MIDDELRIRGSCHE COURANT.
N°. 233.
143° Jaargang.
1900.
Vrijdag
5 October.
Middelburg 4 October.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.'
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 4 Oct. 8u. vm. 51 gr. 12 u. 62 gr.
av.4u.60gr.P.Verw.m.t.kr.Z.W.winötoen.bew.reg8D.
Agenten.
Te Vlissingen: C. N. J. de Vei Mestdash té
GoesA. C. Bowrrr, firma Wed. de Jonas.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—-7 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Tot de pl&atiing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau
A. DE LA CHAR Azn.y N.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam.
Die brave zendelingen
Zooals door ons gemeld, heeft de heer G.
E. Huigen, te Canton, inzake de gebeurtenis
sen in China de hand gelegd op een wonde-
plek, door te beweren dat de zendelingen
feitelijk de aanleidende oorzaak zgn van de
Chineeaohe moorden en dat het een zegen
voor China te noemen zon zijn, als de Enro-
paesohe regeeringen middelen en wegen von
den dit kwaad met wortel en tak uit te roeien-
De redactie van De Nederlander^ het blad
van jhr mr A. F. de Savornin Lohman, is
daarover diep verontwaardigd.
Ea spottend schrijft zij, onder het opschrift
„Dia brave kooplui":
„Het is inderdaad hoog noodig, dat de
Enropeeache regeeringen, „Christelijke"
beaten die immers de middelen en wegen
zoeken om „dat kwaad", het zendelingen-
gespuis met wortel en tak uit te roeien.
Het middel ligt voor de handzij hebben zieh
slechts aan te sluiten by de Boxera. Als dan
alles is uitgemoord, behalve natuurlijk de brave
kooplui, dan kan de handel weer rustig zgn
gang gaan.
„WaarlRk, laat ons voortaan de zendelingen
ophangen en de kooplui uitzenden voor be
schaving en verbeteriag van het menachdom 1"
Onze lezers weten hoe wy over deze kwestie
denken en het in hoofdzaak met den heer
Huygen eens zyn.
Heeft de redactie van De Nei. wel van de
beschouwing van HenriBorel kennisgenomen
over de onlusten in China en over de arrogante,
brutale, onpraetisehe wijze, waarop de zende
lingen, van wie velen daar een goed leven
lijden, onder het gele ras optreden, dan
Chineesehen autoriteiten tot last, de rust en
orde tot gevaar
Zy leze andera dit opstel nit De Gids, na
afzonderlik verschenen, eens met aandacht.
Wy deden er destyds eenige aanhalingen uit.
De heer Borel toont daarin aan dat de
bekeerlingen, die gemaakt worden, meestal
bebooren tot de laagste klasse van bet
Cbineeicbe volk; personen die heel wat op hun
kerfstok hebben en, om aan de wetten van hun
eigen land te ontkomen, zich als zg. Christenen
stellen onder bescherming van de vreemde
zendelingen.
En om zulke schrale, wrange vruchten te
oogsten, legt men heel wat geld ten koste en
brengt men een land in beroering.
Wy zullen niet beweren dat kooplui heiligen
zyn, alles behalve; maar aan de zendelingen
en hun werk ontbreekt ook heel wat. Zy
dienen vooral binnen de perken gehouden te
worden.
„Men stelle zich eens voor," zoo schrijft
Henri Borel, „dat er Chineeicba priesters in
Europa kwamen, bewerend dat de liefde voor
ons volk hen er toe gedreven had, het te
komen verlichten dat zij, arm daar gekomen,
binnenkort in de mooiste villa's woondendat
zy zich onttrokken aan onze wetten, weigerden
voor den keizer of koning den hoed af te
nemenongeroepen in onze gerechtszalen tra
den en den rechters iu de rede vielendat
hef geboefte van de achterbuurten zich om
hen schaarde', dat zy zich Generaal of Gou
verneur lieten nosmendat zy de Mariabeelden
in onze katholieke kerken stuk sloegen (zoo
als zendelingen met Chineesche beelden gedaan
hebben); dat zy den-Dom van Utrecht in be
zit namen, om er een tempel op te richten,
dat zy onze tooneel voorstellingen verhinderden
En toch is dat precies hetzelfde wat nu de
zendelingen in China doen.
Verbeeldt u verder, dat de Chineesche zen
delingen in Europa by den maaltyd allerlei
onwelvoegeiyke geluiden lieten hooren, op den
grond spuwden, en de Kalverstraat als urinoir
gebruikten, zooals in hun land voegzaam
zou zyn. Toch zon dit niet meer vreemd
en ongepast voor ons zyn dan voor hen is
het dansen van mannen en vrouwen met
elkander en het zieh alleen op straat ver-
toonen van een vronweiybe missionaris die
handjes geeft aan mannen."
Het optreden der zendelingen noemt Henri
Borel dan ook zoo onohristeiyk mogelijk.
En daarenboven herhalen wy wat wg vroe
ger schrevenwy zien geen enkele reden
waarom Cbïneesen en andere volken tot
Christenen moeten worden bekeerd.
Onder die Christenen zalven is nog heel wat
te veranderen en te bekeerenonder hen
gebeuren tal van slechte, menschontoerende
dadenen zg mochten dus wel bedenken dat er
in hun eigen tuin nog veel te wieden valt.
Waar dit het geval iswaar dikwyia het
hoofddoel is de macht der kerken uit te
breiden, en niet van het geloof van Christus,
maar wat men daarvan, volgens kerkleer, ge
maakt heeftwaar ieder zioh bag vert voor
zyn eigen parochie en de onderlinge verdraag
zaamheid verre te zoeken is men lette eens op
hoe weinig Protestsntsche zendelinggenoot
schappen van de Roomsche zendelingen kun
nen verdragen daar is matiging in deze te
meer gewenscht en noodig.
Wy kunnen ons zeer goed voorstellen dat
meusohen, met ernst vervuld, aan hun geloof
gehecht, dit, als een ten goede werkende
kracht, willen brengen aan anderen, tot zegen
en heil, maar is waariyk de leer der Chinee-
zen zoo veel minder als de Christeiyke
„China beeft godsdiensten en filosofimbe
systemen, die meer dan voldoende zyn om
het volk te verheffen, zoo het daarvoor vat
baar is. Het is bet eenige land, waar nooit
groote godsdienstoorlogen hebben gewoed en
waar verschillende godsdiensten vreedzaam
en broederiyk naast elkaar bleven bestaan.
Het is het land der verdraagzaamheid by uit
nemendheid."
Een wereld van sohoone legenden en sym
bolische verhalen, een allerkostbaarste waarheid
en znivere moraal, leeft onder het Chineesche
volk, en op die schoone dingen benken de
logge woorden van de verdwaasde zendelingen,
die niet weten wat z| doen in hun domme
verblinding. Zy vatten al de wondersohoone,
heiliga waarheden van den Chineesehen gods
dienst en de Chineesche filosofie die zg
voor 't grootste deel niet eens grondig bestu
deerd hebben, en die een geBloten boek voor
hen is te zamen ouder den dooddoendeu
naam „heidendom" en gaan self als barbaar
sche heidenen te keer tegen de fijnste weefselen
van de Chineesche volksziel."
Aldus de meergenoemde nchrfjver Henri
Borel, die toch niet over het hoofd ziet het
groote nut, dat de zendingen in betrekking
tot China hebben gesticht, de eerlijke, arme,
brave zendelingen, meestal katholieken, dié
daar zyn.
Maar dat alles is uitsondering.
En daarom vragen wy met te meer recht,
op grond van hetgeen wy hiesvoren uit zyn
lezenswaardig geschrift aanhaalden: Zou er
geen storm opgaan ala de priesters van Boedd&h
of de aanhangers van Confucius herwaarts
kwamen om de Christenen te bekeeren?
Wie weet of er dan niet, zelfs al gedroegen
z| zich kalm en bedaard, in ons midden, even
als in China oproerige bewegingen plaats had
den tegen die eg. indringers, waarbij mishan
deling, misschien wel moord en doodslag niet
zeldzaam souden zyn.
SCHOOLOPZIENERS.
Meu meldt dat de wet op den leerplicht
den len Januari a. in werking zal treden.
Met het oog op den nieuwen stand van
zaken, die daaruit zal voortvloeien, hebben
reeds eenige schoolopzieners hun ontslag
verzocht.
Dit geeft het Schoolblad aanleiding tot en
kele opmerkingen.
Wat de betrekkingen van districts-school-
opziener betreft, is de regeering geheel vry
in haar keus, en tegen het benoemen van
vakmannen in de kracht van hun leven be
staat hier geen bezwaar, want het tractement
is zoo, dat bijna ieder, die een betrekking
aan een lagere school vervalt, uit het oogpunt
van salarieering, by een benoeming tot districts
schoolopziener zich zou verbeteren. De keus
is dus niet beperkt tof de gepensioneerde en
meest reeds bejaarde onderwyzers, zooals tot
nu toe met die voor arrondissements-school-
opzieners het geval was.
Wat deze laatste betreft, van wie er zeker
ook een aantal nieuwe benoemd moeten wor
den, ia er kans dat de keus zich voortaan
ook tot de nog niet in functie zynde onder-
wyzers zal kunnen uitstrekken, ten minste als,
naar vermoed wordt, de vergoeding, dia deze
schoolopzieners ontvangen, by de invoering
van de leerplichtwet van f 500 op f 1500 A
f 1800 zal gebracht worden. Wy zonden
schrijft de redactie van bef Schoolblad dit
zeer toejuichen, om daardoor reeds dadeiyk
de invoering een groot deel der uitvoering
van de leerpliohtwet in handen van praetische
onderwysmannou te geven, in de steden zoo
wel "als op het platteland, in handen van on
derwijzers, die daar verscheidene jaren zyn
werkzaam geweest. Vooral in de eerste
jaren van den leerplicht zal het werk van
den arr.-schoolopziener zoo omvangrijk zgn,
en hangt er zooveel vau zyn Bver en werk
kracht af, dat ook met een salaris van
f 2000 het nog niets te hoog zou zyn beloond.
KERKELIJK HUWELIJK.
Art. 449 van het Wetboek van strafreoht
bedreigt thans met een boete van ten hoogste
f 300 den bedienaar van den godsdienst die,
voordat partyen hem hebben doen hiykeu dat
baar burgeriyk huwelijk is voltrokken, eenige
godsdienstige plechtigheid verricht.
In het gewyzigd ontwerp wordt nu voorge
steld hieraan toe te voegen
„Niet strafbaar is hy, die het feit begaat:
lo. indien tydena het verrichten der gods
dienstige plechtigheid biykens sohrifteiyke
geneeskundige verklaring onmiddellijk levens
gevaar voor een der partyen bestond;
2o. indien partyen, voordat tot de gods
dienstige plechtigheid wordt overgegaan, aan
gifte hebben gedaan van hun voorgenomen
huwelijk by den ambtenaar van den burgerlijken
stand en dezen en den bedienaar van den
godsdienst, hetzij schriftelijk, hetzij, voor zoo
ver zy niet schrijven kunnen, mondeling in
tegenwoordigheid van twee meerderjarige ge
tuigen hebben verklaard dat zy ongehuwd zijn
eu in ongeoorloofde betrekking tot elkaar
hebben gestaan en dat z| bekend zijn met hef
fait dat de voorgenomen godsdienstige plech
tigheid noch te haren aanzien, noeb ten aan
zien barer kinderen eenig& wetteiyks gevolgen
heeft."
V. (mr H. Verkonteren), een der hoofdre
dacteuren van het Chris telijk-bis tor lech Ned.
Dbld, is over dit voorstel niet bent te spreken.
De regeering toont daardoor, volgens bem,
wéér dat zy de Roomacben naar de oogen
ziet. Hy keurt het ten sterkste af. Esne
geldige, afdoende reden voor de hierby voor
gestelde uitzonderingen heeft bjj tot nu nog
niet kunnen ontdekken. Het voorBtel is, zegt
V., een wassen neus, die alleen dienst kan
doen als reclame-middel voor de Roomsohen.
Wordt het voorgestelde wet, dan kunnen de
Roomschea met eenigen scbyn van recht be
weren, dat de meerderheid v&n het kerkeiyk
boven het burgeriyk buweiyk is erkend en is
eenmaal de eerste stap gedaan, dan zullen z|
niet tevreden sfjn, maar op meer stappen blij
ven aandringen.
EEN VOORDEEL DER VOLKSTELLING.
By de volkstelling is gebleken, dat ia een
groot aantal gemeenten het werkelijk bevol
kingscijfer geringer is, dan waarop het op
grond der bevolkingsregisters werd aangeno
men. Dientengevolge zullen de op 't bevol
kingscijfer gebaseerde ryksuitkeeringen met
ongeveer f 100.000 kunnen verminderen. Over
het tienjarig tijdvak zaldushetRyklmUlioen
minder uit te keeren hebben, dan wanneer er
geen volkstelling geweest ware.
Eerst wanneer men heeft samengeteld, hoe
veel door alle gemeenten in ons land betaald
is als buitengewone kosten, vallende op de
volkstelling, zal de rekening juist zgn te maken.
Stellig meer dan een millioen hebben de ge
meenten er in éea jaar bij ingeboet.
BURGERLIJKE STAND.
De Hooge Raad heeft een arrest gewezen,
dat wel der vermelding waard is.
Burg. en wetb. van Haarlem hadden iu Mei
jj. bekend gemaakt, dat het bureel van den
ambt. van deu burgerl. stand op dien en dien
dag (een feestdag) zou gesloten zijn. Maar die
bewuste dag was precies de laatste, waarop
iemand, die zich iu de geboorte van een nieuwen
wereldburger mocht verheugen, die geboorte
moest aangeven. Men weet, dat de wet daar
voor drie vrye dagen verleent. Daar het bureel
gesloten was, verkeerde de aangever alzoo in
onmogeiykheid aan zijne verplichting te voldoen.
Deswege vervolgd (art. 448 Strafrecht) werd
hy door den kantonrechter van rechtsvervolging
ontslagen. Maar de rechtbank te Haarlem var-
oordeelde hem. Zy achtte het feit, dat op den
bedoelden dag het bureel des ambtenaars geslo
ten was geen beletsel voor de aangifte, omdat
de man zich naar het huis van deu ambtenaar
had kunnen begeven. Maar die beslissing werd
door den Hoogen Raad vernietigd. Deze over
woog, dat de wet voor de aangifte drie dagen
toelaatdat de aangifte moet geschieden op
het bureel eu niet aan het particulier adres
des ambtenaars, omdat art. 29 B. W. zegt, dat
van de aangifte dadeiyk een akte door den
ambtenaar moet worden opgemaakt. Die akte
is bestanddeel van een register en de registers
van deu burg. stand worden niet ten huize,
maar ten bureele van den ambtenaar gehouden.
De sluiting van het bureel op den meerge-
noemden dag was dus een beletsel voor den
vader om zyn rechtsplicht na te komen en
dienovolgens handhaafde de Hooge Raad hef
ontslag, bereids door den kantonrechter uit
gesproken.
Hierby toekende het Hbld. aan
„Dit arrest kan wellicht andere gevolgen
hebben. In onze gemeente (ook in andere ge
meenten) berichten B. en W. wel eens, dat op
zekere feestdagen het bareel v. d. Barg. St.
oleeht een paar aren zal geopend
z y n. De wet echter geeft de bevoegdheid tot
aangifte gedurende drie dagen, niet gedurende
twee dagen en een paar aren. De gevolgen
hiervan springen, beschouwd in het licht van
het arrest, terstond in bet oog."
De Goetche Cri. komt deze opmerking, zeer
terecht, wel wat gezocht voor. De hureelen'
van de bedoelde ambtenaren zijn toch altijd
slechts op bepaalde uren en niet den gamchen
dag open. Wordt nu op een feestdag dat open
zgn, na voorafgaande kennisgeving, eenigszins
beperkt, dan kan men toch niet zeggen, dat
Se gelegenheid om aangifte te doen op dien
dag niet bestaat, wat wel het geval is wan
neer, zooals te Haarlem, het bureel den gan-
sohen dag gesloten wordt.
BMOEH0GEK ENZ.
Bij kon. besluit:
ia aan M. de Zomer, wegens lichaamsgebre
ken, eervol ontslag verleend als bureelamb
tenaar van den rykswaterstaat.
De St. Ct. van heden, no 232, bevat de wet
van den 21sten September 1900, tot wijziging
van art. 240c en art. 243 der gemeentewet.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Ons Stadhuis,
de, van het begin der 164e eeuw dagteekenende,
machtige schepping van de Meehelsche bouw
meesters Antbonis Kelderman en zijne zonen,
had in zyn zooveel honderdjarig bestaan, uit
den aard der sa&k, veel van den tand destyds
te lyden.
Reeds sedert jaren her was, tot behond van
dit schoone monument, dringend eeue algeheele
restauratie noodig, maar de gemeentelijke
geldmiddelen gedoogden ds daarvoor noodige
aanzienlgke uitgaven niet.
De belangrijke herstelling van den sierlijken
toren werd, eenige jerea terug, met subsidie
van ryfcswege, tot stand gebracht, maar ove
rigens moest men zich bepalen tot restauratiën
van meer ondergeschikt belang.
Toch werd, rekening houdende met de be
schikbare middelen, zy hef ook over vele
jaren verdeeld, het onderdeel van den voor
gevel, de acht ramen en de twee ingangen
op de Groote Markt, de Roertoren ten deele en de
vijf ramen in de Lange Noordstraat inzynoor-
sponkeiyken staat teruggebracht, doch dit was
slechts een zeer klein gedeelte van wat een deug-
deiyke restauratie zou te noemen zyn.
Wat die eiseht, biykt duidelijk nu de stel
ling vau voor een deel van het gebouw is
verwyderd en in het volle licht komt wat in
den laatsten tyd, dank zy de ruime opvatting
die ons dagelgksch bestuur van zijne taak
beeft, aan een klein deel van den gevel is
gewrocht.
In het jaar 1897 werd, onder leiding van
den gemeeatebouwmeester, een aanvang ge
maakt met de restauratie van den tweeden
beer van af den Koertoren, waarvoor langza
merhand de beelden, de pinakels en de
balustrade werden gereedgemaakt, en thans is
een en ander aaamgevoegd en geheel volgens
de plannen, teekeningen en aanwyzingen van
den heer dr P. J. H. Cuypers, architect van
de Rijksmuseum-gebouwen, opgesteld.
Natuuriyk is daarbij gebruik gemaakt van
w&t nog bruikbaar was, maar zeer veel van
het oorspronkelijke bouwmaterieel was zoo
verteerd en verweerd dat heel wat nieuw werk
moest worden ingevoegd.
Het aal zeker de aandacht trekken van hen,
die in de restauratie van ons stadhuis belang
stellen, dat het aanzien van den nieuwen beer
eenigszins anders is dan dat der overige.
Op de baldakyno toch zijn thans pinakels
gezet, zooals er volgens bestaande teekeningen
b§ den oorapronkeiyken bouw geplaatst waren.
Ook de beelden, die eertijds de nissen ver
sierden, waren geheel verteerd en daarom
moesten twee nieuwe worden vervaardigd,
geheel geiykend op die er vroeger een plaats
hadden.
Zij «tellen voor Albrecht XXVI en Willem
XXVII (in de geschiedenis bekend als Albrecht
en Willem VI) en werden gebeeldhouwd in de
werkplaatsen Tan de heeren Cnypera en Co.,die
daardoor op nieuw het bewijs leverden voor
dergeiyk werk het aangewezen knnit-institunt
te zyn.
Verder werden in de lichtopeningen van de
raamvakkea de bekende kleine, in lood ge
vatte, ruitjes aangebracht, die zoo eigenaar
dig het middeleenwsch type aan oude gebou
wen geven. Te midden van die ruitjes
pryken de wapens van Zeeland en Middelburg
in gebrand glas.
In tegenstelling met den ondergevel, zyn
boven de blinde traeeeringen geheel in den
kantvorm bewerkt, waarin zy vroeger waren
gehouwen. Zy bewyzen hoe ryk de bouw vau
dezen gevel is opgevat en geven mede het
artistieke karakter aan het gebouw.
Meer nog zal de aandacht trekken de sier
lijke balustrade, die verrezen ia boven het
dak, opgesloten tnssohen twee boeren.
Deze staat toe een oordeel te vellen hoe,
wanneer zij over de gansche lengte van het
gebouw zal zyn aangebracht, het aanzicht van
ons stadhuis zal winnen, w|l daardoor het
groote dakvlak zal worden gebroken. Ook
deze balnatrade behoorde tot den onden bonw.
Wat ma geschied is aan, wat koningin Wil-
helmina, by haar bezoek aan Walcheren
toen haar, als hnldebiyk van de bewoners van
Zeelands hoofdstad, Klinkenbergs sohildery van
het stadhuis werd aangeboden noemde „het
schoonste gebouw van Middelburg", geeft een
duideiyken indruk hoeveel schooner het nog
was toen het pas was voltooid en hoe ge.
wenseht het is met de restauratie, zooals die
tot dusver geschiedt, voort te gaan.
Daarvoor is echter veel,zeer veel geld noodig.
By de herstelling toch is gebleken dat bet
bovendeel van den voorgevel zoo verregaand
slecht is dat een geheel vergaan van dat deel
niet lang kan uitblijven, tenzij afdoende maat
regelen genomen worden.
Om den gevel voor ondergang te bewaren,
stellen burg. en weth. dan ook voor om op
de gemeentebegrooting voor 1961 i 2.500 uit
te trekken voor voortzetting der heratelling,
in plaats van f 1000 zooals tot dusver.
Geaohiedde dit jaariyks, dan zou in tien ja
ren het allerergste zyn hersteld.
Alleen echter het allerergste, want om'meer
te doen is een grooter bedrag noodig dan de
stadskas missen kan.
Daarom ware het gewenscht dat van ryka*
wege steun werd verleend om dit monument,
een der schoonste gebonweo uit de 16e eeuw
in ons land, in zyn vollen luister te kunnen doen
De restauratie, die, wy zeiden het hoven
reeds, geheel overeenkomstig de denkbeelden
en aanwyzingen van dr Cnypers geschiedt,
eiseht van de gemeente, in verband met haar
fiuancieelen toestand, zeer groote offers.
Maar die offers zonden niet te vergeefs zyn
gebracht wanneer, nn zoo duidelijk blijkt hoe
noodzakeiyk en hoe wenioheiyk restauratie is,
het ryk in hetgeen na reeds geschiedt aan
leiding kon vinden om voor de verdere her
stelling een subsidie toe te staan, in den geest
als vroeger by den opbouw van den toren.
Want behalve voor de restanratie van
bniten moet de gemeente ook voor verbete
ringen binnen in het gebouw belangryke uit
gaven doen.
In den laatsten tyd is het houtwerk in de
beneden» en bovengangen en portalen, evenals
van den trap, ontdaan van de verschillende
verflagen, die daarop sedert onheugeiyke jaren
waren gebracht. Zy vertoonen zich thans als
blank eikenhout.
Verder wordt de gesmeed yzeren trapleuning,
die toont hoe ver onze voorouders het hadden
gebracht in kunstige bewerking van betyzer,
geheel en &1 verguld.
Wanneer dat eenmaal gereed is, zal die trap
een zeer ryken, schitterenden aanblik bieden,
vooral indien men ook bereiken kon, zooals
dit den eiseh is, dat trap en bovengang belegd
konden worden met een Smiraasohen looper,
in friosche, heldere kleuren.
Volgens bericht nit Clinge aan de 27.
E. Crt. is Dinsdag in de buurtschap Nieuw-
Namen, gelegen aan de Wester-Schelde, een
nieuwe zaadbank geopend. Van alle visschers-
dorpen uit Zeeland waren booten ea hengsten
opgekomen. In groote hoeveelheden werd het
mosselzaad met kor en voet opgevischt en
vervolgens naar verschillende plaatsen ver
voerd. Daar ter plaatse werd het verkocht
tegen f 0.75 a f 1 per ton.
Het slot van het verslag omtrent de
feeateiyke opening van de Eerste Nederland-
sche Coöperatieve Suikerfabriek te S a van
Gent kwam Woensdagavond te laat in om
bezit om het nog in de eerste editie van ons
vorig nommer te kunnen opnemen.
Wy laten daarom hetgeen slechts in een
deel der oplaag werd geplaatst hier nog
volgen.
Na de toespraak van den voorzitter, den
heer Collot d'Esonry, feliciteerde de heer dr
Btninsma, nit Breda, de aandeelhouders met