MIDDELBURGSGHE COURANT Vrijdag 23 November. Middelburg 22 November. N". 277. 143e Jaargang. 1900. Dese courant verschijat dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Pr|js, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 22 Nov. 8 o. vm. 47 gr! 12 u. 48 gr. av.4n.48gr J'.Verw. zw. t.m.W.wind.bew-ger.atn.int. Agenten. Te Zierikzee: A. C. ni Moon; te Tholen: W» A. tut Nuuwmrauirav. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.60elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel Groote letters naar de plaats die zy innemen. Tot de plaataing van advertentiën en reclames, niet afkomstig nit Z e e 1 a n d, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, ia uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau Ai DE LA HAR Aan., N.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam. in ona land anders zijn dan in Engeland,trachtte te keeren door inlaagdijken, doch maar practisohe middelen tot verbeteringen later zag men in dat dit niet hielp en men De gemeente en haar grond. la een Dinidag&vond door de atdeeling Zuid-Holland van de Broederschap van Can- didaat-Notarissen in Nederland en zijne Kolo- nitn gehouden vergadering trad de heer P.L. Tak, redaoteor van De Kroniek, nit Amster dam, op, met het onderwerp De gemeenten en haar grond. De beer Tak weeg er, na een korte inlei ding, op dat atraka een Woningwet in behan deling zal komen, waarvan men zegt, dat ze de gemeenten met weinig koaten in de gele genheid zal stellen het woningvraagstuk tot oplossing te brengen. Die voorspiegeling aar- telde by niet valech te noemeD. De waarde van den grond in de gemeenten neemt steeds toe. De grond berust echter in handen van particulieren. Spreker wees er op, dat ook bniten de socialistische kringen langzamerhand het besef ia doorgedrongen, dat in den privaten grondeigendom groote onbillijkheid aohuilt. Ala voorbeeld weea de heer Tak op het steeda doordringende begrip van landnationalisatie, ook in ons land. In het buitenland waarvan hij voorbeel den gaf ia de toestand beter dan in ons land. De bouwgrond ia eenvoudig geworden een speculatie-artikel, waaruit tal van nadoe len voortvloeien, o.a. de speculatiebouw. De speculatieve waarde van den grond maakt openbare werken dikwjjls onnoodig dunr. Het komt herhaaldelijk voor, dat gemeenten een stukje grond moeten koopen voor het bon wen van openbare seholen, en daarvoor duur moe ten betalen. En ook bij onteigening ia de grond veel te kostbaar. De speculatieve grondwaarde staat in den weg aan uitbreiding der steden, voor bygië- nisohe doeleinden en andere nuttige werken. De vraag dringt zich dus ophoe wordt de gemeenschap van een gedeelte van den grond meeater De heer Tak weea vervolgens op verschil, lende regelingen, die men o. m. in de Ver- eenigde Staten bij onteigening ten algemeenen nutte had gemaakt. Wat Engeland betreft, daar werd de grondeigenaar al bijzonder toe- aohermi. Alle gemeentebelasting werd daar opgebracht door do bewoners der woningen, een onbillijke toestand, zoodat ook daar een drang naar verbetering ia ontstaan. Thana bestaat, evenala in Amerika, de verplichting, om ala grondeigenaar hoogere belasting op te brengen, voor krottenoprniming, demping van grachten en andere openbare werken. Deze regeling, de zoogenaaamde better- ment-belaating, aoht de heer Tak billijk, daar door de uitvoering dier werken voor openbaar belang toob waardevermeerdering van den grond ontitaat. Dit stelsel zou hy ook voor onze gemeenten niet ongewenseht achten. Wat de resultaten van de bettement-belasting in Engeland zjjn geweest, weet hg nog niet. De belasting kon door de gehechtheid der bezitters van den grond niet consequent worden doorgevoerd, Maar bet beginsel is goed. Voor ons heeft de heer Van Houten den weg reeds gebaand. De uitbreiding van het beginsel kan ver kregen worden door her-taxatie. De inleider wees er op, hoe vele nnttige openbare werken onder een dergeigk stelsel in onze ateden, a. te Amsterdam, zonden tot stand kunnen komen. Bovendien zou het medewerken tot oplossing van het woningvraagstuk. Of in ons land de noodige verbeteringen spoedig tot stand znllen komen, betwytelde spreker zeer. De wetgever zal echter met verbeteringen moeten komen. Da gemeenten moeten vrger worden in haar bewegingen. Tot oplossing van de dringende woningkweatie is o. a. allereerst noodig beteugeling van bonwspeeulatie. Juist die bouwspeeulatie, waartegen de heer Tak met kraeht opkwam, belet ook ons land de invoering van dat nnttige betteruent-systaem. Hg is van oordeel, dat de gemeenten losgemaakt moeten worden nit den fioaneieelen band, waarin ty thans gekneld zitten, willen zy iets kunnen doen tot verbete ring der hygiënische toestanden en des* aooiale nooden. Na deze zeer toegejuichte rede werd aller eerst van de gelegenheid tot debat gebruik ge maakt door het Kamerlid Bonman, die aan den inleider da vraag stelde „hoe kan de gemeen- ■ohap verwerven de waardevermeerdering der gronden rondom de groote gemeenten Er syn twee middelenlo. Onteigening van die terreinen, dnz gedwongen afstand, en 2o. gronden koopen als n onder den hamer komen. Da inleider heeft erkend, dat de toestanden in ons land bad hy niet aangewezen. Het raadslid mr Dolk achtte met den beer Tak het hetterment-atelael zeer nuttig. Maar hier zal dit stelsel moeiiyk knnnen worden ingevoerd, want daarvoor is tooh noodig wyzi- ging onzer gemeentewet en die is nog lang niet in 't vooruitzicht. Overigens betreurde hy zeer, dat de heer Tak zyn rede had ontsierd door enkele insinuaties, o. a. waar hy bad gesproken van klassenwetgeving, waardoor verbeteringen in bouwverordeningen te Amsterdam en ook 'sHage zonden zijn tegengehouden. De heer mr E. Fokker, lid van de Tweede kamer, kon zioh moeiiyk met het better ment- eysteem vereenigen. Hoe moet het worden toegepast in kleine steden? Veeleer kon hy meegaan met het beginsel van onteigening. De heer Tak oordeelde, dat de beide stelsels (onteigening en betterment) gecombineerd tos- gepast kunnen worden. Hy erkende dat by invoering van het bettermenfc-atelsfll in ons land op niteenloopende toestanden gelet dient te worden. Tegenover den heer Dolk ontkende hy, dat hy had gesproken van klassenwetgeving, al was hy van het bestaan daarvan ten volle overtnigd. (Vad.) volgens hem, de leiddraad te zyn van de diensten te verleenen tot het weder unknot»- CRONDVERL1EZEN IN NEDERLAND, VOORAL IN ZEELAND. Over dit onderwerp werd Woensdagavond door den beer A. A. Beekman, te 'oGraven- hage, in de afdeeling Nederland van het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Ge nootschap eene voordracht gehouden. De grondverliezen, alius stelde de spreker voorop, laten zich splitsen in twee groote soorten, al. die'ontotaan door overatroomingen, waarbij de gronden langzamerhand verdwenen doch later weer ingedykt worden en die waarby de gronden voor goed verloren gaan- Aio voorbeeld voor geleideiyke verdwyning baalde spreker aan Friesland, Zaid-Hclland en Zeeland. Uitdrukkingen als: die en die gronden werden afgescheurd of die en die gronden sloegen weg, noemde spreker zeer verkeerd. Gronden verdwynen zoo maar niet op eenswel kunnen zy onbruikbaar worden en geleideiyk verdwijnen. Dit hangt geheel af van hun aard. Met kaarten lichtte spreker sfjne voordracht toe en weeg er op dat mede- deelingen, dat een groot stuk land zoo maar in één nacht verdween en dat daar ter plaatse een zeeboezem werd gevormd,verdichtselen zyn. Alsnn kwam de heer Beekman tot de grond verliezen in Zeeland, speciaal tot hetooateiyk deel van Zuid-Beveland, waar een groot ge deelte grond voor goed is verloren gegaan, terwyi andere gedeelten werden herwonnen. Een groot gedeelte ligt evenwel nog, zooge naamd, voor eb en vloed. Een tweede voorbeeld voor tjjdeiyke grond- verdwyning is Noord-Beveland. Sprekor gaf eene beschrijving van indijking van land en het onderhond van de verschillende dyksge- deelten, een en ander ook weder met kaarten toegelicht. Nadat in 1532 verschillende gron den in Zeeland tydeiyk door overatroomingen waren te loor gegaan, werden die langzamer hand weder ingedykt en herschapen in zeer brnikbaar weiland, waarin nog vele overbiyf- selen gevonden werden van huizen en voor werpen nit vroegere tyden. Er ia evenwel nog een ander versohynsel dat grond doet verloren gaan, vooral in Zee land, nl. de oeverafsohniving en „het vallen van gronden'1, waarby gronden plotseling ge heel verloren gaan. Eene beschryving van die oeverafsohniving vormde een voornaam gedeelte van sprekers voordracht, waaraan vastknoopte eene toelichting vsn de zeeboe zems in Zeeland, speciaal van de Ooster- en Wenter-Schelde met de daarin voorkomende, dikwyia zeer diepe genlen en platen. Vervol gens gaf de heer Beekman eene uitlegging van het z.g. „vallen van gronden", welk ver sohynsel al eeuwen lang aan Zeelands oevers knaagt en dat iets anders is als het grondaf- schuiven dat ontstaat door het afschoren van het water, terwyi by grondval de grond ondermynd wordt en neerploft en ter plaatse een diepe geul ontstaat, terwyi het onstane mengsel van grond en water boriaontaal af stroomt en verdwynt. Omtrent den aard van het verschijnsel ig het laatste woord nog niet gesproken. De grond vallen toch hebben nog lang niet opgehouden. Sedert 1860 hebben zich 250 afsehuivingec voorgedaan en van 1887 tot 1896 kwamen 105 vallen voor met een grondverlies van 73 H.A. boven laag water. Een van de knsten, die het sterkst wordt aangetast, is de noordkust van Noord Beve- land, waar enorme stnkken grond verloren gaan en in zee verdwynen. De technische maatregelen tot bestryding van het kwaad liet de inleider onbesproken. Met een enkel woord deelde hy mede dat men het euvel ging over tot zg. oeverbekleeding met aware bestorting. Een gebeele bestorting langs de kuit zou echter te duur worden, en daarom heeft men zieh bepaald tot onderzee- Dcfae bekleading van vooruitstekende gedeelten, hetgeen goed voldoet. Om bet kwaad afdoende te baatryden, moet men hebben een goeden blik op die onderzeesehe bekteedingen en om die ter bestemder plaatse aan te brengen zyn peilingen noodig, hetgeen regelmatig geschiedt onder voldoend toezicht, dat by de wet op de oalamitenze polders is geregeld. Nog vestigde spreker er de aandacht op dat sedert 1860 75 millioen voor waterkeering en werken in Zeeland is uitgegeven. De rede van den heer Beekman werd met applaus begroet. Hierna volgde eenig debat, waarbg de inleider tot hein gerichte vragen beantwoordde. (Ebld). ONZE BOTERHANDEL. De heer Rinkes Borger te 's Gravenhage wees er dezer dagen op dat, naar aanleiding van de veroordeelingen in Engeland wegens vervalaebingen van boter, ast Nederland inge voerd, het noodzakeiyk zal zyn in Nederland scherpere bepalingen omtrent de margarine in het leven te roepen. Hy haalt tot staving van zyne bewering uitspraken en feiten aan, welke aantoonen dat wyziging der nieuwe boterwet' niet kan nitbiyven met het oog op onzen boterhandel. Inzonderheid vestigt hy de aandacht op de maatregelen, in Dnitsohland en België genomen, of te nemen, hierin bestaande dat margarine niet mag afgeleverd worden dan tenzy daar aan toegevoegd is eene bepaalde hoeveelheid Sesam-olie, terwyi in Engeland margarine- fabrikanten en groothandelaren verplicht zyn regioter® te honden, waaruit Wijkt de hoeveel heid en de bestemming van elke zending mar garine nit de fabriek of magazynen. Ten slotte wenBcht hy dat by de behande ling van de bsgrooting binnenl. zaken deze qnaestie zal worden besproken. Dat zal wel gebeuren bmoeminWenz. By kon. beslnit zyn in hnnnen rang overgeplaatst by het reg. gren. en jagers, de kap. jhr L. C. van den Brandeler, van den gen. stat, J. H. de Wildt, van het 3de wat nog in een deel der oplaag van ons vorig nommer werd op genomen G. Hemmes, adj. van het 4de, en P. J. Kouwenbnrg, van het 7de reg. inf.; s||n benoemd by het leger in N.-I., tot gen majoor der inf., de kol. van dat wapen jhr J. C. van dar Wyek, en tot gen.-maj., chef van den gen. staf, de kol. chef van dat dienst vak, G. W. Beeger. EERSTE HAMER. Bljjfeene het voorloopig verslag van die Kamer over het wetsontwerp tot herziening der kieswet vond de bonding van den miniBter van binnenlandscbe zaken by de indiening en behandeling van het wetsontwerp by onder scheidene leden en om verschillende redenen afkeuring, o. a. wegens de wyze waarop by zyne ambfgenooten in het debat heeft ge bracht tot verdediging van zyn eigen hooding. Enkele andere leden zagen in 's Ministers honding meer de gevolgen van eene gouver nementeels font dan een gonvernementeele zwakheid wegens de eenmaal gedane toezegging van eene technische herziening. Al mocht de honding van den Minister te wesschen hebben overgelaten, zy werd toeh door deze leden verklaarbaar en in de gegeven omstandigheden nog het meest in 's lands belang geacht. Sommigen verhengden zich dat de poging a, onder den robijn van technische verbete ringen tot een groots uitbreiding van het aantal kiezers te gerakeB, volkomen is mis lukt. Zy constateerden, dat velen geen heil sagen in het weer aan de orde stellen van het kiesrechtvraagstuk en dat op grondwets herziening dan oob geen kans was. koloniale politiek. Thans kan men slechts op achteruitgang van den inlander wyzen zoowel in materieel en intellectueel als in moreel opzicht. Heden wordt het debat voortgezet. Men zie Laatste berichten. TWEE»*: HAMER. Aan het slot der zitting van Woensdag werd, by het algemeen debat over de Indische begrooting, door den heer Van Kol geklaagd over gemis aan hervormingen in onze-bezit tingen en over het binnensmokkelen van ingry- pende maatregelen ter gelegenheid van de aanbieding der Indische begrooting, zonder behoorlijke voorbereiding. Tot verbetering van dien toestand ware z. noodig een raad van directeuren in Indië, gesteand door eene permanente commissie van adviseurs in Nederland. Voorts betoogde spreker dat onze koloniale veroveringspolitiek onze koloniën tot vloek ia geweest. Uitvoerig brandmerkte hy de imperialisti sche politiek. Zedeiyke engeesteiyke ontwikkeling behoort, Nederland en Transvaal. Ie de Memorie van Antwoord op het Voor loopig Verslag der Tweede Kamer over de Staatsbegrooting van 1901 komt onder meer bet volgende voor Het bevredigen van den wemoh naar inlich tingen betreffende wat geschied is ter zake van de gevangenneming van leden eener Neder- laudsche ambulance en van de uitzetting van vele Nederlanders uit de Transvaal is voor alsnog ongeraden. De Regeering begrypt volkomen dat in deze aangelegenheden zeer levendig belang wordt gesteld door velen, doch dit is voor haar een reden te meer om alles na te laten wat voor de belangen der betrokken personen nadeelig zoude kannen aijn Het openbaar maken der aanhangige onderhandelingen over hunne za ken zoude ongetwyfeld dat gevaar opleveren. De rogeeringen van andere landen, die in soortgelijke onderhandelingen met de Britsehe regeering betrokken syn,hebben evenmin stuk ken, daarop betrekkeiyk, openbaar gemaakt. De iiTEngeland uitgegeven Blue Books bevat ten hoofdztkelgk mededeelingen omtrent de onderhandelingen, met de regeeringen der Zuld-Afrikaanaehe Republieken gevoerd, en voorts brieven van den High Commissioner te Kaapstad en van andere ambtenaren en particulieren uit de Kaapkolonie. De minister van baitenlandsehe zaken zal intnssohen over wegen of het mogeiyk is het rapport van dr Koster aan de Kamer over te leggen. De Regeering heeft, behalve het openbaar maken van stnkken,geen ander middel om inlichtingen te geven omtrent bare handelin gen dan mededeelingen in de volksvertegen woordiging. Onmiddeliyke aanraking met de dagbladpers, zooals de rogeeringen van vele landen die plegen te hebben, is in Nederland onbekend. Zoodra de Kamers byeenkwamen, heeft de minister van baitenlandsehe zaken op een tot hem gerichte vraag in de Eerste Kamer alle® medegedeeld wat op dat oogen- hlik medegedeeld kon worden. Indien het zwij gen der regeering den indruk heeft gegeven dat door haar niets werd gedaan, zoude zy dit ten hoogste betreuren. Het zoude toeh bewijzen dat vertrouwen in haar beleid en haren ernst ontbreekt. Intusschen wisten allen, die dadeiyk belang by de zaak hadden, wel anders. Zy, die uitgezet waren nit Zuid-Afrika Of die tot uitgezette of gevangen genomen personen in betrekking stonden, hebben, wan neer zy zich tot hef Departement van baiten landsehe zaken wendden, de overtuiging kunnen erlangen dat voor hnnne belangen met zorg werd gearbeid. De meening van verscheidene leden, dat hoe langer hoe meer aan het licht komt welken nadeeligen invloed het aanvaarden van de Vredesconferentie in onze residentie met uit sluiting der Znid-Afrikaamche Republieken voor die staten heeft gehad, heeft de regee ring zeer verbaasd Zy is van oordeel dat juist het met-a&n- vaarden der Vredesconferentie door Nederland aan de Zuid-Afrikaansche Republieken hoogst- wasrscbgniyk een veel ongunstiger stelling zonde hebben bezorgd. Ware toch de Vredes conferentie in een ander land gehouden, dan zou de regeering van dat land wellicht niet die maatregelen hebben genomen die konden verhoeden, dat de onvermydeiyke niet-toelating der Zuid-Afrikaansche Republieken als een erkenning v&n de suzereiniteit van Engeland werd uitgelegd. Een niet-toelating nadat de uitnoodiging reeds was gedaan zonde natuur- lykerwyxe voor een stilzwygende erkenning dezer suzereiniteit door de Mogendheden, die aau de Vredesconferentie deelnamen, hebben gegolden. De interventie van andere Mogend heden ia dan ook niet afgesneden zooals de buitenlandBChe pers volgens het Verslag zonde verkondigen door het niet uitnoodi- gen tot de Vredesconferentie, maar door de ongeneigdheid van Engeland, dat reeds lang vóór bet tot atandbomen der Vredesconferentie nitdrnkkeiyk had verklaard in geen geval in zijne geschillen met de Zuid-Afrikaansche Republiek eenige vreemde tueschenkomst of scheidsrechterlgke beslissing te willen aan vaarden. Toen in bet najaar van 1899 de gang der onderhandelingen tamsohen Engeland en de Zuid-Afrikaansche Republiek wegens gebrek aan overeenstemming tot stilstand was geko men, heeft de Nederlaudsche regeering zioh te Londen bereid verklaard om hare goede pen der onderhandelingen. Het onmiddeliyk hierop gevolgde ultimatum der Znid-Afrikaaniobe Republiek en de opening der vyandeiykheden door de legers der beide republieken, gebeurtenissen die de Nederlaud sche regeering zeer verrasten, was oorzaak dat deze poging vruchteloos moest blijven. Wat het aanbieden van bemiddeling betreft nadat de oorlog was uitgebroken, de regeering heeft de vaste overtuiging dat een dergelijk aanbod zooals ook terecht in het verslag wordt opgemerkt niet de minste kans van slagen sonde hebben gehad. Men heeft dit trouwens kunnen ervaren wat mede in het verslag wordt gezegd door de besliste wyze waarop de Britsehe regeering een dergeiyk aanbod van de met haar zeer bevriende regee- ring der Vereenigde Staten van Amerika on- voorwaardeiyk heeft afgewezen. Met voldoening heeft de regeeriog gezleu,' dat hare handelwyze ten opzichte van de gevangenneming van personen, tot een Neder- landsehe ambulance van het Boode Kruis be boerende, en van de uitzetting van Nederlan ders nit de Zuid-Afrikaansche Republiek de goedkeuring van verschillende leden moeht verwervend Andere leden meenden dat reeds dadelijk naar aanleiding van het gebeurde met de smbulanee een ernstig protest tot de Brit sehe regesring had moeten worden gericht. De regeering is v&n oordeel dat een dergeUjk protest, onzerzyds op een onvolledige kennis der feiten gegrond, tegenover de Britsehe regeering, die de gepleegde handelingen als zeer ernstige overtredingen beschouwde, zeker niet in het belang, der gevangen genomen personen zoude zjjn geweest. Ten aanzien der reehtivra&g zy het navol gende in het midden gebracht. Omtrent de wyze waarop personen, niet tot een der oorlogvoerende partijen behoorende, die deel uitmaken van een ambulance van bet Boode Kruis, berecht moeten worden, voor het geval dat zy in stryd met de neutraliteit heb ben gehandeld, zyn in de bestaande internatio nale overeenkomsten geen regels te vinden! Op grond van algemeene beginselen van oor logsrecht mag echter worden aangenomen, dat de militaire autoriteiten van de oorlogvoerende landen de bevoegdheid bezitten om in het geval van overtreding der neutraliteit op te treden tegen de leden der ambulances van bet Boode Kruis, ook al behooren deze, tot nen- trale landen. In hoeverre in dezen opzettelyke overtreding der neutraliteit heeft plaats gehad, ksn eerst volledige kennis van alle feiten biyken. Intnssohen heeft de regeering aan de Engel- sehe regeering gevraagd om de gevangenen naar Nederland te willen terugzenden. Op die vraag is nog geen bepaald antwoord ontvangen. Of, ingeval met de Engelsche regeering geen overeenstemming ia te verkrygen over de schadeloosstelling van de aitgezetten, er een arbitrale uitspraak te verkrygen zal zyn, is een vraag waarover het voorbarig zonde zyn thans reeds te spreken. De regeering koestert alsnog de hoop dat zonder arbitrale uitspraak de zaak tot een bevredigend einde worde gebraoht. De Friesland beeft de Znid-Afrikasnsohe wateren, na een verhiyf van aeht maanden aldaar, op den 15en Auguztun jl. verlaten, na ontvangst van een telegram van den comman deerenden officier, meldende dat de consul- generaal te Pretoria een langer verbiyf van het schip te Lorenzo Marques onnoodig vond bovendien deed het verloop van den oorlog het niet waarschgnfyk achten dat nog veel hnlp aan landgenooten zoude kunnen worden verleend. NEDERLAND EN CHINA. la een nieuw Oranjeboek komen mededee lingen van onzen gezant, den heer Knobel, voor uit Shanghai, dd. 17 Sept. Bevestigd wordt hierin de geheele vernieling „van onzen com pound". Gered is niets dan de archieven, twee koffers met winterkleeren en drie paarden, later ten algemeenen natte geslacht. Na het ontzet was het niet mogeiyk vol doend onderkomen te krygen. ¥ier dagen ver toefde de beer Knobel in de noordeiyke kathedraal, waar hy liefderyk verpleegd werd, totdat hy met een Amerikaansoh escorte ging naar Tung-ehou en vervolgens, 27 Aug., met een Franaeb escorte naarUang-Tsun, vanwaar hy per trein naar Tientsin kon komen en vervolgens per Holland naar Shanghai! Het telegram, waarin de minister hem op droeg in tegenwoordigheid met sijn collega's te handelen, had hem niet bereikt. Hy hoopte overeenkomstig de bedoeling van den minister te hebben gehandeld door Peking tydeMjk te verlaten. „Na het ontzet, sehryft de heer Kno bel, was de verhouding tusschen het corps diplomatique en de militaire autoriteiten dikwerf gespannen, tengevolge van den dab-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1900 | | pagina 1