MIDDELBURGSCHE COURANT. 142" Jaargang, 1899, Donderdag 7 December. N°. 289. Deie courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. P*S8i P®r kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franse p.p., 2.— Afzonderlijke nummers' kosten 5 cent. Therm om-et er Middelburg 6 Dec. 8 u. va 48 gr. ,12 u. 46 gr. tv. 4 n. 47 gr. P. Verw. z. t. m. Z. W. w., betr., reg. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór uur aan het bureau bezorgd zijn. AdvertentiSn: 20 cent por regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten ea Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel Groote letters naar de plaats die zij innemen. AdvertentiSn bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten! Te Amsterdam A. de La Mab Azu.; te Rotter» dam: Nijgh van Ditmab. Middelburg 6 December. Dr Kuyper en Minister Pierson Wij wezen er op hoe De Standaard, of te wel zija hoofdredacteur, een eigenaardig licht liet vallen op de houding van den premier, toen deze dr Kuyper beantwoordde in de Kamerzitting van Vrijdag. Trouwens, de leider der anti-revolutionnaire party heeft bijzonder den takt de zaken in voor hem gunstig of voor de tegenpartij ongunstig licht te stellen. Dat hij dit ook in deze deed, willen wij met een paar sprekende voorbeelden aantoonen. De hoofdredacteur van De Standaard dan sobreef „Bij het algemesn begrootingsdebat heelt dr. Kuyper geweigerd, de discussie met de regee ring voort te zetten. Op zichzelf reeds bleek vroeger algemeene politieke discussie, als de heer Pierson Da- mens de regeering bet woord voert, zoo goed als ondoenlijk. Deze minister toch maakt zich van elk punt, dat hem ongelegen komt, met den Franschen slag sf, en dekt zich met de phrasen der gemoedelijkheid of met een han digen greep uit de toast-vocabulaire. Men herinnert zich nit het eerste debat in '97 de phrase over de nationale drie kleur. Vrijdag nu giDg dit nog verder. Toen er door een ander lid aan herinnerd werd, dat de heer Lely ia het district Helder wel ter dege tegen het papisme was uitgeva ren, verklaarde de heer Pierson dat dit toch niet zoo gemeend kon zijn want dat hij zijn ambtgenoot kende als een o, zoo godsdienstig man. Een attestatie van collega aan collega, in het volle parlement. En 6V6DZ00 ging het bij de discussie met dr. Kuyper. Dr. Kuyper had het constitutio neel e vraagstuk aan de orde gesteld, of een kabinet zijn oorsprong moebt verloo chenen, en, mee uit antipapisme opgekomen vlak omgekeerd handelen mocht, en de heer Pierson antwoordt dat hij persoonlijk toch nooit aan de Pfaffenhetze heefc meege daan. Dr. Kuyper stelde een vraagstuk van so dale rechtvaardigheid in zake de benoemingen aan de orde, er uitdrukkelijk by voegende, dat hy thans geen beschuldi ging tegen dit kabinet inbracht, en de heer Pierson laat dit sociale vraagstuk rustig liggen, en weêrlegt toch een beschuldiging die er niet was. Dit nu gaat niet. Natnuriyk kan de regeering een punt in het debat laten liggen. Maar wat niet aan gaat, is, dat ze beatrgden gaat wat niemand beweerd heeft, en dan een toon aanslaat alsof ze triomfeert?" En wat nu zeide de minister Pierson Het volgende Mynheer de VoorzitterBij de verkiezingen zijn allerlei zaken ter sprake gekomen, sociale wetgeving, leerplichtvooral van de eerste waren de programma's vol. Ea zonder zelf verheffing mag ik toch wel zeggen, dat de samensteller van een Kabinet iets bydraagt tot zijn signatnnr. Welnu, ik heb gedurende de verkiezings campagne acht malen gesproken, en in de meesta gevallen zyn myn redevoe ringen op uitmuntende wijze wedergegeven, waarvoor ik hnlde breng aan de verslaggevers. In welke van al die redevoeringen heeft de heer Knyper iets gevonden, dat spreekt van anti-papistische neigingen? Geen woord is daarin te vinden. Steeds en overal heb ik de leer verkondigd, dat tot bet wezen van het liberalisme behoort gelijkheid van alle burgers voor de wet, verplichting van den Staat om elke godsdienstige overtuiging te eerbiedigen, nooit uit het oog te verliezen dat alle Nederlandera geiyke rechten hebben. Wat betreft de opmerking van den heer Kuyper over de benoeming van den heer Michiels van Yerduynen tot voorzitter van de commissie voor de Paryscbe tentoonstelling! kan ik antwoorden, dat de Regeering er zeer dankbaar voor is, dat die zware, moeilijke en tydroovende betrekking door een man van de positie en bekwaamheid als de benoemde is aanvaard. Indien de geachte afgevaardigde meent dat onze keuze verkeerd was, dan hoop ik dat bij dit zeggen zal. Dezelfde vraag wensch ik te doen omtrent den heer Schaepman, die als voorzitter van een der sub commissiëa my op volgde toen ik Minister werd. De heer Schaep- man was reeds lid van die sub-commissie; het (ag voor de hand, dat by benoemd wc Wat den brief aan den Paus betreft, daar over heeft mgn geachte ambtgenoot, de Minis ter van Buitenlandsche Zaken, reeds zulke volledige inlichtingen gegeven dat ik waarlijk riet zon weten wat ik er aan zou kunnen toe voegen. Het schijnt echter moeilijk om het den heer Kuyper naar dan zin te maken benoemt men ge3stverwanten van de Regeer in g, dan heet bet dat zy partydig is, benoemd men anderen, met name Katholieken, dan heet het dat de R9geering haar oorsprong verloochent. Ik wensch aan de Kamer te vragen wat zy dan moet doen. Nu ik toch dit onderwerp bespreek, moet ik daaraan toevoegen, dat het my pijnlijk verrast heeft te hooren dat de Regeering sommige bekwame anti-revolntionnairen zou zijn voorbggegaan. Wanneer het mocht wezen, dat adviseurs van de Regeering sollicitanten, van welke richting ook, niet met de noodige hoffelijkheid bejegenden of wanneer zg eecige partgdigheid bij hun voordrachten of adviezen aan den dag legden, daD zou de Begeeringdit ten zeers! e betreuren en allerscherpst afkeuren, maar zy is er zich in het geheel niet van be wust, dat zij ia deze eenigen blaam verdient. Wat mg persoonigk betreft kan ik mede- Jeelen, dat er geen Departement is dat zoovele benoemingen heeft te doen als het myne, speciaal van „kleine loydens: het gebeurt zeer vaak, dat ik 60 k 80 personen moet benoemen, ■f ter benoeming voordragen, maar ik weet ichier nooit of een benoemde is Katholiek of Protestant of, voor zoover Protestant, orthodox of modern. Ik vraag er nooit naar en vind zelfs beter dit niet te weten dan wel. Eén ding moet ik intusschen opmerken. Bij benoeming van burgemeesters komen er wel eens moeilijkheden voor, wanneer er in de betrokken gemeenten sterk tegenover el kander staande partgen zyn, die dan gewoon lijk in den gemeenteraad zelf zyn vertegen woordigd. Ia «Jat—ewal kan hst van groot belang zijn en in overeenstemming met de ware belangen der gemeente, dat een persoon be noemd worde, die noch tot de eene noch tot •ie andere richting behoort, een min of meer kleurloos man." Wy achten onze lezers ve-atandig genoeg om zeiven te oordeelen over de manier, waarop dr Knyper de poliiieke geschiedenis van den dag schrgft, vooral wanneer by zelf daarbij is betrokken. BESDEMIH «J5A E^'Z. Bij kon. besluit is benoemd tot rechter in de arr.-rechtbank te Breda mr G. F. M. Pathuis Oremers, thans kantonrechter te Bergen op Zoom is aan den commieB by het dep. van marine I. fi. K. Roobol, eervol ontslag uit zgne betrekking verleend, ter zake van lichaams gebreken is by gezegd dep. bevorderd tot commies, i adj.-commies F. W. van Erp Taalman Kip, en is benoemd tot adjunct-commies, de eerste klerk E. H. Schmidt; is, voor den tijd van vijf jaren, benoemd bij het pers. van den geneesk. dienst der land macht tot reserve-off. van gezondh. 2de kl.de heer W. N. Bsssem, arts benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau de heer B. Th. J. Frederiks, gepensionneerd Roomsch-Catholiek geestelijke van den 2den rang op Curasao. Aanstaanden Zaterdag verleent de minister van binnenlandsche zaken geen audiëntie. Vryatsatsche Volksliedereo, voor een Inttelen Op de vraag, in vorergaande beschouwing; prijs verkrijgbaar gesteld. Die laatste liede- of de militaire autoriteit het recht beeft v.—:a nu aoor he(; wegblijven van een vijftal jonge lieden, het vereisebte twintigtal leerlingen niet ren, dit zij ten overvloede nog eens herinnerd, zijn het: Kent gij hst - 'ken Heft, Burgers, het lied der vrijheid aan. Heden oGhtend had op de R. K. begraaf plaats alhier op eenvoudige wijze de byzet- ting plaats van wglea den heer G. Keyzer. Op de begraafplaats waren o. a. aanwezig i rector van het gymnasium, de directeuren leeraar der Rijks hoogere burger- benevens een paar oud-leerlingen. Ter aanvulling van het levensbericht, dat wy omtrent den overledene gaven, dient nog gemeld dat door hem indertgd het initiatief werd genomen tot de oprichting der bad- en zweminrichting alhier, nadat een tweetal pogingen, daartoe door het departement Mid delburg der Maatschappij tot Nut aan }t Alge meen aangewend, geen resultaat hadden gehad. Met de heeren G. Alberts Lz., Henri Tak en dr H. A. de Jongh wist de heer G. Keyzer toen deze nuttige inrichting tot stand te bren gen en tot aan zyn dood had by steeds in het bestuur der daarvoor opgerichte naamlooze vennootschap zitting. Woensdag, ochtend is te Vlis sin gen, op 54-jari*en leeftyd, plotseling over leden de heer F. J. B. Vanscbooten, inspec teur van het Belgische loodswezen aldaar. De zoo welgeslaagde soiree, door de leerlingen der rijksnormaallessen te Goes gegeven, waarvan wij in ons vorig nommer melding maakten, heeft netto pm. t 170 opge bracht. In het geheel moet aJdaar voor den oorlog in Zuid-Afrika f 2000 zija saamgebracht. Te Utrecht is bg het door de Maat- schappij tot Expl. van St. Sp. gehouden men als klerk-telegrafist 3e kl. o. a. ge slaagd de heer E. d-"Wever te Goes. Te St. Jansteen aan de heikant, is jl. Maandagavond in een landbouwschuur, door onbekende oorzaak, brand uitgebroken, die benevens deze schuur twee nabSstaande schuren van andere hoeven, allen met stroo gedekt, geheel in de asc'n legde. 18 beesten kwamen in de vlammen om. Alles was tegen brandschade verzekerd Ter elfder ure is, zoo meldt men ons nit Biervliet, naast den heer Ch. Csuleaaerp nog als candldaat voor de -f erkiezing van een lid van den raad gesteld de hear G. Ongenae. Daardoor zal nu eene stemming moeten plaats hebben. OEFENINGEN IN OEN WAPENHANDEL. UIT STAD EN PROVINCIE, Zooals gemeld, zal Maandag a. te Mid delburg plaats hebben de voordracht met lichtbeelden, door den heer J. A. Wormser over Transvaal te houden. Uit een in dit nommer voorkomende adver tentie blijkt dat de gelegenheid om die bij te wonen zeer gemakkelijk is gemaakt. Er zgn vier rangen, nl. van f lp.f 0.50, f 0.25 en f 0.10. Het zal wel overbodig zgn op deze voor dracht breedvoerig de aandacht te vestigen. Wij kunnen ons niet voorstallen dat de be langstelling daarvoor op Walcheren niet groot zal zyn. Wg willen er alleen op wyzen dat toegangs kaarten voor deze by een komst reeds vanmor gen (Donderdag) af verkrijgbaar zgn by verschillende boekhandelaars te Middelburg en te Y 1 i s s i n g e n. Dit tot naricht van de plattelands bewoners die morgen in onze stad ter markt komen. Evenals op andere plaatsen, waar de beer Wormser optrad, zal ook hier, zoo het eenigs zins mogelgk is, bet publiek gelegenheid ge geven worden eenige liederen te zingen. Om dit plan in de hand te werken, heeft de F. P. D'huy, biykens eene in dit nommer voorkomende aankondiging, die liederen Psalm 68 vers 1, twee coupletten van het Wilhelmus en de Transvaalsche en Oranje ons; Het is bekend dat de oefeningen in den wapenhandel in gemeenten, waar geen garni zoen is, gehouden kannen worden indien er twintig deelnemers zgn. In 'sGrsvenpol- der hadden zich 23 jongelui opgegeven, doch nauwelijks waren de lessen eene maand aan deu gang of vyf jongens trokken om ongeldige redenen zich terng en bleven van de oefenin gen weg. Rijst de yraag, nu binnen korten tyd na den aanvang der lessen het aantal beneden de twintig is gekomen, of de militaire autoriteit, belast met de uitvoering der wet. het recht heeft de lessen te doen ophouden. Het is een leemte in de wet, dat zy, die zich verbonden hebben de lessen bg te wonen, niet gedwongen hunnen worden hun eenmaal ge geven woord gestand te doen. Worden de jongelni door een sergeant- instructeur wat bard toegesproken, of hebben zy, na de loting, geen belang meer, naar zij bet volgen der oefeningen, dan vertrekken zg en laten bnnne kameraden, wel de lessen volgen willen, in den steek. Voor dezen, die groot belang hebben verkrygen van een diploma of bewys, 1 opheffing der oefeningen een groot nadeel kannen medebrengen daartegenover staat dat bg moedwillig wegblgven van een gedeelte van heD, die zich opgaven, de militaire auto riteit mogelgk het recht heefc, een eind aai de lessen te maken. Big ven de deelnemers wegens ziekte of vertrek uit de gemeente, is het geval anders en behoeven de goed willigen niet te ïyden omdat bet aantal niet meer compleet is; doch blgven de jongelui zonder geldige redenen weg, dan ware het gewenscht dat een flinke maatregel genomen werde. mogelgk dat dan zy, die belang by de oefe ningen hebben, hunne onverschillige kameraden konden bewegen de lessen tot het eind van den cursus te volgen. Wg wisten niet beter te doen dan dit Bcbryven te 6tellen in handen van hem, die in onze provincie belast is met de leiding van genoemd onderricht. Deze was zoo beleefd ons het volgende te melden; aanwezig is de lessen aldaar te ophouden, ban het volgende geantwoord worden. In de regeling van het voorbereidend mili tair onderricht, vastgesteld by M. B. van 1 Juni 1898, YII afd., to. 10, is in §4vermeld: „Het voorber. mil. onderricht is kosteloos voor de deelnemers en kan worden gevolgd door jongelieden van 1624 jarigen leeftyd. Het wordt e. m. gegeven in plaatsen, geen garnizoenen, indien daar ten minste 5 adspi- ranten voor het reservekader of in het geheel ten minste 20 deelnemers de lessen volgen." Aangezien nu te 's Gravenpolder het ver eisebte 20tal niet laDger aanwezig is, zou, dunkt mg, de militaire autoriteit wel dege- Igk het recht huunen laten gelden om de les sen zoo noodig te doen ophouden. Gelukkig evenwel hondt de militaire autoriteit iu deze nog rekening, behalve met den letter, ook met den geest der wet en ik kan den Bchrjjver gerust stellen met de mededeelisg, dat er in 't geheel neg niet over gedacht wordt te 's Gravenpolder den cnrsns op te heffen. Schrgver noemt het een leemte in de wet, dat zij, «lie zich verbonden hebben de leasen by te wonen, niet gedwongen kunnen worden, hun eenmaal gegeven woord gestand te doen Deze leemte bestaat inderdaad en springt nog sterker in het oog als men daarby nagaat, dat naast gemis t aan goede trouw en eerlgk- heid ook gesteld moet worden mogelgke be nadeeling van de belangen van derden, nl. van hunne kameraden. Dwangmiddelen bestaan er evenwel niet dan alleen zedelijke en het iB my aaDgenaain te kunnen verklaren, dat deze in vele gevallen doeltreffend bleken te zijn. Wat nu het wegbiyven zonder geldige redenen betreft, dat komt helaas niet alleen te Gravenpolder, maar in bgna alle gemeenten, waar onderricht gegeven wordt, voor. Vooral na afloop der loting voor de nationale militie zijn het de leerlingen, die een niet dienBt. plichtig nummer trokken, die zich terugtrekken. Vraagt men wat daartegen gedaan kan worden, dan kan ik daaromtrent het volgende mo.de- d-reien, daarby den steun iuroepe: de van alle snt-jri*eiten, onderwflzers, ouders, in 't algem; allen, die belangstellen in de zaak van onze volksweerbaarheid. Blijft een jongeling zonder geldige redenen eg, dan kunrea verschillende wegen gevoJgd worden om hem weder op het rechte pad te brengeD. Dikwgls namen de leerlingen der klasse die teak op zich met de beste gevolgen. Zij gaven daarby het bewgs doordrongen te 7,ijn van een hoog gevoel van solidariteit. Een beroep op dat gevoel by den afvallige bleek dikwijls voldoende. Niet overal bestaat evenwel dat scboone gevoel van „een voor allen eD allen voor een". Waar dat gemist wordt, werd gewooniyk de tnsscheakomst ingeroepen van tet boofd der gemeente, die dan in den zoo welwillend is, den wegbiyvar by zich te ontbïe len, soms met zijn vader er by, en hem te wyzen op zgn aangegane verbintenis en de daaruit voortvloeiende zedeiyke verplichting om de lessen te blijven volgen tot het fiade toe. Ook dat bleek vele malen een doeltref fende maatregel te zyn. Ten laatste kunnen de officieren en onder- wyzera zoo mogeiyk den wegbiyver epz met den vader de zaak bespreken. Ook dat leidde tot goede resultaten. Helpen deze middelen niet, welnu, dan is ook maar 't best, dat zulke jongelieden niei langer aan de oefeningen deelnemen. Zg wor den daarby dan ook stellig niet langer ge wenscht. Het is zeker treurig dat er nog zulke jon gelieden voorkomen. De schryver uit Zuid Beveland kan iDtus- eehea verzekerd zyn, dat van zyne opmerking acte is genomen en dat de militaire autoriteiten, belast met bet voorbereidend militair onder richt, steeds genegen zyn om alle maatregelen te overwegen die in 't belang kunnen zgn van de verhoogiDg onzer volksweerbaarheid, hoofddoel van het voorbereidend militair on derricht. De kapitein, belast met de leiding van het voorber. mil. onderrieht in Zeeland, P. J. GEUL. Middelburg, 5 Dec. 1899. NATUURKUNDIG CEZELSCHAP. Maandagavond sprak de heer A. Pannekotk, observator aan den sterrenwacht te Leiden, in bovengenoemd gez elschap overde Planeet Mars en hare bewoners. Hy begon met op te merken dat de vraag, aan zoo menig astro noom gedaan: wonen er ook menachen op de Maao bewijst dat, wat leeken belang inboe zemt, aan de astronomen niet belangryk genoeg voorkomt om er een ouderzoek naar in te stellen, terwgl daarentegen datgene wat de laatsten wel weten en waaraan zy veel studie wgden, voor leekeu dikwyis niet interessant genoeg is. Over de vraag of de hemellichamen bewoners kunnen hebben, laat zich Chr. Huygens reeds in dien zin uit, dat, w*yi de planeten, even goed als de aarde, bollen zgn, die zich hebben losgemaakt nit den oorspronkeiyken chaos, de mogelgkheid dat zy bewoners kunnen hebb;n, niet kan worden ontkend. Sedert is de kennis van de natnurlgke gesteldheid der hemellicha men sterk vooruitgegaan, en dit was een eerste voorwaarde om verder te komen. Men weet nu al reeds lang, dat de Maan geen dampkring heeft, en er dus geen menachen kunnen won<n. Sedert is de belangstelling van het publiek voor de Maan gedaald en overgegaan op de planeet Mars. Deze planeet is betrekkelgk dicht genoeg by, om meer onderzoek mogelgk te maken. Haar middeliyn is ongeveer half zoo groot a's die der Aarde, en ze is l'/s m*al zoover van de zou verwijierd, zoodat ze ook maal mii der warmte ontvangt. Er heereoht afwisseling van dag en nacht en van zomer winter zooals hier, maar een Manjaar duurt veel langer dan een Aardjaar. Spreker maakte nn met lichtbeelden duidelijk wat men op oude afbeeldingen van Mars (van Huygens afkomstig) kan zien, en deelde de verklatingen die men daarvan had gegeven. De kiek e pool vlekken bv. die periodiek af- en toenemen, zouden zgn gs of sneeuw, dat 's zomers smolt 'a winters weer aanwies. Het Z. Halfroad, dat zich donker vertoont, zou bestaan nit water, het Noordelgke nit land. Meer valt te leeren uit de teebeningen van Sciaparelli, waarop zoogen. „kanalen" voorkomen, waarvan vermoedelgke aard door spreker uitvoerig wordt nagegaan. Uit dieDs waarnemingen, en die van Percival Lowell, valt op te maken, dat de wt ioig verschil in hoogte vertoont, dat er bgaa nooit wolken voorkomen, en ook dat, wat men zeeën noemt, geen egaal zwarte plekken zijn, waaruit sommige astronomen afl idden dat dit dtn juist land zou kunnen zgn. Lowell zelf hield het voor plantengroei. Fi&mmarion beweerde, dat do kanalen te kunstmatig, te recht waren om natuuriyke waterwegen te »yn, ze moesten dus door kunst zyn gemaakt, ergo moest de planeet bewoners hebben. Dat die kanalen kolossale afmetingen werd dan verklaard uit de meerdere iatellectueele ontwikkeling dezer Marsbewozers, wier planeet ouder is dan de Aarde, benevens nit bet feit, dat alles er zooveel minder weegt, De vraag: of er wel menseden op Mars konden zyn, bangt oob nog af van dezeis er wel luoht? Hieromtrent is geen zekerheid te bekomen waarscbyniyk is bet, dat er geen dampkring is. Voegt men hierby het feit, dat de gemiddelde luchttemperatuur 50° onder nul is, dan volgt hieruit dat de besproken verschijnselen geen smelting en bevriezing van viater, geen water- beweging das, kunnen zyn, maar wel bv. van het een of ander vaatgeworden gas. Het ijS zou dan op Mars den rotsbodem kunnen uit maken, de kanalen zonden spleten in dëtf bodem kunnen zyn. De aanwezigheid v.an menschen, van levend# bewoners, wordt das steeds onwaarschijnlijke* zeker heeft men geen recht om, zooalfi Fiammarion doet, het bestaan van die bewo ners te veronderstellen ter verklaring van de' door ons waargenomen verschijnselen* Want ieder geval zullen zulke bewoners zoo zeer afwijken van den menach, dat we ons niet in hun leven kannen indeaken, en das, hetgeen op de planeet geschiedt, niet mogen trachten te verblaren met onze begrippon om' treat menschen en hun arbeid. De spreker trok ten slotte de conclusie, dat s vraagheeft Mars bewoners nog open staat, maar ook nog lang onbeantwoord zal biyven. Yoortgezet onderzoek zal niet andera kunnen plaats hebben, dan in de richting als tot dusverre geschied is, men zal wellicht wat meer nog doordringen in détails, alles wat men nn ziet, wat beter en scheiper leeren zien, maar omtrent veel en daaronder ook de eventueele bewoners der planeet —zal wel steeds twijfel en onzekerheid bfijven heersohen. Stukken voor den Qemeenteraad van Middelburg. Burg. en weth. doen het volgende voorstel in zake beteugeling van den lepenspintkeve*. Onder aanbieding van hot door hun college ingewonnen advies by den heer D. J. v. d. Have te Kapelle, by Goes, stellen zy voor hun de machtigingen en credieten te verleenon als zij in noten tot dat advies verzoeken. J9et advies luidt als voigt: De iepenspintkever tretdt bijna oveial op, waar de olmen- of iepenboomen zich ia een ïiekelSken to««tiad bevinden. TergeroststeV

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 1