FEUILLETON. Verschillende Berichten. BIJVOEGSEL VA.» DE Maaodag 11 September 1899, no 214. Veeteelt en Veeveredeling. V. Zooala in mijn vorig opstel*) werd opgemerkt, is de meikspiegel een van de gewichtigste pnnten bij de beoordeeiicg van het rundvee; reden, waarom ik juist hierbij eenigszins uitvoeriger zal z$n. Dat vooral de Ame rikanen op dezen meikspiegel als onderkenningB- toekeu zoo zeer het oog vestigen, is niet te verwonderen; de Amerikaan immerB, de prac- tischo man, vraagt niet altijd juist de weten schappelijke verklaring, maar hecht de meeste waarde aan die factoren, welke de onder vinding heeft bewezen goed te zijn. En zooals we dan ook zullen zien, is in de praktijk genoegzaam het bewijs geleverd, dat we in den m6lkFpiegel een vertrouwbaar teeken aantreffen. Guenon, de man, die 't eerst de aandacht op deze plaats vestigde, heeft de leer van deze spiegels tot een heel stelBel uitgewerkt; hij giDg daarbij vooral n» den vorm van de ver schillende spiegels, zooals hij die in de practijk aantrof, en onderscheidde zoodoende tien klassen, die hij weder ieder in zes orden ver deelde. Hij ging zelfs nog verder en meende te kunnen opgeven de boeveelheid en de kwaliteit der melk, die bij elke klasse en orde behoordenhoe lang de inelkgeving nog zou duren enz., en baande daardoor juist den weg voor zijne tegenstanders om hem te bestrijden. Want, zooals het altijd gaat, wanneer iemand iets nieuws ontdekt of op iets, tot nog toe onopgemerkt gebleven, de aandacht vestigt, dan komt direct de kritiek, maar al te vaak uit jalouzie ontstaande, en zoekt door allerlei op- en aanmerkingen aan de goede zaak afbreuk te doen. In zijn ijver stelde Guenon den spiegel boven alle andere kenmerken, zelfs boven de meikadereniets wat door sommige personen nog wordt gedaan, maar wat zeker wel wat gevaarlijk is. Beter is het de beoor- deeiing van den meikspiegel te zamen met de andere kenmerken te doen, om de algemeene indrnk des te beter te doen zijn. Dat toch de spiegel heel veel gewicht in de schaal legt, leert de ondervinding, en wel lo. Bij de voor goede melkgeving bekend staande rassen treft men meestal goede spie gels aan. Nu is wel eens gezegd, dat dit niet is te verwonderen, omdat men altijd juist in die goede melkrichtiog heeft voortge- kweekt en zoodoende de mooie spiegels mede heeft overgeplant. Maar men diene te weten, dat de beoordeeling vroeger geschiedde zon der het oog te vestigen op deu meikspiegel en waar nu de om hunne goede melkgeving hekend staande rassen en individuen hg onder zoek nagenoeg altijd een mooien spiegel ver- toonen, daar kan men ook omgekeerd de aan wezigheid van een goeden meikspiegel als kenmerk voor goede melkgeving aannemen. 2o. Bij keuringen van melkvee heeft men de proef genomen door een deel van de keur meesters alleen naar den meikspiegel te laten keuren en het andere deel naar alle voorko mende kenmerken, 't Gevolg was dat in het ineerendeel vau de gevallen de diereD, die als zeer goed waren aangewezen op grond van een mooien spiegel, ook door het tweede deel der keurmeesters als zoodanig werden aangegeven. Hieruit zien we dus weer de groote waarde om den spiegel in ieder geval bij de beoor deeling een flink aantal punten te geven. Naast deze practiseha onderzoekingen aan gaande de punten van overeenstemming zat ook de wetenschappelijke man niet stil, maar hg werkte er evenzeer op om, door een weten- schappelgka verklaring van het verband tus- schen melkgeving en den meikspiegel, nog meer op deze zaak de aandacht te vestigen. Zoo heeft o. a. prof. Fiirstenberg in Duitsch- Opgenomen in de Middelb. Crt van 14 Aug, BART Hl DE MANDENMAKER. VAïl 7. JEREMIAS GOTTHELF. Uit het Zwitsersch. Maar in het dorp mocht Zuzeli ook niet, als haar vader or niet bij was om op haar te pas sen, en dua werd er Zondags veel gezucht. Zoo ook op dien tweeden Zondag in Augustus. De geiten blaatten in den stal en de oude zei dat het hem in de beenen zat, dat er on weer zou komen. Hij zou den berg eens op gaan, om te zien hoe het er mee stond. Zuzeli zei dat ze bang begon te worden. Voor acht dagen was er zoo'n vreeselijk ongeluk ge beurd met bet water en men zei dat er licht twee waterstortingen na elkander kwamen, en de tweede nog erger dan de eerste. Hg moest liever thuis big ven ot mocht zij meegaan „Er moest toch iemand thuis zgn. Het is ook niet gezegd dat het water komt en daarom ga ik juist eens kijken. De Eonne en de Aare zullen je hier hoven niets doen, en als dat zoo was, kon ik je toch niet hel pen, dan waa de zondvloed nabij." „Men kon nooit weten," zei Zuzeli en dacht het was toch veel natuurlijker dat ik ging en niet vadermaar zg was een arm land het verband nagegaan tusachen de uit breiding van den meikspiegel en van de melk- klieren. Inderdaad was dit een punt, waarop wel eenB de aandacht was gevestigd; men badn.l. al meer opgemerkt dat bij koeien met groote spiegels achter op de dgën kort voor de uit melking uitpuilingen voorkwamen en in uit gemolken toestand plooieD, waaruit men ban besluiten, dat op die plaatsen melkklieren voorkomen. Genoemde geleerde heeft dan ook een onder zoek ingesteld en bevonden dat inderdaad onder den meikspiegel veel klieren worden aangetroffen, en nu zou dus een flinke uit breiding van den spiegel ook een krachtig ontwikkeld melkklierstelsel met zich kunnen brengen. Maar omdat dit onderzoek uog te weinig heeft plaats gehad en er nog niets positief is bewezen, moet men voorzichtig zgn met eene conclusie in deze. Een anderen weg bewandelde prof. Magne te Alfort, die beweerde verband te zien tus achen de bloedatrooming en den meikspiegel. De bloedvaten, die den uier van bloed voor zien, vertakken zich naar achteren en naar boven eveneens in den meikspiegel; zgn die vaten nu groot, wgd, dan is er veel kans voor goede melkgeving, omdat dan veel bloed in den uier circuloeit, maar daarnaast kan de uitbreiding van den meikspiegel ook des te beter zijn. De zaak, waarop het aankomt, is dan maar: hoe die veranderde loop van het baar te verklaren door de bloedatrooming. Men diene ter verklaring daarvan te weten, dat volgens ontdekking het haar op verschillende plaatsen groeit in de richting van de bloed atrooming, en na moet ook op den spiegel de loop der bloedvaten omhoog gericht zgn. Ook deze verklaring is echter verre van volmaakteerst moet de noodzakelijkheid van dit verband worden aangetoond en dit is tot nogtoe niet gelukt. We zullen ons dan ook verder mair niet verdiepen in het zoeken van wetenschappelgke verklaringen en zulks liever aan de heeren geleerden overlaten. Voor den practicus is het echter van belang te weten dat de meik spiegel éen van de voornaamste kenmerken is. Da volgende maal zullen we dan zien hoe we bij do beoordeeliBg daarvan onze eischen stellen. P. LEËNHOUTS. Middelburg 9 September. Briefwisseling Koningin en Pans. Slechts noode komen wQ op deze correspon dentie terug, niet om te bestrgden de bewe ringen over het oBjuiste van hetgeen door de Zwolsche Crt en ons is gemeld omtrent den invloed, daarop uitgeoefend door een paar Katholieke politieke personenook niet om nader ons standpunt te verdedigen, vroeger reeds blootgelegd, dat wij die briefwis seling volstrekt niet afkeuren, maar wel om even te wyzen op het licht door sommigen ontstoken over da vraag of voor dien brief de ministers, de Minister van Buitenland- sche Zaken althans, staatsrechterlgk ver antwoordelijk zijn. Daarover wordt een heel geleerde polemiek gevoerd, vooeal iu de anti-revolutionnaire pers. „Van vrijzinnigen kant", zoo schrijft o. a. de hoogleeraar der Vrge Universiteit, prof. D. P. D. Fabius, ia een uitvoerig stuk in De Standaard, „wordt dit betwistvan die zgde verluidt, „dat de correspondentie geheel bui ten de mogelgkheid van parlementaire beoor deeling valt. Ia de Haagsche Kroniek der N, Gron. Ct., is de vorige week de stelling opgeworpen dat, daar deze correspondentie buiten het ministerie om zou zgu geschied en het min isterieele contraseign dan ook ontbro ken heeft, de gansche zaak een particuliere aangelegenheid der Koningin is, die niet bin nen den kring der miniaterieele verantwoor- delgkheid kan getrokken worden." Door den Amsterdamschen hoogleeraar wordt in den breede de onjuistheid dezer bewering betoogd en, indien onverhoopt ook het minis- Men zie ons nottimer van Maandag 1 Aug, no 184, kind en won liever sterven dan nog langer zoo voort leven, zonder eenig genoegen of gezelschap van vermaak wilde ze niet eens spreken zg ging op de bank zitten en zou zeker zgn gaan huilen, als de kippen niet bij haar gekomen waren, niet om het voer, maar als om bescherming te zoeken. Er is zeker een roofvogel in de buurt, dacht zgmaar de kippen wilden niet meer weg; als half ziek stonden ze om haar heen en pikten niet eens naar het voer. Waarom zouden ze zoo vreemd zijn? dacht zg als ze maar niets verkeerds geg6ten hebben, want dan zou het er slecht voor haar uitzien 1 Vader wilde nooit vleesch koopen en brood, zoo weinig mogelgk. Als ze niet af en toe iets van eieren maakte, aten ze jaar in jaar uit niets dan aardappelen en dat was toch vervelend. Het onweerde in de verte, zg wist niet van welken kant. Het werd donker, bijna alsof de avond viel, geen wonder dat de kippen kwamen, zij dachten zeker dat het tgd werd om op stok te gaan. Was vader in Godsnaam maar weer thuis! Voor haar uit zag de hemel zwart als het graf; zoo had zg het nog nooit gezien, als vader maar kwam; wat behoefde hg ook den berg op te klauteren Het was doodstil om haar heen, geen vogel vertoonde zich meer, af en toe hoorde men een dof gerommelalsof de doodgraver aaïfle op een kist in een diep graf wierp. Er vielen dikke droppels. Er terie dit onjuist standpunt mocht innemen en „zich achter een niet gehoord-zgn zou willen verschuilen, om zich geheel buiten de zaak te houden," de noodzakelijkheid in 't licht ge steld van „eene ernstige herinnering aan de eischen van het constitutioneel staatsrecht en aan het begrip van ministerieele verantwoor- deigkheid". Big kens een stukje in De Nederlander is jhr mr A. F. de Savornin Lohman 't iu dezen met ziju oud-collega der Vrije Universiteit mr Fabius geheel eens, wat juist niet dikwijls 't geval is. De bewering, dat het ministerie voor die brii fwisBeling niet verantwoordeigk zou zgn, dunkt hem „onhoudbaar"en ala die ver- antwoordelgkheid bepaald werd door het al of niet aanwezig zgu van het ministerieel contraseign onder den brief van H. M., „dan zou de vraag omtrent da ministerieele ver- autwoordeigkheid eenvoudig afhangen van. de ministers zelven." Ontwgfelbaar hebben de beide hoogleeraren volkomen gelijk, maat alleen zou gevraagd kunnen worden of zij door hunne betoogen aan de staatsrechtelijke ketterg van den kroniekschrijver in de N. G. Ct. niet wat al te veel eer bewyzen. De quaestiotoch dunkt ons al zoo eenvoudig mogelijk, zegt de Amh Ct. Met De Tijd mag zeker wel worden aange nomen, dat de ministers niet onkundig ge houden zulleu zijn van den brief van Konin gin Wilbelmina aan don Paus, „wgl niet te denken is dat de Koningin een brief van zoodanigen inhoud verzenden zou zonder overleg met hare ministers". Maar ook al ware dat overleg niet voorafgegaan, niemand zal toch der Koningin het voor ieder ander erkend recht willen betwisten, om particuliere brieven te schrijven aan wien en waarover Haar goeddunkt dan kan het Ministerie, althans de Minister van Buitenland- aehe Zaken, zieh niet meer aan de verantwoor delijkheid voor die briefwisseling onttrekken sedert het oogenhlik, dat deze in de Vredescon ferentie werd voorgelezen. Dit was eene daad der Nederlandsche Regearing, welke natuurigk, als elke andere zonder eenig onderscheid, valt onder de ministerieele verautwoordelgkheid. Dit schgnt ons zoo duidelgk en zoo onbetwist baar, dat wg inderdaad niet kunnen begrijpen hoe er daarover zooveel geleerde omhaal ge maakt wordt. BElTOËfflKUEIV MZ. Bij kon. besluit: is benoemd tot subst.-griffier bg de arr.- rechtbank te Haarlem mr L. R. van Sloter- dijck, thans kantonrechter-plaatsvervanger, advocaat en procureur te Leeuwarden, tevens beëedigd klerk ter griffie van de arr.-recht- bank aldaar; is benoemd tot ridder in de orde vau den Nederlandsehen Leeuw mr E. G. J. Tilman, eervol ontslagen raadsheer in het gerechtshof te 's Hertogenboscb, thans wonende te Ber- nalmont, gemeente Vottem, hg Luik is beroemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Amersfoort H. C. van der Horst, thans in geigke betrekking te Gorinchem; zgn bevorderdtot hoofdcommies der poste- rgen L. J. Keisor, thans commies 1ste kl.tot commies late kl. J. P. W. Caland, thans com mies 2de kl. tot commies 2de kl. de commie zen 3de kl. D. Schotanus en P. C. van der Veer; tot commies 3de kl. de commiezen 4de kl., C. Visser en L. de Boer van der Ley. Semesntsraad van Goes Zitting van Vrijdag avond 8 uren. Voorzitter da burgemeester. Tegenwoordig 12 leden. Afwezig de heer Oehtman met kennisgeving. De voorzitter deelt mede, dat de assurantie der gemeente-eigendommen is gegund aan de firma Bekouw en Mgnssen te Amsterdam op beurspolis en dat na 1904 de assurantiepremie van t 393, zooals thans betaald wordt, tot op f 172 zal dalen. De heer W. J. M. Bitter verzoekt een stukje grond, gelegen aan den Poeiweg, in erfpacht om daarop eene woning te bouwen. Burg. en weth. zijn tegen de uitgifte van dien grondlo. omdat de grond is een stuk grond, door do Hervormde kerk aan de ge meente in erfpacht gegeven ten behoeve van den openbaren dienst2o. omdat die grond gedeelteigk behoort tot den provweg 3o. omdat de gezondheidscommissie in 1897 kwam een buurvrouw bij Zuzeli en zei: „ik ben bang, ik kan byna geen adem haleD, ik weet niet wat er gebeuren zal." „Ja, en vader is nog niet thuis als bij alleen maar op den berg gegaan was om naar het weer te zien, moest hg er al lang zijn, maar hg heeft zeker zgn tgd verpraat." „Kijk, daar bomt hg en hij heeft baast; ik dacht niet dat hg nog zoo hard kon loo pen," zei de buurvrouw. Daar flikkerde het voor hare Oogen, alsof er vuur uit den hemel viel, een geweldige donderslag bedwelmde de beide vrouwen, de aarde beefde en eer zg nog iets tot elkaar konden zeggen braken de waterstroomen los, de zwarte wolk was gebarsten en de regen viel in stroomen neer. Zij vloden allebei in haar huisje, een paar stappeu ver en waren in eens doornat, buiten adem. Zoodra zg binnen was, riep Zuzeli: „Mijn God! Vader!" Daar kwam bij juist binnen, al roepende: „Zoo iets heb ik nog nooit beleefd, nog nooit!" Zg vluchtten samen in de keuken, waar de kippen om den haard stonden; achter in den stal jammerde de geit, men hoorde haar af en toe tusscben het ruischen van het water en het rollen van den donder door. „Hadden wij de geit maar hier!" zei Bartbi. „Zg is bang en daar is het dak nog slechter." „Ik zal zien of ik haar halen kan." Drie maal beproefde Meitschi om uit de keuken te reeds er op gewezen heeft, dat die grond de eerste jaren niet moest worden gebruikt tot bouwgrond. Verder vestigen burg. en weth. de aandacht van den raad op art. 230 der gemeentewet daar bg de behandeling van dat artikel er op gewezen werd „dat alleen zeer buitengewone omstandigheden afgifte van pubüeken gemeente grond konden wettigen." Alleen dus in het geval dat de noodzakelgkheid zoo groot is, dat men alle andere bedenkingen ter zgde moest hebben gesteld kan daartoe worden over gegaan. Voorts vestigen B. en W. er de aandacht op, dat de weg pas met betrekkeigk groote kosten is verhoogd en beplant en een lommerrgke, voor wind beschutte wandeling zal wordeD, terwgi er aan bouwgrond volstrekt geen be hoefte bestaat, daar die bg particulieren te be komen is. Zg wenschen dan ook dat de raad zich uit spreke „dat hg niet geneigd is eenige aanvrage tot vervreemding van publieken gemeentegrond in gunstige overweging te nemen, nu aan alle zgden van de gemeente door particulieren bouwgrond ten verhoop wordt aangeboden en dus de gemeente eenvoudig als concurrent dier personen zon optreden". Dit voorstel wordt zouder hoofdelijke stem ming aangenomen. Naar aanleiding van eene bemerking van den minister van binnsnlandsebe zaken op de verordening op de heffiag van schoolgeld op school E, wordt voorgesteld de verordening zoodanig te wijzigen, dat ouders, die niet zgn aangeslagen in den hoofdelij ken omslag, van de betaling van schoolgeld zijn vrggesteld. De oude verordening liet het beoordeelen, wie onvermogend was, over aan burg. en weth. Voorts wordt f 1000 gepreleveerd op het goed slot der rekening van 1898 en dit over gebracht op den dienst van 1899, omdat door burg. en weth. eene aanzieuigke hoeveelheid keien kon worden aangekochtzoodat nu nog een bedrag noodig is voor verwerken en verder gewoon onderhoud. De heer Van der Leeuw wgst nogmaals op het bestraten van den weg naar da begraafplaats. De voorzitter zegt toe, dit te zullen o/er- wegen. De gemeente-rekening voor 1898 wordt, op gunstig advies der financieels commissie, voor- loopig vastgesteld in ontvang op f 106.724.53°, in uitgaaf op f 99.610.15, dus met esn goed slot van f 7114.385. De voorzitter wgst er op, dat bet goede slot schgnbaar hoog is, maar dat daarin zit een leening van f 800 voor aanleg van de nieu we begraafplaats; dat in 1898 geen steen kon worden aangekocht voor de straten en dat het geld voor uitbaggeren van de buitenhaven eerst in 1901 kan worden verwerkt, om dan een ruime som te kunnen gebrniken. Overgelegd wordt de gemeentebegrooting voor 1900, die, nadat de memorie van toe lichting zal zgn gedrukt, aan de leden zal worden uitgereikt. Ten slotte worden eenige afschry vingen van pla&tselgke belastingen, op voorstel vau B. en W. en gunstig advies der flu. comm., toege staan, doch de aanvrage van D. Moojen om afschrijving van 3 maanden schoolgeld, wegens het niet ontvangen van les in de Engelsche taal, wegens ziekte van den batrokken leeraar, niet toegestaan, omdat de verordening derge lijke afschrijving niet toelaat. Eindelijk breDgt de voorzitter ter tafel bet rapport van professor Ritsema Bos te Wage- ningen omtrent de boomen aan den Stationsweg. Op een vraag van den voorzitter stelt de wethouder Ramondt voor die kwestie in de eerstvolgende vergadering te behandelen. De heer Van der Leeuw is voor dadeiyke behandeling, omdat hij des middags bgna over zulk een boom is gevallen. De heer Quist bad gaarne dat eerst een voorBtel van burg. en weth. inkwam. De heer Coenen beeft nog geen tijd kunnen vinden om het rapport te lezen en vraagt of het rapport inhoudt, dat rooiïug zoo spoedig mogelijk moet plaats hebben. De voorzitter bevestigt dit en verklaart zich voor dadelijke behandeling wegens de urgentie. In stemming gebracht, wordt besloten de behandeling in de eerstvolgende vergadering te doen plaats hebben. Daarna wordt op voorstel van den voor zitter, naar aanleiding van hem gedane vragen, komen en driemaal sloeg de waterstroom, bet was geen regen meer, haar terug. Eindelek bereikte zij het stalletje en kon de denr openen; daar sloeg weer een bliksemstraal door bet water, die baar verblind en versuft tegen den wand deed tuimelen. Toen ze na eeu paar seconden tot bezinning kwam, was de geit weg en het kleintje ook; het water hruischte en stroomde, bg het schijnsel van het weerlicht gezien, als een razende stroom door de beek, die anders in den regentijd te nau- wernood een klein moloniaóje in beweging bracht, dat de kinderen er in platsten. Zuzeli vloog druipnat de keukeu in. „Vader, is de geit hierriep ze. „Toen ik de stal opende kwam er een bliksemstraal en toen ik weer zien kon was de geit weg." „Zij zal in haar angst om het huisje hoen geloopen zgn, wg moeten haar roepen", zei Barthi en riep„Sik, sik, sik maar zgn stem klonk niet bove Gods donder en het ruischen van het water uitde geit kwam niet. In zgn angst ging hij voor de deur en zag bij het schijnsel van het onafgebroken weerlicht den gezwollen stroom, die de beek geheel vulde en al booger en booger steeg, overdekt met struiken en jonge boomen. „O ZuzeliWij moeten stervenriep bij en vergat de geit. Zij dachten een oogen- blik aan vluchten, maar waar moesten zg heen in dien stortvloed? Zij dachten aan den jongsten dag en begonnen te biddeo. Onder besloten gelegenheid te geven het gezegde rapport publiek te maken. De vergadering is daarna gesloten. ONDERWIJS. Vrgdag hebben zich voor den cursus 18991900 aan de burgeravondschool te Mid delburg aangegeven 95 oudleerlingen en 77 die zich aan het toelatingsexamen weusohen te onderwerpen. Bg de Donderdag en Vrgdag gehouden toelatings-examens voor de Burgeravondschool te Goes waren 25 candidaten, allen voor de le kl. Afgewezen werden 6er Blaagden dus 19, nl. P. J. Boel, R. M. v. d, Boogaert, I. Harmsen, V. R, Hopmans, H. P. A. de Pree, C. v. d. Bliek; da volgende tovensvoorde ambachtsschoolL. Blanker, C. Bruggeman, P. A. J. Dootjee, A. M. Duivewaard, A. J. Fey, J. A. Heijnsdijk, J. F. van Hove, A. de Jonge, A. J. Oranje, Z. Oom, W. J. Labeur, J. J. Wolf en C. Polderman. Met den nieuwen cursus telt die school 51 leerlingen en de Hoogere Burgerschool 98. Dit jaar werd voor de Scholen met den Bijbel gecollecteerd te :'s Heer Hendrikskinderen met Wissekerke f 11.95, Oostbnrg met Zuid- zau.de f 108.64I/a, Oosterl&nd met Nieuwer kerk, Kapelle, Ouwerkerk, Vianen en Sir Janslacd (Geref. kerk) f 9.361/8 en te Tholen metScba- kerio f 24 41. In België zijn 2036 anti-alcoholistische schoolbonden, met 50.610 leerlingen. 56.400 leerlingen, bohoorende tot 1312 scholen, zijn aog niet aangesloten. Die aansluiting kan niet plaats hebben vóór de leerlingen ten volle 11 jaar tellen. De beschermende leden, 2502 in getal, stortten 1615 fr. en de gemeenten 3942 fr. gedurende het jaar 1898, voor htt steunen van matigheïdagezelschappen. Onder de leerlingen der Lagere scholen hebben 142.622 sedert de stichting van het werk, de verbin tenis aangegaan, zich van sterken drank te onthouden. 14.273 leerlingen van 631 scholen voor volwassenen deden dezelfde belofte. Blijkens het tweede jaarverslag, dat over 1898—99, der vereeniging Onderlinge Vrouwen bescherming nam iu het afgeloopen jaar het ledental niet onbelangrgk toe en steeg het tot 310; ook het aantal correspondenten breidde zich uit. Het verslag bevat verder mededeeling vau hetgeen door de vereeniging gedaan is in het belaDg van onderscheidene ongehuwde moeders. De rekening en verantwoording wgst aan dat de ontvangsten bedroegen f 1487.58s en de uitgaven f 607.88°, zoodat een batig saldo van f 879.65 aanwezig is. Voor Middelburg zijn correspondenten der •rercenigiDg mevr .Brevet-Berdenis van Berlekom en mevr. Hoorweg Geiil. Tea voordeale van het „Herstellingsoord voor Nederlandsche onderwijzers" is te Egmond aan Zee uitgegeven een werkje van de hand van den heer A. C. Bos, getiteld Gezondheids - kolonies. Namens bet hoofdbestuur van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers, schreef de heer Ph. v. d. Vos een inleidend woord. Eeu plaat en plattegrond- en gevelteekeningen van de in- richtiug te Lunteren zijn bg den tekst gevoegd. Wg vestigen gaarne de aandacht op deze bgdrage tot de verbetering van da kennis dier kolonies, nuttige instellingen van maatschap: peigk belang. Het beBtuur vau den Ncderlandschen Journalistenkring heefc, na gepleegd overleg, in zake eener actie van de Nederlandsche pers ten gunste van de Trausvaal, bezwaar om ia te gaan op het voorstel, door den heer Van Gilae op de laatste algemeene vergadering te Rotterdam ter tafel gebracht, aangezien bet: den Kring brengen zou op een weg, tot nog toe niet betreden en die ligt bniten bet terrein, door de statuten afgebakend. Het be stuur meende te moeten betwijfelen, of het de algemeene goedkeuring van de leden zoude weg dragen, indien, zg het dan ook bg uitzondering, op deze wgze werd opgetreden, alsmede of zoo'n optreden bij de continentale pers wel het ge- wenschte gevolg zoude hebben. In die omstandigheden meende het bestuur, hoezeer ook de gevoelens waardeerende, die den heer Van Gilse tot het doen van zgn voor stel dreven, dat onthouding de allen evenzeer vreezen en beven wachttoa zg het vergaan van de wereld af. Het water bruiste, de hut waggelde, zy gaven zich over en letten niet. meer op de» tgdzij verwachtten niets dan de eeuwigheid- Doob eensklaps werd bet weer lichter, de bliksemstralen werden minder hevigde donder slagen lieten zich onderscheiden, zg rolden minder oorverdoovend, statigerde arme sterve lingen konden weer ademen, weer hopende zon der genade ging weer over hen op. Daar klonk een Btem door de keukendeur: „Barthi, leeft ge nog?" „O! hé!" was al wat de oude man kon uitbrengen. Gauw, gauw, kom mee, anders spoelt het huisje met u weg!" Zonder verdere overgang bracht deze uitroep Barthi nit zgn verhoven stemming tot de aarde terug eu hij ging naar buiten. Zuzeli was hevig ontroerd, zg had zich voorbereid om voor God te verschgnen en daar klonk de stem van Benz door de deur. Zg kon niet opstaan. Haar adem stokte, zg was als verlamd haar bloed stroomde sneller haar naar het hart; zg vergat het huisje ge heel. En daarmede zag het er toch heel treurig uit; de eene hoek was al ondermgnd en het water steeg nog steeds. Maar ving en flink deed Benz het noodigate om den stroom te keeren. Barthi sleepte materiaal aan, hun hulpgeroep klonk ver heeD, bracht helpers aan, en het huisje werd met groote moeite over eind gehouden, maar het was hoog tgd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 5