MIDDELBURGSCHE COURANT. 1900. Zaterdag 19 Mei. Middelburg 18 Mei. NV 118. 143° Jaargang. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. PrRs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 8.— Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 18 Mei 8 u. vm. 58 gr. 12 u. 54 gr. av. 4 u. 51 gr. F. Verw. z. t. mat. N. w., bew. b.weer. Agenten: Te Rotteidam: Niïgh vas Dithas, Advertentiën: 20 cent "per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per reges Groots letters naar de plaats die ajj innemen. Tot de plaatsing van advertentiën ec reclames, niet afkomstig nit Zeeland, betreffende Handel. NR verbeid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn., H.Z. Voorburgwal 366, Amsterdam. De Eerste kamer en de Mr J. Krneem&u heeft in bet Ebld. aan dit onderwerp een tweetal opitellon gewijd. Aan het slot daarvan schrijft bij Door „eenige" leden der Eerste kamer is een poging gedaan, om een brug te bonwen voor de regeering, door aan te dringen op toezegging eener novelle in den geest van bet amendement-De Beaufort, waarbij de werk gever, in plaats van jaarlljkaehe premie-bet» ling, een waarborgsom zou moeten storten, bijv. in de Nederlandsohe Bank, strekkende tot zekerheid, dat bij alle uitkeringen voor ongevallen volgens de wet behoorlijk zal doen. Het zon gewaagd zijn te voorspellen, welke houding de regeering tegenover dit plan zal aannemen. Er mag evenwel op gewezen wor den, dat het geheel on eek er is of door de toezegging eener zoodanige novelle een bevre digende oplossing zal worden verkregen. De controle van overheidswege op de ongevallen en hunne gevolgen blijft voor de enkele in- dustrieelen, die een waarborgsom kunnen storten, even groot. Het eenige versebil is, dat zR zelve het risico loopen der ongevallen en dus by voorspoed iu dit opzicht de premie kunnen uitsparen, totdat een groote ramp hen treft, die belangrijke uitgaven medebrengt. Het verschil lost zich dus op in een zuiver fioan- cieale transactie. Of een dergelijke novelle kauB biedt van aangenomen te worden is, na alles wat er in de Tweede kamer is voorge vallen, twijfelachtig. Dit wordt dan ook door „verscheidene leden" in de Eerste kamer be toogd, die geen heil zien in het denkbeeld der novelle. Uit alles blijkt, dat het meeningsverachii heel wat dieper gaat, dan door een uitzonde ringsmaatregel zou kunnen worden uit den weg geruimdo Het gaat ook niet om het éêne of het andere stelsel van publiebreohtelR- ke regeling der ongevallenverzekering. Het zRn slechts „enkele leden" die verklaard hebben tegen te zullen stemmen wegens de naar hunne meening verkeerde wij ze van uit voering van een goed doei. Deze, en de voor standers der novelle, vormen de meerderheid niet. De meerderheid beeft hare meening ge resumeerd in de volgende zinsnede: „Vele leden keurden om de hierboven uiteenga, eette redenen het ontwerp af. Zij onderschre ven in het algeineen de conclnaiën, waartoe de Vereeniging van Nederlandsche Werkgevers gekomen is. Zij keurden bet niet af, dat de Staat regelend optreedt, dat deze bepaalt in welke gevallen eene vergoeding behoort gege ven te worden en hoe groot deze zal zijn, doob zij wilden overigens zooveel mogelRk vrij heid aan werkgever en werkman gelaten zien". Dit is een principieels verklaring, welke van vè strekkende gevolgen kan zj)u. De hier verkondigde leer (sociale wetgeving sleohts in zooverre, als de thans bestaande vrijheid van het individu daarbij ongeschon den blijft) leidt heden tot verwerping der ongevallenwet, morgen tot afstemming van een wet op den overmatigen arbeidsduur, of van een armenwet, die breekt met de lij delijke rol van den Staat. Alle maatregelen, welke men samenvat in den geRkten term van „sociale wetgeving" zRn in strRd met de iu het voorloopig verslag der Eerste kamer be leden beginselen en bunnen dus, blijft de Kamer ep dit standpunt staan, niet aangeno men worden. Het is dan ook onbegrRpelRk, dat de alge meens beschouwingen van bet verslag besluiten met de woorden„van meer dan éen zijde werd er nog op gewezen, dat deze wet geen politieke strekking heeft, en aan eventueele afstemming dan ook geen politieke beteekenis behoeft te worden gehecht". Deze opvatting Is ïynreobt iu strijd met de feiten. Sedert ge ruimen tyd bevatten de programma's van vele politieke groepen maatregelen van sociale wetgeving, waarop de ongevallen-verzekering een plaats bekleedt. Duidelijk teekent zich die hervormingsgezindheid af tegenover de be houdzucht van anderen. BR de verkiezingen van 1897 heeft de „sociale paragraaf" een groote rol gespeeld. Het ministerie, uit deze verkiezingen voortgekomen, heeft onmiddellRk de aooiale hervormingen voorop gesteld en is bezig aan de geleidelijke uitvoering van zijn taak. Wat er ook uit de stembus van 1901 te voorschijn zal komen, iu allen gevalle is het zeker dat de aooiale wetgeving aan de orde zal biyven. Geen regeering, zR moge ■teuuen op eene clerioalc ot op eene vrRzin- »ige combinatie, kan jsioh aan die taak ont- pft!»! 8s Mm«» i» o,m»M zóo duidelijk uitspraak gedaan, dat niemand, ook de Eerste kamer niet, dit weder onge daan kan maken. De vraag is dan ook niet, M er politieke gevolgen aan de afstemming der ongevallen wet verbonden zullen zijn, maar alleen welke politieke gevolgen. Het wil mij voorkomen, dat slechts tweeërlei oplossing van het eon flict mogelijk is. De eerste is die van voort gezetten strijd, nadat dit ministerie, gelijk van zelf spreekt, met de ongevallenwet is gevallen. Er kan dan logisch slechts plaats zRn voor eene regeering, die de Eociale paragraaf schrap: nit bet program en dit onderwerp geheel laat rusten. Een zoodanige regeering zon zeker den hartelijken steun genieten van de Eerste doch welk steun ael zou zj] vinden in de Tweede? NitunrlRk nagenoeg geen, en zoo zon het conflict leiden tot een strijd tnssehen de twee Kamers, de ééoe willende sociale wetgeving, de andere deze principieel niet willende. Het zou een bewogen tijdvak worden, die atrRd van 50, grootendeels uit de hoogstaangeslagenen, tegen nagenoeg de ge- heele natie 5 De tweede oplossing is deze, dat de Eerste Kamer beslnit ook ten aanzien van dit onder werp bare traditioneele houding niet te ver laten en zich neder te leggen by eene rege ling, die door een zoo groote meerderheid der volksvertegenwoordiging wordt verlangd. Al- die voor de verbetering onzer maat- sobappeiyke toestanden langs ordelijken weg zich inspannen, hopen en vertrouwen dat dit het besluit zal zijn, waartoe onze Eerste Ka mer bomen zal. Hieruit behoeft niet te *ol- dat de meeningen, der Kamer, in bet voorloopig verslag geuit, waardeloos zonden zijn geworden. Hoe men ook moge oordeelen over sommige stellingen en over de strekking van leiddraad en verslag, te ontkennen is bet niet, dat de stukken ook opmerkingen bevatten getuigende van groote scherpzinnigheid en stadie, van welke by den verderen bouw van de sociale wetgeving in Nederland partij ban worden getrokken. Ook nit dit oogpnnt bezien, be houdt bet oordeel der Eerste Kamer beteeke nis, al leidt bet niet tot afstemming der wet. Paardenfokkerij. Door de regeering is bR de Tweede kamer een wetsontwerp ingediend, houdende bepa lingen betreffende de staatszorg voor de paar den fokkerR. Reeds sedert zeer langen tRd, zegt de mi nister van bionenlandscbe zaken in zijn memo rie van toelichting, is het paard in ons land een waardig handelsartikel geweest, dat ook naar het buitenland werd uitgevoerd, en waB in verband daarmede de paardenfokkerR een onderwerp van regeeringszorg. Met onze paardenfokkerij bleken wR op verschillende tentoonstellingen schromelRk ten achter te zijn en daarom werden in 1891 maatregelen geno men, die later werden herzien en aangevnld, om daarin verbetering te brengen. Ook door de Staten der verschillende provinciën werden, naast de rRksregletaenten, provinciale regle menten vastgesteld ter bevordering, of betref fende de paardenfokkerR, en bR den toenemen- den aandrang om van ataatawege op de krachtigste wRze voor de verbetering onze* paardenfokkerR te zorgen, diende de regeering dit wetsontwerp in. Twee hoofdelementen zijn in het wetsont» wtrp neergelegd: lo dat er eene algemeens Rijkskeuring zal zp, volgens welke alle openbare dekhengsten naar gang, bouw en stand en op met name genoemde erfelijke ge breken zuilen worden gekeurd, onalhankelRk het ras waartoe zR beüoorenj en 2o dat het JBRk jaarlijks een zekere som beschikbaar zal stellen om te dienen voor het toekennen van premiën en bRdragen voor hengsten, merriën, en veulens, volgens regelen niet meer zooals nu bR minioteneele resolutie maar bR kon. besluit vast te stellen. Voor de keuringen van dekhengsten wordt eene commissie in bet leven geroepen, dis bestaat uit leden, door de Koningin voor het gebeele land benoemd, en uit provinciale leden, in iedere provincie door een nader te noemen regelingscommiasie aan te wRzen. De geh8ele commissie, dia nit 7 leden zal bestaan, wordt in twee sub-commissiëa ver deeld, van welke de eene keurt op bouw, stand en gang, de andere, die een zuiver weten- sohappelRke is, op mat name genoemde erfe lijke gebreken. Met het oog op bet departement van oorlog is bepaald, dat zoovel aan de provinciale regeÜDgsoommiesiëa als aan de provinciale keuringscommisSiën door don minis ter van oorlog een militair lid zal worden toegevoegd. Hieruit moet echter niet worden afgeleid dat voor de remonte zal worden gefokt. De minister maakt zich geene illusie dat hij eeue regeling ion kunnen voorstellen, die aan iedereen voldoet, maar toch heeft bR getracht zRne vooratellen zooveel mogelRk ra overeen stemming te brengen met de weoscheu van de verschillende belanghebbenden bR en be langstellende® in de paardenfokkerR. Over de strafbepalingen, die in het ontwerp voorkomen, is het oordeel gevraagd van den minister van justitie, die verklaard heeft uit een strafrechter IR k oogpunt geene bezwaren daartegen te hebben. Lncbtbederf en openbare gezondbela. In de Mei-aflevering van de Vragen des Tydi komt ook nog voor een opstel van dr A. J. C. SoRderSjte Zatphen, over „Luchtbederf en openbare gezoü«h-*id." Hij betoogt daarin, na uiteen gezet te hebben boe schadelRk fle vermenging van lucht met rook inwerkt op mensch, dier en plant, op hnisen, monumenten en openbare kunstwerken, denoodzakelRkbeid dat de verontreiniging der lucht even goed moet worden tegen gegaan als die der open bare wateren. BR het tegenwoordige standpunt der techniek bestaat, zegt de echrRver, de mogelRkheid, om door een juiste plaatsing en door doelmatige afmetingen der roosters, door toepassing van inrichtingen voor zelfstandigen toevoer der brandstof, ene., een sterke ontwikkeling van rook te voorkomen en handelingen, die daar mede in ntrijd zRn, dienen Btrafbs&r te worden gesteld. De heer SuRders acht een rRbswet noodig. In die wet moeten bepalingen worden opge nomen tegen het lncbtbederf door fabrieken en aohoorsteenen, en omtrent het maximale gehalte der schadelijke bestanddeelen, die in de lucht ontwijken. Er moeten algemeene regelen en voorschriften in opgenomen worden aangaande de inrichting der fabrieken, met het oog op dit lncbtbederf, omtrent het aanbren gen van root- en vonkenvaagera op de schoor- steenen enz. Slechts door zulk een algemeene regeling in een rRkswet kunnen bepaalde grenzen en eischen voorgeschreven worden, waardoor in dividueels opvattingen van gemeentebesturen en particulieren, persoonlijke invloeden enz. buiten spel blRven, en aan den anderen kant de fabrikanten gevrR waard worden tegen wil- lekenr van de zRde der politie. Want het spreekt vanzelf, dat al dergelRke maatregelen zoo weinig mogelRk belemmering aan de industrie in den weg moeten leggen. Veel hangt hier af van de kenDis en de er variög van stokers en machinisten, van wie de noodige waarborgen moeten geëiaoht wor den, opdat noodelooze bezwaren, door vorming van rook, zooveel mogelRk voorkomen worden. Op hen kan controle uitgeoefend worden door de beambten der arbeidsinspectie en door de ingenieurs van bet stoomwezen. Oob ten opzichte van bet rooken der gewone huiseohoorstaenen kunnen nog vele doeltref fende maatregelen genomen worden. Wettelijke voorschriften zouden hier natuurlijk weinig op hun plaats zRu, behalve dat in de bouw verordeningen bepalingen zouden kunnen op genomen worden over de wRze van bonw der jorsteenen. Doob men kan maatregelen nemen om den invoer, den verkoop en het verbruik van rooklooze en rookzwakke brand stoffen, en in de eerste plaats het watergas, te bevorderen, terwijl men ook door vermin" dering der vraebtp ijzen voor geschikte vaste brandstoffen op de spoorwegeu, een nuttigen invloed in dien zin kan uitoefenen, Het is niet,te ontkenneD, eindigt echrRver, dat net walmen en rooken van fabrieksschool ateenen en locomotieven een plaag i8> over welker voortbestaan men zich, in onzen tRd van vooruitgang, niot genoeg kan verwonderen, als over een anachronisme. Nog steeds geldt voor ons het gezegde van Lessing Wer Feuer haben will, muss Ranch leiden alleen met dit verschil, dat tegenwoordig niemand meer gelooft, dat dit zoo zijn moet. IntegendeelwR weten thans, dat de moge lRkheid bestaat, om ons van Tookpkag te ver lossen. ZR kan tot werkelRkheid worden, zoo dra de overheid zich slechts bereid verklaart hierin har© medewerking te verleeoen en teveDB het publiek meer en meer vertrouwd sal zRn met hot denkbeeld dat de zorg voor ons ge meenschappelijk goed i de dampkringslucht, een der eerste plichten van eiken burger is. Ka flea strijd. Otder dit opschrift sciirRft men uit Amster dam aan de N. R. Ct. De werkstaking der typografen heeft een betreurenswaardig verloop gehad. Er is veel schade aangericht, zonder dat iemand er baat bR heeft gevonden, tenzR een enkele drukker buiten de gemeente, die er tRdelRk een beetje meer werk door kreeg. We willen voor 't oogenbük niet onderzoeben of in werkstaking inderdaad een doeltreffend middel is gelegen om te komen tot verbetering van positie. De vraag kan trouwens in het algemeen niet worden beantwoord. Io het eene geval staan voor de werklieden de kansen van slagen gun stiger dan in het andere, in verband met' het geen in een gegeven vak geproduceerd wordt en de meerdere of mindere ongelegenheid waar in het publiek gebracht wordt door bet op houden der productie. Maar ook en dit plegen zR, die werkstakiogen voorbereiden, niet ernstig genoeg te bedenken maar ook de wRze, waarop eene werkstaking wordt iogezet en geleid, is van niet te onder* schatten gewichtbR eene werkstaking heeft men niet te doen met slechts twee partijenwerkgevers en werknemer?, die zich tegen elkaar schrap zetten maar met drie. De derde is het publiek, dat middelIRk of onmiddellijk van de botsing den weerslag ge voelt en door ziju overwicht de balans kan doen overslaan naar dezen of genen kant. Nu hebben de typografen zeer stellig met dezen derden factor willen rekening bonden bR den opzet hunner werkstaking. Wie de vergade ring der drukkersgezellen heeft bRgewoond den Zondag vóór de staking, kan het niet ontgaan zRn, dat zelfi de leiders dier verga dering dat derde clement in den afrRd te veel waarde ten bate dar stakers toe kenden. Immers het bleek ten duideiRkste, dat de arbeidersorganisatie zelve niet zeer krachtig was, de herhaalde aansporing van de zijde van het looncomité om zich bR de organisatie aan te sluiten,kon gelden tenbewRze dat velen nog bniten die organisatie staan, Over eene sterke weerstandskas bon het loon comité niet beschikken, de waarschuwing van den gedelegeerde der Haagsohe typogra- fenvereeniging, de eenige wiens toespraak van kalm overdenken getuigde en derhalve gunstig afstak tcgan het geschetter deroverige leden van het bureau, zRne waarschuwing om den strRd niet dan financieel y.èl gewapend aan te vangen, deed vermoeden dat het met de flaancieele weerbaarheid der gezellenver- eenigiug niet al te goed gesteld was. Msar wst niet ontbrak, was eene buitengewone mate van zelfbewustzRn, van geloof in de be teekenis van den arbeid der zetters en drukkers, in hunne onmisbaarheid, zelta maar voor korten tRd. Het publiek kon niet buiten hen en de burgerij zou oomiddLllRk te hoop loepen als zR ook maar éen avond haar krant zou missen l Hierin nu hebben da leiders zich vergist. De burgerR heeft met groote gelatenheid de dingen aangezien niet alleen, maar het botte optreden van het werketakragacomité veroor- De verwarring, die eenige dagen in de couranten-productie gebeersoht heeft, het laugst in die der weekbladen, heeft het publiek stellig ontstemd, evenwel niet tegen de di- reoties maar tegen de werklieden, die op het niet-terstood bewilligen van vrR verstrekkende eischen, neergelegd in een nltimatnm, den boel er eeavondig bR neer hadden gegooid. De werkstakers, of laten wR voor het gemak spreken van het looncomité het loon» comité heeft niet bedacht, dat het, aldus op tredende, inging tegen een eeuwenoude tra ditie en plotseling de rollen, gelRk zR tot heden in de maacsehappR verdeeld zija, trachtte keeren. Niet gR, werkgever, hebt het heft in handen, maar wR, werknemers, want wR ontweldigen het tt. Da bestaande regeling van de verhouding tusoohen werkgever en werk nemer moge in de oogen der laatsten niet billijk sRu on hot moge zijn recht zij*, te beproeven, die verbonding om te keeren of hot althans daarheen te leiden, dat pariReu teu aanzien barer rechten op voet van vol komen gelRkheid komen te staan die nieuwe maatschappelijke organisatie ia er tbans nog niet oh zij zal muien al ooit slechts te bereiken zRn langs den weg eener zieb ge leideIRk voltrekkende evolutie. Vooralsnog zal de „mindere" wat bR wensebt te verkrijgen van den „meerdere", moeten vragen tenzR de eerste zich sterk genoeg voelt om hetgeen bij verlangt, te kunnen atdwin gen. Het beroep op de omstandigheid, dat de werkgever, staande tegenover den werk nemer, bR bet opleggen van eUeben ook niet' altoos vraagt of gevraagd heeft naar des laatsten welbehagen, dat dienstopzegging op ataanöen voet van den kant des patroons geenszins uitzondering is doet bier niets ter zake. Een goede tactiek berust niet het minst hierop, dat men zich hoedt tegen het navolgen van slechte voorbeelden. Het doel van het looncomité was niet het in ongelegen heid brengen der patroons, niet dien patroons hun eigen trekken thuis te sturen, het doel was het winnen van den slag, het verkrRgen van een voor de gezellen gunstiger loon- en arbeidsregeling. De zelfoverschatting, die den opzet van dezen loonstrRd beeft gekenmerkt, is ook schering en taiteg geweest vgn het verder optrede» v»n het looncomité. Alle bemiddelingsvoorstellen der patroons zRn afgeslagen, met het gevolg, dat het looncomité op dezen oogenbük niets meer te eischen heeft, maar het zal hebban aan te zien, dat de patroons bR de weder in dienst trediog van de stakende gezellen, eerst dat vroeger personeel aan eene zuivering onder werpen. Ten bate, vooral der iwakken onder de werklieden opgezet, zRn bet de zwakken, die ten slotte het gelag betalen. Immers, een knap vakman, die om de eene of andere reden wordt uitgesloten, vindt toch zRo weg, de minderen onder de broeders worden het kind van de rekening. O WR hebben het van geen nut geacht te onderzoeken in boaverre de door het loon comité in zjjn ultimatum gestelde eischen billijk geacht mochten worden. Wat de ver langde loonsverhoogiug betreft, sohenea zR ons geenszins overdreven toe, maar de fout was ook hier alweer, dat het looncomité, den toestand onjuist beoordeelende en zRn macht overschattende, niet zioh bepaald had tot eene loon- en arbeidsregeling in algemeene trekken, die ten grondslag dienen kon voor onderhan* deling maar op een in bRzonderheden uit gewerkte regeling kortweg het fiat der werk gevers eischte. Dat was gelRk wR reeds zeiden de wereld op haar kop willen zetten en dat laat »R zich niet doen, wel minehien langzaam in andere richting wentelen. Voor 't overigewie zal bepalen wat al ot niet een biURk loon is voor den werkman in het algemeen, voor den typograaf in het bR- zonder23, 25 80 cent per nar Op hetgeen de arbeider verkrRgen kan, heeft hR recht, waaruit geenszins volgt, dat wat bR vergeef* vraagt, hem niet zou toekomen. Te strRden om verbetering zijner positie is *Rn dure plicht. En die strRd zal eindeloos, wezen. Daarin is niets dat ons ongerust behoeft te maken voor de toekomst, daarin is integen deel iets vertrouwen wekkend». Want die strRd draagt de kiemen in sioh van hooger ontwikkeling. In den thans gestreden loonstrRd door de typografen evenwel, heeft bR de voorgangers dar gezellen juist ontbroken bet op kalme overweging en helder inzicht berustende wRe beleid, dat de vrucht is van hooger ontwik' keling. Te overmoedig en onbesuisd den strRd inzettende, hebben zR geen oog gehad voor de teekenen der naderende nederlaag en niet bijtijds weten te retireeren. BR kon. besluit: is de kapitein t/z. J. J. de Bruyne, op cfjn verzoek, op penaioeu gesteld ad f3225'* jaars; zRn bevorderd tot kapitein t/z. de kap -luit. t/z. W. Aliirol; tot kap.-lait. t/s. de luit. i/e. Ie kl. J. M. P. Kluit; tot luit. t/e. Ie kl. de luit. t/z. 2e,kl. W. B. K. Boom, en tot luit. t/z. 2e kl, de adelborst le kl. G. L. de Bruyn. GRONDEIGENDOM. Iu de vergadering van het Red. Landbouw- comité op 8 Juni zal behandeld worden het vraagpunt„Zoodanige pogingen k»u te wen den, als kunnende leiden toe verbetering vs» de rechtszekerheid van den grondeigendom stoor middel van verbetering van het kadaster." Hierover heeft het DsgeIRksoh Bestuur van het comité praeadvies uitgebracht, ais conclusie waarvan het voorstelt aan den minister va» justitie in overweging te geven de wet op net notariaat zoodanig te wRcigen d«t den notarissen de verplichting, worde opgelegd, sioh steeds te overtuigen, bR de uitoefening van han ambtsbezigheden, iu hoeverre de begrenzing der eigendommen overeet komt met die van bet kadaster. Isdezeoveieemttemmmg niet duidelijk, dan worde daarvan mededeling aan de betrokken ambtenaren van 't kadaster bevolen, opdat dezen ambtshalve, zoo nootfig, door hermeting de vereisohte verbetering doen aanbrengen. WONINGWET. Ia het Tijdschrift voor kadaster en landmeet' kunde komt v&n het bestuur der Vereentnging voor kadaster en landmeetkunde een artikel voor over de woningwet. De conclusie ervan luidt aldus: Er moot een Nederlandsohe woningwet komen, die den gemeentebesturen In ieder ge val tot plicht stelt, iu verband met de op ruiming van bestaande krotten, den bouw van goede woningen op de eene ot andere wRze te bevorderen. Do nauwgezette uit voering vnu dien plicht moet hen door den staat mogelRk gemaakt worsen door de instelliog van een nieuwen tak van staatsdienst, op wien de taak rust, alle vereiachte göjdesiaehcultuur- teohnïsobe gegevens te veracbaffin 5 wRI het zonder die gegevens oumogelRk ia ou«e zwarte steden langzamerhand iu vrieudctRk groene woonplaatsen te veranderen, waarh een tevreden bevolking woont.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1900 | | pagina 1