lUvle Coral FEUILLETON. BIJVOEGSEL van de van Maandag 27 Augustus 1900, no 201» Hoenders. IV. De •wanden, het plafond en de vloer van een hoenderhok moeten van tyd tot tijd schoon gemaakt, de wanden en het plafond met cement, saus of witkalk bestreken, de vloer goed geschrobd worden. Groote reinheid is een eerste vereiechte om de hoenders gezond te hondendaarom moet de meat zoo al niet om de week, dan toch om de veertien dagen verwijderd worden; zoodra deze verwijderd is, bestrooit men den vloer met een laagje tarfstrooisel, of, indien men dat niet by de band heeft, met een dan laagje zand. De roeatatokken dienen eene breedte te hebben van 5 d 6 centimetere; aan de boven zode moeten de hoeken afgerond zijn; zij liggen loa op de beide zijstukken, die tegen de zijwanden bevestigd zyn, opdat ze bjj het schoonmaken van het hok kannen weggeno men wordenvan onder blijven zij vierkant, opdat zjj in de zjjetakken goed vast liggen. Hebben de roeststokken eene lengte van 2 of meer M, dan dienen zy in het midden on dersteund te worden door een schraag je, dat by het echoonmsken eveneens kan verwijderd worden. De afstand der roeststokken zij 40 centi meter van elkander en 30 centimeter van den maar; om gemakkelijk te zitten, moet men aan de geheele roest geene te groote helling geven en voor elke kip eene breedte laten van 15 d 20 centimeter. Tegenover de roest heeft men de bakken voor de nesten, ongeveer 25 centimeter hoog en breed, waarin men een weinig hooi legt. Men kan twee rjjen bakken boven elkander hebben, mite men zorge, dat het deksel der onderste bakken eenigszins voornitateekt en de kip gelegenheid geeft, daarop te springen, om haar ei in een bak der 2e verdieping te leggen. Voor het in- en uitgaan der hoenders heeft men in den muur of in de deur openingen van 1820 oM breed en 25 cM hoog, welke ge sloten worden door een achnif van zink of door een bonten sehnif, die met zink bekleed is. Ligt de hofstede eenigazins afgelegen en ia men bevreesd voor nachtelijke bezoekers van het hoenderhok, dan moet men zorgen voor goede sluitingen aan de dear en aan de schuiven; ook dient men dan achter de glazen vensters een paar yzeren tralies in den muur te bevestigen, die de opening zoodanig ver kleinen, dat een menseh daardoor niet kan binnendringen. Staat het hoenderhok tegen een ander ge bouw, dan dient het op de znid- of zuid- westzijde daarvan te staan, nooit op den noordkant. Staat het hoenderhok in eene schaar, of in een stal, wat voor de warmte wel is aan te bevelen, dan moet het daarvan volkomen ge scheiden zijn door een muur en ook gedekt worden door een plafond. Eene voldoende luehtverversehing ia voor de gezondheid der hoenders zeer gewenscht, van daar dat het plaatsen van een ventilator alle aanbeveling verdient. De grootte van het hok hangt natuurlijk af van het aantal hoenders, dat men wil houden; men bedenke daarbij, dat te weinig ruimte spoedig schaadt, fe groote ruimte, by eene overigens goede inrichting, nooit. Naast een goed naehtverbiyf, beeft het hoen behoefte aan eene onafgebroken goede voeding. Wanneer een hoen den vrfjen loop heeft, gebruikt het niet alleen allerlei zaden, zoowel die welke ryk aan olie en aan meel zijn, maar ook de malsohe gedeelten van planten en bovendien wormen, insecten en hunne larven, rupaen en poppen en daarbij nog kleine kalk en kiezelsteentjes. Wanneer wij dus de hoenders moeten be palen tot een meer beperkten loop, dan moei er gezorgd worden, dat de dieren daar alles vinden, wat zy voor eene gezonde voeding noodig hebben. Het voederen met meel en olieryke zaden zoude voornameiyk werken op vetvorming en dus mettertijd eene verstopping kannen ten gevolge hebben; het tegendeel zoude het gevolg zgn van uitsluitend dieriyk voedsel; groenten alleen bevatten te weinig voedings stoffen om de hoenders sterk en gezond te doen biyven, waarnit dan volgt dat voor de doelmatige voeding van hoenders zaden, groen ten en dieriyk voedsel elkander moeten aanvullen. Met een bepaald doel, bijv. om de boenders te mesten, mag men voor korten tyd van dezen algemeetien maatregel afwijken, maar overigens moet hy tronw worden opgevolgd. Hierby doet zich nn de vraag voor, in welke verhouding zaden, groenvoer en dieriyk voedsel met elkander moeten vereenigd worden en daarop is maar moeiiyk een afdoend antwoord te geven. Wanneer eenige boenders bezig zjjn met bet oppikken van de mooiste tarwe-, gerste- of maïskorrels en men werpt hun eenige wormen of wat vleesch toe, hals over kop zullen zg op bet dieriyk voedsel toesnellen en naar het graan niet terugkeeren vóór het dieriyk voed sel ie opgepikt. Heeft men hoenders eonigen t§d opgesloten en geeft men ze daarna den vryen loop, dan zullen zg zich vergasten aan alle groene planten, die zij ontmoeten, en een terrein, met gras of jonge klaver bezet, als he6 ware afweiden* Men zonde dus aan het hoen graan, graan- voer en dieriyk voedsel nagenoeg in geiyke hoeveelheden kunnen toedienen, indien men niet te letten had op twee omstandigheden, die, ten minste voor zekeren tyd, daarin ver andering bresgen: lo. dat da omaak van vleesch en eieren gedeeltelijk afhangt van den aard van het voedsel, dat de kippen gebruiken, en 2o. dat men het geheele jaar niet over eene voldoende hoeveelheid groenvoer en dieriyk voedsel beschikken kan. Verder heeft de ondervinding geleerd, dat het vleesch en de eieren van die hoenders het lekkerst smaken, welke uitsluitend met meelspyzen gevoed zyn. Tengevolge van deze overwegingen gat de overste Sabel, dien wy beschouwen als een veilige gids voor de hoenderfokkerij, de vol gende algemeene regels: lo. De hoenders die een vryen loop hebben, zooals dat op onze hofsteden gewooniyk het geval is, moeten uitsluitend gevoed worden met graan. 2o. Hoenders, die in rennen gehouden wor den, voede men a wanneer eierproduotie voor dekenken het hoofddoel is, voornameiyk met meel spyzen onder mime toevoeging van groen voer; dieriyk voedsel behoeft slechts in ge ringe mate gegeven; te worden, maar mag ter bevordering der gezondheid niet geheel en al worden weggelaten; b wanneer men eieren wil hebben ter bebroeding, moet de hoeveelheid dieriyk voedsel grooter zyn. 3o. Jonge dieren, welke nog moeten groeien en zich krachtig dienen te ontwikkelen, moe ten eene groote hoeveelheid dieriyk voedsel ontvangen naast graan en groenvoer. 4o. Hoender?, die gemest worden, moeten uitsluitend meelspyzen ontvangen met eene geringe toevoeging van oliergke zaden. 5o. In den winter moet aan de dieren eene grootere hoeveelheid dieriyk voedsel gegeven worden, omdat daardoor meer warmte wordt ontwikkeldgroenvoer mag goo weinig mo- gelgk ontbreken. Aangaande het groenvoer het volgende In bet voorjaar, in den zomer en in den herfst heeft men daaraan doorgaans geen ge brek gras, paardebloemen, afval van groenten en salade worden gaarne gegeten; ook onkrui den pluiskruid, brandnetels, guichelheil, gan- zendiatels enz., wanneer se nog jong enmalsch zijn, worden niet versmaad. Gedurende den winter heeft men echter over de groenten niet te beschikken en dan moeten zy vervangen worden door fijngesneden wortelgewassen, waarvoor paardenpeen, suikerbieten en man- gelwortelen zeer geschikt zyn. Hebben de dieren gedurende den winter ge brek aan dieriyk voedsel, ook al hebben zy een vrgen loop, dan moet men dit aanvallen door vleesohmeel of iets dergeiyks. Het voedsel moet dienen om aan het dier die stoffen te verschaffen, welke strekken om het lichaam te doen toenemen in grootte, het te onderhonden en het in staat te stellen voort te brengen, derhalve ter vorming van been deren, vleesch, vet, vederen en eieren. Daarom moet het voedsel bevatten eiwit, zetmeel, vet en minerale atcffsD: phosphorzure en koolznre kalk zoowel als keukenzout. Van bet grootste gewicht is het eiwitgehalte, maar hoe meer eiwit eene stof bevat, boe dunrder zy is, en een gevolg daarvan is. dat een kip niet altjjd zooveel eiwit ontvangt, als zy noodig beeft. Moet een kip van V/s kilogram levend ge wicht iedere week vgf eieren leggen, dan heeft zy voor de vorming van het ei dageiyks 10 tot 12 gram eiwit en voor hare levensverrich tingen 6 tot 8 gram eiwit noodig. Oatvaagt zy die hoeveelheid niet, dan moet zy een deel van het eiwit aan baar lichaam ontleenen en zal dus gedurende bet leggen vermageren. Wanneer men aan 10 vryioopende kippen dagelijks een kilogram graan geeft, kunnen zy naderen dag 7 eieren leggen. Berekent men bet es op 2l/2 cent en het graan op 7l/a cent PBr kilogram, dan heeft men iederen dag eene winst van 10 cent. Geven wy daarentegen per dag slechts 750 gram graan, dan kunnen nit het daarin aan wezige eiwit slechts vyf eiers gevormd worden. De opbrengst is dan 121/» cent, de uitgave 57a cent en de winst slechts 7 cent. Voeren wy daarentegen een kilogram aard appelen, waasvan het eiwitgehalte l/6 deel is van het eiwitgehalte van het graan, dan beeft men nog geen eiwit voor 17a ei per dag, zoodat de voedingskosten nauweiyfcs gedekt worden, terwijl de gezondheid der dieren door dit weinig eiwitbevattende voedsel in gevaar wordt gebracht. Door bovenstaand voorbeeld meenen wy volkomen dnideiyk gemaakt te hebben, van hoeveel gewicht eene befeooriyke voeding is voor eene voldoende eierproduetie. Men hoort zeer dikvgls de klacht: mijne hoenders leggen niet. Konden de kippen spreken, men zon eene andere klacht vernemen onze baas voert ons wel, maar hy voedt ons niet. VRACENBU8. Mynheer de Redacteur! Ik wil boven een hooiark een beweegbaar dak laten makenvoor bet gemakkeiyk be wegen, op en neer gaan, mag het niet te zwaar zyn, en toch goed waterdicht; wat zou u denken van een kap van asphalt papier Antwoord. Voor eene lichte dakbedekking is asphalt- papier aan te bevelen, maar men bedenke, dat het slechts van eenigen duur is, wanneer het ieder jaar geteerd en daarna met zand be strooid wordt. Ziet de vrager daartegen niet op, dan kan by de beweegbare kap laten maken van niet te zwaar hout en met asphaltpapier bedekken. Wy voor ons zouden de voorkeur geven aan zinken pannen. Deze maken de kap niet overmatig zwaar en kannen jaren medegaan zonder eenige herstelling te vragen. Ook Andernach's papier verdient aanbeveling en ware wellicht nog bater dan asphalt papier. Middelburg 28 Augustus. PENSlONEERINCEN ENZ. IN DE MILITAIRE WERELD. Naar aanleiding van 't gerucht, dat tegen 1 November een belangryke promotie (pensio neeringen van hooge en opschuiving van andere officieren) te wachten is, schryft Mare in 't HóW.t Zyn de loopende geruchten juist, dan ge- looven wy, dat het streven naar biliykheid niet nit het oog zal worden verloren. Tevens mag een woord van waardeering niet worden teruggehouden, nu de minister van oorlog gebroken heeft met het stelsel zijner voorganger», om hoogen autoriteiten, als het ware op stel en sprong, den dienst op te zegge®. Zy hebben gelegenheid om hnn plannen tegen het verlaten van den dienst tydig voor te bereiden. Met het oog op het tydstip der persoons verwisseling kan evenwel geen onverdeelde in stemming met 's ministers stelsel betoond wor den. Men is uu als het ware in het heetst van den oefeningstydfogna het geheele jtar hernat de oefening een elementair karakter dragende in handen der subalterne officie ren uitsluitend in de zomermaanden vinden de hoofd-officieren gelegenheid in hnn takti- schen werkkring op te tredenis dat nn het gewenBohte oogenblik om aan velen het com mando „bajonet-af in de ooren te doen klin ken wy gelooven het niet. Is het redelijkerwijze te verwachten, dat de demissionnaire autoriteiten nog steeds met yver de oefeningen zullen leiden Sullen zy niet een gegronde vrees koeste ren, dat hooge autoriteiten hun doen en laten zullen afkeuren, om te bewyzen dat hun heen gaan als gemotiveerd is te beschouwen. Zullen de troepen, vooral subalterne officie ren en kader, nog voldoende vertrouwen heb ben in leiders, die gewogen en te licht bevon den zijn? Ik wil biermede niet beweren, dat al de tot pensioen aangewezenen wegens onbekwaamheid hun taak nit handen zullen geven. Wisheden bekwaam is, wordt niet na zoo'n besluit morgen plotseling onbekwaamdatsy verre. Maar in de oogen der onderschikten is toch de aureool verdwenen. Ga maar eens luiste ren by de vertronweiyke gesprekken in offioiers- societeit of kazerne. Aan wion de oehnld zal men wellioht zeggen; de betrokken personen hebben een vertrouwelijke waarschuwing het z. g. „briefje" ontvangen. Maar de ervaring leert, dat het geheimen van niet langer dan een paar dagen zyn. Hat nieuws wordt medegedeeld san enkele vrienden, er worden hnizen te haar gezet, en paarden te koop aangeboden, en de dag bladen weten het ook dra. De combinatiën van de vervnlling der te verwachten vacatures zijn al in vollen gang. Er worden hg de manoeuvres schatten gelds uitgegeven, om generaals, kolonels en luit.- kolonels tot hun oorlogstaak voor te bereiden, en nu voor velen met de zekerheid, dat zy die wetenschappelijke en praotische ervaring over een paar maanden by bet koolplanten ber denken kunnen. Terwyi diezelfde manoeuvres van ontscfaat- bare waarde zonden zyn voor de aanstaande divisie-, regiments -en bataljonscommandan ten, om hun officieren te leeren kennen, die zy in Januari by de invulling der conduite staten moeten beoordealen. Ia het niet om een gemeenzame uitdruk king te bezigen te gek om alleen te loopen? De font is niet alleen, dat enkele autoritei ten nu reeds weten, dat zy heengaan neen, de persoonsverwisseling op 1 November is op ziebzelve een failure. Het geschikte tydstip is: ongeveer April of Mei, met waarschuwing vóór 1 Januari lo. omdat dan een oefeningstydperk aan vangt en dus het demissionuaire tydperk valt in de wintermaanden, waarin er weinig con tact is tusschen de chefs en de troepen, om de eenvoudige reden dat er dan nagenoeg geen troepen onder de wapenen zyn 2o. omdat het voorjaar een verhuis-tyd- perk is. Dus zoowel in het belang van den dienst ala van de personen is het voorjaar te verkiezen. Bij kon. besluit is, op verzoek, aan mr I. H. Hymans eervol ontslag verleend als substituut-griffier by de ar.-reohtb. te Groningen; is aan den luit. t/z. 2e kl. C. J. P. Zaal berg, op verzoek, eervol ontslag verleend nit den zeedienst en is bevorderd tot luit. t/z. 2c kl. de adelborst le kl. W. C. Bp da Vroe; is benoemd tot ontvanger dec dir. bel- te Gravenhage, 2e afd. C. L. Sloth Blaanboer, referendaris by bet dep. van financiën is benoemd tot directeur van het postkan toor te Eoht J. J. Goedhart, thans oommies der post. 3 a kl. te Rozendaal, en te Kollnm C. C. L. Schermer, thans klerk der posteryen le kl. Ten gevolge van den uitslsg van het onlangs gehouden vergeiykend examen der adspiranten, voor toelating als cadet by de Koninklijke Militaire Academie te Breda, komen voor eene plaatsing by die inrichting voorloopig in aanmerking voor Infanterie hier te landeJ. G. de Vries Robbé, E. A. van Poelvoorde, E. T. C. T. Mothé, B. A. Verbey, J. J. B. Dense, M. G. van Overveldt, P. Jeseé, W. L. van Weideren baron Rangers, J. C. M. Simon Thomas, P.L. Donwes, L. C. Prey, J. H. Juda, W. G. M. Gail- lard, S. H. Smits en H. F. Scharp; b. Cavalerie hier te lande: C. H. Labon- ohere, A. P. H. Boellaard en jbr L. C. de Villenenve; e. Artillerie hier te landeJ. J. van Santen, J. H. Heffener, J. van Selm, F. A. van Weer kom, H. O. de Man en A. Numans Genie hier te lande: J. N. Sobreuder, M. Wins en J. C. van Rcenen e. Infanterie in Naderlandsoh Indië: C. van Aart, D. de Jongb, V. G. A. Boll, F. Ledeboer, H. R. Leopold, C. L. Becking, J. L. Ravenek en F. M. Cowan; f. Cavalerie in Nedcrlandsch-Indiëjhr W. J. E. van Riemsdyk; ff. Artillerie in Nederlandsoh-IudiëJ. H. T. Velu en L. H. C. Horating h. Genie in Nederlsndsch-IodiëC. L. Vogelesang. Woensdag verleent de minister van justitie geen audiëntie. LANDBOUW. Naar men nit Zeen wsch-Vlaan de ren aan het N. v. d. D. schryft, ligt al het vlas, daar groen verkocht, thans aan de Ley a om aldaar geroot te worden, maar moet er door den storm daar nog al wat schade aangericht zyn. Enkele landbouwers hebben zelf geroot in slooten en kreeken, en het geroote vlas in de schuren geborgen om het dezen winter, als er geen werk op veld en akker i», te laten zwinge len. De oogst, ofschoon hier *og al meege vallen, moet op andere plaatsen, watqualiteit betreft, verre van buitengewoon zyn. Er is veel vlas van middelmatige lengte en boedanigheid. Ia de eerste zes maanden van dit jaar werden in België ingevoerd 40.049.964 kilogram, ter- wyi de uitvoer bedroeg 17.949.649 kilogram. De resultaten der openbare contröle van voedermiddelen van Juni 1899—Juni 1900, uitgeoefend door de rykslandbouwproefstations, worden medegedeeld in de Slct (no. 198). Ter contröle zyn ingediend 278 monsters, tegen 217 in het vorige jaar. Van de 1123 quanti- tavieve bepalingen, hadden er, de geoorloofde speling in aanmerking genomen, 126 of 11 pet» een ongunstig resultaat. Van de 278 gecon troleerde partijen, was het gewicht te zamen 3 Uit het Engelsch, van ROBERT BARR. Edith trok eenklaps haar hand terug en er kwam een toornige uitdrukking op haar gelaat. Da eerste, die hy er op gezien had. „Manheer, gy maakt het onmogelijk voor my om te biy ven. Ik zal bet aanbod aannemen." „Waarom Omdat ik nu uw hand aange raakt heb?" „Ja, en uw toon en uwe woorden. Gy maakt misbruik van mj]n afhankelijke positie." „Uw positie is niet afhankeiyk en is dat nooit geweest. Indien het zoo ware, hebt gy mij zoo even bewezen dat zg het niet meer is. Het spyt my dat ik u heleedigd heb en ik beloof n dat gy u nooit meer over my te beklagen zult hebben, sla gy er in toestemt om te big ven.'? „Heel goed. Ik geloof dat gy een man yan nw woord zyt;"J Eduard Dunton bleef eeu oogenblik stil; iw8gend zitten, maar nam zyn hoed en ver liet bet kantoor, in het voorbygaan tot Billy seggende dat hy niet terug kwam voor na het ontbyt. „Heel goed mynheer,'! zei Billy „ik zal de kaart „Terug in vijf minuten" voorzetten." Zoodra die plicht vervuld was, klopte Billy aan de binnendeur en kwam met een droeve uitdrukking op zyn gelaat binnen. zi „Zeg, juffrouw Reoay, je gaat toch niet heen „Zoo, Billy, heb je aan de deur geluisterd. Dat is de manier van kleine jongensom klap pen om de ooren op te ioopeu." „Maar je gaat toch niet ergens anders naar toe, juffrouw. Ik weet dat mynheer Dunton erg op n gesteld is, byna net als ik „Gy vergist n zeer, Billy." „Heuseh niet, juffrouw. Eu denk je dat Hij brengt u iederen avond thuis hy zou zich al die moeite niet geven,als bij niet „Billy, wil je wel eens twijgen Mynheer Dnnton heeft my nog nooit thnis gebracht. Hoe durft gy zulke dingen zeggen Billy krabde zgn rossig hoofd in groote verlegenheid. Hy merkte dat hg er zich in werkte. „Wat ter wereld doet hy dan Zoodra gy weg zyt '«avonds, snelt hy met den an deren lift naar beneden, alsof bet huis in brand staat. Ik sloeg hem gade door het por- taalraam en ;zoodra gy de voordeur uit zijt, loopt hy u na. Ik dacht dat hy u dan in haalde en thnis bracht." „Billy, je zyt heelemaal in de war, en laat ik u nu een goeden raad geven. Gy moogt de mensehen niet nakyken, gy moogf niet aan de deuren luisteren dat ia heel onmannelijken gy moogt tegen niemand iets zeggen van hetgeen gy my nu verteld hebt." „Heel goed juffrouw." „Want als gy dat doet, kan ik hier niet langer blijven» Ik moest nu eigenlijk al weg gaan; maar om uwentwil zal ik biyven, Billy.". Billy was eenigszins ontdaan. Hy verzoekt haar niet aan den heer Dunton te vertellen wat hy gezegd had en toen zy dit beloofd bad ging hij terug naar zyn kamer en moest verscheiden keeren in de rondte draaien, op zyn kruk,voor dat hy tot zich zelf gekomen was» T,wee dagen later kwam de heer Repley boven. „Zeg, Dunton, wy hebben een soort van werk gekregen dat heelemaal niet op ons ter rein ligt; het is echter van een cliënt, met wien wy veel zaken doen, en wy willen hem niet voor het hoofd stooten door te weigeren, Hy beat Diedrieb van Ness en woont te Peo- rier, Hy is aohatryk en ofschoon hy heel zuinig is, zal ar met deze zaak zeker veel geld te verdienen zgn, als gy haar in orde komt brengen. Hy is de voogd van een nichtje, Norma van Ness, een meisje! van achttien jaar, dat, als zy een en twintig jaar is, in het bezit komt van een half millioen. Een jaar geleden ia die jonge dame echter op den loop gegaan en de oude man heeft in alle stilte geprobeerd haar terng te vinden. Dit is hem niet gelukt en nu wendt hy sioh tot ons. Mijn vader beeft hem geschreven dat het een geval is voor de politie en de rechercheurs; maar daar heeft hy geen ooren naar. Hy beweert dat recher cheurs er meer op uit zijn om hun eigen knapheid in de eonranten te laten ophemelen, en lange verhalen van huu slimheid te doen, dan iets te vinden wat verloren is, en ik geloof dat hij wel een beetje geiyk heeft. Hy wil dat dit onderzoek in alle stilte geschiedt en is bovenal bang dat het in de courant komt. Om dit te vernagelen, wil hy goed betalen." „Heeft hy eenige aaawyzing „Neen. Ziet ge, ze is heengegaan om een vriendin in bet Zuiden van den Staat te bezoeken. Zij is daar evenwel nooit geweest, en nn waren er al drie weken verloopen voor dat men in Peorie wist dat zy zoek was" „Hoeveel geld had zij by zich?" „Hy gelooft niet dat het veel kan zijn, maar ze had een boel kleiooodieëu, die zy te gelde kan gemaakt hebben." „Dat kan een goede aanwijzing zyn. Zy is natnnriyk naar Chicago gekomen en heeft haar sieraden hier verkocht. Wij moeten daar een beschrijving van hebben. Eo voorts haar portret." „Jg, daar heeft mijn vader al om ge schreven, maar het achynt dat da jonge dame soo slim is geweest om eeu en auder te vernietigen. Er is nergens in huis een groot portret van haar te vinden." „Dat is niet zoo erg. De photograaf zal het negatief nog wel bezitten.!' De jaffrouw voor de schryfmachine ont stelde, doch ging druk voort met haar werk, dat zij zoo zenuwachtig deed, dat zy ,er veel papier mee verknoeide. „Dat zoeken naar een negatief moet met veel omzichtigheid geschieden. De oude man is erg bang voor schandaal en publiciteit. Daardoor zyn ons de handen zeer gebonden." „Ja en dan het verlies van tydZy kan nu reeds in Parys zyn." „Juist. Nu, hier zyn al de de «tukken. Wilt gS die eens zien „Zeker. Ik geloof dat ik moet beginnen met naar Peorie te gaan, om wat meer by. zonderheden te vernemen." „Misschien; maar de oude heer komt morgen of overmorgen in de stad, dan zal ik hem dadelijk by u brengen." „Heel goed. Telegrafeer hem liever nog dat by een beschrijving van de sieraden meebrengt." Dnnton bekeek de papieren een voor een, maakte een paar aanteekeningen en ging naar beueden naar het kantoor van Brown en Repley. Zoodra hy weg was, verscheurde juffrouw Romy de bladen, waarop zy geschreven had, zette haar hoed op en verliet de kamer. „Wel, wel, wat ziet ge er verschrikt uit jaffronw, wat scheelt er aan? Gy zyt zoo wit als doek," zei Billy. „Ik voel my niet wel. Zeg aan mjjnbeer Dunton, als by terugkomt, dat ik naar huis ben gegaau en missohieu in een paar dagen niet terug kom. Zeg dat ik waariobynlgk een week naar buiten ga." Eer Billy zyn leedwezen kon betuigen, wsi zy weg. Toen zy vier dagen later op het kantoor terug kwam, bad Billy haar zooveel nieuws te vertellen, dat by vergat naar haar gezondheid te vragen; maar dat kwam misschien ook omdat zy er heel goed uitzag. „Zeg jaffrouw I Wy zjja bezig eeu meisje te zoeken dat weggeloopen is. Is dat niet leak Den dag nadat n weg was is er een onwe heer hier geweest, en die wil mynheer vyf duizend dollar geven als hy dat meisje vindt.'! „Hebt ge weer aan de deur geluisterd, Billy „Neen, dat heb ik heuich niet gedaan. Zy praatten zóa hard dat ik het wel hooren moest." Edward Dunton was meer bezorgd voor haar gezondheid dan Billy 0f beleefder! Zy vertelde hem dat zy naar een kalm plaatsje aan een der meren was vertrokken en by raadde haar daar nog minstens een week heen te

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1900 | | pagina 5