele land zal kunnen plaats hebben b0 den secre taris dier commissie, den beer E. A. von Saher, directeur van het Musenm en de School voor Kunstny verheid te Haarlem, die tevens da ge» weniQhte inlichtingen zal verstrekken en het pro gramma van eisohen voor meester of gezel op aanvrage kosteloos aau belangstellenden toezen den. Het afleggen der proeven van bekwaam heid zal op Maandag 25 Februari 1901 beginnen, en de daartoe noodige werkzaamheden zullen ongeveer tien dagen in beslag nemen. De eandidaten, die zich aan de proeven van be kwaamheid wensohen te onderwerpen, moeten voor het verkrijgen van het diploma van gesel den leeftyd ven 20 jaar,voor dat,van meester den leeftyd van 25 jaar hebben bereikt, behoudens uitzonderingen, door de commissie toe te staan. Het voornemen bestaat om hen, die de proe ven van bekwaamheid met gunstig gevolg hebben afgelegd, een zeker bedrag, tot ver goeding van reis-, verbiyfkosten en dervlug van loon, uit te betalen. BEXoSSeiFEKZ. By kon. besluit fe, op verzoek, eervol ontslag verleend aan F. Goedhart, als leeraar aan de R. H. B. 8. fe Roermondeto zyn benoemd bjj het personeel der mil. administratie en wel by dat der mil. inten dance, tot generaal-majoor, de kol. F. A. Thomëae, hoofdintendant; tot kol.-intendant, de luit,-kol.-intendant J. H. Bakkertot ma joor-intendant, de kap.-intendanten 8. C. Hol land en J. F. de Meester, hoofd der Vide afdeeling van het dep. van oorlog, en tot k&p.-intendant, de eerste luit.-kwaitiem. A. W. Ruyter, keurm. by het centr. magazijn vanmil. Meeding en uitmeting te Amsterdam; en is belast met de waarneming der funotiën van hoofdofficier, toegevoegd aan den hoofd; intendant, de kap.-iatendant WA. H. Doorman. TWEEDE KAHEB. Ongevallenwet. By nota van wysiging op de waterstaats- begrooting voor 1901 wordt aangevraagd eene verhooging van f 250.000 en wel voor aandeel van den Stut in de bezoldigingen van de leden van het bestuur der ryksverzekeringabank, en van de aan dat bestuur ondergeschikte amb tenaren f50.000, en voor voorschot aan de rgks- verzekeringsbank, voor zooveel betreft de administratiekosten der bank over 1901 f 200.000. De bedoeling is om aan den voorzitter van hef bestuur der ryksverzekeringabank een jaarwedde van ongeveer f 7000, aan dc overige leden ieder eene van ongeveer f6500 en aan den aan de Bank verbonden wiskun digen adviseur eene jaarwedde van ongeveer f 6000 toe te kennen. UIT STAD EN PROVINCIE. De cyksveldwachter-jaohtopziener (briga dier-titulair) G. -Cremers, wiens naam nauw verbonden Is aan de bekende zaak-MiBseghers, heeft thans zjjne nieuwe standplaats, K a p e 11 e, in Zmd-Revel&ud, ingenomen en tegelflkertyd de gemeente verlaten, waar by zyne grootste lauweren oogstte, nl. Koewacht. De minister van justitie tooh heeft -- wij deelden het te zyner tyd mee - Cremers zyn by zonder e tevredenheid te kennen gegeven wegens den grooten yver en de toewyding, door hem betoond inzake de opsporing van den dader van den ten vorigen jare in laatst genoemde gemeente gepieegden moord. W| zullen ons niet verdiepen in de kwestie of bet verstandig was toen reeds, terwyi de zaak nog hangende was en in het hoogste ressort nog niet ia uitgemaakt dat men den dader gevonden heeft, Cremers zulk eene onder scheiding van officleele zjjde reeds fee te kennen, en of het niet beter zou geweest zyn daarmee fe wachten totdat het proees alle instantiën had doorloopen. Wy zullen zelfs op „den grooten yver en.de toewyding," doos dien ambtenaar getoond „inzake de opsporing van den dader" ven dien moord, niets afdingen, maar meenen recht te hebben om dien ryksveldwachter den goedgemeenden raad te geven zich door die loftuiting niet van de wgs te laten brengen en daardoor, o. a. in zyne nieuwe standplaats, niet tot al te grooten yver te laten verleiden. Dat daartoe b| hem neiging bestaat, bleek ons nog in den afgeloopen zomerook in verband met dezelfde trenrige geschiedenis*, die te Koewacht plaats had. Onze lezers herinneren zich wellioht dat in ons nommer van Vrydag 20 Juli U. eene correspondentie uit die gemeaute voorkwam, waarin een oordcel werd geveld over de bü de behandeling der zaak-Miszegkers voor de reohtbank te Middelburg afgelegde verkla ringen en de toen gehoorde getuigen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1900 | | pagina 1