MIDDELBIRGSCHË COURANT.
N°. 233.
143° Jaargang.
1900.
Woensdag
3 October.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k a, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2,-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 2 Oet. 8 a. vm. 56 gr. 12 u. 63 gr.
av.4n.63gr,F.Verw.z.t.m.Z.W.wiudbetr.welnigv.v.t.
Agenten.
Te VlissingenC. N. J. di Vh Mzstdash j ts
Goes: A. C. Boluti, firma Wed. di Jonen.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reolames, niet afkomstig uit Z e e I a a d, betreffende
Handel, NRverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau
A. DE LA MAR Azn* N.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam.
Middelburg 2 October.
BERNARD VAN SAKSEN WEIMAR
EN DE TROONOPVOLGING IN
NEDERLAND.
Het Weimarsobe hof is de laatste jaren
wel zwaar getroffen. Nog geen zes jaar ge.
leden overleed de erfgroothertogtwee oneen
half jaar later gevolgd door diens moeder, de
groothertogin. Sn nu is ook de tweede zoon
van den overleden erfgroothertog dood.
De prins, die door zijn grootmoeder aan ons
vorstenhuis verwant wat, overleed aan een
longontsteking.
De opvolging in de lijn van den tegenwoor-
digen groothertog Carl August kan dui alleen
verzekerd worden door den 24jarigen erfgroot
hertog Wilhelm Ernst.
De vraag of deze prima ongehuwd bljjft, io
Nederland niet onverschillig. Bij een kinder
loos overlfiden van onze koningin komt de
kroon der Nederlanden aan het huis Weimar,
en wel aan prins Wilhelm Ernst, die dan
tusichen Nederland en Weimar zou moeten
kiezen.
Zoolang deze prins geen vader van twee
kinderen was, moest de nu overleden prins
dus als de naaste erfgenaam van den Neder-
landichen troon worden beschouwd.
Hij droeg niet den titel van Prins van
Oranje en genoot niet de reehten, aan dien
titel verbonden, omdat art. 29 der Grondwet
dezen titel alleen toekent aan den oudsten van
'skonings zonen of verdere mannelijke nako
melingen, die de vermoedelijke erfgenaam is
van de kroon, aan welke voorwaarden deze
prins niet voldeed.
Zoolang nn de tegenwoordige staat van
erfgroothertog Wilhelm Ernst dnnrt, is niet
hg als de naaste erfgenaam van den troon te
beschouwen, maas wel de oudst® dochter zijner
grootmoeder nl. prinses Marie, gehuwd met
prins Heinrieh VII van Beuss.
Haar aanspraken komen echter tovervallen,
soodra Wilhelm Ernst een kind of kleinkind
krijgt, dat niet tot de opvolging in Weimar
is geroepen.
Wat Weimar zelf betreft, ingeval van kin
derloos overlRden van dezen prins, vervalt de
kroon aan den tak van hertog Bernard, in
leven generaal in Nederlandaohen dienst en
legercommandant in Indië. Diens ondste zoon,
generaal in Engelschen dienst, sloot daar te
lande een morganatisch huwelijk, terwijl de
tweede zoon een prinses van Wurtemburg
huwde en in dienst van dat land trad.
EVENREDIGE VERTEGENWOORDIGING,
In het jongste nommer van De CHds komt
van prof. W. L. P. A. Molengraaf! een artikel
voor onder den titel Een juiste leuze waarin
hg de evenredige vertegenwoordiging be
spreekt, en voornameiyk b et stslsel, dat sedert
een paar maanden in België is ingevoerd.
De schrijver begint zyn stak met een her
innering aan de meer gemaakte opmerking,
dat het conservatisme soms bevorderlijk is
aan het tot stand komen van radicale maat
regelen, omdat het tegenhouden van beschei
den hervormingen de noodzakelijkheid van
meer ingrijpende wijzigingen kBn doen ge
voelen. Een bawys voor deze stelling vindt
prof. Molengraaf! in het verloop van de kies-
reohtqnaestie ten onzent: het verwerpen van
het ontwerp-Tak en de beperkte uitbreiding
het knutselwerk" van 1896, veroorzaken
thans een nieawe kieewetbeweging, en eene
gericht tegen de Grondwet, voor zoover zij
algemeen kiesrecht in den weg staat.
De schryver vraagt zich dan af, of het yve
ten voor iets zoo belangryks als het wgzigen
va.i onze grondwet gerechtvaardigd ie, door
hetg^n met die wyziging te bereiken valt.
En dan antwoordt hij neen, wanneer daarmee
wordt bereikt een zoo gebrekkig doel als uit
breiding vans kiesrecht, waar by de meerderheid
eenvoudig bevist. Wel, wanneer met de uit
breiding van fret aantal kiezers ook tegeiyk
evenredige vertegenwoordiging wordt inge
voerd; eóo alleen kan men werkelijk een
volksvertegenwoordiging krjjgen,
een college, dat de wenscben en denkbeelden
van het volk omtrent het staatsbestel weergeeft.
Prof. Molengraaf! gaat dan na dat het stel
sel thans is toegepast in vyt Zwitsersche kan
tons, in een waarvan, in Tessino, het een einde
maakte aan een burgeroorlog en in België.
De schryver geeft dan een uitvoerige uiteen
setting van het Belgische stelsel, dat onzen
lezers bekend is. Hy komt tot de slotsom
dat grondwetsherziening om te
komen tot algemeen kiesrecht,
met evenredigevertegenwoord*
ging de lens moet zyn van hen, die by de
verkiezingen van het volgend jaar het kies
recht weer aan de orde wenaohen te stellen.
„Nu in een vyftal ZwHserache kantons en
in België met goeden uitslag het stelsel der
evenredige vertegenwoordiging is toegepast,
heeft de tegenwerping, dat het beginsel wel
fraai is in theorie, maar niet vatbaar voor
practisehe toepassing, haar kracht geheel ver
loren. Zoowel de in Zwitserland als de in
België aangenomen regeling is gebleken bruik
baar te zyn en bevredigende resultaten op te
leveren. Men zal dan ook ten onzent verstan
dig doen, hetzij het eene, hetzij het andere
voorbeeld te volgen en niet naar de beste en
theoretisch meest volmaakte toepassing te
biyven zoeken, anders zon ook hier weer het
beste kunnen blijken de vyand te wezen van
bet goede. Daarvoor bestaat wel eenige vrees
omdat men uit de stapels papier, die de han
delingen van deStaten-Generaalmetdedaarby
behoorende byisgen uitmaken, den indruk ver
krijgt, alsof somtyds voor onze wetgevende
lichamen het video meliora proboque, deteriora
sequortot richtsnoer dient. Een bruikbaar
niet een volmaakt stelsel van evenredige ver
tegenwoordiging, is de eisch eener practiaebe
politiek".
TEGEN FLESSCHENTREKKERS.
Ia den titel „Bedrog" van het wetboek
van strafrecht stelt de minister van justitie
voor art. 326 (oplichting) te lezen als
volgt
„Hy, die, met het oogmerk om zich of een
ander wederrechteiyk te bevoordeelen, opzet
telijk hetzy door het aannemen van een val-
sehen naam ot eene valsehe hoedanigheid,
hetzy door het verzwygen van een
waren naam of eene ware hoeda
nigheid, hetzy door het wekken
van het vermoeden eener niet be
staande kredietwaardigheid, hetzg
door listige kunstgrepen, hetzy door een
samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt
tot de afgifte van eenig goed of het aangaan
van een schuld of het te-niet doen van een
insohnld, wordt, als schuldig aan oplichting,
gestraft; met gevangenisstraf van ten hoogste
drie jaren."
Da gespatieerde woorden zyn in het
oorspronkelijk artikel bygevoegd.
Tot toelichting zegt de minister
„Herhaaldeiyk komt het voor, dat, ook
zonder gebruikmaking van een der middelen
in art. 326 genoemd, iemand wordt bewogen
tot de afgifte van eenig goed, hetzy koop
waar of geld, op eene wy'ze, die ook den
normaal nadenkenden mensch daartoe leidt.
Da gevallen van zoogenaamde flessehentrek-
kery, die buiten het bereik van dit artikel
vallen, zyn vele.
Daaraan zoo mogeiyk paal en perk te
stellen zou een weldaad voor den handel zyn.
Afioende voorziening tegen benadeeling door
flessohentrekkera is niet mogelijk, omdat de
wet niet bare bescherming ook tot roekeloo-
zen en zorgeloozen mag uitstrekken. Doch
meermalen wordt tot handelsoperatiën overge
gaan, die in de gegeven omstandigheden niet
lichtvaardig mogen heetan, maar toch door da
niet kredietwaardigheid van eene der partyen
tot schade voor de andere uitloopen.
Indien de eerstbedoelde party die opera
ties heeft uitgelokt, niet door een der in het
tegenwoordige art. 326 genoemde middelen,
maar óf door het verzwRgen van een waren
naam of een ware hoedanigheid, óf door het
vermoeden te wekken op andere wyze van
eene kredietwaardigheid, die niet bestaat, be
hoort zy toch strafbaar te zyn.
Een nader onderzoek naar iemands solidi
teit en gegoedheid is in den handel niet altijd
mogelijkalleen op het daardoor gevorderd
tydsverloop zouden menigmaal voordeelige
handelsovereenkomsten moeten afstuiten.
Daarom is het wouschelgk dat d@ strafwetgever
den handel meer dan tot dusver tracht te be
schermen tegen schade, die zoogenaamde fles-
sehentrekkers plegen toe te brengen.
Ook zonder een vaÏBehen naam op te geven
worden meermalen bestellingen gedaan met
verzwyging van den waren naam, die - werd
hy genoemd voldoende zon zgn om den
leverancier op zyn hoede te doen wezen. Door
daarby als plaats van levering te noemen bgv.
de woning van een volkomen solied persoon
wat nog geen „samenweefsel van verdichtsels"
oplevert beweegt de onbekende meermalen
zyn slachtoffer tot afgifte van goederen, welke
de dader dan wel door slinkBche middelen, die
nog niet altijd „listige kunstgrepen" behoeven
te zijn, in zyn bereik weet te krygen.",
ONEERLIJKE CONCURRENTIE.
Als nienw artikel wordt in den titel
„Bedrog" achter artikel 326 (0 p 1 i c h-
ting) het volgende voorgesteld:
„Hg, die om zyn handelsdebiet te vestigen,
te behouden of uit te breiden, opzettelijke
bedriegeiyke handelingen pleegt tot misleiding
van het publiek of van zyn klanten, wordt,
als schuldig aan oneeriyke concurrentie, ge;
straft met gevangenisstraf van ten hoogste
een jaar of geldboete van ten hoogste negen
honderd gulden."
Ter toelichting zegt de minister van justitie
„Het etelsel van vrije concurrentie erkent
ieders recht om, behoudens gelijk recht van
anderen, te arbeiden en handel te dry ven op
de wyze, die met zyn persooniyke gaven en
inzichten het best overeenkomt. Het stelsel
onderstelt waarheid en goede trouw. Oneer
iyke concurrentie ie een aanranding van het
recht der persooniykheid, om in eeriyken
wedkamp zich naar eigen vermogen te doen
gelden. Bestryding der oneerlijke concurren
tie is een behoefte, door het vrije railverkeer
ontstaan en hoe langer zoo meer op den
voorgrond getreden. Voor ingi-ypen van den
■trafreohter bestaat te meer grond, waar niet,
zooals bijv. in Frankryk, de jurio-prndentie
door een ruimere interpretatie van het begrip
van onrechtmatige daad andere wapens in de
hand geeft. Door de bescherming van mer
ken en namen heeft de wetgever reeds een
schrede op dezen weg gazet. Evenzeer door
het bestraffen van bedrog in hoeveelheid of
hoedanigheid van ta koop gestelde waren.
Het thans voorgestelde artikel tracht in de
nog steeds overgelaten leemte, op het voet
spoor van art. 80 van het avant-projet Suisse,
te voorzien."
CENTRAAL BUREA'U VAN SOCIALE
ADVIEZEN.
Van dat bureau is het eerste jaarverslag in
drnk verschenen. De instelling bevindt zich
in een tydpcrk van groei en van het Bureau
wordt een drnk gebrnik gemaakt. Tot aan het
einde van het vereenigicgsjaar kwamen in 67
aanvragen om adviezeningetrokken werden
en onbeantwoord bleven 5; voorloopig afgedaan
werden 11. Eén aanvraag werd geweigerd, ter
wille der handhaving van de neutraliteit32
werden afgedaan met adviezen; 18 waren nog
in behandeling bij hei. eind van het varaeni.
gingsjaar. Van de 67 waren 38 van werklieden
(of daarmee gelijk te stellen) vereenigingen, 1
van de directies van indnstrieele ondernemingen.
By het uitbrengen der adviezen werd meteen
hoogst enkele uitzondering vastgehouden aan
het denkbeeld, dat hiervoor eenig honorarium
moest worden vergoedvoor de 32 definitieve
adviezen werd f 566 in rekening gebracht.
Ten slotte wordt m het verslag de vrees
uitgesproken, dat zonder belangryke vermeer
dering van inkomsten het Burean na één of
twee jaren, als het batig saldo en het kapitaal
zullen zyn verbruikt, zyn werkkring zal moeten
in den steek laten.
BENOEMDGEA EtfZ.
By kon. besluit zyn in de orde van Oranje-
Nassau benoemdtot commandeur dr J. W,
R. Tilanus, oud-hoogleeraar, voorzitter van de
commissie van toezicht en beheer over 'sryks
kweekschool voor vroedvrouwen te Amster
dam; en tot ridder G. A. Heinze, toonkunste
naar te Muidarherg; terwijl dc gouden «ere
medaille dier orde toegekend is aan J. P.
Kal ff, kamerbewaarder by het dep. van bin-
nenlandaobe zaken.
De St.-Ct. van beden, no. 230 bevat het kon.
besluit van den 19den September 1900, be
palende de bekendmaking der verdragen en
verklaringen den 29sten Juli 1899 onderteekend
op de Internationale Vredesconferentie.
Vrydag verleent de minister van koloniën
geen audiëntie.
Onlangs is in den Duiteehen Reich$°
Anzeiger eene verordening, betreffende het
vertoonen der vlag door koopvaardyschepen,
gepubliceerd, waarin o. a. bepaald is, dat
vreemde koopvaardyschepen hun nationale
vlag moeten vertoonen, wanneer zy binnen een
afstand van drie mijlen van het strand, gere
kend by laagwater, Duitsche kustvestingwerken
paaseeren van welke de oorlogsvlag waait of
binnen déhzelfden afstand van die vesting
werken een Duitsoh oorlogsschip ontmoeten,
dat de ryksoorlogsvlag voert, alsmede by het
binnenloopen in Daitsche havens. (St. Ct.)
UIT STAD EN PROVINCIE.
H. C. J. D., secretaris en ontvanger der
gemeente Schore, die wegens verduistering
in het huis van arrest te Middelburg zich
vond, is uit de voorloopige hechtenis ontslagen
en buiten vervolging gesteld.
Heden namiddag werd op het Molenwater
en vóór het front van het 2e bataljon alhier,
op plechtige wyze de gonden medal je voor
36-jarigen trouwen dienst uitgereikt aan den
militairen schryver G. W. Portegies, werkzaam
ten bureele van den provincialen adjudant.
De luitenant-kolonel Van den Oudendijk
Pieterse, onder wiens bevelen de heer Portegïea
dient, hechtte, met eene harteiyke toespraak
en gelukwenech, het eeremetaal op diens borst.
Aan deze medal je is eene gratificatie van
f 50 verbonden.
Üit Vlissingen.
Met ingang van 1 Oct. zy'n bij het Belgisch
loodswezen aldaar overgeplaatst, in hun zelfden
rang, da loodsleerlingen H. Struokhoff van
Vlissingen by dea loodsdiemit te Antwerpen
en P. L. Coene van het loodswezen te Ostendo
by denzelfden dienst te Vlissingen en benoemd
tot loodsleerling te Ostende de matroos van
het lichtschip Wielingen J. L. de Bode; tot
matroos van het lichtschip Wielingen de sloep
roeier van de standplaats Terneuzen E. J.
Borgers en in diens plaats te Ternenzen de
matroos van den maildienst te Ostende P. F.
PoDjaert.
In plaats van den heer J. Christiaansen,
die zyn ontslag heeft ingediend, is benoemd
tot directeur der zangvereeniging te Kon-
dekerke de heer J. Vreeken, hoofd der
openbare school te Biggekerke.
Volgens onzen berichtgever betreuren velen
het heengaan van den heer Christiaansen, die1
sedert 1893 directeur der zangvereeniging en
sedert de oprichting het hoofd van de muziek-
vereeniging als hoedanig deze heer ook
bedankt heeft was en steeds geheel belan
geloos zyn beste krachten aan beider belangen
wydde.
Te Goes viel Maandag middag in de
's-Heer Hendrikskinderenstraat een vrouw op
een stoep, schoot met haar arm door een rnit
in een woonhnis van een schoenmaker en had
hevig bloedverlies. De vrouw moest zich dade
lijk onder geneeskundige behandeling stellen.
Het meisje aldaar, dat zich Zondag voor een
week aan het café Tol, onder Kloetinge, met
een schommel aan het hoofd deeriyk ver
wondde, neemt snel in beterschap toe.
De gemeenteraad van Wolfaarts-
d y k stelde Maandagmiddag jl.de-begrooting
voor 1901 vast tot een bedrag van f 14313.80
in ontvang en in uitgaaf. De hoofdeiybe
omslag bedraagt f3700, evenals in 1900, terwyi
de opcenten op het personeel onder nadere
koninklijke goedkeuring van 35 op 50 zyn
gebracht.
Medegedeeld werd, dat het raadsbesluit tot
verminderde aflossing door Gedeputeerde Staten
niet was goedgekeurd.
Aan den heer A. Kooiman, onderwyzer aan
de school te Ooatkerke, werd eervol ontslag
verleend tegen 19 Nov. a., wegens zyne be
noeming te Raamadonb. De jaarwedde van
den nieuw te benoemen onderwyzer werd
nader vastgesteld op f 500 met 2 jaariyksohe
verhoogingen van f 25.
Ten slotte werd een verzoek behandeld van
de bewoners der Lepelstraat, om van gemeente
wege een achterweg aan te leggen over een
perceel grond, dat naar hunne meening volgens
verkoopakte door den eigenaar moet worden
afgestaan. Aangezien echter de bedoelde akte,
als die bestaat, nog niet ter beschikking was,
werd besloten een nader onderzoek in te stellen
en de zaak tot eene volgende vergadering aan
te houden.
Toen Maandag voormiddag, de te Axel
gevestigde dokter Offringa van Westdorpe
kwam gereden, viel zyn paard b9 het uitste
ken voor een aan den Zwarten Hoek staande
kar, waardoor de heer O. nit het rytnig werd
geslingerd, doch met het onderiyf op de
garde boue hangen bleef, waardoor eene vry
ernstige verwonding ontstond.
Nadat de beer O. naar zyne woning was
gebracht, werd hem door zyn collega Ittmann
de noodige hnlp verleend.
Zondagmiddag zoo eehryft men ons
kou men in den zoogenaamden Waterhoek,
nabg Sluis, ecu viertal atroopera, van wie
twee voorzien van geweren, gedurende eenige
nren ongestoord het jachtvermaak zien nitoe-
saen.
Twee zakken, gevuld met bazen, werden mede
genomen door de jachtliefhebbers, vermoede
lijk Belgen, die met de baste indrukken van
de lankmoedigheid der Nederlandsche politie
beambten naar hun land terugkeerden, en
zeker niet zullen verzuimen om nu en dan
een dergelijk bezoek te herhalen.
Het is daar dan ook een paradijs voor
«troopers.
Mr JOHAN VAN DER LEK DE CLERCQ.
Na de opening van de heden ochtend ge-
honden openbare terechtzitting der arrondis-
sements-reehtbank alhier nam de voorzitter,
de heer mr P. J. Callenfels, het woord om de
nagedachtenis te huldigen van wyien mr Johan
van der Lek de Clercq, in leven vice-president
van genoemde rechtbank.
Hij zeide het volgende:
„Onder den diepen indruk van bet nog zoo
onlangs door deze rechtbank en door de ma
gistratuur in Nederland plotseling geleden ver
lies, mag en wil ik niet nalaten op de eerste
openbare terechtzitting na dit droevig voorval
van deze plaats een kort woord te spreken,
omdat ik daaraan behoefte gevoel. Ik zeg
van deze plaats omdat zy van het jaar 1887
op zoo waardige wyze is bezet geweest door
hem, aan wiens nagedachtenis helaasik een
woord moet wyden.
En wanneer ik sprak van een kort woord,
dan is het niet omdat aan die nagedachtenis
niet vele woorden toekomen, maar èn omdat
het niet in de eerste plaats aan mij is de ver-
diennten van den overleden vice-president dezer
rechtbank, buide toebrengende, te herdenken,
èn omdat de zaak, die de strafkamer heden
te behandelen heeft, buitengewoon veel tyd
zal vorderen.
Gedurende de ruim 13 jaren, dat mr. Van
der Lek de Clercq het voorzitterschap der
strafkamer heeft bekleed, zeg niet ik alléén,
maar zegt ons gansohe ooilege (ja ik durf nit
haar naam spreken), heeft hy het praesidinm
waargenomen en uitgeoefend op een uitate-
kende, meesteriyke, ik zou byna zeggen, op
een onverbeteriyke wyze.
Toegerust met een helder verstand en een
schrandere opmerkingsgave, heeft hy tevens
steeds biyken gegeven van de zaken, aan zyn
onderzoek toevertrouwd, grondig eu aller nauw
keurigst te hebben be zien en doorzien, terwyi
scherpzinnigheid en ernst ziob paarden aan
degeiykheid by de behandeling. Getuige daar
van nog de laatste door hem in Jnni jl. ge
presideerde, zoo belangryke en moeiiyke als
omvangrike en afschuwelijke strafzaak, die
ons een drietal dagen heeft bezig gebonden
en waarby zoowel tact als waardigheid, gevoel
ala medeiyden uitblonken en alles tot zyn
recht werd gebracht. Geen enkel punt, ook
in die zaak, ontging hem om te trachten tot
de waarheid te komen en die zoo mogeiyk
helder aan het licht te brengen.
Eu niet minder kenmerkten zich zyn kunde
en de gemelde voortreffeiyke eigenschappen,
toen hy ook vroeger beurtelings deel uit
maakte van de burgeriyke kamer en als hy
die later, by uitzondering, presideerde. En
mocht hy als voorzitter altijd de waardigheid
van de magistratuur en van zyn college op
humane wyze weten te bewaren, steeds wist hy
op diezelfde wyze de rechten der verdediging
te eerbiedigen, zoowel tegenover de balie als
tegenover de beklaagden zelven.
me vice-president is niet meer 1 Zjjn ge
mis zal worden gevoeld, ook al is zyne plaats
vervuld. Dit fcrooete ons, dat, menacheiyker
w|jze gesproken, hy voor zich zelve en de
zynen, voor later te ondervinden smart en leed
is gespaard gebleven.
Moge noch de magistratuur uoeh deze recht
bank vergeten de voortreffeiyke wyze, waarop
mr Van der Lak de Clercq zyn betrekking
ala vice-pretideut heeft uitgeoefend, en zyne
verdiensten als zoodanig biyven waardeeren
na zyn afsterven, want daarop toch heeft hy
ten volle aanspraak en hiervan ben ik over
tuigd d e z e rechtbank althans zal dit
doen.
Ik moet eindigen. Alléén nog dit. In
mr Van der Lek de Clercq verliest ook de
maatsohappy een hnmaan en rechtschapen
menech."
De ambtenaar van het openbaar ministerie,
de heer mr J. K. H. Turk, substituut-officier
van justitie, zeide daarop het volgende
„Geheel en al instemmende met de woorden
door den president gesproken, zy het my ver
gund de rechtbank deelneming te betuigen in
het door haar geleden verlies door het af
sterven van haren vice-president.
Zyn groote rechtskennis, zyn helder oordeel
en zyn aangename omgang zullen by my en
by het parket steeds in aangename herinne
ring biyven.
Ia zyn afsterven voor zyne weduwe en zyn
kind een treffend verlies, het vaderland derft
in hem een der meest verdiensteiyke leden
der recbteriyke macht."
De heer mr Dieleman bracht daarop namens
de balie eene eerbiedige hulde aan de nage
dachtenis van den overleden vice-president en
sprak het diep leedwezen der balie nit over
zyn spoedig verscheiden.
Da overledene stond by de balie steeds in
hooge achting om zyn humanen omgang en de
scherpe opmerkingsgave, die hy by verschillende
bangryke zaken toonde.
Namens de balie dnrft spreker de verzeke
ring geven dat zyn nagedaohtenis steeds in
dankbare herinnering zal biyven.
Heden middag werd het Bjk van uit het
sterfhuis naar deZeenwache spoorboot vervoerd.
Te kwart over eenen ongeveer verliet de
korte, doch indrnkwekkende stoet het huis
Vijvervreugd.
Een viertal fraaie kransen, op de linten van
een welker te lezen stondRechtbank te Mid
delburgharen onver geleilijken vice-president
dekten de ïykkist.
By de boot waren aanwezig, om den lykstoet
te ontvangen, leden der rechtbank, de
president behoorde tot hen, die het lyk van