MIDDELBURGSCHE COURANT. Donderdag 9 November. Onze Legerorganisalie, N°. 265- 142" Jaargang 1899i Dtwe courant verschijnt dagelijks, met uitzondering Tan Zon- en Feestdagen. PtfiB, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franse p.p., f L-— Afzonderlijke nummers kosten 5 cent Thermometer Middelburg 8 Nov. 8 u. vm. 55 gr. 12 u. 54 gr. av. 4 u. 54 gr. F. Verw. m. t. kr. W. w., betr. buiig. Advertentiën voor het eeratvolgeni nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd rijn. Advertentidn20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten sa Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan rijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten! Te Amsterdam: A. de La Mak Azts. en Max R. Nunes 5 teRotteidam: Nijgh van Ditmab. DOOK EEN MILITAIR. I. Eindelijk is dan door den Minister van Oorlog het lang verbeide wetsontwerp tot regeling van de samenstelling der landmacht bij de Tweede kamer ingediend. Wy be groeten dezen arbeid met groote vreugde, want het is meer dan tijd, dat er veran dering en verbetering kome in den bestaan- den, gobrekkigen toestand van onze weer baarheid, die zoo verlammend werkt op de veerkracht van onze natie, zoo ontmoedigend op het leger. Van ganscher harte hopen wij, dat de weerkrachten, in zoo ruime mate aanwezig in ons volk, behoorlyk georganiseerd en geoefend mogen worden en Nederland een legermacht krijge, der natie waardig. Wel blijft hetgeen het wetsvoorstel aanbiedt nog verre van het ideaal „een weerbaar volk," waarop o. a. Transvaal en Zwitserland zich kannen beroemen, doch het aangebodene stelt ten minste in uitzicht binnen een tiental jaren het bezit van een legermacht van circa 150.000 man, waarmede het mogelijk zijn zal, met alle kans van slagen, bij eventueele verwikkelingen in Europa: lo. onze neutraliteit te handhaveD en 2o. ons vaderland en onze onafhankelyb- hêid tot het uiterste te verdedigen. De voorgestelde verandering kost geld de uitgaven voor het eerste jaar worden gerekend f 500.000 meer te zullen bedra gen doch dat is betrekkelijk een geringe som, als men bedenkt welke onschatbare voordooien daaruit voor onze natie kunnen voortspruiten. Al ware het dat de verandering 5 000.000 zou kosten, dan komt de prijs ons nog niet te duur voor, want daardoor zullen wij wor den verlost van dat ellendige gevoel van onmacht, van dat algemeene ongeloof aan onze weerbaarheid, van die lamlendige on* verschiiligheid en lauwheid voor het hoogste goed, dat wy als volk bezitten„onze onaf- hankelykbeid". Mogen de leden van onze volksvertegen woordiging doordrongen zijn van de groote verantwoordelijkheid, die ook in deze op hen rust, en meewerken tot het aannemen van de voorgestelde wet tot regeling van de samenstelling onzer landmacht. Van de bepalingen van het wetsvoorstel werd in het nommer van Zaterdag 21 Oc tober van dit blad een uitvoerig overzicht gegeven. Een uittreksel uit de memorie van toe lichting met eenige beschouwingen, laten wy thans hier volgen. De Minister van Oorlog stelt in de alge meene beschouwingen in het licht, dat door de afschaffing van de plaatsvervanging het gehalte van het leger verbeteren zal, doch dat de thans bestaande getalsterkte nog als een bepaald gebrek aangemerkt moet worden. Zelfs door de verlenging van den militie dienstplicht tot 7 jaren, kon in dat gebrek niet worden voorzien. De bestaande 9 regimenten infanterie (36 bataljons) van het veldleger kunnen by een eventueelen oorlogstoestand niet eens in hun geheel worden aangewend, daar aan ver scheidene dezer bataljons, alsmede aan de 9 reserve bataljons, andere bestemmingen moeten worden aangewezen. Ook de sterkte der bezettingstroepen is te gering. Voorts wordt een eigenlyke aanvullings reserve gemist, die in het leger gediend heeft. Eindelijk ontbreekt een legerreserve, die gebruikt kan worden voor bewakingstroepen, voor het versterken der bezettingstroepen en om in het verder verloop van den oorlog het veldleger te steunen. Als wij bovenstaande nagaan, slaat ons inderdaad de schrik om 't hart, vooral als wy daarbij denken aan een mogelijken oor logstoestand. De minister van oorlog zegt verder Ten slotte wordt, onder waardeering voor den y ver en de moeite, die de schutter jj zich in 't algemeen getroost heeft, deze niet lan- $er geschikt geacht om de taak te vervul len, die aan een legerreserve moet kunnen worden opgelegd. Algemeen is men wel overtuigd, en zeker de schutterij in 't byzonder, dat het zoo niet langer kan en dat een ingrypende verandering noodig is. Wy juichen dan ook den maatregel, om de schutterij af te schaffen, van harte toe en hopen dan velen, die nu tot die verou derde garde behooren, eerlang terug te zien in de gelederen van een beter georgani seerd deel van ons leger, n. 1. in de land weer. De regeering wenscht in dezen onvoldoen den toestand te voorzien en acht het noodig dat de samenstelling der landmacht op wet telijke grondslagen ruste. Daardoor wordt de vereischte stabiliteit verkregen en kan, wanneer eenmaal die grondslagen vaststaan, met goed gevolg aan een verdere regeling der levende strijdkrach ten worden voort gearbeid. Als gevolg hiervan wordt tevens een wets ontwerp aangeboden tot wyziging der wet betrekkelyk de nationale militie, ten opzichte van het jaarlyksch contingent, den eersten oefeningstyd en den duur der herhalings oefeningen. Liever zou ons een voordracht tot invoe ring van algemeenen dienstplicht zyn geweest. Wij aanvaarden evenwel met vreugde het vele goede, dat ons reeds geboden wordt. Bij de samenstelling der landmacht is door de regeering uitgegaan van de gedachte, dat deze alleen tot taak mag en moet hebben handhaving van de inwendige rust bui beschouwing latende le verdediging van den vaderlandschen bodem eu van de onafhankelijkheid, en 2e handhaving van onze neutraliteit by eventueele verwikkelin gen in Europa. Voor beide gevallen wordt een krachtige mobiele strijdmacht noodig geacht naast de doode weermiddelen. Tasachen de levende strijdkrachten en de doode weermiddelen behoort evenwel een nauw verband te bestaan. Voor de laatste zyn benoodigd bezettings- en bewakings troepen. Er moeten alzoo aanwezig zijneen veld leger, bezettings- en bewakingstroepen. Daarnevens moet op een voldoende aan vullingsreserve kunnen worden gerekend. Dit is noodig, om den strijd tot het uiterste te kunnen volhouden. By de sterkte en samenstelling van het leger is er rekening mee gehouden om reeds in vredestyd alle onderdeelen alsmede de depots te organiseeren en te enca- dreeren. De bestaande reserve-bataljons, die eerst bij mobilisatie opgericht worden, vervallen. Terecht wordt aan dergelyke bataljons geen gevechtswaarde toegekend, daar offi cieren, kader en manschappen elkander ge heel vreemd zyn. In zulke troepenafdeelingen wordt alle samenhang gemist, en zy zyn zeker niet ge schikt, om al dadelyk tegen een eventueelen vijand op te treden. Wil een troep toch deugdelijk zijn, dan moeten officieren, kader en manschappen elkaar hebben leeren kennen; dan moeteen innige band zyn gelegd; dan moet weder- zydsch vertrouwen bestaan; en al deze zaken kunnen slechts verkregen worden door oefe ning en samenwerking gedurende eenigen tyd. Iu plaats daarvan komen depots, 2 com pagnieën per regiment, die by mobilisatie van het leger de aanvullingsreserves opne men, verder oefenen en afleveren aan de •ersehillende compagnieën. Deze regeling is ontegenzeggelijk in de gegeven omstandigheden de beste. Het kader der depots kan in vredestyd gebruikt worden bij het voorbereidend mili tair onderricht en bij de opleiding van het reservekader en zal daarin een hoogst nut tigen werkkring vinden. In de voorgestelde legerformatie vinden wij verder opgenomen een compagnie admi nistratietroepen. Hierdoor wordt in eene belangrijke leemte voorzien. Tot nog toe moest in geval van mobili satie uit de combattanten het onmisbare personeel worden genomen om te voorzien in den dienst bij de vaste en ambulante verplegingsinrichtingen, magazynen, treinen, enz. In tyd van vrede moeien voorts thans sol daten van de korpsen in slachterijen, maga zynen, enz., worden gebezigd voor werk zaamheden, welke hen aan de eigenlijke oefeningen by den troep onttrekken. Deze toestand eischt terecht dringende verandering. Middelburg 8 November. Engeland tegenover onze koloniën. Het weekblad Vooruitgang vindt in de Transvaalsche quaeatie aanleiding om nog eens aan te dringen op eene zoo spoedig mo gelijke verandering in onze diplomatieke ver tegenwoordiging „waarbij meer gelet wordt op de geschiktheid voor het ambt, dan op de lengte van den naam", Dit zou niet alleen in belang van de Zuid Afrikaansehe stam ver wanten kannen zyn, maar is ook voor ons land dringend noodig. Wanneer wy nu tcch zien, wat Engeland met verkrachting van recht en bilüjkheid tegen de Bóeren-Republieken durft ondernemen en daarby onze houding en die der andere mo gendheden nagaan, welke waarborg bestaat er dan dat de heeren Chamberlain eu consorten ons niet vroeg of laat een dergelyke poets in onze eigen koloniën bakken vraagt Vooruit- \ng. Of acht men dit niet mogelijk? Het blad herinnert er verder aan, dat in de Straits Settlements (M&l&kka) een dergelyke beweging onder de Eagelschen tegen ons ten opzichte van Atjeh bestaat, als die van de Uitlanders te Johannesburg met hun aanhang tegen Transvaal. Ook wordt volgens het blad in Eagelsche bladenals de Pinang Gazette, de Straits Times, de Pinang Observer, de Singapore Free Pres London and China Expres, telkens een kabaal op touw gezet, wanneer de Engeltche heeren in de Straits door een ot anderen maatregel betreffende Atjeh, zooals bijv. de Hcheepvaart- regeling, zich in hunne belangen benadeeld achten, en op een vraag vau een parlemeats- lid in het Eagelschd Lagerhuis heeft dezelfde Joe Chamberlain verklaard, dat, indien de toestand op Aijeh lang zoo voortduurde, En geland zeer zeker het recht zou hebben tus- schenbeide te komen. Toen de Times onlaBgs, er aanmerking op makende dat er Nederlanders in de gelederen der Boeren vochten, de vraag stelde, wat Nederland er wel van zeggen zou indien Eugelschen in de Afj .hsche gelederen plaats namen, antwoordde de N. JR. Crt. laat Vooruitgang hierop volgen daarop, dat hier geen vergelgking mogelijk was, daar de Neder landers en Boeren stamverwanten waren en de Engelschen met de Atjehers niets uit te staan hadden, doch het blad had er met het volste recht aan kunnen toevoegen: Wat gy, Times veronderstellender wijze opwerpt, is geschied. Wel hebben geen Engelechen direct meege vochten, maar waar halen, denkt de Times, de Atjehers hun wapens eu munitie vandaan? Eu was het Eogelache Penang niet geruimen tyd het hoofdkwartier van de Atjehsche leiders der oppositie tegen onze occupatie; vergaderde er niet geregeld „de At jehsche Raad van Achten" Laat er morgen eens goud, diamant e. d. g. op Borneo, Sumatra of onze kolonie in Zuid-Amerika gevonden worden, wie waar borgt ons dan een andere houding van Engeland tegenover ons, als het tegenover de Boeren- Republieken en Portugal heeit aangenomen? En wanneer dat gebeurt, zal dan onze diplo matie, onze regeering den noodigen steun van de mogendheden hunnen verkrygen, dien zy voor de Bóeren-Republieken zich door den neus liet borenZal dan Amerika ons, evenals aan onze Afrikaansehe stamverwanten, niet weer zyn goedkoope sympathie betuigen met de meer dan neutraliseerende toevoeging, dat zy de belangen van bet Angelsaksische ras tegen inmenging van vreemden zal helpen verdedigen AMé Daens is Maandagavond te Arnhem opgetreden. Onder hen, die met hem in debat wilden treden behoorde ook de socialist Van Emmenes, die vroeger te Arnhem woonde, maar daar geen aangename herinneringen achterliet. Wegens bet aanhoudend g< fluit van het publiek móest hy van het woord afzien. De Amh. Crt. schrijft over dit optreden en die bijeenkomst o. a. Een 1700tal menschen verdrongen zich in de zaal, in aandacht Inlsterend naar den priester, die daar in zijn vreemd, eeoigszios Duitach accent, de woorden breed uitsprekend en zoo nu en dan een kanselgalm doende klinken, den eenen arm steeds opgeheven en met de rechterhand het volk vermanende, sprak over den toestand der arbeiders. Deze man, die, schuivend kalm, over het tooneel liep, toonde geen hartatoc'nteiyke wrok, die door alles, wat hy sprak, een vuur van harts tocht deed tintelen, en besprak niet met sny- dend sarcasme maar veel meer met een goe- digeu humor de noodeu ouder het volk. Wat hy vertelde, och, wy zouden het kuc* nen weergeven, maar werkeiyk, het is reeds zoo dikwyis te voren gezegd, dat het slechts herhalen zou zyn. Zoo nu eu dan een kwink slag, het publiek lachte en applaudiseerde en was zeer op de hand van l'abbé Daens. Ons wilde het echter niet boeien, steeds moest men de bijgedachte by zich kweeken, dat het een priester was, die daar sprak, en dan vond men het werkeiyk wel stoute beweringen, maar als iemand in een fantasiepakje met een deukhoed óp zioh zoo uitliet, zou niemand er naar luisteren. Maar men was nu enthousiast en juichte den priester toe en toen Van Emmenes, die reeds in Amsterdam en Groningen met hem gedebatteerd had, ook hier aan 't woord kwam, om l'abbé Daens te overtuigen dat deze niet ver genoeg ging, maar dat hy ook de productie middelen aan den Staat zou moeten willen hebben, giDg zoo nu en dan in de zaal een nydig fluiten op. Itroai-d, zich anarchist noemende, ging op een stoel staan en begon op alles en nog wat te schelden en degeheele meeting zou iu de war geloopen zijn als niet de voorzitter, de heer Zoestbergen, met krach tige stem de ontketende hartstochten weer tot rust wist te brengen. De heer Van Emmenes zag van het woord af en nadat een zekere heer, die zich naar het schijnt als volksredenaar wil opwerpen, daar hy op elke meeting meent zijn dwaze gezegden te moeten laten hooren, ook nu weer iets gebazeld had, werd de meeting gesloten. Het was betrekkelyk nog vroeg, maar l'abbé Daens moést Maandag weer in Brussel zyn. BES OKMIN «ISJ* MZ. By kon. besluit: ia asn J. C- van Schermbeek, op zyn verzoek) met ingang van 1 April 1900, eervol ontslag verleend als hoofdcommissaris van politie te 's-Gravenhage is benoemd tot kantonrechter te Harderwijk mr J. A. G. baron de Vos van Steenwijk, thans griffi-r by bet kantongerecht te Zalt-Bommel; is voor den tyd van drie jaren benoemd toi plaatsvervanger van den districtveearts, wien Tcteringen als standplaats is aangewezen, de veearts A. de Jong te CLpelle; is aan den eervol uit bet korps zeeofficieren nfgevoerden kapitein ter zee W. F. Blaauw, iospecteur van de artillerie der marine, de titulaire rang van schout-by nacht verleend is by de zeemacht bevorderd tot off. van adm. 2e kl. de adj.-adm. W. L. G. J. F. Cramer von Baumgarten is benoemd by het wapen der infanterie, tot commandant van het 8ate reg., de kolonel A- J. Prins, van hef wapen, thans op non-activi. telt, en is de kolonel K. A. Pfeiffer, thans commandant van genoemd regiment, op zijne aanvrage, op non-activiteit geBteld is d© met verlof in Europa aanwezige kolo nel, hoofdintendant van de mil. adm. van het leger in N.-I., W. Bédier de Prairie, op zijn verzoek, ter zake van lichaamsgebreken, met ingang op 1 Februari 1900, eervol uit den militairen dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. A. Zaterdag verleent de minister van bin- nealandsche zaken geen audiëntie. De gemeenschap met alle telegraafkan toren aan gene zyde van Burghersdorp in d- Kaapkolonie en ten Noorden van Estcourtin Natal is geBtoord. UIT STAD ÉN PROVINCIE. By koninklijk besluit is, met ingang van 16 November 1899, de brugwachter by het kanaal door Zuid Beveland, A. Amadio, be noemd tot hulpslui3meester by dat kanaal, te Hansweert. Verder is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend aan jbr P. H. A. Martini Buys, als dijkgraaf van den Anna Jatcoóo-polder. Deze berichten zyn reeds opgenomen in een deel der oplaag van ons vorig nommer. De strooibiljeten, met het opschrift „God is Liefde", die in onze stad verspreid worden en waarvan in een ingezonden stnk in ons vorig nommer Bprake was, zyn, naar wy ver nemen, afkomstig van het Leger des Eeils. Door een onwillekeurig verzuim werden zy niet voorzien van het stempel dier vereeniging. Billijkheidshalve maken wjj hiervan melding. - De hier ter stede ten behoeve der oud-strijders gehouden colleote heeft f 10246* opgebracht. Met 1 Doe. zya verplaatst de klerken der posteryea en telegrafie 2e klasse V. L. Akrija, vau Ootmaraum naar Terneuzen, en A. R. Noteboom, van Terneusen naar Rotterdam (telegraafkantoor). De heer Ph. J. van Dixhoorn te A x e 1 heeft aan Gedeputeerde Staten van Zeeland concessie aangevraagd voor het aanleggen vau een smal spoor vau uit Zaamslag, over den weg naar Terneuzen, een gedeelte van den provincialen weg Axel—Terneuzen, de Ferle- manstraat, Hoogendijk en Blikstraat, tot het kanaal Terneuzen—Gent, naby de spoorbrug te Sluiskil. Dit spoor zal voornameiyk dienen tot ver voer van suikerbieten, aardappels en kunst meststoffende wagens zullen worden voort bewogen door paardenkracht. COLLECTETRANSVAAL. Deze bracht te Veere f 57.68s en te Vrouwe polder f 92.20 op. Provinciale staten van Zeeland. Zitting van Dinsdag avond te 7'/t uur. Voorzitter de Commissaris der Koningin. Tegenwoordig 38 leden en de griffier. Afwezig de heer Hennequin met kennisgeving. Verder zyn afwezig de heeren De Siaidfc, Van Dam en Kloppers. De voorzitter opent de vergadering in naam der Koningin. Daarna wordt mededeeling gedaan van in gekomen stukkeD, die voor kennisgeving wor den aangenomen. Namens Gedeputeerde Staten doet de voor zitter mededeeling dat omtrent den post, voor komende onder hoofdstuk IX dar uitgaven op de provinciale huishoudeiyke begrootingen voor 1898 en 1899, ter bestrijding van behoeften, welke hare omschryving niet vinden in do artikelen dier begrootingen, sedert de zomer vergadering niet is bt schikt en dat geene onderhandsche aanbestedingen hebben plaats gehad. Ook doet de voorzitter mededeeling van het schrijven van C. van der Bent te Middelburg, waarby hy verzoekt de behandeling van zyn adres om een renteloos voorschot en subsidie voor een paardentram Han*weett-Vlake tot de zomervergadering uit te stellea. Dit wordt goedgevonden. Overgelegd worden adressen van de gemeente raden van Nisse en Veere om subsidies, respec- tieveiyk van t 210 en f 325, in de kosten hater huishouding voor 1900. Deze worden gesteld in handen van Gedeputeerde Staten. Thans worden overgelegd de verschillende voorstellen van het Gedeputeerd college, die naar de afdeelingen worden verzonden. Op dezelfde vrijs wordt gehandeld met een scbryven van eigenaren van de Rrawerapolder i. z. de vereeniging van de polders Willem} Anna Jacoba en Kramers tot éen waterschap en met adressen van de gemeentebesturen van EUemeet en ReneBse en van ingezetenen van Noordwelle, Rtsnesse, EUemeet, Serooskerke (S) en Haamstede, adhesie betuigende aan het ver zoek van Noordwelle om een renteloos voor schot van een haven aan den Sohelphoek. De voorzitter deelt mede dat de presentie- lyst der vergaderingen van Gedeputeerde Staten ter griffie is nedergelegd. Hierna wordt de vergadering gesplitst la afdeelingen eu by loting uitgemaakt dat zullen behooren tot de: eerste afdeeling de heeren: A.Moerdyk, Den Boer, M. Bolle Lz., Fokker, V.an Dam, Erasmus, Kakebeeke, Van TeyÜDgen, Noords} ke, Dronkers, Fruy tier, Vader van 's-Gravenpolder en de heeren Van Lijnden en Siegers als leden van Gedeputeerde Staten tweede afdeeling de heerenVan Deinse» Hollestelle, Havers, IJsebaert, Maas, Loois, Oggel, Hammacher, J. A. Bolle, V. d. Lek de Clercq, V. d. Meer, Da Veer, benevens de heeren De Casembroot en Van Rompu als leden van Gedeputeerde Staten; derde afdeeling de heeren: Van Buren, Da Jonge, Mobb, Heyae, Pompe van Meerder- vooit, De Smidt, De Bats, Hennequin, Hombach, Van Woelderen, Van der Have en de heeren Lncasse en Van Waeaberghe Janssens als leden van Gedeputeerde StateD. De voorzitter stelt voor de volgende verga dering te houden op a. Vrydag des voormid dags te 10 uren. Dit wordt goedgevonden en daarna de ver gadering door den voorzitter gesloten. RECHTSZAKEN. Kantongerecht te Middelburg. Heden (Woensdag) zijn veroordeeld: wegens rumoer: J. L. L., C. H. S. L. vr. v. B. L., Middelburg, tot f 1 b. s. 1 d. hA. M,< J. G. P., Middelburg, tot f 5 b. s, 3 d, b.j J,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 1