MIDDELBIRGSCHE COIRANT. Maandag 26 Maart. H.P. den Bouwmeester, G. AH. Wagtho. N°. 72. 143s Jaargang. 1900. Deze courant verschijnt öagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2.— Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermem eter Middelburg 24 Maart 8 u. vm. 40 gr. 12 u. 41 gr. »v. 4 u. 43 gr. F. Verw. m. N. O. w.,bew. AdvertentiSn voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. AdvertentiSn: 20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel Ghroote letters naar de plaats die zij innemen. AdvertentiSn bij abonnement op Voordeelïge toorwaarden, Prospectussen daarvan e§b gratia aan het bureau te bekomen. AgenteiiS Te VlissingenC. N. J. de Vet Mestdaou te Goes: A. C. Bolutt, firma Wed. de Jonge. Bij deze courant behoort een Bijvoegsel. Middelburg 24 Maart. Doodverklaard. Dit harde vonnis heeft men, in betrekke- ljjken zin, uitgesproken over de vrijzinnige partij in het district Middelburg, waar het geldt do verkiezing van leden der Provin ciale Staten. Na de jongste stemming was het orgaan der ultra-anti-revolutionnaire, de Kuyper- partij, in zijn overmoed zoo vrij, ons, libe ralen, den vriendelijken raad te geven niet meer in het strijdperk te treden, maar liever bet terrein vrij te laten. Wij konden het toch niet meer winnen en voor beide partijen spaarde onthouding onzerzijds, met de tegenwoordige regeling en de nieuwe wijze van candidaatstelling, onkosten uit. Zulk een wenk was heel vriendelijk. Maar onze party heeft daaraan toch geen gehoor gegeven. Eene party, die minstens over dertien k veertienhonderd stemmen beschikt, by een totaal van 3600 kiezers, is trouwens niet doodja ligt zelfs niet op sterven. Zy heeft kracht genoeg om zich te doen gelden. En dat zal zij doen, al mocht de over macht nog zoo sterk zyn. Zg zal dat doen, evenals de Boeren in Transvaal, die tot den laatsten man zullen vechten tegen der Engelschen macht, omdat zij overtuigd zyn van hun goed recht. En dat zyn wy, vrijzinnigen, ook. En wij strijden te eer, omdat het eén onloochenbaar feit is, dat voor zulk een overmoed aan genoemde zgde volstrekt geen reden bestaat. Ware men daar zoo buitengewoon sterk, wy zouden zulk eene opmerking aan het adres van onze party nog kunnen begrjjpen, maar de macht van dit deel onzer tegen standers is toch ook niet zoo groot. Niet alleen, niet door eigen kracht toch over winnen zy. Er wordt hun nu en dan hulp verleend doör, laten wg die kiezers aldus mogen bestempelen, de middenstof; menschen die echter verstandig genoeg zyn om niet door dik en dun met de Kuyperianen mee te gaan. En huUnè oogen zullen thans toch wel opengaan, nu bij deze gelegenheid maar al te duidelgk biy'fet waarom het te doen is. Men begint nu zoo langzamerhand de Provinciale Staten te maken tot eene ver zamelplaats van jonge advokaten, die hun sporen nog moeten verdienen en hunne carrière nog moeten maken, en wier grootste verdienste thans nog slechts is, dat zy eene bepaalde kerkelijke party, die de uiterste richting vertegenwoordigt, welgevallig zijn. Vroeger werd den liberalen verweten, dat zy nooit landbouwers in de Staten brachten. Maar de aati-revolutionnairen, die in ons district tegenwoordig den toon aangeven, hebben tot dusver zich daaraan ook niet te buiten gegaan. Mannen, die jaren in ons midden gewerkt hebben, die bekend zijn als ijverig, prac- tisch en bekwaam, willen zy zooveel moge- lyk weren. Welke goede eigenschappen onze tegen- candidaat ook moge hebben, hij is in elk geval nog te weinig op de hoogte van de praktyk des levens en nog veel te kort op Walcheren, Weet van de toestanden weinig of niets en kan, uit dat oogpunt beschouwd, op verre na niet op éen lijn gesteld worden met den heer H. P. den Bouwmeester. Theorieën zyn zeker heel mooi, maar in hot leven is de praktyk toch de baas. En wy durven zelfs, in verband daarmee, ftdfi hen, die zich steeds bey verd hebben de uiterst® anti-revolutionnaire party op het kussen te brengen de enkele zeer gema tigde aanhangers van de party koos men om voor zich zeiven de overwinning mogelyk te maken de vraag stellen: hebben die Hulp en zegepralen aan de bedoeling beantwoord ,WjJ deden die ymg reedt vroegers es nog altijd moet, naar onze meening, het antwoord ontkennend luiden. Er heeft in onze provincie wel eene verwisseling van personen plaats gehad, maar niet van toestanden. Integendeel. Voortwerkende op hetgeen mannen als Van der Bilt, Buteux, Heijse, Snouck Hur- gronje en Fransen van de Putte hebben gewrocht, heeft men geen verbeteringen kunnen aanbrengen. Wat de anti-liberale meerderheid wel gedaan heeft, is eigen partijgeuooteu teleur stellen. Men herinnere zich slechts de kwestie der toe te kennen subsidies aan byzondere scholen, o. a. die in de Gravenstraat te Middelburg. Gedeputeerde Staten, met hunne anti liberale meerderheid, wezen de aanvraag om Rgks bijdrage over 1898 af. Wy wil len aannemen omdat zy werkeiyk in gemoede meenden de wet te moeten interpreteeren in den engen geest zooals zij dit deden. Gelukkig voor de school heerscht by hooger gezag eene ruimere opvatting, die eene mil dere uitlegging mogelijk maakt. En wie toonde nu eene ruimere opvat ting dan het Gedeputeerde college te hebben De liberale minister van binnenland- sche zaken, die het Kon. besluit contrasi- geerde, opgenomen in Prov. blad 94 van 1898, waarbij aan de school eene bijdrage van 1250 werd verleend. De liberale minister Goeman Borge- sius, wien in de Tweede kamer meermalen van de zyde onzer tegenstanders, en by de behandeling der wet op den leerplicht, o. a. Vrydag nog door voormannen als dr Schaep- man en jhr mr De Savornin Lohman, de lof werd gebracht dat hij tegenover het by zonder onderwys zoo welwillend zich toonde. Zelfs de Roomsch katholieke Tijd roemt zeer de gematigde houding, van den aan vang der beraadslagingen door dien minister ten opzichte van het byzonder onderwys aangenomen. Dergelyk duidelgk sprekende feiten kun nen toch zelfs onzen tegenstanders niet ont gaan. En allerminst hun, wier opinie, vooral ten opzichte der eischen voor een lid der Provinciale Staten, zich vaak wijzigt en die een graaf Van Lijnden even gaarne stemmen als een zeer bezadigd anti-revolutionnair lid, maar huiveren voor het steeds toenemend dry ven. Zoo verstandig zyn zij wel om te begry- pen, dat het meer aankomt op het voldoen aan de praktische eischen der samenleving dan steeds op te gaan in leerstellingen, die voor de praktyk geen vrachten dragen. Wy huldigen dit idee zoozeer dat, zoo er op de Provinciale Staten geen verplichting ruBtte om de leden der Eerste hamer te kiezen, wy, behoudens door ons beleden beginselen omtrent sociale vraagstukken, de keuze van een candidaat grootendeels aan die eiBehen zouden toetsen. Een man van de praktijk zoeken wy dus in de eerste plaats. En dat ia stellig de heer H. P. den Bouw meester. ,Hy is een man uit éen stuk, een man van zeldzame werkkracht. Wy tarten zelfs zyn ergsten vijand om dit te ontkennen. Dat hij tegenstanders heeft, spreekt van zelf. Welk man van karakter heeft die niet Dat is juist zijn roem". Wy schreven dit reeds in ons nommer van 13 Juni van 1898, toen hij in het district Vlissingen candidaat was gestelden daar reeds meer dan duizend stemmen verwierf. Maar sinds dien tijd is nog veel ver anderd, en doen zich byzondere redenen voor die den heer Den Bouwmeester nog te meer tot den rechten man voor Statenlid stempelen. Hy is sinds dien voorzitter van den polder Walcheren geworden en hij heeft zich op de bres gesteld voor een belangryke zaak in ons midden. Sedert jaren werd de heer D. A. Dronkers, de vroegere president van dien polder, door het vertrouw©» der kiezers van Walcheren ter Provinciale Staten afgevaardigd; zy toonden daardoor te begrijpen dat hy, die aan het hoofd staat van znlk lichaam als die polder, waarby de belangen van bijna geheel Walcheren zyn betrokken, een plaats in onze Staten moet innemen. Beider be langen die van de provincie en die van den polder, grijpen zoo nauw in elkaar, dat voorlichting van zulk een president in tal van gevallen zeer gewenscht is. Waar dan ook sedert jaren die goede traditie is gevolgd; waar in de Staten zitting hebben de voorzitters van twee andere belangryke polders in Zeeland, die der Breede watering bewesten Ierseke en van den polder Schouwendaar zou het zeker zeer gewenscht zijn dat ook de heer H. P. den Bouwmeester, president van den polder Walcherenin onze Provinciale Staten u zetel innam. En dan, schreven wij, stelt hy zich op de bres voor eene gewichtige aangelegenheid ih ons midden. Wy hebben daarmee bet oog op de tram MiddelburgDomburg. Dit is voorzeker een teere kwestie, waarover de gevoelens uiteenloopen, in verschillende opzichten. Maar zij behoeft dit niét te zyn voor hen, die ook zulke zaken in het leven van prak tische zyde beschouwen. Laat ons een tweetal bedenkingen even van nabij bezien. Wij hebben indertyd, toen het tramplan VlissingenWestkapelleDomburg aan de orde was, daarover onze meening gezegd. Nadat de beslissing der Provinciale Staten inzake een daaraan te verleenen subsidie was gevallen, lag het voor de hand, vooral in verband met het toen besprokene, dat een nieuw plan zou worden gevormd. Wy spreken daarover geen oordeel uit; alleen dit: wy zouden nog altijd weuschen dat beide comité's de handen in elkaar sloegen, of, elk afzonderlijk zijn plan vol voerende, beide trams te Domburg aan elkaar lieten aansluiten. Er is dus voor animositeit in deze hoege naamd geen reden. Beide comité's Zyn, dunkt ons, bezield met éen en hetzelfde doel het algemeen belang te dienen. Dat winkeliers en neringdoenden in Mid delburg en de omatreken, waardoor de tram haar weg zal nemen, met ingenomenheid het jongste plan begroetendat zy daarvan groot gemak voor het bereiken van hnn clientèle en veel voordeel voor zich zeiven, ook in verband met de wekelyksche markt aldaar, verwachten, spreekt van zelf. En daarom ligt het ook op hun weg om, met voorbijzien van allerlei bijzaken, van beginselen, die in deze kwestie, van zuiver prakti8ohen aard, geen waarde hebben, de candidatuur van den heer H. P. den Bouw* meester, die zich zooveel moeite voor die tram geeft, te steunen. Sn een paar gemeenteraden is, ten opzichte van die tram, het bekende Zondagsbezwaar geopperd. Over St. Laurens sullen wy niet spre? ken; by verrassing, gebruik makende van de tijdelyke afwezigheid van een lid, heeft eene meerderheid een vroeger besluit te niet gedaan en een nieuw genomen, dat zeker niet in den geest van de meerderheid der ingezetenen is, ook niet omdat men daar door een geacht man als de burgemeester in een minder aangenaam parket bracht. Wij hebben meer het oog op het gespro kene in de jongste raadszitting te Middel burg. Wy twijfelen geen oogenblik aan den ernst en de vaste overtuiging van hen, die voor Zondagsheiliging een pleidooi lever den. Ook wij breken gaarne een lans voor Zondagsrust. Maar alles heeft zyn grens. Ais men op den Zondag de tram wil beletten te ryden, dan moet dit het is ook Woensdag in onzen raad opgemerkt eveneens geschieden op Zaterdag, ten be hoeve van hen, die dezen dag als bon Sabbath beschouwen; dan zal men dit later ook eischen op feest- en biddagen. En nu willen wy nog daarlaten de vraag of de Zondag, dan wel „de me>nde dag" de dag des Heeren is, door de „Tien geboden" ingesteld. Doch aldus consequent handelende, zou men een onhondbaren toestand verkrijgen, Er is echter nog iets. Er was eens een predikant, wien door een zijner gemeenteleden de opmerking werd gemaakt dat hy toch zelf Zondags per rytuig naar buiten ging, en wien ge vraagd werd waarom hy niet liever Zater dags ging logeeren bij eene goede kennis in de gemeente, waar hy preeken moest, om tot Maandag te blijven. De predikant verontschuldigde zich door te wijzen op zyne zwakke gezondheid, die hem het loopen verbood, en op het feit dat hy dikwyls 's middags of 's avonds wêer een benrt in eigen gemeente moest vervul len en dus niet wegblyven kon. Volkomen juist. Maar waar die eischen en dit niet te loochenen feit zich doen gelden voor een predikant, daar lette men evenzeer op de eischen dés levens, voor anderen geldende. Hoevelen kunnen stel er is een tram naar Domburg op Zondag alleen, ter versterking van hunne gezondheid of die hunner kinderen, genieten van de bosachen en het strand te Domburg En bovendiental van zwakken, die op verre afstanden wonen, wordt juist door die tram de gelegenheid geboden om ter kerk te gaan en daarvan terug te keeren. Een vervoermiddel als dit kan dus het kerkbezoek zeer in de hand werken. Ook dient er wel op gewezen te worden dat door znlk een tram het verkrygen van genees- en verloskundige hulp en het bekomen van medicynen zeer vergemakke- lijkt en bespoedigd wordt. Maar wat vooral in deze weegt, is wel het voordeel, dat de landbouwers, o. a. voor het vervoer van hnnne prodncten, voor den aanvoer van de door hen benpodigde mest stoffen en anderé zakèh, van zülk een tram hebben. De welvaart van een gansche streek wordt daardoor bevorderdde ervaring leert dit overal. Wie niet al te kortzichtig ia, zal die goede zijden van zulk een vervoermiddel niet voorbyzien. By het ryden door de kom eener ge meente of voorby een kerkgebouw kunnen immers bepalingen gemaakt worden omtrent zacht ryden of niet fluiten. Laat men dus vooral ook die kwestie toetsen aan de eischen der samenleving, die bestaat uit verschillende menschen, met onderscheidene behoeften en begrippen. Wie das nit dat oogpunt den heer Den Bouwmeester syn stem weigert, is geen praeti8eh man. Allerzonderlingst kwam in deze ons voor hét idee van een onzer raadsleden, om meer subsidie te geven alé de tram Zondags niet reed. Het ligt voor de hand dat stel, men wilde on dat onpraetisoh denkbeeld ingaan - er een zeer hooge subsidie gegeven zon moeten worden. En dan zou hiervan het gevolg zijn dat in een stad als Middelburg de bevolking, die voor het grootste deel znlke gevoelens niet deelt, meerdere lasten zoude moeten opbrengen om aan de bezwaren van enkelen tegemoet te komem. Zón dat hillyk zyn Zeker niet. En behalve dat zou diezelfde bevolking beroofd zyn van de gelegenheid om een zeer onschuldig genoegen te smaken of te genieten ia eene schoone natuur, in het be lang der gezondheid. Wy noemen dit idee allerzonderlingst, omdat juist van de zyde, waar het geopperd werd, altyd, zeer ten onrechte, hoog opge geven wordt van de opvoering van lasten door de liberalenterwyl nu blijkt dat men daar niet zon opzien tegen znlk eene ver zwaring, alleen om theorieën in toepassing te brengen die door slechts een klein deel der inwoners van onze stad worden gehuldigd. Van belastingen gesproken Heeft de anti-liberale meerderheid in de Provinciale staten, trots allerlei schoone be<- loften, om vermindering van lasten bezorgd? De groote kwestie is nu slechtsof de kiezers Dinsdag zullen opkomen. Dat zij dit toch doen s vooral zy, die aan onze zyde staan Men kan een flink man in de Staten brengeneeu man die het vertrouwen der bnrgery van Middelburg geniet en vol yver en toewijding zich toelegt op de behartiging van de belangen onzer stad. By het inspannen van alle krachten, be hoeft men niet te wanhopen aan den uitslag, die dan stellig zijn zal ten gunste van den heer voorzitter van den polder Walcheren en wethouder van Middelburg. Even gelukkig als in ons distriet, is men i het DISTRICT THOLEN geweest met het stellen van een candidaat. Men weetde overtuiging van die goede keuze was zoo sterk dat anderen zich voor den nu gestelden candidaat terugtrokken en uitdrukkeiyk verzochten hem te stennen. Trouwensmen koos daar evenzeer een practisch man; iemand, die onder de daar overheerschende landbouwende bevolking een goeden naam heeft. Behalve lid van den raad te Tholen, is de heer O. A. H. Wagtho, zelf landbouwer, vice-voorzitter der Maat schappij tot bevordering van landbouw en veeteelt Zeelandbestuurslid der afdeeliug Tholen van die Maatscbappy, en lid van het Neder- landsch landbouw-comité. Verder is hij lid van het hoofdbestuur van het Nederlandsch Paardenstamboek, secre taris der afdeeling Zeeland van die ver- eenigingcommissaris voor den kring Tholen van het Rundveestamboeklid der commissie van toezicht op de proefvelden in Zeeland, secretaris van de vereeniging uwbelangterwyl hy, die tevens ge zworen is van het waterschap De Vrije polders onder Tholen, nog tal van andere betrekkingen bekleedt ten nutte van de stad zijner inwoning en het land van Tholen. Hij is daardoor van al, wat de belangen van het district raakt, goed op de hoogte, terwyl hy wat by aanpakt, ver richt met lust en toewijding. Voor zyne meening schroomt hy niet uit te komen. Waariyk: het is stellig de moeite waard om voor hem zich te bey veren en wij houden ons overtuigd, dat men dit in het district Tholen ook doen zal, ten einde de overwinning te versohaffen aan den heer UIT STAD m MUVlïlÜL Bjj kon. besluit syn benoemd tot dya- graaf voor den polder Anna Jacob» P. Vogelaar en tot plaatsvervangend dijkgraaf voor den 5eydffte-polder P. Wanters. Dit werd nog in een deel der oplaag van ons vorig nommer medegedeeld. Zooals blijkt nit eene mededeelieg onder Liefdadigheid leverden de opvoeringen van De kleine Sapperloot enz., alhier deze maand gehouden, ten behoeve van Kindervoeding de aanzienlijke bate van f 964.40 op. Ook nit fiaancieei oogpunt mogen die lieve kindervoorstellingen das nitstekend geslaagd üeeten. Vrjjdag avond werd op de Nieuwe Haven alhier wegens dronkenschap bekeurd een öljarig koopman, wonende alhier, die, naar men zegt, met eenige anderen de goede tyding, welke met betrekking tot don oorlog in Zuid- Afrika bier was ontvangen, wilde vieren, maar wiens vrooiykheid der politie niet aanstond, drietal meitjes uit Oud-Voimeer, die de rgksnormaaittohool te Tüolen bezoeken, werden Donde* dagavond, naar huis gaande, onder laatstgenoemde gemeente door drie personen gemolesteerd. Twee der meisjes vluchtten, doch de derde werd mishandeld. Een onderzoek is ingesteld. Te 'sGravenhage zgn voor het examen in de nattige handwerken geslaagd de dames M. van Kampen en M. P. de Hullu, beiden van Breskens. Men sebrgft ons nit Rstranohement: Door zijne herbenoeming tot burgemeester oneer gemeente, begint de heer Ia. Rissecuw Jz. op heden als zoodanig zyn zesde zestal jaren, eene gebeurtenis, welke het maar wiwiw tampt» wm stfiwijsü

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1900 | | pagina 1