MIDDELBURGSGHE COURANT
Vrijdag
23 November.
Middelburg 22 November.
N". 277.
143e Jaargang.
1900.
Dese courant verschijat dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Pr|js, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 22 Nov. 8 o. vm. 47 gr! 12 u. 48 gr.
av.4n.48gr J'.Verw. zw. t.m.W.wind.bew-ger.atn.int.
Agenten.
Te Zierikzee: A. C. ni Moon; te Tholen: W» A.
tut Nuuwmrauirav.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.60elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel
Groote letters naar de plaats die zy innemen.
Tot de plaataing van advertentiën en reclames, niet afkomstig nit Z e e 1 a n d, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, ia uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau
Ai DE LA HAR Aan., N.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam.
in ona land anders zijn dan in Engeland,trachtte te keeren door inlaagdijken, doch
maar practisohe middelen tot verbeteringen later zag men in dat dit niet hielp en men
De gemeente en haar grond.
la een Dinidag&vond door de atdeeling
Zuid-Holland van de Broederschap van Can-
didaat-Notarissen in Nederland en zijne Kolo-
nitn gehouden vergadering trad de heer P.L.
Tak, redaoteor van De Kroniek, nit Amster
dam, op, met het onderwerp De gemeenten en
haar grond.
De beer Tak weeg er, na een korte inlei
ding, op dat atraka een Woningwet in behan
deling zal komen, waarvan men zegt, dat ze
de gemeenten met weinig koaten in de gele
genheid zal stellen het woningvraagstuk tot
oplossing te brengen. Die voorspiegeling aar-
telde by niet valech te noemeD.
De waarde van den grond in de gemeenten
neemt steeds toe. De grond berust echter in
handen van particulieren. Spreker wees er op,
dat ook bniten de socialistische kringen
langzamerhand het besef ia doorgedrongen,
dat in den privaten grondeigendom groote
onbillijkheid aohuilt. Ala voorbeeld weea de
heer Tak op het steeda doordringende begrip
van landnationalisatie, ook in ons land.
In het buitenland waarvan hij voorbeel
den gaf ia de toestand beter dan in ons
land. De bouwgrond ia eenvoudig geworden
een speculatie-artikel, waaruit tal van nadoe
len voortvloeien, o.a. de speculatiebouw. De
speculatieve waarde van den grond maakt
openbare werken dikwjjls onnoodig dunr. Het
komt herhaaldelijk voor, dat gemeenten een
stukje grond moeten koopen voor het bon wen
van openbare seholen, en daarvoor duur moe
ten betalen. En ook bij onteigening ia de
grond veel te kostbaar.
De speculatieve grondwaarde staat in den
weg aan uitbreiding der steden, voor bygië-
nisohe doeleinden en andere nuttige werken.
De vraag dringt zich dus ophoe wordt de
gemeenschap van een gedeelte van den grond
meeater
De heer Tak weea vervolgens op verschil,
lende regelingen, die men o. m. in de Ver-
eenigde Staten bij onteigening ten algemeenen
nutte had gemaakt. Wat Engeland betreft,
daar werd de grondeigenaar al bijzonder toe-
aohermi. Alle gemeentebelasting werd daar
opgebracht door do bewoners der woningen,
een onbillijke toestand, zoodat ook daar een
drang naar verbetering ia ontstaan. Thana
bestaat, evenala in Amerika, de verplichting,
om ala grondeigenaar hoogere belasting op
te brengen, voor krottenoprniming, demping
van grachten en andere openbare werken.
Deze regeling, de zoogenaaamde better-
ment-belaating, aoht de heer Tak billijk,
daar door de uitvoering dier werken voor
openbaar belang toob waardevermeerdering
van den grond ontitaat.
Dit stelsel zou hy ook voor onze gemeenten
niet ongewenseht achten. Wat de resultaten
van de bettement-belasting in Engeland zjjn
geweest, weet hg nog niet. De belasting kon
door de gehechtheid der bezitters van den
grond niet consequent worden doorgevoerd,
Maar bet beginsel is goed.
Voor ons heeft de heer Van Houten den
weg reeds gebaand.
De uitbreiding van het beginsel kan ver
kregen worden door her-taxatie. De inleider
wees er op, hoe vele nnttige openbare werken
onder een dergeigk stelsel in onze ateden,
a. te Amsterdam, zonden tot stand kunnen
komen. Bovendien zou het medewerken tot
oplossing van het woningvraagstuk.
Of in ons land de noodige verbeteringen
spoedig tot stand znllen komen, betwytelde
spreker zeer. De wetgever zal echter met
verbeteringen moeten komen.
Da gemeenten moeten vrger worden in haar
bewegingen. Tot oplossing van de dringende
woningkweatie is o. a. allereerst noodig
beteugeling van bonwspeeulatie. Juist die
bouwspeeulatie, waartegen de heer Tak
met kraeht opkwam, belet ook
ons land de invoering van dat nnttige
betteruent-systaem. Hg is van oordeel, dat
de gemeenten losgemaakt moeten worden nit
den fioaneieelen band, waarin ty thans gekneld
zitten, willen zy iets kunnen doen tot verbete
ring der hygiënische toestanden en des* aooiale
nooden.
Na deze zeer toegejuichte rede werd aller
eerst van de gelegenheid tot debat gebruik ge
maakt door het Kamerlid Bonman, die aan den
inleider da vraag stelde „hoe kan de gemeen-
■ohap verwerven de waardevermeerdering der
gronden rondom de groote gemeenten
Er syn twee middelenlo. Onteigening van
die terreinen, dnz gedwongen afstand, en 2o.
gronden koopen als n onder den hamer komen.
Da inleider heeft erkend, dat de toestanden
in ons land bad hy niet aangewezen.
Het raadslid mr Dolk achtte met den beer
Tak het hetterment-atelael zeer nuttig. Maar
hier zal dit stelsel moeiiyk knnnen worden
ingevoerd, want daarvoor is tooh noodig wyzi-
ging onzer gemeentewet en die is nog lang niet
in 't vooruitzicht. Overigens betreurde hy zeer,
dat de heer Tak zyn rede had ontsierd door
enkele insinuaties, o. a. waar hy bad gesproken
van klassenwetgeving, waardoor verbeteringen
in bouwverordeningen te Amsterdam en ook
'sHage zonden zijn tegengehouden.
De heer mr E. Fokker, lid van de Tweede
kamer, kon zioh moeiiyk met het better ment-
eysteem vereenigen. Hoe moet het worden
toegepast in kleine steden? Veeleer kon hy
meegaan met het beginsel van onteigening.
De heer Tak oordeelde, dat de beide stelsels
(onteigening en betterment) gecombineerd tos-
gepast kunnen worden. Hy erkende dat by
invoering van het bettermenfc-atelsfll in ons
land op niteenloopende toestanden gelet dient
te worden.
Tegenover den heer Dolk ontkende hy, dat
hy had gesproken van klassenwetgeving, al
was hy van het bestaan daarvan ten volle
overtnigd. (Vad.)
volgens hem, de leiddraad te zyn van de diensten te verleenen tot het weder unknot»-
CRONDVERL1EZEN IN NEDERLAND,
VOORAL IN ZEELAND.
Over dit onderwerp werd Woensdagavond
door den beer A. A. Beekman, te 'oGraven-
hage, in de afdeeling Nederland van het
Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Ge
nootschap eene voordracht gehouden.
De grondverliezen, alius stelde de spreker
voorop, laten zich splitsen in twee groote
soorten, al. die'ontotaan door overatroomingen,
waarbij de gronden langzamerhand verdwenen
doch later weer ingedykt worden en die
waarby de gronden voor goed verloren gaan-
Aio voorbeeld voor geleideiyke verdwyning
baalde spreker aan Friesland, Zaid-Hclland
en Zeeland. Uitdrukkingen als: die en die
gronden werden afgescheurd of die en die
gronden sloegen weg, noemde spreker zeer
verkeerd. Gronden verdwynen zoo maar niet
op eenswel kunnen zy onbruikbaar worden
en geleideiyk verdwijnen. Dit hangt geheel
af van hun aard. Met kaarten lichtte spreker
sfjne voordracht toe en weeg er op dat mede-
deelingen, dat een groot stuk land zoo maar
in één nacht verdween en dat daar ter plaatse
een zeeboezem werd gevormd,verdichtselen zyn.
Alsnn kwam de heer Beekman tot de grond
verliezen in Zeeland, speciaal tot hetooateiyk
deel van Zuid-Beveland, waar een groot ge
deelte grond voor goed is verloren gegaan,
terwyi andere gedeelten werden herwonnen.
Een groot gedeelte ligt evenwel nog, zooge
naamd, voor eb en vloed.
Een tweede voorbeeld voor tjjdeiyke grond-
verdwyning is Noord-Beveland. Sprekor gaf
eene beschrijving van indijking van land en
het onderhond van de verschillende dyksge-
deelten, een en ander ook weder met kaarten
toegelicht. Nadat in 1532 verschillende gron
den in Zeeland tydeiyk door overatroomingen
waren te loor gegaan, werden die langzamer
hand weder ingedykt en herschapen in zeer
brnikbaar weiland, waarin nog vele overbiyf-
selen gevonden werden van huizen en voor
werpen nit vroegere tyden.
Er ia evenwel nog een ander versohynsel
dat grond doet verloren gaan, vooral in Zee
land, nl. de oeverafsohniving en „het vallen
van gronden'1, waarby gronden plotseling ge
heel verloren gaan. Eene beschryving van
die oeverafsohniving vormde een voornaam
gedeelte van sprekers voordracht, waaraan
vastknoopte eene toelichting vsn de zeeboe
zems in Zeeland, speciaal van de Ooster- en
Wenter-Schelde met de daarin voorkomende,
dikwyia zeer diepe genlen en platen. Vervol
gens gaf de heer Beekman eene uitlegging
van het z.g. „vallen van gronden", welk ver
sohynsel al eeuwen lang aan Zeelands oevers
knaagt en dat iets anders is als het grondaf-
schuiven dat ontstaat door het afschoren van
het water, terwyi by grondval de grond
ondermynd wordt en neerploft en ter plaatse
een diepe geul ontstaat, terwyi het onstane
mengsel van grond en water boriaontaal af
stroomt en verdwynt. Omtrent den aard van
het verschijnsel ig het laatste woord nog niet
gesproken. De grond vallen toch hebben nog
lang niet opgehouden. Sedert 1860 hebben
zich 250 afsehuivingec voorgedaan en van
1887 tot 1896 kwamen 105 vallen voor met
een grondverlies van 73 H.A. boven laag water.
Een van de knsten, die het sterkst wordt
aangetast, is de noordkust van Noord Beve-
land, waar enorme stnkken grond verloren
gaan en in zee verdwynen. De technische
maatregelen tot bestryding van het kwaad
liet de inleider onbesproken. Met een enkel
woord deelde hy mede dat men het euvel
ging over tot zg. oeverbekleeding met aware
bestorting. Een gebeele bestorting langs
de kuit zou echter te duur worden, en
daarom heeft men zieh bepaald tot onderzee-
Dcfae bekleading van vooruitstekende gedeelten,
hetgeen goed voldoet. Om bet kwaad afdoende
te baatryden, moet men hebben een goeden blik
op die onderzeesehe bekteedingen en om die
ter bestemder plaatse aan te brengen zyn
peilingen noodig, hetgeen regelmatig geschiedt
onder voldoend toezicht, dat by de wet op de
oalamitenze polders is geregeld. Nog vestigde
spreker er de aandacht op dat sedert 1860
75 millioen voor waterkeering en werken in
Zeeland is uitgegeven.
De rede van den heer Beekman werd met
applaus begroet. Hierna volgde eenig debat,
waarbg de inleider tot hein gerichte vragen
beantwoordde. (Ebld).
ONZE BOTERHANDEL.
De heer Rinkes Borger te 's Gravenhage
wees er dezer dagen op dat, naar aanleiding
van de veroordeelingen in Engeland wegens
vervalaebingen van boter, ast Nederland inge
voerd, het noodzakeiyk zal zyn in Nederland
scherpere bepalingen omtrent de margarine in
het leven te roepen. Hy haalt tot staving
van zyne bewering uitspraken en feiten aan,
welke aantoonen dat wyziging der nieuwe
boterwet' niet kan nitbiyven met het oog op
onzen boterhandel.
Inzonderheid vestigt hy de aandacht op de
maatregelen, in Dnitsohland en België genomen,
of te nemen, hierin bestaande dat margarine
niet mag afgeleverd worden dan tenzy daar
aan toegevoegd is eene bepaalde hoeveelheid
Sesam-olie, terwyi in Engeland margarine-
fabrikanten en groothandelaren verplicht zyn
regioter® te honden, waaruit Wijkt de hoeveel
heid en de bestemming van elke zending mar
garine nit de fabriek of magazynen.
Ten slotte wenBcht hy dat by de behande
ling van de bsgrooting binnenl. zaken deze
qnaestie zal worden besproken.
Dat zal wel gebeuren
bmoeminWenz.
By kon. beslnit
zyn in hnnnen rang overgeplaatst by het
reg. gren. en jagers, de kap. jhr L. C. van
den Brandeler, van den gen. stat, J. H. de
Wildt, van het 3de wat nog in een deel
der oplaag van ons vorig nommer werd op
genomen G. Hemmes, adj. van het 4de, en
P. J. Kouwenbnrg, van het 7de reg. inf.;
s||n benoemd by het leger in N.-I., tot gen
majoor der inf., de kol. van dat wapen jhr
J. C. van dar Wyek, en tot gen.-maj., chef
van den gen. staf, de kol. chef van dat dienst
vak, G. W. Beeger.
EERSTE HAMER.
Bljjfeene het voorloopig verslag van die
Kamer over het wetsontwerp tot herziening
der kieswet vond de bonding van den miniBter
van binnenlandscbe zaken by de indiening en
behandeling van het wetsontwerp by onder
scheidene leden en om verschillende redenen
afkeuring, o. a. wegens de wyze waarop by
zyne ambfgenooten in het debat heeft ge
bracht tot verdediging van zyn eigen hooding.
Enkele andere leden zagen in 's Ministers
honding meer de gevolgen van eene gouver
nementeels font dan een gonvernementeele
zwakheid wegens de eenmaal gedane toezegging
van eene technische herziening. Al mocht de
honding van den Minister te wesschen hebben
overgelaten, zy werd toeh door deze leden
verklaarbaar en in de gegeven omstandigheden
nog het meest in 's lands belang geacht.
Sommigen verhengden zich dat de poging
a, onder den robijn van technische verbete
ringen tot een groots uitbreiding van het
aantal kiezers te gerakeB, volkomen is mis
lukt. Zy constateerden, dat velen geen heil
sagen in het weer aan de orde stellen van
het kiesrechtvraagstuk en dat op grondwets
herziening dan oob geen kans was.
koloniale politiek.
Thans kan men slechts op achteruitgang
van den inlander wyzen zoowel in materieel
en intellectueel als in moreel opzicht.
Heden wordt het debat voortgezet. Men
zie Laatste berichten.
TWEE»*: HAMER.
Aan het slot der zitting van Woensdag
werd, by het algemeen debat over de Indische
begrooting, door den heer Van Kol geklaagd
over gemis aan hervormingen in onze-bezit
tingen en over het binnensmokkelen van ingry-
pende maatregelen ter gelegenheid van de
aanbieding der Indische begrooting, zonder
behoorlijke voorbereiding.
Tot verbetering van dien toestand ware z.
noodig een raad van directeuren in Indië,
gesteand door eene permanente commissie van
adviseurs in Nederland.
Voorts betoogde spreker dat onze koloniale
veroveringspolitiek onze koloniën tot vloek ia
geweest.
Uitvoerig brandmerkte hy de imperialisti
sche politiek.
Zedeiyke engeesteiyke ontwikkeling behoort,
Nederland en Transvaal.
Ie de Memorie van Antwoord op het Voor
loopig Verslag der Tweede Kamer over de
Staatsbegrooting van 1901 komt onder meer
bet volgende voor
Het bevredigen van den wemoh naar inlich
tingen betreffende wat geschied is ter zake
van de gevangenneming van leden eener Neder-
laudsche ambulance en van de uitzetting van
vele Nederlanders uit de Transvaal is voor
alsnog ongeraden.
De Regeering begrypt volkomen dat in deze
aangelegenheden zeer levendig belang wordt
gesteld door velen, doch dit is voor haar een
reden te meer om alles na te laten wat voor
de belangen der betrokken personen nadeelig
zoude kannen aijn Het openbaar maken der
aanhangige onderhandelingen over hunne za
ken zoude ongetwyfeld dat gevaar opleveren.
De rogeeringen van andere landen, die in
soortgelijke onderhandelingen met de Britsehe
regeering betrokken syn,hebben evenmin stuk
ken, daarop betrekkeiyk, openbaar gemaakt.
De iiTEngeland uitgegeven Blue Books bevat
ten hoofdztkelgk mededeelingen omtrent de
onderhandelingen, met de regeeringen der
Zuld-Afrikaanaehe Republieken gevoerd, en
voorts brieven van den High Commissioner
te Kaapstad en van andere ambtenaren en
particulieren uit de Kaapkolonie. De minister
van baitenlandsehe zaken zal intnssohen over
wegen of het mogeiyk is het rapport van dr
Koster aan de Kamer over te leggen.
De Regeering heeft, behalve het openbaar
maken van stnkken,geen ander middel om
inlichtingen te geven omtrent bare handelin
gen dan mededeelingen in de volksvertegen
woordiging. Onmiddeliyke aanraking met de
dagbladpers, zooals de rogeeringen van vele
landen die plegen te hebben, is in Nederland
onbekend. Zoodra de Kamers byeenkwamen,
heeft de minister van baitenlandsehe zaken
op een tot hem gerichte vraag in de Eerste
Kamer alle® medegedeeld wat op dat oogen-
hlik medegedeeld kon worden. Indien het zwij
gen der regeering den indruk heeft gegeven
dat door haar niets werd gedaan, zoude zy
dit ten hoogste betreuren. Het zoude toeh
bewijzen dat vertrouwen in haar beleid en
haren ernst ontbreekt. Intusschen wisten allen,
die dadeiyk belang by de zaak hadden, wel
anders. Zy, die uitgezet waren nit Zuid-Afrika
Of die tot uitgezette of gevangen genomen
personen in betrekking stonden, hebben, wan
neer zy zich tot hef Departement van baiten
landsehe zaken wendden, de overtuiging kunnen
erlangen dat voor hnnne belangen met zorg
werd gearbeid.
De meening van verscheidene leden, dat hoe
langer hoe meer aan het licht komt welken
nadeeligen invloed het aanvaarden van de
Vredesconferentie in onze residentie met uit
sluiting der Znid-Afrikaamche Republieken
voor die staten heeft gehad, heeft de regee
ring zeer verbaasd
Zy is van oordeel dat juist het met-a&n-
vaarden der Vredesconferentie door Nederland
aan de Zuid-Afrikaansche Republieken hoogst-
wasrscbgniyk een veel ongunstiger stelling
zonde hebben bezorgd. Ware toch de Vredes
conferentie in een ander land gehouden, dan
zou de regeering van dat land wellicht niet
die maatregelen hebben genomen die konden
verhoeden, dat de onvermydeiyke niet-toelating
der Zuid-Afrikaansche Republieken als een
erkenning v&n de suzereiniteit van Engeland
werd uitgelegd. Een niet-toelating nadat de
uitnoodiging reeds was gedaan zonde natuur-
lykerwyxe voor een stilzwygende erkenning
dezer suzereiniteit door de Mogendheden, die
aau de Vredesconferentie deelnamen, hebben
gegolden. De interventie van andere Mogend
heden ia dan ook niet afgesneden zooals
de buitenlandBChe pers volgens het Verslag
zonde verkondigen door het niet uitnoodi-
gen tot de Vredesconferentie, maar door de
ongeneigdheid van Engeland, dat reeds lang
vóór bet tot atandbomen der Vredesconferentie
nitdrnkkeiyk had verklaard in geen geval in
zijne geschillen met de Zuid-Afrikaansche
Republiek eenige vreemde tueschenkomst of
scheidsrechterlgke beslissing te willen aan
vaarden.
Toen in bet najaar van 1899 de gang der
onderhandelingen tamsohen Engeland en de
Zuid-Afrikaansche Republiek wegens gebrek
aan overeenstemming tot stilstand was geko
men, heeft de Nederlaudsche regeering zioh te
Londen bereid verklaard om hare goede
pen der onderhandelingen.
Het onmiddeliyk hierop gevolgde ultimatum
der Znid-Afrikaaniobe Republiek en de opening
der vyandeiykheden door de legers der beide
republieken, gebeurtenissen die de Nederlaud
sche regeering zeer verrasten, was oorzaak
dat deze poging vruchteloos moest blijven.
Wat het aanbieden van bemiddeling betreft
nadat de oorlog was uitgebroken, de regeering
heeft de vaste overtuiging dat een dergelijk
aanbod zooals ook terecht in het verslag
wordt opgemerkt niet de minste kans van
slagen sonde hebben gehad. Men heeft dit
trouwens kunnen ervaren wat mede in het
verslag wordt gezegd door de besliste wyze
waarop de Britsehe regeering een dergeiyk
aanbod van de met haar zeer bevriende regee-
ring der Vereenigde Staten van Amerika on-
voorwaardeiyk heeft afgewezen.
Met voldoening heeft de regeeriog gezleu,'
dat hare handelwyze ten opzichte van de
gevangenneming van personen, tot een Neder-
landsehe ambulance van het Boode Kruis be
boerende, en van de uitzetting van Nederlan
ders nit de Zuid-Afrikaansche Republiek de
goedkeuring van verschillende leden moeht
verwervend Andere leden meenden dat reeds
dadelijk naar aanleiding van het gebeurde met
de smbulanee een ernstig protest tot de Brit
sehe regesring had moeten worden gericht.
De regeering is v&n oordeel dat een dergeUjk
protest, onzerzyds op een onvolledige kennis
der feiten gegrond, tegenover de Britsehe
regeering, die de gepleegde handelingen als
zeer ernstige overtredingen beschouwde, zeker
niet in het belang, der gevangen genomen
personen zoude zjjn geweest.
Ten aanzien der reehtivra&g zy het navol
gende in het midden gebracht.
Omtrent de wyze waarop personen, niet tot
een der oorlogvoerende partijen behoorende,
die deel uitmaken van een ambulance van bet
Boode Kruis, berecht moeten worden, voor het
geval dat zy in stryd met de neutraliteit heb
ben gehandeld, zyn in de bestaande internatio
nale overeenkomsten geen regels te vinden!
Op grond van algemeene beginselen van oor
logsrecht mag echter worden aangenomen, dat
de militaire autoriteiten van de oorlogvoerende
landen de bevoegdheid bezitten om in het
geval van overtreding der neutraliteit op te
treden tegen de leden der ambulances van bet
Boode Kruis, ook al behooren deze, tot nen-
trale landen.
In hoeverre in dezen opzettelyke overtreding
der neutraliteit heeft plaats gehad, ksn eerst
volledige kennis van alle feiten biyken.
Intnssohen heeft de regeering aan de Engel-
sehe regeering gevraagd om de gevangenen
naar Nederland te willen terugzenden. Op die
vraag is nog geen bepaald antwoord ontvangen.
Of, ingeval met de Engelsche regeering geen
overeenstemming ia te verkrygen over de
schadeloosstelling van de aitgezetten, er een
arbitrale uitspraak te verkrygen zal zyn, is
een vraag waarover het voorbarig zonde zyn
thans reeds te spreken. De regeering koestert
alsnog de hoop dat zonder arbitrale uitspraak
de zaak tot een bevredigend einde worde
gebraoht.
De Friesland beeft de Znid-Afrikasnsohe
wateren, na een verhiyf van aeht maanden
aldaar, op den 15en Auguztun jl. verlaten, na
ontvangst van een telegram van den comman
deerenden officier, meldende dat de consul-
generaal te Pretoria een langer verbiyf van
het schip te Lorenzo Marques onnoodig vond
bovendien deed het verloop van den oorlog
het niet waarschgnfyk achten dat nog veel
hnlp aan landgenooten zoude kunnen worden
verleend.
NEDERLAND EN CHINA.
la een nieuw Oranjeboek komen mededee
lingen van onzen gezant, den heer Knobel, voor
uit Shanghai, dd. 17 Sept. Bevestigd wordt
hierin de geheele vernieling „van onzen com
pound". Gered is niets dan de archieven, twee
koffers met winterkleeren en drie paarden,
later ten algemeenen natte geslacht.
Na het ontzet was het niet mogeiyk vol
doend onderkomen te krygen. ¥ier dagen ver
toefde de beer Knobel in de noordeiyke
kathedraal, waar hy liefderyk verpleegd werd,
totdat hy met een Amerikaansoh escorte ging
naar Tung-ehou en vervolgens, 27 Aug., met
een Franaeb escorte naarUang-Tsun, vanwaar
hy per trein naar Tientsin kon komen en
vervolgens per Holland naar Shanghai!
Het telegram, waarin de minister hem op
droeg in tegenwoordigheid met sijn collega's
te handelen, had hem niet bereikt. Hy hoopte
overeenkomstig de bedoeling van den minister
te hebben gehandeld door Peking tydeMjk te
verlaten. „Na het ontzet, sehryft de heer Kno
bel, was de verhouding tusschen het corps
diplomatique en de militaire autoriteiten
dikwerf gespannen, tengevolge van den dab-