MDDELBIRGSCHË GOURAIMT. 142" Jaargang 1899. Yrijdag 10 November. Onze Legerorganisalie. N°. 266- Dese courant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen. Pï|b, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franeo p.p., L- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent Thermometer Middelburg 9 Nov. 8 u. m 52 gr. 12 u. 58 gr. av.4u.54gr.F. Verw. m. W.w., bewolkt. AdvertentiSn voor het eerstvolgend nummer moeten des middag* vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. AdvertenüSn20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten €3 Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertenti6n bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zgn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten! Te Amsterdam: A. de La Mab Azn. en Max R. Ntjnes te Rottei dam: Nijgh van Dithab. DOOB EEN MILITAIR. II. V eldleger. Tot handhaving van onze ueutraliteit is een krachtig veldleger noodig, dat aan een eventueel protest tegen de schending ervan de noodige kracht kan bijzetten. Maar niet mioder is zoodanig veldleger een gebiedende eiscb, waar het geldt de ver dediging van ons grondgebied en onze on afhankelijkheid. Op grond van een en ander wordt noodig geacht een mobiele macht van 3 samenge stelde divisiën, elk bestaande uit 3 regimen ten veld-infanterie, (12 bataljons); 1 regiment veld-artillerie, bestaande uit 8 batterijen, (1 batterij 6 stukken)1 regiment cavalerie, bestaande nit 5 veld- en 1 depöt-escadron, benevens verdere hulpwapens en diensten. Deze mobiele macht behoort in haar ge heel beschikbaar te zijn om ten spoedigste daar te kunnen optreden waar dit noodig mocht worden geacht. Het formeeren reeds in vredestijd van samengestelde divisiën moet als een goede en wyze maatregel worden toegejuicht. Het is toch noodig, dat de commandant van zulk een divisie de onder zijne bevelen staande troepen van verschillende wapens leert ben nen, teneinde den onmisbaren samenhang te kunnen aankweeken door oefening en samen werking. Moge ook het in ons leger op dit pnnt bestaande gebrek spoedig verdwijnen 1 Voorts wordt een reserve-divisie, bestaande uit 3 regimenten veld-infanterie, noodig ge acht om te worden aangewezen voor ver schillende bestemmingen. Later als de landweer-afdeelingen gemo biliseerd zijn en de noodige samenhang is verkregen, kunnen deze de taak van de reserve-divisie overnemen en kan deze verder worden gebruikt, om zoo noodig het veldleger te versterken. Verder wordt dringend noodig geacht om de 3 regimenten veldartillerie elk met 2 batterijen te versterken, zoodat dan in 't geheel over 24 batterijen beschikt kan worden. De groote waarde van dezen maatregel zal ieder kunnen beseffen, die thans deD Tran8vaalachen oorlog volgt, waar de artil lerie zulk een gewichtige rol speelt in de gevechten. Als materieele en moreele steun moet bjj ons veldleger dat toch nit in den krijg onervaren troepen zal bestaan dan ook een krachtige artillerie aanwezig zijn. De dringende noodzakelijkheid daarvan wordt door alle militaire autoriteiten erkend. De totale sterkte van het veldleger zal dan kannen zijn aan combattanten officieren, kader en manschappen zonder de reserve-divisie, de treinen en hulpdien sten, 45.000. Mogen wij ons spoedig in het bezit van zulk een mobiele strijdmacht verheugen 1 Bezettingstroepen. Tot de bezettingstroepen znllen behooren 45 compagnieën vesting-infanterie, de thans bestaande 5a bataljons of vesting bataljons der 9 regimenten 40 compagnieën vestingartillerie, 4 com pagnieën pantserfort-artillerie, 2 compagnieën torpedisten en 4 compagnieën genie, ter ge zamenlijke sterkte aan combattanten officieren, kader en manschappen dus zon der hulpdiensten van 27.000 man. Ter wille van de bevelvoering over deze troepen, de oefeningen en met het oog op de opleiding van kader, wordt voorgesteld in tijd van vrede van deze troepen te for meeren 2 regimenten vestinginfanterie, resp. nit 4 en 5 bataljons bestaande; 4 regimenten vestingartillerie, zooals thans het geval is; terwijl om dezelfde redenen als hierboven is aangegeven een regiment genie troepen wordt geformeerd, dat bestaan zal uit3 compagnien veldgenie, 4 comp. vesting genie, 1 comp. pontonniers, 1 comp. spoor wegtroepen, 1 comp. telegraaftroepen en 1 comp. depot. JDe pontonniers, die tot dusverre onder bet wapen der artillerie worden gerekend, komen thans bij dat der genie. Het slaan van bruggen is dan ook bijna geheel taak der genie en heeft met bedie ning van geschut niets gemeen. Deze verandering ligt dus van zelve voor hand. Trouwens zijn bijna bij alle Enropeesche legers de pontonniers by het wapen der genie ingedeeld en verdient deze indeeling dan ook ten volle navolging. De aanvullingsreserve. Volgens de in de joDgste oorlogen opge dane ondervinding moet als eerste aanvulling der verliezen gerekend worden op eene sterkte aan depot-troepen, welke 1/4 h 1/6 van de sterkte der veld-, bezettings- en bewakingstroepen bedraagt. Het wordt niet noodig geacht deze troepen, die by mobilisatie by de depots worden ingedeeld, langer dan 20 weken in het leger te oefenen, daar zij altijd in de bestaande troepen worden opgenomen en daarvan nimmer de kern uitmaken. Met het oog daarop wordt voorgesteld bij de infanterie, vesting-artillerie en genie resp. 4000, 800 en 200 man jaarlijks in te deelen om gedurende korten tijd, nl. 4 maanden, te worden geoefend, en wel van 15 November tot 15 Maart. Daardoor kan dan het blijvend gedeelte worden gemist. Om te voorzien in de verschillende diensten bij de korpsen bij opkomst van de militie in Maart en in die van de militie der aanvullingsreserve in November, zoudeD telkens de lichtingen der gediend hebbende aanvullingsreserves in 2 gedeelten voor her halingsoefeningen onder de wapens worden geroepen, en wel de eerste helft van 15 Nov. tot einde December en de tweede helft van 15 Maart tot 15 Juli. By mobilisatie worden de lichtingen dezer aanvullings reserve naar behoefte opgeroepen. Voorts zullen uit de aanvullingsreserve de ziekendragers worden getrokken, dat thans nog uit de volledig geoefenden geschiedt. Hoewel het natuurlijk ook gewenscht zou zijn de aanvullingsreserve nit volledig ge- oefenden te doen bestaan, zoo komt ons de voorgestelde maatregel, met het oog op de mindere kosten, de mogelijkheid daardoor een korteren oefeningstyd voor de volledig te oefenen miliciens te verkregen, wel aan- bevelingswaard voor. Voor de bereden wapens (cavalerie en veld-artillerie) wordt geen bepaalde aan vullingsreserve noodig geacht, daar de tegen woordige sterkte zoodanig is genomen, dat bij mobilisatie een voldoend aantal volledig geoefenden onder de wapenen komen om in de eerste verliezen te kunnen voorzien. De diensttijd voor de bereden wapens is gesteld op 18 maanden. Met het oog op dezen langen diensttijd wordt voorgesteld de miliciens der bereden wapens geheel vrij e stellen van den dienst by de landweer. Hiertegen kan te minder bezwaar,ryzen, omdat een deel der manschappen tot den landstorm zal behooren en dns als het noodig was, toch nog over hen zal kunnen worden beschikt. By de genie wordt voorgesteld de aan- vuiiingsreserve bij mobilisatie in haar geheel onder de wapenen te roepen, teneinde te kunnen voorzien in de diensten by het stel len der inundatiën, voor het vormen van een spoorwegafdeeling, voor het bedienen der telegraaf- cn telefoon-stations in de forten en limën en verder om dienst te doen op de uitleggers, d. z. gewapende platboomde vaartuigen in de onderwaterrettingen. De niet benoodigden worden dan verder by de depot-compagnie ingedeeld. Ook voor de torpedisten is op geen aan vullingsreserve gerekend, omdat de sterkte van dat korps zoodanig behoort te zijn, dat de werkzaamheden daarvan in de allereerste dagen van een mobilisatie, in hoofdzaak moeten zijn volbracht. De diensttyd van de torpedisten is gesteld op 12 maanden en op 12 weken berbalings oefeningen. De redenen waarom voor de aanvnllings- reserve geen oudere lichtingen worden ge bruikt, is dat anders de dienstplicht van 8 jaren op 12 jaren zoude moeten worden gesteld. Zoodoende zou de dienstplicht wel op een kleiner aantal drukken, doch die drnk zou dan ook zooveel zwaarder zijn, In de tweede plaats is het noodig dat troepen, welke dezelfde taak hebben te vervullen, met het oog op de daaraan ver bonden lichamelijke vermoeienissen, nit manschappen bestJi&n, waarvan d8 leeftyd niet te zeer uiteenloopt De leeftijdsgrens voor het leger van le linie is thans gesteld tusschen 20 en 28 jaren die van de manschappen der aan vullingsreserve behoort dezelfde te zijn. De meening van den minister van oorlog die het als een voordeel beschouwd dat, bij verlenging van den dienstplicht tot 12 jaren, deze dan op een kleiner contingent zou drukken, wordt door ons niet gedeeld, en daarom juichen wy het grootere contin gent ten zeerste toe. Wij hopen zelfs dat in een niet te verre toekomst het contingent zal bevatten alle weerbare Nederlanders. Geheel vereenigen wy ons echter met bet stellen van de leeftijdsgrens voor het leger van 1ste linie tusschen 20 en 28 jaren. Deze grens hooger te stellen, komt ons niet gewenscht voor, met het oog op het naar evenredigheid met de jaren toenemen van gehuwden. De beroemde militaire schrij ver Yan der Gollz zegt o. a. van de leef- tydsgrens „De ondervinding leert dat de jongere soldaten beter geschikt zyn voor het werk van den oorlog, al zijn hunne lichamen niet zoo gestaald als van de oudere. De jeugd scheidt gemakkelijker van 't leven. Zij is nog niet door die duizenden draden, die de burgermaatschappij om ons slingert, aan de aarde gehecht. Nog onopgelost ligt het levensraadsel voor haar, dat zij begeerig wenscht op te lossen. De zacht naar avonturen maakt haar krijgslustig. Rust en genot, het streven van den rijperen leeftijd, zyn nog verre van haar. Vreugdevol en zorgeloos gaat zy den strijd tegemoet. Al deze dingen zijn noodig voor het bloedige werk van den oorlog. De kracht van een volk ligt in haar jeugd." Een jong, krachtig veldleger nu wordt gewaarborgd door het voorstel van den Minister. Transvaal. Dat lied wordt ook het Trans- vaalsch volkslied genoemd, en, naar men be weert, met volle recht. Toen indertijd genoemde heer in Middelburg een voordracht over Trans vaal bield, heeft hij dit lied als het algemeen erkende volkslied aangewezen en dit zelfs nog gedeelteiyk gezongen. Op verzoek van een der hoorders is dit destijds door een boek handelaar in onze stad uitgegeven. In de Nijm. Crt nu verklaart iemand dat hij tijdens zyn verblijf in Transvaal slechts hoogst enkelen aantrof die dit lied zongen. Kan het by deze kwestie ook hetzelfde z$n ala met het Wilhelm us en het Wien Neerlands bloed in ons land? Middelburg 9 November. Het Transvaalsche volkslied. Nog altijd wordt van gedachten gewisseld over de vraag, wat toch het Transvaalsche volkslied is: dat van S. J- Du Toit: „Di vier kleur van ons dierbaar land, Di waai weer o'er Transvaalof het lied, dat nn op gezag van den heer Wormser als zoodanig wordt uitgegeven en aanvangt met de woorden: Kent gij dat volk vol heldenmoed Wy hebben van begin af gemeend dat bet lied van Da Toit het volkslied zon zyn; en wel om meer dan écn reden. Dat is geboren, om zoo te zeggen, in dagen van stryd, in 1880; en ze klinken zooecht ala van eene volksuiting de daarin voorkomende woorden tegen den Brit en de uitroep: En met Gods hulp heb ons di juk Van England afgegooi, Ons is weer vrij geluk l geluk l Hou waai ons vlag weer mooil Dat is taal van en voor de Boeren I Het andere lied is geschreven in onze, in Nederlandsche taal. En dat kan toch moeilijk eeu uiting sjn van het kranige volk in Transvaal. Ia onze meeBing zijn wy versterkt door een schryven in De Standaard van den heer D. Meeter te 's Gravenhage, die, op grond van verschillende getuigenissen uit Transvaal zelf, opmerkte dat het volk daar het lied: Kent ij dat Volk'1 in het geheel niet kent en het op de scholen in Pretoria nooit wordt gezongen. Zelfs iemand, die geen vriend van Du Toit was, verklaarde dat dienB lied Di vierkleur het volkslied is. En wy hopen dat by geiyk heeft; want het is veel aangrypender, veel natuuriyker dan het andere; en de melodie is veel pakkender. Maar een andere vraag kwam by ons op, en wel dezewat is nu bet lied Een ider nasie heeft sijn landdat o. a. voor zang gecomponeerd is door wyien den heer W, J. van Gorkom, oud-superintendent van bet onderwijs inde BMOBMINUEN MZ. By kon. besluit is benoemd tot reserve tweede-luitenant by het wapen der infanterie, en wel by het 4de reg., de vaandrig G. H. Fabius van genoemd korps is aan den reserve-officier van gezondheid 2de kl. V. A. H. Panhuysen, een eervol ont slag verleend uit zyne betrekking tot de landmacht. AANTAL KIEZERS. lij eene bevolking op 31 December 1898 van 5,084.976 zielen bedroeg het aantal kiezers in het rijk Krachtens art. la dar kieswet 523,660 ambts halve ingeschreven; 1789 in verband met art. 112573 in verband met art. 12totaal krachtens art. la 528,022. Krachtens art. lb lo. a. wegens bewonirg van em huis 2635 volgaas aangifte en 6679 ambtshalveb. wegens bewoning van twee huizen aangegeven 102, ambtshalve 34; c. wegens bewoning van een vaartuig: aangifte 101, ambtshalve 538. Krachtens art. lb 2o.a. wegens dienstbe trekking 15434b. als inwonende zoons 6067; c. pensioentrekkenden, aangegeven 63, ambts halve 168; d. wegens dienstbetrekking en pensioen 64; e. wegens inwonende zoons en pensioen 19. Krachtens art. lb 3j. a. wegens inschrij ving grootboek, volgens aangifte 13, ambts- naive 20; b. inlage Rijkspostspaarbank aan gifte 678, ambtshalve 1616. Krachtens art. lb 4wegens examen, aan gifte 570, ambtshalve 1469. Totaal art. lb 36270. Tota*l art. la. en b. 564,292. Tan vorigen jare bedroeg dit eindcijfer 554,534. Kiezers voor de Provinciale Staten, krach tens art. 1 en in verband met art. 6563,609, tegen 554,401 ten vorigen jare. Kiezers voor den gemeenteraad, krachtens art. la in verband met art. 7526,768 krach tens art. lb ia verband met art. 76560; totaal 533,328, tegen 516,451 ten vorigen jare. OOST INOIË. De correspondent van de N. Rott. Ct. te Batavia seint aan zyn blad Een troepenmacht is van Merdoe naai Samalanga vertrokken ter vervolging van den pretendent-auitaD, Panglima Polim en Toekoe Mohamad, die in Pante-Radja zyn. Wy maak ten 40 vaatjes kruit en 10 geweren bnit. Naar de Sumatra Cour. meldt, is in Iudië een maatschappy gevormd, welke met Indisch kapitaal, ten bedrage van een millioen gulden, op een nader te bepalen plaats in Indië op groote schaal en naar de nieuwste methode een papierfabriek zal oprichten. De grondstoffen worden in Iudië zeifin over vloed aangetroffen en zullen bewerkt worden naar een procédé, uitgevonden door de heeren Van den floute Wnlems en Popper te Batavia. UIT STAD EN RR0V1NC1E. Op 15 November a. s. vertrekken de niei voor but blijvend gedeelte bestemde miliciens, lichting 1899, met verlof tot 31 Maart I9u0. Alsdan keeren er van hen zooveel terug, als noodig is om do miliciens, dio door het n>i waren aangewezen om onder de wapenen tc blij ven, op dien dat uur eveneens in het genot van verlof te stellen, tot 15 Augustus 1900. Zy, die niet terug behoeven te komen, krijgen tydig verlenging van verlof. Op laatstgenoemden datum wordt de geheele lichting in het genot van groot verlof gesteld. Woensdagvoormiddag is op de plaat voor Brninisse een groot aakschip, 150last, naar men zegt de Johanna Adriana, sehippet Poppelier van Waspik, geladen met steenkolen, komende nit Duilschland en bestemd voor do gasfabriek te Mechelen aan den grond ge varen, zoodanig dat direct aangeboden hulp van 15 Brninisser vissobers aangenomen en het schip gelicht is moeten worden door een gedeelte der lading over te nemen. Door den heer C. Thomaes te Hoofd plaat is Maandag een boscharend geschoten, die een vluoht had van 1 m. 70 cm. HET NUT. Tegen Woensdag avond was in een der loka len van de sooieteit De Vergenoeging alhier eene vergadering uitgeschreven van het depar tement Middelburg der Maatschappij tot Nut van 't algemeen. Wyi de voorzitter, de heer L. K. van der Harst JJz., verhinderd was tegenwoordig te zyn, werd het presidium waargenomen door den heer O. L. van Woelderen. De opkomst was, als naar gewoonte, nog minder dan klein; behalve de bestuurders toch gat, toen de vergadering werd geopend, sleohta een lid blyk van belangstelling in wat aan de orde was. Later kwam nog een tweede lid. Uit de mededeelingen, die gedaan werden, bieek dat 2 nieuwe leden zich hadden aange sloten en een drietal leden en eene vereeniging hadden bedankt. Verder dat de pogingen om dit jaar weder een kookcursus op het getouw te zetten niet zyn geslaagd de deelneming bleek te gering. Ook werd medegedeeld dat de heer Bruin- wold Riedel het voornemen heeft hier ter stede, op 13 December a., eene propaganda-leziDg t6 houden, met het doel om het nut van Het Nut ia 't licht te stellen. Of die lezing voortgang zal hebben, is echter nog niet uitgemaakt.? Van de commissie voor het badhuis is een schryven ontvangen, waarin de weusohelijkheid wordt uitgesproken om, in verband met het drukke bezoek dat aan de tweede klasse wordt gebracht, een tweetal nieuwe regen baden te doen aaumaken. De bespreking hierover werd aangehouden tot later. Daarna bracht de afgevaardigde ter alge- meene vergadering, de heer W. N. HasaelbacQ, rapport nit omtrent het daar verhandelde. Wat spreker mededeelde mogen wy als bekend veronderstellen, wyi het verslag reeds lang geleden in druk is versohenen. Aan de orde was nu de verkiezing van twee leden in bet hoofdbestuur. Iu de eerste vacalu e, die van den heer Hugenhoitz, werd met alge- meene stemmen gekozen de heer mr J. Kruae* man te Amsterdam en in de tweede, die van den heer Fokker, met 5 stemmen de heer mr S. J. M. van Geuas te 's Gravenhage, tegen 1 stem op den heer mr D. Bos te Winschoten. Daarna werd door den penningmeester reke ning en verantwoording gedaan inzake de oprichting van het badhuis. Uit die rekening bU ek dat aan giften ont vangen was f 525, aan rentelooze voorschotten t 900, nit de 3 geldleeaing f 9600, aan hot voorschot van het departement f 2000 en aan voorschot der spaarbank f 3000. Samen alzoo f 16025. Medegedeeld werd dat, zooals reeds bekend is gemaakt, de coupons der geldleening, ver' vallende 1 Oct. jt., betaaibaar zyn bij de Cre- dietvereeniging. Het voorüeelig saldo der goedgekeurde reke« ning was f 130 75. De exploitatie-rekening werd tot Januari aangehouden. De rekening van het departement over het afgeloopen dienstjaar werd vervolgenö onder zocht en eveneens goedgekeurd. Zij sloot ia ontvang en uitgaaf op f 5175.39', met een saldo op nieuwe rekening van t 327.53*. Eindelijk werd de begrooting voor het dienst jaar 1899/1900 voorgedragen en onveranderd aangenomen. De ontvangsten zyn geraamd op f 3064.53*, de uitgaven op f 2787.40 en het goed slot op f 277.13*. Op die begrooting waren de gewone snbsidiën uitgetrokken. By de behandeling werd door den voorzitter erop gewezen dat een vorig jaar het denkbeeld is geopperd om de lezingen te doen vervallen. Het bestuur heeft echter geen aanleiding ge vonden een vooistei in dien geest te doen. Overigens vonden geea besprekingen plaate. KERKNIEUWS. Door het Prov. kerkbestuur voor Zeeland zyn heden tot de Evangeliebediening in de Nad. Herv. kerk toegelaten de heeren P. de Looze te Zierikzee en H. R. Meenwenberg te Zeist. Door hetzelfde kerkbestnur is met algemeene stemmen bet voorstel van deu heer ar Boom, betreffende „de Generale kaB" aangenomen. LETTEREN EN KUNST. Er waren vyftien personen. En het concert giug niet door I Die ervaring deed Dinsdagavond de heer Eduard Zeldenrust op teGroningen, etn stad met ongeveer 64.000 inwoners. Geen wonder dat de Groningsche bladen zich daarover verbazen en hun ergernis daar over niet verbloemen,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 1