Bleltopcle Coral
FEUILLETON.
MARTINHAGEN.
Verschillende Berichten.
BIJVOE0SEL
VAN DE
YAH
Maandag 16 Juïi 1900, no 165.
Zaad-contróle.
III.
Se vraag, waarmede wij ons vorig opstel
besloten, hebben wij menigmaal gehoord en
wij weten, dat zij door kooplieden, die niet
onder controle staan, herhaaldelijk aan hunne
afnemers is voorgelegd, eenvoudig om te be
wijzen, dat de controle te Wageningen van
lui, die onder de openbare controle staan,
feiteiyk vau nul en geener waarde is. De
kooplieden onder oontröle worden voorgesteld
als de vriend jes van de heeren van het proef
station en o „bij de vriendjes wordt
natuurlijk niet al te nauw toegezien."
Die woorden vinden geloof, al worden ze
dan ook maar gefluisterd; en een gevolg
daarvan ia, dat in de inrichting te Wageningen
niet algemeen dat vertrouwen wordt gesteld,
dat zy zich ten volle heeft waardig gemaakt.
Het is waar, de garantiebrief wordt door
den koopman ouder teekefifl, de verfcooperB
zyn dus te Wageningea bekend, maar waarom
zijn die bekend?
Om geene andere redenen dan om zich daar
te kunnen overtuigen, dat de personen, die
zich onder openbare controle gesteld hebben,
geheel voldoen aan de verplichtingen, die elk
solied koopman onverplicht op zich moest
nemen, nl. om voor dadelijke betaling de
waar te leveren, die gevraagd wordt, onver
mengd, onbedorven en onvervalscht.
Waarom sgn de rijkslandbouwproefstations
opgericht
NergeaB andera om, dan om een einde te
maken aan de vele knoeteryenwaaraan de
handel en de nijverheid zich ten nadeele van
hunne cliëuteele schuldig maakten, teneinde
zich de grootst mogelgke winsten te verschaffen.
Wat hebben de rijkslandbouwproefstations
aan het licht gebracht; wat brengen zij nog
dag aan dag aan het licht
Niet meer of niet minder, dan dat nog tel
kens beproefd wordt den landbouwer allerlei
prullen voor goede waar in de hand te stop
pen; men herinnere zich slechts de mededee-
lingen van dr S waving, directeur aan het
r ij feslaud bouwproefstation te Goes, geplaatst
in het Maandblad der Maatschappij van Land
bouw en ook in dit blad overgenomen.
Maar laat ons kort zijn.
Da rykslandbouwproefatatïons leveren nog
herhaaldelijk bewijzen, dat de kooplieden, en
niet alleen zij, maar ook de nijverheidsmannen
hunne producten vervalsohen; dat velen hunner
niet terugdeinzen voor het schromelijkat be
drog.
Dat leert ons, dat wij op onze hoede moeten
zij n by het koopen van iets, ondanks de
mooie advertenties en de nog veel mooiere
aanbevelingen van zoogenaamde verbruikers
en deskundigen, die vaak de geheime, goed
gesalariëerde agenten of handlangers van
fabrikant en verkooper zijn.
Daar tegenover stellen wij een andere vraag.
Is er al ooit eenig feit van knoeier ij, be
dreven door iemand, die aan een rijkoland-
bouwproefstation werkzaam is, aan bet licht
gebracht
Ons ia er geen enkel bekend en we houden
ons aanbevolen voor ie mededeelang er van,
als men er een weet.
Er wordt wel gefluisterd, dat zQ daar mis
schien lieve vriendjes hebben er wordt wel
eens geïnsinueerd, dat men voor geld overal
veel gedaan kan krijgen, maar al die laster
praatjes uit gesprekken onder vier, hoogstens
zes oogen, zijn nog geen afkeurend schouder
ophalen waard.
Wij vragen eenvoudig een feit.
En zoolang dat feit blijft ontbreken, of, als
zich een feit voordoet, dat feit niet ongestraft
bljjft, hechten wy een
21 Uit het DuitscJi.
VAN
JULIUS STIJN DE.
vn.
eerste terugkomst.
De kinderen kwamen terug„zy is nergens
te vinden,maar Doortje zegt: ze is met een
reistaich het bosch ingegaan,"
«Dan is ze na de trein
«Hoe laat gaat die
Juffrouw Martinaen keek op de blok.
„Over twintig minuten. Dan is ze weg."
«Eu dan is zy verloren. Wie weet waar
ze afgehaald wordt; zeker niet in Hamburg.
Die zijn veel te slim. Eau niemand haar
achterna gaan?"
„Zy zijn allemaal op bet veld. Eer ik
daar been stuur en er een komt, is het spoor
weg. Einders, kinders als de juffrouw met
het spoor gaat, leg mij dan in myn graf. Dan
is het myn schuld. Wij zijn te hard tegen
haar wést".
„Moeder, Doortje kan zoo loopen en die
weet de naaBte weg",
„Laat Doortje loopan wat ze kani Maar
gauw! Lena, baal meneer van '6 veld en
onbepaald vertrouwen in de
zaadcontröle te Wageningen.
Zoolang de onderzoekingen aan de ryksland-
bouwproefstations getuigenis bUjven afleggen
van herhaaldelijk gepleegd bedrog,
ontraden wy iedereen zaad, mest of voeder
middelen te koopen, tenzy onder voorwaarde
van nader onderzoek aan het daarvoor aan
gewezen rykslandbouwproefstation
„Maar"
Alweer zoo'n maar
„Maar, hoe kan men eenig feit inbrengen
ten laste van de beambten van een der land
bouwproefstations? De heeren daar beslissen,
en daarmee is het uit 1"
Gewooniyk wordt zoo'n vraag gedaan door
iemand, die zelf heel wel weet, hoe men
onregelmatigheden by de onderzoekingen aan
het licht kan brengen, maar die door zoo'n
vraag zyrn hoorder, die het wellicht niet weet,
hoopt te overbluffen en[daardoor aan te toonen
want overbluffen is ook een soort van
bewys dat de rykslandbouwproefstations
niet te eontróleeren zijn.
De brutalen adres aan de kwakzalvers
hebben de halve wereld.
Laten wjj u een middeltje aan de hand doen,
om u voor goed van de juistheid en van de
eeriykheid van de zaad-controle en van eenig
onderzoek aan elk ander landbouwproefstation
te overtuigen, een middeltje, door ons vóór
jaren ook toegepast, niet omdat toy twjjfelden
aan de eerlijkheid der ambtenaren, maar omdat
we anderen, die er aan twyfelden, het bewgs
wilden leveren, dat men de daar verrichte
analyses volkomen vertrouwen kan.
Men koope eenige meststof, eenig voeder-
middel of] zaad bij een koopman, die onder
openbare oontröle staat.
Van het gekochte wordt op de wijze, zooaio
znlks voorgeschreven is, een groot monster
genomen, groot genoeg om het in zes of
zeven porties te verdoelen.
Twee der monsters worden, behooriyk ver
pakt, franco naar het rykslandbouwproefsta
tion gezonden, voorzien van den garantiebrief,
aan de keerzijde door den kooper en twee
getuigen geteekend.
Het derde monster wordt volgens de voor-
schTiften aan den handelaar gezonden.
De overige monsters worden met een anderen
lakstempel gesloten dan de weggezonden
monsters en door een der getuigen bewaard.
Zoodra de uitslag van her onderzoek bekend
geworden is, worden door een ander dan die
de eerste monsters verzonden heeft, een paar
monsters ter onderzoeking aangeboden in
private controle.
Wat het onderscheid is tussohen openbare
en private controle
Dit, dat by de eerste de koopman bekend
is en het onderzoek, wanneer men voor een
zekere som gekocht heeft, niet behoeft betaald
te worden.
By private controle weet het proefstation
den verkooper niet en de inzender moet voor
het onderzoek betalen.
Na eenigen tyd ontvangt gg den uitslag van
dit tweede onderzoek.
Als gy nwe monsters goed genomen hebt,
zult ge verbaasd staan over de geiyke uit
komst van beide onderzoekingen.
Zyt ge nog niet overtuigd, noemt gij die
overeenstemming toevallig, gaat ge in uwe
halsstarrigheid zoover, dat ge durft vermoeden,
dat men aan het station dit tweede monster
herkend heeft als een broertje van hst mon
ster dat 14 ®n meer dagen geleden werd inge
zonden, laat dan door een vriend of een
kennis, of door een kennis van een vriend,
Om zich te overtuigen, hoe 't het onafgebroken
streven van de directeuren der Kijkslandbouwproef-
stations is, om den landbouwers tot betrouwbare raad
gevers te zijn, leze men het waardige antwoord van
dr K. H. M. v. d. Zande, secretaris van het ooilege
van directeuren der Rijkslandbouwproefstations, voor.
komende in de Veldpott van 3 Maart 1.1., op een meer
dan opgewonden schrijven van den heer G. N i e b u r g Mz.
uit Reeuwijk, voorkomende in het nommer van 14
Februari van hetzelfde weekblad.
Jochem en de paarden, er is een ongeluk ge
beurd, by mot dadeiyk na 't spoor. O, God
dat overleef ik niet".
Op Ida's kamer lag een brief, met het ver
zoek om haar gosd te bewaren tot zg er om
schreef en nog een groet en een woord van
dank. Juffrouw Martinaen wilde zelf naar den
trein, maar zg was niet op loopen ingericht.
Twee togen er op weg. Lena naar Martin-
sen Doortje naar de halt. Lena ging lang
zaam; want zy wilde dat meneer met den
wagen niet eerder kwam dan de trein. Doortje
was de juffrouw welgezind. Zg liep wat ze
kon en ze kon zoo loopen 1
„Waarom wil ze weg dacht ze onder-
wgl, „lederen Zondag krentemik en in de week
ook dan hoef je toch niet weg te loopen 1
Maar ze is goed. Wat had ze een zaoht handje
toen ze me aaide. Goed is zy." Doortje liep,
Doortje waadde door de beek, Doortje kroop
door de heggen.
„Fluit de trein daar niet? Hy fluit 1
Hy fluitNee, dat is ie niet. Maar nu, voor
uit 1 voortt voort!",
Ida stond op het perron van de kleine ver
laten halte. Zg had een kaartje tot Büchen,
daarheen bestelde haar de dépêche van hare
beminneiyke reisgenoote van de eerste reis;
daar splitste zich de trein en van daar ging
zy de wyde wereld in.
De trein moest direct komen. En hy kwam.
De locomotief floot, maar de trein stopte niet
hy snorde voorbij Wat was dat?
De baanwachter zag dat het stopsignaal
die onder een ander rykslandbouwproefstation
ressorteert, een monster in private contróle
naar dat andere rykslandbouwproefstation
zenden.
Eu wederom zult ge verbaasd staan over
de overeenkomst van de drie analyses.
Wie na zoo'n proefneming, die hy desnoods
twee en meermalen herbalen kan, nog niet
overtuigd is vau de juistheid en de rechtvaar
digheid van het onderzoek aan de ryksland
bouwproefstation», die is voor geen overtui
ging vatbaar.
Gij begrypt geachte lezers, dat zulke proeven
meer dan eens genomen zijn en ge ziet van
hier, dat, als de kooplui er maar een vinger
hadden kunnen tussohen krijgen, al was het
dan ook maar een klein kiuderpinkje geweest,
de dag- en weekbladen er van zouden
gewaagd hebben.
Want vreest de eerlijke, aoliede koopman
geen onderzoek, integendeel verlangt hy naar
een onpartydig oordeel, omdat daardoor zijne
soliditeit bevestigd wordt en zgn debiet
natuuriyk moet vermeerderen, den knoeier,
den concurrent, die de mogeiykheid van leveren
tegen lagere prijzen zoekt in eene vermenging
met nagenoeg waardelooss besfeanddeelen, zijn
de rybslandbouwproefatations doornen niet
alleen in het vleesch, maar ook in het oog,
geene splinters maar nog meer dan Noorache
balken.
Daarom hebben ze, bouwende op de licht
en goedgeloovigheid van hunne afnemers, eene
soort van onverschilligheid tegenoverzelfs
wantrouwen in de rijkslaudfoouwproefstations
weten levendig te houden, die in het belang van
landbouw en veeteelt niet te spoedig kunnen
worden opgeruimd.
Daartoe bestaat ook weder een heel een
voudig middel.
Geen enkele landbouwer, geen enkele vee
houder moest zijne meatstoffan, zijne zaden,
zijne voedermiddelen koopen by kooplui, die
niet onder openbare controle staan.
„Maar die openbare controle beteekent niets,"
zegt de koopman, die zich daaraan wil blijven
onttrekken.
Als ze zoo weinig beteekent, kan het hem
geene moeite veroorzaken zich daaronder te
stellen.
„Maar de openbare oontröle maakt lieve
vriendjes."
Dat dan de vijand! dier controle zich ook
beyvere om tot de vriendjes te behooren,
namely k tot die soort vun vrienden, op wier
gedrag niets te zeggen valt.
„Maar de openbare contrö'e jaagt den koop
man op noodelooze kosten en maakt hem het
uitoefenen van zyn bedrijf moeilgk."
Het eerste is volstrekt niet waar en het
tweede is alleen waar, wanneer men vóór
uitoefenen het woordje oneerlijk inlasoht.
Dit willen wij in het slot onzer verhandeling
nog trachten duidelijk te maken.
WERKSTAKING Vfê ROTTERDAM.
De toestand wac tot Vrijdagavond onver
anderd, eenige vaste bootwerkers hebben den
arbeid hervat en van buiten komen clubjes,
mannen om den arbeid der bootwerkers te
verrichten.
Heden is aan de cargadoors en readers
aldaar een schaven verzonden, namens het
bestuur der federatie, met uitnoodiging om
Maandag eene gecombineerde vergadering te
houden, ten einde te trachten tot een vergelijk
te komen.
Ia den afgeloopen nacht is allerwege een
biljet aangeplakt, met groote letters gedrukt
em uitgaand e van het Algemeen Nederlmdsch
Werkliedenverbond, waarin een dringend beroep
wordt gedaan, zoowel op de werklieden als op
de werkgevers, om de staking spoedig te doen
eindigen.
Te Amsterdam stonden Vrijdagmiddag
ongeveer 100 bootwerkers gereed om naar
Rotterdam te vertrekken en daar te werken
op een loon van f15 per week met vrjjjen kost
en inwoning.
Te Zwyndrecht kwam Donderdagochtend
in de vroegte eene boot om werklieden voor
Rotterdam in te nemen. Reeds waren enkelen
aan boord gegaan en waren anderen gereed
neergevallen was en onderzocht de paal. Er
moest iets niet in orde zgn.
„Eomt er nog een trein?" vroeg Ida,
„Dit is de laatste in die richting."
Wat nn? Naar Beriyn? Neen. Naar Marie
Winzinger Die kon haar ook niet helpen.
Naar Martinhagen Wat zou dat armoedig
staan. Zy wilde de wyde wereld in. Wat zou
ze beginnen Daar kwam een voertuig den
hoek om. Dat waren de Martissers. Hy mende
en zijn vrouw zat met een heer, dien zy niet
kende, achterin. Juffrouw Martinaen wuifde
met haar zakdoek. De paarden waren met
schuim overdekt.
„Goddank! het is niet te laat," riep de
juffrouw. „Ida, je biyft bg ons. Je mag niet weg."
Ida wist niet hoe ze 't had. zy wilde
vluchten en nu hielden de armen van juffrouw
Martinson haar omklemd; zy wilde Martin-
hagen niet meer zien en nu reed zy er weer
heen. Zy had zich in gedachten gevleid dat
zy met het afschuweiyke verleden afgedaan
had, en een vrooUjke toekomst tegemoet ging.
Had de trein gestopt, dan was haar wensch
vervuld. Zg werd door het ongeluk vervolgd.
Waarom verzette zy zich niet Waarom liet
zy zich leiden en keerde terug? Zij wilde
zich verzetten, maar had er de kracht niet toe.
Er lag zooveel liefde, zooveel goedheid in die
bezorgdheid voor haar, dat alle tegenstand
er voor wegsmolt, alsof er olie op een onstui
mige zee wordt geworpen.'
Toen zij thuis waren, verzocht de vreemde
beer Ida om een onderbond. My vroeg of zy
dit voorbeeld te volgen, toen op het gezicht
eener boot met werkstakers hun de schrik om
het hart sloeg en zg weigerden mee te gaan.
Uit Antwerpen werd Donderdag gemeld, dat,
tengevolge van de werkstaking in Rotterdam,
vele schepen, die daarheen bestemd zyn, hun
lading in Antwerpen wiMen lossen. Er is daar
reeds een schip met 7000 ton erts aangekomen;
in den loop der week verwacht men nog 52
stoom- en 20 zeilschepen uit Rotterdam. Men
vreest, dat de bond van Autwerpsche boot
werkers zich met de Rotterdamsche stakers
solidair zal verklaren en het werken op
schepen, die uit Rotterdam komen, zal ver
bieden.
Nader verneemt men dat lossers, die bezig
waren de met erts geladen stoomboot «Scandia
te lossen, weigerden daarmede voort te gaan,
toen zy vernamen dat de boot te Rotterdam
had moeten ontladen worden.
Te Delft worden, tengevolge van de werk
stakingen te Rotterdam, de groene komkom
mers, die daar in den omtrek in groote massa's
worden gekweekt, aan het station dageiyks
ingeladen en direot naar Duttschland verzonden.
Vroeger geschiedde deze verzending per sohnit
naar Rotterdam en verder per sleeper naar
het station aldaar.
In het Westland ia de toestand weer zoo
goed als normaal.
Het vertrouwen is by de kooplui wederge
keerd, en daardoor de lust by den tuinder.
Daarentegen is door de werkstaking de uit
voerhandel op Engeland in boschbessen te
G roesbeek geheel geBtaakt. Dit is voor die
gemeente een groote schade, daar deze handel
in den zomer voor een groot gedeelte der be
volking de voornaamste bron van inkomsten is.
De afdeeling Rotterdam van Patrimonium
had Vrydag 6 Juli aan eene commissie opge
dragen een onderzoek in te stellen naar de
oorzaken der werkstaking èn den toestand die
daartoe aanleiding gaf.
Deze oommissie bracht Woensdag avond een
uivoepig verslag uit.
Teneinde een onpartydig en grondig oordeel
te kunnen vormen, had de commissie zich ge
wend tot het bestuur der federatie, tot den
heer Jan Visser, voorzitter der ontbonden
commissie vau cargadoors en tot de directie
der Holland-Amerika Ujn. Omstandig werd
in het rapport elk onderhoud medegedeeld,
en een breedvoerig historisch verloop der
staking met de daaraan voorafgaande confe
renties met de cargadoors gegeven.
Na een langdurige discussie werd door de
zeer druk bezochte vergadering, met byna
algemeens stemmen, aangenomen de volgende
conclussie, door de commissie voorgesteld
De ChriBt. Werkl. Vereeniging Bid en Werk,
afd. Rotterdam, van het Nederlandech- werk
lieden verbond Patrimonium, saamgekomen in
een buitengewone vergadering op 11 Juli 1900,
in Oppert 149, aldaar;
„gehoord het rapport der oommissie van
onderzoek inzake de werkstaking ondar de
bootwerkers, neemt met smarts kennis van
de ellendige toestanden, aangetroffen in het
bootwerk en aanverwante vakken, ze be
schouwende als een noodzakelijk gevolg van
het totale gebrek aan eenige organisatie van
den arbeid in 't algemeen en van het boot-
werkbedrjjf in 't bijzonder, is vau meeaing, dat
door het treffen eener wetteiyke finale rege-
ing, die zoowel de rechten en plichten der
arbeiders, als die van de werkgevers bepaalt,
slechts volledige verbeteringen dier toestanden
komen zal (reden, waarom ze by deze de
regeering met nadruk op hare verplichtingen
wyet);
verklarende dat by gemis aan eenig arbeida
contract en tengevolge van het heersehen der
revolutionaire vryheid, waardoor elk werk
gever het recht heeft zgn arbeiders om hem
geldende redenen op staanden voet te ontslaan,
den arbeider werkstaking geoorloofd is, zoo-
dra elk ander middel, ter verbetering van zyn
toestand aangewend, gefaald heeft;
erkent dat de motieven, die geleid hebben tot
deze* staking, wettig zyn als men weet, dat de
eischen der bootwerkers zijneenige zekere
waarborg voor het behoud der door hen één'
maal verkregen rechten, beperking van den
al in Hamburg geweest was, of zy daar familie
had, en van lieverlede vernam hy hoe de
kennis gemaakt was. Hij hoorde ook het
aanbod om een betrekking te bezorgen, van
de afspraak, hoe zij elkaar zouden verstaan,
totdat de man alles wist wat hy weten moeBt.
„Zoudt gij dit alles voor het gerecht
willen herhalen?'!
„Voor het gerecht?" riep Ida ver
schrikt uit.
„Ja, mejuffrouw. Die dame ia nameiyk
een allergemeenste zielverkoopster en nu heb
ben wy haar eindeiyk te pakken. Zij wist
tot nog toe altyd te ontkomen en het zoo in
te richten dat men haar niets doen kon. Als
de jonge meisjes eerst in Amerika zyn of in
Conatantinopel, is ze zeker dat zg niet klagen,
omdat zy met hare schande niet weer in het
vaderland terug durven komen. Wat had ze
u voor een betrekking beloofd?"
„Juffrouw van gezelschap in een voor
naam huis."
„Buffetjuffrouw zou juister geweest zijn!"
zei de man lachend.
Ida's trots kwam in verzet. Zy verfoeide
immers Van Ruiter het meest, omdat hy zich
met zoo iemand ingelaten had. Eu dan daar
mee op een Ujn het was afochuweiyk
„En dat was nog niet het ergste", ging
de man voort„daar ginds zinkt men gauw en
wie dan diep in den drek zit, komt er nooit
meer uit.'!
„Zy wees mg diamanten die haar uit
dankbaarheid geschonken waren", zei Ida, de
zwaren arbeidsdag tot 12 uur en geleidelijke
afschaffing van nacht- en Zondagsarbeid (die
door en langs gewonen weg niet te verkrygen
zyn");
en geeft mitsdien by dezen haren leden de
volle vryheid van handelen, voor zooverre
hun beginsel, getoetst aan den woorde Gods,
dit gedoogt."
Het rapport zal gedrukt en de conoinsie in
de stad overal aangeplakt worden.
Naar men verneemt, zyn de personen in
de Engelenburgatraat,in Den Haag, die na
het gebruik van varkensvleeseh ernstig onge
steld waren geworden, thans nagenoeg geheel
hereteld.
Te Den Helder zyn Vrijdagavond twee
ongesprongen granaten, tegen het verbod van
de overheid in, door vletterlieden uit zee aan
gebracht en onvoorzichtig behandeld, op den
Zeedyk ontploft. Drie vletterlieden zyn gedood,
acht zwaar en drie licht gekwetst. Van de
dooden zyn twee hoofden van gezinnen; de
een laat elf, de andere vier kinderen na. Het
ongelnk heeft in de gemeente heel wat ont
roering gewekt.
Een schipper op Texel is het gelukt een
levende brninvisch te bemachtigen, wat zeker
tot de zeldzaamheden behoort, daar deze die
ren niet licht te verschalken zyn. Het dier is
te bezichtigen op de ondheden-tentoonstelling
te Oudeschild.
Naar gezegd wordt, heeft de moordenaar
der weduwe B. te Utrecht niet het voornemen
gehad de oude dame te dooden.
Hy had de bedoeling haar bewusteloos te
maken, ten einde op die manier het geld te
kunnen nemen, dat mej. B. hem niet wilde
geven.
In dienst van de Staatsspoorwegen zyn
wederom gesteld 5 locomotieven, die alle
andere in grootte en doelmatigheid overtreffen.
Een proefrit w met succes gehouden.
Deze machines zyn uitsluitend bestemd voor
den dienBt op de lyn VlissingenHamburg.
Te Zutphen zag men des nachts een, met
een boom geladen wagen, door een paard
voortgetrokken, maar zonder voerman. Na
onderzoek vond men den man buiten dood aan
den weg liggen. De overledene, die een weduwe
met 2 kinderen nalaat, is waarsehyniyb, slaperig
geworden, van den wagen gevallen en overreden.
Te Enschede ontstond Vrijdagmorgen brand
in de maehinegebonwen der gasfabriek aan
den Zuiderhagen, die een oogenblik ernstige
gevolgen liet vreezen. Gelukkig werd hy
echter door de brandweer gebluBoht en be
paalde zich tot de gebouwen. Deze hebben
meer dan de machinerieën geleden. Verzeke
ring dekt de schade.
Te Rotterdam ia een 6-jarig en te Zeven»
huizen (Gr.) een 4-jarig knaapje verdronken.
Donderdag werd aan een te Parys wo°
nend heer in een trein, tusschen Roozendaal
en Antwerpen, een portefeuille met 300 fr.
ontrold. Men zy op zyne hoede
Men beweert nn dat Sipido toeh kan
uitgeleverd worden. Het arrest van het
assisenhof heeft hem nameiyk aan het vader-
lyk gezag onttrokken, om hem te stellen onder
de voogdy van den Slaat. Sipido zon das op
enkel bevel van een magistraat der politie
zelfs zonder dat de nitleveringsformaliteiten
vervuld worden naar België knnnen ge
zonden worden.
Nu zal Brussel gauw eene groote see-
haven zyn! Men heeft er nameiyk in de Wille;
broek ache vaart een echten, springlevenden zee
hond gevangen, zoo meldt het E. v. A. Dat
zal eene zware concurrentie doen aan de
plezierbooten, die nu en dan van Antwerpen
naar Vlissingen varen en waar de aan boord
zynde Brusselaars bewonderend de zeehonden
aangaapten, die zich op de zandbanken van
Bath en Walsoorden in de zon lagen te
koestaren. Zij kannen thans dit beest in eene
herberg vau Molenbeek iu een tobbe zien
zwemmen.
Onder een vloer in een der Parijsoha
tentoonstellingsgebouwen vond men twee
daozen met 400 gram mynkruit. 't Zon niets
zyn geweest als het pnbliek gerucht er niet
twee kisten dynamiet en een soort aanslag
van had gemaakt.
De gemeenteraad van Breslau heeft be-
party der vrouw nemende.
„Liever water en brood en lompen dan
zulke diamanten; daar kleeft zonde aan,
wanhoop en vloek. Het wyf heeft u voorge
logen, zooals zoovelen vóór u, dochters vau
fatsoenlijke lieden, die niets van de wereld
afwisten en nu het uitvaagsel der mensohheid
zyn. Gy zyt aan een groot gevaar ontsnapt
vergeet dat nooit."
Toen de man weg was, kwam juffrouw Mar
tinson binnen. Ida vloog naar baar toe, viel
haar te voet en verborg haar gelaat in de
plooien van haar japon. H»re wangen gloei
den van schaamte, hare tranen vloeiden rij
kelijk.
„Ida, Ida, zoo niet", riep juffrouw Mar
tinson en trachtte haar op te richten, maar
Ida omklemde snikkend hare knieën.
„Wy hebben ook schuld. Het was niet
goed dat we u bij ons namen, 't was te veul
verlangd hier bi ons buiten, maar we hebbe
der geen erg in gehad. Het was ter wille van
de kinders!"
„O, gy zyt zoo goed. Ik verdien uw
medeiyden niet. Ik heb in stilte over u go-
spot, u onvergeeflijk beoordeeld. Ik ben uw
goedheid niet waard."
„Neen, Ida. Rom, kind, kom." Met
geweld trok zy haar in de hoogte. Zy was
sterk. „Morgen nemen we dat boek en steken
het in den kachel, dan is het uit de wereld.
Nie waar Idatje? Dan denken we der heele»
maal niet meer aan en alles blieft by het olie.'!
Was dat dat afschuweiyke plat Dultsch?