MIDDELBURGSCHE COURANT.
IT. 280-
142° Jaargang
1899.
Maandag
27 November.
Het algemeen beleid.
Dene courant verschgnt d a g e 1 ij k met uitsondering ran Zon- en feestdagen.
P*8», per kwartaal, aoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franee p.p^ I,—
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelbare 25 Nov. 8 u. vm. 53 gr. 12 a. 54 gr.
av. 4 u. 54 gr. F. Verw. bw. W. w., bew., mist.
AdvertentiSn voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd iqju»
AdvertentiSn: SO eent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten ea
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50elke regel meer 20 eent. Reclames 40 eent per regel
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
AdvertentiSn by abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan k^u gratis
aan het bureau te bekomen.
Bg deze courant behoort een Bgvoegsel.
Middelburg 25 November.
Nog slechts korten tijd en in de Tweede
kamer zal wederom de jaarlijksche opsom
ming plaats hebben van grieven, die de
leden tegen de regeering hebben.
Blijkens de algemeeue beschouwingen,
bij het onderzoek der Staatsbegrooting in
de afdeelingen, der commissie van rappor
teurs ia de pen gegeven, zija zeniet gering;
ea levert vooral het beleid van den minister
van buitenlandeche zaken ernstige reden
van misnoegen op.
Die ongelukkige Vredesconferentie, welke
hem reeds zooveel hoofdbrekens kostte, geeft
nog stof te over voor aan- en opmerkingen
eu de, volgens velen, zeer zwakke houding,
in het algemeen door mr De Beaufort tegen
over het buitenland aangenomen, levert, en
wij moeten et kennen niet geheel zonder
reden, grond op tot ergernis.
En toch mag niet over het hoofd worden
gezien, dat een minister van buitenlandsche
zaken, vooral in ons land, niet dadelijk op
zijn achterste beenen kan en mag staan
maar meer met diplomatiek overleg dient
te werk te gaan.
Wie eenmaal in tal van teere zaken, het
buitenland rakende, a zegt, dient te voren
vast overtuigd te zijn, dat hy het tot het einde
van het alphabet kan brengenof, anders
gezegd, aan zijne eischen kracht en klem
kan by zetten.
En nu is het voor een volk als het onze,
wanneer het geïsoleerd staat tegenover
groote rijken en machtige potentaten, niet
geraden eeu hoogen toon aan te slaan iD
zaken, die, zooals genoemde conferentie, niet
zijn eigen belangen raken. Bet is nn een
maal een feit, dat wij niet de macht meer
hebben uit de dagen van Deftuyter. Trou
wens wij verlangen daarnaar niet meerwij
wenschen vrij en oaafhankelij k voor ons
zeiven te leven. Wie aan die onafhanke
lijkheid mocht raken, zal ons gereed vinden
daarvoor te strijden, afgescheiden nog van
de overtuiging, dat deze of gene groote
mogendheid of een naburig rijk als België,
ons wel tersy zal staan. Maar wie de
zaak nuchter en kalm beschouwt, zal van
onze regeering toeh allerminst mogen ver
langen, dat zij een hoogen toon aanslaat in
het belang van andereu, al zyn dat ook
Staten, waarvoor wij veel sympathie ge
voelen en waaraan wij door zekere bandeD
zijn gebonden. Waaghalzerijen dient men
daarvoor te vermyden.
Dit geldt o. a. de kwestie der Zuid-
Af rikaansche republieken, waarbij aan de
zijde der bedillers van de regeering met heel
wat overdrijving wordt gestreden. Het heeft
allen schijn, of men daarvan een machine de
S/verre, niet alleen tegen den minister De Beau
fort, maar tegen het gansche kabinet maakt.
Toch erkennen wij gaarne, dat er grond
is voor ernstige bedenking, al beamen wij
niet het gevoelen van hen, die daarom den
minister hun vertrouwen zouden willen
ontzeggen.
De groote fout, door dezen begaan, schuilt
hem, dunkt ons, hierin dat hij, en met hem
de regeering, niet, vóór zij onze koningin
adviseerde bet verzoek der Russische regee.
ring, om de Vredesconferentie te 'sGraven-
hage te doen plaats hebben, in te willigen,
zich vergewiste, dat ook de Zuid-Afrikaan-
fche republieken zouden worden genoodigd.
Volgens den minister „was het niet wel
mogelijk aan die inwilliging voorwaarden
te verbinden, waarvan de vervulling hoogst
waarschijnlijk de tot sfandkoming der con
ferentie moest doen mislukken
„Een dergelijke voorwaardelijke inwilli
ging toch zoude" zoo schrijft de minister
in zyn Memorie van antwoord „met een
weigering hebben gelijk gestaan, maar het
zoude een weinig aanbevelenswaardige vorm
van weigering zyn geweest.
Dan ware het beter geweest het aanbod
dadelijk te weigeren.
doen. Zij had aan de Russische regeering
kunnen antwoorden, dat zij het tot haar
gerichte verzoek niet kon inwilligen, omdat
zij meende, dat een conferentie zonder
deelneming van den Heiligen Stoel en de
Znid-Afrikaansche republieken niet aan haar
doel kon beantwoorden en zij reeds vooral
de onmogelijkheid inzag, dat voor die deel
neming de medewerking zoude worden
verkregen van mogendheden, wier aanwe
zigheid ter conferentie in de eerste plaats
noodzakelijk moest worden geacht. Had de
regeering aldus gehandeld, dan zoude
zooals terecht in het verslag der Kamer
wordt opgemerkt de conferentie in een
ander land zyn gehondeD. De Heilige Stoel
en de Zuid-Afrikaansche Republieken zouden
dan evenmin vertegenwoordigd zyn geweest,
maar naar de opvatting van den onder-
geteekende zoude het in dat geval ook
uiet met de waardigheid der Nederlaudsche
Regeering hebben gestrookt, om een uituoo-
diging aan te nemen voor eene conferentie
waarvan zij zelve reeda vooraf had verklaard,
dat deze niet aan haar doel kon beantwoor
den. Het volgen van een dergelijke ge
dragslijn, waardoor de Regeering zich zelve
van deelneming aan de conferentie zoude
hebben uitgesloten, achtte de ondergetee-
kende niet in het belang van ons land. In
de overtuiging, dat hij in de eerste plaats
met het Nederlandsch belang had te rekenen,
heeft hij geen oogenblik geaarzeld om, waar
hy had te beslissen over bet niet deelnemen
aan de conferentie elders, of het samenko
men der conferentie hier te lande, het laatste
te kiezen."
De niet-uitnoodiging van den Heiligen
Stoel kunnen wij met stilzwygen voorbijgaan.
Deze is voor ons begrijpelijk. Hoe groot
de macht van Z. H. den Paus ook zy, hoe
uitgebreid zijn invloed tot de Mogend-
hedon behoort Z. H. niet. En wij hebben
reeds opgemerkt, hoe verstandig en goed
wij het schrijven van onze Koningin aan
Z. H. vondeneen schrijven dat in katho
lieke kringen zeer veel waardeering heefi
Maar met de Zuid-Afrikaansche Republie
ken was het een ander geval. Wat nn zoo
duidelijk blijkt, was reeds in Januari van
dit jaar te voorziende reden waarom
Engeland zoo hoog den eisch deed gelden
om die Republieken van de Conferentie uit
te slaiten. De waarde der Suzereiniteits-
rechten over Transvaal kennen wij; toch kon
den zy nog eenigszins gelden, maar tegenover
den Oranje-Vrijstaat was zelfs geen enkele
quasi-reden voor uitsluiting te vinden. Deze
staat geheel vrij tegenover Engeland,
Onze regeering had de eer dier Staten
moeten hoog houden, uit sympathie; uit
waardeering en erkenning van hun goed
reeht.
En daarbij had zij wel degelijk in het
belang ook van ons land, voor de eer en
goeden naam van ons volk, als een dat de
vrijheid en rechtvaardigheid lief heeft, een
fiere houding kunnen aannemen, eene die
getuigde van een gepast zelfbewustzijn.
En nu moge onze minister van buiten
landsche zaken beweren, dat de Conferentie
dan mislukt zou zijn; och, wij zouden zeg
gen wij behooren niet, het bleek onzen
lezers meermalen, tot de pessimisten ten
opzichte der vruchten, welke deze bijeen
komst in de toekomst kan dragen, maar
ach tea wij deze niet zoo groot, dat wij
niet-plaats hebben der Conferentie zulk
een groote ramp hadden gevonden.
Maar zij zou toch wel gehouden zyn
zij 'took in een ander land.
En wy wij hadden dan èn door die
weigering èn, zoo noodig, door onze af
wezigheid al zien wij niet in waarom
elders niet zouden hebben kunnen deelnemen
die conferentie geprotesteerd tegen
de perfide handelwijze van Engeland in
een loyale houding tegenover de Zuid-
Afrikaansche republieken aangenomen.
Dit erkennen wij echter: toen eenmaal
het verzoek der Russische regeering was
ingewilligd, konden wij geen voorwaarden
meer stellen en moesten wij wel ons onder
werpen aan de wenschen van de Russische
regeering, althans zoodra bleek dat pogingen,
om daarin verandering te brengen, afstuitten
fie regeering had dit OBgetwyfeld kunnen op onoverkomelijke bezwaren. Wy konden
Agenten!
Te AmsterdamA. de La Mar Azn.; te Bottei;
dam: Nijbh van Ditkar.
toen niet meer terug, omdat door ons dan
zou te kort gedaan zyn aan de plichten der
wellevendheid, eenmaal door onze inwilliging
van het verzoek tegenover Rusland op ons
genomen.
De kwestie der jonge Armeniërsde be
jegening die dezen hier hebben ondervonden,
ook een der hoofdgrieven tegen den minister
De Beaufort, kan als afgedaan worden be
schouwd, nu de regeering stellig verklaard
heeft daar geheel buiten te staauhet ge
beurde, volgens haar zeggen, alleen te wyten
is aan den overdreven ijver der Haagsche
politie, en een der hoofdmannen in deze,
door het nemen van zyn ontslag, ontheven
is van alle verantwoordelijkheid.
Het is echter te hopen, dat het gebeurde
aanleiding geve tot de noodige wenken of
maatregelen, om dergelijke buitensporigheden
de residentie te voorkomen. Men is daar
blijkbaar nog al spoedig zennwachtig en
ijverig waar het geldt hoogen machten te
believen.
En te loochenen valt het in elk geval
niet, dat men dezen zomer van hooger hand
wel wat al te slap is geweest in het aan
wenden van pogingen om de politie in Den
Haag aan het verstand te brengen, dat zij
bezig was den goeden naam van ons land
als bakermat der vrijheid te schaden, door
maatregelen die de regeering nu zelve
afkeurt.
Met meer ingenomenheid namen wij ken
nis van de verklaring van den minister van
buitenlandsche zaken, dat de regeering den
bloedigen oorlog, die thans in Zuid-Afrika
ontbrand, ten zeerste betreurt en steeds
gaarne bereid zal zyn om, zoo de omstan
digheden baar daartoe de gelegenheid moch
ten aanbieden, alle middelen in het werk te
stellen, die tot het beëindigen van dezen
noodlottigen strijd kunnen leiden. Deze be
reidwilligheid is aan de beide met elkander
strijdvoerende partijen niet onbekend.
Wie weet hoe spoedig zij in de gelegen
heid zal zijn in deze de daad bij bet woord
te voegenMaar het zy dan eene gelegen
heid, waarbij zij de eer en de onafhanke
lijkheid der Zuid-Afrikaansche republieken
hoog houden en baar de vruchten schenken
kan van haren strijd.
Tot zoover in het bijzonder het beleid van
u onzer regeeringsmannen, in veler oogen
het zwakste element in het kabinetdocb
voor wiens ministerieel leven wy geen oogen
blik vreezen, hoe luide eenige anti-revolu-
tionnairen bun stem ook verheffen.
Tegenover de andere leden zullen, meenen
wij, niet zulke ernstige grieven geopperd
worden.
Men moge den minister van oorlog en
marine, die weer een danig beroep doen op
de schatkist voor hunne plannen, willen
kortwieken in hunne hooggestemde wenschen,
en dat ook wellicht doen er zal uit dit
alles geen enkel gevaar ontstaan voor het
kabinet.
Onzerzyds hopen, wy dat op de budgetten
van die ministers een en ander zal worden
bezuinigd, wat zeer goed mogelijk zal zyij,
zonder gevaar voor onze verdedigbaarheid.
Het kan minder, zouden wy zeggen.
Maar wij hebben een andere grief tegen
het kabinet in 't algemeen, een ernstige
grief op grond van een feit, waardoor aan
zyn oorsprong, aas een hoofdbeginsel dat
ten grondslag ligt aan zijn optreden, wordt
te kort gedaan.
Wy erkennen dankbaar het tot stand komen
van de ongevallenwet, waaraan nu niet meer
te twijfelen valtwy waardeeren de afschaf
fing van de dienstvervanging, de indiening
van het wetsontwerp op den leerplicht en
van tal van andere ontwerpen, rakende de
volksbelangen, in ruimen zin opgevat.
Maar op éen belangrijk punt is aan de
verwachting, door velen gekoesterd, niet
voldaan.
Dat betreft de ouderdom- en invaliditeits
verzekering.
Terwyi in de laatste jaren daaromtrent
toezeggingen zijn gedaaD, die ten minste
eenigen grond gaven voor goede verwach
tingen, wordt thans in de Memorie van
antwoord op de begrooting het volgende
verklaard t „De afdeeliog vaa het depar
tement van Waterstaat, Handel en Nijver-
heid, waaronder deze zaak ressorteert, kon,
wegens talryke werkzaamheden in verband
met de ongevallenwet, daaraan eerst enkele
maanden geleden op nieuw de hand leggen.
Men poogt nu een regeling te ontwerpen, die
aan de belanghebbenden voordeelen ver
schaft, in goede verhouding staande tot de
Fers, welke zij zal vergen."
Uit die verklaring blykt dus, dat er in
geruimen tijd aan die hoogst belangrijke
zaak, een der hoofdpunten van het program
der vooruitstrevende party, niets gedaan is;
en zij wederom verschoven werd tot
ja, wie zal het zeggen tot hoelang?
In het nu loopende vierjarig tijdperk van
ons parlement zien wy daarvan niets tot
stand komen, zelfs niets voorbereid.
De regeering geeft daarvan de schuld
aan de vele werkzaamheden, door het depar
tement van waterstaat verricht voor de
ongevallenwet. Maar de vraag ryst of voor
eene regeling van die verzekering niet tijde-
lijk eenige personen konden aangesteld zyn.
De vertegenwoordiging zou wellicht daar
voor wel een crediet hebben toegestaan.
Nu vreezen wij dat dit belangrijk vraag
stuk door het huidige kabinet niet zal
worden ter hand genomen en een der voor
naamste vraagstukken, waarvan indertyd de
Staatscommissie in beginsel de wenschelijk-
heid uitsprak, onopgelost zal blyven.
Gelukkig, dat het onlangs verschenen
belaogrijk rapport, daaromtrent uitgebracht
op verzoek van het Bestuur der Liberale
Unie door de heeren mrs E. Fokker, J.
Kruseman, W. P. A. Molengraaff en den
heer J. W. C. Tellegen, de belangstelling
voor zulk eene regeling weer heeft opge
wekt. En als straks de wiskundige nota van
den heer dr W. A. Poort te Middelburg de
kroon zal zetten op den moeilijken arbeid
dier commissie, dan zal, naar wy hopen, dit
vraagBtuk van zelf meer op den voorgrond
treden.
Dit sluit echter niet uit, dat op dit punt
het algemeen beleid der regeering ons
teleurgesteld heeft, omdat het niet voldeed
aan de verwachting, door ons daaromtrent
gekoesterd toen dit ministerie optrad.
Welke goede elementen het ook bezit
hoeveel uitstekende maatregelen het in het
leven riep of voorbereidde, een kabinet ge
heel in onzeu geest, in dien der vooruitstre
vende liberale party, is het niet.
Wy meenden dit nog eens duidelijk te
moeten doen uitkomen.
Edoch, dit sluit niet uit dat wy, al zijn
wij niet geheel voldaan over zijn beleid tot
heden, wy dankbaar zijn in menig opzicht en
wij dit ministerie op dit oogenblik nog het
eenige mogelyke blyven achten, in afwach
ting van de uitspraak der kiezers in 1901,
die eene vingerwijzing kau zijn, in hoever
het Nederlandsche volk al of niet eeu meer
vooruitstrevend kabinet wenscht, meer be
slist en uitsluitend in de richting der jong-
liberalen en radicalen.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Iets nieuws al kan men het een variatie
op een bekend thema noemen wacht ons
uitgaand publiek in de aanstaande week
het optreden in den Schouwburg alhier van
Gotbov Grflaeke's dames operetten-gezelschap,
dat zich Bühne ohne MSnner noemt. Het wordt
gevormd door een aantal lustige Wiener M&dle,
die, naar wy in verschillende bladen, o.a. het
TJtrechtsch Dagblad en de Zwolsche Crt, lezen,
heel aardig zingen en zeer verdien stelijk acteer8n
Aanstaanden Donderdagavond geven zy bier
eene voorstelling, bestaande nit een paar
operettes en eenige zangnommers, zoowel
ensemble als duetten en eeue solo-voordracht.
De wijze, waarop de beide operetten, Een
studentenstreek en Der schSne Adolar, wordeD
opgevoerd, heeft den Weener dames overal
groot Bucces bezorgd. Omtrent de hoofd per
Bonen wordt gezegd dat zy volkomen voor
hare taak berekend zyn en dat zy, die de
traveati-rollen vervallen, alleraardigste typen
te zien geven, terwyi ook de overige medewer
kenden er voor zorgen dat het geheel goed
sluit. Da voorstelling moet goed gesoigneerd
wezen, de afwisselende costumes worden fraai
en frisch genoemd.
Evenais elders, zal Das ewig Weibliche het
ook hier wel doen, en das verwachten wy
Donderdagavond een zeer goed gevulde
•choawburgzaai, waarin de gewone bezoekers
weer eens andere gezichten zien dan in den regel
het geval is.
Uit Vlissingen
De kapitein ter zee J. C. de Ruyter de Wildt,
inspecteur over het loodswezen van het 6e dis
trict, standplaats alhier, is te 'sGravenhsge
gedetacheerd, om, zoolang de ziekte van den
schout-by-nacht J. Spanj aard voortduurt, diens
functiën als inspecteur generaal over het loods
wezen waar te nemen.
Door de stoomvaart maatschappij Neder
land te Amsterdam is aan de koninklijke
maatschappy de Schelde te alhier de bouw
opgedragen van een stoomschip, type Timor,
voor de vrachtvaart vau Amsterdam op Java.
Door burg. en weth. is tot tijdelyk klerk
ter secretarie (afdeeliug bevolking) benoemd
de heer J. W. Koole aldaar.
Zooals nog in een deel der oplaag van ons
vorig nommer werd gemeld, aakerde Vrijdag
ter reede het Duiteche oorlogsschip Kaiser
Friedrich, komende van Portsmouth. Het blyft
tot Woensdag 29 dezer, de aankomst van
keizer Wilhelm, te Vlissingen.
Dien dag zal de keizer per extra trein van
4 50 van daar vertrekken.
Heden, Zaterdag, ochtend begaf zich de
commandant van het wachtschip Bulgia, de
luit. t/zee der eerste klasse C. A. Dominions,
naar boord van het Duitsche oorlogsschip ter
begroeting.
Hoewel wy er niet voor zyn mededeelin-
gen te doen omtrent voorstellen, die moeten
worden behandeld in nog te honden vergade
ringen, welke een eenigszins besloten karakter
dragen, meenen wy, nn Hollandache bladen
daarvan reeds melding maakten ze zyn op
dat pnnt, gedreven door de concurrentie, of
door andere motieven, niet byater kieskeurig
meer ook melding te moeten maken van
een voorstel der directie van de Stoomvaart-
Maatschappij Zeelanddat behandeld zal wor
den in de buitengewone algemeene vergadering
van aandeelhouders op 29 dezer. Dit beoogt
een redactie van het bestaande aandeel eu kapi
taal tot op de helft, dus van f 2.041.000 op
f 1.020.500, ten einde de middelen te verkry-
gen, om 't, vroeger reeds gemelde, nadeelig saldo
der winst- en verliesrekening van 31 Dec. 1898,
ten bedrage van f 971.243 02, te kunnen af-
schryven. In verband hiermede wordt de noo
dige wyziging voorgesteld van art. 4 en art.
17 al. 1 van de statuten. De verdeeling van het
aandeelen-kapitaal in 2 seriën, A en B, blyft gr-
handbaafd, maar de saudeelen, gewone en prefe
rente, zullen nu, in plaats van f 500 nominaal,
f 250 groot worden, met onveranderd recht van
preferentie, zoodat de 2913 preferente aandeeleD,
serie B, steeds eerst 5 pCt. dividend, f 25 per
etuk, uit de eventueele zuivere winst znlleu
ontvangen, of de geheele zuivere winst soo zy
minder dan f 25 per aandeel serie B uitmaakt,
en dan nit het overbiyvende de gewone aan
deden eveneens 5 pCt., t 25, of zooveel minder
als waartoe dat overbiyvende in staat zal
stellen.
Voor de tegen 1 Januari a. s. vacante
betrekking van gemeente-Secretaris te Arne^
maiden hebben zich 13 sollicitanten aange
meld.
De alphabetisohe aanbeveling bestaat uit de
heeren J. L. Ooaterhcff, Dordrecht, en M. L.
Weatfaal Qasdekker, Arnemaiden.
In het koffiehuis Het Wapen tan Nieuw-
land te Nieaw- en St Joosland gaf
Vry dagavond de rederykersvereeniging Van
Zeggelen aldaar haar jaarlijksche najaarsvoor
stelling.
Jammer schryft onze berichtgever
voor hen, die tyd en geld opofferen om de
Nienwlanders een aangenamen avond te be
zorgen, dat er niet meer bezoekers waren,
want er werd goed gespeeld.
Na afloop der voorstelling bleef men nog
een poos gezellig byeen.
Voor een tamelyk goed opgekomen en
dankbaar publiek gaf het Hollandache toor eel-
gezelechap van het Paleis voor Volksvlijt to
Amsterdam Vrydagavond in de Prins van
Oranje te Goes zyn tweede abonnement*-
voorstelling.
Het bekende tooneelspel Uitgaan, van Glacor,
en het eveneens meermalen voor het voetlicht
gebrachte tooneelstnk Vorstenplichtvan Nes
tor de Tiere, vormden ook daar, evenals to
Vlissingen, het programma.
De vertooners werden herhaaldeiyk terug
geroepen.
Te Hulst brak Vrydag middag om
streeks twee nar, door een onbekende oorzaak,
brand uit in het wagenhuis, tevens etal, op
de hofstede van J. Machielse. Het geheele
honten gebouw werd een prooi der vlammen,
evenals eenig stroo, een wagen en een daar
tegen aanstaande hontmyt. Eenig vee, dat zich
daarin bevend, werd tydig batten gebracht?