BIJVOEGSEL MIDDELBURGSCHE COURANT. N°. 279. 143° Jaargang. 1900. Maandag 26 November. FEUILLETON, ZIJ SOEST HAAR ZIN HEBBEN! VAN D E Over boomen. Ia nommer een van dezen jaargang bespra ken wg de osmose. Een fflesohje met eene geconcentreerde oplos sing van kopersulfaat es van onder gesloten met een dierlijke blaag, ward gehangen in een vat met water. Het water uit bet vat drong lamgg&merh&nd door de blaas en dientengevolge steeg bet kopersnlfaaf in de bals, die door middel van een doorboorde hark in het fleeohje beves tigd was. Tegelgkertp drong een gedeelte van de kopervitriooloplossing door de blaas en klenrde het water blauw. Da hoeveelheid water, die zich met de op lossing van het kopersnlfast vereenïgde, was grooter dan de hoeveelheid van die oplossing, welke in het water drong. De werking hield aan tot de vloeistoffan in het vat en in het flesohje van gelijke samen stelling homogeen waren. Dit verschijnsel heeft altijd plaats êusaehen twee vloeistoffen, die zich kannen vermen gen die, zooals men zegt, voor diffusie vatbaar zjjn en door een poreuzen tnsssohen- waad Mar aan dierlijke blaas ga- scheiden zijn. Elke overblijvende plant verzamelt in den zomer eeoe groots hoeveelheid reservevoedsel om in het voorjaar, zoodra het weder zachter begint te worden, dadelijk gereed fe gijn om de knoppen te doen ontwikkelen en bladeren en twijgjes voort te brengen. Die voorraad van voedsel voor het volgend aeiioen is onder inwerking van warmte en licht toebereid in de bladeren, veevolgens als sniker door de geheele plaat gevoerd en daarna by de overblijvende planten nederge- legd in de msgazjjaen en opgestapeld ais zet meel. Het voedoelopBemen geschiedt by dehooger ontwikkelde planten, waartoe ook de boomen behooren, door de wortels en door de bladeren. Alle planten, das ook de boomen, bevatten veel water. Proefondervindeiyk is het bewezen, dat de bladeren zelfs in de gunstigste omstandigheden geene vloeibare voedingsmiddelen kannen opnemen, noch in damp- noch in gasvormigen toestand. Derhalve moet de massa water, die zich in de planten en boomen bevindt, opgenomen worden door de wortels. In de plantenliehamen vervollen de cel- wanden deselfde fnnetie als de dierlijke blaas. Het voeht, dat sieh in de cellen bevindt, en het voeht uit den grond zijn twee vloeistoffen, die zich kannen vereeaigen en slechts door een oelwsnd gescheiden zijn, waardoor zij beide knnnen heendringen. Het eel vocht is altyd veel meer geconcen treerd dan de vloeistoffen van den bodem, die slechte eane geringe hoeveelheid zouten of gassen bevatten; daarom zal er steeds zeer veel vocht overgaan nit den grond in de oellen en slechts weinig vocht nit de cellen naar den bodem. Dit oelvoeht ia zuur en lost in den grond verscheidene stoffen op, die anders onopgelost zonden blijven en dus niet voor plantenvoedsel zonden kannen dienen. Wil men zich daarvan overtuigen, dan neme men een etakje gepolijst marmer, ïegge het horizontaal in een bloempot, waarin men ver-: volgens aarde brengt en een welig groeiende plant, die eerlang met hare worteltjes het marmer bereikt. Na eenigen tijd neemt men het marmer nit den pot en wasehfc het af. Overal waar de worteltjes tegen het marmer gezetens hebben, is de plaat rnw, het zure eelvooht heeft een gedeelte van de koolzure kalk, waaruit marmer bastaat, oplosbaar en tot plantenvoedsel geschikt gemaakt es zoo die groefjes teweeg gebracht, die men na aan de oppervlakte van het eenmaal volmaakt gladde marmer waarneemt. Uit het voorgaande blijkt, dat het voor den geregelden groei van boomen noodig is, dat de fijne wortels en vervolgens ook de worfelharen innig verbonden zijn met de be- fitanddeelen van den bodem. Verplant men boomen in het voorjaar, als de werking dar wortels begint, en kan men die boomen niet vervoeren met aardkluit, dan sullen de fijne wortels op de nienwe stand plaats zich niet genoeg kunnen aansluiten aan de beatanddeelen van den bodem en in eene geregelde toetreding van voeht en voeding- sÊoffam knnnen voorzien Wil men die nauwere aansluiting verkregen door den grond rondom den stam en boven de wortels vaat te trappen, dan loopt men veel gevaar, de fijnere wortels óf af te schanren óf te kwetsen, waardoor de toevoer van voeht en voedsel nit dom grond nog meer belem merd wordt. Verplant men de boomen daarentegen in het najaar, liefst in de tweede helft van deze maand; valt men de ruimten tns-achen de fijnere wortels met de hand met losse aarde aan, en hoogt men den grond rondom den stam wat op, dan kan die aarde gedarende den winter zakken, zioh door bet regen- en dooiwater om de wortels aansluiten; deze keeren gaandeweg terug tot den natnnrlfjken toestand, waarin zij zich bevonden vóór zij verplant werden, en in bet voorjaar, als de werking in de matuur weder een aanvang neemt, ajjn z§ gereed vocht ea voedsel uit den grond op te nemen, voldoende om zeker te -zijn, dat de verplante boom goed zal aan slaan. Begint het wat harder te vriezen dan 4 a 5° C, dan doet men goed, den grond rondom de boomen te bedekken met een lasg langen mest ter dikte van een of anderhalven voet; dezen mest laaf men gedarende het voorjaar en een gedeelte van den zomer liggen, om hef uitdrogen van den grond te voorkomen. Uit het voorgaande volgt, dat wij de voor - kenr geven aan het verplanten van alle boo men, maar bjjzonder van frnitboomen, in het najaar. Kan men zulks niet doen, omdat de omstandigheden zulks niet toelaten en men dos verplicht is het planten in het voorjaar te bewerkstelligen, dan dient men den grond door herhaald gieten rondom de wortels te doen sluiten, en in dat gietwater wat snper- phoophaafe, kali en Chilï-galpeter op fe lossen, om den boom in de gelegenheid te stellen, Mast het onmisbare water, wat voedsel op te nemen. stand van den stam en bedekke ze daarna een paar dnim met aarde. Een goede meststof by frnitboomen heeft men aan beer. Men make, om dien te gebrui ken, een patje of vgf rondom den boom op zoo- danigen afstand, dat zij nagenoeg boven het uiteinde der'wortelvezels komen, en vuile'die met genoemden meststof. Nadafrdeze'beBonken is, sluit men de putten. Heeft men zoodanige bemesting een paar achtereenvolgende jaren toegepast, dan sollen de resultaten niet achterbleven. c. Heeft men frnitboomen en wil men daaraan vrachten zien komen, dan moet men byen honden. Het afvallen van de bloesems, zonder vracht gezet te hebben, kan een gevolg zyn van hevige koude in den bloeitijd, van voort- dneenden regen en ook van soherpe winden, maar meestentijds is het een gevolg van niet- bevruchting, omdat er gebrek aan byen ie. Yoor eene verhandeling over die nuttige insecten willen wjj eerlang de aandacht vragen van onze lezers. Stokken voor den Gemeenteraad van Middelburg. De voordracht ter benoeming van een help ster voor de handwerken op'school A (hoofd de heer Haek) bestaat, zooals nog in een deel der oplaag van 000 vorig nommer ia gemeld, uit de damesM. G. Holster, H. N. W. Hoger- land ea A. F. Beckers. Door A. Jeronimua, eigenaar der woningen aan de Y older ijlaagie, is een adres aan den raad gericht naar aanleiding van hef voorstel van bnrg. en weth. om zyn adres van 29 Juli jl. voor kennisgeving aan te nemen, en wel op grond dat adressant zich zou terugge trokken hebben op bet voorstel om een on partijdig deskundig onderzoek te doen plaats hebben. In dit nader adraa voert hfj aan dat integendeel uit zijne vroegere adressen aan den raad duideiyk biykt, dat het voorstel tot een deskundig onderzoek van hem zeiven indertyd is uitgegaan; dat hy zieh dos daarop zeker niet zou willen terugtrekken, maar by wensehte er aam toegevoegd dat, wanneer het riool onvoldoende is gebleken, alsdan van gemeentewege tot verbetering zou worden overgegaan, en niet, zooals bnrg. en weth. voorstelden, dan eerst de verbetering in over weging fe gallen nemen dat adressant niet deskundig genoeg is om fe kannen aanwyzen de fonten, welke het riool aankleven, maar dat het niet is, zooals het behoort te zynin die overtuiging staat hy niet alleen, want dit werd, wel ia waar, zijdelings door den gemeentebouwmeeBter selves erkend, immers daar waar hy zegt, dat de bewoners niet met de noodige omzichtig heid te werk gaan, by het gebrnik maken van het riool en hef daardoor verstoppen, iets wat had kunnen en moeten worden voorkomen door beteren aanleg 5 men kan van de bewoners toch niet vergen, dat zy hnn spoelwater fil- treeren, alvorens het er in te werpen, en van moedwil kan geen sprake zyn, daar de ver stopping nu achter de eene en dan achter de andere woning plaats heeft dat het riool zoo had gemaakt knnnen worden dat het niet verstopt kon geraken, wordt door deskundigen bevestigd, doch dan hadden de kosten van aanleg grooter geweest en dientengevolge behoefde ie gemeente- bouwmeester daarvoor slechts .oiroa f 1000, te wijl ie aannemer van den bouw der wo ningen f 1700 eisehfe; dat men op deze wijze den wethouder, Den Bouwmeester, het voordeel der gemeente op het oog hebbende, er in heeft laten loopen en adressant de dupe is geworden; dat adressant overigens, wanneer hef riool in goeden afeet gebraebf wordt, gemakkèiyk ook het water nit de straat zal verwyderen en daarmede wegnemen de lost, die bnrg. en weth. mocht bekruipen om deze woningen door de plaatselijke gezondheidscommissie on- geBohikt fot bewoning te doen verklaren. Esdenen, waarom hy beleefd verzoekt dat dit adres zal behandeld worden tegelijk met zyn adres van 29 Juni jl., omdat het in ver band staat met het voorstel van burg. en weth. en dat het den raad zal doen besluiten gevolg fe geven aan hef verzoek, in boven; bedoeld adres vermeld. Naar aanleiding ven een adres van de af- deeling Walcheren der Maetsohappty tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zeelmdt deelen burg. en weth. mede het gewenaohte gebruik van een der lokalen der burgeravond school (St. Pieterstraat) ten behoeve vao landbouwonderwys te hebben afgestaan tegen betaling van t 2.50 voor verwarming en f 5 vergoeding aan den concierge van hef gebouw per half jaar. zy verzoeken den raad daaraan z|ne goedkeuring te verleenen. Borg. en weth. atollen voor hnn machtiging te verleenen om aan den eigenaar van bef perceel wijk F no. 98, uitkomende op de bin nenplaats van het ijfekantoor, te vergunnen het maken van een Iiohtkozyntje, tegen betaling van eene retributie van t 0.25 jaare. Hef nader voorstel van bnrg. en weth. he^ treffende het ontslsg aan den onderwyser Th. J. Peso strekt om in fe trékken hef besluit van 19 Sept. en genoemden onderwijzer ontslag uit zyn© betrekking te verkenen, onder bepa ling dat dat ontslag sal Bp ingegaan 1 Sept. 1900, op welken dag hy zyn post zonder ver lof heeft verlaten? Bnrg. en weth. berichten dat zy in overleg zyn getreden met den eigenaar van een uit bouw op hef Koorkerkhof, behoorende by per ceel A no. 122. Die eigenaar is genegen den nitbonw geheel te doen wegnemen, indien hem van gemeentewege f 140 worde uitgekeerd. Burg. en weth. stellen voor hen te maoh: tigen die som fe betalen. Bnrg. en weth. stellen voor het versoek van J. van der Klooster om vergoeding van de schade, welke door het omwaaien van een boom aan dïena oehïp is toegebracht, van de hand te wjjzen wjjl dat omwaaien is geschied door overmacht, al. door den hevigen storm van 4 Augustus, 2 Aaar het Engehch, DOOR G. M. ROB I NS. Philippa maakte een verachtelijk gebaat fcerwjjl zy naar den brief keek1 The Lodge. Polesley. „Lieve Philippa, Hierby vindt gij inge sloten nwe driemaandeiyksche toelage» Als gy meer noodig hebt, laat het my dan weten. Ik hoop dat gy gezond en gelukkig zjjt; ik ben geen van beide, maar ben overtuigd, dat dit feit buiten 'de wijde sfeer van uw be langen ligt. Geheel de uwe, Val Arkwright*" „Hf won dat ik een villa in Tooting bewoonde, en tevreden was met ©en meid en een werkster en een kinderwagen in de gang," mompelde Philippa. „Zelfs Yal, die voorgaf my lief te hebben 1 Yoor de ouders was nog een verontschuldiging, omdat zy een geslacht ten achter zyn en niet konden begryp8n voor h e m ia er geen verontschuldiging." Zy streek een paar maal doelloos over haar doek, wierp toen plotseling palet efi pen- BMlen op den grond en greep haar zakdoek om een stroom van tranen te stniten. 2 „Hoe kan Ik in de wereld leven? al* iedereen onuitstaanbaar is snikte zy, ferwyi zy op de oanapê zonk. „Als ik toch een doel voor oogen heb! En dat heb ikDat weet ik dat voel ik 't Ia niet alsof ik een pedante dwaas was. Ik heb talent en kan niet helpen dat ik het weet. 't Eenige wat ik verlang, is met rast gelaten fe worden om te werken, en dat wordt my ontzegd," Zy liep op en neer, en verkreukelde haar zakdoek tnasohen haar zenuwachtige vingers toen hield zy stil voor een spiegel en keek er is, want zy was jong en mooi; daarop trok zy met een snelle, beweging een schild padden haarspeld nit haar -kapsel en liet haar glanzende lokken over haar sehonders vallen. „De directeur zon er wat voor geven, als gy de Rosalinda wildet spelen," prevelde dj. „Welnu, dan zal ik Rosalinds spelen Tan slotte trekt 't nog meer de aandacht om mi aan hun belachelijk spel fe onttrekken dan om mee fe doenWinnie heeft eigenlijk toch gezegevierd. Ik zal Rosalinde spelen, en als ik mezelf ken, zal 't mi niet veel moeite kosten om Orlando op een eerbiedigen afstand te honden." zy stak haar mooie krollen weer op. „Natnnriyk ben ik door de verhouding tnsiehen Val en my gedwongen voorzichtig te zyn. Maar by kent mg genoeg om te we ten dat ik niet zoo hateljjk zyn zal om Zy Meld op, bedacht ziob, trok haar vloei» bock naar zich toe en schr eef By eene planting in hef voorjaar mag men nooit nalaten, den grond door eene goede be dekking voor uitdrogen te beschermen. Overigens, wanneer men ook plant, in het najaar of in het voorjaar, steeds moet men zorgen, dat de boom komt in goeden grond en nog jaren gelegenheid heeft zjjne wortels in goeden grond nat te schieten. Om dat doel te bereiken, make men putten van een vierkanten meter oppervlakte ter diepte van 1 a 8 ieeimetera m vuile die tot aan de boogte, waarop de boom geplant moet worden aan met goeden, vruchtbaren grond; in het midden het hoogst en naar alle zijden afbellend. Hierby moet men in hef oog honden, dat een verplante boom, vooral een fruitboom, op zijne nienwe standplaats nooit dieper in den grond mag komen, dan hy oorspronkelijk ge staan heeft. Worde dns de pat asngevald met loosen grond, dan kan dit geschieden tot aan den bovenkant; die grond wordt zacht jee aange stampt, daarop plaatst men den boom zoodanig dat de wortels in behoorlijke richting naast, niet over elkander komen, en dekt die dan met grond. Bemerkt men by het verplanten gekneusde of gekwetste wortels, dan worden deze met eene effen snede weggenomen om verrotting fe voorkomen. Schudden onder hef planten, om den grond tusaehen de wortels te brengen, is af te keu ren om geiyke redenen als het vasttrappen. Staat da boom op eene plaats, die bloot gesteld is aan den wind, dan moet hy na hef verplanten onmiddellijk aan een paar statten zoo verbonden worden, dat hy niet heen en weer kan zwaepen, waardoor de grond telkens zonde loswoelen en het aanslaan belet worden. Bemerkt men, dat de grond meer zakt dan men verwacht had en dat de boom daardoor te diep zonde komen te staan, dan moet men by tijds zorgen, door nienwen grond aan te voe ren, bet ontbrekende aan te vallen. Om sieh tegen te groote verzakkingen te vr|- waren,kaumQtt den grond, dien men in de putten heeft gebracht, een paar maal vóór men gaat planten, goed begieten, daardoor wordt hy mees gesloten en is het gevaar voor te groote verzakking voorkomen. v Eene vraag, die by hef verplanten nog kan gedaan worden, is deze Moet de pof, behalve met aarde, ook nog gedeeltelijk aangevuld worden met mest Wanneer de grond, waarmede men den put valt, zeer vruchtbaar is, dan honden wjj eene toevoeging van mest voor overbodig. Is de grond, naar men meent, niet vruchtbaar genoeg, dan ia ©ene toevoeging van goed geteste rnndermest, dien men onder den grond ver mengt, gewenseht. Wanneer de boomen aan den trek zyn, ach ten wy esae jaarlijkiohe toevoeging van mest onmisbaar. Is de grond wat licht, zandachtige zavel, dan ia eene bemesting met een balven kilo gram kali-magnesia gewensebfis er kali ge noeg in den bodem, dan heeft men jaarlijks een kilogram Chili-salpeter en een kilogram Bupesphoaphaat per boom noodig. Men etrooie die meststoffen op eenigen af- „Lieve Yal, Ik ontving nw toelage vandaag, raat vriendeiyken dank. Ik kom erg by u in de sohnld, maar ik maak zulke goede vorde ringen met myn werk, dat ik zeker over een poos die schuld kan afdoen; en ik leg ieder kwartaal iets over, zoodat ik ook wel met min der toe kan komen. Het spijt my dat gy mg naar Covenbry gezonden hebt; ik zie nog altyd niet in waaromen 't zon een genoegen voor me z^n om u mp werk fe vertoonen en te hooren wat gy er van vindt. Ze zetten bier een voorstelling op fonw en hebben me overgehaald om de rol van Rosalinde fe spelen. Waarom knnnen zy n>y niet met rast Men? Ik zon hier niet biyven, als 'f niet was om de lessen van Lemoinein Londen bestaat er niet een zooals hy. Maar ik ver onderstel, dat, waar ik ook heenging, Ik mensehen zon aantreffen, die even akelig en even weinig in staat zyn om in 't levensdoel vaa ©en meteje te gelooven. Enkele dingen, die gy my over de wereld gezegd hebt, sp waar; dat moet ik met leedwezen erkennen. Maar ik ben 't niet met n eens, dat men alles moet opgeven, nit angst, dat 't verkeerd uitgelegd zal worden, omdat de menschen zoo slecht zijn. Integendeel, als niemand begint met te bewyzen, dat er vrouwen zyn, die eerlijk wensehen te werken en die niet voortdurend manneiyke bewondering ver langen, hoe kan dan ooit de maatsohappy hervormd worden? Ik hoop u tooh nog eau» maal t@ bewyzen, dat ik geiyk heb! Uwe oprechte vriendin Philippa.!' Ala Winnie Spence op een hooge tabonret troonde in het atelier, dat algemeen de „groote antieke" genoemd werd, en omringd was door een groep jongelni, dan was By in haar element. „zy was erg boos op my", vertelde zy opgewonden, „en vroeg of gy allen my tot haar gezonden hadt; dus ik dacht dat ik alles verknoeid had en dat niets haar meer dwin gen zon om die rol te spelen. Tooh liet 't daarna bezinkenen myn verbazing was groot toen ik een paar nar later den directeur ont moette, die my meedeelde, dat juffrouw Ky- mond de Rosalinde zon spelen! „Ik kon 't niet gelooven „Ik zal myn belofte honden, juffrouw Spenceik zal n meenemen maar de oomedie.'" zei Bernard Larkiu handig, „Gy Bp een echte schalk en de heeie school is n dank baar. 't Zon zonde geweest zyn om met zulk een schoonheid op school zonder haar te moeten optreden?" Ea de jonge man, die de Apollo van de Kyrie was en de Orlando in hef stak moest spelen, streek met zyn vin gers door zyn krollend, donker haar. „Wat zal het grappig zynzei Winnie, door 't lot bestemd om de rol van Audrey te spelen. „Zij zal zieh hierna <niet zoo boven u allen kunnen verheffen, zy mag denken. dat zy weer in haar schnlp kan kruipen,maar zy zal 't niet doenniets maakt de menschen zoo vriendschappeiyk als eomediespelen." „Ik zal myn vriend Loobsley; van de Academie, vragen om my by te staan in myn rol", merkte Lsrkin op. „Hy is een knappe maniemand, die alles kan, wat hy wil, Hy kent juffrouw Kymond, tnsiehen twee haakjes, want h| vroeg my kort geleden nog iets over haar," - Wat!" riep Winnie nit. „West ge dat zeker Want, als dat zoo is, zon het bijzon der belangrijk zijn. Ik heb altyd gedacht, dat Kymond een aangenomen naam was. ïk weet bpa zeker dat ik op het envelop van eenbrief eens een anderen naam zag staan." „Welnn, dan hebt gy n daarin vergist, denk ikhy zei heel dnideiyk „jnffronw Phi lippa Kymond," Hy vroeg my, hoe ar hier over haar werk gedacht wordt; ik':zei hem, dat haar werk niet veel te beteekaaeu had, maar dat zjj zelf heel hoog stond,'alleen kon niemand haar genaken. Ik vertelde hem dat de directeur al haar werk goedkeurt, omdat zy zoo eerzuchtig is, en hy bang was, dat z| weg zon gaan, als zy niet vorderde. Zff zei dat zy dit laag vonden daarin heeft hy geiyk, wamt dat ia het." „Ik denk, dat jnffronw Kymoud's ver leden niet plnls isde eerzucht van zulk een mooi meisje om schilderes te worden ia my geheel onverklaarbaar,'! zei Caiimir Lefaure,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1900 | | pagina 5