Bleltopcle Coral FEUILLETON. MARTINHAGEN. Verschillende Berichten. BIJVOE0SEL VAN DE YAH Maandag 16 Juïi 1900, no 165. Zaad-contróle. III. Se vraag, waarmede wij ons vorig opstel besloten, hebben wij menigmaal gehoord en wij weten, dat zij door kooplieden, die niet onder controle staan, herhaaldelijk aan hunne afnemers is voorgelegd, eenvoudig om te be wijzen, dat de controle te Wageningen van lui, die onder de openbare controle staan, feiteiyk vau nul en geener waarde is. De kooplieden onder oontröle worden voorgesteld als de vriend jes van de heeren van het proef station en o „bij de vriendjes wordt natuurlijk niet al te nauw toegezien." Die woorden vinden geloof, al worden ze dan ook maar gefluisterd; en een gevolg daarvan ia, dat in de inrichting te Wageningen niet algemeen dat vertrouwen wordt gesteld, dat zy zich ten volle heeft waardig gemaakt. Het is waar, de garantiebrief wordt door den koopman ouder teekefifl, de verfcooperB zyn dus te Wageningea bekend, maar waarom zijn die bekend? Om geene andere redenen dan om zich daar te kunnen overtuigen, dat de personen, die zich onder openbare controle gesteld hebben, geheel voldoen aan de verplichtingen, die elk solied koopman onverplicht op zich moest nemen, nl. om voor dadelijke betaling de waar te leveren, die gevraagd wordt, onver mengd, onbedorven en onvervalscht. Waarom sgn de rijkslandbouwproefstations opgericht NergeaB andera om, dan om een einde te maken aan de vele knoeteryenwaaraan de handel en de nijverheid zich ten nadeele van hunne cliëuteele schuldig maakten, teneinde zich de grootst mogelgke winsten te verschaffen. Wat hebben de rijkslandbouwproefstations aan het licht gebracht; wat brengen zij nog dag aan dag aan het licht Niet meer of niet minder, dan dat nog tel kens beproefd wordt den landbouwer allerlei prullen voor goede waar in de hand te stop pen; men herinnere zich slechts de mededee- lingen van dr S waving, directeur aan het r ij feslaud bouwproefstation te Goes, geplaatst in het Maandblad der Maatschappij van Land bouw en ook in dit blad overgenomen. Maar laat ons kort zijn. Da rykslandbouwproefatatïons leveren nog herhaaldelijk bewijzen, dat de kooplieden, en niet alleen zij, maar ook de nijverheidsmannen hunne producten vervalsohen; dat velen hunner niet terugdeinzen voor het schromelijkat be drog. Dat leert ons, dat wij op onze hoede moeten zij n by het koopen van iets, ondanks de mooie advertenties en de nog veel mooiere aanbevelingen van zoogenaamde verbruikers en deskundigen, die vaak de geheime, goed gesalariëerde agenten of handlangers van fabrikant en verkooper zijn. Daar tegenover stellen wij een andere vraag. Is er al ooit eenig feit van knoeier ij, be dreven door iemand, die aan een rijkoland- bouwproefstation werkzaam is, aan bet licht gebracht Ons ia er geen enkel bekend en we houden ons aanbevolen voor ie mededeelang er van, als men er een weet. Er wordt wel gefluisterd, dat zQ daar mis schien lieve vriendjes hebben er wordt wel eens geïnsinueerd, dat men voor geld overal veel gedaan kan krijgen, maar al die laster praatjes uit gesprekken onder vier, hoogstens zes oogen, zijn nog geen afkeurend schouder ophalen waard. Wij vragen eenvoudig een feit. En zoolang dat feit blijft ontbreken, of, als zich een feit voordoet, dat feit niet ongestraft bljjft, hechten wy een 21 Uit het DuitscJi. VAN JULIUS STIJN DE. vn. eerste terugkomst. De kinderen kwamen terug„zy is nergens te vinden,maar Doortje zegt: ze is met een reistaich het bosch ingegaan," «Dan is ze na de trein «Hoe laat gaat die Juffrouw Martinaen keek op de blok. „Over twintig minuten. Dan is ze weg." «Eu dan is zy verloren. Wie weet waar ze afgehaald wordt; zeker niet in Hamburg. Die zijn veel te slim. Eau niemand haar achterna gaan?" „Zy zijn allemaal op bet veld. Eer ik daar been stuur en er een komt, is het spoor weg. Einders, kinders als de juffrouw met het spoor gaat, leg mij dan in myn graf. Dan is het myn schuld. Wij zijn te hard tegen haar wést". „Moeder, Doortje kan zoo loopen en die weet de naaBte weg", „Laat Doortje loopan wat ze kani Maar gauw! Lena, baal meneer van '6 veld en onbepaald vertrouwen in de zaadcontröle te Wageningen. Zoolang de onderzoekingen aan de ryksland- bouwproefstations getuigenis bUjven afleggen van herhaaldelijk gepleegd bedrog, ontraden wy iedereen zaad, mest of voeder middelen te koopen, tenzy onder voorwaarde van nader onderzoek aan het daarvoor aan gewezen rykslandbouwproefstation „Maar" Alweer zoo'n maar „Maar, hoe kan men eenig feit inbrengen ten laste van de beambten van een der land bouwproefstations? De heeren daar beslissen, en daarmee is het uit 1" Gewooniyk wordt zoo'n vraag gedaan door iemand, die zelf heel wel weet, hoe men onregelmatigheden by de onderzoekingen aan het licht kan brengen, maar die door zoo'n vraag zyrn hoorder, die het wellicht niet weet, hoopt te overbluffen en[daardoor aan te toonen want overbluffen is ook een soort van bewys dat de rykslandbouwproefstations niet te eontróleeren zijn. De brutalen adres aan de kwakzalvers hebben de halve wereld. Laten wjj u een middeltje aan de hand doen, om u voor goed van de juistheid en van de eeriykheid van de zaad-controle en van eenig onderzoek aan elk ander landbouwproefstation te overtuigen, een middeltje, door ons vóór jaren ook toegepast, niet omdat toy twjjfelden aan de eerlijkheid der ambtenaren, maar omdat we anderen, die er aan twyfelden, het bewgs wilden leveren, dat men de daar verrichte analyses volkomen vertrouwen kan. Men koope eenige meststof, eenig voeder- middel of] zaad bij een koopman, die onder openbare oontröle staat. Van het gekochte wordt op de wijze, zooaio znlks voorgeschreven is, een groot monster genomen, groot genoeg om het in zes of zeven porties te verdoelen. Twee der monsters worden, behooriyk ver pakt, franco naar het rykslandbouwproefsta tion gezonden, voorzien van den garantiebrief, aan de keerzijde door den kooper en twee getuigen geteekend. Het derde monster wordt volgens de voor- schTiften aan den handelaar gezonden. De overige monsters worden met een anderen lakstempel gesloten dan de weggezonden monsters en door een der getuigen bewaard. Zoodra de uitslag van her onderzoek bekend geworden is, worden door een ander dan die de eerste monsters verzonden heeft, een paar monsters ter onderzoeking aangeboden in private controle. Wat het onderscheid is tussohen openbare en private controle Dit, dat by de eerste de koopman bekend is en het onderzoek, wanneer men voor een zekere som gekocht heeft, niet behoeft betaald te worden. By private controle weet het proefstation den verkooper niet en de inzender moet voor het onderzoek betalen. Na eenigen tyd ontvangt gg den uitslag van dit tweede onderzoek. Als gy nwe monsters goed genomen hebt, zult ge verbaasd staan over de geiyke uit komst van beide onderzoekingen. Zyt ge nog niet overtuigd, noemt gij die overeenstemming toevallig, gaat ge in uwe halsstarrigheid zoover, dat ge durft vermoeden, dat men aan het station dit tweede monster herkend heeft als een broertje van hst mon ster dat 14 ®n meer dagen geleden werd inge zonden, laat dan door een vriend of een kennis, of door een kennis van een vriend, Om zich te overtuigen, hoe 't het onafgebroken streven van de directeuren der Kijkslandbouwproef- stations is, om den landbouwers tot betrouwbare raad gevers te zijn, leze men het waardige antwoord van dr K. H. M. v. d. Zande, secretaris van het ooilege van directeuren der Rijkslandbouwproefstations, voor. komende in de Veldpott van 3 Maart 1.1., op een meer dan opgewonden schrijven van den heer G. N i e b u r g Mz. uit Reeuwijk, voorkomende in het nommer van 14 Februari van hetzelfde weekblad. Jochem en de paarden, er is een ongeluk ge beurd, by mot dadeiyk na 't spoor. O, God dat overleef ik niet". Op Ida's kamer lag een brief, met het ver zoek om haar gosd te bewaren tot zg er om schreef en nog een groet en een woord van dank. Juffrouw Martinaen wilde zelf naar den trein, maar zg was niet op loopen ingericht. Twee togen er op weg. Lena naar Martin- sen Doortje naar de halt. Lena ging lang zaam; want zy wilde dat meneer met den wagen niet eerder kwam dan de trein. Doortje was de juffrouw welgezind. Zg liep wat ze kon en ze kon zoo loopen 1 „Waarom wil ze weg dacht ze onder- wgl, „lederen Zondag krentemik en in de week ook dan hoef je toch niet weg te loopen 1 Maar ze is goed. Wat had ze een zaoht handje toen ze me aaide. Goed is zy." Doortje liep, Doortje waadde door de beek, Doortje kroop door de heggen. „Fluit de trein daar niet? Hy fluit 1 Hy fluitNee, dat is ie niet. Maar nu, voor uit 1 voortt voort!", Ida stond op het perron van de kleine ver laten halte. Zg had een kaartje tot Büchen, daarheen bestelde haar de dépêche van hare beminneiyke reisgenoote van de eerste reis; daar splitste zich de trein en van daar ging zy de wyde wereld in. De trein moest direct komen. En hy kwam. De locomotief floot, maar de trein stopte niet hy snorde voorbij Wat was dat? De baanwachter zag dat het stopsignaal die onder een ander rykslandbouwproefstation ressorteert, een monster in private contróle naar dat andere rykslandbouwproefstation zenden. Eu wederom zult ge verbaasd staan over de overeenkomst van de drie analyses. Wie na zoo'n proefneming, die hy desnoods twee en meermalen herbalen kan, nog niet overtuigd is vau de juistheid en de rechtvaar digheid van het onderzoek aan de ryksland bouwproefstation», die is voor geen overtui ging vatbaar. Gij begrypt geachte lezers, dat zulke proeven meer dan eens genomen zijn en ge ziet van hier, dat, als de kooplui er maar een vinger hadden kunnen tussohen krijgen, al was het dan ook maar een klein kiuderpinkje geweest, de dag- en weekbladen er van zouden gewaagd hebben. Want vreest de eerlijke, aoliede koopman geen onderzoek, integendeel verlangt hy naar een onpartydig oordeel, omdat daardoor zijne soliditeit bevestigd wordt en zgn debiet natuuriyk moet vermeerderen, den knoeier, den concurrent, die de mogeiykheid van leveren tegen lagere prijzen zoekt in eene vermenging met nagenoeg waardelooss besfeanddeelen, zijn de rybslandbouwproefatations doornen niet alleen in het vleesch, maar ook in het oog, geene splinters maar nog meer dan Noorache balken. Daarom hebben ze, bouwende op de licht en goedgeloovigheid van hunne afnemers, eene soort van onverschilligheid tegenoverzelfs wantrouwen in de rijkslaudfoouwproefstations weten levendig te houden, die in het belang van landbouw en veeteelt niet te spoedig kunnen worden opgeruimd. Daartoe bestaat ook weder een heel een voudig middel. Geen enkele landbouwer, geen enkele vee houder moest zijne meatstoffan, zijne zaden, zijne voedermiddelen koopen by kooplui, die niet onder openbare controle staan. „Maar die openbare controle beteekent niets," zegt de koopman, die zich daaraan wil blijven onttrekken. Als ze zoo weinig beteekent, kan het hem geene moeite veroorzaken zich daaronder te stellen. „Maar de openbare oontröle maakt lieve vriendjes." Dat dan de vijand! dier controle zich ook beyvere om tot de vriendjes te behooren, namely k tot die soort vun vrienden, op wier gedrag niets te zeggen valt. „Maar de openbare contrö'e jaagt den koop man op noodelooze kosten en maakt hem het uitoefenen van zyn bedrijf moeilgk." Het eerste is volstrekt niet waar en het tweede is alleen waar, wanneer men vóór uitoefenen het woordje oneerlijk inlasoht. Dit willen wij in het slot onzer verhandeling nog trachten duidelijk te maken. WERKSTAKING Vfê ROTTERDAM. De toestand wac tot Vrijdagavond onver anderd, eenige vaste bootwerkers hebben den arbeid hervat en van buiten komen clubjes, mannen om den arbeid der bootwerkers te verrichten. Heden is aan de cargadoors en readers aldaar een schaven verzonden, namens het bestuur der federatie, met uitnoodiging om Maandag eene gecombineerde vergadering te houden, ten einde te trachten tot een vergelijk te komen. Ia den afgeloopen nacht is allerwege een biljet aangeplakt, met groote letters gedrukt em uitgaand e van het Algemeen Nederlmdsch Werkliedenverbond, waarin een dringend beroep wordt gedaan, zoowel op de werklieden als op de werkgevers, om de staking spoedig te doen eindigen. Te Amsterdam stonden Vrijdagmiddag ongeveer 100 bootwerkers gereed om naar Rotterdam te vertrekken en daar te werken op een loon van f15 per week met vrjjjen kost en inwoning. Te Zwyndrecht kwam Donderdagochtend in de vroegte eene boot om werklieden voor Rotterdam in te nemen. Reeds waren enkelen aan boord gegaan en waren anderen gereed neergevallen was en onderzocht de paal. Er moest iets niet in orde zgn. „Eomt er nog een trein?" vroeg Ida, „Dit is de laatste in die richting." Wat nn? Naar Beriyn? Neen. Naar Marie Winzinger Die kon haar ook niet helpen. Naar Martinhagen Wat zou dat armoedig staan. Zy wilde de wyde wereld in. Wat zou ze beginnen Daar kwam een voertuig den hoek om. Dat waren de Martissers. Hy mende en zijn vrouw zat met een heer, dien zy niet kende, achterin. Juffrouw Martinaen wuifde met haar zakdoek. De paarden waren met schuim overdekt. „Goddank! het is niet te laat," riep de juffrouw. „Ida, je biyft bg ons. Je mag niet weg." Ida wist niet hoe ze 't had. zy wilde vluchten en nu hielden de armen van juffrouw Martinson haar omklemd; zy wilde Martin- hagen niet meer zien en nu reed zy er weer heen. Zy had zich in gedachten gevleid dat zy met het afschuweiyke verleden afgedaan had, en een vrooUjke toekomst tegemoet ging. Had de trein gestopt, dan was haar wensch vervuld. Zg werd door het ongeluk vervolgd. Waarom verzette zy zich niet Waarom liet zy zich leiden en keerde terug? Zij wilde zich verzetten, maar had er de kracht niet toe. Er lag zooveel liefde, zooveel goedheid in die bezorgdheid voor haar, dat alle tegenstand er voor wegsmolt, alsof er olie op een onstui mige zee wordt geworpen.' Toen zij thuis waren, verzocht de vreemde beer Ida om een onderbond. My vroeg of zy dit voorbeeld te volgen, toen op het gezicht eener boot met werkstakers hun de schrik om het hart sloeg en zg weigerden mee te gaan. Uit Antwerpen werd Donderdag gemeld, dat, tengevolge van de werkstaking in Rotterdam, vele schepen, die daarheen bestemd zyn, hun lading in Antwerpen wiMen lossen. Er is daar reeds een schip met 7000 ton erts aangekomen; in den loop der week verwacht men nog 52 stoom- en 20 zeilschepen uit Rotterdam. Men vreest, dat de bond van Autwerpsche boot werkers zich met de Rotterdamsche stakers solidair zal verklaren en het werken op schepen, die uit Rotterdam komen, zal ver bieden. Nader verneemt men dat lossers, die bezig waren de met erts geladen stoomboot «Scandia te lossen, weigerden daarmede voort te gaan, toen zy vernamen dat de boot te Rotterdam had moeten ontladen worden. Te Delft worden, tengevolge van de werk stakingen te Rotterdam, de groene komkom mers, die daar in den omtrek in groote massa's worden gekweekt, aan het station dageiyks ingeladen en direot naar Duttschland verzonden. Vroeger geschiedde deze verzending per sohnit naar Rotterdam en verder per sleeper naar het station aldaar. In het Westland ia de toestand weer zoo goed als normaal. Het vertrouwen is by de kooplui wederge keerd, en daardoor de lust by den tuinder. Daarentegen is door de werkstaking de uit voerhandel op Engeland in boschbessen te G roesbeek geheel geBtaakt. Dit is voor die gemeente een groote schade, daar deze handel in den zomer voor een groot gedeelte der be volking de voornaamste bron van inkomsten is. De afdeeling Rotterdam van Patrimonium had Vrydag 6 Juli aan eene commissie opge dragen een onderzoek in te stellen naar de oorzaken der werkstaking èn den toestand die daartoe aanleiding gaf. Deze oommissie bracht Woensdag avond een uivoepig verslag uit. Teneinde een onpartydig en grondig oordeel te kunnen vormen, had de commissie zich ge wend tot het bestuur der federatie, tot den heer Jan Visser, voorzitter der ontbonden commissie vau cargadoors en tot de directie der Holland-Amerika Ujn. Omstandig werd in het rapport elk onderhoud medegedeeld, en een breedvoerig historisch verloop der staking met de daaraan voorafgaande confe renties met de cargadoors gegeven. Na een langdurige discussie werd door de zeer druk bezochte vergadering, met byna algemeens stemmen, aangenomen de volgende conclussie, door de commissie voorgesteld De ChriBt. Werkl. Vereeniging Bid en Werk, afd. Rotterdam, van het Nederlandech- werk lieden verbond Patrimonium, saamgekomen in een buitengewone vergadering op 11 Juli 1900, in Oppert 149, aldaar; „gehoord het rapport der oommissie van onderzoek inzake de werkstaking ondar de bootwerkers, neemt met smarts kennis van de ellendige toestanden, aangetroffen in het bootwerk en aanverwante vakken, ze be schouwende als een noodzakelijk gevolg van het totale gebrek aan eenige organisatie van den arbeid in 't algemeen en van het boot- werkbedrjjf in 't bijzonder, is vau meeaing, dat door het treffen eener wetteiyke finale rege- ing, die zoowel de rechten en plichten der arbeiders, als die van de werkgevers bepaalt, slechts volledige verbeteringen dier toestanden komen zal (reden, waarom ze by deze de regeering met nadruk op hare verplichtingen wyet); verklarende dat by gemis aan eenig arbeida contract en tengevolge van het heersehen der revolutionaire vryheid, waardoor elk werk gever het recht heeft zgn arbeiders om hem geldende redenen op staanden voet te ontslaan, den arbeider werkstaking geoorloofd is, zoo- dra elk ander middel, ter verbetering van zyn toestand aangewend, gefaald heeft; erkent dat de motieven, die geleid hebben tot deze* staking, wettig zyn als men weet, dat de eischen der bootwerkers zijneenige zekere waarborg voor het behoud der door hen één' maal verkregen rechten, beperking van den al in Hamburg geweest was, of zy daar familie had, en van lieverlede vernam hy hoe de kennis gemaakt was. Hij hoorde ook het aanbod om een betrekking te bezorgen, van de afspraak, hoe zij elkaar zouden verstaan, totdat de man alles wist wat hy weten moeBt. „Zoudt gij dit alles voor het gerecht willen herhalen?'! „Voor het gerecht?" riep Ida ver schrikt uit. „Ja, mejuffrouw. Die dame ia nameiyk een allergemeenste zielverkoopster en nu heb ben wy haar eindeiyk te pakken. Zij wist tot nog toe altyd te ontkomen en het zoo in te richten dat men haar niets doen kon. Als de jonge meisjes eerst in Amerika zyn of in Conatantinopel, is ze zeker dat zg niet klagen, omdat zy met hare schande niet weer in het vaderland terug durven komen. Wat had ze u voor een betrekking beloofd?" „Juffrouw van gezelschap in een voor naam huis." „Buffetjuffrouw zou juister geweest zijn!" zei de man lachend. Ida's trots kwam in verzet. Zy verfoeide immers Van Ruiter het meest, omdat hy zich met zoo iemand ingelaten had. Eu dan daar mee op een Ujn het was afochuweiyk „En dat was nog niet het ergste", ging de man voort„daar ginds zinkt men gauw en wie dan diep in den drek zit, komt er nooit meer uit.'! „Zy wees mg diamanten die haar uit dankbaarheid geschonken waren", zei Ida, de zwaren arbeidsdag tot 12 uur en geleidelijke afschaffing van nacht- en Zondagsarbeid (die door en langs gewonen weg niet te verkrygen zyn"); en geeft mitsdien by dezen haren leden de volle vryheid van handelen, voor zooverre hun beginsel, getoetst aan den woorde Gods, dit gedoogt." Het rapport zal gedrukt en de conoinsie in de stad overal aangeplakt worden. Naar men verneemt, zyn de personen in de Engelenburgatraat,in Den Haag, die na het gebruik van varkensvleeseh ernstig onge steld waren geworden, thans nagenoeg geheel hereteld. Te Den Helder zyn Vrijdagavond twee ongesprongen granaten, tegen het verbod van de overheid in, door vletterlieden uit zee aan gebracht en onvoorzichtig behandeld, op den Zeedyk ontploft. Drie vletterlieden zyn gedood, acht zwaar en drie licht gekwetst. Van de dooden zyn twee hoofden van gezinnen; de een laat elf, de andere vier kinderen na. Het ongelnk heeft in de gemeente heel wat ont roering gewekt. Een schipper op Texel is het gelukt een levende brninvisch te bemachtigen, wat zeker tot de zeldzaamheden behoort, daar deze die ren niet licht te verschalken zyn. Het dier is te bezichtigen op de ondheden-tentoonstelling te Oudeschild. Naar gezegd wordt, heeft de moordenaar der weduwe B. te Utrecht niet het voornemen gehad de oude dame te dooden. Hy had de bedoeling haar bewusteloos te maken, ten einde op die manier het geld te kunnen nemen, dat mej. B. hem niet wilde geven. In dienst van de Staatsspoorwegen zyn wederom gesteld 5 locomotieven, die alle andere in grootte en doelmatigheid overtreffen. Een proefrit w met succes gehouden. Deze machines zyn uitsluitend bestemd voor den dienBt op de lyn VlissingenHamburg. Te Zutphen zag men des nachts een, met een boom geladen wagen, door een paard voortgetrokken, maar zonder voerman. Na onderzoek vond men den man buiten dood aan den weg liggen. De overledene, die een weduwe met 2 kinderen nalaat, is waarsehyniyb, slaperig geworden, van den wagen gevallen en overreden. Te Enschede ontstond Vrijdagmorgen brand in de maehinegebonwen der gasfabriek aan den Zuiderhagen, die een oogenblik ernstige gevolgen liet vreezen. Gelukkig werd hy echter door de brandweer gebluBoht en be paalde zich tot de gebouwen. Deze hebben meer dan de machinerieën geleden. Verzeke ring dekt de schade. Te Rotterdam ia een 6-jarig en te Zeven» huizen (Gr.) een 4-jarig knaapje verdronken. Donderdag werd aan een te Parys wo° nend heer in een trein, tusschen Roozendaal en Antwerpen, een portefeuille met 300 fr. ontrold. Men zy op zyne hoede Men beweert nn dat Sipido toeh kan uitgeleverd worden. Het arrest van het assisenhof heeft hem nameiyk aan het vader- lyk gezag onttrokken, om hem te stellen onder de voogdy van den Slaat. Sipido zon das op enkel bevel van een magistraat der politie zelfs zonder dat de nitleveringsformaliteiten vervuld worden naar België knnnen ge zonden worden. Nu zal Brussel gauw eene groote see- haven zyn! Men heeft er nameiyk in de Wille; broek ache vaart een echten, springlevenden zee hond gevangen, zoo meldt het E. v. A. Dat zal eene zware concurrentie doen aan de plezierbooten, die nu en dan van Antwerpen naar Vlissingen varen en waar de aan boord zynde Brusselaars bewonderend de zeehonden aangaapten, die zich op de zandbanken van Bath en Walsoorden in de zon lagen te koestaren. Zij kannen thans dit beest in eene herberg vau Molenbeek iu een tobbe zien zwemmen. Onder een vloer in een der Parijsoha tentoonstellingsgebouwen vond men twee daozen met 400 gram mynkruit. 't Zon niets zyn geweest als het pnbliek gerucht er niet twee kisten dynamiet en een soort aanslag van had gemaakt. De gemeenteraad van Breslau heeft be- party der vrouw nemende. „Liever water en brood en lompen dan zulke diamanten; daar kleeft zonde aan, wanhoop en vloek. Het wyf heeft u voorge logen, zooals zoovelen vóór u, dochters vau fatsoenlijke lieden, die niets van de wereld afwisten en nu het uitvaagsel der mensohheid zyn. Gy zyt aan een groot gevaar ontsnapt vergeet dat nooit." Toen de man weg was, kwam juffrouw Mar tinson binnen. Ida vloog naar baar toe, viel haar te voet en verborg haar gelaat in de plooien van haar japon. H»re wangen gloei den van schaamte, hare tranen vloeiden rij kelijk. „Ida, Ida, zoo niet", riep juffrouw Mar tinson en trachtte haar op te richten, maar Ida omklemde snikkend hare knieën. „Wy hebben ook schuld. Het was niet goed dat we u bij ons namen, 't was te veul verlangd hier bi ons buiten, maar we hebbe der geen erg in gehad. Het was ter wille van de kinders!" „O, gy zyt zoo goed. Ik verdien uw medeiyden niet. Ik heb in stilte over u go- spot, u onvergeeflijk beoordeeld. Ik ben uw goedheid niet waard." „Neen, Ida. Rom, kind, kom." Met geweld trok zy haar in de hoogte. Zy was sterk. „Morgen nemen we dat boek en steken het in den kachel, dan is het uit de wereld. Nie waar Idatje? Dan denken we der heele» maal niet meer aan en alles blieft by het olie.'! Was dat dat afschuweiyke plat Dultsch?

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1900 | | pagina 5