MIDDELBIRGSCHË COURANT. N°. 233. 143° Jaargang. 1900. Woensdag 3 October. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k a, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2,- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 2 Oet. 8 a. vm. 56 gr. 12 u. 63 gr. av.4n.63gr,F.Verw.z.t.m.Z.W.wiudbetr.welnigv.v.t. Agenten. Te VlissingenC. N. J. di Vh Mzstdash j ts Goes: A. C. Boluti, firma Wed. di Jonen. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reolames, niet afkomstig uit Z e e I a a d, betreffende Handel, NRverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn* N.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam. Middelburg 2 October. BERNARD VAN SAKSEN WEIMAR EN DE TROONOPVOLGING IN NEDERLAND. Het Weimarsobe hof is de laatste jaren wel zwaar getroffen. Nog geen zes jaar ge. leden overleed de erfgroothertogtwee oneen half jaar later gevolgd door diens moeder, de groothertogin. Sn nu is ook de tweede zoon van den overleden erfgroothertog dood. De prins, die door zijn grootmoeder aan ons vorstenhuis verwant wat, overleed aan een longontsteking. De opvolging in de lijn van den tegenwoor- digen groothertog Carl August kan dui alleen verzekerd worden door den 24jarigen erfgroot hertog Wilhelm Ernst. De vraag of deze prima ongehuwd bljjft, io Nederland niet onverschillig. Bij een kinder loos overlfiden van onze koningin komt de kroon der Nederlanden aan het huis Weimar, en wel aan prins Wilhelm Ernst, die dan tusichen Nederland en Weimar zou moeten kiezen. Zoolang deze prins geen vader van twee kinderen was, moest de nu overleden prins dus als de naaste erfgenaam van den Neder- landichen troon worden beschouwd. Hij droeg niet den titel van Prins van Oranje en genoot niet de reehten, aan dien titel verbonden, omdat art. 29 der Grondwet dezen titel alleen toekent aan den oudsten van 'skonings zonen of verdere mannelijke nako melingen, die de vermoedelijke erfgenaam is van de kroon, aan welke voorwaarden deze prins niet voldeed. Zoolang nn de tegenwoordige staat van erfgroothertog Wilhelm Ernst dnnrt, is niet hg als de naaste erfgenaam van den troon te beschouwen, maas wel de oudst® dochter zijner grootmoeder nl. prinses Marie, gehuwd met prins Heinrieh VII van Beuss. Haar aanspraken komen echter tovervallen, soodra Wilhelm Ernst een kind of kleinkind krijgt, dat niet tot de opvolging in Weimar is geroepen. Wat Weimar zelf betreft, ingeval van kin derloos overlRden van dezen prins, vervalt de kroon aan den tak van hertog Bernard, in leven generaal in Nederlandaohen dienst en legercommandant in Indië. Diens ondste zoon, generaal in Engelschen dienst, sloot daar te lande een morganatisch huwelijk, terwijl de tweede zoon een prinses van Wurtemburg huwde en in dienst van dat land trad. EVENREDIGE VERTEGENWOORDIGING, In het jongste nommer van De CHds komt van prof. W. L. P. A. Molengraaf! een artikel voor onder den titel Een juiste leuze waarin hg de evenredige vertegenwoordiging be spreekt, en voornameiyk b et stslsel, dat sedert een paar maanden in België is ingevoerd. De schrijver begint zyn stak met een her innering aan de meer gemaakte opmerking, dat het conservatisme soms bevorderlijk is aan het tot stand komen van radicale maat regelen, omdat het tegenhouden van beschei den hervormingen de noodzakelijkheid van meer ingrijpende wijzigingen kBn doen ge voelen. Een bawys voor deze stelling vindt prof. Molengraaf! in het verloop van de kies- reohtqnaestie ten onzent: het verwerpen van het ontwerp-Tak en de beperkte uitbreiding het knutselwerk" van 1896, veroorzaken thans een nieawe kieewetbeweging, en eene gericht tegen de Grondwet, voor zoover zij algemeen kiesrecht in den weg staat. De schryver vraagt zich dan af, of het yve ten voor iets zoo belangryks als het wgzigen va.i onze grondwet gerechtvaardigd ie, door hetg^n met die wyziging te bereiken valt. En dan antwoordt hij neen, wanneer daarmee wordt bereikt een zoo gebrekkig doel als uit breiding vans kiesrecht, waar by de meerderheid eenvoudig bevist. Wel, wanneer met de uit breiding van fret aantal kiezers ook tegeiyk evenredige vertegenwoordiging wordt inge voerd; eóo alleen kan men werkelijk een volksvertegenwoordiging krjjgen, een college, dat de wenscben en denkbeelden van het volk omtrent het staatsbestel weergeeft. Prof. Molengraaf! gaat dan na dat het stel sel thans is toegepast in vyt Zwitsersche kan tons, in een waarvan, in Tessino, het een einde maakte aan een burgeroorlog en in België. De schryver geeft dan een uitvoerige uiteen setting van het Belgische stelsel, dat onzen lezers bekend is. Hy komt tot de slotsom dat grondwetsherziening om te komen tot algemeen kiesrecht, met evenredigevertegenwoord* ging de lens moet zyn van hen, die by de verkiezingen van het volgend jaar het kies recht weer aan de orde wenaohen te stellen. „Nu in een vyftal ZwHserache kantons en in België met goeden uitslag het stelsel der evenredige vertegenwoordiging is toegepast, heeft de tegenwerping, dat het beginsel wel fraai is in theorie, maar niet vatbaar voor practisehe toepassing, haar kracht geheel ver loren. Zoowel de in Zwitserland als de in België aangenomen regeling is gebleken bruik baar te zyn en bevredigende resultaten op te leveren. Men zal dan ook ten onzent verstan dig doen, hetzij het eene, hetzij het andere voorbeeld te volgen en niet naar de beste en theoretisch meest volmaakte toepassing te biyven zoeken, anders zon ook hier weer het beste kunnen blijken de vyand te wezen van bet goede. Daarvoor bestaat wel eenige vrees omdat men uit de stapels papier, die de han delingen van deStaten-Generaalmetdedaarby behoorende byisgen uitmaken, den indruk ver krijgt, alsof somtyds voor onze wetgevende lichamen het video meliora proboque, deteriora sequortot richtsnoer dient. Een bruikbaar niet een volmaakt stelsel van evenredige ver tegenwoordiging, is de eisch eener practiaebe politiek". TEGEN FLESSCHENTREKKERS. Ia den titel „Bedrog" van het wetboek van strafrecht stelt de minister van justitie voor art. 326 (oplichting) te lezen als volgt „Hy, die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechteiyk te bevoordeelen, opzet telijk hetzy door het aannemen van een val- sehen naam ot eene valsehe hoedanigheid, hetzy door het verzwygen van een waren naam of eene ware hoeda nigheid, hetzy door het wekken van het vermoeden eener niet be staande kredietwaardigheid, hetzg door listige kunstgrepen, hetzy door een samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt tot de afgifte van eenig goed of het aangaan van een schuld of het te-niet doen van een insohnld, wordt, als schuldig aan oplichting, gestraft; met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren." Da gespatieerde woorden zyn in het oorspronkelijk artikel bygevoegd. Tot toelichting zegt de minister „Herhaaldeiyk komt het voor, dat, ook zonder gebruikmaking van een der middelen in art. 326 genoemd, iemand wordt bewogen tot de afgifte van eenig goed, hetzy koop waar of geld, op eene wy'ze, die ook den normaal nadenkenden mensch daartoe leidt. Da gevallen van zoogenaamde flessehentrek- kery, die buiten het bereik van dit artikel vallen, zyn vele. Daaraan zoo mogeiyk paal en perk te stellen zou een weldaad voor den handel zyn. Afioende voorziening tegen benadeeling door flessohentrekkera is niet mogelijk, omdat de wet niet bare bescherming ook tot roekeloo- zen en zorgeloozen mag uitstrekken. Doch meermalen wordt tot handelsoperatiën overge gaan, die in de gegeven omstandigheden niet lichtvaardig mogen heetan, maar toch door da niet kredietwaardigheid van eene der partyen tot schade voor de andere uitloopen. Indien de eerstbedoelde party die opera ties heeft uitgelokt, niet door een der in het tegenwoordige art. 326 genoemde middelen, maar óf door het verzwRgen van een waren naam of een ware hoedanigheid, óf door het vermoeden te wekken op andere wyze van eene kredietwaardigheid, die niet bestaat, be hoort zy toch strafbaar te zyn. Een nader onderzoek naar iemands solidi teit en gegoedheid is in den handel niet altijd mogelijkalleen op het daardoor gevorderd tydsverloop zouden menigmaal voordeelige handelsovereenkomsten moeten afstuiten. Daarom is het wouschelgk dat d@ strafwetgever den handel meer dan tot dusver tracht te be schermen tegen schade, die zoogenaamde fles- sehentrekkers plegen toe te brengen. Ook zonder een vaÏBehen naam op te geven worden meermalen bestellingen gedaan met verzwyging van den waren naam, die - werd hy genoemd voldoende zon zgn om den leverancier op zyn hoede te doen wezen. Door daarby als plaats van levering te noemen bgv. de woning van een volkomen solied persoon wat nog geen „samenweefsel van verdichtsels" oplevert beweegt de onbekende meermalen zyn slachtoffer tot afgifte van goederen, welke de dader dan wel door slinkBche middelen, die nog niet altijd „listige kunstgrepen" behoeven te zijn, in zyn bereik weet te krygen.", ONEERLIJKE CONCURRENTIE. Als nienw artikel wordt in den titel „Bedrog" achter artikel 326 (0 p 1 i c h- ting) het volgende voorgesteld: „Hg, die om zyn handelsdebiet te vestigen, te behouden of uit te breiden, opzettelijke bedriegeiyke handelingen pleegt tot misleiding van het publiek of van zyn klanten, wordt, als schuldig aan oneeriyke concurrentie, ge; straft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste negen honderd gulden." Ter toelichting zegt de minister van justitie „Het etelsel van vrije concurrentie erkent ieders recht om, behoudens gelijk recht van anderen, te arbeiden en handel te dry ven op de wyze, die met zyn persooniyke gaven en inzichten het best overeenkomt. Het stelsel onderstelt waarheid en goede trouw. Oneer iyke concurrentie ie een aanranding van het recht der persooniykheid, om in eeriyken wedkamp zich naar eigen vermogen te doen gelden. Bestryding der oneerlijke concurren tie is een behoefte, door het vrije railverkeer ontstaan en hoe langer zoo meer op den voorgrond getreden. Voor ingi-ypen van den ■trafreohter bestaat te meer grond, waar niet, zooals bijv. in Frankryk, de jurio-prndentie door een ruimere interpretatie van het begrip van onrechtmatige daad andere wapens in de hand geeft. Door de bescherming van mer ken en namen heeft de wetgever reeds een schrede op dezen weg gazet. Evenzeer door het bestraffen van bedrog in hoeveelheid of hoedanigheid van ta koop gestelde waren. Het thans voorgestelde artikel tracht in de nog steeds overgelaten leemte, op het voet spoor van art. 80 van het avant-projet Suisse, te voorzien." CENTRAAL BUREA'U VAN SOCIALE ADVIEZEN. Van dat bureau is het eerste jaarverslag in drnk verschenen. De instelling bevindt zich in een tydpcrk van groei en van het Bureau wordt een drnk gebrnik gemaakt. Tot aan het einde van het vereenigicgsjaar kwamen in 67 aanvragen om adviezeningetrokken werden en onbeantwoord bleven 5; voorloopig afgedaan werden 11. Eén aanvraag werd geweigerd, ter wille der handhaving van de neutraliteit32 werden afgedaan met adviezen; 18 waren nog in behandeling bij hei. eind van het varaeni. gingsjaar. Van de 67 waren 38 van werklieden (of daarmee gelijk te stellen) vereenigingen, 1 van de directies van indnstrieele ondernemingen. By het uitbrengen der adviezen werd meteen hoogst enkele uitzondering vastgehouden aan het denkbeeld, dat hiervoor eenig honorarium moest worden vergoedvoor de 32 definitieve adviezen werd f 566 in rekening gebracht. Ten slotte wordt m het verslag de vrees uitgesproken, dat zonder belangryke vermeer dering van inkomsten het Burean na één of twee jaren, als het batig saldo en het kapitaal zullen zyn verbruikt, zyn werkkring zal moeten in den steek laten. BENOEMDGEA EtfZ. By kon. besluit zyn in de orde van Oranje- Nassau benoemdtot commandeur dr J. W, R. Tilanus, oud-hoogleeraar, voorzitter van de commissie van toezicht en beheer over 'sryks kweekschool voor vroedvrouwen te Amster dam; en tot ridder G. A. Heinze, toonkunste naar te Muidarherg; terwijl dc gouden «ere medaille dier orde toegekend is aan J. P. Kal ff, kamerbewaarder by het dep. van bin- nenlandaobe zaken. De St.-Ct. van beden, no. 230 bevat het kon. besluit van den 19den September 1900, be palende de bekendmaking der verdragen en verklaringen den 29sten Juli 1899 onderteekend op de Internationale Vredesconferentie. Vrydag verleent de minister van koloniën geen audiëntie. Onlangs is in den Duiteehen Reich$° Anzeiger eene verordening, betreffende het vertoonen der vlag door koopvaardyschepen, gepubliceerd, waarin o. a. bepaald is, dat vreemde koopvaardyschepen hun nationale vlag moeten vertoonen, wanneer zy binnen een afstand van drie mijlen van het strand, gere kend by laagwater, Duitsche kustvestingwerken paaseeren van welke de oorlogsvlag waait of binnen déhzelfden afstand van die vesting werken een Duitsoh oorlogsschip ontmoeten, dat de ryksoorlogsvlag voert, alsmede by het binnenloopen in Daitsche havens. (St. Ct.) UIT STAD EN PROVINCIE. H. C. J. D., secretaris en ontvanger der gemeente Schore, die wegens verduistering in het huis van arrest te Middelburg zich vond, is uit de voorloopige hechtenis ontslagen en buiten vervolging gesteld. Heden namiddag werd op het Molenwater en vóór het front van het 2e bataljon alhier, op plechtige wyze de gonden medal je voor 36-jarigen trouwen dienst uitgereikt aan den militairen schryver G. W. Portegies, werkzaam ten bureele van den provincialen adjudant. De luitenant-kolonel Van den Oudendijk Pieterse, onder wiens bevelen de heer Portegïea dient, hechtte, met eene harteiyke toespraak en gelukwenech, het eeremetaal op diens borst. Aan deze medal je is eene gratificatie van f 50 verbonden. Üit Vlissingen. Met ingang van 1 Oct. zy'n bij het Belgisch loodswezen aldaar overgeplaatst, in hun zelfden rang, da loodsleerlingen H. Struokhoff van Vlissingen by dea loodsdiemit te Antwerpen en P. L. Coene van het loodswezen te Ostendo by denzelfden dienst te Vlissingen en benoemd tot loodsleerling te Ostende de matroos van het lichtschip Wielingen J. L. de Bode; tot matroos van het lichtschip Wielingen de sloep roeier van de standplaats Terneuzen E. J. Borgers en in diens plaats te Ternenzen de matroos van den maildienst te Ostende P. F. PoDjaert. In plaats van den heer J. Christiaansen, die zyn ontslag heeft ingediend, is benoemd tot directeur der zangvereeniging te Kon- dekerke de heer J. Vreeken, hoofd der openbare school te Biggekerke. Volgens onzen berichtgever betreuren velen het heengaan van den heer Christiaansen, die1 sedert 1893 directeur der zangvereeniging en sedert de oprichting het hoofd van de muziek- vereeniging als hoedanig deze heer ook bedankt heeft was en steeds geheel belan geloos zyn beste krachten aan beider belangen wydde. Te Goes viel Maandag middag in de 's-Heer Hendrikskinderenstraat een vrouw op een stoep, schoot met haar arm door een rnit in een woonhnis van een schoenmaker en had hevig bloedverlies. De vrouw moest zich dade lijk onder geneeskundige behandeling stellen. Het meisje aldaar, dat zich Zondag voor een week aan het café Tol, onder Kloetinge, met een schommel aan het hoofd deeriyk ver wondde, neemt snel in beterschap toe. De gemeenteraad van Wolfaarts- d y k stelde Maandagmiddag jl.de-begrooting voor 1901 vast tot een bedrag van f 14313.80 in ontvang en in uitgaaf. De hoofdeiybe omslag bedraagt f3700, evenals in 1900, terwyi de opcenten op het personeel onder nadere koninklijke goedkeuring van 35 op 50 zyn gebracht. Medegedeeld werd, dat het raadsbesluit tot verminderde aflossing door Gedeputeerde Staten niet was goedgekeurd. Aan den heer A. Kooiman, onderwyzer aan de school te Ooatkerke, werd eervol ontslag verleend tegen 19 Nov. a., wegens zyne be noeming te Raamadonb. De jaarwedde van den nieuw te benoemen onderwyzer werd nader vastgesteld op f 500 met 2 jaariyksohe verhoogingen van f 25. Ten slotte werd een verzoek behandeld van de bewoners der Lepelstraat, om van gemeente wege een achterweg aan te leggen over een perceel grond, dat naar hunne meening volgens verkoopakte door den eigenaar moet worden afgestaan. Aangezien echter de bedoelde akte, als die bestaat, nog niet ter beschikking was, werd besloten een nader onderzoek in te stellen en de zaak tot eene volgende vergadering aan te houden. Toen Maandag voormiddag, de te Axel gevestigde dokter Offringa van Westdorpe kwam gereden, viel zyn paard b9 het uitste ken voor een aan den Zwarten Hoek staande kar, waardoor de heer O. nit het rytnig werd geslingerd, doch met het onderiyf op de garde boue hangen bleef, waardoor eene vry ernstige verwonding ontstond. Nadat de beer O. naar zyne woning was gebracht, werd hem door zyn collega Ittmann de noodige hnlp verleend. Zondagmiddag zoo eehryft men ons kou men in den zoogenaamden Waterhoek, nabg Sluis, ecu viertal atroopera, van wie twee voorzien van geweren, gedurende eenige nren ongestoord het jachtvermaak zien nitoe- saen. Twee zakken, gevuld met bazen, werden mede genomen door de jachtliefhebbers, vermoede lijk Belgen, die met de baste indrukken van de lankmoedigheid der Nederlandsche politie beambten naar hun land terugkeerden, en zeker niet zullen verzuimen om nu en dan een dergelijk bezoek te herhalen. Het is daar dan ook een paradijs voor «troopers. Mr JOHAN VAN DER LEK DE CLERCQ. Na de opening van de heden ochtend ge- honden openbare terechtzitting der arrondis- sements-reehtbank alhier nam de voorzitter, de heer mr P. J. Callenfels, het woord om de nagedachtenis te huldigen van wyien mr Johan van der Lek de Clercq, in leven vice-president van genoemde rechtbank. Hij zeide het volgende: „Onder den diepen indruk van bet nog zoo onlangs door deze rechtbank en door de ma gistratuur in Nederland plotseling geleden ver lies, mag en wil ik niet nalaten op de eerste openbare terechtzitting na dit droevig voorval van deze plaats een kort woord te spreken, omdat ik daaraan behoefte gevoel. Ik zeg van deze plaats omdat zy van het jaar 1887 op zoo waardige wyze is bezet geweest door hem, aan wiens nagedachtenis helaasik een woord moet wyden. En wanneer ik sprak van een kort woord, dan is het niet omdat aan die nagedachtenis niet vele woorden toekomen, maar èn omdat het niet in de eerste plaats aan mij is de ver- diennten van den overleden vice-president dezer rechtbank, buide toebrengende, te herdenken, èn omdat de zaak, die de strafkamer heden te behandelen heeft, buitengewoon veel tyd zal vorderen. Gedurende de ruim 13 jaren, dat mr. Van der Lek de Clercq het voorzitterschap der strafkamer heeft bekleed, zeg niet ik alléén, maar zegt ons gansohe ooilege (ja ik durf nit haar naam spreken), heeft hy het praesidinm waargenomen en uitgeoefend op een uitate- kende, meesteriyke, ik zou byna zeggen, op een onverbeteriyke wyze. Toegerust met een helder verstand en een schrandere opmerkingsgave, heeft hy tevens steeds biyken gegeven van de zaken, aan zyn onderzoek toevertrouwd, grondig eu aller nauw keurigst te hebben be zien en doorzien, terwyi scherpzinnigheid en ernst ziob paarden aan degeiykheid by de behandeling. Getuige daar van nog de laatste door hem in Jnni jl. ge presideerde, zoo belangryke en moeiiyke als omvangrike en afschuwelijke strafzaak, die ons een drietal dagen heeft bezig gebonden en waarby zoowel tact als waardigheid, gevoel ala medeiyden uitblonken en alles tot zyn recht werd gebracht. Geen enkel punt, ook in die zaak, ontging hem om te trachten tot de waarheid te komen en die zoo mogeiyk helder aan het licht te brengen. Eu niet minder kenmerkten zich zyn kunde en de gemelde voortreffeiyke eigenschappen, toen hy ook vroeger beurtelings deel uit maakte van de burgeriyke kamer en als hy die later, by uitzondering, presideerde. En mocht hy als voorzitter altijd de waardigheid van de magistratuur en van zyn college op humane wyze weten te bewaren, steeds wist hy op diezelfde wyze de rechten der verdediging te eerbiedigen, zoowel tegenover de balie als tegenover de beklaagden zelven. me vice-president is niet meer 1 Zjjn ge mis zal worden gevoeld, ook al is zyne plaats vervuld. Dit fcrooete ons, dat, menacheiyker w|jze gesproken, hy voor zich zelve en de zynen, voor later te ondervinden smart en leed is gespaard gebleven. Moge noch de magistratuur uoeh deze recht bank vergeten de voortreffeiyke wyze, waarop mr Van der Lak de Clercq zyn betrekking ala vice-pretideut heeft uitgeoefend, en zyne verdiensten als zoodanig biyven waardeeren na zyn afsterven, want daarop toch heeft hy ten volle aanspraak en hiervan ben ik over tuigd d e z e rechtbank althans zal dit doen. Ik moet eindigen. Alléén nog dit. In mr Van der Lek de Clercq verliest ook de maatsohappy een hnmaan en rechtschapen menech." De ambtenaar van het openbaar ministerie, de heer mr J. K. H. Turk, substituut-officier van justitie, zeide daarop het volgende „Geheel en al instemmende met de woorden door den president gesproken, zy het my ver gund de rechtbank deelneming te betuigen in het door haar geleden verlies door het af sterven van haren vice-president. Zyn groote rechtskennis, zyn helder oordeel en zyn aangename omgang zullen by my en by het parket steeds in aangename herinne ring biyven. Ia zyn afsterven voor zyne weduwe en zyn kind een treffend verlies, het vaderland derft in hem een der meest verdiensteiyke leden der recbteriyke macht." De heer mr Dieleman bracht daarop namens de balie eene eerbiedige hulde aan de nage dachtenis van den overleden vice-president en sprak het diep leedwezen der balie nit over zyn spoedig verscheiden. Da overledene stond by de balie steeds in hooge achting om zyn humanen omgang en de scherpe opmerkingsgave, die hy by verschillende bangryke zaken toonde. Namens de balie dnrft spreker de verzeke ring geven dat zyn nagedaohtenis steeds in dankbare herinnering zal biyven. Heden middag werd het Bjk van uit het sterfhuis naar deZeenwache spoorboot vervoerd. Te kwart over eenen ongeveer verliet de korte, doch indrnkwekkende stoet het huis Vijvervreugd. Een viertal fraaie kransen, op de linten van een welker te lezen stondRechtbank te Mid delburgharen onver geleilijken vice-president dekten de ïykkist. By de boot waren aanwezig, om den lykstoet te ontvangen, leden der rechtbank, de president behoorde tot hen, die het lyk van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1900 | | pagina 1