MIDDELBURGSCHE COURANT.
1900.
Zaterdag
19 Mei.
Middelburg 18 Mei.
NV 118.
143° Jaargang.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
PrRs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 8.—
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 18 Mei 8 u. vm. 58 gr. 12 u. 54 gr.
av. 4 u. 51 gr. F. Verw. z. t. mat. N. w., bew. b.weer.
Agenten:
Te Rotteidam: Niïgh vas Dithas,
Advertentiën: 20 cent "per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per reges
Groots letters naar de plaats die ajj innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën ec reclames, niet afkomstig nit Zeeland, betreffende
Handel. NR verbeid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau
A. DE LA MAR Azn., H.Z. Voorburgwal 366, Amsterdam.
De Eerste kamer en de
Mr J. Krneem&u heeft in bet Ebld. aan dit
onderwerp een tweetal opitellon gewijd.
Aan het slot daarvan schrijft bij
Door „eenige" leden der Eerste kamer is
een poging gedaan, om een brug te bonwen
voor de regeering, door aan te dringen op
toezegging eener novelle in den geest van bet
amendement-De Beaufort, waarbij de werk
gever, in plaats van jaarlljkaehe premie-bet»
ling, een waarborgsom zou moeten storten,
bijv. in de Nederlandsohe Bank, strekkende
tot zekerheid, dat bij alle uitkeringen voor
ongevallen volgens de wet behoorlijk zal doen.
Het zon gewaagd zijn te voorspellen, welke
houding de regeering tegenover dit plan zal
aannemen. Er mag evenwel op gewezen wor
den, dat het geheel on eek er is of door de
toezegging eener zoodanige novelle een bevre
digende oplossing zal worden verkregen. De
controle van overheidswege op de ongevallen
en hunne gevolgen blijft voor de enkele in-
dustrieelen, die een waarborgsom kunnen
storten, even groot. Het eenige versebil is,
dat zR zelve het risico loopen der ongevallen
en dus by voorspoed iu dit opzicht de premie
kunnen uitsparen, totdat een groote ramp hen
treft, die belangrijke uitgaven medebrengt. Het
verschil lost zich dus op in een zuiver fioan-
cieale transactie. Of een dergelijke novelle
kauB biedt van aangenomen te worden is, na
alles wat er in de Tweede kamer is voorge
vallen, twijfelachtig. Dit wordt dan ook door
„verscheidene leden" in de Eerste kamer be
toogd, die geen heil zien in het denkbeeld der
novelle.
Uit alles blijkt, dat het meeningsverachii
heel wat dieper gaat, dan door een uitzonde
ringsmaatregel zou kunnen worden uit den
weg geruimdo Het gaat ook niet om het éêne
of het andere stelsel van publiebreohtelR-
ke regeling der ongevallenverzekering. Het
zRn slechts „enkele leden" die verklaard
hebben tegen te zullen stemmen wegens de
naar hunne meening verkeerde wij ze van uit
voering van een goed doei. Deze, en de voor
standers der novelle, vormen de meerderheid
niet. De meerderheid beeft hare meening ge
resumeerd in de volgende zinsnede: „Vele
leden keurden om de hierboven uiteenga,
eette redenen het ontwerp af. Zij onderschre
ven in het algeineen de conclnaiën, waartoe
de Vereeniging van Nederlandsche Werkgevers
gekomen is. Zij keurden bet niet af, dat de
Staat regelend optreedt, dat deze bepaalt in
welke gevallen eene vergoeding behoort gege
ven te worden en hoe groot deze zal zijn,
doob zij wilden overigens zooveel mogelRk vrij
heid aan werkgever en werkman gelaten zien".
Dit is een principieels verklaring, welke
van vè strekkende gevolgen kan zj)u. De
hier verkondigde leer (sociale wetgeving
sleohts in zooverre, als de thans bestaande
vrijheid van het individu daarbij ongeschon
den blijft) leidt heden tot verwerping der
ongevallenwet, morgen tot afstemming
van een wet op den overmatigen arbeidsduur,
of van een armenwet, die breekt met de lij
delijke rol van den Staat. Alle maatregelen,
welke men samenvat in den geRkten term van
„sociale wetgeving" zRn in strRd met de iu
het voorloopig verslag der Eerste kamer be
leden beginselen en bunnen dus, blijft de
Kamer ep dit standpunt staan, niet aangeno
men worden.
Het is dan ook onbegrRpelRk, dat de alge
meens beschouwingen van bet verslag besluiten
met de woorden„van meer dan éen zijde
werd er nog op gewezen, dat deze wet geen
politieke strekking heeft, en aan eventueele
afstemming dan ook geen politieke beteekenis
behoeft te worden gehecht". Deze opvatting
Is ïynreobt iu strijd met de feiten. Sedert ge
ruimen tyd bevatten de programma's van vele
politieke groepen maatregelen van sociale
wetgeving, waarop de ongevallen-verzekering
een plaats bekleedt. Duidelijk teekent zich die
hervormingsgezindheid af tegenover de be
houdzucht van anderen. BR de verkiezingen
van 1897 heeft de „sociale paragraaf" een
groote rol gespeeld. Het ministerie, uit deze
verkiezingen voortgekomen, heeft onmiddellRk
de aooiale hervormingen voorop gesteld en is
bezig aan de geleidelijke uitvoering van zijn
taak. Wat er ook uit de stembus van 1901
te voorschijn zal komen, iu allen gevalle is
het zeker dat de aooiale wetgeving aan de
orde zal biyven. Geen regeering, zR moge
■teuuen op eene clerioalc ot op eene vrRzin-
»ige combinatie, kan jsioh aan die taak ont-
pft!»! 8s Mm«» i» o,m»M
zóo duidelijk uitspraak gedaan, dat niemand,
ook de Eerste kamer niet, dit weder onge
daan kan maken.
De vraag is dan ook niet, M er politieke
gevolgen aan de afstemming der ongevallen
wet verbonden zullen zijn, maar alleen welke
politieke gevolgen. Het wil mij voorkomen,
dat slechts tweeërlei oplossing van het eon
flict mogelijk is. De eerste is die van voort
gezetten strijd, nadat dit ministerie, gelijk van
zelf spreekt, met de ongevallenwet is gevallen.
Er kan dan logisch slechts plaats zRn voor
eene regeering, die de Eociale paragraaf schrap:
nit bet program en dit onderwerp geheel laat
rusten. Een zoodanige regeering zon zeker
den hartelijken steun genieten van de Eerste
doch welk steun ael zou zj] vinden in
de Tweede? NitunrlRk nagenoeg geen, en
zoo zon het conflict leiden tot een strijd
tnssehen de twee Kamers, de ééoe willende
sociale wetgeving, de andere deze principieel
niet willende. Het zou een bewogen tijdvak
worden, die atrRd van 50, grootendeels uit de
hoogstaangeslagenen, tegen nagenoeg de ge-
heele natie 5
De tweede oplossing is deze, dat de Eerste
Kamer beslnit ook ten aanzien van dit onder
werp bare traditioneele houding niet te ver
laten en zich neder te leggen by eene rege
ling, die door een zoo groote meerderheid der
volksvertegenwoordiging wordt verlangd. Al-
die voor de verbetering onzer maat-
sobappeiyke toestanden langs ordelijken weg
zich inspannen, hopen en vertrouwen dat dit
het besluit zal zijn, waartoe onze Eerste Ka
mer bomen zal. Hieruit behoeft niet te *ol-
dat de meeningen, der Kamer, in bet
voorloopig verslag geuit, waardeloos zonden
zijn geworden.
Hoe men ook moge oordeelen over sommige
stellingen en over de strekking van leiddraad
en verslag, te ontkennen is bet niet, dat de
stukken ook opmerkingen bevatten getuigende
van groote scherpzinnigheid en stadie, van
welke by den verderen bouw van de sociale
wetgeving in Nederland partij ban worden
getrokken. Ook nit dit oogpnnt bezien, be
houdt bet oordeel der Eerste Kamer beteeke
nis, al leidt bet niet tot afstemming der wet.
Paardenfokkerij.
Door de regeering is bR de Tweede kamer
een wetsontwerp ingediend, houdende bepa
lingen betreffende de staatszorg voor de paar
den fokkerR.
Reeds sedert zeer langen tRd, zegt de mi
nister van bionenlandscbe zaken in zijn memo
rie van toelichting, is het paard in ons land
een waardig handelsartikel geweest, dat ook
naar het buitenland werd uitgevoerd, en waB
in verband daarmede de paardenfokkerR een
onderwerp van regeeringszorg. Met onze
paardenfokkerij bleken wR op verschillende
tentoonstellingen schromelRk ten achter te zijn
en daarom werden in 1891 maatregelen geno
men, die later werden herzien en aangevnld, om
daarin verbetering te brengen. Ook door de
Staten der verschillende provinciën werden,
naast de rRksregletaenten, provinciale regle
menten vastgesteld ter bevordering, of betref
fende de paardenfokkerR, en bR den toenemen-
den aandrang om van ataatawege op de
krachtigste wRze voor de verbetering onze*
paardenfokkerR te zorgen, diende de regeering
dit wetsontwerp in.
Twee hoofdelementen zijn in het wetsont»
wtrp neergelegd: lo dat er eene algemeens
Rijkskeuring zal zp, volgens welke alle
openbare dekhengsten naar gang, bouw en
stand en op met name genoemde erfelijke ge
breken zuilen worden gekeurd, onalhankelRk
het ras waartoe zR beüoorenj en 2o dat het
JBRk jaarlijks een zekere som beschikbaar zal
stellen om te dienen voor het toekennen van
premiën en bRdragen voor hengsten, merriën,
en veulens, volgens regelen niet meer zooals
nu bR minioteneele resolutie maar bR kon.
besluit vast te stellen.
Voor de keuringen van dekhengsten wordt
eene commissie in bet leven geroepen, dis
bestaat uit leden, door de Koningin voor
het gebeele land benoemd, en uit provinciale
leden, in iedere provincie door een nader te
noemen regelingscommiasie aan te wRzen.
De geh8ele commissie, dia nit 7 leden zal
bestaan, wordt in twee sub-commissiëa ver
deeld, van welke de eene keurt op bouw,
stand en gang, de andere, die een zuiver weten-
sohappelRke is, op mat name genoemde erfe
lijke gebreken. Met het oog op bet departement
van oorlog is bepaald, dat zoovel aan de
provinciale regeÜDgsoommiesiëa als aan de
provinciale keuringscommisSiën door don minis
ter van oorlog een militair lid zal worden
toegevoegd. Hieruit moet echter niet worden
afgeleid dat voor de remonte zal worden gefokt.
De minister maakt zich geene illusie dat hij
eeue regeling ion kunnen voorstellen, die aan
iedereen voldoet, maar toch heeft bR getracht
zRne vooratellen zooveel mogelRk ra overeen
stemming te brengen met de weoscheu van
de verschillende belanghebbenden bR en be
langstellende® in de paardenfokkerR.
Over de strafbepalingen, die in het ontwerp
voorkomen, is het oordeel gevraagd van den
minister van justitie, die verklaard heeft uit
een strafrechter IR k oogpunt geene bezwaren
daartegen te hebben.
Lncbtbederf en openbare
gezondbela.
In de Mei-aflevering van de Vragen des
Tydi komt ook nog voor een opstel van dr
A. J. C. SoRderSjte Zatphen, over „Luchtbederf
en openbare gezoü«h-*id." Hij betoogt daarin,
na uiteen gezet te hebben boe schadelRk fle
vermenging van lucht met rook inwerkt op
mensch, dier en plant, op hnisen, monumenten
en openbare kunstwerken, denoodzakelRkbeid
dat de verontreiniging der lucht even goed
moet worden tegen gegaan als die der open
bare wateren.
BR het tegenwoordige standpunt der techniek
bestaat, zegt de echrRver, de mogelRkheid, om
door een juiste plaatsing en door doelmatige
afmetingen der roosters, door toepassing van
inrichtingen voor zelfstandigen toevoer der
brandstof, ene., een sterke ontwikkeling van
rook te voorkomen en handelingen, die daar
mede in ntrijd zRn, dienen Btrafbs&r te worden
gesteld. De heer SuRders acht een rRbswet
noodig.
In die wet moeten bepalingen worden opge
nomen tegen het lncbtbederf door fabrieken
en aohoorsteenen, en omtrent het maximale
gehalte der schadelijke bestanddeelen, die in
de lucht ontwijken. Er moeten algemeene
regelen en voorschriften in opgenomen worden
aangaande de inrichting der fabrieken, met het
oog op dit lncbtbederf, omtrent het aanbren
gen van root- en vonkenvaagera op de schoor-
steenen enz.
Slechts door zulk een algemeene regeling in
een rRkswet kunnen bepaalde grenzen en
eischen voorgeschreven worden, waardoor in
dividueels opvattingen van gemeentebesturen
en particulieren, persoonlijke invloeden enz.
buiten spel blRven, en aan den anderen kant
de fabrikanten gevrR waard worden tegen wil-
lekenr van de zRde der politie.
Want het spreekt vanzelf, dat al dergelRke
maatregelen zoo weinig mogelRk belemmering
aan de industrie in den weg moeten leggen.
Veel hangt hier af van de kenDis en de er
variög van stokers en machinisten, van wie
de noodige waarborgen moeten geëiaoht wor
den, opdat noodelooze bezwaren, door vorming
van rook, zooveel mogelRk voorkomen worden.
Op hen kan controle uitgeoefend worden door
de beambten der arbeidsinspectie en door de
ingenieurs van bet stoomwezen.
Oob ten opzichte van bet rooken der gewone
huiseohoorstaenen kunnen nog vele doeltref
fende maatregelen genomen worden. Wettelijke
voorschriften zouden hier natuurlijk weinig
op hun plaats zRu, behalve dat in de bouw
verordeningen bepalingen zouden kunnen op
genomen worden over de wRze van bonw der
jorsteenen. Doob men kan maatregelen
nemen om den invoer, den verkoop en het
verbruik van rooklooze en rookzwakke brand
stoffen, en in de eerste plaats het watergas,
te bevorderen, terwijl men ook door vermin"
dering der vraebtp ijzen voor geschikte vaste
brandstoffen op de spoorwegeu, een nuttigen
invloed in dien zin kan uitoefenen,
Het is niet,te ontkenneD, eindigt echrRver, dat
net walmen en rooken van fabrieksschool
ateenen en locomotieven een plaag i8> over
welker voortbestaan men zich, in onzen tRd
van vooruitgang, niot genoeg kan verwonderen,
als over een anachronisme. Nog steeds geldt
voor ons het gezegde van Lessing
Wer Feuer haben will, muss Ranch leiden
alleen met dit verschil, dat tegenwoordig
niemand meer gelooft, dat dit zoo zijn moet.
IntegendeelwR weten thans, dat de moge
lRkheid bestaat, om ons van Tookpkag te ver
lossen. ZR kan tot werkelRkheid worden, zoo
dra de overheid zich slechts bereid verklaart
hierin har© medewerking te verleeoen en teveDB
het publiek meer en meer vertrouwd sal zRn
met hot denkbeeld dat de zorg voor ons ge
meenschappelijk goed i de dampkringslucht,
een der eerste plichten van eiken burger is.
Ka flea strijd.
Otder dit opschrift sciirRft men uit Amster
dam aan de N. R. Ct.
De werkstaking der typografen heeft een
betreurenswaardig verloop gehad. Er is veel
schade aangericht, zonder dat iemand er baat
bR heeft gevonden, tenzR een enkele drukker
buiten de gemeente, die er tRdelRk een beetje
meer werk door kreeg. We willen voor 't
oogenbük niet onderzoeben of in werkstaking
inderdaad een doeltreffend middel is gelegen
om te komen tot verbetering van positie. De
vraag kan trouwens in het algemeen niet
worden beantwoord. Io het eene geval staan
voor de werklieden de kansen van slagen gun
stiger dan in het andere, in verband met' het
geen in een gegeven vak geproduceerd wordt
en de meerdere of mindere ongelegenheid waar
in het publiek gebracht wordt door bet op
houden der productie. Maar ook en dit
plegen zR, die werkstakiogen voorbereiden,
niet ernstig genoeg te bedenken maar ook
de wRze, waarop eene werkstaking wordt
iogezet en geleid, is van niet te onder*
schatten gewichtbR eene werkstaking
heeft men niet te doen met slechts twee
partijenwerkgevers en werknemer?, die zich
tegen elkaar schrap zetten maar met drie.
De derde is het publiek, dat middelIRk of
onmiddellijk van de botsing den weerslag ge
voelt en door ziju overwicht de balans kan
doen overslaan naar dezen of genen kant. Nu
hebben de typografen zeer stellig met dezen
derden factor willen rekening bonden bR den
opzet hunner werkstaking. Wie de vergade
ring der drukkersgezellen heeft bRgewoond
den Zondag vóór de staking, kan het niet
ontgaan zRn, dat zelfi de leiders dier verga
dering dat derde clement in den afrRd
te veel waarde ten bate dar stakers toe
kenden. Immers het bleek ten duideiRkste,
dat de arbeidersorganisatie zelve niet zeer
krachtig was, de herhaalde aansporing van
de zijde van het looncomité om zich bR de
organisatie aan te sluiten,kon gelden tenbewRze
dat velen nog bniten die organisatie staan,
Over eene sterke weerstandskas bon het loon
comité niet beschikken, de waarschuwing
van den gedelegeerde der Haagsohe typogra-
fenvereeniging, de eenige wiens toespraak
van kalm overdenken getuigde en derhalve
gunstig afstak tcgan het geschetter deroverige
leden van het bureau, zRne waarschuwing om
den strRd niet dan financieel y.èl gewapend
aan te vangen, deed vermoeden dat het met
de flaancieele weerbaarheid der gezellenver-
eenigiug niet al te goed gesteld was. Msar
wst niet ontbrak, was eene buitengewone
mate van zelfbewustzRn, van geloof in de be
teekenis van den arbeid der zetters en
drukkers, in hunne onmisbaarheid, zelta maar
voor korten tRd. Het publiek kon niet
buiten hen en de burgerij zou oomiddLllRk te
hoop loepen als zR ook maar éen avond haar
krant zou missen l
Hierin nu hebben da leiders zich vergist.
De burgerR heeft met groote gelatenheid de
dingen aangezien niet alleen, maar het botte
optreden van het werketakragacomité veroor-
De verwarring, die eenige dagen in de
couranten-productie gebeersoht heeft, het
laugst in die der weekbladen, heeft het publiek
stellig ontstemd, evenwel niet tegen de di-
reoties maar tegen de werklieden, die op het
niet-terstood bewilligen van vrR verstrekkende
eischen, neergelegd in een nltimatnm, den
boel er eeavondig bR neer hadden gegooid.
De werkstakers, of laten wR voor het gemak
spreken van het looncomité het loon»
comité heeft niet bedacht, dat het, aldus op
tredende, inging tegen een eeuwenoude tra
ditie en plotseling de rollen, gelRk zR tot
heden in de maacsehappR verdeeld zija, trachtte
keeren. Niet gR, werkgever, hebt het
heft in handen, maar wR, werknemers, want wR
ontweldigen het tt. Da bestaande regeling van
de verhouding tusoohen werkgever en werk
nemer moge in de oogen der laatsten niet
billijk sRu on hot moge zijn recht zij*, te
beproeven, die verbonding om te keeren of
hot althans daarheen te leiden, dat pariReu
teu aanzien barer rechten op voet van vol
komen gelRkheid komen te staan die nieuwe
maatschappelijke organisatie ia er tbans nog
niet oh zij zal muien al ooit slechts te
bereiken zRn langs den weg eener zieb ge
leideIRk voltrekkende evolutie. Vooralsnog zal
de „mindere" wat bR wensebt te verkrijgen
van den „meerdere", moeten vragen
tenzR de eerste zich sterk genoeg voelt om
hetgeen bij verlangt, te kunnen atdwin
gen. Het beroep op de omstandigheid, dat
de werkgever, staande tegenover den werk
nemer, bR bet opleggen van eUeben ook niet'
altoos vraagt of gevraagd heeft naar des
laatsten welbehagen, dat dienstopzegging op
ataanöen voet van den kant des patroons
geenszins uitzondering is doet bier niets
ter zake. Een goede tactiek berust niet het
minst hierop, dat men zich hoedt tegen het
navolgen van slechte voorbeelden. Het doel
van het looncomité was niet het in ongelegen
heid brengen der patroons, niet dien patroons
hun eigen trekken thuis te sturen, het doel
was het winnen van den slag, het verkrRgen
van een voor de gezellen gunstiger loon- en
arbeidsregeling.
De zelfoverschatting, die den opzet van dezen
loonstrRd beeft gekenmerkt, is ook schering en
taiteg geweest vgn het verder optrede» v»n
het looncomité. Alle bemiddelingsvoorstellen
der patroons zRn afgeslagen, met het gevolg,
dat het looncomité op dezen oogenbük niets
meer te eischen heeft, maar het zal hebban aan
te zien, dat de patroons bR de weder in dienst
trediog van de stakende gezellen, eerst dat
vroeger personeel aan eene zuivering onder
werpen. Ten bate, vooral der iwakken onder
de werklieden opgezet, zRn bet de zwakken,
die ten slotte het gelag betalen. Immers, een
knap vakman, die om de eene of andere reden
wordt uitgesloten, vindt toch zRo weg, de
minderen onder de broeders worden het kind
van de rekening.
O
WR hebben het van geen nut geacht te
onderzoeken in boaverre de door het loon
comité in zjjn ultimatum gestelde eischen
billijk geacht mochten worden. Wat de ver
langde loonsverhoogiug betreft, sohenea zR
ons geenszins overdreven toe, maar de fout
was ook hier alweer, dat het looncomité, den
toestand onjuist beoordeelende en zRn macht
overschattende, niet zioh bepaald had tot eene
loon- en arbeidsregeling in algemeene trekken,
die ten grondslag dienen kon voor onderhan*
deling maar op een in bRzonderheden uit
gewerkte regeling kortweg het fiat der werk
gevers eischte. Dat was gelRk wR reeds
zeiden de wereld op haar kop willen zetten
en dat laat »R zich niet doen, wel minehien
langzaam in andere richting wentelen.
Voor 't overigewie zal bepalen wat al ot
niet een biURk loon is voor den werkman in
het algemeen, voor den typograaf in het bR-
zonder23, 25 80 cent per nar Op
hetgeen de arbeider verkrRgen kan, heeft hR
recht, waaruit geenszins volgt, dat wat bR
vergeef* vraagt, hem niet zou toekomen. Te
strRden om verbetering zijner positie is *Rn
dure plicht. En die strRd zal eindeloos, wezen.
Daarin is niets dat ons ongerust behoeft te
maken voor de toekomst, daarin is integen
deel iets vertrouwen wekkend». Want die
strRd draagt de kiemen in sioh van hooger
ontwikkeling.
In den thans gestreden loonstrRd door de
typografen evenwel, heeft bR de voorgangers
dar gezellen juist ontbroken bet op kalme
overweging en helder inzicht berustende wRe
beleid, dat de vrucht is van hooger ontwik'
keling. Te overmoedig en onbesuisd den strRd
inzettende, hebben zR geen oog gehad voor
de teekenen der naderende nederlaag en niet
bijtijds weten te retireeren.
BR kon. besluit:
is de kapitein t/z. J. J. de Bruyne, op cfjn
verzoek, op penaioeu gesteld ad f3225'* jaars;
zRn bevorderd tot kapitein t/z. de kap -luit.
t/z. W. Aliirol; tot kap.-lait. t/s. de luit. i/e.
Ie kl. J. M. P. Kluit; tot luit. t/e. Ie kl. de
luit. t/z. 2e,kl. W. B. K. Boom, en tot luit. t/z.
2e kl, de adelborst le kl. G. L. de Bruyn.
GRONDEIGENDOM.
Iu de vergadering van het Red. Landbouw-
comité op 8 Juni zal behandeld worden het
vraagpunt„Zoodanige pogingen k»u te wen
den, als kunnende leiden toe verbetering vs»
de rechtszekerheid van den grondeigendom stoor
middel van verbetering van het kadaster."
Hierover heeft het DsgeIRksoh Bestuur van
het comité praeadvies uitgebracht, ais conclusie
waarvan het voorstelt aan den minister va»
justitie in overweging te geven de wet op
net notariaat zoodanig te wRcigen d«t den
notarissen de verplichting, worde opgelegd,
sioh steeds te overtuigen, bR de uitoefening
van han ambtsbezigheden, iu hoeverre de
begrenzing der eigendommen overeet komt met
die van bet kadaster. Isdezeoveieemttemmmg
niet duidelijk, dan worde daarvan mededeling
aan de betrokken ambtenaren van 't kadaster
bevolen, opdat dezen ambtshalve, zoo nootfig,
door hermeting de vereisohte verbetering doen
aanbrengen.
WONINGWET.
Ia het Tijdschrift voor kadaster en landmeet'
kunde komt v&n het bestuur der Vereentnging
voor kadaster en landmeetkunde een artikel
voor over de woningwet. De conclusie ervan
luidt aldus:
Er moot een Nederlandsohe woningwet
komen, die den gemeentebesturen In ieder ge
val tot plicht stelt, iu verband met de op
ruiming van bestaande krotten, den bouw van
goede woningen op de eene ot andere wRze te
bevorderen. Do nauwgezette uit voering vnu
dien plicht moet hen door den staat mogelRk
gemaakt worsen door de instelliog van een
nieuwen tak van staatsdienst, op wien de
taak rust, alle vereiachte göjdesiaehcultuur-
teohnïsobe gegevens te veracbaffin 5 wRI
het zonder die gegevens oumogelRk ia ou«e
zwarte steden langzamerhand iu vrieudctRk
groene woonplaatsen te veranderen, waarh
een tevreden bevolking woont.