TE PAARD. FEUILLETON. De toestand in Frankrijk. Het Dreyfas-proces. Do breede rg der hooggeplaatste beschuldigers v$u Dreyfus is voorbij getrokken, zonder iets achter te laten dau een waarschijnlijk tamelijk oitheilspellenden indruk op hun minderen en veel stof voor de bladen, bij wie do belangen van den staf moer wegen dan de eischen des rechts. Maar zij, die de zaak kenden, en dus de waarde der afgelegde getuigenissen beter konden beoordeelen, zullen niets bewaren dan de her innering aan veel woorden en geen argumenten. Dat was ook Maandag merkbaar. Generaal F a b r e toonde aan dat Dreyfus op de hoogte was van een der in het bordereau genoemde punten, iets dat de besohuldigde grifweg toe gaf. Verder heeft deze generaal, evenals d'Abboville, weer verteld hoe groot de gelijkenis van het schrift van het bordereau en dat van DreyfuB was. Maar tegenover deze verklaring stond weer die van C o c h e f e r t, den chef van den veiligheidsdienst, die behulpzaam was bij het voorlopig onderzoek en bij de arrestatie. Kenschetsend was de mededeeling van dezen rechterlijken ambtenaar, dat hij het bordereau niet eeus gezien heeft. Ware het schrift hem bekend geweest, dan zou hg allicht eeu anderen indruk hebben bekomen. Daarna kwam G r i b e 1 i n voor, die niet veel nieuws vertelde. Hg herhaalde zijn be aohuldiging, dat het geheim dossier open op tafel by Picquart lag, toen deze met Leblois zat te praten. Maar op een vraag van Picquart zeide deze getnige nooit brieven aan Picquart geopend te hebben, dus ook niet den brief Speranza, welke hem onbekend was. Voorts verklaarde Picquart dat hg nooit aan Leblois iets, wat tot den geheimen dienst behoorde, heeft medegedeeld. Er zgn twee stukken uit het geheime dossier naar buiten doorgedrongen. Maar dat was allerminst de schuld van Picquart. De bedoelde stukken toch zyn Ce Canaille de Ddat door de vijanden van Dreyfus in de Eclair is geplaatst, en het document libérateur, dat aan Esterhazy is overhandigd, die het gebruikte om te beproeven er op onwaardige wijze de regeer it g mede te dreigen. Met betrekking tot dit laatste stuk zeide Gribelin zich af te vragen, hoe het in het bezit van Esterhazy kan gekomen zijn, en waarom men deze niet in hechtenis heeft ge nomen toen hg het aan het ministerie terug bracht. Vierde getuige was de pas geridderde majoor L a u t h. Deze weidde langen tgd uit over de werking van het iniiohtingen-bureau. Verder verhaalde hij hoe Henry hem in September 1894 de ontvangst van het bordereau mededeelde. Vervolgens besprak Lauth de quaestie van bot petit bleu en verklaarde dat dit document door Piquart in een pakket werd ontvangen in de eerste dagen van Maart 1896. De majoor verdedigde zich verder tegen de aantijging de aanstichter van de verval- Bching van Henry te zgn geweest. „Indien ik er deel aan had gehad, zou ik dit, op den dag dat Henry zich doodde, hebben verklaard." {Beweging). „Ik ben nog niet bang voor den strop van Lemercier—Picard, het scheermes van Henry of zelfs voor de ommelette met gestampt glas." Lauth deelde nog mede, dat Henry nooit bij Picquart kwam en dat Henry niet in be trekking stond met dagbladen. Majoor J u n c k, do volgende getuige, had het weer over de liefhebberij van Dreyfus voor spel en vrouwen, en ook over de bekend heid van Dreyfus met de concentratieplannen. Junck trachtte verder weer het bespotteiyke verhaal aan den man te brengen, dat Picquart een valsch poststempel op het petit bleu had willen plaatsen. De boosaardigheid van dit verzinsel van Lauth en Junck is bg het Zolaproces reeds aan het licht gekomen. Het feit is onmogelgk, omdat het petit bleu aan de adreszijde waB opgeplakt, zoodat men het stempel niet op het stuk had hunnen zetten. Bovendien zou een poststempel alle bewijskracht aan het petit bleu ontnomen hebben, wgl het briefje, alB hot op de post in beslag was genomen, geen enkele aanwgzing van de herkomst uit de Duitsche ambassade zou hebben gehad. De arme luidjes leefden armoedig van het inkomen van den man. Twee kinderen waren sedert hun huwelijk geboren en de eerste geld verlegenheid was een van die bescheiden, ver borgen, beschaamde nooddruften geworden, de nooddruft van een adellgke familie, die ondanks alles haar stand wil ophouden. Hector de Gribelin was in het ouderlijk slot door een bejaarden gouverneur opgevoed. Men was niet rgk, maar men leefde stilletjes en bewaarde den uiterlgken scbgn. Toen hij twintig jaar was, had men een betrekking voor hem gezocht en hg was als commies met vijftienhonderd franken per jaar op het ministerie van marine gekomen. Op deze klip was bij gestrand, evenals allen, die niet vroegtijdig voorbereid zgn op den barden «trgd des levens, als allen, die het leven door een nevel zien, die de middelen ea den tegen stand niet kenneD, by wie men niet sinds de kinderjaren bijzondere geschiktheden, ongewone vermogens heeft ontwikkeld en een grove strijdkrachtallen, wien men niet een wapsn of een gereedschap in de hand heeft gegeven. Zyn eerste drie kantoorjaren waren afsohu- yeiyb. Eindeiyk deed deze getuige een heel verhaal over een latere acèue iu het kabinet van Bertulus, om het bekende verhaal van Bor- tulns te verzwakken. Deze rechter van instructie kreeg later het woord en zeide onder groote sensatie, dat hij Junck niet de eer zon aandoen hem tegen te spreken. 't Was bjjna tot een kloppartg tusschen deze beide getuigen gekomen. Mede werd eenige sensatie gewekt door een verklaring van Bertulus „Ik heb Esterhazy in hechtenis genomen, omdat ik de overtuiging had tegenover den eenigen verrader te staan. Dit is de sleutel vau het geheele proces. Die overtuiging is nog dieper geworden bg mg. Esterhazy is de verrader, dit zal ik volhouden onder alle omstandigheden en tegen iedereen." Jammer slechts dat deze woorden evenmin een bewys zijn, als de tegenovergestelde ver zekering van de generaals. Beeds Maandag is het proces dus in een nieuwe richring gekomen en heden zal dat nog sterkei biyken. Wg zyn nu genaderd aan de werke lijke getuigen, aan de mannen, die zullen spreken over wat zij weten, en daarbij zal evenmin iets belastende aan het licht komen, als bij de getuigen der eerste rubriek. Wg mogen dat zeggen, omdat wij voor ons hebbeu liggen het lgstje met de volgorde waarin de getuigen zullen gehoord worden, en daarnaast de dossiers. In deze vindt men de vroeger door de getuigen afgelegde verklarin gen, hetzij by de instructie in 1894, hetzg bg de enquête van het hof van cassatie. Wg weten daardoor, dat men nu weer veel zal hooren over het onaangenaam karakter van Dreyfus, over zijn nieuwsgierigheid naar aller lei zaken, die niet bepaald tot zijn werk be- hooren, in het bijzonder betreffende spoorweg zaken en concentratie in het Oostelijk deel des lands. Dit laatste is natuurlijk een verzwa rende omstandigheid in de oogen van hen die kwaad willen zoeken. Maar wat is natuurlgker, dan dat deze El- zasser, meer nog dan de anderen, bg zgn studie bg voorkeur aan een oorlog met Duitschland dacht, en voor alles tracht zich een beeld te vormen van wat op den dag der revanche ge beuren zal. Voor het overige heeft men dat alles nu al zoo dikwijls gehoord, dat het geen nieuws biedt. Verder krggt men het verhaal van een officier, die van een vriend vernam, dat Dreyfue betrekkingen onderhield met een allerminst achoone, geheimzinnige vreemdelinge. De eenige bepaald belangryke getuige iB kapitein Le Kond, van de artillerie. Deze was in 1894 en 1895 bg de schietoefeningen in het kamp bg Chtilons belast met het geven van inlichtingen aan de hoofdofficieren van andere wapens, en heeft toen beide jaren Esterhazy ontmoet. Deze toonde veel belangstelling in het hem vreemde wapen der artillerie, was zeer begeerig veel inlichtingen te ontvangen enz. Maar en dat is een punt van gewicht, dunkt ons na de schietoefeningen van 1895 schreef Esterhazy aan kapitein Le Bond, waarby hg nadere ophelderingen vroeg over eenige punten, en uit dien brief bleek dat de man, die nu twee jaar achtereen de oefeningen had bijgewoond (eens zelfs op eigen kosten) ondanks zgn vele vragen, allerminst van di artilleriezaken op de hoogte was (absence dt compétence notoire en artillerie.) De getuige is ua de ontdekking van hei petit bleu door Picquart ontboden geworden en gehoord. Ook hy heeft voor het hof van cassatie ge tracht de houding van Picquart in een niet heel gunstig licht te stellen. Dat zal Kolonel Jouaust naar den zin zgn, want de verschillende journalisten constateeren, dat telkens en telkens blijkt, hoe groot de antipathie is, welke Jouaust koestert voor den man, die den strgd tegen de generaal aanbond. Verder heeft getuige Le Bond vroeger mede gedeeld, dat Esterhazy het kamp verliet vóór met het kanon 120 Cour werd geschoten. Ook getuige Valdant (die vóór Le Bond wordt gehoord) is opgeroepen tot staving van het verhaal van Lauth, dat Picquart hem wilde overhalen het handschrift van het petit bleu te herkennen. Hg had een paar vrienden van zyn familie teruggevonden, oude, achterlgke en even onver mogende lieden, die in de adeliyke straten woonden, de treurige straten van de voorstad Saint Germainen hg had zich een kring van kennissen gevormd. Vreemd aan het hedendaagsche leven, nede rig en trotsch, bewoonden deze behoeftige aristocraten de bovenverdiepingen van soe zende hnizen. Boven en beneden droegen de huurders van deze woningen titels, maar hei geld was even schaarsch op de eerste als op de zesde verdieping. De eeuwige vooroordeelen, de zorg voor den stand, de angst voor vernedering lieten deze eertijds schitterende families, door de werke loosheid der mannen ton gronde gericht, geen rust. In deze wereld ontmoette Hector De Gribelin een jong meisje, als hg adellijk en arm, en huwde ze. In vier jaar tgds kregen ze twee kinderen In die vier jaar kende het huisgezin, door nooddruft gekweld, geen andere verstrooiingen dan 's Zondags de wandeling naar de Champs Elysées en een paar avondjes in den schouw burg, één of twee op een winter, dank zg den door een collega aangeboden vrybiljetten. Doch ziet, tegen het voorjaar werd den beambte door zyn chef eenig overwerk opge dragen en bij ontving een buitengewone grati ficatie van driehonderd franken. Toen hy dit geld thuisbracht, zeide by tot Een opvallende opmerking wordt door de Voltaire gemaakt. In zgn verhoor heeft Cuignet gezinspeeld op een attaché militaire, die misbruik maakte van de toegevendheid en de gastvrijheid van een generaal-directeur der cavalerie, om militaire operaties by te wonen, en daarvan verBlag uit te brengen aan de andere attachés. De bg voeging dat deze attaché nu een zydelingsch getuigenis tegen Esterhazy en voor Dreyfus is komen brengen, wjjst aan wie door Cuignet bedoeld is. Zyn hatelgkheden zijn gericht aan het adres van De Galliffet, die voor het hof van cassatie mededeelde dat generaal Talbot hem had verteld, dat alle attachés te Parys wisten, dat men voor een paar bankjes van Esterhazy alle stukken kon brggen. Deze woorden zgn later door Talbot een beetje verzacht. Een allerzonderlingst bericht komt uit Busland. Men weet dat de Bussische attaché militaire te Pargs, baron Freedericks, wienB naam ook herhaaldelijk in de Dreyfus-zaak werd gemengd, voor een paar weken werd teruggeroepen naar Petersburg. Tnans deelen de daar verschynende bladen mede, dat bg dezen hoofdofficier is ingebroken en dat toen, behalve papieren geld en kostbaarheden, be- langrgke papieren zgn gestolen. Het wordt door buitenlandsche bladen niet onwaarsohynlijk geacht, dat de inbrekers geen gewone dieven waren en te Pargs relaties hebben. DE STANDJES TE PARIJS hebben zich gelukkig niet herhaald, zoodat men het gebeurde van Zondag als een op zichzelf staand feit kan beschouwen, en niet als een uiting van dreigende ontevredenheid. Toch is het gebeurde ernstig genoeg en kan men den beeldenstorm niet genoeg afkeuren. Dat er verbittering tegen de Katholieke gees telijkheid bestaat, is natuurlijk. Jaren lang is gearbeid, om het leger door zgn officieren tot een werktuig der kerk te maken. Beeds de toetreding tot de militaire school wordt belet aan hen, in wie de gees- telijkheid geen dienaar voor haar belangen ziet. De herhaalde knoeiergen tusschen de exa men-commissies en de bestuurders der geeste- lgke scholen leveren daarvan het bewijs. Openlgk is in het bgzyn van de opperbevel hebber van het leger verkondigd, dat het civiel gezag onderworpen moet zijn aan het militaire gezag en dit laatste weer aan de kerk. En in den strgd om het recht, kiest bgna al wat streng katholiek is de zgde van het onrecht. Al moge men nu daarvoor niet rechtstreeks de geheele geestelijkheid verantwoordelijk stel len, nooit is van de hoogere geestelijkheid een woord van verzoening uitgegaan. Nooit is door haar iets gedaan om „de zaak" een rechtzaak te doen bffjven en om te voorkomen, dat deze een geloofszaak werd. En het antisemitisme werd nooit met woorden van liefde en ver draagzaamheid bestreden. Maar toch kan dit alles niet rechtvaardigen een optreden als dat van Zondag. De voornaamste schuldige ia echter bekend. Die is niet Sebastien Faure, de anarchist, maar de regeering, die een week lang de anti semitische anarchie heeft geduld, en dit naar het schijnt zelfs nn nog niets heeft gedaan om de orde te herstellen. Wat Sebastien Fanre betreft, deze zal kras worden aangepakt, en vervolgd wegens oproei en poging tot moord. Ook vier andere rad draaiers zullen worden vervolgd wegens mit>- dryven tegen het gemeene recht, zooals diefstal in een kerkgebonw, verbreking van afsluiting, poging tot brandstichting, zaakbeBchadiging enz. Uit de Siècle blijkt nog, dat bg het station van den Oosterspoorweg twee schotei zgn gelost op den prefect van politie Lepine, die zelf de leiding had op zich genomen, en later op den onderchef van de gemeente politie. Alle schoten misten gelukkig. Voor het uiteen drgven der menigte in dat deel der stad zijn ook geregelde troepen gebezigd, iets wat zelden voorkomt. Toevallig waren hei juist twee compagniën van het oude regiment van Esterhazy. Datzelfde regiment heeft ook Maandag manschappen moeten leveren voor de bewaking van de Bue Chabrol. Guêrin liep 's middaga zgn vrouw„Lieve Henriette, we zullen het er eens van nemen; wat denk je van een buitenpartgtje voor de kinderen Na langdurige beraadslaging werd besloten, dat men buiten zou gaan ontbijten. „Weet je wat," riep Hector uit, „éénmaal ia geen maal; we zullen voor jou, de kleintjes en de meid een break huren en ik neem een paard uit de manége. Dat zal me goed doen." Eiken avond, wanneer hg van het bureel kwam, pakte Hector zgn ondsten zoon vast, zette hem schrglings op zyn knie en liet hem uit alle macht springen, zeggende„Zoo zal papa aanstaanden Zondag op den tooht galoppeeren." Eu de jongen sleepte den geheelen dag de stoelen door de kamer en schreeuwde„Zoo zit vader op het paard 1" En zelfs de meid keek met opgetogen blik ken naar mijnheer, bg de gedachte, dat hij het rgtuig te paard zou begeleidenbij alle maal- tgden hoorde ze hem van paarürgüen praten, zijn heldendaden van vroeger, bg zgn vader, vertellen. O, hg was in een goede school ge weest en eenmaal met bet beest tusschen zijn beenen, vreesde hij niets, niemendal, daar 1 Hy zeide herhaaldeiyk, zich in de handen wrgvende, tot zyn vrouw „Konden ze me maar een beest geven, dat een beetje lastig was, dat zou me aanstaan. Je zult eens zien hoe ik ryden als je bet goedvindt, gaan we langs de Champs Elysées op het platte dak van zyn fort naar de solda ten te kyken. Vreemd genoeg, is zelfs niet eens getracht den rebel neer te leggen. De zieke man der bezetting is naar een gasthnia gebracht, en moet hebben verklaard dat er gebrek in het fort heerscht. Het Parijache publiek, dat door de opwin dende gebeurtenissen der jongste tyden toch al zoo geschokt is, heeft Maandag kennis ge kregen van een NIEUWE BEPROEVING VOOR FRANKRIJK. In 1896 werd door de Fransche overheid in Afrika een kleine expeditie uitgezonden, welke in opdracht had van de Senegal, dwars door Fransch Soedan, naar het meer Tchad te trekken. Deze tocht werd geleid door twee kapiteins, Voulet, van de mariniers, en Chanoine van de infanterie. Deze laatste is een zoon van den generaal, die verleden jaar minister van oorlog was, en toen Brisson in den rug aanviel, met het gevolg dat het kabinet viel. Beeds voor eenige maanden kwamen in de, den generaals vgandige pers allerlei onbestemde geruchten en vragen voor betreffende deze expeditie. Nauwkeurig hebben wij die berichten niet gevolgd, maar het bleek dat er iets was dat de regeering geheim wilde houden, terwgl de toon der bladen bewees, dat de beide officieren zich nu juist niet door hun braafheid hadden onderscheiden. Hun werd door een hunner luitenants Peteau, onmenschelgke wreedheid ten laste gelegd, zoo dat zg hun weg door Soedan teekenden door gruwelijke moorden. Het kabinet Dupuy heeft daarop den overste Klobb uitgezonden, om een onderzoek in te stellen en de noodige maatregelen te nemen. De overste zou zich met het bevel over de door genoemde officieren geleide expeditie belasten, en, zoo daartoe termen bestonden, beiden naar de kust brengen, om voor den krygBraad te verschijaen. Toen nu de geruchten over de verkeerde handelingen waarheid bleken, trok de overste met het in Afrika gebruikelgke sterke ge leide de expeditie Voulet-Chanoine tegemoet. Toen de beide officieren echter de nadering van hun chef bemerkten, brachten zij zich in staat van verweer en verboden den overste met zyn troep te naderen. Klobb deed ant woorden, dat hg weigerde te schieten en kwam met zyn luitenant Meunier naar voren. Oogenblikkelgk daarop gaf kapitein Voulet last het vuur te openen. By het eerste salvo viel luitenant Meunior, en een gedeelte van het escorte, terwgl de overste Klobb gekwetst werd, maar niet zoo, of hij kon voorwaarts gaan. Daarop deed Voulet een tweede salvo geven, waardoor Klobb werd gedood. In het geheel zijn door de expeditie Voulet- Chanoine drie salvo's gelost, daarna werd nog wat los vuur gegeven, en ten slotte een aanval met de bajonet gemaakt, zoodat, behalve Klobb en Meunier, 9 personen werden gedood en 8 gekwetst. De rest van de van haar beide officieren beroofde expeditie stoof daarna uiteen. Alle bagage en voorraad is verdwenen en vermoe- deiyk in handen van de beide oproerige ka piteins gevallen. De overlevenden kwamen te Dasso aan, waar zy den ondergang van de expeditie mededeel den. Het eenige wat zg terugbrachten was eenige brieven van Voulet aan Klobb, waarin den overste werd medegedeeld, dat hy als vy- and zou worden behandeld, zoo by verder oprokte. Oogenblikkelgk is aan een andere expeditie bevel gegeven, uit te trekken, om de expeditie Vonlet-Chanoine te vervolgen. Den diep treurigen indruk van deze tijding op dit oogenblik kan men zich wel voorstellen. INGEZONDEN STUKKEN. Ingezonden stukken wor-den in geen geval teruggezonden. De ondergeteekenden, overtuigd dat een Algemeene Nederlandsche Coöperatieve Bond van Pluimveehoudersdie allen omvat welken van de pluimveehouderij hun hoofd of bijver dienste of liefhebberij maken, een eerste ver- eiachte is om aan de plnimveehoudery in ons land een groote vlucht te verzekeren en tal van nieuwe industrieën te scheppen, roepen bg deze de boerenbonden en vereenigingen en par- terug, als alle menschen uit het bosch komen. Wat zullen we een goed figuur makenik zou er niets tegen hebben iemand van het ministerie te ontmoeten. Meer is er niet noodig om door je chefs geëerbiedigd te worden." Op den bepaalden dag stonden paard en rgtuig te gelgk voor de dour. Hij kwam dadelgk naar beneden om zgn ros te bekgkeu. Hij had souspieds aan zyn broek laten zetten en zwaaide met een ryzweep, die den vorigen dag gekocht was. Hg lichtte éen voor éen de pooten van het dier op, betastte ze, betastte den nek, de zgden, de knieën, beproefde met zijn vinger de lendenen, opende den bek, onderzocht de tanden, zeide hoe oud hg was, hij gaf een kleinen theoretisohen en practischen cursus over paarden in het algemeen en over dit paard in het bgzouder en verklaarde het voor uitstekend. Toen iedereen goed in het rgtuig zat, ging hg de riemen van het zadel nazich vervolgens in een stijgbeugel opheffende, viel hg op het paard neer, dat onder den last begon te hup pelen en zgn bergder bgna afwierp. De ontroerde Hector trachtte het te kalmeeren: „Komaan, al goed, vriendje, al goed," Toen het lastdier zijn kalmte en de last zyn koelbloedigheid herkregen hadden, vroeg deze „Zgn ze klaar?" Alle stemmen antwoordden; Toen beval hy ticulieren, die in hnnne woonplaats het initiatief willen nemen voor het beleggen van vergade ringen, beleefd op om met den eerst onderge tekende over het beleggen van die vergaderingen in correspondentie te willen treden ten einde een bond als de bovenbedoelde op te richten. De tweede ondargeteekende is bereid het onderwerp hoenderhondery en coöperatie in te leiden met vrij debat en verder alle inlich tingen te verschaffen. Zy vermeenen dat de op te richten bond onderstaand programma zoude moeten verwe zenlijken; lo. Alle voortbrengselen der pluimveehou- dery onder volkomen garantie van d^n bond zonder tussehenkomst van derden voor het publiek verkrygbaar te stellen tegen biliyken prijs en gereede betaling. 2o. De plnimveehoudery te bevorderen door: a. het oprichten van bibliotheken, op de plnimveehoudery betrekking hebbende; b. het oprichten van model pluimveetokke- ryen met daaraan verbonden proefparken en bureaux van advies; c. voor de leden tegen ten hoogste kostenden prys verkrijgbaar stellen van goede exempla ren uit de model pluimveefokkerijen van den bond; d. het houden van lezingen ten einde meer dere kennis van pluimvee te verspreiden; e. het oprichten van een vakschool; f. onderlinge verzekering tegen de schade bij ziekte en dood van het pluimvee; g. het verkrygen van wetten op besmettelijke ziekten by het pluimvee; h. het verkrggen van wetteiyke bepalingen op den verkoop van eieren; en i. het fabriceeren van alles waartoe het pluimvee geheel of gedeelteiyk de grondstoffen levert. De boud zou moeten worden verdeeld in provinciale bonden, provinciale bonden in dis- trikten en distrikten weder in afdeelingeu eu correspondentschappen KICHABD C. VAN HAAGEN te Arnhem. W. P. KOOPMAN te Amersfoort HANDELSBERICHTEN. Graanmarkten enz. Virisswsiu, 22 Aug. Boter f 1.40 f 1.30. Eieren f 4.a fper 104 stuks. Goes, 22 Aug. Ter graanmarkt van heden was jarige tarwe en koolzaad 25 cents lager; anders onveranderd. Boter 1.10, f 1.30 a f 1.20 per kilo. Eieren f 3.10, f 3.20 a f 3.10 per 104 stuks. Op de veemarkt van heden waren aan gevoerd 33 etuka hoornvee en een paard. Er werd nog al handel gedreven. Schapenwol f 1.20 per steen (3 kilo). Botterdam; 22 Aug. Ter veemarkt van heden (Dinsdag) waren aangevoerd: 1983 runderen, 677 vette, 46 nuchtere kalveren, 1795 schapen, 643 varkens, 168 biggen. Run deren le qn&l. 60, 2e qual. 50, 8e qual. 42, kalveren le qual. 80, 2e qual. 64, 3e qual. 50, schapen le qual. 54, 2e qual. 40, 3e quaL varkens le qoal. 36, 2e qual. 34, 3e qual, 32 cent. Botterdam:, 21 Aug. Ter graanmarkt van heden (Maandag) was in binnen landse be granen de handel als volgt: Tarwe. Jarige- was te ruim aangevoerd voor de bestaande vraag en kon daarom tot gemiddeld 20 cents verlaging per heet. maar gedeeltelijk worden geplaatst. Per heet. in de puike kwal. f 6.10 a f 6.35, overigens f 5 a f 5.80, en per 100 kilo uitgezochte kwal. f 7.50 a f 7.65, overigens f 7 a f 7.35. Nieuwe moest deze verlaging eenigszins volgen en werd verkocht van f 5.70 tot f 6.30 per heet. en extra puike zware nog iets daarboven voorts per 100 kilo naar deugd van f 7.50 tot f 7.75. Canada- werd weinig gevraagd. Bogge werd ietB lager afgegeven. Per beet. f 5 a f 5.40. Gerst. Winter- was ruim prijshoudend te plaatsen. Per 100 kilo werd verkocht: puike kwal. f 8.25 a f 8.50, daaropvolgende soorten f 7.90 a f 8.10 en geringe van f 7.50 tot f 7.70. Zomer- van het nieuwe gewas bracht per 100 kilo 8 a 8.25 op. Haver onveranderd. Per heet. f 3 af 3.80 en per 100 kilo f 7.25 a f 7.50. Blauwe erwten warenrnimaangevoerd. Kooksoort werd verkocht van f 7.50 tot f 7.75 en extra puike kwal. tot f 8. Niet-kokenda brachten f 6.75 a f 7 op. Koolzaad werd verkocht van f 7.75 tot f 8.50. Kanariezaad vast f 6.75 a f 7.50. Zeenwsche eieren 3.90 a 4.10 de 100 stuks. „Voorwaarts En de stoet vertrok. Alle blikken waren op hem gevestigd. Hy draafde op zgn Engelsch met overdreven op wippingen. Nauwelgks was hij op het zadel neergevallen, of hy sprong weer omhoog, als wilde hy in de lucht opstygen. Dikwijls scheen hg op de manen neer te smakkenen hy hield de blikken strak voer zich uit gericht, met verwrongen gelaat eu bleeke wangen. Zyn vrouw, die een der kinderen op haar schoot hield, en de meid, die het andere droeg, zeiden onophoudeiyk„Kyk eens naar papa; kgk eens naar papa!" En de beide jongens, beneveld door de be weging, de pret en de frissche lucht, uitten een schril geschreeuw. Het paard, door dat lawaai verschrikt, begon ten laatste te galop peeren, en toen de ruiter het trachtte in te houden, viel zijn hoed op den grond. De koetsier moest van den bok komen om hot hoofddeksel op te rapen en toen Hector het aannam, riep hy uit de verte tot zgn vrouw. „Laat toch de kinderen niet zoo schreeu wen; je zult nog maken, dat hij op hol slaat l'J Men ontbeet op het gras in het bosch van Vesinet met den mondvoorraad, die in de koffers meegenomen was. (Slot tolgt.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1899 | | pagina 3