MIDDELBURGSCHE COURANT.
142" Jaargang,
1899,
Donderdag
7 December.
N°. 289.
Deie courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
P*S8i P®r kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franse p.p., 2.—
Afzonderlijke nummers' kosten 5 cent.
Therm om-et er
Middelburg 6 Dec. 8 u. va 48 gr. ,12 u. 46 gr.
tv. 4 n. 47 gr. P. Verw. z. t. m. Z. W. w., betr., reg.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór uur
aan het bureau bezorgd zijn.
AdvertentiSn: 20 cent por regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten ea
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
AdvertentiSn bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten!
Te Amsterdam A. de La Mab Azu.; te Rotter»
dam: Nijgh van Ditmab.
Middelburg 6 December.
Dr Kuyper en Minister Pierson
Wij wezen er op hoe De Standaard, of
te wel zija hoofdredacteur, een eigenaardig
licht liet vallen op de houding van den premier,
toen deze dr Kuyper beantwoordde in de
Kamerzitting van Vrijdag.
Trouwens, de leider der anti-revolutionnaire
party heeft bijzonder den takt de zaken in voor
hem gunstig of voor de tegenpartij ongunstig
licht te stellen.
Dat hij dit ook in deze deed, willen wij met
een paar sprekende voorbeelden aantoonen.
De hoofdredacteur van De Standaard dan
sobreef
„Bij het algemesn begrootingsdebat heelt dr.
Kuyper geweigerd, de discussie met de regee
ring voort te zetten.
Op zichzelf reeds bleek vroeger algemeene
politieke discussie, als de heer Pierson Da-
mens de regeering bet woord voert, zoo goed
als ondoenlijk. Deze minister toch maakt zich
van elk punt, dat hem ongelegen komt, met
den Franschen slag sf, en dekt zich met de
phrasen der gemoedelijkheid of met een han
digen greep uit de toast-vocabulaire.
Men herinnert zich nit het eerste debat in
'97 de phrase over de nationale drie
kleur.
Vrijdag nu giDg dit nog verder.
Toen er door een ander lid aan herinnerd
werd, dat de heer Lely ia het district Helder
wel ter dege tegen het papisme was uitgeva
ren, verklaarde de heer Pierson dat dit toch
niet zoo gemeend kon zijn want dat hij zijn
ambtgenoot kende als een o, zoo godsdienstig
man.
Een attestatie van collega aan collega, in
het volle parlement.
En 6V6DZ00 ging het bij de discussie met
dr. Kuyper.
Dr. Kuyper had het constitutio
neel e vraagstuk aan de orde gesteld,
of een kabinet zijn oorsprong moebt verloo
chenen, en, mee uit antipapisme opgekomen
vlak omgekeerd handelen mocht, en
de heer Pierson antwoordt dat hij persoonlijk
toch nooit aan de Pfaffenhetze heefc meege
daan.
Dr. Kuyper stelde een vraagstuk van so
dale rechtvaardigheid in zake de
benoemingen aan de orde, er uitdrukkelijk
by voegende, dat hy thans geen beschuldi
ging tegen dit kabinet inbracht, en de
heer Pierson laat dit sociale vraagstuk rustig
liggen, en weêrlegt toch een beschuldiging
die er niet was.
Dit nu gaat niet.
Natnuriyk kan de regeering een punt in
het debat laten liggen. Maar wat niet aan
gaat, is, dat ze beatrgden gaat wat niemand
beweerd heeft, en dan een toon aanslaat alsof
ze triomfeert?"
En wat nu zeide de minister Pierson
Het volgende
Mynheer de VoorzitterBij de verkiezingen
zijn allerlei zaken ter sprake gekomen, sociale
wetgeving, leerplichtvooral van de eerste
waren de programma's vol. Ea zonder zelf
verheffing mag ik toch wel zeggen, dat de
samensteller van een Kabinet iets bydraagt
tot zijn signatnnr. Welnu, ik heb gedurende
de verkiezings campagne acht malen gesproken,
en in de meesta gevallen zyn myn redevoe
ringen op uitmuntende wijze wedergegeven,
waarvoor ik hnlde breng aan de verslaggevers.
In welke van al die redevoeringen heeft de
heer Knyper iets gevonden, dat spreekt van
anti-papistische neigingen?
Geen woord is daarin te vinden. Steeds en
overal heb ik de leer verkondigd, dat tot bet
wezen van het liberalisme behoort gelijkheid
van alle burgers voor de wet, verplichting van
den Staat om elke godsdienstige overtuiging
te eerbiedigen, nooit uit het oog te verliezen
dat alle Nederlandera geiyke rechten hebben.
Wat betreft de opmerking van den heer
Kuyper over de benoeming van den heer
Michiels van Yerduynen tot voorzitter van de
commissie voor de Paryscbe tentoonstelling!
kan ik antwoorden, dat de Regeering er zeer
dankbaar voor is, dat die zware, moeilijke en
tydroovende betrekking door een man van de
positie en bekwaamheid als de benoemde is
aanvaard.
Indien de geachte afgevaardigde meent dat
onze keuze verkeerd was, dan hoop ik dat bij
dit zeggen zal. Dezelfde vraag wensch ik te
doen omtrent den heer Schaepman, die als
voorzitter van een der sub commissiëa my op
volgde toen ik Minister werd. De heer Schaep-
man was reeds lid van die sub-commissie; het
(ag voor de hand, dat by benoemd wc
Wat den brief aan den Paus betreft, daar
over heeft mgn geachte ambtgenoot, de Minis
ter van Buitenlandsche Zaken, reeds zulke
volledige inlichtingen gegeven dat ik waarlijk
riet zon weten wat ik er aan zou kunnen toe
voegen. Het schijnt echter moeilijk om het den
heer Kuyper naar dan zin te maken benoemt
men ge3stverwanten van de Regeer in g, dan
heet bet dat zy partydig is, benoemd men
anderen, met name Katholieken, dan heet het
dat de R9geering haar oorsprong verloochent.
Ik wensch aan de Kamer te vragen wat zy
dan moet doen.
Nu ik toch dit onderwerp bespreek, moet
ik daaraan toevoegen, dat het my pijnlijk
verrast heeft te hooren dat de Regeering
sommige bekwame anti-revolntionnairen zou
zijn voorbggegaan. Wanneer het mocht wezen,
dat adviseurs van de Regeering sollicitanten,
van welke richting ook, niet met de noodige
hoffelijkheid bejegenden of wanneer zg eecige
partgdigheid bij hun voordrachten of adviezen
aan den dag legden, daD zou de Begeeringdit
ten zeers! e betreuren en allerscherpst afkeuren,
maar zy is er zich in het geheel niet van be
wust, dat zij ia deze eenigen blaam verdient.
Wat mg persoonigk betreft kan ik mede-
Jeelen, dat er geen Departement is dat zoovele
benoemingen heeft te doen als het myne,
speciaal van „kleine loydens: het gebeurt zeer
vaak, dat ik 60 k 80 personen moet benoemen,
■f ter benoeming voordragen, maar ik weet
ichier nooit of een benoemde is Katholiek of
Protestant of, voor zoover Protestant, orthodox
of modern. Ik vraag er nooit naar en vind
zelfs beter dit niet te weten dan wel.
Eén ding moet ik intusschen opmerken. Bij
benoeming van burgemeesters komen er
wel eens moeilijkheden voor, wanneer er in
de betrokken gemeenten sterk tegenover el
kander staande partgen zyn, die dan gewoon
lijk in den gemeenteraad zelf zyn vertegen
woordigd. Ia «Jat—ewal kan hst van groot
belang zijn en in overeenstemming met de ware
belangen der gemeente, dat een persoon be
noemd worde, die noch tot de eene noch tot
•ie andere richting behoort, een min of meer
kleurloos man."
Wy achten onze lezers ve-atandig genoeg
om zeiven te oordeelen over de manier,
waarop dr Knyper de poliiieke geschiedenis
van den dag schrgft, vooral wanneer by zelf
daarbij is betrokken.
BESDEMIH «J5A E^'Z.
Bij kon. besluit
is benoemd tot rechter in de arr.-rechtbank
te Breda mr G. F. M. Pathuis Oremers, thans
kantonrechter te Bergen op Zoom
is aan den commieB by het dep. van marine
I. fi. K. Roobol, eervol ontslag uit zgne
betrekking verleend, ter zake van lichaams
gebreken
is by gezegd dep. bevorderd tot commies,
i adj.-commies F. W. van Erp Taalman Kip, en
is benoemd tot adjunct-commies, de eerste
klerk E. H. Schmidt;
is, voor den tijd van vijf jaren, benoemd bij
het pers. van den geneesk. dienst der land
macht tot reserve-off. van gezondh. 2de kl.de
heer W. N. Bsssem, arts
benoemd tot ridder in de orde van
Oranje-Nassau de heer B. Th. J. Frederiks,
gepensionneerd Roomsch-Catholiek geestelijke
van den 2den rang op Curasao.
Aanstaanden Zaterdag verleent de minister
van binnenlandsche zaken geen audiëntie.
Vryatsatsche Volksliedereo, voor een Inttelen Op de vraag, in vorergaande beschouwing;
prijs verkrijgbaar gesteld. Die laatste liede- of de militaire autoriteit het recht beeft
v.—:a nu aoor he(; wegblijven van een vijftal jonge
lieden, het vereisebte twintigtal leerlingen niet
ren, dit zij ten overvloede nog eens herinnerd,
zijn het: Kent gij hst - 'ken Heft, Burgers,
het lied der vrijheid aan.
Heden oGhtend had op de R. K. begraaf
plaats alhier op eenvoudige wijze de byzet-
ting plaats van wglea den heer G. Keyzer.
Op de begraafplaats waren o. a. aanwezig
i rector van het gymnasium, de directeuren
leeraar der Rijks hoogere burger-
benevens een paar oud-leerlingen.
Ter aanvulling van het levensbericht, dat
wy omtrent den overledene gaven, dient nog
gemeld dat door hem indertgd het initiatief
werd genomen tot de oprichting der bad- en
zweminrichting alhier, nadat een tweetal
pogingen, daartoe door het departement Mid
delburg der Maatschappij tot Nut aan }t Alge
meen aangewend, geen resultaat hadden gehad.
Met de heeren G. Alberts Lz., Henri Tak en
dr H. A. de Jongh wist de heer G. Keyzer
toen deze nuttige inrichting tot stand te bren
gen en tot aan zyn dood had by steeds in het
bestuur der daarvoor opgerichte naamlooze
vennootschap zitting.
Woensdag, ochtend is te Vlis
sin gen, op 54-jari*en leeftyd, plotseling over
leden de heer F. J. B. Vanscbooten, inspec
teur van het Belgische loodswezen aldaar.
De zoo welgeslaagde soiree, door de
leerlingen der rijksnormaallessen te Goes
gegeven, waarvan wij in ons vorig nommer
melding maakten, heeft netto pm. t 170 opge
bracht.
In het geheel moet aJdaar voor den oorlog
in Zuid-Afrika f 2000 zija saamgebracht.
Te Utrecht is bg het door de Maat-
schappij tot Expl. van St. Sp. gehouden
men als klerk-telegrafist 3e kl. o. a. ge
slaagd de heer E. d-"Wever te Goes.
Te St. Jansteen aan de heikant, is
jl. Maandagavond in een landbouwschuur, door
onbekende oorzaak, brand uitgebroken,
die benevens deze schuur twee nabSstaande
schuren van andere hoeven, allen met stroo
gedekt, geheel in de asc'n legde. 18 beesten
kwamen in de vlammen om. Alles was tegen
brandschade verzekerd
Ter elfder ure is, zoo meldt men ons nit
Biervliet, naast den heer Ch. Csuleaaerp
nog als candldaat voor de -f erkiezing van een
lid van den raad gesteld de hear G. Ongenae.
Daardoor zal nu eene stemming moeten
plaats hebben.
OEFENINGEN IN OEN WAPENHANDEL.
UIT STAD EN PROVINCIE,
Zooals gemeld, zal Maandag a. te Mid
delburg plaats hebben de voordracht met
lichtbeelden, door den heer J. A. Wormser
over Transvaal te houden.
Uit een in dit nommer voorkomende adver
tentie blijkt dat de gelegenheid om die bij te
wonen zeer gemakkelijk is gemaakt. Er zgn
vier rangen, nl. van f lp.f 0.50, f 0.25 en f 0.10.
Het zal wel overbodig zgn op deze voor
dracht breedvoerig de aandacht te vestigen.
Wij kunnen ons niet voorstallen dat de be
langstelling daarvoor op Walcheren niet groot
zal zyn.
Wg willen er alleen op wyzen dat toegangs
kaarten voor deze by een komst reeds vanmor
gen (Donderdag) af verkrijgbaar zgn by
verschillende boekhandelaars te Middelburg
en te Y 1 i s s i n g e n.
Dit tot naricht van de plattelands bewoners
die morgen in onze stad ter markt komen.
Evenals op andere plaatsen, waar de beer
Wormser optrad, zal ook hier, zoo het eenigs
zins mogelgk is, bet publiek gelegenheid ge
geven worden eenige liederen te zingen. Om
dit plan in de hand te werken, heeft de
F. P. D'huy, biykens eene in dit nommer
voorkomende aankondiging, die liederen
Psalm 68 vers 1, twee coupletten van het
Wilhelmus en de Transvaalsche en Oranje
ons;
Het is bekend dat de oefeningen in den
wapenhandel in gemeenten, waar geen garni
zoen is, gehouden kannen worden indien er
twintig deelnemers zgn. In 'sGrsvenpol-
der hadden zich 23 jongelui opgegeven, doch
nauwelijks waren de lessen eene maand aan
deu gang of vyf jongens trokken om ongeldige
redenen zich terng en bleven van de oefenin
gen weg. Rijst de yraag, nu binnen korten
tyd na den aanvang der lessen het aantal
beneden de twintig is gekomen, of de militaire
autoriteit, belast met de uitvoering der wet.
het recht heeft de lessen te doen ophouden.
Het is een leemte in de wet, dat zy, die zich
verbonden hebben de lessen bg te wonen, niet
gedwongen hunnen worden hun eenmaal ge
geven woord gestand te doen.
Worden de jongelni door een sergeant-
instructeur wat bard toegesproken, of hebben
zy, na de loting, geen belang meer, naar zij
bet volgen der oefeningen, dan
vertrekken zg en laten bnnne kameraden,
wel de lessen volgen willen, in den steek.
Voor dezen, die groot belang hebben
verkrygen van een diploma of bewys, 1
opheffing der oefeningen een groot nadeel
kannen medebrengen daartegenover staat dat
bg moedwillig wegblgven van een gedeelte
van heD, die zich opgaven, de militaire auto
riteit mogelgk het recht heefc, een eind aai
de lessen te maken. Big ven de deelnemers
wegens ziekte of vertrek uit de gemeente,
is het geval anders en behoeven de goed
willigen niet te ïyden omdat bet aantal niet meer
compleet is; doch blgven de jongelui zonder
geldige redenen weg, dan ware het gewenscht
dat een flinke maatregel genomen werde.
mogelgk dat dan zy, die belang by de oefe
ningen hebben, hunne onverschillige kameraden
konden bewegen de lessen tot het eind van
den cursus te volgen.
Wg wisten niet beter te doen dan dit
Bcbryven te 6tellen in handen van hem, die
in onze provincie belast is met de leiding van
genoemd onderricht. Deze was zoo beleefd
ons het volgende te melden;
aanwezig is de lessen aldaar te
ophouden, ban het volgende geantwoord worden.
In de regeling van het voorbereidend mili
tair onderricht, vastgesteld by M. B. van 1
Juni 1898, YII afd., to. 10, is in §4vermeld:
„Het voorber. mil. onderricht is kosteloos
voor de deelnemers en kan worden gevolgd
door jongelieden van 1624 jarigen leeftyd.
Het wordt e. m. gegeven in plaatsen, geen
garnizoenen, indien daar ten minste 5 adspi-
ranten voor het reservekader of in het geheel
ten minste 20 deelnemers de lessen volgen."
Aangezien nu te 's Gravenpolder het ver
eisebte 20tal niet laDger aanwezig is, zou,
dunkt mg, de militaire autoriteit wel dege-
Igk het recht huunen laten gelden om de les
sen zoo noodig te doen ophouden.
Gelukkig evenwel hondt de militaire autoriteit
iu deze nog rekening, behalve met den letter,
ook met den geest der wet en ik kan den
Bchrjjver gerust stellen met de mededeelisg,
dat er in 't geheel neg niet over gedacht
wordt te 's Gravenpolder den cnrsns op te
heffen.
Schrgver noemt het een leemte in de wet,
dat zij, «lie zich verbonden hebben de leasen
by te wonen, niet gedwongen kunnen worden,
hun eenmaal gegeven woord gestand te doen
Deze leemte bestaat inderdaad en springt
nog sterker in het oog als men daarby nagaat,
dat naast gemis t aan goede trouw en eerlgk-
heid ook gesteld moet worden mogelgke be
nadeeling van de belangen van derden, nl. van
hunne kameraden.
Dwangmiddelen bestaan er evenwel niet
dan alleen zedelijke en het iB my aaDgenaain
te kunnen verklaren, dat deze in vele gevallen
doeltreffend bleken te zijn.
Wat nu het wegbiyven zonder geldige
redenen betreft, dat komt helaas niet alleen te
Gravenpolder, maar in bgna alle gemeenten,
waar onderricht gegeven wordt, voor. Vooral
na afloop der loting voor de nationale militie
zijn het de leerlingen, die een niet dienBt.
plichtig nummer trokken, die zich terugtrekken.
Vraagt men wat daartegen gedaan kan worden,
dan kan ik daaromtrent het volgende mo.de-
d-reien, daarby den steun iuroepe: de van alle
snt-jri*eiten, onderwflzers, ouders, in 't algem;
allen, die belangstellen in de zaak van
onze volksweerbaarheid.
Blijft een jongeling zonder geldige redenen
eg, dan kunrea verschillende wegen gevoJgd
worden om hem weder op het rechte pad te
brengeD. Dikwgls namen de leerlingen der
klasse die teak op zich met de beste gevolgen.
Zij gaven daarby het bewgs doordrongen te
7,ijn van een hoog gevoel van solidariteit. Een
beroep op dat gevoel by den afvallige bleek
dikwijls voldoende. Niet overal bestaat evenwel
dat scboone gevoel van „een voor allen eD
allen voor een". Waar dat gemist wordt, werd
gewooniyk de tnsscheakomst ingeroepen van
tet boofd der gemeente, die dan in den
zoo welwillend is, den wegbiyvar by zich te
ontbïe len, soms met zijn vader er by, en hem
te wyzen op zgn aangegane verbintenis en de
daaruit voortvloeiende zedeiyke verplichting
om de lessen te blijven volgen tot het fiade
toe. Ook dat bleek vele malen een doeltref
fende maatregel te zyn.
Ten laatste kunnen de officieren en onder-
wyzera zoo mogeiyk den wegbiyver epz
met den vader de zaak bespreken. Ook
dat leidde tot goede resultaten.
Helpen deze middelen niet, welnu, dan is
ook maar 't best, dat zulke jongelieden niei
langer aan de oefeningen deelnemen. Zg wor
den daarby dan ook stellig niet langer ge
wenscht.
Het is zeker treurig dat er nog zulke jon
gelieden voorkomen.
De schryver uit Zuid Beveland kan iDtus-
eehea verzekerd zyn, dat van zyne opmerking
acte is genomen en dat de militaire autoriteiten,
belast met bet voorbereidend militair onder
richt, steeds genegen zyn om alle maatregelen
te overwegen die in 't belang kunnen zgn
van de verhoogiDg onzer volksweerbaarheid,
hoofddoel van het voorbereidend militair on
derricht.
De kapitein, belast met de leiding
van het voorber. mil. onderrieht
in Zeeland,
P. J. GEUL.
Middelburg, 5 Dec. 1899.
NATUURKUNDIG CEZELSCHAP.
Maandagavond sprak de heer A. Pannekotk,
observator aan den sterrenwacht te Leiden, in
bovengenoemd gez elschap overde Planeet
Mars en hare bewoners. Hy begon met op te
merken dat de vraag, aan zoo menig astro
noom gedaan: wonen er ook menachen op de
Maao bewijst dat, wat leeken belang inboe
zemt, aan de astronomen niet belangryk genoeg
voorkomt om er een ouderzoek naar in te
stellen, terwgl daarentegen datgene wat de
laatsten wel weten en waaraan zy veel studie
wgden, voor leekeu dikwyis niet interessant
genoeg is.
Over de vraag of de hemellichamen bewoners
kunnen hebben, laat zich Chr. Huygens reeds
in dien zin uit, dat, w*yi de planeten, even
goed als de aarde, bollen zgn, die zich hebben
losgemaakt nit den oorspronkeiyken chaos, de
mogelgkheid dat zy bewoners kunnen hebb;n,
niet kan worden ontkend. Sedert is de kennis
van de natnurlgke gesteldheid der hemellicha
men sterk vooruitgegaan, en dit was een eerste
voorwaarde om verder te komen. Men weet nu
al reeds lang, dat de Maan geen dampkring
heeft, en er dus geen menachen kunnen won<n.
Sedert is de belangstelling van het publiek
voor de Maan gedaald en overgegaan op de
planeet Mars. Deze planeet is betrekkelgk dicht
genoeg by, om meer onderzoek mogelgk te
maken. Haar middeliyn is ongeveer half zoo
groot a's die der Aarde, en ze is l'/s m*al
zoover van de zou verwijierd, zoodat ze ook
maal mii der warmte ontvangt. Er heereoht
afwisseling van dag en nacht en van zomer
winter zooals hier, maar een Manjaar
duurt veel langer dan een Aardjaar. Spreker
maakte nn met lichtbeelden duidelijk wat men
op oude afbeeldingen van Mars (van Huygens
afkomstig) kan zien, en deelde de verklatingen
die men daarvan had gegeven. De kiek e
pool vlekken bv. die periodiek af- en toenemen,
zouden zgn gs of sneeuw, dat 's zomers smolt
'a winters weer aanwies. Het Z. Halfroad,
dat zich donker vertoont, zou bestaan nit
water, het Noordelgke nit land. Meer valt
te leeren uit de teebeningen van Sciaparelli,
waarop zoogen. „kanalen" voorkomen, waarvan
vermoedelgke aard door spreker uitvoerig
wordt nagegaan. Uit dieDs waarnemingen, en die
van Percival Lowell, valt op te maken, dat de
wt ioig verschil in hoogte vertoont, dat er
bgaa nooit wolken voorkomen, en ook dat, wat
men zeeën noemt, geen egaal zwarte plekken
zijn, waaruit sommige astronomen afl idden
dat dit dtn juist land zou kunnen zgn.
Lowell zelf hield het voor plantengroei.
Fi&mmarion beweerde, dat do kanalen te
kunstmatig, te recht waren om natuuriyke
waterwegen te »yn, ze moesten dus door kunst
zyn gemaakt, ergo moest de planeet bewoners
hebben. Dat die kanalen kolossale afmetingen
werd dan verklaard uit de meerdere
iatellectueele ontwikkeling dezer Marsbewozers,
wier planeet ouder is dan de Aarde, benevens
nit bet feit, dat alles er zooveel minder weegt,
De vraag: of er wel menseden op Mars
konden zyn, bangt oob nog af van dezeis er
wel luoht?
Hieromtrent is geen zekerheid te bekomen
waarscbyniyk is bet, dat er geen dampkring is.
Voegt men hierby het feit, dat de gemiddelde
luchttemperatuur 50° onder nul is, dan volgt
hieruit dat de besproken verschijnselen geen
smelting en bevriezing van viater, geen water-
beweging das, kunnen zyn, maar wel bv. van
het een of ander vaatgeworden gas. Het ijS
zou dan op Mars den rotsbodem kunnen uit
maken, de kanalen zonden spleten in dëtf
bodem kunnen zyn.
De aanwezigheid v.an menschen, van levend#
bewoners, wordt das steeds onwaarschijnlijke*
zeker heeft men geen recht om, zooalfi
Fiammarion doet, het bestaan van die bewo
ners te veronderstellen ter verklaring van de'
door ons waargenomen verschijnselen* Want
ieder geval zullen zulke bewoners zoo
zeer afwijken van den menach, dat we ons
niet in hun leven kannen indeaken, en das,
hetgeen op de planeet geschiedt, niet mogen
trachten te verblaren met onze begrippon om'
treat menschen en hun arbeid.
De spreker trok ten slotte de conclusie, dat
s vraagheeft Mars bewoners nog open
staat, maar ook nog lang onbeantwoord zal
biyven. Yoortgezet onderzoek zal niet andera
kunnen plaats hebben, dan in de richting als
tot dusverre geschied is, men zal wellicht wat
meer nog doordringen in détails, alles wat
men nn ziet, wat beter en scheiper leeren zien,
maar omtrent veel en daaronder ook de
eventueele bewoners der planeet —zal wel
steeds twijfel en onzekerheid bfijven heersohen.
Stukken voor den Qemeenteraad van
Middelburg.
Burg. en weth. doen het volgende voorstel
in zake
beteugeling van den lepenspintkeve*.
Onder aanbieding van hot door hun college
ingewonnen advies by den heer D. J. v. d.
Have te Kapelle, by Goes, stellen zy voor hun
de machtigingen en credieten te verleenon als
zij in noten tot dat advies verzoeken.
J9et advies luidt als voigt:
De iepenspintkever tretdt bijna oveial op,
waar de olmen- of iepenboomen zich ia een
ïiekelSken to««tiad bevinden. TergeroststeV