MIDDELBURGSCHE COURANT.
Dinsdag
11 December.
N*. 292.
143° Jaargang.
1900.
Deze courant verschijnt d a g e J y k g, met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2»-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thormomete
Middelburg 10 Dee. 8 a. vs. 47 gr'. 12 n. 51 gr.
av.4n.47gr.F.Verw.zw,t.m.Z W.windbew.weiu.v.v.t.
Agenten.
Te Zierfkzee: A. G. de Moou; te Tholen: W. A.
tak NrsmrorauiHix.
Advertentiön i 20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50 5 elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel
Groots letters naar de plaats die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig alt Zeeland, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, 83 uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau
A! DB LA MAR Azn., N.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam.
Middelburg 10 December.
De Dordtsche Waterweg.
Met betrekking tot deze zaak werd in de
zitting der Tweede kamer van 5 December,
naar aanleiding van de doos den hees Van
Gjjn uitgesproken ontevredenheid over de
houding der Regeering ten opzichte van den
waterweg, door den minister van financiën,
den heer Pierson, het volgende opgemerkt;
„Mem kan zich levendig voorstellen dat een
man, die zich zoodanig met de gemeente zijner
inwoning verbonden, verknocht gevoelt als
met den heer Van Gj|n het geval is, met droe
fenis ziet dat de zaak van dien waterweg niet
met energie is ter hand genomen. Maar de
geachte spreker moge het ten goede honden
dat ik hem verwijt zeker gemis aan objecti
viteit b|j de beoordeeling van de Regeerings-
handeling in deze. Hij kan niet begrijpen dat
hier werkelijk een financieel bezwaar bestaan
zon. Ik neem de vrijheid daartegen dit op
te merken. Rotterdam klaart in 16 k 17 mil
lioen ton, Amsterdam 4 millioen, de inklarin
gen van het geheele land bedragen ruim 26
millioen. Die van Dordrecht bedragen, biykens
de opgaaf van den geaohien spreker, geput
uit de Regeeringsbescheiden, 300.000 ton, dat
is ongeveer V/t pet. van het totaal b6drag
der inklaringen.
Is het nu zoo vreemd dat de Regeering
aarzelt om een uitgave voor te stellen welke,
met inbegrip van het daar noodige fort) bijna
47, millioen bedragen zal, ten einde in dat
belang te voorzien? Ik kan my levendig
voorstellen dat de geachte spreker zegt: dat
is niet te veel, maar, zich plaatsende op hef
standpnnt van den minister, zal hy ook be-
tp?$ps« dat dezerzijds geaarzeld wordt tot
dergeiyke balangryke uitgave voor dat doel
over te gaan.'!
De heer Fokker bracht in diezelfde zitting
ook de kwestie van den genoemden waterweg
en het antwoord, door den wssraemenden voor
zitter van den ministerraad gegeven, ter sprake.
„Wy hebben" zeide bij „van de
regeeringstafel vernomen, dat tegen voldoe
ning aan den wensob, door den geachten afge
vaardigde uit Dordrecht uitgesproken, fican-
cleele bezwaren zouden bestaan en om deze
bezwaren toe te lichten en te illuatreeren
heeft hy vergeleken den invoer in one geheele
land, dien in de havenplaatsen Amsterdam en
Rotterdam en dien in de havenplaats Dordrecht.
Nu wensoh Ik op den voorgrond fe stellen,
dat het niet edelmoedig is om een haven door
gebrek aan hulp te laten achteruitgaan en dan
de geringe tonnenmaat by den invoer te ge-
brniken als een argument om de haven niet
te helpee.
Een andere bedenking is deze, dat de mi
nister hier over het hoofd ziet, dat de zooge
naamde Dordtsche waterweg niet is uitsluitend
in het belang van de haven van Dordt, maar
dat er vaal omvangryker belangen mede ge
moeid zjfn. Bij dien Bordtschen waterweg
hebban groot belang de vaart van Holland
op Zeeland, die van Holland op een groot
deel van Noordbrabant en de Rynvaart op
Antwerpen, welke alle den weg moeten nemen
door het Hellegat en de Dordtsche waterweg
moet verbeterd worden door van bet Hellegat
een geschikt vaarwater te maken. Nu komt
het my voor, dat de minister, die de geringe
tonnenmaat van Dordt als argument voor het
financieel bezwaar aanvoert, over het hoofd
ziet de andere groote belangen, door my ge
noemd. Wanneer hy de tonnenmaat van het
vervoer tussohen Antwerpen en Rotterdam
beschouwd had, zou by tof andere cpers zyn
gekomen.
Een ander belabgrjjk punt is de veiligheid
van de soheepvaart, die niet alleen verbetering
van bet Hellegat eisobt, maar een vluchthaven
tussohen de Kil «n de Zeeuwaehe atroomen.
Een strekdam te maken in het Hellegat Is in
het belang van de verbetering van de vaart
en tevens van de veiligheid der binnenscheep
vaart, daar deze dan een vluchthaven of reede
krygt. Ik hoop dat de minister deze belangen
nader in overweging zal nemen
Vervolgens kwam de heer Van Gyn nog
met een enkel woord op tegen het antwoord,
waarmede de minister van financiën hem bad
vereerd.
„In de allereerste plaats" zeide b0
„heeft de Minister wederom gewezen op die
47* millioen. Ik wensoh hierover alleen dit
te zeggen, dat ik my geheel aansluit by
hetgeen de heer Fokker gezegd heeft, en ik
meen meer dan eens aangetoond fe hebben,
dat nl. die 47, millioen niet uitsluitend, js,
letta niet voor het grootste deel, voor Dordt
sche belangen zijn bestemd, maar bovendien
dat Se regeering zich niet de moeite heelt
gegeven althans my is daarvan niets ge
bleken om die wegcjjfering zelfs van de
financieels bezwaren ook maar eenigazina te
overwegen.
Ia het omdat z$ het niet de moeite waard
vindt, of omdat zy er niets tegen weet in te
brengen.
In de tweede plaats heeft de minister ge
wezen op de kleine belangen die de Dordtsche
handel soa vertegenwoordigen. Wanneer de
minister my een wapen tegen hem in de hand
wilde geven, geloof ik niet dat hy dit beter
bad kunnen doen lan door deze opmerking-
Wat toch is het geval? De minister wijst
op den grooten voorspoed en den vooruit
gang van de zeehavens Rotterdam en Amster
dam, en het gering belang van de zeehaven
Doidt, maar waaraan hebbea Rotterdam en
Amsterdam bun grooten vooruitgang te danken?
Myns inziens aan de verbetering barer
waterwegen naar zee, door den staat.
En waardoor is de handel in Dordt achter
uitgegaan? Door de verwaarlooBing van dat
belang.
Nu zal en dit is misschien wel de wensoh
gaweeofc van den minister de toestand lang
zamerhand van dien aard worden, dat er geen
zeeschip meer zal kunnen worden ingeklaard,
en dan kan de minister triomphanteiyk komen
en zeggener komt geen schip, welk belang
spreekt nu voor de wenscheiykheid van een
vaarweg van Dordt naar zee?
Ik geloof, dit mag genoemd wordenmeten
met twee maten.
Dat he.t werkeiyk zoo is, dat er in Dordt
elementen zyn, waarvoor een zeehaven nood
wendig is, wil ik bewijzen door een schrijven
dat ik zonder vragen, anders bad ik er wel
meer kunnen kragen, heb ontvangen van een
eargadoorsfirma bij ons tor stede.
Daarin staat: „Met dezen moeten wy u tot
onzen spft medeieelen, dat volgens bericht
van onzen agent ta Hellevoetslnis en trouwens
ook volgens opgave in de Nieuwe Botterdam-
sehe courant het „Aardappelgat" nog slechts
46 decimeter met laag water beeft, waarby
met gewonen vloed 15 k 16 decimeter by te
tellen zyn, wat dus met hoog water slechts
61 k 62 decimeter uitmaakt. Het stoomschip
Hemland, dat dit jaar reed# 4 maal hier ia
geweest en 63 64 decimeter diepgang heeft,
hebben wy thans op de reis van Sundsvall
naar bier daardoor voor den Nieuwen Water
weg order moeten geven op Rotterdam binnen
fe komen, welken weg thans daardoor ver
schillende andere booten zullen moeten volgen".
Bovendien heb ik hier maar dit zal ik
natnuriyk niet voorlezen, al stel ik het gaarne
ter inzage van Regeering en de leden der
Kamer het bewijs dat Dordrecht tegen
woordig op vele charterpartyen wordt uitge
sloten als veilige haven. Ik heb dan ook
aangetoond nn en vroeger dat het hier
niet te doen is om een handel te ereëeren,
maat om den handel te behouden die anders
fe niet gaat.
Toen ik het antwoord ven den minister
hoorde, kwam mij 5n de gedachten het spreek
woord, dat de minister nog al eene gebruikt,
where is a will, there is a way.
My en der gaheele Kamer zal wel gebleken
zyn dat by dezen minister niet de wil bestaat
om aan de biliyke en reobtvaardige eiscben
van Dordrecht te voldoen. Ik hoop en ver
trouw, dat te eeniger tyd biyken zal dat een
beroep op den rechtvaardigheidszin der volks
vertegenwoordiging of op eenen anderen be
windsman, den weg zal geven, die aan de
biliyke cischcn van Dordrecht kan voldoen".
Aan het slot der zitting werd door den
minister-president «nog een enkel woord ge
zegd over de onderwerpelijjke zaak.
„Het doet my werkeiyk leed" zoo ver
klaarde da heer Pierson „dat de heer Van
Gyn zoo vertoornd tegen mjj Is opgetreden,
dat hy tot onbiliykheden is gekomen. Wat ik
gezegd heb moet in verband worden gebracht
met hetgeen in de Memorie van Antwoord
staat, en dit sluit volstrekt niet de mogeüjk-
heid uit van verbetering van dien waterweg.
Ik heb alleen verklaard dat er by do regee
ring groote aarzeling bestond en deze is
daaruit te verklaren, dat er 47» millioen noo-
dig is voor een belang dat zich niet verder
zal uitstrekken dan feiykfc uit de cijfers die
door my zyn aangewezen.
Als de geachte afgevaardigde zegt -.wenscht
gy den ondergang van Dordt?, dan weet ik
nauwiyks, wat daarop te antwoorden. Ik kan
niet anders zeggen dan dat een dorgeiyke
vrasg wel aan den geaobten afgevaardigde
ontglipt en niet ernstig gemeend zal zyn.
My wordt voorts verweten dat ik niet ben
gekomen met eene wederlegging van hetgeen
de heer Van Gyn in zyn Nota gezegd beeft
over de kosten. Maar die wederlegging ware
slechts te geven door te treden in een tech
nisch debat over de defensie.
De geachte afgevaardigde heeft gezegd, dat
het fort van 2'/s millioen geen factor mag
zyn by de teoordeeliog van de wenseheiyk-
heid dezer zaakhy heeft de defensie, zoowel
de maritieme als de fortificatiën, in verband
gebracht met den Dordtaoheu waterweg, en
zyn slotsom luidde, dat, als men dit op de
rechte wyz9 doet, men tot een veel lager cijfer
van kosten komt. Maar stond het dan niet
vast, dat dit punt thans buiten het debat zon
biy ven
Men moet het den minister van fiaanciëa
niet kwaiyk nemen wanneer hy niet terstond
overgaat tot een aanzienlijk® uitgaaf. Hat is
opmerkelijk; by ieder algemeen Verslag over
de begrooting, ia bet de klacht dat de uitgaven
worden opgedrevenmaar komt men in de
Kamer, dan is het altijd: waarom doet gy
niet dit en waarom niet dat Wanneer de
Kamer verlangt, dat de Regeering aan haar
algemeene vermaning tot zuinigheid waarde
hechten zal, dan moet «y ons niet euvel duiden
wanneer wy op de millioenen letten."
DE BRIEF VAN DEN HEER VAN
NAAMEN AAN PRESI
DENT KRUGER.
Naar uit Den Haag gemeld wordt, heeft de
Neierlandsche gezant te Londen Zaterdag 1.1.
aan het Foreign Officein opdracht van den
minister van buitenlsndeche zaken, den heer
De Beanforf, de verklaring afgelegd dat de
Nederlandache regeering alle verantwoordeiyk-
heid afweet) omtrent den brief van den Oen
dezer door den president van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal, den heer Van
Naamen van Eemues, tot president Krnger
gericht.
Bedoelde brief luidde
Hooggeachte Heer,
„De Eerste kamer der Staten-Gaueraal heet
U hartelijk welkom, nu U HoogEdeïe Neder
land met Ü'w hooggewaardeerd bezoek vereert.
Zy stemt volkomen in met Uw edel streven
om recht te verkr0gen, opdat da U opge
drongen, onrechtvaardige oorlog, die op
zoo baibaaraohe w0ze gevoerd wordt, moge
ophouden en de in alle opzichten zoo zeer
gewen echte vryheid en onafhankeiykheid der
beide Republieken behouden biyve en voor
altyd verzekerd worde.
Zy is steeds vol bewondering voor den on
overtroffen heldenmoed en zeldzame volharding
van bare stamverwanten in Zuid-Afrika, van
welke U HoogEdeïe de uitstekende en terecht
algemeen bewonderde vertegenwoordiger St.
Van gansoher harte hoopt zy dat ons aller
Vader U HoogEdeïe steeds zyoen onmisbaren
zegen zal schenken en nog gednrende vele
jaren in goede gezondheid zal doen werkzaam
zyn tot heil van Zuid-Afrika."
NEDERLAND EN PORTUGAL.
De Portugeesche bladen deelen mede, dat
consul Pott, ook nadat hy had opgehouden
consul vau de Transvaal te zyn, bleaf voort
gaan voor de republieken te werken, waarop
Engeland klaagde en Portugal Pott waar
schuwde. Deze echter deed, „om wèl te doen
uitkomen hoe weinig waarde hy hechtte aan
Portugal's souyereiniteit als vrya staat", pre
cies alsof by thuis was en bekreunde zieb
niets om da vertoogen van Portugal.
Aanhoudend gedrongen door Engeland, wend
de da Portugeesche regeering zich tot die van
Nederland om er op te wyzen dat de Neder
landache consul te Lourengo-Marques voort
durend handelde in stryd met de souvereine
rechten van Portugal.
Maar de Hollandisehe regeering antwoordde
ontwijkend en de heer Pott ging goedsmoeds
voort met z0n manoeuvre®. Wat de Portu.
geasche regeering ook betoogde, het hielp
niets, uit Den Haag kwsm óf geen, óf een
raadselachtig antwoord.
„De antwoorden van Holland", zegt het
Portugeesche blad, „geleken nota's van Chi-
naesehe diplomaten." Uit de honding van
Nederland scheen te bi pen, dat men Portugal
niet ala zijns gelijke beschouwde. Men kreeg
op 't laatst geen antwoord meer.
Een ander blad daarentegen zegt, dat de
houding der Portugeosche regeering in zake
Pott heel goed is, maar dat men van den
Engelschen consul te Lourenzo Marques der-
gaiyke machinaties heeft geduld, hoewel Por
tugal zich volstrekt niet met Engeland had
verbonden, maar tegenover de Transvaal ziob
neutraal bad verklaard.
De Temps wydt een hoofdartikel aan deze
zaak en zegt aan het slotdoor zyn blind
dienen van de Eugelsche belangen, zal Portu
gal gevaar loopen verwikkelingen in het leven
te roepen, die niet van ernst ontbloot zul
len zijn.
Een „misverstand" als nu tussohen ons en
Portugal bestaat, behoeft volstrekt geen tra-
gioohe oplossing te vinden. Men kan zulke
«aken op haai beloop laten.Zoo bv. in 1874
toen wy een veel ernstiger verschil met Vene
zuela hadden over de onwettige gevangenne
ming van de bemanning van een schip uit
Cursgao. De diplomatieke betrekkingen werden
afgebroken, en daarmede was het uit. Eerst
jaar later werden ze weer hersteld.
President Krnger te 't Hage.
Zaterdagavond is aan den president door
een deputatie nit Solingen een eeresabel aan
geboden namens eenige burgers dier stad.
Voor de uitnoodiging van de directie der
Nederlandsohe opera, om dien avond de op
voering van Willem Tell by ta wonen, heeft
de president door middel van een beleefd sohry-
ven doen bedanken.
Zondag ging de heer Ktuger ter godsdienst
oefening in de Groote kerk.
Op eenvoudige wijze, in een rijtuig, slechts
vergezeld van den heer Wolmarans, terwyi
de overige heeren uit zyn omgeving zich te
voet naar de kérk begaven, verliet de presi
dent het So tel des Indee. Hy had vooraf door
de politie, voor bet hotel met de handhaving
der orde belast, het publiek doen verzoeken
hem niet toe te juichen op zgn weg naar de
kerk, aan welk verzoek zooveel mogeiyk werd
voldaan.
In de kerk, waarin geen plaats onbezet was,
werd Oom Paul, die zj$n intrede deed onder
het ruisohen van eenige verzen van Psalm 66,
geleid naar de koninkiyke zitplaats. Alle
gemeenteleden waren by zijn binnenkomst van
hun plaatsen opgerezen.
Voorganger was de heer Vermeer, die in
zyn inleidend gebed de aanwezigheid van den
gcyzen Staatspresident herdacht. Hy dankte
God dat Hy Paul Kruger behouden in ons
land deed aankomen, gedragen door een
Nederlandich schip; voor de harteiyke be
langstelling die Kruger op zin tocht in
Europa deed ondervinden, voor de lieve sym
pathie die H0 Holland's Koningin den grjjsen
President heeft doen befcoonem, voor de warme
liefde die Hy ons volk deed betnigen. Te
dezer plaatse, waar reeds zoovele gebeden zyn
opgestegen en zooveel geleden is voor de
Znid-Afrikaanscbe zaak, smeekte de voor
ganger '1 Hemels zegen af over Krnger, die
zich heden, zoo den niet in de ware betcekenis
van het woord, den toch in hoogere beteeke-
nis te midden van zyn volk bevindt.
Ook smeekte de predikant zegen af voor
hen die ginds, in Zuid-Afrika, de ellende van
den oorlog dragen.
Daarna werd gezongen Psalm 421, 3 en 5.
Toen sprak de heer Vermeer zyn predioatie
uit, waarvan de tekst was Genesis III: 8.
Na baf uitspreken van den zegen zong de
gemeente staande Psalm 1343, vervolgens
het 2e vers uit den paalm, president Ktuger
toegezongen by zyn aankomst te 's Graven-
hagc, en eindeiyk het eerste couplet van het
Transvaaliohe volkslied.
Door een onafzienbare schare werd president
Krnger by zijn vertrek levendig toegej nicht.
'e Middags ontving de president den heer
Gleichm&m, voorzitter der Tweede kamer.
Er hadden zich weder den gebeelen dag
velen verzameld voor het Hotel des Indes,
het onaangenaame weder trotseerende, maar
met strikts eerbiediging van den wensoh van
den president werd geen enkele luidruchtige
betooging gehouden.
Heden zon eeu oudethoud plaats hebben
tussohen het hoofd van het kabinet, minister
Pierson, den minister van buitenlandsehe
zaken, den heer De Beanforf, en dr Leyds,
gezant der Znid-Afrikaansche Republiek.
De heer Van Boeschoten, le secretaris en
zaakgelastigde van de Zuïd-Afrikaaneolhe
Republiek, is benoemd tot hoofd van den
dienst by den president tpaaa de aanwezig
heid van Z.H.E.d. ia Nederland.
Omtrent bezoeken, aan den president te
brengen, kan worden medegedeeld, dat degenen
die by den president wenaohen te worden
toegelaten, daartoe vooraf tydig, liefst schrif-
teiyk, zoo mogeiyk, aanzosk behooren te doen.
Dat geldt als algemeene regel.
Als vaststaande kan worden aangenomen,
dat de president een bezoek zal brengen aan
Amsterdam. Het tijdstip, waarop dit zal
plaats hebben, is echter nog niet bepaald.
Ook is de mogelijkheid van een bezoek aan
Rotterdam; waartoe de president door burg.
en woth. namens het gemeentebestuur is uitge-
noodigd, niet uitgesloten, maar daaromtrent is
nog geen beslissing genomen.
DIPLOMA'S VERSCHILLENDE VAKKEN,
De geweateiyke oommissie van de Vereent'
ging tot veredeling van het ambacht te Haarlem
deelt m6de, dat bet aanmelden der eandidaten
tot het afleggen der proeven van bekwaamheid
in bet timmeren, het meubelmaken, hef smeden
au het huisschilderen, tot het verkregen! van
de graden en hef diploma van „meester" of
„gezel", tot 31 December 1900 over het geheele
land zal kunnen plaats hebben b0 den secre
taris dier commissie, den beer E. A. von Saher,
directeur van het Musenm en de School voor
Kunstny verheid te Haarlem, die tevens da ge»
weniQhte inlichtingen zal verstrekken en het pro
gramma van eisohen voor meester of gezel op
aanvrage kosteloos aau belangstellenden toezen
den. Het afleggen der proeven van bekwaam
heid zal op Maandag 25 Februari 1901 beginnen,
en de daartoe noodige werkzaamheden zullen
ongeveer tien dagen in beslag nemen. De
eandidaten, die zich aan de proeven van be
kwaamheid wensohen te onderwerpen, moeten
voor het verkrijgen van het diploma van gesel
den leeftyd ven 20 jaar,voor dat,van meester den
leeftyd van 25 jaar hebben bereikt, behoudens
uitzonderingen, door de commissie toe te staan.
Het voornemen bestaat om hen, die de proe
ven van bekwaamheid met gunstig gevolg
hebben afgelegd, een zeker bedrag, tot ver
goeding van reis-, verbiyfkosten en dervlug
van loon, uit te betalen.
BEXoSSeiFEKZ.
By kon. besluit
fe, op verzoek, eervol ontslag verleend aan
F. Goedhart, als leeraar aan de R. H. B. 8.
fe Roermondeto
zyn benoemd bjj het personeel der mil.
administratie en wel by dat der mil. inten
dance, tot generaal-majoor, de kol. F. A.
Thomëae, hoofdintendant; tot kol.-intendant,
de luit,-kol.-intendant J. H. Bakkertot ma
joor-intendant, de kap.-intendanten 8. C. Hol
land en J. F. de Meester, hoofd der Vide
afdeeling van het dep. van oorlog, en tot
k&p.-intendant, de eerste luit.-kwaitiem. A.
W. Ruyter, keurm. by het centr. magazijn
vanmil. Meeding en uitmeting te Amsterdam;
en is belast met de waarneming der funotiën
van hoofdofficier, toegevoegd aan den hoofd;
intendant, de kap.-iatendant WA. H. Doorman.
TWEEDE KAHEB.
Ongevallenwet.
By nota van wysiging op de waterstaats-
begrooting voor 1901 wordt aangevraagd eene
verhooging van f 250.000 en wel voor aandeel
van den Stut in de bezoldigingen van de
leden van het bestuur der ryksverzekeringabank,
en van de aan dat bestuur ondergeschikte amb
tenaren f50.000, en voor voorschot aan de rgks-
verzekeringsbank, voor zooveel betreft de
administratiekosten der bank over 1901
f 200.000.
De bedoeling is om aan den voorzitter van
hef bestuur der ryksverzekeringabank een
jaarwedde van ongeveer f 7000, aan dc
overige leden ieder eene van ongeveer f6500
en aan den aan de Bank verbonden wiskun
digen adviseur eene jaarwedde van ongeveer
f 6000 toe te kennen.
UIT STAD EN PROVINCIE.
De cyksveldwachter-jaohtopziener (briga
dier-titulair) G. -Cremers, wiens naam nauw
verbonden Is aan de bekende zaak-MiBseghers,
heeft thans zjjne nieuwe standplaats, K a p e 11 e,
in Zmd-Revel&ud, ingenomen en tegelflkertyd
de gemeente verlaten, waar by zyne grootste
lauweren oogstte, nl. Koewacht.
De minister van justitie tooh heeft -- wij
deelden het te zyner tyd mee - Cremers zyn
by zonder e tevredenheid te kennen gegeven
wegens den grooten yver en de toewyding,
door hem betoond inzake de opsporing van
den dader van den ten vorigen jare in laatst
genoemde gemeente gepieegden moord.
W| zullen ons niet verdiepen in de kwestie
of bet verstandig was toen reeds, terwyi de
zaak nog hangende was en in het hoogste
ressort nog niet ia uitgemaakt dat men den
dader gevonden heeft, Cremers zulk eene onder
scheiding van officleele zjjde reeds fee te kennen,
en of het niet beter zou geweest zyn daarmee fe
wachten totdat het proees alle instantiën had
doorloopen. Wy zullen zelfs op „den grooten
yver en.de toewyding," doos dien ambtenaar
getoond „inzake de opsporing van den dader"
ven dien moord, niets afdingen, maar meenen
recht te hebben om dien ryksveldwachter den
goedgemeenden raad te geven zich door die
loftuiting niet van de wgs te laten brengen
en daardoor, o. a. in zyne nieuwe standplaats,
niet tot al te grooten yver te laten verleiden.
Dat daartoe b| hem neiging bestaat, bleek
ons nog in den afgeloopen zomerook in
verband met dezelfde trenrige geschiedenis*, die
te Koewacht plaats had.
Onze lezers herinneren zich wellioht dat in
ons nommer van Vrydag 20 Juli U. eene
correspondentie uit die gemeaute voorkwam,
waarin een oordcel werd geveld over de bü
de behandeling der zaak-Miszegkers voor de
reohtbank te Middelburg afgelegde verkla
ringen en de toen gehoorde getuigen.