MIDDELBURGSCHE COURANT. p Maandag 15 Januari. N°. 12. 143e Jaargang. 1900. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p.,/2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 13 Jan. 8 u. vo. 32 gr. 12 u. 33 gr. •v. 4 a. 31 gr. F. Verw. zw. t. m. Z. 0. wind, bew. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel, Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan 2ijn gratis can het bureau te bekomen. Agenten? TeTernenzenrM.DE Jonm te Oostburg flrma Ai 3. Bbobswijk. Bij deze courant behoort een Bijvoegsel. Middelburg 13 Januari. Jan beeft den vrede lief; dat zweert hij bij z^ne eer HQ heeft den vrede lief, maar zijn belang nog meer. Meester Constanten. Met meer belangstelling dan andere jaren namen wij het, ons dezer dagen gezonden jaarboekje voor 1900 van den Nederland echen Vredebond ter hand. Als orgaan van hen, die zich vooral op de bres stellen in hel belang van den vrede, heeft dit eene bijzondere waarde, na een jaar vol emoties op dat gebied, vol tegenstrijdigheden op het groote wereld- toon eel. Wy wisten wel dat op de, 24 Augustus 11., door dien Bond gehouden algemeene ver gadering eene motie was aangenomen, waarbij der regeering van do Zuid-Afri- kaansche Republiek de wysheid en de kracht werden toegewenscht, die zij be hoefde om land en volk te redden uit den hachelijken toestand, waarin zij zich be vonden en de vurige wensch uitgedrukt, dat „de Britsche regeering moge beseffen, dat het barer onwaardig is den oorlog te beginnen tegen een volk, dat den vrede wil, maar zijn duur gekochte vrijheid niet kan en mag prysgeven, en zoo 't moet haar tot het uiterste zal verdedigen." Maar sinds dat tijdstip, toen de oorlog in Zuid-Afrika nog niet was aangevangen, is heel wat gebeurd en veel veranderd. Hoe zijn de gevoelens der Vrede-mannen thans, nu zij staan voor een voldongen feit? vroegen wy ons af. En hoe denken zy over andere gewichtige gebeurtenissen in het afgeloopen jaar hoe over de Vredesconferentiehoe over de Fiasehe kwestie? Wy sloegen het boekje open en vonden dan over die conferentie de volgende op merkingen. In het jaaroverzicht schrijft J. B. B.: „Ofschoon door de latere gebeurtenissen wel eenigzins op den achtergrond geraaktmoet deze Conferentie toob als bét belangrykstt feit van het afgeloopen jaar worden geboek- In een ander artikel van ditgescbrifi meer uitvoerig daarover gehandeld, ir ook hier mag zy niet worden voorbij ien. Want al moge hetgeen in het Hui» Bosch verhandeld is, niet die resultaten i opgeleverd, welke men ervan verwacht bad, dit Beemt niet weg, dat de by een komst op zich zelve van groot gewicht geweest ia. De instelling van een permanent Arbitragehof.de toepassing der conventie van Genève van 1864 op den zeeoorlog en de herzieniog der decla ratie van Brussel van 1874 kunnen inderdaad niet te boog worden aangeslagen. Wel heeft men zioh, wat het eigeniyke doel van de Conferentie betreft, met een bloot platoniscben wensch vergenoegd, doch het terrein is thans geeffand voor later meer vruchtbaarder samen werkiog. Evenals men op bet gebied van bet internationaal privaatrecht, door aansluiting aan het bestaande, langzamerhand groote resul taten heeft bereikt, en die nog bereiken zal, evenzoo zal ook op bet gebied van bet publiek recht boe langer boe meer worden verkregen. De oogen zRn thans geopendmoge spoedig eene tweede Conferentie aan de verwachtingen van de voorstandera des vredes en arbitrage voldoening geven En aan het slot van het uitvoerig opstel, aan die conferentie gewijd en geschreven door dr S. Baart de Ia Faille, lezen wy „Het schijnt mi] toe dat thans, drie maan den na het sluiten der (vredes)conferentie, de tyd nog niet gekomen is, om volledig de waarde en het gewicht dezer vergadering te kunt beoordeelen, allerminst welke gevolgen zy in de toekomst zal hebben. Zelfs moeten nog twee maanden verloopen, eer de tyd verst re keu is, 31 December 1899, waarop wy volledig kunnen weten, welke regeeringen gezind zyi. de verdragen en verklaringen, door de confe rentie vastgesteld, te onderteekeneD, behou dens natuurlijk de goedkeuring der parlementen voor zoover noodig. Maar, zoo vragen wy,ii het „pover en belachiyk weinig", allereerst het bdiflDgryke feit, dat die samenkomst had; dat afgevaardigden van landeD, grondgebied en bezittingen 9/10 der aarde beslaan, zich vereenigen om de zaak van goilo| m ftfto t« Mprekenj 4»t bi)n» «Ue beschaafde natiën er vertegenwoordigd waren Is het „pover en belachiyk weinig", dat een verdrag voor de vreedzame regeling van inter nationale geschillen tot stand kwam, thans reeds onderteekend door de gevolmachtigden van achttien stateD, waaronder de Yereenigde Staten van Amerika, Frankryk, Rusland, Ooa- tenryfe-Hongarije en Italië Wy zwijgen van de overige verdragen en verklaringen, alle door ver de meerderheid onderteekend,zonder daarmee te kennen te geven, dat ook die arbeid niet van zeer, zeer groot belang is voor toekomst. Maar wy vragen, of die schreeu wers met hun „pover en belachelijk weinig" misBchien ook behooren tot hen, van vie ge- 1 is, dat hunne critiek is ingegeven door onwetendheid of kwade bedoelingen. Liever dan die vraag bevestigend te be antwoorden, vermoeden wy, dat hun gerecht vaardigd ongeduld, denkende aan de ellenden en het onrechtvaardige van den oorlog, hnn parten heeft gespeeld. Hun ideaal is eene menschheid, die het echt menschel ijk gebod opvolgtGij zult niet doodslaan. Maar daarom ij men niet onbillijk. Zeker, ook wy hadden ;ewenscht dat meer bert ikt bad kannen worden, maar dat is gebleken vooralsnog onmogelijk te zyn. Laat ons daarin berusten. Maar laat ons daarom aan de conferentie nier den lof onthouden, dat zjj door het beleid, den goeden wil, de werk- en denkkracht harer corypheeën veel heeft weten tot stand te brengen, waarvoor wy haar van harte dankbaar zyn. Ten slotte roepen wy in herinnering enkele zinsneden uit de rede, waarmee de voorzitter, baron De Staal, de conferentie sloot: „In den loop der jaren heb ik langzamerhand den invloed der zedelijke idtën in de staatkundige verhoudingen zien groeien; die invloed heeft, heden eene gedenkwaardige pleisterplaats be reikt. Gij, myne heeren, die jonger zyt dan aw voorzitter, gy zult ongetwijf«Id nieuwe pen zetten op den weg, waarop wy one begeven hebben. De eerBte stsp is gezet, het goede zaad is uitgestrooid; wachten wy op oogst. Ons werk is heden volbracht. Dat k is ongetwyfeld niet volmaakt, maar het is oprecht, practisch, verstandig. Ik acht het grooten troost een nieuw verschiet ten bate der menschheid te zien komen." Men ziet: de mannen des vredes hebben goeden moed voor de toekomst. Zy houden zich overtuigd dat de, van vele zyden, door ongeduldigen, zeer hard, en ook onzes in ziens niet altyd gemotiveerd en rechtvaardig aangevallen, bijeenkomst goede vruchten zal dragen. En hun standpunt in deze mag wel eens in wyden kring, buiten de lezers van het Jaarboek hoevelen zyn die er f ge- noord worden. Want die moed kan hen schragen in hunne pogingen tot bevordering van een goede zaak. En als eenmaal de dampkring weer gezui verd is, Engeland een harde les heeft gekregen, dan, ja dan is er kans dat ook dit ryk meer luisteren zal naar de stemmen, welke zicbj nu nog meer dan voorheen, znllen verheffen urn toch steeds zooveel mogeiyk internatio nale geschillen te onderwerpen aan arbitrage. Hierbij verdient zeker wel de volgende mededeeling eene plaats. Het jongste nummer van de Nouvelle Revue Internationale bevat een brief van generaal Den Beer Foortugael aan de re dactrice Prinses Bonaparte, over dezelfde conferentie. De generaal, herinnerende aan 't Nederlandsche spreekwoord dat Keulen en Aken niet in éen dag zyn gebouwd, ii nogal tevreden over de resultaten. Vooral dat voor 't eerst alle Staten als geiykge- rechtigd erkend zyn op een congres over algemeene belangen; dat de bepalingen be treffende oorlogswetten en gebruiken meer algemeen zyn aangenomen; dat de conven tie van Genève tot den zee-oorlog is uit gebreid; dat de arbitrage geregeld is, achtte by waardeerbare resultaten. Dat de oorlog met Transvaal niet is voorkomen, acht de generaal, evenals wy, volstrekt niet vreemd, Juist omdat Engeland dien oorlog reeds iang beraamde, wilde het Transvaal van de conferentie uitBluiten en wil het ook geen arbitrage toelatendit nu is een indirecte erkenning, dat die Mogendheden, die wel aan de conferentio deelnamen, zich op de daar vastgestelde bepalingen, met name op die over de arbitrage kunnen beroepen. Van de Finsche kwestie geeft het Jaar boek een uitvoerig overzicht, jsooals bet dit doet van alle belangrijke gebeurtenissen in het afgeloopen jaaren daaraan wordt deze opmerking vastgeknoopt Zoo werd de bwnchte gouverneur Bobrikof, op wiens iaetigutte dit alles (met Finland) geschied was, gehandhaafd, en weigerde Nico- laas II om eene delegatie van den Finschen senaat te ontvangen. Men verwonderde zich in Europa, dat de man, die, biykena de cir culaire van December 1898, overtuigd was van de wenscheiykheid om eene algemeene ont wapening tot stand te brengen, znlbe rnwe tregelen nam tegen een Icy aai en goed hartig volk, hetwelk altyd blijken van ge hechtheid aan zyn persoon bad gegeven. la- lusschen, zooals gezegd, vertoogen en protesten baatten hoegenaamd niet en er schoot den ongelukkigen Finnen niets anders over, dan het hoofd te buigen, betere dagen af te wach ten en inmiddels te hopen, dat wellicht door invloed van de steeds zich ook in Rua- 1 doen geldende publieke opinie de regeering te Peteisburg, maar allereerst de Tsaar zelf mogen inzien, dat het zelfs voor een Russisch Alleenheerscher van belang is met zyn onderdanen op goeden voet te bly «en." Voorzeker kalm en voorzichtig uitgedrukt, geheel in den geest van mannen, die bovenal den vrede liefhebben en in vrede willen leven «elfs met den czaar van Rusland. [aar nit al wat aan die aanhaling vooraf ging, blykt voldoende hunne warme sym pathie voor de Finnen. En wat Transvaal en Oranje-Vrijstaat be treft, ook daaraan is geene afzonderlijke beschouwing gewydmaar in het meer ge noemde jaaroverzicht wordt daarover uit voerig geschreven in een geest, die ook van ingenomenheid getuigt voor het Afrikaansche volk, van afkeuring van hetgeen in dez® geschied is door Engeland, dat den vrede, liefheeft zooals is aangegeven in het motto, boven ons opstel geplaatst en ook aan het Jaarboek ontleend. Wy willen gelooven dat omzichtigheid den mannen van den Vredebond is aangeraden. Maar wat meer kracht, zy het dan ook alleen op papier, zon zeker na en dan niet schaden en de Bympathie voor den Bond verhoogen. Op de algemeene vergadering werd ver kondigd dat de Vredebond niet zich moest bemoeien met de Transvaalsche kwestie hij zich niet mengen mag in buitenlandsche aangelegenheden, maar men deed toch een stap in die richting door het aannemen van een motie, om Transvaal sympathie te betuigen. Verder durfde men niet gaan. Waarom niet? Nu er oorlog dreigde, hadden alle Vrede bonden krachtig zich moeten doen hooren. Voor de toekomst had dit zoo hoogst nut tig kannen zyn. laar laat ons verloopig tevreden zyn met die motie. Wy zyn voorzichtig. De Nederlandsche aard verloochent zich niet licht, vooral in Na de nu opgedane ervaring zal wellicht een volgend maal de Vredebond, en alle vereenigingen, die hetzelfde doei najagen, zich beroepen op het besluit der Vredes conferentie, bun stem tydig en luide doen hooren, en het hunne doen om eenmensch- onteerenden strijd te keeren. Wat is anders het werk van Vredebonden) behalve natuurlijk onder het volk de begin selen voor den Vrede te propageeren? UIT STAD EN PROVINCIE. Of een eerste indruk het diepste gaat, f wel een laatste het langste by biyft, du is een kwestie, waarover men het niet spoedig eens zal worden. Op dit oogenblik zonden wy ons by het laatste willen bonden. Wanneer toch wy ons neerzetten om den in druk weer te geven, dien wy Vrijdagavond ontvingen op de door het Orgelfonds alhier georganiseerde soiróe, dan ryot bet eerst weer op in onze gedachten bet beeld van de Schut tershof zuil, zoo lang, en zoo ruim, enzoo kond, andersna zoo intiem-gezellig, met veel licht en veel groen, en schittering van papieren lampions herschapen in een tempel van Terpsichore. En over den gladden dansvloer zweefden, geheel aan haar gewSdj vele pries teressen en priesters, in dwarreling van kleu ren, in waiving van lichte gewaden. Of weer zien wy die zaal als een toovertnint ?.I levende, lioht-weraeleoiie Weepen en der- telende vlinders, waarover een stofregen neer daalt van complimentjes, geestigheden, on schuldige flirtation en kleine galanteriën, nit hoog opsprankelende beleefdheidsfonteinen. Een sterrenhemel; een OosterBoh toover- sprookje, taforeelen, zoo weggegrepen nit Scherazade's phantasiën; groot, zeer groot is het aantal beelden, waarmede wy zonden kun- noemeu dat geanimeerde bal, waarmede comité voor het orgelfonds zyn soirée besloten zag. En bet is niet alleen dit bal, dat ruimschoots stof tot tevredenheid mag geven aan ben, die den avond organiseerden. Alles, wat te zien en te hooren werd gegeven, verdiende in alle opzichten het daverend applaus, waarmede het publiek zyn goedl ring erover te kennen gaf. Hier alles te noemen, wat op het afwisselende programma was byeengebracht, zou ons te ver voeren. Vermelden wy daarom alleen de glanspunten van den avondhet heeriyke, door viool en piano begeleide, gezang van eene in onze Btad zoo wel bekende solistede aardig uitgevoerde JapanBche pantomime, die met haar échitiering van kleuren, haar bevallige dansen en aardige standen, ons als in een groote kaleidoscoop deed zien. Ook het aardige biy spel van Jast as van Maurik, De Burenen de uitstekend uitgevoerde operette van Hollaender, Der Bey von Moroccohet laatste met bege leiding van strijkorkest, die algemeen bleken in den smaak te vallen en dan ook van het overtalryke publiek, dat de geheele zaal vulde, warme toejuichingen verwierven. Lieftallige verkoopsters droegen in de panzen er zorg voor, dat, behalve oog en oor, ook de smaak werd gestreeld en de wyze, waarop programma's, tekBt- en balboekjes werden ver- krygbaar gesteld, deed menigeen dieper dan gewoonlijk voor dergelyke artikelen gebral betyk is, in den zak tasten, zeker niet in het nadeel van Met Orgelfonds. - In het jongste nommer van de Nieuwe Zondagsbode worden door den heer W. J. J. Koole alhier eenige bezwaren geopperd tegen de oprichting van een Militair-Tehuis deze gemeente. Hij wij at erop dat er een Tehuis is, nl. het Vereeuigiogsbaia in de Spanjaardstrsar, dat voor alie militairen van 'a morgens tot 's avonds openstaat. Bovendien stelt hy in bet licht dat er in Middelburg slechts een klein garnizoen ligt, bestaande uit een handjevol miliciens. Daar onder zyn vooreerst eenige roomachen, die niet komen naar een „vrome protestantscbe inrichting", voorts een aantal onverschilliger,die liever straatloopen en eindeiyk een neer klein aelte jongelieden nit chmteiyke gezinnen, die in de eerste maanden, zeker in de eerste weken van hnn diensttyd geen tyd hebben om zioh in een Tehuis te verpozen. De ervaring heeft dit geleerd. Al bet mogeiyke is gedaan om de jonge lotelingen naar het Vereenigingshnia te trek ken, maar zonder het gewenscht gevolg. Verder kenrt de schryver ook af nu het verouderd begrip van standsverschil tasschen militair en borger te doen opleven. Wat voor groote garnizoensplaatsen nattig jjn kaD, acht de heer Koole voor Middelburg onnoodig en z. i. kan het geld der goede ge meente voor andere christelijke doeleinden beter besteed worden dan 70or een Militair- Tehuis. Uit Vlissingen. Op de Vrydagavond door de vryzinnige kieaveieenïgiug Algemeen Belang gehouden vergadering werd tot candidaat voor den ge meenteraad in het II distriet (vaoatnre H. M. Kloppers) gesteld de heer A. E. Dudok van Heet» directeur van de bierbronwery dc Meiboom. Genoemde heer nam de oandidatnnr aan. Deze candidaatstelliag was noodig omdat, zooals bekend, de heer J. P. Vermaas terug gekomen was op zyn beslnit om de hem in de vorige vergadering gestelde eandidatnu» aan te nemen. De dagboot Nederland kwam heden morgen met eigen kracht hier in de haven. De 2de luitenant der infanterie, J. A. Maas, aldaar in garnizoen, zal binnenkort wor den gedetacheerd by de landmacht in Neder- landsoh-WesMndië, garnizoen Garag io. De St. Ct. van heien bevat d6 wet van 30 Deo. 1899, waarby is bepaald dat ten be hoeve der gemeente Vlissingen, behoudens de koninklijke goedkenring, van 1 Januari 19C0 tot 31 December 1902, belasting op het gedistilleerd tot een bedrag van ten hoogste zeventien golden vijftig cent per hectoliter, ad 60 percent sterkte, kan worden geheven- Aan den kant van den weg van Oost- k .,.11. «Ut ptDyA yrijdgg avond een ezel met kar van den winkelier B te Middelburg. Een daar voor by gaande landman kwam spoe dig tot de ondekking dat de zoogenaamde gelei der in de sloot zat. Zoodra mogeiyk werd de man op het droge gebracht en in het gezin van een naby wonend landbouwer liefderijk verpleegd. Was het ongeluk wat later opge merkt, dan zou zeer waarschyniyk de man in den modder gestikt zyn. De gemeente-veldwachter van Oostkapelle overhandigde den heer B., die per telefoon ontboden was, een zak met een tamelyk groot bedrag aan specie, terwijl gelukkig ook op den drenkeling het overschot van het dien d»g ontvangen papieren geld werd gevonden. Ook te Goes, ea wel in de Prins van Oranje, trad Vrydagavond de heer mr P. J. Troel stra op om te sprekea over algemeen kiesrecht. Een vry talrijk, gemengd publiek luisterde met belangstelling. Dezer dagen werd gemeld dat genoemde heer zyn plan om te Zierikzee op te treden had moeten opgeven, omdat men daar geen lo° kaal voor hem wilde afstaan. Wy konden dit niet gelooven. Nu echter het aldaar verschijnend blad geen tegenBpraak levert op die mededeeling, is zij zeker niet zonder grond. In het liberale Zierikzee wordt das op klein* geestige wyze een man als mr Troelstra de ge legenheid ontnomen om zyne meening te uiten over een vraagstuk van den dag. Zyn daar geen liberalen, die zich er voor willen spannen om voor de eer van hunne woonplaats in deze handelend op te treden en mr Troelstra te toonen dat men daar pry8 stelt op handhaving van het recht van spreken. Wie mr Troelstra hier heeft geboord, weet dat hy het bewuste onderwerp behandelt met kalmte, talent en overtuiging. In de Biezelingschelum is door de be manning van bet inspectievaartuig van het loodswezen te Vlissingen en door die van den tonnenlegger gevonden het in November gezon ken schip de Zeemeermin. Dj visschersvloot tj Bruinisse word® nog steeds uitgebreid; nu zijn wederom drie vaartuigen in aanbouw, die met Mei in de vaart moeten gebracht worden. By voorkeur worden thans z. g. jachten, die men veel op de Zuider zee aantreft, gebruikt, die op de Zuidhoilanschg werven gemaakt worden. De heer J. W. H. Buykman, arts te Elspeet, heeft zyne benoeming tot gemeente geneesheer te Biervliet aangenomen eu zal 1 Febr. in fuactie treden; LOOP DER BEVOLKING. Op 31 December 1898 bestond de bevolking van Middelburg uit 18671 personen,8567 mannen en 10194 vronwea. In den loop van het jaar 1899 vermeerderde door de vestiging van 608 mannen en 672 vrouwen en door de geboorte van 283 kinde ren van het mannelijk en 222 van het vrou welijk geslacht. Ia het geheel dus met 1784 personen, 891 mannen ea 893 vroawen. Daarentegen verminderde zy door het ver trek van 644 mannen en 669 vroawen en het overly den van 138 mannen en 149 vroawen. Ia het geheel alzoo met 1600 personen, 782 mannen en 818 vrouwen. De geheele vermeerdering bedraagt duB 109 mannen en 75 vrouwen of 184 personen. Op 31 December 1899 bestond bevolking nit 18855 personen, 8676 mannen en 10179 vrouwen, In 1899 werden 133 huwelyken gesloten, waarvan 116 tusachen jongmans enjongedoch- ters, 3 tasschen jongmans en weduwen, 1 tas schen jongmans en gescheiden vrouwen, 7 tusseheu weduwnaars en jongedochters, 4 tas schen weduwnaars en weduwen 1 tusschen gescheiden mannen en jongedochters, 1 tussohca weduwen en gescheiden mannen. B| deze huwelyken hadden 3 erkenningen plaats van 1 kind van het manneiyk en 2 kin deren van het vronweiyk geslacht. 6 vonnissen tot echtscheiding werden Inge* achreven. Geboren werden 504 kindereD, behoorende tot de werkeiyke bevolking, daarvan waren 283 van het mannelyk en 221 van het vronweiyk Buiten echt werden geboren 11 jongens en 9 meisjes. Bovendien zijn nog in de gemeente geboren 2 kinderen, niet behoorende tot de werkeiyke bevolking. Elders werden 3 kinderen géboren, die tot de werkeiyke bevolking van Middelburg be hooren. Tweelinggeboorten kwamen 7 maal voofd waarvan 5 jongens en 8 meisjes levend en 1 jongen als levenloos werd aangegeven. 287 personen, tot de werkeiyke bevolking behoorende, zyn overleden, nameijjk 138 ww nw» en 149 vrouwen-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1900 | | pagina 1