BUITENLAND
overleden, terwijl een kind van vijf jaar be
denkelijk ligt. Het eten van vergiftige bessen
wordt als oorzaak opgegeven.
Maandagavond is op 't Hout, gemeente
Mierlo bij Helmond, een poging tot moord ge
pleegd op den heer Van den Bogaard, wethouder
der gemeente Mierlo. TerwQl deze zich in een
café aldaar bevond, werd hij door de ruiten
door e3n geweerschot getroffen, waardoor hij
de volle lading hagel in zijn linkerschouder
kreeg, en deze verbrijzeld werd.
Door een misverstand tusschen stations-
beambten had Dinsdagavond aan het station
te Menin een ongeval plaats, dat ernstige
gevolgen had. Een trein, van Kortryk komende,
had juist gestopt en de reizigers waren bezig
uit te stappen, toen plotseling werd afgeluid,
waarop de trein vertrok. Eenige reizigers
werden daardoor op de raiis geworpen en zes
hunner bekwamen ernstige verwondingen vele
anderen zagen zich genoodzaakt tot een volgend
station te blijven zitten. Er wordt een onder
zoek ingesteld naar de oorzaak van dit ongeval.
Een vreeaelijker ongeval trof het huisgezin
van een koopman, die nabij een spoorweg
overgang ia de buurt van bet station Berchem-
Sainte Agathe zijn woning heeft. Doze wilde
met een wagen met goederen den spoorweg
overstekenzijn echtgenoote en twee andere
vrouwen hielpen hem duwen en bijna had
men de overzijde van den spoorweg bereikt,
toen plotseling uit een dichten nevel de snel
trein naar Ostende te voorschijn kwam snellen.
De vrouw van den koopman werd gegrepen
en hevig gekwetst ter aarde geworpen. Een
van de vrouwen, die haar geholpen hadden,
werd door da locomotief medegeslturd en in
stukken gereten het akelig misvormde lijk
word eenige meters verder gevonden. De man
en een derde vrouw bleven ongedeerd.
In het station Bracquegnies is Dinsdag
middag de stoomketel gesprongen van een
locomotisf, waarvan de machinist en de stoker
waren gaan eten. De locomotief en de daar
achter staande tender werden in stukken ge
slagen. Gelukkig werden by dit ODgeval geen
menschen gekwetst.
Ook te Havre is een werkstaking onder
de dokwerkers uitgebroken; oDgeveer 1000
man legden het werk neder, om een loons-
vorhoogiog van 15 fr. per maand te krijgen,
en het aantal hulparbeiders vastgesteld te
krijgen. Het geschil zal onderworpen worden
aan de beslissing van de Kamer van koophandel.
Te Lamberjart, Noord-Frankrijk, heeft
een zevenjarig jongske, zoon van een stoker
in eene fabriek, met een geladen geweer spe
lende, zyn broertje van vier en esn half jaar
doodgeschoten.
Op Helgoland is de Engelache boot
Agenoria gestrand. Twee reddingsbooten
brachten 14 en 5 man aan wal, een verdronk.
Aartshertogin Stephanie zal op het eerste
hofbal te Weenen met haar dochter verschijnen.
Deze laatste wordt dan in de wereld gebracht,
terwijl de moeder da hofwereld verlaat.
Zon zij niet minder te beklagen zijn dan
haar kind?
Een reusachtig schandaal is in Italië het
onderwerp van alle gesprekken. Voor een zes
tal jaren werd een bankier uit Palermo Notar-
bartolo in een spoortrein vermoord gevonden.
Aanvankelijk meende men de schuldigen te
hebben gevonden. Maar uit gebrok aan
werden de verdachten weer uit de voorloopige
hechtenis ontslagen.
De zoon van den vermoorde, een luitenant
ter zee, heeft nu openlijk het kamerlid Palizzolo
beschuldigd, tot den moord te hebben aange
stookt. Notarbartolo, zoo beweert diens zoon,was
tot de ontdekking gekomen, dat Palizzolo mis
bruik maakte van zijn mandaat als volksver
tegenwoordiger, en had het plan de bewijs
stukken openbaar te maken. Dit doss'
was in de eerste weken van 1893 spoorloos
verdwenen, iets waarbij niemand anders dan
Palizzolo belang kon hebben.
Deze heeft daarop in de bladen van Palermo
levendig geprotesteerd tegen de beschuldiging.
Maar nu wordt uit Palermo geseind, dat Paliz
zolo aan boord van een zeilschip gevlucht is,
De mannen, die van den moord verdacht wer
den, zijn andermaal in hechtenis genomen.
Het ontslag van den burgemeester van
Belgrado, dat aan fioantiëele knoeiergen werd
toegeschreven, blijkt nu het gevolg te zijn van
de onwettige uitgifte van stedelijke schuld
brieven.
In de handelswijk te Philadelphia heeft
een brand voor 3 miljoen dollar schade aan
gericht.
Algemeen Overzicht.
'tls maar goed, dat men de stemming der
Fransche regeeringspartij kent, en weet, dat
deze verreweg de meerderheid heeft. Want
ware het anders, dan zou de campagne t
Engeland bepaald verontrustend worden.
Een nieuw boek ;van een schrijver, in den
trant van Jules Yerne, draagt, hoofdzakelijk
als speculatie, den titel Mort aux Anglais. En
alsof dit niet genoeg is, wordt nog een extra
nummer van de Eire verslonden, met platen
en tekst, zoo scherp als wellicht z<
is gezien. O. i. zal wel niemand ontkennen,
dat men in dit opzicht veel te ver kan gaan.
hoezeer erkennende, dat er veel waars ligt in
den grondtoon van deze satyre, de schynhei-
ligheid die den grondtrek van het Engelsche
karakter is.
Dat onder zulke omstandigheden de Engel
sche pers niet minder heftig tegen Frankrijk
zich nit, is natuurlijk.
De Gaulois bespreekt dan ook reeds
eventueelen oorlog, en meent dat het een ramp
voor Engeland zon zyn, als het in botsing kwam
met Frankrgk, dat Rusland tot bondgenoot
heeft en van Duitschlaud niets te vreezen
zon hebben.
Ook andere bladen bespreken de verhouding
tot Engelandde Liberté o. a. in verband met
het ontwijkende antwoord van Doieassé op de
vraag betreffende het doorzoeken van een
Fransch schip.
Engeland beweerde toch gerechtigd te zijn
tot een eenvoudigen politiemaatregel en verwierp
do stelling van in oorlog te zijn met de Trans
vaal. Eenige dagen later veranderde Engeland
van houding en verliet zijn eerst ingenomen
standpunt door de bekende nota naar Peters
burg te zenden, zich aldus verzekerende de
rechten die aan oorlogvoerende partgen toe
komen, en zoodoende tevens het bewijs leve
rende, dat het zich ten koste van Frankrgk
rechten beeft aangematigd, die het niet mocht
uitoefenen en waartegen de Fransche regeericg
had behooren te wakeD.
Ook hier dus de opvatting dat Engelauds
verklaring uiets was dan eigenbelang.
Onder deze omstandighedon behoeft het geen
verwondering, maar ook geen bezorgdheid te
wekken, als slechts geruchten loopen over de
verhoudiug tusschen beide landen.
Een te Brussel verschijnend blad ontving
uit Berlgn het bericht, dat de erkenning van
den staat van oorlog het gevolg was van een
door Frankrijk gesteunden stap van Rusland.
Hadde Engeland niet aan dat verzoek vol
daan, dan zou het daartoe gedwongen zyn
geworden.
In Engeland is men daarover zeer verbolget»,
en zou men aan die stemming uiting willen geven
door een vloot-demonstratie tegen Frankrijk.
Een ander Brusselsch blad bevatte Woensdag
een schynbare bevestiging, door de mededee-
ling dat het geheele Britsche eskader uitstoomt.
De groote kruisers St. George, Juno, Cam
brian en Minerva zou Dinsdag in zee steken,
gevolgd door de pantserschepon Bellona, Europa
en Canopus.
To9n het bericht uit Londen verzonden
werd, heette het dat de grootste geheimhou
ding werd bewaard over de bestemming. Dat
die de boven aangegevene is, komt ons zeer
onwaarschijnlijk voor.
Terwgl Engeland door de zware verliezen in
Zuid-Afrika reeds verplicht is een 6a divisie
uit te zenden, is het natuurlgk dat het wel
de uiterste voorzichtigheid in acht zal nemen,
tegenover mogendheden op het vasteland.
De Russische officieuss pers zegt dat
Rusland op dit oogenblik geen andere plannen
heeft dan met betrekking tot Perzië. Mocht
Engeland evenwel Rusland daar tegenstreven
of dit land met zgn vloot gaan bedreigen, dan
zouden verwikkelingen kunnen ontstaan, welke
door den oorlog met Transvaal minder geinak-
keüjk te ontwarren zonden zyn. Overigens
bestaan geen donkere wolken aan den horizon.
4c
De houding van de Vereenisde Staten met
betrekking tot Samoa blgft aandacht trekken.
deus werd gemeld, dat de bezwaren van
de Unie alleen enkele détails van formeelen
aard betroffen. Maar nu wordt weer verze
kerd, dat de Vereenigde Staten haar me
dewerking aan het tot stand komen van het
verdrag, afhankelgk stellen van concessies
niet ta verleenen, door Engeland, dat Duitsch-
lands welwillende neutraliteit kocht, maar door
Duitschlaud.
De oorlog in Zuid-Alrika.
DE SLAG BIJ MODDERRIVIER.
Aan een groot deel onzer lezers word nog
Woensdagavond een uitvoerig bericht mede
gedeeld over den slag by Modderrivier.
Dit bericht natuurlijk weer een zegepraal
der Eagelsche wapens hield in dat gene-
raal Methuen te 5 uur de stelling van den
vgand bg de Modderrivier verkende.
y vond hem sterk verschanst en verdekt
opgesteld.
r was geen middel de stelling om te trek
ken. De rivier stond hoog. De aanval werd
ingeleid door artillerie, de bereden infanterie
en cavalerie. Te 5.30 bezette de garde-brigade
den rechter- en de 9a brigade den linker
vleugel.
Te 6.30 werd de stelling aangevallen op
uitgebreide schaal.
De aanval op de Boeren poaitie werd on
dernomen door artillerie, die zich tegenover
de geheele hoerencolonne, 8000 man sterk met
twee groote en 4 Kruppkanonnen, bevond.
De mariae-bri»ade bewees groote diensten
langs den spoorweg.
Na een verwoed gevecht van 10 uren, gedu
rende welken tyd de Boeren eten noch drin-
m kregen, hebben zij hun stellingen verlaten.
Generaal Pole-Carew slaagde er, dapper
stennd door 300 sappeurs, in om een klein
gedeelte troepen over de Modderrivier te
zetten.
Met grooten lof moet de generaal van alles
gewagenhet was een van de zwaarste en
moeilijkste gevechten in de gescbiedboeken
van het Engelsche leger.
Ia het bgzonder moet hg de twee battergen
artillerie roemen.
Wg weten nu eenmaal wat Engelsche oor
logsberichten waard zyn, en wg weten boven
dien, dat de Boeren Bteeds zorgen niet versla
gen te worden en daarom hun stelling tijdig
ontruimen. En zelfs van Engelsche zijde wordt
nu erkend, dat de vorige „overwinningen'
daarmede eindigden, dat de Boeren in goede
orde terugtrokken en verder weer een nieuwe
stelling innamen, welke dan weer door de En
gelschen moest worden genomen ten koste van
zware verliezen.
Onbekend met de opstelling der Boeren kun
nen wy niet over de positie oordeelen, en
daarom is voor het oogenblik het belangrykste
te weten, dat de Engelschen by eiken slag
zoo zware verliezen Hjdon, dat het zoo moeiiyk
kan voortgaan.
Geiyk men weet, is de Engelsche regeering
zeer langzaam met het doen van mededeeliogen,
terwgl gewoonlgk de eerste verlisslijat ver
beneden de waarheid blykt.
Volgens de Temps verzekert men te Londen
dat de divisie van lord Methnen in den Dinsdag
bg de Modderrivier geleverden slag 1500 man
verloor.
Da Times erkent eveneens, dat de Engel
schen zwaar hebben geleden.
Het blad zegt dienaangaande dat de Eagel-
schen moesten strgden tegen een onzichtbaren
en overal tegenwooi digen vgand.
Het wordt bevestigd, dat de BoereD, om
aan de kolonne Methnen het hoofd te bieden,
de belegeringstroepen voor Kimberley en
Mafeking verminderden.
DE VERLIEZEN DER ENGELSCHEN.
Woensdag werd aan de pers eea totaal-op
gave der Engelsche verliezen medegedeeld,
loopende tot vóór den slag bij de Modderrivier.
Daaruit blijkt dat de Engelschen hebben
verloren 219 officieren en 2726 minderen, ver
deeld als volgt: off. gesn. 47, gew. 107, gev.
65; mind. gesn. 315, gew. 1107, gev. 1304.
Deze lgst moet nu vermeerderd worden met
de verliezen bij de Modderrivier, met die bij
Beacon Hill (gesn. 64 en gew. 50) en met de
late;e verliezen in Mafeking, Kimberley enz.
De verliezen by de Modderrivier werden
volgens de Temps te Londea op 1500 man
gesteld, waar tegenover de Boeren slechts 400
man zonden hebben verloren.
Officieele berichten leverden een aan
vulling der verlieslgst van Belmont en Graspan.
De eerste opgave bevatte 3 en 21 officieren.
55 en 128 minderen thane worden deze cyfers
officieel op 4 en 22 off. en 46 en 223 mind,
gesteld.
Ook da verlieslgst bg Grospan heeft weer
een staart gekregen. Het departement van
marine, d&t eerst do verliezen opgaf als gesn.
gew. 1 officier, meldt thans dat er 4
officieren zgn gesneuveld en dat de gewonde
overleden is.
D^ar tegenover staat dat alle berichten,
ook dat van de Times er op wijzen, dat de
Boeren betrekkelijk elechis weinig lijden.
DE POSITIE.
Galyk wg hierboven reeds opmerkten, is het
moeilgk te oordeelen over de posities. Uit da
berichten van Eagelsche zijde zou men aflei
den (wat wg nog niet doen) dat de Boeren
een oogenschgnlgk zeldzame zware font hebben
begaan.
Zg zouden verschillende stellingen hebben
ingenomen tusschen twee tamely k breede atroo-
3n, Oranjerivier en Modderrivier.
De brug, die den vijand in staat zon stellen
hen te bereiken, zon onverlet zgn gelaten
maar de brug, waarover zij eventueel terug
moeten, zou zgn vernield. Ja, hun jongste
positie zon aan de Eagelsche zgde van de
Modderrivier hebben gelegen.
Is dat nu alles zoo, dan zon men daaruit
weer moeten afleiden, dat het jongste gevecht
tot gevolg heeft, dat de overgang over de
Modderrivier onverdedigd is.
De vraag is echter, waar de Boeren gebleven
zgn. Verschillende uitingen van de Engelsche
bladen wyzen er op, dat de Boeren zich zuid
waarts verzamelden, en alzoo de diviBie van
Methuen in den mg zitten iets dat zeer
kwaad kan worden, vooral met het oog op het
aanvoeren van versterkingen, amunitie en le
vensmiddelen.
Juist dit is het wat ons den toestand lang
niet hopeloos doet inzien. Met een zoo zwaar
geteisterd leger en een bedreigde communicatie-
naar het Noorden oprukken en dus nog
verder van de operatiebasis te gaan, Hjkt zeker
vermetel. Immers er moeten alweer troepen
worden gedetacheerd om de streek tusschen
de Oranjerivier en de Modderrivier te bewaken.
Ten slotte zouden dan de rollen worden
ngekeerd, en de Boeren de gunstige positie
innemen, die de Engelschen de laatBte dagen
hadden.
NATAL.
De bladen klageD,dat in 48 unr geen enkel
bericht nit Natal is ontvangen gereede aan
leiding om slecht8 geruchten te verspreiden.
La fans nieuws-agente cbap deelt mede, dat het
uit Zuid-Afrika een telegram ontving, dat in
overeengekomen taal den val van Ladysmith
bericht.
Jammer genoeg stond 10 dagen geleden
hetzelfde verhaal in een Rotterdamsch bladen
Woensdag in een Amsterdamach.
Toch zij opgemerkt dat het laatste bericht
van „alles wel" Vrij dag 24 dezer werd verzonden.
WEER WAT NIEUWS
op het gebied van oorlogetelegrammen
Tot dusver was het gewoonte dat de groote
buitenlandsche nieuwsagentschappen door de
regeeringen weiden geïnspireerd en tot
voor hunne hulp officieele berichten kregeD.
Maar nu levert Reuter oorlogsnieuws aan de
Engelsche regeoring, die de telegrammen dan
openbaar maakt.
De le dezer depêches is gedagteekend Pre
toria 27 November.
Generaal Dutoit meldt, dat de Engelschen
Zaterdag ochtend vroeg een uitval uit Kim
berley deden en in de duisternis hun artillerie-
en infanterievuur op de Boeren richtten. De
Engelschen kwamen voor den dag op de plaats,
waar het Bloemhof-commando 300 man had
opgesteld.
Generaal Dutoit, die zich op negen mijlen
afstand bevond, haastte zich het contingent
van Bloemhof met 100 man te hulp te komen,
Er werden negen burgers gedood en 17 ge
kwetst, en eenigen worden gemist. De Engel
schen verlieten het veld, een man en
geant gesneuveld achterlatende.
Naar verluidt, hebben de Engelschen pogin
gen aangewend om Kimberley aan den oostkant
te verlaten, teneinde de troepen van Belmont
te helpen.
Een ander telegram van Renter over Lorenzo
Marquez, inegelgksdoor het departement van
oorlog openbaar gemaakt, houdt ia dat com
mandant Lubbe licht gewond is.
Voorts, dat de Engelschen de aan den spoor
weg toegebrachte schade hebben hersteld.
Vrgstaters, vervolgt dit bericht, over
weldigd door de overmacht, vrerden, na tot
ia den namiddag stand gehouden te hebben,
gedwongen eene nieuwe stelling aan de over-
jde van den spoorweg in te nemen.
Commandant Delarey meldt, dat het onmo
gelijk is het getal gesneuvelde en gekwetete
Boeren op te geven, maar dat hun verlies niet
groot is. De Bceren hadden vier kanonnen
tegenover vier-en-twintig aan de Engelsche
De generaal zegt, dat de Vrystaters
vol goeden moei zyn.
Deze tweede depêche heeft blijkbaar betrek
king op een gevecht bij Belmont of Graspan.
KORTE OORLOGSBERICHTEN.
Volgens de Echo de Paris heeft de Fran
sche ministerraad besloten, officieren van het
leger verlof te weigeren, het land te verlaten
ot zelfs hun ontslag aan te nemen. Officieren,
die naar Transvaal gaan, loopen dus kans ont
slagen te worden.
De gemeenteraad van Anderlecht besloot
de eerste nieuwe straat naar de Transvaal te
doopen.
INGEZONDEN STUKKEN.
Ingezonden stukken worden in geen geval teruggezonden.
ENKELE GREPEN UIT DE STAATSBE-
CROOTINC VOOR 1900, AFDEELING
LANDBOUW
Mynheer de Redacteur 1
Ik ben zoo vrg eenige gastvrijheid in nw
blad te vragen voor het behandelen van een
onderwerp, dat spoedig in onze Tweede Kamer
ter tafel komt en dat voorzeker wel waard is
om in het publiek besproken te worden.
Het geldt namelyk een hoogst belangryk
gedeelte van odzq staatsbegrootiDg en wel dat,
wat meer speciaal onzen landbouw betreft.
Gaat men als deskundige over tot het „ana-
lyseeren en dètailleeren" van de cijfers, aan
gegeven tot bestrgding van de kosten ten be
hoeve van de eene of andere uitgaaf ten be
hoeve van dea landbouw, dan zal mon onwille
keurig nu en dan met verbazing de vraag
stellen „waar moet dat h8en
Critiek kan natuurlgk, zoowel door bevoegden
als onbevoegden uitgeoefend worden over
iedere publieke zaak; maar men moet daarbg
steeds zooveel mogelyk rekenschap honden
m8t de feiten. Voorzeker geeft geen onder
werp grooter aanleiding tot het uitoefenen van
die critiek, dan waar het geldt de vraag
hoe de inkomstea van den Staat besteed
worden
Natuurlgk last het ons niet om post voor
post van dat gedeelte der Staatsbegrooting na
gaan, 6en arbeid, die wg vol vertrouwen
overlaten san deskundige belangstellende
volksvertegenwoordigers in onze Tweede Ka
mer. Bij voorbaat worden zg echter verzocht
om zich. daarbg uitsluitend te bepalen tot be
spreking van do agrarische belangen by ons
te lande. Hoe het te dien opzichte bij andere
natiën gesteld is, laat ons batrekkeiyk kond;
met dergeiyke beschouwingen wordt de goe
de tijd eenvoudig verknoeid.
Tetwyl „agrarische belangen" alleen en uit
sluitend behooren te berusten op „socialen
grondslag", moeten zg ook in zeer „neutralen
behandeld worden, zonder daarbg dus
rekening te houden met „politieke of kerkelyke"
)l6D. Waar zij als strijdleus voor een
van die beginselen dienst moeten doen, daar
is hun kracht reeds vooraf gebroken. Bij eene
juiste bespreking van die agrarische belaDgen
moet alleen en uitsluitend rekening gehouden
worden met de eenig ware positie van de be-
oefenaars van eon of ander „landbouwbedrijf."
Veel van de meest belangrijke posten van
die begroeting betreffen „het onderwgs op
landbouwgebied"; en sommige geven t
aanleiding tot het desnoods maken van
kingen. Vergelgkt men b. v. de cgfers, uitge
trokken ten behoeve van 's Rijkslandbouw
school te Wageningen, met die, bestemde tot
beïtrgdiDg van d9 kosten voor andere gelegen
heden, waar land- en tuinbouwonderwys
verstrekt wordt, dan blijken hoe gei
Rijks-inrichting, naar verhouding, te zuinig
bedeeld wordt.
Let men vorder op de cgfers, uitgetrokken
voor subsidiën ten behoeve van het onderwgs
land-, tuinbouw en houtteelt, zoomede voor
landbouw- en zuivelconsnlenten en toelagen
voor het opleiden van land- en tuinbouw-
onderwgzers, zoomede op de kosten, voort
vloeiende nit de oprichting en instandhouding
van vinterecholen, dan zal men tot de gevolg
trekking moeten Komen, dat die kosten, naar
verhouding, hoog geraamd zgn en wel om de
idige reden, dat meest alle het karakter
dragen van te zijn: „ondersteuning op Staats-
hoeve van die inrichting nuttig en noodig zyn.
Ook zgn de kosten, uitgetrokken ten behoeve
van de rykslandbouwproefatations, zoomede
voor de proef zuivelboerderg te Hoorn, in ver
band mot de kosteD, te besteden voor het
verstrekken van landbouw ouderwys, zeer roim
genomeD. Men krggt daardoor onwillekourig
den indrnk dat de „wetenecbappeiyke hulpmid
delen", die strekken tot bevordering van de
landbouwbelangen, hooger geBteld worden dan
de „effectieve", die hun uitdrukking meer
speciaal vinden in goed, degelijk vak-onderwijs.
Het cijfer, uitgetrokken voor „sub3idiëu en
andere uitgaven ten behoeve van de verbetering
van de Nederlandsche paardenrassen", ïb voor
zeker niet vry te pleiten van overdrijving,
vooral als men het stelt tegenover het by die
zelfde begrooting uitgetrokkei e „ter bevorderiug
van de vecfokkerg". Het kan zgn dat wy ons
vergissen, maar wg achten laatstgemeld punt
van veel meer belang voor ons land dan
eer8tgemeld.
By het lezen van dergelijke cijforB komt men
onwillekourig tot het resultaat, dat de meening,
door het Kamerlid, den heer K. de Boer Gzn.
onlangs geuit in de Delftsche Studf nten-deha-
ticg club, zeer veel waarheid bevat. Spreker
wees o. a. op het bestaau van een „boeren-
aristocratie" (trouwens eene „anomalie" ia onzen
tijd), die zich opgeworpen heeft als eene agra
rische partij. Zeer natuuriyk zou zulk eene
party, ter wille van haar beginsel, minder
sterk inwerken op bevordering vsn goed, dege-
lyk vak-onderwgs ten behoeve van hen, dio
eenmaal, hetzy als leiders, hetzij als werk
krachten, zich aan een of ander landbouwbedryf
zullen wyden. Maar, met allen eerbied voor
alles wat strekken kan tot verbetering van ons
landbouwbedryf, dient toch in ieder geval de
verstandelyke vorming van heD, die als de
ware „mannen der praktijk" daarbg betrokkon
zijn, hooger gesteld te worden dan tiet offeren
van veel geld aan enkele onderafdeelingeu van
dat bedryf, die echter niet bepaald onmisbaar
zijn. Dat daaraan nog veel te dikwijls, ter
wille van een of ander meer persoonlijk belang,
te groote bedragen besteed worden, is een feit.
Wat betreft de hooge kosten, uitgetrokken
voor onderhoud en verbetering van de Staats
domeinen, is voorzeker het oordeel, eens door
een onzer Staatshuishoudkundigen ovor dat
onderwerp geuit, nog steeds geldende. „De
domeingoederen, zoo zegt hy, onderscheiden
zich gewoonlgk te gelgk door eene schrale
opbrengst en kostbaar beheer." Voorzeker
zou het, vooral iu het belang van de „agra
rische belangen" bg ons te lande, zeer gewenscht
zyn, dat in de naaste toekomst die goederen
overgingen in „bgzonder eigendom." De be
dragen, die hun onderhoud en verbetering
jaarlyks vereischen, zouden met veel gunstiger
gevolgen kunnen besteed worden voor zaken,
die veel hooger dienen gesteld te worden,
zooaIb bv. bevordering van vak-onderwijs op
landbouwgebied en het invoeren van praktische
middelen tot verbetering van de positie van
de beoefenaars van eenig landbouwbedryf.
En dan nog de subsidie, uitgetrokken ten
behoeve van het Nederlandsch Landbouwcomité
Zoude van het daarvoor bestemd bedrag niet een
ve8l nuttiger gebruik kunnen gemaakt worden
Wanneer men dit cijfer vergelgkt met het
„bagatel", bestemd voor „kosten van onderzoek
van boter en verdere uitgaveD, in verband met
de boterwet", komt men onwillekeurig tot
vreemde conclusiën.
Zoo vraag ik my af: is het der regeeriDg
wel ernst met die boterwet en de daarop voor-
Om in breede trekken te ontwikkelen in
hoever het nuttig en noodig is, dat de Staat,
waar het geldt ondersteuning met stoffelijke
middelen, zich daarvan zooveel mogeiyk moet
trachten te onthouden, zoude ons op dit
oogenblik te ver van ons doel leiden. In het
alge neen wordt daaromtrent slechts opgemerkt,
dat het voorzeker niet ongepast zou zijn, zoo
de Kamer de Regeering verzochtom in het
vervolg er vooral op te willen letten dat der-
geiyke subsidiën niet anders verleend worden,
dan bg volstrekte noodzakelijkheid. Zoo zon
het bv. gewenscht zijn ten opzichte van de,
in het door ons bedoeld geval genoemde per
sonen alleen dan subsidie te verleenen ten
behoeve van een, aan hen te geven Balaris,
wanneer zy hun theoretische vorming aan
'a Rijkslandbouwschool verkregen hebben. Met
het oog op die vorming zou eene eventueele
verhooging van het begrootings-cljfer ten he
in ieder geval is, tengevolge der concentratie
van onze landbouwbelangen in éene hand, de
werkkring van dat landbouw comité, zoo niet
geheel overbodig, dan toch van veel minder
belang geworden. Indien de landbouwbelangen
in het algemeen opgedragen werden aan een
„Hoofdbas'unr van den Nederlandscben land
bouw," gevormd uit den directeur-generaal
voor den landbouw en een zeker getal, nader
aan te wijzen district landbouw- en znivel-
inspecteurs, eene functie die voorzeker meer
gewicht in de schaal kan leggen dan ooit
door de, bij de begrooting genoemde landbouw-
en zuivelconsnlenten kan geschieden, dan zonde
dat comité gerust kannen opgeheven worden.
De bestaande landbouw-maafsehappgen en
vereenigingen zonden als adviseerende lichamen
daarbij dienen op te treden, waartoe zy, als
staande in onmiddellgke betrekking met veel
praktische beoefenaars van eenig landbouw
bedryf, in de meest gunstige positie verkeereDl
Maar zoolang de agrarische belangen by
ons te lande nog niet by „speciale wet" geregeld
zyn, kunnen beschouwingen als de voorgaande
weinig praktische gevolgen hebben. En toch
hebben zg eene Buttige strekking; het zich
ned6rleggen bij het oordeel van hen, die door
maatachappelgke betrekking of ambt niet vol
komen vrg zgn in hun meeningen, is slechts
te billijken, wanneer de zwggeude personen
niet in staat zyn zich daaromtrent uit te laten.
Maar, waar zij zwijgen zonder bepaaldo nood-
zakelgkheid, daar is het noodig hen tot spro
ken te noodzaken, vooral, waar zy zich scharen
tot e3ne krachtige „agrarische partij", die haar
sooiale werking al meer en meer zal laten
Groningen, 28 Nov.
M. BOKMA DE BOER.
MarkftprpeD van Xarwo en Meel.
Woensdftg 29 Novembor.
P*fya. Tarwe kalm; loop. md. fr 18.—.
Peath. Tarwe kalm gestemd, Dinsdag
fl. 7.89Maandag fl. 7.92.
B e v 1 y n. Naar aanleiding van de betore
Amerikaansche telegrammen kreeg de koop
lust hier heden de overhand, zoodat voor tarwe
mk 1 en voor rogge mk 3/4 avans bedongen
kon worden.
Stoomdrukker^ -D. G. Kröber Jr.-Middelburg.