MIDDELBERGSCHE COURANT. 14 April. 143" Jaargang. 1900. Zaterdag Nieuw leven. N°. 89. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., f 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelbar# 13 April 8 u. vm. 51 gr. 12 u. 55 gr. »v. 4 n. 53 gr. F. Verw. Z. W. w., storm. Agenten: Te Zierikzee: A. C. de Mook; te Tholen: W. Ai TA* NlEUWENHUIJZEH. AdvertentiSn: 20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1,50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regeï Groote letters naar de plaats die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentign en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Ny verheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn., N.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam. Aanstaanden Maandag, Tweeden Paaschdag, verschijnt de Middelburgsche Courant niet. I. Alle dingen zyn my geoorloofd maar alle dingen zyn niet oorbaar: alle dingen zyn mij geoorloofd, maar alle dingen stichten niet. I Cor. 10: 23. Wat ia H danBroeders Wanneer gij te zamen komt, een iegelijk van u, heeft hy een psalmheeft hij een leer, heeft hij een vreemde taal, heeft hij een openbaring, heeft hij eene uitlegging laat alle dingen geschieden tot stich ting. I Cor. 1426. Die woorden uit het boek vol levenswijs heid, zij kwamen ons Woensdagavondmeer dan eens in de gedachten. Ja, reeds vóór het scherm opging, herin nerden wij ze ons, op grond van de beden kingen die waren geopperd in verband met de opvoering van Het Zevende gebod. Vooral in een provincie stad was het, zoo beweerde men, een waagstuk zulk een rea listische „burgerlijke-zeden komedie" op te voeren. Moet er dan nog meer afbrenk worden gedaan aan de reputatie van het tooneel als leerschool des volks vroeg deze en gene. En wij zagen met eenige spanning de proef in ons midden te gemoet. Met opzet hadden wij Heyermans' nieuwste tooneelstub onopengesneden laten liggen op onze schrijftafel. Wij wenschten bet eerst uitgebeeld te zien. En wy zagen het eerste bedrijf; wij hoorden het gesprek tusschen Gaaike en haar broerwij meendennu zouden wij iets vernemen, dat ons gehoor en ons gevoel zou kwetsen. Maar wij luisteiden steeds met meer aandacht. Wij kwamen onder den indruk. Was het erger dan hetgeen in Spoken van Ibsen wordt verkondigd Wezenlijk, dat was bet niet. Het was alleen niet nieuw wat wjj hoor den, voor hoevelen of liever voor hoe weinigen was het dit? maar de vorm was zoo goedwat gezegd werd bevatte soo'n heerlijke les voor ouders en onmon- digen; voor haar die, onder den eersten indruk van hetgeen zij liefde wanen, aan gelokt door allerlei attenties, uitstapjes, pleziertjes en de grootere vrijheid, door het aantrekkelijke van een nieuw leven, zoo licht worden bewogen zich te verbinden, of zelfs gedrongen of gedwongen worden haar hand te schenken aan eene goede party. Ouders, onderzoekt goed aan wie gij uw dochter schenkt! Weest voorzichtig, gij die eenmaal a zult verbinden voor gansch uw leven. Het is zoo dikwijls een lichtvaardig spel, dat gespeeld wordt. En het tweede bedrijf bracht ons in eene omgeving, die velen niet zullen zoeken, maar waarvan onbekendheid gevaarlyk, bekend heid leerzaam is voor hen, die maatschap pelijke toestanden willen bestudeeren of zich dienen te behoeden voor gevaren. Zeker, de ruwheid van een Engel, juist omdat de figuur zoo natuurgetrouw was geteekend en werd weergegeven, enkele opmerkingen van de juffrouwen van een- en drie-hoog deden pijnlyk aan. Hadden zij niet eenigzins verzacht kunnen worden P Tegenover haar kwamen ons vooral de goede woorden in de gedachten over het niet geven van ergernis. Maar tochhoevelen beroepen zich daarop om alle ergernis te verbannen, teneinde de ooren en oogen te kunnen sluiten voor de werkeiykheidom niet geërgerd te worden waar zij zeiven dikwyis reden tot ergernis geven! Heyermans heeft een der wonden uit ons Zooals wf| reeda meldden, ia dit thana in druk verschenen, en wal b|j den heer S. L. ïs Uw to AsüWhUi maatschappelijk leven blootgelegd, met oor zaken en gevolg. Hy heeft ons in het derde en vierde be- drijf te aanschouwen gegeven het gansche verloop der lijdensgeschiedenis van eene, die ja, hoe zij op het slechte pad kwam, hebben wy niet vernomen, gaarne wilde terugkeeren op het goedeen die ten onder ging door de hardheid der wereld. Nu zullen wy niet beweren, dat de houding van vader Dobbe ons onverklaarbaar voor komt. Integendeel, men moet al heel hoog staan in levensopvatting om ingenomen te zyn met, ja zelfs om zich niet te verzetten tegen een liaison als zoon Peter wilde aangaan. Maar, tusschen dit en het ruw verstooten zooals meestal geschiedt, met voorbyzien van alle goede hoedanigheden, goede zaden, die in het hart van menige vrouw „met een verleden," nog vallen waar te nemen, is een groot onderscheid. Maar Heyermans moest twee scherpe con trasten teekenen: een zoon, ook in zyn liefde overdreven, voor menigeen een raadsel, een vader in zyn rnwheid en hardheid te sterk, te liefdeloos. En by hield beide types consequent vol. Hij heeft geschilderd als een kunstenaar. Tot in kleine trekjes heerlijk mooi, treffend natuurlijk. Neem het slot, dat de kroon zette op het geheel: waar Lotte is weggejaagd; Bart bitter, scherp, vader Dobbe toegeroepen heeft,: u is 'n erg fatsoenlijk man, 'n achtens waardig burger, 'n bah!",- Gaaike met haar fijn gevoel, in en in bedroefd, stil ter neer ziten de pastoor na het bank biljet, dat zyn vader Lotte aanbood, doch dat zy liet vallen, opgeraapt en het verwonderd op tafel gelegd te hebben zijn gebed voort- prevelende, de sterfkamer ingaat! Hoe welsprekend was dat alles Vooral gespeeld, zooals het nu werd. Wy hebben een vader gekend die zyne zonen, toen zy op de jaren des onderscheids waren gekomen, zelf bracht op plaatsen der boosheid en der ellende, om hun de wereld te laten zien en te wijzen op hetgeen hen wachtte als zy het pad der zonde opgingen. Die lessen hebben vrucht gedragen. De jongens kwamen allen goed terecht; zy werden flinke, degelijke mannen. Hoevelen, jongens en meisjes, zullen, vooral in groote steden, leering kunnen trekken uit, voordeel voor hun volgend leven kunnen behalen door het aanschouwen van Het zevende Gebod l Wat zou dan toch de reden wezen van het heftig protest, ingebracht tegen deze komedie, die wy wel niet zoo hoog stellen als Ghettomaar toch een uitstekend stuk noemen. Er zullen daarvoor verschillende redenen zyn, maar een daarvan is misschien wel dat men te spoedig, te veel heeft geoordeeld onder den eersten indrnk. Men staarde meer op de ruwe kanten? die er aan deze komedie zyn, dan op het vele fraaie, aangrijpende, dat er in voorkomt. Men lette te weinig op de goede kern die er in schuilt* Men had niet zoo hard moeten oordeelen, vóór men het stnk nog eens had gezien. Of het dan een vlekkeloos werk is? Of het is zonder overdriving? Stellig niet. Of wy niet enkele bedenkingen kunnen opperen Zeker kunnen wy dat. Maar om dit alles is het stuk ons niet minder welkom. Wy willen deze komedie, die als geheel zoo schoon is, niet ontleden; maar enkele bedenkingen daarover en enkele opmerkin gen in verband met de daarin en in de voorrede tot deze pennevrucht verkondigde stellingen moeten ons toch uit de pen. Heyermans geeselt by voorkeur maat schappelijke toestanden. Dat brengt zyne sociaal-politieke levens opvatting mee. En by Jegl zieh tevens toe op het weer- geveji van het Ameterdamsohe volksleven. Daarvan getuigen zijn schetsen als S. Falk- nd en zyne tooneelstukken. Geen wonder dat ze een sterk realistische tint krygen. Maar tevens een Hollandsehe kleur. Daarop wijst hij met ingenomenheid in zijne voorrede op Het Zevende gt Edoch, hy matige zich niet te veel aan! Zy klinkt ons onbillijk en onwaar de volgende redeneering: „Levende lieden met levende aandoeningen uit het eigen leven, heeft men hier in geen tijden aanschouwd wél Fransche verleide dames, Duitsche redeneerende heeren, Noorsche slappelingen. De enkele oorspronkelijke stukken, die zoo nu en dan eens opgevoerd werden, waren bï buitenlandsch van bouw, óf buitenlandscb van verwikkeling, óf buitenlandsch van karakter-teekening, óf buitenlandsch van dialoog, óf buitenlandsch van detailleering." Heyermans miskent daarin al het goede dat wy in de laatste jaren gehad hebben wat Lodewijk Mulder in De kiesvereeniging van StellendijkRosier Faassen in zyn ver dienstelijke stukken, Glanor in zijn Uitgaan, De Koo Doctor Jurisin zijn Candida- tuur van Bommel en zijn Tobias Bolderman ons leverden. En eerder zonden wij van zijn gebod zeggen, dat het aan een buitenlandsch werk doet denken, e. a. aan dat van Dnmas en Ibsen, dan dat dit het geval is met de penne vruchten van de door ons genoemde schryvers. Het eenige onderscheid tusschen hen en hem is datdie schryvers zich in geheel andere maar toch ook in Nederland- che kringen bewogen. Wy leven echter nu eenmaal in een tijdperk, waarin het realisme by velen en vogue is al vermindert ook daarvoor de sympathie al zal er wie wcot hoe Bpoedig een tyd komen dat men zich van dat „realistisch gedoe", zooals velen dat noemen, meer en meer afwendt. Dat sluit niet uit, dat wij ook van dat streven gaarne het goede erkennen; dat getuigt ons oordeel over Heyermans' werken. Maar hy zy toch voorzichtig. Nieuw leven brengen is een pryzenswaardig streven, doch het moet niet overdreven worden. En of Ooenen en De Meester den laatste waar* deeren ook wy als journalist en criticus zeer nu Heyermans al verheffen en om" gekeerd deze de beide eerstgenoemden, het pnbliek laat zich van zulk eene verheerlij king niet gemakkelijk dupe maken en weet zeer goed, dat alle drie op letterkundig ge bied dezelfde richting zyn toegedaan. Als nu de schrijver van Ghetto op den werkelijkheidszin van het Hollandech pu bliek zooveel vertrouwt, dat hy een theater ondernemer zou willen aansporen uitsluitend in die richting zich te bewegen, dan speelt hy een gewaagd spel. Wie levert in ons kleine land znlk een directeur voortdurend goed materiaal voor zyne onderneming Heyermans heeft nu een paar goede Btuk- ken geschreven die opgang maakten. Zal hy dit kunnen blijven doen En toch, van éen schryver kan zulk een schouwburg niet bestaan. Wie zal Heyermans in zyn genre van tooneelschryven evenaren Bovendien, hoe spoedig kan het gety verloopenHet publiek is nog al wispel turig. Laat de schryver van Het zevende gebod tevreden zyn met den steun en de mede werking, die by vindt by de Nederlandsche neelvereeniging, en hen te vriend honden, die zyne stukken zoo uitmuntend vertolken. Een Theatre libre ter wille van enkele schryvers is in ons land onbestaanbaaren het brengen van nieuw leven op tooneelge- bied een zaak van veel takt, van groot beleid en van uiterste voorzichtigheid. Middelburg 13 April. Dr A. W. BRONSVELD •ohryft in de Kroniek van de jongste aflevering der Stemmen voor waarheid en vrede het volgende De wet op den leerplicht ti door de Tweede kamer aangenomen; ook het herha- üngsonderwijs verwierf een meerderheid, maar de zenuw ervan, het verplichte, is doorgesneden. Het heeft er gespannen; ds wet verwierf de meerderheid van éan stem. Wy gaan niet herbalen wat dezer dagen in de dagbladen te lezen staat, doch wyzen slechts op enkele omstandigheden, die, naar 't ona voorkomt, ook hier behooreu vermeld te worden. De vier sociaal-democratische leden der Ka mer hebben tegen gestemd. Da booze wereld zegt, dat zy hiertoe overgingen, omdat zfi van de aanneming der wet ondanks hun „tegen" verzekerd waren. Wy kuDnen dat niet be slissen. Over 't algemeen staan deze heeren sterker, wanneer zy tegen dan wanneer zy voor stemmen. Tegenover hun kiezers treden zy in een gunstiger licht op, wanneer &y oppo sitie hebben gemaakt, dan wanneer zy de regeering hebben gesteund. Nu is het waar, dat zy al zeer weinig hebben verkregen van hetgeen zy vroegen; toch hadden wy ver wacht, dat zy al vast zouden genomen hebben hetgeen deze wet geeft, maar zy zyn niét met weinig tevreden. Socialistisch ia de wet niet, maar het doet ons toeh leed, dat de gemeente raden nu aan behoeftige schoolgaande kinderen, laat ons maar zeggen onderstand mogen geven. Velen meenen, dat onder de nu vigeerende wet dit reeda geoorloofd is maar waartoe dan in déze wet dit gecodificeerd? Vry algemeen hoort men verzekeren, dat de nu aangenomen leerplicht een goedaardig ka rakter draagt, ja eer te slap dan te sterk is. Welnu, dat zij dan een reden te meer, om kalm te zyn. Die kalmte vond ik o. a. niet ia de Christelijke School van Donderdag 22 Maart j.l., waarin, met het oog op de toezeg gingen van den minister, werd geschreven: „Ei wat hebben we aan al de sohoone minister ieele beloften? Al zyn we er dank baar voor, toch weinig of niets. Is de vaooine-dwang reeds afgeschaft? Ia de subsidie reeds verhoogd? Hebben openbare en byzondcre scholen reeds volkomen gelijke rechten Zoo niet, rand dan, tegenstander, onze vry heid niet aan. Bied ons dan niet met een glimlach uwe rechterhand, terwyi ge met de linkerhand een dolk omklemt. Om te stryden voor vryheid en recht worden we nooit moede." Is dit nu „ehristeiyk" gesproken Neen, dan handelde de heer De Savornin Lobman edeler, toen hy den beer Schaapman ontried zyn voorstel te handhaven tot verschuiving van de invoering der wet op den leerplicht, daar er geea reden was, om de beloften des ministers ten gunste van het bijzonder ouder- wys te wantrouwen. Ik herhaal hier boven dien mijn mededeelieg, dat obristeiyke onder- wyzers my han ingenomenheid raet leerplicht herhaaldeiyk betuigd hebben. Het blad, dat het herioht van de aanneming der wet mede deelde in rouwrand, maakte op my een treu- rigen indruk, maar zeker wel een anderen, dan door dat antirevolutionair blad bedoeld was. De vraag, ot de wet, waarover wy hier spreken, „nationaal" mag heeten, mag niet worden beantwoord met bet oog op bet aantal stemmen, dat zy ia de Kamer verwierf. Geven 50 stemman haar geen aanspraak op den naam van nationaal de 49 stemmen der tegen standers maken de oppositie evenmin nationaal. De kiezers zgn bovendien in '97 over dit punt niet gepolsd; ea de party ca waren op dit stak dan ook niet vast aaneengesloten. Ik zou daarom de kwestie: nationaal ot nietjiatiouaal uit het debat verwijderen, en na de wet waarsohyciyk wel komen zal, er voor zorgen willen, dat de radicalen ons niet gaan overheersehen, en na deze eerste schrede ons niet verder voeren in de armen van hun „gemeenschap"-theorieën. De heer Schaapman heeft het nu hard te verantwoorden. De Standaard speelt tegen hem den heer Lobman uit, omdat de afgevaardigde uit Goes den heer S. aanried zyn motie, waar van wy reeds opraken, in .te trekkenmaar het Nederl. Dagblad en de Roomsobe hoofdbladen (het Centrum natuuriyk uitgezonderd) zyn op „den doetor" zeer verstoord. Het is echter niet de eerste reize, dat de heer Schaapman aan de zydi staat van een liberaal minister tegenover syn geloofsgenooten de kamer. En wy hebben nooit kunnen inzien, dat hy daarmede aan zyn kerk een slechten dienst bewees. Ook nu heeft hy den minister door stellige beloften gebonden om op milde wjjze, met mime band, het byzooder onderwys tegemoet te komen. Weina, ais het zóo ver komt, dat de uitkeeringen geschieden, dan zal men eens zijn, met hoeveel welgeval len het geld uit de Bohatkist zal worden geac oepteerd door de eerwaarde heeren, die nu tegen „Sobaepmannianieme" zoo luidruchtig te keer gaau. Ik twyfel er niet aan, of de „zilveren rand" om de wolk van den leerplicht wordt door vele roomioh-katholiekcn niet uit het oog vectoren, en ik hond het er voor, dntdr Schaapman en mr Kolkman gemakkelyk abso lutie krygen voor de stem, die zy jl. Vrydag hebben uitgebracht. DE XAAK-TROELSTRA. Gdiyk reeds is gemeld, werd in de vorige maand aan H. M. de Koningin een verzoek schrift door eenige leden der Amsterdamsche balie gezonden, waarin kwljtsobcldiug werd gevraagd van de straf, waartoe mr F. J. Troelstra ia veroordeeld. Dit request, dat als wy wèl zyn ingelicht eerst te's Graven- hage kwam nadat op het versoek vao den vader al af wy zend was beschikt, luidt aldus „Geven onderdanig te kennen. Ds ondergeteekonden, allen advoeaten te Amsterdam By vonnis dd. 28 Juli 1899, werd, door de Arrond.-Reehtbank in Den Haag, de heer or. P. J. Troelstra, beklaagde uit hoofde van smaad aangedaan aan een ambtenaar ter zake van de rechtmatige uitoefening zijner bedie ning", ontslagen van alle reohtavervolfing. In hooger beroep werd, door den Hove in Den Haag, dit vonnis vernietigd en beklaagde by arrest dd. 26 October 1899 veroordeeld tot ge vangenisstraf van éene maand. Tegen die arrest werd de cassatie verworpen by arrest van deB Hoogen Raad dd. 12 Februari 1900 zoodat de veroordeeling thans in kraoht van gewysde is gegaan. Uit dezen loop van zaken biykt, dat by twee rechtelijke colleges, een fundamenteel verschil- lende beichouwiog«wys bestaat nopens de strafbaarheid van het feit en de motieven van den dader. Te dien aanzien stellen de ondergeteekenden zich niet party. Wel echter meenen zy hunne overtuiging niet te mogen verhelen, dat de straf, door den Hove toegepast, kwaiyk geacht kon worden geëvenredigd te zyn aan het misdryf. Het feit, door den heer Troelstra bedreven, mag niet op zioh zelf wor den beschouwd. Het is eene episode in de zaak derQcbr. Hogerhuis, van wier onschuld by langs dezen weg bet bewys rechtens leveren wilde. Naar de meening der ondergeteekenden had dit punt by de atraf- maat den doorslag behooren te geven. In het middel moge de heer Troelstra heb ben misgetast, de overtuiging eener veroor» dealing van onaohuldigen bestond by hem. Het edelaardige eener poging, die om anderen te redden, het eigen gevaar gering acht, niet ia rekening te brengen, gaat niet aan. Redenen waarom do ondergeteekenden zich wenden tot Uwe Majesteit, met onderdanig verzoek, dat bet Uwer Majesteit moge behagen, den heer Troeletra te verieenen kwijtschelding van de straf, by voornoemd arrest, door den Hove in Den Haag, hem opgelegd. Amsterdam, Maart 1900." (Bbld.) BMULMIA 9LA MZ. By kon. besluit is benoemd tot adjanct-iugenieur by den raad van toezicht op de spoorwegdiensten do eiviel-ingenieur J. G. Ravenek is benoemd tot direoteur van het post- en telegraafkantoor te Boskoop B. H. C.SoLaaikesi thans in geiyke betrekking te Zwartsluis; is aau den hoofdcommies der poateryen J. Hoefbamer, op xjjn verzoek, wegens liobaame» gebreken, eervol ontslag verleend uit 's rijks dienst is de ambtenaar met verlof C. J. van Loon laatstelijk ingenieur der 2de kl., waarn. inge nieur 1de kl., by den dienst van het mynwesen in N. I., op fcijü verzoek, Wegens pbyaieko ongesohiktheid, eervol nit den Indischen dienst Ontslagen, met toekenning van peaaioen. UIT STAD EN PROVINCIE. Naar wy vernemen, is de algemeene ver gadering van de Kederl. Maatschappij tot be* vordering der Geneeskunst, te Middelburg te houden, thans definitief bepaald op Maan dag 2 en Dinsdag 3 Juli, telkens des morgens te 9 unr in het Schuttershof. Zondagavond te voren worden de deelne mers ontvangen in de sooieteit St Joris, waar ban door de leden der sooieteit een concert wordt aangeboden. Des Maandags ia er out. diner in 't Groote Bad tó iel te Vlisaingen en des Dinsdags in genoemde St. Joris. In Ons Huis, Wagenaaratraat alhier» trad Donderdag als spreker op de heer F. M* Wibant. Hy befaa&delde, aan de band van een reeks fraaie lichtbeelden, ontleend aan de werkjas: De witte slaven van Engeland, de Kreet der Kinderen en Een vergeten hoofdstukda gevaren waaraan arbeiders, ouk vrouwelijke en kindereu, in fabrieken en werkplaatsen blootstaan, toonde aan hoe zg in langen werktjjd een uiterst schamel loon verdienen, hoe vooral kinderen en jeugdige personen by de huisindustrie wor den geëxploiteerd, en vergat ook niet te wyzen op da ktoda.axptoit.tto kg hat attrton laaaa hier ter atede «u «(tiara, 1

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1900 | | pagina 1