MIDDELRIRGSCHE COURANT. N°. 233. 143° Jaargang. 1900. Vrijdag 5 October. Middelburg 4 October. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.' Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2 Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 4 Oct. 8u. vm. 51 gr. 12 u. 62 gr. av.4u.60gr.P.Verw.m.t.kr.Z.W.winötoen.bew.reg8D. Agenten. Te Vlissingen: C. N. J. de Vei Mestdash té GoesA. C. Bowrrr, firma Wed. de Jonas. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—-7 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Tot de pl&atiing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA CHAR Azn.y N.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam. Die brave zendelingen Zooals door ons gemeld, heeft de heer G. E. Huigen, te Canton, inzake de gebeurtenis sen in China de hand gelegd op een wonde- plek, door te beweren dat de zendelingen feitelijk de aanleidende oorzaak zgn van de Chineeaohe moorden en dat het een zegen voor China te noemen zon zijn, als de Enro- paesohe regeeringen middelen en wegen von den dit kwaad met wortel en tak uit te roeien- De redactie van De Nederlander^ het blad van jhr mr A. F. de Savornin Lohman, is daarover diep verontwaardigd. Ea spottend schrijft zij, onder het opschrift „Dia brave kooplui": „Het is inderdaad hoog noodig, dat de Enropeeache regeeringen, „Christelijke" beaten die immers de middelen en wegen zoeken om „dat kwaad", het zendelingen- gespuis met wortel en tak uit te roeien. Het middel ligt voor de handzij hebben zieh slechts aan te sluiten by de Boxera. Als dan alles is uitgemoord, behalve natuurlijk de brave kooplui, dan kan de handel weer rustig zgn gang gaan. „WaarlRk, laat ons voortaan de zendelingen ophangen en de kooplui uitzenden voor be schaving en verbeteriag van het menachdom 1" Onze lezers weten hoe wy over deze kwestie denken en het in hoofdzaak met den heer Huygen eens zyn. Heeft de redactie van De Nei. wel van de beschouwing van HenriBorel kennisgenomen over de onlusten in China en over de arrogante, brutale, onpraetisehe wijze, waarop de zende lingen, van wie velen daar een goed leven lijden, onder het gele ras optreden, dan Chineesehen autoriteiten tot last, de rust en orde tot gevaar Zy leze andera dit opstel nit De Gids, na afzonderlik verschenen, eens met aandacht. Wy deden er destyds eenige aanhalingen uit. De heer Borel toont daarin aan dat de bekeerlingen, die gemaakt worden, meestal bebooren tot de laagste klasse van bet Cbineeicbe volk; personen die heel wat op hun kerfstok hebben en, om aan de wetten van hun eigen land te ontkomen, zich als zg. Christenen stellen onder bescherming van de vreemde zendelingen. En om zulke schrale, wrange vruchten te oogsten, legt men heel wat geld ten koste en brengt men een land in beroering. Wy zullen niet beweren dat kooplui heiligen zyn, alles behalve; maar aan de zendelingen en hun werk ontbreekt ook heel wat. Zy dienen vooral binnen de perken gehouden te worden. „Men stelle zich eens voor," zoo schrijft Henri Borel, „dat er Chineeicba priesters in Europa kwamen, bewerend dat de liefde voor ons volk hen er toe gedreven had, het te komen verlichten dat zij, arm daar gekomen, binnenkort in de mooiste villa's woondendat zy zich onttrokken aan onze wetten, weigerden voor den keizer of koning den hoed af te nemenongeroepen in onze gerechtszalen tra den en den rechters iu de rede vielendat hef geboefte van de achterbuurten zich om hen schaarde', dat zy zich Generaal of Gou verneur lieten nosmendat zy de Mariabeelden in onze katholieke kerken stuk sloegen (zoo als zendelingen met Chineesche beelden gedaan hebben); dat zy den-Dom van Utrecht in be zit namen, om er een tempel op te richten, dat zy onze tooneel voorstellingen verhinderden En toch is dat precies hetzelfde wat nu de zendelingen in China doen. Verbeeldt u verder, dat de Chineesche zen delingen in Europa by den maaltyd allerlei onwelvoegeiyke geluiden lieten hooren, op den grond spuwden, en de Kalverstraat als urinoir gebruikten, zooals in hun land voegzaam zou zyn. Toch zon dit niet meer vreemd en ongepast voor ons zyn dan voor hen is het dansen van mannen en vrouwen met elkander en het zieh alleen op straat ver- toonen van een vronweiybe missionaris die handjes geeft aan mannen." Het optreden der zendelingen noemt Henri Borel dan ook zoo onohristeiyk mogelijk. En daarenboven herhalen wy wat wg vroe ger schrevenwy zien geen enkele reden waarom Cbïneesen en andere volken tot Christenen moeten worden bekeerd. Onder die Christenen zalven is nog heel wat te veranderen en te bekeerenonder hen gebeuren tal van slechte, menschontoerende dadenen zg mochten dus wel bedenken dat er in hun eigen tuin nog veel te wieden valt. Waar dit het geval iswaar dikwyia het hoofddoel is de macht der kerken uit te breiden, en niet van het geloof van Christus, maar wat men daarvan, volgens kerkleer, ge maakt heeftwaar ieder zioh bag vert voor zyn eigen parochie en de onderlinge verdraag zaamheid verre te zoeken is men lette eens op hoe weinig Protestsntsche zendelinggenoot schappen van de Roomsche zendelingen kun nen verdragen daar is matiging in deze te meer gewenscht en noodig. Wy kunnen ons zeer goed voorstellen dat meusohen, met ernst vervuld, aan hun geloof gehecht, dit, als een ten goede werkende kracht, willen brengen aan anderen, tot zegen en heil, maar is waariyk de leer der Chinee- zen zoo veel minder als de Christeiyke „China beeft godsdiensten en filosofimbe systemen, die meer dan voldoende zyn om het volk te verheffen, zoo het daarvoor vat baar is. Het is bet eenige land, waar nooit groote godsdienstoorlogen hebben gewoed en waar verschillende godsdiensten vreedzaam en broederiyk naast elkaar bleven bestaan. Het is het land der verdraagzaamheid by uit nemendheid." Een wereld van sohoone legenden en sym bolische verhalen, een allerkostbaarste waarheid en znivere moraal, leeft onder het Chineesche volk, en op die schoone dingen benken de logge woorden van de verdwaasde zendelingen, die niet weten wat z| doen in hun domme verblinding. Zy vatten al de wondersohoone, heiliga waarheden van den Chineesehen gods dienst en de Chineesche filosofie die zg voor 't grootste deel niet eens grondig bestu deerd hebben, en die een geBloten boek voor hen is te zamen ouder den dooddoendeu naam „heidendom" en gaan self als barbaar sche heidenen te keer tegen de fijnste weefselen van de Chineesche volksziel." Aldus de meergenoemde nchrfjver Henri Borel, die toch niet over het hoofd ziet het groote nut, dat de zendingen in betrekking tot China hebben gesticht, de eerlijke, arme, brave zendelingen, meestal katholieken, dié daar zyn. Maar dat alles is uitsondering. En daarom vragen wy met te meer recht, op grond van hetgeen wy hiesvoren uit zyn lezenswaardig geschrift aanhaalden: Zou er geen storm opgaan ala de priesters van Boedd&h of de aanhangers van Confucius herwaarts kwamen om de Christenen te bekeeren? Wie weet of er dan niet, zelfs al gedroegen z| zich kalm en bedaard, in ons midden, even als in China oproerige bewegingen plaats had den tegen die eg. indringers, waarbij mishan deling, misschien wel moord en doodslag niet zeldzaam souden zyn. SCHOOLOPZIENERS. Meu meldt dat de wet op den leerplicht den len Januari a. in werking zal treden. Met het oog op den nieuwen stand van zaken, die daaruit zal voortvloeien, hebben reeds eenige schoolopzieners hun ontslag verzocht. Dit geeft het Schoolblad aanleiding tot en kele opmerkingen. Wat de betrekkingen van districts-school- opziener betreft, is de regeering geheel vry in haar keus, en tegen het benoemen van vakmannen in de kracht van hun leven be staat hier geen bezwaar, want het tractement is zoo, dat bijna ieder, die een betrekking aan een lagere school vervalt, uit het oogpunt van salarieering, by een benoeming tot districts schoolopziener zich zou verbeteren. De keus is dus niet beperkt tof de gepensioneerde en meest reeds bejaarde onderwyzers, zooals tot nu toe met die voor arrondissements-school- opzieners het geval was. Wat deze laatste betreft, van wie er zeker ook een aantal nieuwe benoemd moeten wor den, ia er kans dat de keus zich voortaan ook tot de nog niet in functie zynde onder- wyzers zal kunnen uitstrekken, ten minste als, naar vermoed wordt, de vergoeding, dia deze schoolopzieners ontvangen, by de invoering van de leerplichtwet van f 500 op f 1500 A f 1800 zal gebracht worden. Wy zonden schrijft de redactie van bef Schoolblad dit zeer toejuichen, om daardoor reeds dadeiyk de invoering een groot deel der uitvoering van de leerpliohtwet in handen van praetische onderwysmannou te geven, in de steden zoo wel "als op het platteland, in handen van on derwijzers, die daar verscheidene jaren zyn werkzaam geweest. Vooral in de eerste jaren van den leerplicht zal het werk van den arr.-schoolopziener zoo omvangrijk zgn, en hangt er zooveel vau zyn Bver en werk kracht af, dat ook met een salaris van f 2000 het nog niets te hoog zou zyn beloond. KERKELIJK HUWELIJK. Art. 449 van het Wetboek van strafreoht bedreigt thans met een boete van ten hoogste f 300 den bedienaar van den godsdienst die, voordat partyen hem hebben doen hiykeu dat baar burgeriyk huwelijk is voltrokken, eenige godsdienstige plechtigheid verricht. In het gewyzigd ontwerp wordt nu voorge steld hieraan toe te voegen „Niet strafbaar is hy, die het feit begaat: lo. indien tydena het verrichten der gods dienstige plechtigheid biykens sohrifteiyke geneeskundige verklaring onmiddellijk levens gevaar voor een der partyen bestond; 2o. indien partyen, voordat tot de gods dienstige plechtigheid wordt overgegaan, aan gifte hebben gedaan van hun voorgenomen huwelijk by den ambtenaar van den burgerlijken stand en dezen en den bedienaar van den godsdienst, hetzij schriftelijk, hetzij, voor zoo ver zy niet schrijven kunnen, mondeling in tegenwoordigheid van twee meerderjarige ge tuigen hebben verklaard dat zy ongehuwd zijn eu in ongeoorloofde betrekking tot elkaar hebben gestaan en dat z| bekend zijn met hef fait dat de voorgenomen godsdienstige plech tigheid noch te haren aanzien, noeb ten aan zien barer kinderen eenig& wetteiyks gevolgen heeft." V. (mr H. Verkonteren), een der hoofdre dacteuren van het Chris telijk-bis tor lech Ned. Dbld, is over dit voorstel niet bent te spreken. De regeering toont daardoor, volgens bem, wéér dat zy de Roomacben naar de oogen ziet. Hy keurt het ten sterkste af. Esne geldige, afdoende reden voor de hierby voor gestelde uitzonderingen heeft bjj tot nu nog niet kunnen ontdekken. Het voorBtel is, zegt V., een wassen neus, die alleen dienst kan doen als reclame-middel voor de Roomsohen. Wordt het voorgestelde wet, dan kunnen de Roomschea met eenigen scbyn van recht be weren, dat de meerderheid v&n het kerkeiyk boven het burgeriyk buweiyk is erkend en is eenmaal de eerste stap gedaan, dan zullen z| niet tevreden sfjn, maar op meer stappen blij ven aandringen. EEN VOORDEEL DER VOLKSTELLING. By de volkstelling is gebleken, dat ia een groot aantal gemeenten het werkelijk bevol kingscijfer geringer is, dan waarop het op grond der bevolkingsregisters werd aangeno men. Dientengevolge zullen de op 't bevol kingscijfer gebaseerde ryksuitkeeringen met ongeveer f 100.000 kunnen verminderen. Over het tienjarig tijdvak zaldushetRyklmUlioen minder uit te keeren hebben, dan wanneer er geen volkstelling geweest ware. Eerst wanneer men heeft samengeteld, hoe veel door alle gemeenten in ons land betaald is als buitengewone kosten, vallende op de volkstelling, zal de rekening juist zgn te maken. Stellig meer dan een millioen hebben de ge meenten er in éea jaar bij ingeboet. BURGERLIJKE STAND. De Hooge Raad heeft een arrest gewezen, dat wel der vermelding waard is. Burg. en wetb. van Haarlem hadden iu Mei jj. bekend gemaakt, dat het bureel van den ambt. van deu burgerl. stand op dien en dien dag (een feestdag) zou gesloten zijn. Maar die bewuste dag was precies de laatste, waarop iemand, die zich iu de geboorte van een nieuwen wereldburger mocht verheugen, die geboorte moest aangeven. Men weet, dat de wet daar voor drie vrye dagen verleent. Daar het bureel gesloten was, verkeerde de aangever alzoo in onmogeiykheid aan zijne verplichting te voldoen. Deswege vervolgd (art. 448 Strafrecht) werd hy door den kantonrechter van rechtsvervolging ontslagen. Maar de rechtbank te Haarlem var- oordeelde hem. Zy achtte het feit, dat op den bedoelden dag het bureel des ambtenaars geslo ten was geen beletsel voor de aangifte, omdat de man zich naar het huis van deu ambtenaar had kunnen begeven. Maar die beslissing werd door den Hoogen Raad vernietigd. Deze over woog, dat de wet voor de aangifte drie dagen toelaatdat de aangifte moet geschieden op het bureel eu niet aan het particulier adres des ambtenaars, omdat art. 29 B. W. zegt, dat van de aangifte dadeiyk een akte door den ambtenaar moet worden opgemaakt. Die akte is bestanddeel van een register en de registers van deu burg. stand worden niet ten huize, maar ten bureele van den ambtenaar gehouden. De sluiting van het bureel op den meerge- noemden dag was dus een beletsel voor den vader om zyn rechtsplicht na te komen en dienovolgens handhaafde de Hooge Raad hef ontslag, bereids door den kantonrechter uit gesproken. Hierby toekende het Hbld. aan „Dit arrest kan wellicht andere gevolgen hebben. In onze gemeente (ook in andere ge meenten) berichten B. en W. wel eens, dat op zekere feestdagen het bareel v. d. Barg. St. oleeht een paar aren zal geopend z y n. De wet echter geeft de bevoegdheid tot aangifte gedurende drie dagen, niet gedurende twee dagen en een paar aren. De gevolgen hiervan springen, beschouwd in het licht van het arrest, terstond in bet oog." De Goetche Cri. komt deze opmerking, zeer terecht, wel wat gezocht voor. De hureelen' van de bedoelde ambtenaren zijn toch altijd slechts op bepaalde uren en niet den gamchen dag open. Wordt nu op een feestdag dat open zgn, na voorafgaande kennisgeving, eenigszins beperkt, dan kan men toch niet zeggen, dat Se gelegenheid om aangifte te doen op dien dag niet bestaat, wat wel het geval is wan neer, zooals te Haarlem, het bureel den gan- sohen dag gesloten wordt. BMOEH0GEK ENZ. Bij kon. besluit: ia aan M. de Zomer, wegens lichaamsgebre ken, eervol ontslag verleend als bureelamb tenaar van den rykswaterstaat. De St. Ct. van heden, no 232, bevat de wet van den 21sten September 1900, tot wijziging van art. 240c en art. 243 der gemeentewet. UIT STAD EN PROVINCIE. Ons Stadhuis, de, van het begin der 164e eeuw dagteekenende, machtige schepping van de Meehelsche bouw meesters Antbonis Kelderman en zijne zonen, had in zyn zooveel honderdjarig bestaan, uit den aard der sa&k, veel van den tand destyds te lyden. Reeds sedert jaren her was, tot behond van dit schoone monument, dringend eeue algeheele restauratie noodig, maar de gemeentelijke geldmiddelen gedoogden ds daarvoor noodige aanzienlgke uitgaven niet. De belangrijke herstelling van den sierlijken toren werd, eenige jerea terug, met subsidie van ryfcswege, tot stand gebracht, maar ove rigens moest men zich bepalen tot restauratiën van meer ondergeschikt belang. Toch werd, rekening houdende met de be schikbare middelen, zy hef ook over vele jaren verdeeld, het onderdeel van den voor gevel, de acht ramen en de twee ingangen op de Groote Markt, de Roertoren ten deele en de vijf ramen in de Lange Noordstraat inzynoor- sponkeiyken staat teruggebracht, doch dit was slechts een zeer klein gedeelte van wat een deug- deiyke restauratie zou te noemen zyn. Wat die eiseht, biykt duidelijk nu de stel ling vau voor een deel van het gebouw is verwyderd en in het volle licht komt wat in den laatsten tyd, dank zy de ruime opvatting die ons dagelgksch bestuur van zijne taak beeft, aan een klein deel van den gevel is gewrocht. In het jaar 1897 werd, onder leiding van den gemeeatebouwmeester, een aanvang ge maakt met de restauratie van den tweeden beer van af den Koertoren, waarvoor langza merhand de beelden, de pinakels en de balustrade werden gereedgemaakt, en thans is een en ander aaamgevoegd en geheel volgens de plannen, teekeningen en aanwyzingen van den heer dr P. J. H. Cuypers, architect van de Rijksmuseum-gebouwen, opgesteld. Natuuriyk is daarbij gebruik gemaakt van w&t nog bruikbaar was, maar zeer veel van het oorspronkelijke bouwmaterieel was zoo verteerd en verweerd dat heel wat nieuw werk moest worden ingevoegd. Het aal zeker de aandacht trekken van hen, die in de restauratie van ons stadhuis belang stellen, dat het aanzien van den nieuwen beer eenigszins anders is dan dat der overige. Op de baldakyno toch zijn thans pinakels gezet, zooals er volgens bestaande teekeningen b§ den oorapronkeiyken bouw geplaatst waren. Ook de beelden, die eertijds de nissen ver sierden, waren geheel verteerd en daarom moesten twee nieuwe worden vervaardigd, geheel geiykend op die er vroeger een plaats hadden. Zij «tellen voor Albrecht XXVI en Willem XXVII (in de geschiedenis bekend als Albrecht en Willem VI) en werden gebeeldhouwd in de werkplaatsen Tan de heeren Cnypera en Co.,die daardoor op nieuw het bewijs leverden voor dergeiyk werk het aangewezen knnit-institunt te zyn. Verder werden in de lichtopeningen van de raamvakkea de bekende kleine, in lood ge vatte, ruitjes aangebracht, die zoo eigenaar dig het middeleenwsch type aan oude gebou wen geven. Te midden van die ruitjes pryken de wapens van Zeeland en Middelburg in gebrand glas. In tegenstelling met den ondergevel, zyn boven de blinde traeeeringen geheel in den kantvorm bewerkt, waarin zy vroeger waren gehouwen. Zy bewyzen hoe ryk de bouw vau dezen gevel is opgevat en geven mede het artistieke karakter aan het gebouw. Meer nog zal de aandacht trekken de sier lijke balustrade, die verrezen ia boven het dak, opgesloten tnssohen twee boeren. Deze staat toe een oordeel te vellen hoe, wanneer zij over de gansche lengte van het gebouw zal zyn aangebracht, het aanzicht van ons stadhuis zal winnen, w|l daardoor het groote dakvlak zal worden gebroken. Ook deze balnatrade behoorde tot den onden bonw. Wat ma geschied is aan, wat koningin Wil- helmina, by haar bezoek aan Walcheren toen haar, als hnldebiyk van de bewoners van Zeelands hoofdstad, Klinkenbergs sohildery van het stadhuis werd aangeboden noemde „het schoonste gebouw van Middelburg", geeft een duideiyken indruk hoeveel schooner het nog was toen het pas was voltooid en hoe ge. wenseht het is met de restauratie, zooals die tot dusver geschiedt, voort te gaan. Daarvoor is echter veel,zeer veel geld noodig. By de herstelling toch is gebleken dat bet bovendeel van den voorgevel zoo verregaand slecht is dat een geheel vergaan van dat deel niet lang kan uitblijven, tenzij afdoende maat regelen genomen worden. Om den gevel voor ondergang te bewaren, stellen burg. en weth. dan ook voor om op de gemeentebegrooting voor 1961 i 2.500 uit te trekken voor voortzetting der heratelling, in plaats van f 1000 zooals tot dusver. Geaohiedde dit jaariyks, dan zou in tien ja ren het allerergste zyn hersteld. Alleen echter het allerergste, want om'meer te doen is een grooter bedrag noodig dan de stadskas missen kan. Daarom ware het gewenscht dat van ryka* wege steun werd verleend om dit monument, een der schoonste gebonweo uit de 16e eeuw in ons land, in zyn vollen luister te kunnen doen De restauratie, die, wy zeiden het hoven reeds, geheel overeenkomstig de denkbeelden en aanwyzingen van dr Cnypers geschiedt, eiseht van de gemeente, in verband met haar fiuancieelen toestand, zeer groote offers. Maar die offers zonden niet te vergeefs zyn gebracht wanneer, nn zoo duidelijk blijkt hoe noodzakeiyk en hoe wenioheiyk restauratie is, het ryk in hetgeen na reeds geschiedt aan leiding kon vinden om voor de verdere her stelling een subsidie toe te staan, in den geest als vroeger by den opbouw van den toren. Want behalve voor de restanratie van bniten moet de gemeente ook voor verbete ringen binnen in het gebouw belangryke uit gaven doen. In den laatsten tyd is het houtwerk in de beneden» en bovengangen en portalen, evenals van den trap, ontdaan van de verschillende verflagen, die daarop sedert onheugeiyke jaren waren gebracht. Zy vertoonen zich thans als blank eikenhout. Verder wordt de gesmeed yzeren trapleuning, die toont hoe ver onze voorouders het hadden gebracht in kunstige bewerking van betyzer, geheel en &1 verguld. Wanneer dat eenmaal gereed is, zal die trap een zeer ryken, schitterenden aanblik bieden, vooral indien men ook bereiken kon, zooals dit den eiseh is, dat trap en bovengang belegd konden worden met een Smiraasohen looper, in friosche, heldere kleuren. Volgens bericht nit Clinge aan de 27. E. Crt. is Dinsdag in de buurtschap Nieuw- Namen, gelegen aan de Wester-Schelde, een nieuwe zaadbank geopend. Van alle visschers- dorpen uit Zeeland waren booten ea hengsten opgekomen. In groote hoeveelheden werd het mosselzaad met kor en voet opgevischt en vervolgens naar verschillende plaatsen ver voerd. Daar ter plaatse werd het verkocht tegen f 0.75 a f 1 per ton. Het slot van het verslag omtrent de feeateiyke opening van de Eerste Nederland- sche Coöperatieve Suikerfabriek te S a van Gent kwam Woensdagavond te laat in om bezit om het nog in de eerste editie van ons vorig nommer te kunnen opnemen. Wy laten daarom hetgeen slechts in een deel der oplaag werd geplaatst hier nog volgen. Na de toespraak van den voorzitter, den heer Collot d'Esonry, feliciteerde de heer dr Btninsma, nit Breda, de aandeelhouders met

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1900 | | pagina 1