MIDDELBURGSCHE COURANT. 1r. 308. 142' Jaargang 1899 Maandag 4 September. VOOR DEN ZEEMAN. Dexe courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prgi, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thormom eter Middelburg 2 Sept. 8 u. vm. 81 gr. 12 u. 67 gr. av. 4 u. 67 gr. P. Verw. m. W. w., bew., regenachtig. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertention20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten ea Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel Groote letters naar de plaat» die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zjju gratis aan het bureau te bekomen. Agsnten. Te Amsterdam: A. d- La Ma» Azn.; te Rotteri dam: Nijgh van Ditmar. Mj deze courant behoort een Bijvoegsel. Middelburg 2 September. Van af- tot aanmonsteren. Het leven van den zeeman aan den wal, meegeleefd en naverteld door M. J. Brusse. Rotterdam Nijgh en Van Ditmar. 25 cent. Nu de opstellen, onlangs in de N. Rott. Crt verschenen, tegen zeer billijken prijs afzon derlijk verkrijgbaar zijn gesteld wat zeker velen genoegen zal doen komt het mij niet ongepast voor een enkel woordje over de daarin behandelde kwestie te zeggen. Ik begin met den schrijver hulde te brengen voor de onderhoudende wijze, waarop hij ons de resultaten van zijn onderzoek verbaalt. Eq die resultaten zijn wezenlijk niet gering. We leeren er uit, dat de zeeman aan den wal bijna overal als een eend wordt geplukt, en later weer de grootste moeite heeft om een plaats op een schip te krijgen. Zoowel te Antwerpen, als te Amsterdam en te Rotterdam, wordt hij bestolen en uitge kleed door huur- en slaapbazen. Iemand, die dit leest, vraagt zioh verwon derd af, of zoo iets maar straffeloos kan ge beuren en vindt het hoog tijd, dat daaraan een einde wordt gemaakt. En is er nu waar lijk niets voor den zeeman gedaan? Moet hij bepaald in banden van buur- en slaapbazen vallen Op die vragen moet ik een ontkennend antwoord geven. Te Rotterdam bestaan „het Zeemanshuis, (Westerhaven) Kristeligt SjÖmandshjem (Glas haven) Deutsches Seemansheim (Maasstraat) en Engelsche, Scandinavische, Duitsche en Neder- Undacbe ontspanningslokalen waar hij, deels gratis, deals tegen geringe kosten, zich amu seeren kau. En by aankomst van stoom- en zeilscnepen op de rivier gaan de vertegenwoordigers van die inrichtingen aan boord om hem hun hulp aan te bieden. Talloos z'Jn de diensten, de representant van de Board of trade aan zjjne landgenooten bewyst. Daarby sluiten zich aan de vertegenwoor digers van Noorwegen en Duitschland, terwyi ook de Zeemansbond alhier goede diensten verleent. En eenmaal zoover gekomen, dat de matrozen moeten afmonsteren, kunnen zij, door bemiddeling van de betrokken consulaten kosteloos geld naar huis overmaken. Zelfs voor zyn godsdienstige belangen wordt gezorgd door het aan boord zenden van daartoe aangewezen personen (missio narissen), die zich met hem over ernstige onderwerpen onderhouden. Voor Nederlandsebe zeelieden bewyat de Zeemansbond ook uitne mende diensten, terwijl de waterschout alles doet om den zeeman te helpen en met raad en daad ter zyde te staan. Werkelijk, het ontbreekt Janmaat niet aan goede raadgevin genen als by in slechte handen valt, bewyst dit alleen dat bij ze in den wind geslagen heeft. Er is in het leven aan den wal voor den zeeman iets aantrekkelyks, en vooral na lange reizen is het hem een behoefte om de vleugels eens uit te slaan. Het komt my voor, dat hierin geen verandering te brengen is, omdat dit alles past in het kader van zyn omstan digheden. Dag in, dag nit, lncbt en water, dezelfde omgeving, dezelfde werkzaamheden, en dat meestal maanden en weken lang. Ea terwijl men achteruit ten miusteeenhut heeft óf alleen óf met andereD, zit vóóruit Janmaat met z'n collega's in de roef, voert daar allerlei gesprekkon, zoowel zedeiyke als onzedelyke en moet zich in die enge ruimte in alles behelpen. Z'n brieven bv. schrijft 's avonds by een walmende lamp op een kist, liggende op z'n knieën. En in die roef hoort hy voor het eerst of by herhaling, dat er schadeloosstellingen voor al zyn ontberingen bestaan. Zijn makkers zyn geweest in Londen, Liverpool, Hambnrg, Antwerpen of Rotterdam, en weten wat daar tn zeemansbunrten te koop is. Al op zee neemt hy sicb voor ergens een kykje te nemen; en als hy by z'n binnenkomst menschen ont moet die hem den weg willen wijzen naar de plaatsen, welke hy bezoeken wil, is hy de laatste om hen af te wyzen. Eenmaal gekomen waar hij wezen wil, om te genieten zooals hy zich dat heeft voorgenomen, Iaat hy zioh niet terughouden stelt zich opgewonden en rumoerig aan, en voert de dolste streken uit. Eu zoo doen niet alleen de nieuwelingen, maar ook meer bevaren zeerobben. Men moet met zeelui be kend zyn om te weten hoe het dan toegaat; en er valt wezenlijk niet zoo hard te oordeelen over een Blaapbaas, die zich voor al de daaraan verbonden herrie wat styf laat betalen. Bovendien loopen die slaapbazen by opname van zoo'a varensgast een eigenaardige risico. Zooals de heer Brusse zelf schryft, zyn de noten, die zij in betaling krygen, eenige dagen na eeiling van de boot of het schip betaal baar; en nu is het geen zeldzaam feit, dat de betrokken zeeman van boord wegloopt, en de slaapbaas geen roode cent krygt. Om die reden zyn er verscheidene gezagvoerders die hun equipage slechts op het uiterste oogenblik aan boord nemen. Als er iemand is die deu zeeman een goed hart toedraagt, dan ben ik het. Maar het heeft my inVan af- tot aan monsteren getroffen dat de schryver Janmaat zoo uitermate passief voorstelt. Zoowel huur- slaapbazen, waardinnen en kellnerinnen kunnen zoo maar alles met hem doen. Het moet zeker aan my liggen, maar ik heb van die schaapachtige onnoozelheid maar wei nig gemerkt. Ik herhaal nogmaals dat hier in Rotterdam voor den zeeman heel wat is gedaan, en dat het in hoofdzaak aan Janmaat ligt als hy in verkeerde handen valt. Laat men liever wat voor hem doen opzae. We hebben niet het recht hem voor te scbrjj- ven hoe hij aan wal leven moet, op welke wyze hy zyn geld moet besteden. Maar op ons rnst iets als een plicht, om wat voor hem te doen aan boord. Laten we reeders verzoeken om beter logies, om betere voeding; laten we gezagvoerders uitnoodigen om by de keuze hunner equipage's zooveel mogeiyk rekening te houden met landaarden moraliteit;laten we scheepsofficieren verzoeken goed en rechtvaardig voor hun minderen te zpn. En ontmoeten we aan wal een zeeman, die over stag gaat, of die lijdt onder geyolgen van zyn al te dol landleven, laten wij hem dan helpen. We moeten trachten ons in te denken in |n leven op zee en aan den walen hoe meer we dat doen, hoe meer we zyn gangen gaan begapen. Dan begrypen we dat „wereldje apart", i begrypen ook hoe by daarin verzeild is geraakt. Rotterdam, 31 Aug. 1899. B. De beschouwing van den schryver, wienwy verzochten zyn oordeel eens kenbaar te maken over de kwestie, in de opstellenVan af- tot aanmonsteren behandeld, omdat hy van naby den toestand van den zeeman in Rotterdam kent, is zeer zeker belangwekkend; en de daarin gegeven wenken zyn der overweging meer dan waard. Maar dit neemt niet weg, dat wat de heer Brusse schreef in zyne verdiensteiyke opstellen over het leven van den zeeman aan den wal het moge dan sterk gekleurd zyn door anderen als niet geheel bezijden de waarheid wordt beschouwd. Het gaf aanleiding tot gedachtenwisseling over een toestand, die toch klaarkiykeiyk nog niet is zooals bij wezen moet, eu tot licht verspreiding over een kwestie van maatschap pelijk belang, welke diep ingrypt iu het leven van menschen, die dikwyis goeden raad noodig hebben„ruwe natuurmenschen, die leven tusBchen de zee en de lucht, die niet kunnen begrypen de slim-valsche lagen en listen, die de verworden «tadsmenschen hun overal leggen, order allerlei verlokkingen verborgen, by de hartstoohteiyke jacht naar hun geld; die in den roes van zich-ryk-voelen, en aan wal, en vry, niet kunnen uitzien naar de Btrikken en knippen van de huur- en de slaap bazen de enkele goeden niet te na gesproken en die heele verdere kolonie van zeemans- parasieten, die het donkerst Rotterdam dicht bevolkt". Er wordt veel gedaan voor den zeeman aan wal, zegt B., maar aan boord moest men meer doen om hem het leven aangenaam te maken. Er wordt nog lang niet genoeg verricht om Janmaat te beschermen in den tijd tasscheu het af- en aanmonsteren; zoo luidt de aan klacht van den heer Brusse. Welnu, onzes inziens vuileu"die twee bewe ringen elkaar aan. Laat men beider wenken opvolgen. Aan boord een beter bestaan; een aangena mer verblijf; een menschwaardiger leven. Aan wal, als Janmaat afgemonsterd is, nog meer gelegenheid hem gegeven om, zooals ook wy schreven, eenvoudigen, manneiyken raad te verkrygen, vry van alle gekwezel en fana tiek gemoraliseer, practische hulp, die hem vrywaart voor afzetterij. Als nu zij, die met B. éea zyn van gedachten, en zy die Bympathiseeren met de loffelijke poging van den heer Brusse, de handen in elkaar slaan, zich vereenigen wat zoo ge- makkeiyk gaat omdat zy éan zijn waar het geldt het belang, het welzyn van den zeeman dan zal ontegenzeggeiyk iets, wij hopen veel, goeds voortkomen uit den sfcryd der meeniDgen over dit belatgryk onderwerp. Gontröle op den gemeente ontvanger. Met enkele regelen maakten wy in ons nom- mer van Woensdag melding van de voordracht, door den heer H. J. G. HartmaB, commies, chef der le afdeeling ter provinciale griffie van Zeeland, over bovengenoemd onderwerp gehouden op de algemeene vergadering, welke de Nederlandsche Vereeniging voor Gemeente belangen Maandag te Heereaveen hield. Het onderwerp en de v'oordracht zyn belang rijk genoeg om daarop iets meer uitvoerig terug te komen. Wy doen dit aan de hand van een verslag in de N. R. Crt. De heer Hartman begon vmt de opmerking, dat velen, by de vermelding van dit onder werp, onwillekeurig zullen denken aan het ge beurde te Alkmaar, waar in de kas van den gemeente-ontvanger een tekort werd ontdekt van f 59.000. Dat geval staat niet op zich zelf In drie jaren tyds werden, buiten het genoemde, tot acht malen toe tekorten ontdekt in de ge meentekassen, zij bet dan ook niet tot zulk oen hoog bedrag. Met het oog op deze feiten dringt zich als van zelf de vraag op Is de bestaande con ti 6le, volgens welke B. en W. altyd mogen, éénmaal per kwartaal moeten controleeren, voldoende De heer Hartman aarzelde niet die vraag ontkennend te beantwoorden. Zooals de zaak tegenwoordig geregeld is, kleven drie groote gebreken het stelsel aangebrek aan toezicht, vermenging van kassen en onkunde en slordigheid van ontvangers. Vooral in kleinere gemeenten zal het vaak voorkomen, dat er een zekere intimiteit be staat tueschen de leden van het dageiykech bestuur en den gemeente-ontvanger, eene in timiteit, die onwillekeurig leidt tot een vaak misplaatst vertrouwen. De ontvaDger is immers als een solied man erkend en dan, men wil het hem niet lastig maken, en er is toch iets beleedigends in, iets, wat blijk geeft van wantrouwen, als men telkens weder een minu- tieuse kasopneming doet. Dikwyis ook komt het voor, dat burgemeester of secretaris alleen de kas opnemen en bet aandeel der wethouders zich bepaalt tot bet zetten van hun handteekening. En eindeiyk toonde de beer Hartman (met voorheelden aaD, dat het vele hoofden van gemeenten en leden van gemeentebesturen ontbreekt aan de noodige kennis, zoodat ze tot een behoorlijke kasop neming niet in staat zyn. Spr. kon dan ook niet meegaan met de conclusie der commissie, die iu 1894 door de Vereeniging werd be noemd, volgens welke de controle op deu gemeente-ontvanger bij de wet voldoende geregeld is. Ook anderen hebben dit gevoeld en van verschillende zyden zyn middelen aan de hand gedaan om tot een beteren toestand te komen, die spr. achtereenvolgens naging ea aan kritiek onderwierp. Dat er daaronder zyn, die een verbetering zouden aanbrengen, ontkende niet, maar afdoende maatregelen zyn alleen te verwachten van eene verscherping der con- tróle. En waar het nu bljjkt, dat de thans bestaande contróle door het dageiyksch stuur der gemeente niet voldoende waarborgen geeft voor een rich tig beheer der financiën, moet deze aan andere personen worden opge dragen. Nu heeft men er van sommige zijden op aangedrongen, dat er afzonderiyke ambtenaren (inspecteurs) zouden worden aangesteld ofwel commissies voor de contróle. De heer Hart man verwierp dit denkbeeld, als zynde in atryd met het stelsel der gemeentewet en voerende tot onnoodige uitgaven en vermeer dering van werkzaamheden. Met het thans vigeerende stelsel behoeft, naar spreker's oordeel, niet gebroken te wor den. De gepleegde fraudes toch zyn niet het gevolg van het stelsel, maar van de verkeerde toepassing daarvan. Volgens art. 1165 der gemeentewet kunnen Gedeputeerde Staten, als zij dat noodig achten, kasopneming gelasten. In sommige provinciën wordt van die bevoegdheid door Gedeputeerde Staten gebruik gemaakt, o. a. in Noord-Holland en in Zeeland, In laatstgenoemde provincie wor den jaarlijks de kassen van tien verschillende ge meenten, door het lot aangewezen, opgenomen door een commissie nit Ged. Staten. Afdoende is die maatregel natunriyk niet. Immers het kan voorkomen, dat in de eene gemeente in kort tydsbestek twee- of driemalen kasop neming plaats heeft, terwijl dit in eene andere gemeente in het geheel niet geschiedt. Spreker zou een wijziging der gemeentewet wenschelijk achten en wel in dien zin, dat het facultatief voorschrift van art. 116 der gemeentewet; veranderd werd in een imperatief voorschrift; dat dus aan de Gedeputeerde Staten de be voegdheid gelaten werd om te allen tyde, de verplichting opgelegd werd om minBtens éen maal per jaar kasopneming te doen. Daarby zou vermenging van kassen streng verboden moeten worden. By de tegenwoor dige regeling is er niets dat den ontvanger, die ook andere kassen van polders enz. onder zyn beheer beeft, belet hetzelfde kasgeld voor twee of meer verschillende kassen te toonen. De geiyktydige conti 01e van verschillende kas sen zou dan ook behooren te worden voor geschreven. Eindeiyk zou Bpr. een boetestelsel wenschen ingevoerd te zien. Hij zou willen, dat voor boekhouding van, en de conti 01e op den ontvanger algemeene regelen werden gesteld, waarvan de handhaving verzekerd werd door bevoegdheid te verleenen tot het opleggen van administratieve boeten, zooals dat nu reedB by de registratie plaats heeft. Het wenschelykst komt het den heer Hart man voor, dat die boeten terstond konden worden opgelegd en geïnd door de ambtenaren, met de contrOle belast, waarby natuurlijk het recht van appèl zou moeten worden toegelaten. en ander ware z. i. te regelen bij konink- lijk besluit. Werden de door spr. aanbevolen maatregelen genomen, dan gelooft hy, dat het gevaar voor fraude by het beheer der gemeente-financiën tot een minimum teruggebracht zou zyn. De heer Sleeswijk, burgemeester van West- steilingwerf, merkte op, dat, wat door den spreker gewenscht wordt reeds sedert een viertal jaren in Friesland in toepassing woidi. gebracht. Jaarlijks wyzen Ged. Staten twee n één ambtenaar der provinciale griffie aan om op niet vooruit aangewezen tijdstip conti 01e uit te oefenen op de kassen der gemeente-ontvangers en der ontvangers van de polders. De voorzitter, de beer R. A. Verploegh Chassé, burgemeester van Vlaardingen, die te voren den heer Hartman den dank der ver gadering bad overgebracht, merkte op dat deze tameiyk dicht by de in 1894 benoemde com. missie staat, waar ook hy tot het resultaat komt, dat het tegenwoordig stelsel voldoende waarborgen geven kan tegen het plegen van fraude. Of de denkbeelden van den spreker in het thans vigeerende stelsel passen, betwy telde by echter. Zoo zou het toezicht èn aan burg. en weth. èn aan Ged. staten worden opgedragen, waardoor deze in een zonderling* verhouding tegenover elkander zouden komen an. Hy bleef by de meening, dat d* thans bestaande conti die alleszins voldoend' is, mits burg. en weth. aan hun verplichtingen voldoen. Tegen de regeling by koninkiyk besluit heeft hy wettelyke bezwaren. De heer Hartman zeide ten slotte dat hij de in de Friesland bestaande regeling niet kende. Een dergelijke regeling zou hy dan voor alle provincies wenschen en in de wet voorgeschre ven will an zien. Met de beschouwingen van den voorzitter kon hy niet meegaan. Elk koninkiyk besluit, dat op een wet berust, ii volkomen wettig, en natuuriyk zou een kleine wetswyzijging noodig zijn. Dat hij het thans bestaande stelsel zon willen behouden, her haalde hy, doch waar thans de Ged. Staten de bevoegheid hebben om te controleeren,zou hy hun de verplichting daartoe willen opleggen. boekhouder der 2e categorie teu kantore van den ontvanger te Arnhem. Reeds opgenomen in een deel der oplaag van ons vorig nommer. UIT STAD EN PROVINCIE. Bg kon. besluit ie benoemd tot ontvan ger der directe beL, invoerr. en accynzen en der haven- en schotgelden op het Kanaal door Walcheren te Vee re e- a., P. W. Roest, Vrijdagavond werd door de Gymnastiek- en Scbermvereeniging Medioburgum, in de groote zaal van het Schuttershof alhier, aan hare donateurs en genoodigden eene turnuit- voering aangeboden. Daarvan maakten zeer velen gebruik, want men weet dat Medioburgum steeds met wat goeds, zoo mogeiyk wat nieuws, voor den dag komt. Dit bleek ook nu weer het geval te zjjD, want al wat werd gegeven was zeer mooi en meestal nog niet voor het publiek gemaakt. De schooloefeningen aan de trempün-birren gaven van geoefendheid, kracht en vlugheid blijk, wat nog meer in het oog viel by de ifeningeu naar keuzo aan hetzelfde werktuig. De leerlingeu der voor bereidende klasse, niet groot in aantal, gaven vrye oefeningen te aan schouwen, die over het algemeen correct wer den uitgevoerd. Het slot nommer van 't eerste deel van het programma beloofde knotsoefeningen; niemand, tenzij by in 't geheim was, had verwacht dat die in costuum zouden vertoond worden en vreemd zag menigeen dan ook op toen, nadat het scherm was weggetrokken, een aantal s, zeer goed gegrimeerd en uitstekend gedisciplineerd, die oefeningen maakten. In de pauze vereenigden de gymnasten zich de Bakkerskamer. Daar nam de vice- president van Medioburgum het woord, om er aan te herinneren dat de president van de vereeniging, de heer C. J. Stomps, heden den dag herdenkt, waarop hy vóór vyf jaren aan haar hoofd kwam te Btaan. Hy bracht hem hulde en dank voor het vele, dat hy in het en voor den bloei der vereeniging ge daan had, en sprak ten slotte den wensch uit dat de heer Stomps nog lang zyne krachten aan haar zal willen wijden. Als biyk van achting en waardeering bood hij daarop den jubilaris namens de leden ea de voorbereidende kasse een zeer mooie, notenhouten boekenkast aan. Verder voerde ook de secretaris nog het woord die, instemmende met hetgeen de viod- president ten opzichte van den heer Stomps bad gezegd, er op wees, dat ook de voorbe reidende klasse een jaardag viert; zy bestaat thans zeven jaar. Hg uitte voor haar voort bestaan zijn beste wenschen. Nadat die speeches door een dronk waren bezegeld, nam de heer Stomps het woord. Hy dankte voor de goede wenschen, te zijnen opzichte geuit, en voor de hem bereidde ver rassing, die bij op hoogen prijs verklaarde te Hy sprak de hoop uit, dat Mediobur gum nog jaren bestaan moge en dat die ver eeniging nog lang met hem zal arbeiden ter bereiking van het groote doellichamelijke ontwikkeling. Nadat hiermede met de bondsklap instem ming was betuigd, keerden de gymnasten we der naar de zaal terug en werd de uitvoering voortgezet met mooie oefeningen naar kenze aan het hoogrek en schooloefeningen aan het paard. Het laatBte nommer „ladlergroepen" werd weer door de negers uitgevoerd. Zy gav«..< zesr aardig saamgestelde groepen te zien, die, blijkens het applaus, bijzonder in den smaak vielea. Het orkest, dat zich tijdens de heeie uitvoe ring dapper geweerd bad, nam het daarna op zich om de aanwezigen verder aangenaam bezig te houden. Het speelde de eene danBwyze na de andere eu tot vroeg in den morgen werd door velen aan de danskunst geofferd. Maandag 4 September a. b. om 6 30 (spoor - tijd) vertrekt het 2e bataljon, 3e regiment infanterie, onder bevel van den majoor J. A. Roeloffj, van Middelburg per extra-trein naar de legerplaats by Rijen, ten einde aldaar met genoemd regiment tot 16 September a. u. te kampeeren. De eerste luitenant H. P. van der Mieden van Opmeer, van wieuB plaatsing by het 3a regi ment infanterie wy reeds melding maaktCD, is ingedeeld by de le compagnie 2e bataljon alhier. De passagiers van den omnibus tuuschen Domburg en Middelburg hadden Vrijdagavond by de terugreis naar hier een minder aangenaam avontnur, dat echter geluk- tig geen ernstige gevolgen had. Ter hoogte van Oostkapelle sobrikte het voor het rijtuig gespannen paard voor een witten hond, die passeerde. Het dier maakte een zysprong en kwam in een sloot terecht, terwijl de wagen omsloeg. Door den schok werd een passagier, die op den bok zat, uit het vehikel op den weg geslingerd, terwyi de binnen inzittenden flink door elkaar geschud en op elkaar geworpen werden.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 1