Hiddelbiirgscite Curat BIJVOEGSEL VAN DE VAN Vrijdag 27 October 1899, no 254. Middelburg 26 October. Gemeenteraad van Middelburg. Zitting van Woensdag ochtend te 10 nreD. Voorzitter de heer jhr mr L. Sohorer, bur gemeester. Aanwezig alle leden. (Vervolg en slot van het verslag in ons vorig nommer.) Achtereenvolgens worden vastgesteld de begrootingen voor 1930 vau de schutterijdeze bedraagt in ont vangst en uitgaaf f 3740; vau de godshuizen, in ontvang en uitgaaf op f 51.212 34s. De verplegiagskosten worden begroot voor het gasthuis op f 0.65, oude manneu- en vrouwenhuis op 0 64, het arm weeshuis en het burgerweeshuis op f 0.36 van het burgerlijk armbestuur in ontvang eu uitgaaf op f 42.645.86. Bij dia voor de schutterij zegt de beer Koole dat, wanneer de muziek op Zondag weer bezoldigd wordt uit de begrooting, hij daar tegen zal stemmen. De begrootiDg, in stemming gebracht, wordt aangenomen met 12 tegen 5 stemmen. Tegen stemmen de heeren Wisboom Ver stegen, Verhage, Da Rijcke De Veer en Koole. Alsnu zijn de benoemingen aan de orde. Da heer Koole zegt dat het zijne bevreem ding heefc gewekt, dat de aanbeveling voor eene onderwijzeres aan school I geheel andersom is dan die welke is uitgegaan van het hoofd dier school. Kan daaromtrent inlichting worden gegeven, 't zij in openbare of in besloten zitting De voorzitter deelt mede dat de voordracht is overeenkomstig die van den betrokken school opziener. De voordracht is opgemaakt tijdons de afwezigheid van spreker. De heer Koole wijst er op dat de hoofden der scholen met het personeel moeten werken gaarne vernam bij daarom wat de reden is van de verandering. De heer Den Bouwmeester zegt dat de mo tieven van den arrondissements-schoolopziener bij burg. en wetb. zwaarder hebben gewogen dan die van hot boofd der school. De heer Van der Swalme merkt op, dat ditmaal de adviezen niet in besloten omslagen zijn ter visie gelegd, evenals dit steeds gebeurt. Hij vindt het niet kiesch en zou voor het vervolg gaarne anders gehandeld zien. De heer Sprenger geeft dit toe en zal een onderzoek instellen waarom van de gewoonte is afgeweken. De heer Van Dunné is, na kennisneming van de betrokken rapporten, zeer teleurgesteld. Hat hoofd der school heeft een voordracht gemaakt, die natuurlijk, zooals meestal ge schiedt, gesteld is in handen van den be trokken schoolopziener. Deze moet advies geven omtrent bekwaamheid, geschiktheid en gedrag der op de voordracht geplaatsten. Hij kan die voordracht omzetten, maar moet dat doen met aanvoering van geldende motieven. Ia het onderhavige rapport is dat niet ge beurd Daariu ziju utiliteitsredenen gemeld. Hij zegt dat het zoo gewenscht is dat no. 3 bier ia de stad blijft, maar dat is toch geen motief; ea is hot er een, dan geldt het voor alle drie. Verder zegt de schoolopziener aan het slot van zijn advies, dat degene, die hij no. 1 stelde, nog wel zoo lang geen onderwijs gaf, maar de andere voorgedragene ook niet. Vroeger gold hier dat practiaehe bekwaam heid voorging. Particuliere omstandigheden mogen volgens spreker niet gelden. Dat zou zijn nepotisme, dat van de zijde van een raadslid en van een ambtenaar niet is goed te keuren. De h8er Heijse wijst er op, dat de wet zegt dat de onderwijzers gekozen worden uit een voordracht van burg. en weth. op een rap port van den schoolopziener, gehoord het hoofd der school. Spreker vindt het argument van den school opziener niet gelukkig gekozen. Het schijnt dat alle drie de voorgedragenen bij hem gelijk staan, wijl zij van éen examen zijn. Van een voordracht van een hoofd der school kan geen sprake zijn. Spreker leest niet in het rapport van den schoolopziener, dat er geen andere redenen zijn waarom hij nommer een het eerst gesteld beeft. Da heer jhr Van Teylingen kan zich ver eenigen met het door den heer Heijse aange voerde. De heer De Veer sluit zich aan by den heer Van Dunné, wat betreft het advies van den schoolopziener. Vroeger, by een andere voor dracht, stelde de schoolopziener mej. Dhont no 1 en thans plaatst by die no 2, zonder die verandering te motiveeren. De heer jhr mr E. P. Scborer zegt dat door den schoolopziener een argument is vooropgesteld dat eigenlijk niet mag wegen, een particuliere omstandigheid. Maar als tweede argument voert hij aan dat mej. Wisse een vorig maal op een voordracht stond vóór mej. Van Wijck- huise; dat argument is echter ook van geen kracht. De heer Sprenger vraagt of er in de wet eenig artikel is dat burg. en weth. noopt ver* antwoording te geven omtrent eene voordracht, die zij opmaken. De heer Koole zegt, dat hij den heer Spren ger of burg. en weth. geen verantwoording gevraagd heeft, maar eenvoudig eenige inlich tingen heeft verzocht. De heer Van Dunné bepleit zyn goed recht om stukken, die niet in 't geheim zijn ter inzage gegeven, in de openbare raadszitting te bespreken. Hij zou eerbied gehad hebben voor het rapport van den schoolopziener, indien deze zich had gehouden aan gegronde motieven. Wanneer echter een ambtenaar, onder „biuuen- landsche zaken" geplaatst, zich op utiliteits- gronden baseert, meent spreker dat dit niet aangaat on dat dit in bet publiek moet worden afgekeurd als een daad van nepotisme, aller minst passende tegenover onderwijzers aan de neutrale school. De heer jhc Van. Teylingen verdedigt de voordracht van den heer Drabbe en blijft er bij dat burg. en weth. volkomen vrij zijn in het opmaken daarvan. De discussie wordt hierna gesloten. Daarna worden benoemd tot onderwijzeres sen in de handwerken aan school C de dames G. A. de Graag en A. Boucherie. Daarna wordt overgegaan tot de benoeming van eene onderwijzeres voor school I. Benoemd wordt mej. M. J. Wisse met 10 stemmen. Verder verkrijgt mej. F. S. van WuQck- huise 7 stemmen. Voor de betrekking van onderwijzeres in de handwerken voor school D worden voorge dragen de dames M. P. Meertens, G. A. de Graag en A. M. de la Coer. Eerstgenoemde wordt benoemd met alge- meene stemmen. De overige benoemingen worden aangehou den tot de zitting van smiddags en de tegenwoordige vergadering gesloten. ZittiDg van des middags te 2 uren. Voorzitter de heer jhr mr L. Schorer. Tegenwoordig al de leden. De voorzitter deelt mede, dat in den regel de adviezen van den schoolopziener by de stukken ter visie liggen en alleen by uitzon dering geheim worden gehouden. Burg. en weth. zullen echter overwegen of er voor het vervolg termen bestaan tot ge heimhouding dier stukken. Aan de orde is nu de benoeming van een lid der commissie van toezicht op het lsger onderwys. Wyl mevr. de wed. Noske—Van den Broecke hare benoeming niet heeft aangenomen, worden thans door de commissie aanbevolen de dames W. A. Dumon TakVan Trigt en A. Ver- heijden—Landskroon Schouten. Benoemd wordt mevr. Dumon Tak met 9 stemmen, tegen 8 op mevr. Verbeijden. Op het dubbeltal ter benoeming van een be stuurslid van de ambachtsschool nit den raad, vacature-mr Brevet, wordt geplaatst als eerste estndidaat de heer W. J. J. Koole met 16 stemmen, tegen 1 op den heer Verhage. Bij de verkiezing van een tweeden candi- daafc wordt geen volstrekte meerderheid ver kregen. Uitgebracht worden 6 stemmen op den heer Verhage, 5 op den heer Van Tey lingen, 2 op de heeren Van der Swalme en Van de Ree en 1 op de heeren Den Bouw meester en Wisboom Verstegen. De heer Van de Ree herinnert den leden dat hij reeds eeae betrekking by de ambachts school bekleedt. Bij tweede vrije Btemming wordt benoemd de heer Verhage m9t 10 stemmen tegen 5 op den heer Van Teylingen en 2 op den heer Van der Swalme. Beide gekozen heeren nemen de benoeming aan. Aan de orde is de vaststelling van het sup pletoir kohier no. 1 voor de inkomsten-belasting voor 1899. Het bedraagt f 1360.20s. Alvorens vraagt de heer Heijse eene zitting met gesloten deuren, waartoe wordt overgegaan. De vergadering heropend zy'nde, deelt de voorzitter mede dat de vaststelling is aan gehouden. De heer Sprenger deelt mede, dat burg. en weth., naar aanleiding van het voorstel der vyf raadsleden tot VERLAGING VAN DEN CASPRIJS hebben geïoformeerd ia hoever daaraan kan worden tegemoet gekomen. Zy hebben inlichtingen ingewonnen omtrent den kolenprys en het resultaat is geweest dat, naar zy vernamen, die is verhoogd en steeds stygt, waardoor de begrooting f 4800 hooger zal moeten worden. Thans stelt de voorzitter dit voorstel aan de orde. Zooals hiervoren is opgemerkt, strekt dit om art- 1 te lezen „het gas wordt geleverd voor den prijs van f 0.07s per kubieken meter" en art. 5 „de gemeente betaalt voor de straat verlichting f 0 065 per kubieken meter. Da voorzitter zegt dat het burg. en weth. leed doet, dat zij geen nadere inlichtingen kunnen geven, omdat het voorstel tot hen ge komen is zonder eenige nadere toelichting. Hy hoopt dat een der voorstellers den raad wel zal willen inlichten omtrent de gevolgen van het voorstel. De heer Da Veer zegt dat de mededeeling van den heer Sprenger hem wel eenigszins uit de hand is gevallen. Da begrooting, voor eenige weken opgemaakt, noemde een kolen- prijs van over de negen guldennu wordt van byna elf gulden gesproken. Vroeger is besloten tot verlaging van den gasprija, doch tot nu toe ia daaraan nog geen gevolg gegeven. Da voorzitter heeft overweging toegezegd van eene verlaging, maar blykena de begrooting kan daartoe nog niet worden overgegaan. De vijf raadsleden hebben zich de vraag gesteldkan zonder verhooging van een of andere belasting thans tot verlaging worden overgegaan? Die vraag hebben zij toestem mend beantwoord. Volgens het voorstel der raadsleden zal de gasfabriek ongeveer 6000 minder ontvangen. De voorgestelde vermindering der opcenten bespaart f 10.000; en worden die gelaten zooals zy tot dusver waren, dan is de mindere op brengst ruim gedekt- Niet het geheele bedrag der vermindering van den gasprys zal dienen gevonden te worden op de opcenten. Het niet aanstellen van een opzichter by de gasfabriek zal een bate van f 1200 geven en misschien zyn nog andere bezuinigingen mo- gelyk. De mededeeling omtrent de kolenpryzen sluit iu zich dat ook de cokes in prys zullen stijgen. Die zyn geraamd op f 0.45 en wor den verkocht voor f 0.55. Dat geeft reeds een vermeerdering voor de gasfabriek van f 3350. De vermindering van gasprys kan ook aan leiding geven tot vermindering van sommige posten op de begrooting, waar de gemeente een groote gasverbruikster is. Uit de becyfering blykt dat reeds f 4500 gevonden is, zoodat nög slechts f 2500 be hoeft te worden aangewezen. Te verwachten is bij gasprysverlaging eene belangrijke toename van gasverbruik, vooral ook omdat de petroleum pry zen hooger zyn. Er wordt nog een winst van 6 cents per M3 gas gemaakt. Ook was mogelijk iets te vinden op het verlies van 11 dat door de gasfabriek ge leden wordt by de fabricage. Daaronder be hoort ook het gas, bö feestelijkheden gebruikt; en het is niet noodig, dat de gasverbruikers de kosten daarvan alleen dragen. De voorstellers hebben ook met de kolenprijzen gerekend en daarom slechts eene verlaging van 1 cent voorgesteld, in plaats van ll/s cent. De heer Sprenger dankt den heer De Veer voor zijne toelichting, maar is het niet met hem eens. De winst van 6 cent per M3 begrijpt hy nietdat blykt nergens uit. Toename van gasverbruik by prijsverlaging verwacbt hy ook niet. Ook is z. i. niet uitgemaakt dat geen op zichter zal worden aarigesteld. De heer Den Bouwmeester zegt, dat de coke3 altijd nog voor f 0.45 verkocht worden. De thuis gebrachte geklopte cokes kosten f 0.60. De heer Van Dunné merkt op, dat wat de heer Den Bouwmeester zrgt geen wet is voor Per zen en Meden- Als d9 prijzen der kolen klimmen, kan men de cokosprijzen verhoogen. De heer Den Bouwmeester geeft dit toe, maar wil eenvoudig weerleggen, dat de cokes niet reeds geruimen tyd f 0.55 worden verkocht. De heer Heyse deelt mede dat, blijkens aan kondiging in da bladen, met 1 Aug. de cokes- prijzen zyn verhoogd. De heer Den Bouwmeester geeft dit toe; sedert Augustus zyn de cokespryzen met f 0 05 verhoogd. Vóór dien tijd was er een tijdelijke verlaging. De heer De Veer meent dat, wanneer de kolenprijzen verhoogen, ook die der cokes kunnen sty gen. Verdar beweert spreker dat, wanneer door de gemeente zonder verlaging van gaspryzen meer gas wordt verkocht dan thans, elke meter meer f 0.06 zuivere winst oplevert, altijd bij de vroegere steenkolenpryzen. Stygen die, dan zal die winst iets minder worden. Spreker toont dit aan door eene becyfering. Hij zet verder uiteen, dat bij prys verlaging misschien het aantal aansluitingen niet zal toenemen, maar wel meer gebruik van gas zal gemaakt worden dan thans. De heer jhr mr E. P. Schorer behoort prin cipieel tot hen, die de gasprysverlaging wen- schelyk zonden vinden. Hij acht het onbillyk de gasverbruikors pro rato te veel te laten betalen. Ofschoon principieel voorstander van verla ging, zal spreker dit jaar echter daartegen stemmen, eerstens omdat de steenkolenpryzen stygen en tweedens omdat het hem onmoge lijk is geweest eene becyfering te maken, by gebreke van toelichting van het voorstel. De heer Don Bouwmeester wil aannemen dat slechts geriage verhoogiag van belastingen bij prysverlaging van het gas noodig zijn zal. Maar vraagt hij is het bekend of de styging van den kolenprys aan het eind is? Kan by de aanbesteding in Maart de prys nog niet hooger zyn dan na Er moet eenige verhouding zyn tusschen den kolenprijs en den gasprijs. Is het daarom niet mogelijk een schaal aan te nemeD, met den kolenpi-ys als basis, tegen over dien van cokes en gas. Zou dat mogelyk ziju Zoo ja, dan wenscbt spreker in overweging te geven dat zoowel de wethouder Sprenger als de heeren voorstellers van gasprysverlaging besloten de zaak voorloopig te laten zooals die is, om een volgende vergadering, desnoods met voorlichting van een speciale commissie,een basis als door hem wordt bedoeld, vast te stellen. Dan zouden de gebruikers van gas profitee- ren van goedkoopere pryzen der grondstoffen en de belasting betalenden niet lijden onder hoogere pryzen daarvan. De heer Van Danné zegt dat er wel iets aaunemelyks ligt in bet voorstel can den heer Den Bouwmeester, maar de gasfabriek levert enorme winsten op, zelfs nog bg verhooging der kolenprijzen. Voorloopig kan spreker zich dus nog niet met het idee vau don heer Den Bouwmeester vereenigen. Wy moeten ko men tot verlaging van den gasprijs. De heer Den Bouwmeester merkt op, dat bij het bepalen van een basis rekening k an ge houden worden met de winsten,, die de gasfa briek maakt. De commissie moet een ver- houdingscyfer maken. Den heer De Veer doet het-genoegen by den heer Den Bouwmeester eenige toenadering te vinden voor verlagiDg van den gasprijs. Het is niet het doel der voorstellers om hun voorstel door te dry ven, maar ook niet om nu weder een jaar te wachten. Hij zou zich daarom erbij kunnen neerleggen in eene volgende vergadering het denkbeeld van den heer Den Bouwmeester te behandelen en dan zoo noodig de begrooting te wyzigen. Da heer Den Bouwmeester doet thans het voorstel om een Bpeciale commissie te benoe men tot het vaststellen van een verhoudings- cyfer tusschen de grondstoffen en het fabri- caat en de pryzen jaarlijks in April na de gehouden aanbesteding vast te stellen. De voorsteller licht dit voorstel nog nader toe. De commissie zou het verhoudingscijfer voorstellen en de raad beslissen. Da heer De Veer stelt voor, wyi hy nog niet de gevolgen van het voorstel van den heer Den Bouwmeester kan berekenen, de be handeling ervan uit te stellen tot eene weldra te houden vergadering. De voorzitter geeft den heer De Veer gelijk ook hij acht uitstel wel gewenscht. De heer Sprenger vraagt wanneer dan de behandeling der begrooting zal mo9ten plaats hebbeneerst dient z. i. uitgemaakt wanneer de vergadering zal gehouden worden, om het voorstel-Den Bouwmeester te bespreken. Hij gaat dezer dagen bovendien uit stad. De voorzitter meent dat de vergadering binnen korten tyd zal kunnen gehouden wor den byv. Woensdsg 1 November. De heer Den Bouwmeester begrypt niet wat men tegen zyn voorstel hebben kan. Wordt het aangenomen, dan beslist de raad toehbin- neD een maand of drie over den gasprys. De heer A. P. Saouck Hurgronje vraagt eene inlichting. Als de norm, door den heer Den Bouwmeester bedoeld, wordt aangenomen is het mogelijk dat de gasprys wordt verlaagd; maar hoe zal men dan de begrooting kloppend krygen De heer Den Bouwmeester geeft toe dat dit een bezwaar is, maar dit jaar is een overgangs jaar. Blijkt dat er een tekort komt, dan kan het tekort gedekt worden uit het praelevement van het loopend begrootingsjaar. De heer Van Dunné meent dat men elk jaar voor dit bezwaar staan zal als in Maart of April de gasprijs bepaald wordt. Een ander bezwaar acht de heer Van Dunné dat de gasverbruikers by gebrek aan een stabielen prya geen rekening kunnen maken, wat voor industrioelen van belang is. Een varieerende prys bestaat, voor zoover de spreker weet, by geen enkele fabriek. De heer Den Bouwmeester verdedigt nog nader zyn voorstel. De heer A. P. Saouck Hurgronje merkt op dat men dan toch elk jaar voor een onbekend cyfar staan zal. De heer Den Bouwmeester zegt dat dit ook thans het geval is. In October wordt de be grooting vastgesteld en eerst in Maart weet men wat de kolen zullen bosten. De heer De Veer vraagt verdaging van het voorstel van den heer Den Bouwmeester. Kas de volgende vergadering niet byv. Vrydag gehouden worden Hij doet een voorstel in dien zin. De heer Van Teylingen ziet niet in waarom uitstel noodzakelijk zijn zouover het voorstel- Den Bouwmeester kau worden gestemd en dan met de behandeling van de begrooting worden doorgegaan. Het voorstel van den heer De Veer wordt alsnu in stemming gebracht en aangeno men met 13 tegen 4 stemmen. Tegen stemmen de heeren Van Dunné, Van Teijlingen, Sprenger en De Waal. Het voorstel van dea heer Dea Bouwmees ter en dat der vijf raadsleden worden alsnu aangehouden. Thans is aan de orde de GEMEENTEBECROOTING VOOR 1900, die in een bij voegsel tot ons vorig nommer in haar geheel is opgenomen. Van de gelegenheid om algemeene beraad slagingen te voeren wordt geen gebruik gemaakt. Daarom wordt overgegaan tot de artikels- gewyze behandeling, beginnende met de uitgaven. Bij hfdst. 1 afd. 1 art. 10, Persoonlijke toelage voor de ambtenaren, belast met het werk van den burgerlijken standin het bijzonder der bevolkingsregisters, stelt de heer De Veer voor in het artikel op te nemen de namen der titularissen met de toe'agen zooals die in de memorie van toelichting worden genoemd. (Deze zyn voor den heer Termeulen f 368.47, voor den heer Fredetika f 43.75 en voor den heer Domenie f 33.75.) Dan blijkt dat de toelage slechts voor éen jaar wordt toegestaan. Da heer Van der Swalme wenscht dat het eenigszins blyke, dat de toelage niet blijvend zal zyn. De voorsteller zegt dat door het voteeren van den post voor 1900 deze alleen voor éeo jaar wordt toegestaan. Contorm het voorstel van den heer De Veer wordt besloten. By hfd. II, art. 4, 5, 6 en 7, kosten van de registers van den burgerlijken stand, bevolkings registers, schrijfloonen en boek-, druk- en bind werken, zegt de heer De Veer dat hy het wenscheiyk zou achten, dat voor die posten openbare aanbesteding plaats had. De voorzitter zegt toe dat burg. en weth. dit zullen overwegen. De heer Sprenger merkt op, dat hy wel voor overweging is, ou&c geen bepaalde toe- zegging doen kan. De heer De Veer verklaart zich tevreden wanneer de zaak wordt overwogen. Bij art. 13, toelage voor de uitgave der Han' delingen van den gemeenteraad, vraagt de heer jhr mr E. P. Schorer of het niet wenscheiyk is dat aan de leden van den raad kosteloos een exemplaar der Handelingen wordt uitge reikt. De uitgaaf is oen officieele en in onder scheidene stukken wordt naar de Handelingen verwezen. Den heer jhr mr W. H. Snouck Hurgropje spijt het dat de heer Schorer dit voorstel doet. Hy deed dat reeds jaren en had gaarne het monopolie daarvan gehouden. Hy gaat geheel en al mede met den heer Schorer. Dat doet ook de heer Van Dunné. Deze merkt op dat het in den vervolge voor te benoemen leden van den raad bezwarend zon kunnen zijn die uitgaaf voor hun rekening te nemen. De heer Den Bouwmeester vraagt of dan de toelaag niet iets hooger zou moeten zyn. De heer Schorer heeft geen bezwaar om den post met f 100 te verhoogeD. De heer Van Teylingen vraagt of dit wel noodig is, in verband met da uitgaaf voor de Handelingen in 1898, die f 385 heeft bedragen. De voorzitter zegt dat misschien een ver- hoogiBg niet noodig zal zyn. Het voorstel van den heer Schorer, zonder verhooging van den post, wordt alsnu in stem ming gebracht en aangenomen met 13 tegen 4 stemmen. Tegen stemmen de heeren A. P. Snouck HurgronjeDen BouwmeesterHeyse en Sprenger. By hoofdst. Ill, afd. II, art. I, onderhoud van openbare gebouwen enz., vraagt de heer jhr mr E. P. Schorer of geen uitvoering moet gegeven worden aan het besluit tot invoering van de schietinrichting Veltman. De heer Den Bouwmeester merkt op dat de inrichting in orde gemaakt is, doch dat de leverancier te Bergen op Zoom nog in gebreke is gebleven om de schijf aan te brengen. By art. 2, Onderhoud haven-en kanaalwerken, stelt de heer Van Dunné voor dien post met f 1300 te verminderen voor bekramming van den dijk van het afgesneden gedeelte der voormalige Oude Haven, wyi de plannen nog niet in den raad ziin geweest. De heer Den Bouwmeester zegt dat die plannen binnen enkele dagen den raad zullen bereiken. Al gaat de raad echter tot de bedyking over, dan z'yn er nog vele formaliteiten noodig; wenscht men het bedrag als memorie uit te trekken en het by onvoorzien te voegen, dan is het hem goed. Anders vreest hy dat Ged. Staten het bedrag op de begrooting zouden brengen. De heer Van Dunné heeft geen bezwaar met bet denkbeeld van den heer Den Bouw meester mede te gaan. Het voorstel-Van Danné, in stemming ge bracht, wordt .aangenomen met 12 tegen 5 stemmen. Tegen stemmen de heeren Van der Swal me, Den Bouwmeester, Sprenger, De Waal en jhr mr W. H. Snouck Hurgronje. Bij art. 3, onderhoud van bruggen, zegt de heer Koole dat de verlaging van de Spyker- brng, ofschoon het geld er voor gevoteerd is, nog niet heeft plaats gehad. De heer Den Bouwmeester merkt op dat het yzerwerk gereed is, maar dat de graanhande laars verzocht hebben de verlaging nog uit te stellen, wyl de werkzaamheden daarvoor in het drukke seisoen voor hen z9er belemmerend zouden zyn. By art. 6, onderhoud van straten, pleinen markten enz., stelt de heer Heyse voor dien post te verminderen met f 3590, op dezelfde gron den als door hem ten vorige jare zyn aange voerd, nl. dat geen staat van te verrichten werk is overgelegd. De heer Den Bouwmeester zegt dat hy thans niet dezelfde motieven zal aanvoeren als ten vorige jare. Het straatwerk is voor 3 jaren aanbesteed en daarop kan niet terng gekomen worden. Het vooratel-Heyse wordt met 9 tegen 8 stemmen verworpen. Voor stemmen de heeren Koole, Verhage, Van Dunné, Heyse, De Rijcke, De Waal en De Veer. De heer Van Dunné stelt voor den post te verminderen met f 2600, wijl het wieden der straten door het burgerl§k armbestuur ge schiedt op eene wyze die velen ergert. Hy zal niet in het breede uitweiden waarom hy de tegenwoordige wijze van schoonmaken afkeurt; hy heeft dit vroeger reeds gedaan. Da heer Van der Swalme gaat met het voorstel mede, maar op grond dat daarbij op zettelijk onze straten worden bedorven. De heer Den Bouwmeester wyst er op dat, wordt de post weggenomen, er toch iets an ders voor in de plaats zal moeten komen. Vroeger was hij ook voorstander er van, maar op den duur zal het niet aangaan. De beer jhr. mr. W. H. Snouck Hurgronje kan wel medegaan met het voorstel van den heer Van Dunné, ofschoon het hem altijd spyt wanneer iefs specifiek Middelburgsch, een Middelburgsche merkwaardigheid, ver- dwynt. Hy zon echter ook de f 171 willen doen vervallen voor het aanvullen met zand der straten. De heer Den Bouwmeester durft geen cijfer noemen, voor straatreinigen noodig indien men het zoo goed doen wil, als het thans geschiedt; hij vreest dat de leden dan van het cijfer zouden schrikken. De heer jhr mr E. P. Schorer zal tegen het voorstel Van Dunné stemmen. De gronden daarvoor heeft hij vroeger reeds aangevoerd, Hij wyst er echter op dat, wanneer een andere wyze van schoonhouden wordt ingevoerd, valiede personen zullen moeten genomen worden, wat de kosten verhoogen zal terwyl ook de kosten voor het burgerlyk armbestuur zouden Btijgen. De heer Van der Swalme geeft toe, dat het

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 5