lUvle Coral
FEUILLETON.
BIJVOEGSEL
van de
van
Maandag 27 Augustus 1900, no 201»
Hoenders.
IV.
De •wanden, het plafond en de vloer van
een hoenderhok moeten van tyd tot tijd schoon
gemaakt, de wanden en het plafond met cement,
saus of witkalk bestreken, de vloer goed
geschrobd worden.
Groote reinheid is een eerste vereiechte om
de hoenders gezond te hondendaarom moet
de meat zoo al niet om de week, dan toch om
de veertien dagen verwijderd worden; zoodra
deze verwijderd is, bestrooit men den vloer
met een laagje tarfstrooisel, of, indien men
dat niet by de band heeft, met een dan laagje
zand.
De roeatatokken dienen eene breedte te
hebben van 5 d 6 centimetere; aan de boven
zode moeten de hoeken afgerond zijn; zij
liggen loa op de beide zijstukken, die tegen
de zijwanden bevestigd zyn, opdat ze bjj het
schoonmaken van het hok kannen weggeno
men wordenvan onder blijven zij vierkant,
opdat zjj in de zjjetakken goed vast liggen.
Hebben de roeststokken eene lengte van 2
of meer M, dan dienen zy in het midden on
dersteund te worden door een schraag je, dat
by het echoonmsken eveneens kan verwijderd
worden.
De afstand der roeststokken zij 40 centi
meter van elkander en 30 centimeter van
den maar; om gemakkelijk te zitten, moet
men aan de geheele roest geene te groote
helling geven en voor elke kip eene breedte
laten van 15 d 20 centimeter.
Tegenover de roest heeft men de bakken
voor de nesten, ongeveer 25 centimeter hoog
en breed, waarin men een weinig hooi legt.
Men kan twee rjjen bakken boven elkander
hebben, mite men zorge, dat het deksel der
onderste bakken eenigszins voornitateekt en
de kip gelegenheid geeft, daarop te springen,
om haar ei in een bak der 2e verdieping te
leggen.
Voor het in- en uitgaan der hoenders heeft
men in den muur of in de deur openingen van
1820 oM breed en 25 cM hoog, welke ge
sloten worden door een achnif van zink of
door een bonten sehnif, die met zink bekleed is.
Ligt de hofstede eenigazins afgelegen en ia
men bevreesd voor nachtelijke bezoekers van
het hoenderhok, dan moet men zorgen voor
goede sluitingen aan de dear en aan de
schuiven; ook dient men dan achter de glazen
vensters een paar yzeren tralies in den muur
te bevestigen, die de opening zoodanig ver
kleinen, dat een menseh daardoor niet kan
binnendringen.
Staat het hoenderhok tegen een ander ge
bouw, dan dient het op de znid- of zuid-
westzijde daarvan te staan, nooit op den
noordkant.
Staat het hoenderhok in eene schaar, of in
een stal, wat voor de warmte wel is aan te
bevelen, dan moet het daarvan volkomen ge
scheiden zijn door een muur en ook gedekt
worden door een plafond.
Eene voldoende luehtverversehing ia voor
de gezondheid der hoenders zeer gewenscht,
van daar dat het plaatsen van een ventilator
alle aanbeveling verdient.
De grootte van het hok hangt natuurlijk
af van het aantal hoenders, dat men wil
houden; men bedenke daarbij, dat te weinig
ruimte spoedig schaadt, fe groote ruimte, by
eene overigens goede inrichting, nooit.
Naast een goed naehtverbiyf, beeft het hoen
behoefte aan eene onafgebroken goede voeding.
Wanneer een hoen den vrfjen loop heeft,
gebruikt het niet alleen allerlei zaden, zoowel
die welke ryk aan olie en aan meel zijn, maar
ook de malsohe gedeelten van planten en
bovendien wormen, insecten en hunne larven,
rupaen en poppen en daarbij nog kleine kalk
en kiezelsteentjes.
Wanneer wij dus de hoenders moeten be
palen tot een meer beperkten loop, dan moei
er gezorgd worden, dat de dieren daar alles
vinden, wat zy voor eene gezonde voeding
noodig hebben.
Het voederen met meel en olieryke zaden
zoude voornameiyk werken op vetvorming en
dus mettertijd eene verstopping kannen ten
gevolge hebben; het tegendeel zoude het
gevolg zgn van uitsluitend dieriyk voedsel;
groenten alleen bevatten te weinig voedings
stoffen om de hoenders sterk en gezond te
doen biyven, waarnit dan volgt dat voor de
doelmatige voeding van hoenders zaden, groen
ten en dieriyk voedsel elkander moeten
aanvullen.
Met een bepaald doel, bijv. om de boenders
te mesten, mag men voor korten tyd van dezen
algemeetien maatregel afwijken, maar overigens
moet hy tronw worden opgevolgd.
Hierby doet zich nn de vraag voor, in
welke verhouding zaden, groenvoer en dieriyk
voedsel met elkander moeten vereenigd worden
en daarop is maar moeiiyk een afdoend
antwoord te geven.
Wanneer eenige boenders bezig zjjn met bet
oppikken van de mooiste tarwe-, gerste- of
maïskorrels en men werpt hun eenige wormen
of wat vleesch toe, hals over kop zullen zg
op bet dieriyk voedsel toesnellen en naar het
graan niet terugkeeren vóór het dieriyk voed
sel ie opgepikt.
Heeft men hoenders eonigen t§d opgesloten
en geeft men ze daarna den vryen loop, dan
zullen zg zich vergasten aan alle groene
planten, die zij ontmoeten, en een terrein, met
gras of jonge klaver bezet, als he6 ware
afweiden*
Men zonde dus aan het hoen graan, graan-
voer en dieriyk voedsel nagenoeg in geiyke
hoeveelheden kunnen toedienen, indien men
niet te letten had op twee omstandigheden,
die, ten minste voor zekeren tyd, daarin ver
andering bresgen:
lo. dat da omaak van vleesch en eieren
gedeeltelijk afhangt van den aard van het
voedsel, dat de kippen gebruiken, en
2o. dat men het geheele jaar niet over
eene voldoende hoeveelheid groenvoer en
dieriyk voedsel beschikken kan.
Verder heeft de ondervinding geleerd, dat
het vleesch en de eieren van die hoenders
het lekkerst smaken, welke uitsluitend met
meelspyzen gevoed zyn.
Tengevolge van deze overwegingen gat de
overste Sabel, dien wy beschouwen als een
veilige gids voor de hoenderfokkerij, de vol
gende algemeene regels:
lo. De hoenders die een vryen loop hebben,
zooals dat op onze hofsteden gewooniyk het
geval is, moeten uitsluitend gevoed worden
met graan.
2o. Hoenders, die in rennen gehouden wor
den, voede men
a wanneer eierproduotie voor dekenken
het hoofddoel is, voornameiyk met meel
spyzen onder mime toevoeging van groen
voer; dieriyk voedsel behoeft slechts in ge
ringe mate gegeven; te worden, maar mag
ter bevordering der gezondheid niet geheel
en al worden weggelaten;
b wanneer men eieren wil hebben ter
bebroeding, moet de hoeveelheid dieriyk
voedsel grooter zyn.
3o. Jonge dieren, welke nog moeten groeien
en zich krachtig dienen te ontwikkelen, moe
ten eene groote hoeveelheid dieriyk voedsel
ontvangen naast graan en groenvoer.
4o. Hoender?, die gemest worden, moeten
uitsluitend meelspyzen ontvangen met eene
geringe toevoeging van oliergke zaden.
5o. In den winter moet aan de dieren eene
grootere hoeveelheid dieriyk voedsel gegeven
worden, omdat daardoor meer warmte wordt
ontwikkeldgroenvoer mag goo weinig mo-
gelgk ontbreken.
Aangaande het groenvoer het volgende
In bet voorjaar, in den zomer en in den
herfst heeft men daaraan doorgaans geen ge
brek gras, paardebloemen, afval van groenten
en salade worden gaarne gegeten; ook onkrui
den pluiskruid, brandnetels, guichelheil, gan-
zendiatels enz., wanneer se nog jong enmalsch
zijn, worden niet versmaad. Gedurende den
winter heeft men echter over de groenten niet
te beschikken en dan moeten zy vervangen
worden door fijngesneden wortelgewassen,
waarvoor paardenpeen, suikerbieten en man-
gelwortelen zeer geschikt zyn.
Hebben de dieren gedurende den winter ge
brek aan dieriyk voedsel, ook al hebben zy
een vrgen loop, dan moet men dit aanvallen
door vleesohmeel of iets dergeiyks.
Het voedsel moet dienen om aan het dier
die stoffen te verschaffen, welke strekken om het
lichaam te doen toenemen in grootte, het te
onderhonden en het in staat te stellen voort
te brengen, derhalve ter vorming van been
deren, vleesch, vet, vederen en eieren. Daarom
moet het voedsel bevatten eiwit, zetmeel, vet
en minerale atcffsD: phosphorzure en koolznre
kalk zoowel als keukenzout.
Van bet grootste gewicht is het eiwitgehalte,
maar hoe meer eiwit eene stof bevat, boe
dunrder zy is, en een gevolg daarvan is. dat een
kip niet altjjd zooveel eiwit ontvangt, als zy
noodig beeft.
Moet een kip van V/s kilogram levend ge
wicht iedere week vgf eieren leggen, dan heeft
zy voor de vorming van het ei dageiyks 10
tot 12 gram eiwit en voor hare levensverrich
tingen 6 tot 8 gram eiwit noodig. Oatvaagt zy
die hoeveelheid niet, dan moet zy een deel
van het eiwit aan baar lichaam ontleenen en
zal dus gedurende bet leggen vermageren.
Wanneer men aan 10 vryioopende kippen
dagelijks een kilogram graan geeft, kunnen zy
naderen dag 7 eieren leggen. Berekent men bet
es op 2l/2 cent en het graan op 7l/a cent PBr
kilogram, dan heeft men iederen dag eene
winst van 10 cent.
Geven wy daarentegen per dag slechts 750
gram graan, dan kunnen nit het daarin aan
wezige eiwit slechts vyf eiers gevormd worden.
De opbrengst is dan 121/» cent, de uitgave 57a
cent en de winst slechts 7 cent.
Voeren wy daarentegen een kilogram aard
appelen, waasvan het eiwitgehalte l/6 deel is
van het eiwitgehalte van het graan, dan beeft
men nog geen eiwit voor 17a ei per dag, zoodat
de voedingskosten nauweiyfcs gedekt worden,
terwijl de gezondheid der dieren door dit
weinig eiwitbevattende voedsel in gevaar
wordt gebracht.
Door bovenstaand voorbeeld meenen wy
volkomen dnideiyk gemaakt te hebben, van
hoeveel gewicht eene befeooriyke voeding is
voor eene voldoende eierproduetie.
Men hoort zeer dikvgls de klacht: mijne
hoenders leggen niet. Konden de kippen
spreken, men zon eene andere klacht vernemen
onze baas voert ons wel, maar hy voedt ons niet.
VRACENBU8.
Mynheer de Redacteur!
Ik wil boven een hooiark een beweegbaar
dak laten makenvoor bet gemakkeiyk be
wegen, op en neer gaan, mag het niet te zwaar
zyn, en toch goed waterdicht; wat zou u
denken van een kap van asphalt papier
Antwoord.
Voor eene lichte dakbedekking is asphalt-
papier aan te bevelen, maar men bedenke, dat
het slechts van eenigen duur is, wanneer het
ieder jaar geteerd en daarna met zand be
strooid wordt.
Ziet de vrager daartegen niet op, dan kan
by de beweegbare kap laten maken van niet
te zwaar hout en met asphaltpapier bedekken.
Wy voor ons zouden de voorkeur geven
aan zinken pannen. Deze maken de kap niet
overmatig zwaar en kannen jaren medegaan
zonder eenige herstelling te vragen.
Ook Andernach's papier verdient aanbeveling
en ware wellicht nog bater dan asphalt papier.
Middelburg 28 Augustus.
PENSlONEERINCEN ENZ. IN DE
MILITAIRE WERELD.
Naar aanleiding van 't gerucht, dat tegen
1 November een belangryke promotie (pensio
neeringen van hooge en opschuiving van
andere officieren) te wachten is, schryft Mare
in 't HóW.t
Zyn de loopende geruchten juist, dan ge-
looven wy, dat het streven naar biliykheid
niet nit het oog zal worden verloren.
Tevens mag een woord van waardeering
niet worden teruggehouden, nu de minister
van oorlog gebroken heeft met het stelsel
zijner voorganger», om hoogen autoriteiten,
als het ware op stel en sprong, den dienst op
te zegge®.
Zy hebben gelegenheid om hnn plannen
tegen het verlaten van den dienst tydig voor
te bereiden.
Met het oog op het tydstip der persoons
verwisseling kan evenwel geen onverdeelde in
stemming met 's ministers stelsel betoond wor
den. Men is uu als het ware in het heetst
van den oefeningstydfogna het geheele jtar
hernat de oefening een elementair karakter
dragende in handen der subalterne officie
ren uitsluitend in de zomermaanden vinden
de hoofd-officieren gelegenheid in hnn takti-
schen werkkring op te tredenis dat nn het
gewenBohte oogenblik om aan velen het com
mando „bajonet-af in de ooren te doen klin
ken wy gelooven het niet.
Is het redelijkerwijze te verwachten, dat de
demissionnaire autoriteiten nog steeds met
yver de oefeningen zullen leiden
Sullen zy niet een gegronde vrees koeste
ren, dat hooge autoriteiten hun doen en laten
zullen afkeuren, om te bewyzen dat hun heen
gaan als gemotiveerd is te beschouwen.
Zullen de troepen, vooral subalterne officie
ren en kader, nog voldoende vertrouwen heb
ben in leiders, die gewogen en te licht bevon
den zijn?
Ik wil biermede niet beweren, dat al de tot
pensioen aangewezenen wegens onbekwaamheid
hun taak nit handen zullen geven. Wisheden
bekwaam is, wordt niet na zoo'n besluit
morgen plotseling onbekwaamdatsy verre.
Maar in de oogen der onderschikten is toch
de aureool verdwenen. Ga maar eens luiste
ren by de vertronweiyke gesprekken in offioiers-
societeit of kazerne.
Aan wion de oehnld zal men wellioht
zeggen; de betrokken personen hebben een
vertrouwelijke waarschuwing het z. g.
„briefje" ontvangen.
Maar de ervaring leert, dat het geheimen
van niet langer dan een paar dagen zyn.
Hat nieuws wordt medegedeeld san enkele
vrienden, er worden hnizen te haar gezet,
en paarden te koop aangeboden, en de dag
bladen weten het ook dra.
De combinatiën van de vervnlling der te
verwachten vacatures zijn al in vollen gang.
Er worden hg de manoeuvres schatten gelds
uitgegeven, om generaals, kolonels en luit.-
kolonels tot hun oorlogstaak voor te bereiden,
en nu voor velen met de zekerheid, dat zy die
wetenschappelijke en praotische ervaring over
een paar maanden by bet koolplanten ber
denken kunnen.
Terwyi diezelfde manoeuvres van ontscfaat-
bare waarde zonden zyn voor de aanstaande
divisie-, regiments -en bataljonscommandan
ten, om hun officieren te leeren kennen, die
zy in Januari by de invulling der conduite
staten moeten beoordealen.
Ia het niet om een gemeenzame uitdruk
king te bezigen te gek om alleen te loopen?
De font is niet alleen, dat enkele autoritei
ten nu reeds weten, dat zy heengaan neen,
de persoonsverwisseling op 1 November is op
ziebzelve een failure.
Het geschikte tydstip is: ongeveer April of
Mei, met waarschuwing vóór 1 Januari
lo. omdat dan een oefeningstydperk aan
vangt en dus het demissionuaire tydperk valt
in de wintermaanden, waarin er weinig con
tact is tusschen de chefs en de troepen, om de
eenvoudige reden dat er dan nagenoeg geen
troepen onder de wapenen zyn
2o. omdat het voorjaar een verhuis-tyd-
perk is.
Dus zoowel in het belang van den dienst ala
van de personen is het voorjaar te verkiezen.
Bij kon. besluit
is, op verzoek, aan mr I. H. Hymans eervol
ontslag verleend als substituut-griffier by de
ar.-reohtb. te Groningen;
is aan den luit. t/z. 2e kl. C. J. P. Zaal
berg, op verzoek, eervol ontslag verleend nit
den zeedienst en is bevorderd tot luit. t/z. 2c
kl. de adelborst le kl. W. C. Bp da Vroe;
is benoemd tot ontvanger dec dir. bel- te
Gravenhage, 2e afd. C. L. Sloth Blaanboer,
referendaris by bet dep. van financiën
is benoemd tot directeur van het postkan
toor te Eoht J. J. Goedhart, thans oommies
der post. 3 a kl. te Rozendaal, en te Kollnm
C. C. L. Schermer, thans klerk der posteryen
le kl.
Ten gevolge van den uitslsg van het onlangs
gehouden vergeiykend examen der adspiranten,
voor toelating als cadet by de Koninklijke
Militaire Academie te Breda, komen voor eene
plaatsing by die inrichting voorloopig in
aanmerking voor
Infanterie hier te landeJ. G. de Vries
Robbé, E. A. van Poelvoorde, E. T. C. T.
Mothé, B. A. Verbey, J. J. B. Dense, M. G.
van Overveldt, P. Jeseé, W. L. van Weideren
baron Rangers, J. C. M. Simon Thomas, P.L.
Donwes, L. C. Prey, J. H. Juda, W. G. M. Gail-
lard, S. H. Smits en H. F. Scharp;
b. Cavalerie hier te lande: C. H. Labon-
ohere, A. P. H. Boellaard en jbr L. C. de
Villenenve;
e. Artillerie hier te landeJ. J. van Santen,
J. H. Heffener, J. van Selm, F. A. van Weer
kom, H. O. de Man en A. Numans
Genie hier te lande: J. N. Sobreuder,
M. Wins en J. C. van Rcenen
e. Infanterie in Naderlandsoh Indië: C. van
Aart, D. de Jongb, V. G. A. Boll, F. Ledeboer,
H. R. Leopold, C. L. Becking, J. L. Ravenek
en F. M. Cowan;
f. Cavalerie in Nedcrlandsch-Indiëjhr W.
J. E. van Riemsdyk;
ff. Artillerie in Nederlandsoh-IudiëJ. H.
T. Velu en L. H. C. Horating
h. Genie in Nederlsndsch-IodiëC. L.
Vogelesang.
Woensdag verleent de minister van justitie
geen audiëntie.
LANDBOUW.
Naar men nit Zeen wsch-Vlaan de
ren aan het N. v. d. D. schryft, ligt al het
vlas, daar groen verkocht, thans aan de Ley a
om aldaar geroot te worden, maar moet er door
den storm daar nog al wat schade aangericht
zyn.
Enkele landbouwers hebben zelf geroot in
slooten en kreeken, en het geroote vlas in de
schuren geborgen om het dezen winter, als er
geen werk op veld en akker i», te laten zwinge
len. De oogst, ofschoon hier *og al meege
vallen, moet op andere plaatsen, watqualiteit
betreft, verre van buitengewoon zyn.
Er is veel vlas van middelmatige lengte en
boedanigheid.
Ia de eerste zes maanden van dit jaar werden
in België ingevoerd 40.049.964 kilogram, ter-
wyi de uitvoer bedroeg 17.949.649 kilogram.
De resultaten der openbare contröle van
voedermiddelen van Juni 1899—Juni 1900,
uitgeoefend door de rykslandbouwproefstations,
worden medegedeeld in de Slct (no. 198). Ter
contröle zyn ingediend 278 monsters, tegen
217 in het vorige jaar. Van de 1123 quanti-
tavieve bepalingen, hadden er, de geoorloofde
speling in aanmerking genomen, 126 of 11 pet»
een ongunstig resultaat. Van de 278 gecon
troleerde partijen, was het gewicht te zamen
3 Uit het Engelsch,
van
ROBERT BARR.
Edith trok eenklaps haar hand terug en er
kwam een toornige uitdrukking op haar gelaat.
Da eerste, die hy er op gezien had.
„Manheer, gy maakt het onmogelijk voor
my om te biy ven. Ik zal bet aanbod aannemen."
„Waarom Omdat ik nu uw hand aange
raakt heb?"
„Ja, en uw toon en uwe woorden. Gy
maakt misbruik van mj]n afhankelijke positie."
„Uw positie is niet afhankeiyk en is dat
nooit geweest. Indien het zoo ware, hebt gy
mij zoo even bewezen dat zg het niet meer is.
Het spyt my dat ik u heleedigd heb en ik
beloof n dat gy u nooit meer over my te
beklagen zult hebben, sla gy er in toestemt
om te big ven.'?
„Heel goed. Ik geloof dat gy een man
yan nw woord zyt;"J
Eduard Dunton bleef eeu oogenblik stil;
iw8gend zitten, maar nam zyn hoed en ver
liet bet kantoor, in het voorbygaan tot Billy
seggende dat hy niet terug kwam voor na het
ontbyt.
„Heel goed mynheer,'! zei Billy „ik zal
de kaart „Terug in vijf minuten" voorzetten."
Zoodra die plicht vervuld was, klopte Billy
aan de binnendeur en kwam met een droeve
uitdrukking op zyn gelaat binnen.
zi „Zeg, juffrouw Reoay, je gaat toch niet
heen
„Zoo, Billy, heb je aan de deur geluisterd.
Dat is de manier van kleine jongensom klap
pen om de ooren op te ioopeu."
„Maar je gaat toch niet ergens anders
naar toe, juffrouw. Ik weet dat mynheer
Dunton erg op n gesteld is, byna net als
ik
„Gy vergist n zeer, Billy."
„Heuseh niet, juffrouw. Eu denk je
dat Hij brengt u iederen avond thuis hy
zou zich al die moeite niet geven,als bij niet
„Billy, wil je wel eens twijgen Mynheer
Dnnton heeft my nog nooit thnis gebracht.
Hoe durft gy zulke dingen zeggen
Billy krabde zgn rossig hoofd in groote
verlegenheid. Hy merkte dat hg er zich in
werkte.
„Wat ter wereld doet hy dan Zoodra
gy weg zyt '«avonds, snelt hy met den an
deren lift naar beneden, alsof bet huis in
brand staat. Ik sloeg hem gade door het por-
taalraam en ;zoodra gy de voordeur uit zijt,
loopt hy u na. Ik dacht dat hy u dan in
haalde en thnis bracht."
„Billy, je zyt heelemaal in de war, en
laat ik u nu een goeden raad geven. Gy
moogt de mensehen niet nakyken, gy moogf
niet aan de deuren luisteren dat ia heel
onmannelijken gy moogt tegen niemand iets
zeggen van hetgeen gy my nu verteld hebt."
„Heel goed juffrouw."
„Want als gy dat doet, kan ik hier niet
langer blijven» Ik moest nu eigenlijk al weg
gaan; maar om uwentwil zal ik biyven,
Billy.".
Billy was eenigszins ontdaan. Hy verzoekt
haar niet aan den heer Dunton te vertellen
wat hy gezegd had en toen zy dit beloofd
bad ging hij terug naar zyn kamer en moest
verscheiden keeren in de rondte draaien, op
zyn kruk,voor dat hy tot zich zelf gekomen was»
T,wee dagen later kwam de heer Repley
boven.
„Zeg, Dunton, wy hebben een soort van
werk gekregen dat heelemaal niet op ons ter
rein ligt; het is echter van een cliënt, met
wien wy veel zaken doen, en wy willen hem
niet voor het hoofd stooten door te weigeren,
Hy beat Diedrieb van Ness en woont te Peo-
rier, Hy is aohatryk en ofschoon hy heel
zuinig is, zal ar met deze zaak zeker veel geld
te verdienen zgn, als gy haar in orde komt
brengen. Hy is de voogd van een nichtje,
Norma van Ness, een meisje! van achttien jaar,
dat, als zy een en twintig jaar is, in het bezit
komt van een half millioen. Een jaar geleden
ia die jonge dame echter op den loop gegaan
en de oude man heeft in alle stilte geprobeerd
haar terng te vinden. Dit is hem niet gelukt
en nu wendt hy sioh tot ons. Mijn vader beeft
hem geschreven dat het een geval is voor de
politie en de rechercheurs; maar daar heeft
hy geen ooren naar. Hy beweert dat recher
cheurs er meer op uit zijn om hun eigen knapheid
in de eonranten te laten ophemelen, en lange
verhalen van huu slimheid te doen, dan iets
te vinden wat verloren is, en ik geloof dat
hij wel een beetje geiyk heeft. Hy wil dat
dit onderzoek in alle stilte geschiedt en is
bovenal bang dat het in de courant komt.
Om dit te vernagelen, wil hy goed betalen."
„Heeft hy eenige aaawyzing
„Neen. Ziet ge, ze is heengegaan om
een vriendin in bet Zuiden van den Staat te
bezoeken. Zij is daar evenwel nooit geweest,
en nn waren er al drie weken verloopen voor
dat men in Peorie wist dat zy zoek was"
„Hoeveel geld had zij by zich?"
„Hy gelooft niet dat het veel kan zijn, maar
ze had een boel kleiooodieëu, die zy te gelde
kan gemaakt hebben."
„Dat kan een goede aanwijzing zyn. Zy
is natnnriyk naar Chicago gekomen en heeft
haar sieraden hier verkocht. Wij moeten daar
een beschrijving van hebben. Eo voorts haar
portret."
„Jg, daar heeft mijn vader al om ge
schreven, maar het achynt dat da jonge dame
soo slim is geweest om eeu en auder te
vernietigen. Er is nergens in huis een
groot portret van haar te vinden."
„Dat is niet zoo erg. De photograaf zal
het negatief nog wel bezitten.!'
De jaffrouw voor de schryfmachine ont
stelde, doch ging druk voort met haar werk,
dat zij zoo zenuwachtig deed, dat zy ,er veel
papier mee verknoeide.
„Dat zoeken naar een negatief moet met
veel omzichtigheid geschieden. De oude man
is erg bang voor schandaal en publiciteit.
Daardoor zyn ons de handen zeer gebonden."
„Ja en dan het verlies van tydZy kan
nu reeds in Parys zyn."
„Juist. Nu, hier zyn al de de «tukken.
Wilt gS die eens zien
„Zeker. Ik geloof dat ik moet beginnen
met naar Peorie te gaan, om wat meer by.
zonderheden te vernemen."
„Misschien; maar de oude heer komt
morgen of overmorgen in de stad, dan zal ik
hem dadelijk by u brengen."
„Heel goed. Telegrafeer hem liever nog
dat by een beschrijving van de sieraden
meebrengt."
Dnnton bekeek de papieren een voor een,
maakte een paar aanteekeningen en ging naar
beueden naar het kantoor van Brown en Repley.
Zoodra hy weg was, verscheurde juffrouw
Romy de bladen, waarop zy geschreven had,
zette haar hoed op en verliet de kamer.
„Wel, wel, wat ziet ge er verschrikt uit
jaffronw, wat scheelt er aan? Gy zyt zoo
wit als doek," zei Billy.
„Ik voel my niet wel. Zeg aan mjjnbeer
Dunton, als by terugkomt, dat ik naar huis
ben gegaau en missohieu in een paar dagen
niet terug kom. Zeg dat ik waariobynlgk een
week naar buiten ga."
Eer Billy zyn leedwezen kon betuigen, wsi
zy weg.
Toen zy vier dagen later op het kantoor
terug kwam, bad Billy haar zooveel nieuws te
vertellen, dat by vergat naar haar gezondheid
te vragen; maar dat kwam misschien ook
omdat zy er heel goed uitzag.
„Zeg jaffrouw I Wy zjja bezig eeu meisje
te zoeken dat weggeloopen is. Is dat niet
leak Den dag nadat n weg was is er een
onwe heer hier geweest, en die wil mynheer
vyf duizend dollar geven als hy dat meisje
vindt.'!
„Hebt ge weer aan de deur geluisterd,
Billy
„Neen, dat heb ik heuich niet gedaan.
Zy praatten zóa hard dat ik het wel hooren
moest."
Edward Dunton was meer bezorgd voor haar
gezondheid dan Billy 0f beleefder! Zy
vertelde hem dat zy naar een kalm plaatsje
aan een der meren was vertrokken en by raadde
haar daar nog minstens een week heen te